Verslag CommissieGrondgebied 9 december 2013
Soort document:Verslag
Soort vergadering:CommissieGrondgebied
Datum:9 december 2013
Week nummer:50
Tijdstip:20.00 uur
Locatie:raadzaal
Verslag commissie Grondgebied
datum vergadering: | maandag 9 december 2013 en maandag 16 december 2013 |
tijdstip en plaats: | 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis in Rijssen |
aanwezig: | ![]() |
voorzitter: | mw. M.J. Tijhof-Zwijnenberg |
SGP | G. Kreijkes, A. Kamphuis, J. Schreuder |
CDA | H.J. Nijkamp, R.J. Cornelissen |
CU | J. van Veldhuizen, N.J. Otten |
PvdA | R.M.C. de la Haye, R.W. Meijerink |
GB | A. Nijkamp, mw. J. Kuiper-Ruitenberg |
VVD | A.J. Kevelam, R. Smelt, F.W. Noordam |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe, mw. E. Heuver-Harbers, |
griffier: | H.A.J. van de Vliert |
notuliste: | mw. E.J. H. Linssen-Nijland |
namens het college: | J.A. Stegeman, J. Ligtenberg |
ambtelijke ondersteuning: | ![]() |
pers: | 1 |
publiek: | 28 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.
2. Inventarisatie spreekrecht
Voor het spreekrecht over agendapunt 4 heeft zich gemeld: de heer O. Meijer.
Bij agendapunt 8 spreken in: de heer T. ten Have namens AH Holten, de heer A. van de Maat,
mw. I. Nijkamp namens Echte Bakker Nijkamp, de heer T.H. Schuppert namens Annemarie Wonen en de heer J.H. ten Velde namens de Holtense Handelsvereniging (HHV).
3. Vaststellen definitieve agenda
De VOORZITTER stelt voor agendapunt 8 na agendapunt 4 te behandelen.
De agenda wordt gewijzigd vastgesteld.
4. Verwijderen IV-aanduiding en vergroten agrarisch bouwblok Beumersteeg 1 (opiniërend;
- Ab Stegeman)
1. De GGD heeft in 2011 een landelijk geldend advies afgegeven met betrekking tot de gezond-heidsrisico’s voor omwonenden rond intensieve veehouderijen. Als minimale afstand voor bewoning tot een IV-bedrijf wordt 250 meter geadviseerd. Hoewel het wetenschappelijk onderzoek nog niet is afgesloten, acht hij het bestuurlijk onverantwoord dit advies te negeren, omdat hij en zijn echtgenote dan willens en wetens worden blootgesteld aan een verhoogd gezondheidsrisico.
- Dit vindt hij onacceptabel en onaanvaardbaar en stelt de gemeente en/of exploitant bij voorbaat aansprakelijk voor alle gevolgen die dit verhoogde gezondheidsrisico met zich meebrengt, mocht het voorstel doorgaan.
Blijage 1, bijdrage van de heer Meijer
3. Spreker heeft navraag gedaan en heeft vernomen dat een nieuw IV-bedrijf met slechts 2600 varkens economisch niet rendabel is. Gelet op de voorgeschiedenis van de aanvrager, die een uitbreiding van het bedrijf met 1400 varkens financieel niet rond kreeg, is het volgens spreker onwaarschijnlijk dat aanvrager nu wel zelf een nieuw IV-bedrijf zal oprichten en exploiteren. Volgens hem ligt het veel meer voor de hand dat na vaststellen van het bestemmingsplan verkoop van het perceel plaatsvindt. Als kopers komen dan grote – wellicht niet aan de gemeente gebonden – IV-bedrijven in aanmerking, die bij gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden op de eigen locatie, losstaande, onbemande IV-varkensschuren opkopen, om op die wijze tot schaalvergroting te kunnen komen. Deze gang van zaken is landelijk en provinciaal aan grote kritiek onderhevig en is inzet van een groot aantal procedures volgens spreker. Hij vindt dat voorliggend voorstel slechts leidt tot grond speculatieve winst voor de aanvrager en niet tot uitbreiding van economische activiteiten in de gemeente.
