Verslag CommissieGrondgebied 17 juni 2010
Soort document:Verslag
Soort vergadering:CommissieGrondgebied
Datum:17 juni 2010
Week nummer:24
Tijdstip:19.30 uur
Locatie:raadzaal
verslag commissie Grondgebied
datum vergadering: | donderdag 17 juni 2010 |
tijdstip en plaats: | 19:30 uur in de raadzaal van het gemeentehuis in Rijssen |
aanwezig: | |
voorzitter: | mw. M.J. Tijhof-Zwijnenberg |
SGP CDA CU PvdA VVD GB | G. Kreijkes en A. Kamphuis; I. Kahraman, H.J. Nijkamp en R.J. Cornelissen; J.Berkhoff, G.D. Roosink en N.J. Otten; R.M.C. de la Haye, R.W. Meijerink en T. ter Keurst; R.A. de Koe, R. Smelt en mw. G. Wibbelink-Roelvink; A.J. Aanstoot, A. Nijkamp en J. Beunk. |
griffier: | H.A.J. van de Vliert |
notuliste: | mw. R. Aanstoot-Stam |
namens het college: | J.A. Stegeman, J. Ligtenberg en B. Wolterink |
ambtelijke ondersteuning: | J.G. van Eck |
pers: | 2 |
publiek: | 33 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen van harte welkom.
2. Inventarisatie spreekrecht
De heer R. Nijmeijer (namens de fam. Hamming-Ter Horst) heeft zich gemeld om in te spreken bij agendapunt 8.
3. Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Verslag van de vergadering van 20 mei 2010
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5. Actiepuntenlijst
1. Stand van zaken nieuwe locatie kleiduivenschietvereniging
Wethouder WOLTERINK deelt mee dat het overleg met de provincie over de bestemmingsplanwijziging is gestart.
3. Nagaan of er een keerlus is gepland ter hoogte van de fa. H. Müller aan de Keizersweg in Holten en
of daarvoor budget is gereserveerd.
De heer DE LA HAYE vraagt of de keerlus is bedoeld voor de woonwijk of het industrieterrein.
Wethouder WOLTERINK zegt dat er een soort rotonde wordt aangelegd. Na de vergadering zal hij aan de hand van een tekening een toelichting geven.
Het punt is beantwoord en wordt van de lijst afgevoerd.
4. De firma Raedthuys Windenergie BV per brief laten weten dat het gebied Espelosebroek wordt
uitgesloten voor het eventueel plaatsen van windmolens.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de brief nog niet is verzonden. Er wordt bekeken of er binnen de gemeente nog mogelijkheden zijn. De commissie heeft in de vorige vergadering duidelijk aangegeven, dat windmolens op betreffende locatie niet gewenst zijn. Dat zal als een bevestiging via een bestuursvoorstel terugkomen in de commissie.
5. De stand van zaken rondom de aansluiting van de Markeloseweg/Rijssenseweg in Holten
schriftelijk meedelen.
Het punt is beantwoord en wordt van de lijst afgevoerd.
6. Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden (Regio e.d.) en over strategische projecten
Wethouder WOLTERINK deelt mee dat op 4 mei 2010 de Raad van State een voor de gemeente gunstige uitspraak heeft gedaan over de grenswaarde geluidbelasting. Op 16 juni 2010 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over het beroep tegen het bestemmingsplan Wansinktracé. Dat beroep is ongegrond verklaard. Het bestemmingsplan is daarmee definitief. De verwachting is dat dit jaar met de uitwerking wordt gestart en dat het medio 2011 gereed is.
7. Presentatie klimaatbeleid door DWA (portefeuille B. Wolterink)
Wethouder WOLTERINK zegt dat er bij het milieubeleidsplan 2010-2013 is afgesproken dat uitgegaan wordt van drie speerpunten: communicatie en educatie, gemeentelijke bedrijfsvoering en klimaat en energie. Dit laatste punt komt vanavond aan de orde. Wat betreft het speerpunt communicatie en educatie is er een milieucommunicatieplan opgesteld, er is een duurzaamheidskrant uitgegeven en er wordt gewerkt aan een energieloket. Er is een goede samenwerking met de KWR, de HIG en Bij de Tijd op het gebied van revitalisering, duurzaamheid bedrijventerreinen, afkoppeling riool en energiescans. De gemeentelijke bedrijfsvoering is goed op weg met duurzaam inkopen, duurzaam verlichten en duurzaam verwarmen. Er is een SLOK-subsidie ontvangen van € 130.000. DWA heeft in dat kader een onderzoek gedaan.
In totaal is een bedrag beschikbaar van € 1.4 miljoen. Daarmee kan de gemeente in 2010 verder aan de slag. Wat opgevallen is uit de stukken, is dat een bijdrage aan windenergie echt soulaas biedt.
De heer TEN BOLSCHER verzorgt de presentatie.
De heer DE KOE vraagt of de gemeente aan individuele bouwers verplichtingen moet opleggen of dat er bovenwijkse voorzieningen getroffen moeten worden, zoals het realiseren van warmtepompinstallaties voor clusters woningen. Hoe kan de gemeente bij bestaande bouw sturen op energiezuinigheid?