4. Spreker refereert aan de informatiebijeenkomst waarin is gezegd dat de IV-vergunning aan de Beumersteeg 1 binnenkort afloop, zonder dat van deze vergunning gebruik is gemaakt. In de voorliggende aanvraag wordt zowel aanpassing van het bestemmingsplan Beumersteeg, ter uitbreiding van de extensieve veehouderij, als ook – onder het mom van bedrijfsverplaatsing – een nieuwe planologische bestemming voor het perceel Maneschijnweg ongenummerd voor het oprichten van een nieuwe IV-bedrijf met 2600 varkens. Hij twijfelt eraan of “bedrijfsverplaatsing” in dit geval van toepassing is.
Van een win-win situatie is volgens spreker ook sprake wanneer medewerking aan de uitbreiding van de extensieve veehouderij afhankelijk wordt gemaakt van het inleveren van de toch al binnenkort aflopende bestaande IV-vergunning. Hiermee wordt voorkomen dat de gemeente ongewild speelbal wordt van speculanten en de gezondheid van medeburgers op het spel wordt gezet.
Het lijkt spreker wijs het in procedure brengen van voorliggend bestuursvoorstel op te schorten, totdat er duidelijkheid is over de naar voren gebrachte punten.
De heer KAMPHUIS vraagt wat de voornaamste reden is waarom de heer Meijer tegen verplaatsing van het genoemde bedrijf is.
De heer MEIJER zegt dat dit het gezondheidsrisico is. Er zou daarmee op 200 m van zijn huis een groot varkensbedrijf worden gevestigd. Daarnaast is er sprake van emotionele en materiële waarde-vermindering van het leefcomfort en de leefomgeving.
De heer DE KOE zegt dat de heer Meijer hier 5 maanden geleden is komen wonen en vraagt waarom hij zich niet eerder op de hoogte heeft gesteld van de ontwikkelingen in de omgeving.
De heer MEIJER refereert aan punt 2 (zie bijlage 1) en zegt een digitaal onderzoek naar de vigerende bestemmingsplannen in de directe omgeving te hebben gedaan. Hij onderkent dat het om een land-bouwontwikkelingsgebied gaat. Hij heeft echter nergens iets kunnen ontdekken over het mogelijk gaan bouwen op het bouwblok aan de Maneschijnsweg. Ook heeft hij niet gelezen dat er een flexibili-teitsregeling van toepassing is in het landbouwontwikkelingsgebied.
De heer TIJHOF vraagt of de heer Meijer op de hoogte is dat de gemeenteraad in een landbouw-ontwikkelingsgebied het primaat bij de landbouw legt en ontwikkelingen in de landbouw voorrang geeft boven andere ontwikkelingen.
De heer MEIJER zegt dat hij dit niet weet.
Eerste termijn
De heer KEVELAM stemt in met het voorliggende voorstel. Er is sprake van een landbouwontwikke-lingsgebied en tegen een bestemmingsplanwijziging kunnen bezwaren worden gemaakt, die daarna op hun merites beoordeeld zullen worden.
De heer KAMPHUIS vraagt of het inderdaad gaat om nieuwvestiging aan de Maneschijnsweg, dan wel verplaatsing van de IV-bestemming van de Beumersteeg naar Maneschijnsweg. In de beslispunten staat echter alleen maar medewerking verleden aan het vergroten en veranderen van het bouwvlak aan de Beumersteeg. Hij vindt de beschikbare informatie te summier om hierover te kunnen beslissen.
Hij vraagt een toelichting van de portefeuillehouder op de tekst onder 3. kanttekeningen.
De heer AANSTOOT wil dat er meer duidelijkheid komt over de vraag van nieuwvestiging aan de Maneschijnsweg. Gesteld wordt dat op de locatie Beumersteeg 1 de situatie zal verbeteren, omdat de intensieve tak verdwijnt. Daarbij zou sprake zijn van verbetering van het leefklimaat van Dijkerhoek en er ontstaan bouwmogelijkheden in de kern Dijkerhoek. Hij vraagt naar de rechten van de bewoners aan de Beumersteeg, die hierdoor te maken krijgen met een grote uitbreiding van de extensieve tak.