De heer TEN BOLSCHER zegt dat een gemeente geen verplichtingen kan opleggen aan individuele bouwers, omdat het bouwbesluit leidend is. Het zal moeten gaan om het enthousiasmeren van mensen. Bij bestaande bouw is het heel moeilijk iets af te dwingen. In Brussel tekent zich een tendens af, waarbij er te zijner tijd een verplichting komt dat bij overdracht van een woning het label op een hoger plan wordt gebracht. Als het gaat om centrale, bovenwijkse voorzieningen, dan moeten de mogelijkheden benut worden als die zich voordoen.
De heer DE LA HAYE vraagt het onderwerp te agenderen voor een volgende vergadering. Spreker wil daaraan zelf een bijdrage leveren.
Klimaatneutraal is een hoog ambitie niveau. Dat moet in de eigen gemeente gerealiseerd worden. Is het daarbij ook denkbaar windmolens buiten de eigen gemeente te realiseren?
De heer TEN BOLSCHER zegt dat varianten van windmolens buiten de gemeente, bijvoorbeeld in de Noordzee, mogelijk zijn. Als echter elke gemeente dat van mening is, zal de Noordzee te klein zijn.
De heer DE LA HAYE zegt dat de gemeente Deventer ontwikkelingen wil realiseren in Deventer-Zuid. Daarbij wordt concreet gedacht aan het plaatsen van windmolens. Wellicht kan een deel van de duurzame doelstellingen van Rijssen-Holten daar gerealiseerd wordt.
De heer KAMPHUIS wijst erop dat er een milieubeleidsplan is vastgesteld door de raad..
De heer DE LA HAYE zegt dat hij juist daarom heeft gezegd zelf een aanzet te willen geven bij de bespreking van het onderwerp. De gemeente zou op het gebied van verkeer en vervoer het nodige kunnen bereiken en voor nieuwbouwwijken kan de EPC-waarde (Energie Prestatie Certificaat) in het bouwbesluit, een eigen instrument, opgenomen worden
De heer TEN BOLSCHER zegt dat er vorig jaar een uitspraak is geweest: alleen in excellente gebieden mag nog een aanscherping plaatsvinden. In alle andere gebieden mag het niet.
De VOORZITTER wijst erop dat het gaat om een uitvoeringsprogramma van het milieubeleidsplan. Als over een jaar wordt geëvalueerd, is dat wellicht een goed moment hierover verder te spreken.
De heer DE LA HAYE zegt dat hij graag eerder van gedachten wil wisselen over zaken die staan in het bestuursvoorstel, zoals plaatsing van zonnestroominstallaties, realisatie energiezuinige nieuwbouw, onderzoek klimaatneutrale woningen Opbroek. Er staat niet dat de gemeente daartoe óvergaat. De bouwbedrijven in Rijssen-Holten zijn op dit gebied behoudend en weinig vooruitstrevend.
Voorts zegt spreker dat een eenvoudige bijdrage aan het milieu kan zijn, dat er uitstekende fietsvoorzieningen worden gerealiseerd.
Wethouder WOLTERINK zegt dat de uitvoering van het milieubeleidsplan aan het college is. Veel zaken staan al op ‘de rol’ of er wordt over nagedacht. Spreker stelt voor de fractiespecialisten in bijvoorbeeld oktober 2010 uit te nodigen om mee te denken over de uitvoering.
De heer AANSTOOT zegt dat het in scenario 1, als alle maatregelen worden getroffen, gaat om
€ 80 miljoen. Is dat een reëel bedrag?
De heer TEN BOLSCHER zegt dat het bij dit bedrag gaat om maatregelen die extra gedaan worden bovenop autonome ontwikkelingen.
De heer AANSTOOT vraagt welke maatregelen in scenario 1 het meeste rendement opleveren, met name als het gaat om de terugverdientijd.
De heer TEN BOLSCHER zegt dat varianten met biomassa redelijk rendabel kunnen zijn. Bij PV (zonnestroominstallaties), zonder SDE-subsidie (Stimulering Duurzame Energieproductie), gaat het om een terugverdientijd van ongeveer 15 jaar. Over het algemeen zullen mensen kiezen voor zaken met een kortere terugverdientijd. Ontwikkelingen op dit gebied, met name bij PV-systemen, gaan heel snel.
De heer AANSTOOT zegt dat er aantal beschikking is ontvangen van de provincie. Volgens de stukken is in totaal € 1.5 miljoen beschikbaar. Er is nog een gat van € 6.5 miljoen.
Wethouder WOLTERINK zegt dat hij ervan uitgaat dat de € 6.5 miljoen vanuit het bedrijfsleven of particuliere initiatieven komt.
De heer TEN BOLSCHER zegt dat de subsidie gebruikt kan worden om de onrendabele top te financieren en gezien moet worden als een katalysator om meer maatregelen toe te gaan passen.
De heer H.J. NIJKAMP zegt dat kleine windturbines niet interessant zijn voor deze gemeente. Kan iets uitgelegd worden over de ‘wokkel’, dat als systeem wel interessant kan zijn voor Oost-Nederland?
De heer TEN BOLSCHER zegt dat de rendementen van deze systemen erg tegenvallen. Wil men windenergie benutten, dan is daarvoor laminaire stroming nodig: wind die in een rechte lijn naar een windturbine blaast. Rijssen-Holten heeft door het ruwe oppervlak veel turbulentie, waardoor de ‘wokkel’ een laag rendement heeft.
De heer CORNELISSEN vraagt hoe maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer worden bepaald.