Wethouder STEGEMAN zegt dat dit voorstel in het verlengde ligt van een collegebesluit uit 2008. Hij is bereid medewerking te verlenen, maar de procedure moet nog in gang gezet worden, waarbij er een mogelijkheid van inspraak en beroep is. Aan de Beumersteeg zal het aantal varkens worden verminderd, maar niet tot 0 worden teruggebracht. Aan de Beumersteeg is namelijk gevraagd om uitbreiding van de extensieve tak, het veehouderijgedeelte. Daarbij moet er nog een overeenkomst worden gesloten over nieuwvestiging aan de Maneschijnsweg. Spreker weet niet of dit ook inderdaad gebeurt. Als de intensieve tak aan de Beumersteeg verdwijnt, is voor Dijkerhoek een geurverordening niet nodig. Dat betekent dat een duurdere geurverordening kan worden omgezet in een goedkopere wijziging van het bestemmingsplan, waarvan de gemeente de kosten zal dragen. Daarmee zullen er dus twee bestemmingsplannen in procedure worden gebracht en ter inzage worden gelegd.
Op dit moment zijn de bezwaren van de heer Meijer nog niet aan de orde. Hij begrijpt ze wel maar juridisch gezien spelen ze pas een rol wanneer de procedure in gang gezet wordt.
Spreker wijst daarbij op de doelstelling van een landbouwontwikkelingsgebied.
Tweede termijn
De heer KAMPHUIS vraagt zich af waarom de overeenkomst nog niet is getekend als de ondernemer hier belang bij heeft. Er dient een overeenkomst en een plan aan ten grondslag te liggen, om te voor-komen dat de raad medewerking verleent aan een aanvraag, waarbij feitelijk niets wordt gerealiseerd.
De heer DE KOE wijst op de consequenties van het wonen in een landbouwontwikkelingsgebied, waarin ontwikkeling van de landbouw de voornaamste activiteit is. Hiermee is de raad akkoord gegaan en dat betekent ook dat de intentie er is om medewerking te verlenen aan voorliggende aanvraag. De procedure wordt opgestart en daarmee komt het onderwerp vanzelf terug in de commissie c.q. raad.
De heer AANSTOOT zegt dat Gemeentebelang vindt dat in het kader van de reconstructiewet gebieden zijn aangewezen waar wonen, werken en de intensieve veehouderij de boventoon voeren. Het landbouwontwikkelingsgebied valt daar onder. Hij verwacht dat bij de te volgen procedures onderzoeken worden gedaan en een aantal zaken worden gestaafd. Hij vindt dat de procedure in gang kan worden gezet, met name omdat hiermee ruimte in de kern Dijkerhoek wordt gecreëerd.
De heer KAMPHUIS zegt dat in een landbouwontwikkelingsgebied niet alles mogelijk is. Er wordt gevraagd om nieuwvestiging door verplaatsing. Hij snapt de redenatie erachter niet dat de raad dit zomaar toe moet staan en vraagt of Gemeentebelang en Lokaal Liberaal van mening zijn dat het feit dat het bedrijf in een landbouwontwikkelingsgebied ligt deze nieuwvestiging legaliseert.
De heer DE KOE is van mening dat in een landbouwontwikkelingsgebied het primaat bij de onder-nemer en de intensieve veehouder ligt en vindt dat de raad de intentie moet uitspreken medewerking te verlenen als iets kansrijk lijkt. Als de procedure wordt opgestart zijn partijen in de gelegenheid bezwaar te maken, waardoor er wellicht een andere afweging wordt gemaakt.
De heer AANSTOOT vraagt of er binnen het landbouwontwikkelingsgebied sprake is van differentiatie.