De heer TEN BOLSCHER zegt dat er een scan is uitgevoerd op basis van zaken als aantal inwoners, aantal forensen, al dan niet een stedelijke omgeving. Daaruit komt naar voren wat de CO²-uitstoot is op het gebied van verkeer en vervoer. Het gaat dus puur om vervoersbewegingen van burgers en bedrijven. In deze gemeente telt zwaar mee dat er veel bedrijven actief zijn in de bouwsector.
De heer CORNELISSEN vraagt of de plannen van de firma Ten Brinke voor een verbrandingsinstallatie, die onlangs in de commissie gepresenteerd zijn, bekeken zijn in dit verband.
De heer TEN BOLSCHER zegt dat dit hoort bij opties, zoals verbranding, vergassing van biomassa. Dit zou een van de initiatieven kunnen zijn.
De heer KAMPHUIS zegt dat het milieubeleidsplan is vastgesteld. Daarvan is de presentatie een uitvloeisel. Het is goed dat teruggekoppeld wordt over wat er gebeurt. Het college kan in die lijn verdergaan en de commissie op de hoogte houden.
De heer KREIJKES zegt dat in vorige sessies, waar het ging over windenergie, er ook wel eens geluiden te horen waren, dat windenergie maar een marginaal deel is om het probleem op te lossen.
De heer TEN BOLSCHER zegt dat met plaatsing van windturbines een flink stuk duurzame energie wordt ingevuld. Windenergie is echter geen continu product, zodat er ook varianten bedacht moeten worden als compensatie om uiteindelijk een duurzame samenleving te krijgen.
De heer KREIJKES vraagt waar men het beste aan kan denken als het gaat om rendement.
De heer TEN BOLSCHER zegt dat gedragsmaatregelen het beste rendement opleveren. Zuinig gedrag kost bijna niets: aanbrengen van een tochtstrip, gebruik maken en de fiets en dergelijke.
8. Landgoed Ter Horst, Leijerweerdsdijk 3, Rijssen (opiniërend; portefeuille J.A. Stegeman)
De heer NIJMEIJER zegt dat inmiddels tien jaar wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de locatie Leijerweerdsdijk. In 2007 is een overeenkomst gekomen tussen de gemeenteraad, het college en de fam. Hamming-Ter Horst. Daarin is opgenomen waaraan het plan moet voldoen. Dat plan is eerder ingediend, maar inmiddels nog verder aangescherpt. Op betreffende locatie zullen twee woningen gerealiseerd worden. Daarnaast vindt een forse investering plaats ter verbetering van de landschappelijke situatie en natuurontwikkeling. Er komt één woning ter vervanging van de bestaande woning op basis van de landhuizenregeling. Woningen binnen deze regeling mogen maximaal 1200m³ zijn. De andere woning wordt gerealiseerd op basis van de rood-voor-roodregeling. De locatie Leijerweerdsdijk is 5 hectare groot. Daar zal natuur ontwikkeld worden. Eventueel kan de Regge betrokken worden in het plan. Het plan kent een heel natuurlijke overgang richting het Opbroek en richting de molenbiotoop.
De heer DE LA HAYE vraagt of er in het plan duurzame, energiebezuinigende maatregelen zitten.
De heer NIJMEIJER zegt dat er uiteraard rekening gehouden zal worden met energiebesparende maatregelen.
De heer KAMPHUIS refereert aan de woorden van de heer Nijmeijer, die stelde dat er een overeenkomst ligt met de gemeenteraad.
De heer NIJMEIJER zegt dat de ondertekenende partij enerzijds de gemeenteraad en het college van B&W is dat het en anderzijds de fam. Hamming-Ter Horst is.
De heer KAMPHUIS vraagt waarom vastgehouden wordt aan het realiseren van twee woningen.
De heer NIJMEIJER zegt dat het plan in de eerste plaats rendabel moet zijn. De twee woningen waren de basis van de afgesloten overeenkomst. Er is in het plan behoorlijk teruggegaan in massa en inhoud, met name van de tweede woning, ten opzichte van het eerdere plan.
Eerste termijn
De heer KAMPHUIS zegt dat het hem bevreemdt dat de overeenkomst, waarover de heer Nijmeijer spreekt, voor zover hij kan nagaan, nooit is besproken in commissie of raad. Pas bij de stukken die vandaag aan de orde zijn, ligt de overeenkomst ter inzage.
De heer AANSTOOT sluit zich aan bij de vraag van de heer Kamphuis. Voorts vraagt hij of de te bouwen woningen, binnen de bouwblokken vallen.
Wethouder STEGEMAN zegt dat er een overeenkomst ligt van 6 februari 2007, die is ondertekend door de aanvragers, de fam. Hamming-Ter Horst, en burgemeester Koelewijn. Of de overeenkomst drie jaar geleden in het circuit van de raad is gekomen, is hem niet bekend; dat laat hij uitzoeken. Wat wel duidelijk is, is dat er op dit moment een verzoek ligt, waarover de raad een opinie kan geven.
Vermoedelijk zal het toekomstige bouwblok iets kleiner zijn dan het huidige. Dit soort zaken moet nog verder besproken en vastgelegd worden. Het gaat nu om een principevoorstel.
De heer AANSTOOT zegt dat in de vorige vergadering een vergelijkende situatie aan de orde was. Toen is gesteld dat er getoetst moest worden aan de omgevingsvisie en werd als voorwaarde gesteld dat een en ander binnen de bouwblokken moest passen.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het hier aan de ene kant de oude landhuizenregeling betreft, omschreven als de kwaliteitsimpuls groene omgeving, en dat aan de andere de rood-voor-roodregeling wordt toegepast. Binnen de rood-voor-roodregeling zijn er veel meer mogelijkheden dan men in de raad in het algemeen veronderstelt.
De heer DE KOE constateert dat de eerste woning onverkort past in de landgoederenregeling.
Wethouder STEGEMAN zegt dat deze woning daarbinnen past. De kwaliteitsimpuls geeft minder duidelijk begrenzingen aan waarbinnen men moet blijven. De rood-voor-roodregeling is wat strakker gedefinieerd dan de huidige omgevingsvisie.
De heer DE KOE zegt dat een stuk flexibiliteit goed is, maar daarvan moet geen precedent uitgaan.
Wethouder STEGEMAN zegt dat deze situatie zich leent om daar iets robuusts neer te zetten.
De heer KAMPHUIS zegt dat in de vorige vergadering vier fracties het plan niet zagen zitten. Het plan is in principe hetzelfde gebleven, alleen is één woning wat kleiner.
Wethouder STEGEMAN zegt dat bij eerdere bespreking de meerderheid van de commissie niet blij was met de rood-voor-roodregeling. Ook was er een behoorlijke tegenstand tegen het importeren van rood, ofwel sloopmassa, in Raalte voor een te bouwen woning in Rijssen-Holten. Volgens spreker hebben de verwarring en de onduidelijkheid ertoe geleid dat een aantal partijen heeft gezegd niet mee te gaan in het plan vanwege de massaliteit.
De heer BERKHOFF vraagt of de wethouder het ruilen van grond voor een fietspad kan toelichten. Voorts vraagt hij of er een gedeeltelijke openstelling komt van het landgoed voor het publiek.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de aanvrager zich bereid heeft verklaard tot openstelling. Dat is voor een deel, volgens de Natuurschoonwet, verplicht. Er is hier tevens behoefte aan een fietspad. Daarover, evenals over diverse andere zaken, moet nog verder overlegd worden.
Opinies:
De heer KAMPHUIS zegt dat het plan er goed uitziet; het is een stuk kwaliteitsverbetering. De SGP stemt in met het landhuis, 1200m³, ter vervanging van de bestaande woning, maar zij is niet enthousiast over de woning van 750m³, wat betreft de sloop-vierkante meters vanuit Raalte. De rood-voorrood-regeling heeft een heel breed kader; soms mag er wat meer ruimte komen, soms wat minder. De SGP vindt het belangrijk dat er een heel zorgvuldige afweging wordt gemaakt. Daarnaast speelt de precedentwerking; wat in het ene geval kan, moet ook in het andere geval kunnen. In het najaar wordt gesproken over rood-voor-rood. Daarbij kan dit plan in den brede meegenomen worden.
Wethouder STEGEMAN zegt dat hij de indruk krijgt dat er spelregels veranderd gaan worden tijdens het spel. Dat is niet terecht en bestuurlijk niet juist. Het voorliggende voorstel loopt al langer en is volledig geënt op een regeling die door de raad is vastgesteld.
De heer KAMPHUIS zegt dat er een heel breed rood-voor-roodbeleid is. Dat beleid lag er ook tijdens de vorige commissievergadering. In die zin is er niets veranderd. Ook de opinie van de SGP is niet veranderd. Er is geen sprake van het wijzigen van de spelregels. De SGP wil hier heel zorgvuldig naar kijken en wil absoluut geen precedenten scheppen.
De heer H.J. NIJKAMP zegt dat het CDA op 11 september 2008 heeft gezegd in te stemmen met de plannen die toen voorlagen. Daarbij is gezegd dat de rood-voor-roodregeling goed werd toegepast. Het CDA kan ook met het voorliggende voorstel instemmen. Wel heeft zij moeite met de wijze waarop er, met name door de SGP, gereageerd wordt. Er is namelijk een regeling afgesproken en die regeling wordt hier gehanteerd, zoals verwacht mag worden van het college. Dan kan men niet zeggen dat het voorstel maar geparkeerd moet worden totdat er verder breed over gesproken is.
De heer KAMPHUIS zegt dat er een principeverzoek voorligt, dat het college zelf had kunnen afdoen, omdat het plan binnen het beleid past. Waarom moet het dan nog behandeld worden?
De heer H.J. NIJKAMP zegt er in 2008 een voorstel is verworpen door de raad. Nu er een gewijzigd voorstel is, is het een kwestie van goed bestuur dat het college ook dit voorstel voorlegt.
De heer KAMPHUIS zegt dat elke fractie daarover vervolgens haar eigen menig mag hebben.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie eerder kritisch was over het voorstel. Nu het voorstel is aangepast, past het binnen de rood-voor-roodregeling en is het een goed voorstel. De ChristenUnie is voorstander van de evaluatie, zodat er duidelijkheid kan komen.
De heer AANSTOOT zegt dat het hem verbaast dat er een overeenkomst wordt getekend, maar dat er vervolgens een plan wordt gemaakt dat niet conform de overeenkomst is, met name op het punt van de kubieke meters. Dat is de reden geweest dat een aantal fracties niet heeft ingestemd met het plan.