De heer KAMPHUIS zegt dat de raad een goede ruimtelijke ordening moet voeren en het landbouw-ontwikkelingsgebied is hier een onderdeel van. Hij zegt dat het daarbij niet de bedoeling is dat in een landbouwontwikkelingsgebied op een stuk grond zomaar iets kan worden toegestaan en wil geen card blanche geven voor een bouwperceel waar geen plan aan ten grondslag ligt.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA op grond van afspraken uit het verleden instemt met een mogelijke ontwikkeling in dit gebied en verwijst daarbij naar de woorden van de heren Aanstoot en
De Koe. Eventuele bezwaren zullen op hun merites beoordeeld worden.
De heer KEVELAM zegt dat de VVD het belangrijk vindt dat de intensieve veehouderij aan de Beumersteeg verdwijnt, er geen geurverordening hoeft te worden opgesteld en er geen procedure-kosten worden gemaakt. Hij vindt uitbreiding van de extensieve veehouderij aan de Beumersteeg geen probleem en is akkoord met een bouwblok aan de Maneschijnsweg voor intensieve veehouderij.
De heer NIJKAMP zegt dat het CDA kan leven met voorliggend voorstel, maar wil de ontwikkeling aan de Maneschijnsweg hiervan loskoppelen en dit voorstel later op zijn merites beoordelen.
De heer BERKHOFF vraagt waarom de overeenkomst nog niet is gesloten.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het primaat bij de raad ligt door te bepalen of de bestemmings-planwijziging wordt goedgekeurd. Het is niet bekend hoe concreet de plannen van de aanvrager zijn. Het college heeft aangegeven de procedure te willen opstarten, de goedkeuring ligt bij de raad.
De heer KAMPHUIS vraagt of aan het verzoek voor een nieuw bouwblok een plan ten grondslag ligt.
Wethouder STEGEMAN zegt dat dit geen uitgewerkt plan is en dat hij niet kan beoordelen of het serieus is of niet. Zeker is dat de geurverordening voor Dijkerhoek niet hoeft te worden vastgesteld. Het college wil de procedure in gang zetten.
De heer KAMPHUIS zegt dat de SGP met de gang van zaken rondom Beumersteeg kan instemmen maar niet met de Maneschijnsweg. Hij wijst hierbij op de woorden van inspreker de heer Meijer en ze vinden dat er een goed plan aan ten grondslag moet liggen, hoewel ze het principe wel begrijpen.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie instemt met het verzoek Beumersteeg vanwege het landbouwontwikkelingsgebied, maar vraagtekens zet bij nieuw vestiging op de Maneschijnsweg.
De VOORZITTER concludeert dat de commissieleden kritisch zijn over nieuw vestiging aan de Maneschijnsweg en positief adviseren over het verzoek voor de Beumersteeg.
8. Herontwikkeling Albert Heijn in Holten (opiniërend; Ab Stegeman)
De heer TEN HAVE spreekt in namens zijn zoon die AH Holten exploiteert.
Hij refereert aan Holten Hogerop en zegt hierover herhaaldelijk met de gemeente te hebben gesproken en ook met de heer Wansink, eigenaar van het onroerend goed. Er is sprake van een principeovereenstemming tussen de heer Wansink en de gemeente, waarbij architecten de invulling hebben uitgewerkt. Hij zegt dat het draaien van de centrum-as, Smidsbelt t.o.v. Kalfstermansweide, van belang is in deze zaak. Dit heeft ook gevolgen voor de consumenten en het verkeer. Hij vindt het knap van de gemeente dat ze erin slaagt een supermarkt in het centrum te houden. Dit zorgt wel voor veel bezoekers en veel verkeer en AH vraagt zich daarbij af hoe deze supermarkt op een verantwoorde wijze geëxploiteerd kan worden en hoe daarbij een plan gecreëerd kan worden dat voldoet aan de wensen en uitgangspunten van de gemeente. Naar zijn mening zijn de architect en de stedenbouwkundige hier goed in geslaagd.
De heer AANSTOOT vraagt of de gemeente nadere voorwaarden heeft gesteld, bijvoorbeeld voor wat betreft de laad- en losfunctie bij het nieuwe pand.