De fractie van GEMEENTEBELANG stemt in met voorliggend plan. In september zal er een discussie worden gevoerd over rood-voor-rood, maar mensen die al heel lang met een dergelijk plan bezig zijn, mogen daarvan nu niet de dupe worden.
De heer MEIJERINK zegt dat er bij het eerder besproken plan eveneens een zekere strijdigheid was met het provinciale plan. Dat was destijds voor de fractie van de PvdA een belangrijke reden niet akkoord te gaan. Dit nieuwe plan voldoet aan de regels. De fractie van de PvdA is akkoord.
De heer DE KOE zegt dat de fractie van de VVD tevreden is met de aanpassing in de tweede woning en akkoord gaat met het plan. Het past binnen de landgoedregelingen en het past binnen rood-voor-rood. Overigens is de fractie van mening dat de rood-voor-roodregeling een gedrocht is. Zij is blij dat deze nader besproken wordt in september.
De VOORZITTER concludeert dat de meerderheid van de commissie positief is over het voorstel.
9. Kredietvoorstel en wijzigingen voorontwerp structuurvisie Opbroek (opiniërend;
portefeuille J.A. Stegeman)
De heer ROOSINK stelt de volgende vragen:
- het oorspronkelijke plan had draagvlak had onder de bevolking. Voorliggend plan is duidelijk anders.
Zijn er ook over dit plan contacten geweest met verschillende partijen?
- Als de discussie met de provincie succesvol is, wordt dan teruggegaan naar het oorspronkelijke
plan?
- Hoe zit het met de bovenwijkse voorzieningen? Kunnen deze gerealiseerd worden?
- In het oorspronkelijke pan was de Oosterhofbeek de natuurlijke afscheiding tussen de rafelrandbe-
bouwing en de nieuwe wijk. In het nieuwe plan is dit idee deels doorgevoerd en er is in een
zienswijze aandacht voor gevraagd. Neemt het college de opmerkingen uit deze zienswijze mee?
- Als de wijk in de toekomst naar de eerder voorziene grootte groeit, is het dan nodig een of meerdere
bedrijven te verplaatsen en wordt hiermee al in de eerste fase van de uitgifte rekening gehouden
door een fonds in te stellen?
De heer AANSTOOT zegt dat de fractie van GEMEENTEBELANG blij is met de gefaseerde aanpak. Spreker vraagt in welke fase de infrastructuur in beeld komt. Als het niet nodig is, moet er door de groene buffer geen infrastructuur aangelegd worden.
Wat betreft het woningbouwprogramma moeten bij de provincie inbreidingslocaties beter onderbouwd worden. In mei zou dat gereed zijn. Is dat al voor elkaar?
Spreker vraagt of het klopt dat de eigenaar van een bedrijf, dat binnen de contouren van fase 1 aan-wezig is, uit de krant moest vernemen dat zijn bedrijf verplaatst zou worden. Hoe zorgvuldig wordt er op dit gebied gecommuniceerd?
De heer DE LA HAYE zegt dat de fractie van de PvdA niet onwelwillend tegenover het plan staan, maar met name nieuwsgierig is naar de inbreidingslocaties. Spijtig vindt zij het dat de plannen voor de Kol en de Kom doorgeschoven zijn naar september 2010, want zij zou graag het uiteindelijke oordeel over het voorontwerp structuurvisie Opbroek en de consequenties hiervan op het ontwerp, in samenhang zien met de Kol en de Kom en de inbreidingslocaties. Voorts zou de fractie van de PvdA het op prijs stellen inzicht te krijgen in de rentelasten wat betreft de eigen gronden. De gemeente zou namelijk beter kunnen bouwen op die stukken grond met de meeste rentelasten.
De heer KREIJKES zegt dat er naar de bovenwijkse voorzieningen nog een korte studie gedaan wordt. Ook al wordt er nu fasegewijs gewerkt, dan nog moet er wat dit betreft een totaalplan zijn.
De heer KAHRAMAN zegt dat in de brief van de provincie staat dat de gemeente de woningbehoefte voor de lange termijn niet heeft kunnen onderbouwen en dat de provincie vasthoudt aan de Primosgetallen. Wat is de status van de afspraken met de provincie op dit gebied?
De heer DE KOE zegt dat de provincie betreffende het eerste plan heeft gezegd dat de gemeente de woningbehoefte niet kon aantonen. Met veel moeite is nu voorliggend plan in elkaar gezet. Wordt daarmee het Opbroek als geheel boven water gehouden of blijft het bij dit plan in de komende jaren?
Wethouder STEGEMAN zegt dat alles gedaan zal worden om een begin te krijgen met woningbouw in het Opbroek. Over twee weken zal met de provincie gesproken worden. Op diverse detailvragen kan spreker daarom nu niet ingaan.
In fase 1 zijn geen bovenwijkse voorzieningen gepland. Gezien de onzekere economische omstandigheden van dit moment is niet zeker of de woningen afgezet zullen worden. Zodra er wordt begonnen met fase 2, met de verwachting dat ook fase 3 uitgevoerd zal worden, zal men zich moeten afvragen welke bovenwijkse voorzieningen gewenst zijn en of daarvoor plekken gereserveerd moeten worden. Datzelfde geldt voor de verkeersontsluiting.
Er hoeven in deze fase op grond van de contouren geen bedrijven verplaatst te worden.
De heer VAN ECK deelt mee dat bij collegebesluiten betrokkenen altijd op de hoogte worden gesteld. Dat is in dit geval door omstandigheden helaas niet gebeurd. Er is nu een nieuwe afspraak gemaakt met betrokkene. Het is inderdaad niet gelopen zoals dat had gemoeten. Daarvoor zijn verontschuldigingen aangeboden.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de suggestie, om alleen woningen te bouwen op die locaties waarvan de gemeente eigenaar is, niet mogelijk is. Zowel de gemeente als andere partijen die zich op de markt begeven hebben, moeten veel geld afboeken.
Spreker ziet niet het belang van de samenhang van de plannen voor het Opbroek met plannen voor de Kom en de Kol. Voor de kern Rijssen moet volgas gegeven worden om te proberen de voorliggende ontwerpstructuurvisie te realiseren. In Holten blijven voornamelijk Holtenaren wonen en in Rijssen blijven voornamelijk Rijssenaren wonen.
De status van de afspraken met de provincie is duidelijk: 545 woningen voor 2010 tot en met 2014. Dat zijn volgens de provincie ongeveer 300 woningen meer dan de Primosgetallen uitwijzen. Voor de verdere fase zegt de provincie dat Rijssen-Holten geen woningen nodig heeft. Op korte termijn zal er een gesprek plaatsvinden met de gedeputeerde, omdat de gemeente het met de mening van de provincie niet eens is.
De heer AANSTOOT vraagt hoe het staat met de inbreidingslocaties, onderdeel van de SER-ladder.
Wethouder STEGEMAN zegt dat er niet alleen gebouwd wordt in kwantiteit, maar ook in kwaliteit en naar behoefte van mensen. Wat dat betreft blijkt dat er met name behoefte is aan rijtjeswoningen, tweekappers en vrijstaande woningen.
De heer AANSTOOT zegt dat goed onderzocht moet worden waaraan behoefte is. Bij de provincie moet dit goed onderbouwd worden om daarin verder te kunnen.
Wethouder STEGEMAN refereert aan de vraag van de heer Roosink over verplaatsing van bedrijven en in hoeverre hiermee in deze fase rekening wordt gehouden. Geprobeerd wordt daarmee rekening te houden en de gemaakte en nog te maken kosten over de andere gebieden uit te smeren. Of dat helemaal lukt, is niet zeker. Het is zondermeer een aandachtspunt voor het college.
De zojuist genoemde zienswijze was vooral gebaseerd op een mogelijke rotonde. In deze fase is een rotonde aldaar echter niet gepland.
De heer VAN ECK zegt dat er namens meerdere buurtbewoners een zienswijze is ingediend inzake de Oosterhofbeek. De beek loopt achter de woningen van de Weth. Korteboslaan. Aan de zuidkant is daar bewust niet verder naar gekeken, ten eerste vanwege de waterhuishouding en ten tweede vanwege de stedenbouwkundige inpassing.
Tweede termijn
De heer DE KOE zegt dat er vanuit de kern Rijssen wel vraag is naar woningen, maar dat momenteel de betaalbaarheid een probleem is. Een aantal jaren is er overgegaan naar het marktconform maken van de grondprijzen. Is het een optie de prijzen tijdelijk te verlagen conform de markt?
Wethouder STEGEMAN zegt dat er een groot financieel gat zou ontstaan. Dat is voor de gemeente niet aanvaarbaar.
De heer BEUNK zegt dat niet per se uitgegaan hoeft te worden van het hoogste rendement, maar dat ook uitgegaan kan worden voor het meest optimale rendement, dus bouwen voor starters, alleenstaanden, ouderen, enzovoort. Wellicht is het mogelijk voor deze woningzoekenden op korte termijn eens te kijken of de gemeente iets kan betekenen.
De heer DE KOE zegt dat de marktconforme prijs is ingesteld om rendement te verkrijgen uit gronden. Het nadeel is echter dat ook in deze tijd marktconform gehandeld moet worden. Als de gemeente iets zou doen aan de grondprijzen en de bouwers aan de bouwkosten, is dat op dit misschien net genoeg om een aantal mensen over de streep te trekken.
Opinies:
De heer KREIJKES zegt dat de fractie van de SGP instemt met de woorden van de wethouder: vol gas vooruit. De wethouder mag gerust de strijd aangaan met de provincie.
De heer KAHRAMAN zegt dat het college wellicht de Crisis-en herstelwet kan gebruiken om versnellingen te realiseren voor het Opbroek en de Kol. Als de eerste schop maar eerst eens de grond ingaat, kan worden bewezen dat de Primosgetallen geen betrekking hebben op Rijssen-Holten.
Gedwongen verhuizen is niet bespreekbaar. Als Holtenaren in Holten en Rijssenaren in Rijssen willen wonen, moet dat mogelijk zijn. De provincie heeft een andere mening. De fractie van het CDA wil de wethouder echter een steun in de rug geven: er moet gebouwd worden naar de behoefte van kernen. Dat moet meegenomen worden in het gesprek met de provincie. De Primosgetallen zijn voor de eerste vijf jaar losgelaten. Het college moet hierin echter duidelijke afspraken maken met de provincie over wat er binnen Rijssen-Holten op de lange termijn gerealiseerd mag worden.