De heer TEN HAVE zegt dat AH te maken heeft met de bestaande wegenstructuur en de gevolgen van de herinrichting van de Kalfstermansweide en dat de voorliggende optie de meest wenselijke is. De aanvoer van goederen is al aanzienlijk verbeterd aldus spreker, AH heeft een logistiek traject waarbij er sprake is van een droge (koude) stroom en een houdbare stroom. In de toekomst zal er twee keer per dag worden aangeleverd, exclusief het brood in de ochtend. Het voordeel van de nieuwe locatie daarbij is dat alle goederen en emballage onder dak plaatsvinden, behalve wanneer de vrachtwagens komen, dan is er sprake van zgn. overfly. AH weet van te voren wanneer een vrachtwagen komt en dus kunnen de goederen snel uit de vrachtwagen worden gehaald en kunnen de emballage en retourgoederen worden ingeladen.
De heer KEVELAM zegt uit de stukken begrepen te hebben dat er sprake is van 4 vrachtwagens per dag, inclusief de broodwaren. Hij vraagt hoe AH daarbij tegen bloktijden aankijkt.
De heer TEN HAVE zegt dat AH dit principe kent maar dat dit niet werkt omdat de winkels bevoorraad worden door het logistiek centrum in Zwolle, die de vrijheid moet hebben om ritten in te plannen. Er ligt hier wel een strakke planning aan ten grondslag die maximaal 2x per jaar wordt gewijzigd.
De heer KEVELAM zegt dat veel gemeenten bloktijden voor het laden- en lossen hanteren.
De heer TEN HAVE laat weten dat dit met name bij winkelpassages zo is en dat hij niet de indruk heeft dat de Dorpsstraat volledig wordt afgesloten wanneer er geladen en gelost wordt.
De heer CORNELISSEN merkt op dat de heer Ten Have spreekt over de meest wenselijke optie, die voor veel andere partijen kan leiden tot de meest onwenselijkste situatie. Hij vraagt naar de andere opties.
De heer TEN HAVE zegt dat het gebouw hoe dan ook benaderd moet worden en dat dit via de achterkant niet mogelijk is. Het uitgangspunt is dat de grote lange vrachtwagens zo snel mogelijk weer vertrekken. Vanzelfsprekend wordt de ingang van de supermarkt aan de kant van het parkeerterrein gerealiseerd. Aan de voorkant is de horeca gepland.
De heer CORNELISSEN vindt de entree aan de Kalfstermansweide niet vanzelfsprekend en vraagt of de situatie qua laden en lossen zoals die nu is ook in de toekomst wordt voorzien.
De heer TEN HAVE geeft aan dat dit niet het geval is.
De heer SCHREUDER vindt het een duidelijk verhaal, maar wil een concretere omschrijving van het laden en lossen. De heer Ten Have geeft aan dat er sprake is van 3 maar in de stukken staat dat het gaat om 4 vrachtwagens.
De heer TEN HAVE zegt dat brood ’s morgens vroeg wordt aangeleverd. Spreker sluit niet uit dat er in de toekomst zelfs ’s nachts wordt bevoorraad. Op dit moment heeft een vrachtwagen maximaal 1 uur nodig om te lossen en laden. Dus een uur voor de verswaren en een uur voor de houdbare waren.
De heer DE LA HAYE zegt dat spreker aangeeft dat de voorgestelde optie op dit moment de meest haalbare is en vraagt aan welk tijdsbestek hierbij wordt gedacht.
De heer TEN HAVE zegt dat AH graag ’s nachts wil bevoorraden, maar dat de wet dit nog niet toelaat en spreker weet ook niet wanneer dit eventueel wel zou kunnen.
De heer SMELT zegt dat in Rijssen tot 11.00 uur gelost en geladen kan worden en vraagt waarom dit in Holten niet zou kunnen.
De heer TEN HAVE zegt dat de tijden door het logistiek centrum worden bepaald en dat hij daar geen invloed op heeft.