Ook de fractie van het CDA zegt: vol gas.
De heer ROOSINK zegt dat duidelijk is dat de wethouder zich inspant. De fractie van de ChristenUnie stemt in met het kredietvoorstel.
De heer AANSTOOT zegt dat de fractie van GEMEENTEBELANG instemt met het kredietvoorstel, echter met de opmerking dat het college de strijd met de provincie moet aangaan en dat goed in de gaten wordt gehouden voor welke doelgroep wordt gebouwd. Zeker voor jongeren en ouderen moeten er betaalbare woningen komen.
De heer DE LA HAYE zegt dat, als gesproken wordt over bouwen voor doelgroepen, de woonvisie gebruikt moet worden. De fractie van de PvdA wil niet meewerken aan kernenbeleid, maar staat desondanks niet onwelwillend ten opzichte van voorliggend voorstel Zij behoudt zich het voorrecht voor in een later stadium hierover alsnog een andere mening naar voren te brengen.
De heer DE KOE zegt dat mensen moeten kunnen wonen waar zij willen. Nu er in Rijssen ruimte nodig is, kan die wat de fractie van de VVD gerealiseerd worden in het Opbroek. Als dit de manier is om de provincie zover te krijgen daar een schop in de grond te krijgen, dan stemt zij daarmee in.
De heer KAHRAMAN vraagt of de fractie van de PvdA van mening is dat Rijssenaren naar Holten moeten verhuizen, omdat er in Rijssen niet gebouwd mag worden?
De heer DE LA HAYE zegt dat de fractie van de PvdA wat dat betreft geen beperkingen wil opleggen. Als Rijssenaren de behoefte hebben naar Holten te gaan en Holtenaren naar Rijssen, dan moet dat kunnen.
De VOORZITTER concludeert dat alle fracties instemmen met het voorstel.
10. Raadsvoorstel Wijzigingen verordening Wonen en Ondernemen in het kader van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht (portefeuille J.A. Stegeman)
De heer BEUNK wijst op pagina 42, artikel 8.3.4, plichten bij slopen en zegt, als de werkzaamheden aanvangen en men komt asbest tegen, dat dit gemeld moet worden. Op pagina 52 staat echter dat de checklist voor de visuele inspectie van woningen op het gebied van asbest, is vervallen. Hoe kan een leek bij sloop nog bepalen of asbest aanwezig is?
De heer CORNELISSEN vraagt wanneer de Wabo ingevoerd wordt.
De heer KREIJKES vraagt wat exact de wijzigingen zijn ten opzichte van de eerdere verordening.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de invoering van de Wabo niet 1 juli 2010 zal zijn, maar drie maanden later.
De exacte wijzigingen zullen voor de raadsvergadering 1 juli a.s. verstrekt worden.
Wat voorligt is een model van de VNG.
Wethouder WOLTERINK zegt dat de gemeente Rijssen-Holten helemaal klaar is voor de invoering van de Wabo. Uitstel was wat haar betreft niet nodig geweest.
Wethouder STEGEMAN zegt toe de vraag over de checklist op het gebied van asbest nader toe te lichten. Duidelijk moet zijn dat als men asbest constateert, dit in elk geval gemeld moet worden.
(NB: de checklist was onderdeel van de gemeentelijke bouwverordening. Het asbestverwijderings-besluit 2005 geeft verplichte regels die zijn opgenomen in de vigerende bouwverordening. Het is niet meer toegestaan de checklist te gebruiken).
De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met het raadsvoorstel Wijzigingen verordening Wonen en Ondernemen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en positief adviseert aan de raad (B)
11. Raadsvoorstel Bestuursrapportage voorjaar 2010 (portefeuille J. Ligtenberg)
De heer DE LA HAYE gaat in op de volgende punten:
- bladzijde 15, kredieten Tusveld: het geld voor Tusveld blijft vooralsnog gereserveerd. Wellicht kan de
raad een voorstel doen op korte termijn om de gelden voor Tusveld in het weerstandsvermogen te
stoppen, zodat andere voorzieningen overeind kunnen blijven.
- bladzijde 19: het Nijhuisterrein Molendijk wordt omgezet in rood. Het is jammer dat niet is gekozen
het terrein terug te geven aan de natuur.
- bij de strategische projecten, de lange-termijnvisie verkeer en vervoer Rijssen staan als nieuwe items
opgenomen: bruggen over de Maatgraven en bijdrage voor verbetering aansluiting A35. Het is spijtig
dat niet is opgenomen: investeren in CO²-reductie en nadenken over betere fietsvoorzieningen.
- brandveiligheid zomerhuisjesterrein De Borkeld: spreker vraagt het college op korte termijn te komen
met een stappenplan, waarin een aantal acties wordt opgenomen en waarin een aantal
consequenties en termijnen wordt genoemd. De tijd van praten is voorbij.
De heer AANSTOOT vraagt betreffende de strategische projecten of er een aanbesteding is geweest voor de definitieve infrastructuur in plan de Liesen. Wanneer wordt de feitelijk uitvoering in gang gezet?
Bij het H.J. Wansinktracé heeft de Raad van Staten gunstige uitspraken gedaan voor de gemeente. Naar aanleiding hiervan, vraagt spreker hoe de stand van zaken is met betrekking tot het Zilverzandtracé? Voorts vraagt hij wat betreft de ontwikkelingen van de Kom, bladzijde 31, wat hier verstaan moet worden onder “gesprekken die plaatsvinden met een marktpartij”?
De heer KAHRAMAN zegt naar aanleiding van de parkeerkelder Tusveld, waar staat dat het krediet opgenomen wordt in de begroting als het plan actueel wordt, dat de fractie van het CDA op dát moment wil weten wat de parkeerbehoefte is.
De heer BEUNK zegt naar aanleiding van de kwestie Waterloo/Vlogtman, vermeld in de toelichting op de grondexploitaties, dat er wordt gezocht naar een alternatieve invulling in de vorm van zorg, eventueel in combinatie met kantoren. Klopt het dat er gesprekken zijn over een luxe zorgcomplex?
Wethouder LIGTENBERG zegt dat de vraag over het parkeerterrein Tusveld en hoe om te gaan met de bedragen, in feite is voorgelegd aan de commissie zelf.
De heer DE KOE zegt dat het bedrag volgens het voorstel wordt afgeraamd. Waar blijft het bedrag, als daarover niet wordt beslist?
Wethouder LIGTENBERG zegt dat het bedrag beschikbaar is. Het is niet geoormerkt.
Wethouder WOLTERINK zegt dat binnen het LTVV hoge prioriteit wordt gegeven aan fietsen en fietsverbindingen.
De kwestie Zilverzandtracé ligt bij de Raad van State voor wat betreft de geluidswaarde. De zitting was op 16 juni 2010. De verwachting is dat er binnen zes tot twaalf weken een uitspraak komt.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat het onderwerp brandveiligheid de Borkeld is besproken in de commissie ABZM. Het college heeft daar zijn zorg uitgesproken.
De heer DE LA HAYE zegt dat zijn kritiek betreffende dit onderwerp ook de raad aangaat. De raad heeft geen concrete acties afgesproken. Spreker pleit ervoor dat alsnog te gaan doen.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat de aanbesteding infrastructuur de Liesen plaatsvindt op 24 juni 2010.
Wethouder STEGEMAN zegt dat er nogal wat gesprekken worden gevoerd met verschillende partijen betreffende ontwikkelingen de Kom en Vlogtman/Waterloo. Er is interesse vanuit de zorg om daar iets te bouwen. Er zijn op dit moment nog geen concrete afspraken gemaakt. Duidelijk is wel dat er op het terrein Vlogtman/Waterloo geen woningen komen. Als zich ontwikkelingen voordoen, wordt dat aan de raad gemeld.
De heer KREIJKES zegt dat de Raad van State uitspraak heeft gedaan over het H.J. Wansinktracé. De uitspraak over het over Zilverzandtracé volgt binnenkort. Wanneer kunnen beide tracés gerealiseerd zijn?
Wethouder WOLTERINK zegt het H.J. Wansinktracé medio 2011 gerealiseerd kan zijn. Als de uitspraak over het Zilverzandtracé gunstig uitvalt voor de gemeente, kan ook dat tracé in 2011 gereed zijn.
De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met het raadsvoorstel Bestuursrapportage voorjaar 2010 en positief adviseert aan de raad (A)
12. Raadsvoorstel Vaststelling van de geconsolideerde Jaarrekening over het jaar 2009
(portefeuille J. Ligtenberg)
De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met het raadsvoorstel Vaststelling van de geconsolideerde Jaarrekening over het jaar 2009 en positief adviseert aan de raad (A)
13. Rondvraag
Mevrouw WIBBELINK wil graag de laatste stand van zaken vernemen over de Smidsbelt.
Wethouder LIGTENBEG zegt dat de gemeente een bouwstop opgelegd heeft gekregen. Er wordt momenteel gesproken met diverse partijen en met de Holtense Handelsvereniging. Op dit moment wil spreker geen verdere mededelingen doen gezien de procesgang.
De heer DE LA HAYE zegt dat de Kol, waar bedrijven gesloopt zijn, een zandvlakte is. Wordt dit terrein ingezaaid?
Kan iets gezegd worden over het groentransferium nabij het station in Holten? In hoeverre heeft dit een relatie met de inrichting van het centrum en met de TOP-locatie?
Wethouder STEGEMAN zegt dat hieraan wordt gewerkt. Momenteel wordt er teelaarde naar de Kol gebracht.
Wat betreft het groentransferium heeft de provincie subsidie gegeven om een drietal varianten uit te zoeken. Daarover zal te zijner tijd met de commissie gecommuniceerd worden.
De heer BEUNK zegt dat in de Reggesingel gewerkt wordt aan de rotonde Wierdensestraat. Er blijkt veel bouwverkeer geparkeerd te worden op de rijbanen buiten de reguliere werktijden. Zijn er afspraken gemaakt met de aannemer?
Wethouder LIGTENBERG zegt dat hem niet bekend is dat er overlast is door deze werkzaamheden. Het is goed na te gaan of er afspraken zijn gemaakt en of men inderdaad overlast ondervindt.
De heer KREIJKES vraagt of informatief stuk a. thuishoort in de commissie Grondgebied.
De GRIFFIER zegt dat het college heeft geadviseerd het stuk te agenderen voor zowel de commissie ABZM als de commissie Grondgebied.
14. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.15 uur.
aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
commissie Grondgebied,
op donderdag 9 september 2010
de griffier de voorzitter