De heer VAN DE MAAT spreekt in. Hij geeft aan 25 jaar voorzitter van de HHV te zijn geweest. De HHV heeft zich altijd ingezet voor het verkeersluw maken van het centrum. Hij vindt dat de ontwikkelingen tot nu toe goed zijn gegaan, maar dit dreigt nu fout te gaan.
Hij zegt dat Holten 2 winkelfuncties kent:
a. Kalfstermansweide – boodschappen, zonder gevoel en snel weer weg.
b. Dorpsstraat – funwinkelen, op je gemak winkelen en recreëren.
Toeristen geven volgens spreker in enquêtes aan dat er iets moet gebeuren aan de overlast van verkeer in de Dorpsstraat. De plannen van de binnenste en buitenring voor auto’s in het dorp hebben dit voor een groot deel opgelost. Spreker is blij met de plannen van AH maar is tegen een laad- en losruimte aan de Dorpsstraat, want dit staat haaks op het creëren van een verblijfsgebied op de Smidsbelt. Ook wordt volgens hem het trottoir belemmerd door de handelingen die verricht worden bij het laden en lossen, waarbij in de meeste gevallen ruim voor het tijdstip van laden en lossen al retouremballage klaarstaat. Naast de vrachtwagens, die in drukke tijden laden en lossen is er ook nog sprake van vuilniswagens.
Hij zegt dat winkels parkeerplaatsen moesten inleveren op de Smidsbelt en hiervoor een viertal plaatsen gecompenseerd kregen in de Dorpsstraat. Deze worden echter voor een groot deel van de dag ingenomen door vrachtwagens. Daarnaast is er extra overlast voor de bewoners van de Dorps-straat, want aan de Kalfstermansweide wonen veel minder mensen.
Doordat de gevel van het pand voor een groot deel bestaat uit een rolluik, draagt dit niet bij aan een mooie uitstraling van de pui aan de Dorpsstraat.
Ten slotte zegt spreker dat het probleem van het tot nu toe niet realiseren van een aanvoerroute vanaf de Industriestraat geen reden mag zijn om een beslissing te nemen waar de bewoners en toeristen de komende jaren mee opgescheept zitten.
De heer CORNELISSEN merkt op dat het nieuwe plein, met de lange uitvoegstrook, is gerealiseerd. Hij vraagt of de voetgangers in dat gebied nu het gevoel hebben dat de auto ondergeschikt is.
De heer VAN DE MAAT zegt dat de verblijfstijd van de voetgangers met sprongen vooruit is gegaan. Van de Dorpsstraat heeft hij geen duidelijk beeld. Hij denkt wel dat de auto’s ondergeschikt zijn aan de voetgangers op dit moment.
De heer DE KOE merkt op dat niet alleen AH maar bijv. ook alle horecagelegenheden bevoorraad moeten worden. Er zullen dus veel meer verkeersbewegingen zijn, ook aan de Dorpsstraat en hij vraagt hoe de heer Van de Maat hier tegenaan kijkt. Spreker vraagt tevens hoe het laden en lossen bij AH aan de achterzijde verkeerstechnisch mogelijk is zonder dat er een groot verlies aan parkeerplaatsen plaatsvindt.
De heer VAN DE MAAT denkt dat er wel ruimte gecreëerd kan worden op het plein, zodat vrachtwagens er kunnen insteken. Hij zegt dat al met een aantal ondernemers aan de Smidsbelt is overlegd dat ze niet meer bevoorraden aan de voorzijde en hij is er geen voorstander van dit weer te wijzigen.
De heer AANSTOOT vraagt of de heer Van de Maat de kans groot acht dat als de plannen van AH doorgaan ook andere ondernemers weer gaan bevoorraden in het verblijfsgebied.
De heer VAN DE MAAT verwacht dit wel en zegt dat funshopping alleen in dit gebied kan worden uitgebreid.
De heer KEVELAM vraagt hoe de heer Van de Maat aankijkt tegen het instellen van bloktijden voor wat betreft het laden en lossen.
De heer Van de MAAT is hierop tegen, omdat het esthetische aanzicht er niet door verandert. De laadruimte zit immers aan de voorzijde en dat is het mooie deel van het dorp.
Mevrouw. NIJKAMP spreekt in. Ze geeft aan dat er sprake is van een vooruitgang sinds de Dorpsstraat autoluw is geworden. Er rijden echter al geruime tijd vrachtwagens van de bouwbedrijven, waarover geen overleg is gevoerd met de ondernemers. Ook is zij van mening dat de gemeente te weinig informatie heeft gegeven. Tijdens de informatieavond is ook te weinig antwoord op gestelde vragen gegeven. Er is gezegd dat er parkeerplaatsen verdwijnen en dat er nieuwe gerealiseerd worden, maar het is haar niet duidelijk waar precies. Ook vraagt zij zich af hoe het zit met het vuilnis.
Zij zegt dat er sprake is van minimaal 4 vrachtauto’s per dag, is benieuwd hoe dit met eventuele bloktijden gaat uitvallen en wijst erop dat ’s nachts aanleveren overlast voor de buurt oplevert.
Zij zegt dat de vrachtauto’s zo’n 18 meter lang zijn en dat deze er net kunnen staan, met gevaar voor de voetgangers, moeders met kinderwagens en kleine kinderen.
Spreekster vindt dat het winkelen minder aantrekkelijk wordt op deze manier en vindt dat laden en lossen op de Kalfstermansweide een alternatief kan zijn, waarbij het volgens haar niet erg is dat er daardoor parkeerplaatsen verdwijnen.
De heer SCHUPPERT spreekt in. Hij vindt het niet kunnen dat er grote vrachtwagens door de Dorpsstraat rijden, dit bederft het straatbeeld en spreker vindt dat hier kritisch naar gekeken moet worden. Deze vrachtwagens hinderen de voetgangers, die veelal met wandelwagens en winkel-karretjes lopen. Spreker vindt dat er een andere oplossing gezocht moet worden.
De heer DE KOE onderkent dat er sprake is van verkeersbewegingen in het centrum. Er is ook gekozen voor verkeersluw en niet voor verkeersvrij. Er zullen ook altijd verkeersbewegingen blijven, omdat de aanwezige winkeliers bevoorraad moeten worden.
De heer SCHUPPERT zegt dat de vrachtwagens 2x heen en weer rijden. Het komt nu regelmatig voor dat er een vrachtwagen voor zijn etalage staat. Ook hij is van mening dat laden en lossen aan de achterzijde moet gebeuren.
De heer TEN VELDE zegt dat de HHV niet tegen de uitbreidingsplannen van AH is, maar wel tegen het laden en lossen aan de Dorpsstraat. In het Nieuwe Hart voor Holten staat dat de auto te gast is in het centrum van Holten en het kan dus niet zo zijn dan dagelijks, 4x per dag, minimaal 1 uur per keer, een trailer van 18 m lang aanwezig is voor het laden en lossen van goederen. Daarbij is het niet juist dat gesteld wordt dat de vrachtwagens zonder problemen kunnen inparkeren.
Spreker zegt dat de HHV vindt dat de Kalfstermansweide minimaal op 2 plaatsen toegankelijk moet zijn, waarbij de parkeerplaatsen goed bereikbaar moeten zijn, omdat er op dit moment al 8.000 voertuigen per etmaal over de Stationsstraat rijden. Door de winkels van het Kruidvat, de Aldi, de Hema en Ter Stal zal de verkeersdruk op de Stationsstraat alleen maar toenemen.
Hij refereert aan de ingetekende verbindingsweg tussen de Industriestraat en de Kalfstermansweide (dit wordt getoond op het scherm) en zegt dat hier kansen liggen voor AH. Op 9 juli 2012 heeft de raad hier al financiën voor vrijgemaakt en aangegeven dat deze moet worden aangelegd. Nu is er echter een notitie verschenen waarin staat dat deze weg wordt uitgesteld. De HHV vindt het cruciaal dat deze weg toch wordt aangelegd, waardoor de drukte op de Stationsstraat zal afnemen en het dorp qua parkeergelegenheid veel beter bereikbaar wordt. Hij stelt voor dat het laden en lossen van AH aan de achterzijde gebeurt en dat het aanrijden van de vrachtwagens via deze nieuw aan te leggen verbindingsweg plaatsvindt.
Spreker refereert aan de toekomstige woningbouw op De Kol en zegt dat deze verbindingsweg ook kan dienen voor verbinding naar het centrum, waardoor het HJ Wansinktracé beter tot zijn recht komt.
Door de druk bij de Stationsstraat te verlichten is de aanleg van de Verlengde Waagweg waarschijnlijk niet meer nodig.
De heer AANSTOOT vraagt of de heer Ten Velde, als voorzitter van de HHV, betrokken is geweest bij het voortraject of alleen een uitnodiging voor de informatieavond heeft ontvangen.
De heer TEN VELDE zegt dat hij de stukken twee weken voor de inloopavond heeft ingezien. Tijdens de ledenvergadering van de HHV in het voorjaar van 2013 is aan de wethouder gevraagd of er geladen en gelost zou worden aan de voorzijde van de AH. Toen heeft de wethouder geantwoord dat dat nog niet bekend was, maar spreker betwijfelt dit omdat de stukken in april jl. zijn voorbereid.
Eerste termijn
De heer KEVELAM zegt dat er een bijzonder mooi plan voorligt, met als doel de verdere ontwikkeling van de kom in Holten. In een van de rapporten staat aangegeven dat het centrum zo levendig kan worden gehouden dankzij de supermarkten en de parkeermogelijkheden rondom deze supermarkten. Veel ondernemers verdienen hierdoor ook hun brood.
Spreker is van mening dat de alternatieven voldoende zijn onderzocht en dat alle mogelijkheden zijn bekeken om te bepalen aan welke zijde geladen en gelost kan worden.
Het laden en lossen aan de achterzijde kost naar zijn mening veel parkeerplaatsen, omdat daar een doorgaande routing ontbreekt, waardoor een bijzonder gevaarlijke situatie voor de bezoekers van de supermarkt ontstaat, die veelal met kinderwagens of winkelwagens lopen. Daarmee kan hij de argumenten om het laden en lossen aan de voorzijde te laten plaatsvinden onderschrijven. Daar kunnen de vrachtwagens langs de gevel parkeren en is weinig manoeuvreerruimte nodig. Ook voor wat betreft de veiligheid is dit de beste oplossing.
De verbindingsweg tussen de Industriestraat en de Kalfstermansweide wordt voorlopig niet aangelegd en spreker onderschrijft de redenen daarvoor.
Alles afwegend komt spreker tot de conclusie dat laden en lossen aan de voorzijde (Dorpsstraat) de beste keuze is op dit moment, hoewel hij de bezwaren van de HHV en enkele ondernemers terecht vindt.
Spreker vindt daarom dat er bloktijden ingevoerd moeten worden en dat de uiterste tijd dat er gelost en geladen mag worden 11.00 uur is. Daarmee is er nog alle gelegenheid voor funshopping en wordt het gebruik van het terras bij bakkerij Nijkamp het minst gefrustreerd. Na 11.00 uur kunnen de vrijgekomen ruimtes weer als parkeerruimte worden gebruikt.
De heer DE LA HAYE zegt dat de omwenteling in Holten is begonnen met de start van de voorberei-ding van het eerste deel van het VSP, met de ruimtelijke inrichting van de kern, het draaien van de koopas van oost-west naar noord-zuid en met de ingebruikname van het Kulturhus in 2010.
In dat kader past volgens spreker ook plan Schuppert, dat naar zijn mening één omissie kent en waar toen door de PvdA al op is gewezen, namelijk de bevoorrading van de middenstand in het nieuwe pand. De raad en de commissie waren daarbij verminderd alert door de geruststellende woorden van de portefeuillehouder. In die tijd werden er echter ook plannen voorbereid rondom het Groentransfe-rium, waarin een verbindingsweg tussen het HJ Wansinktracé (bedoeld wordt de Industriestraat) en het Kalfstermansplein is voorzien, met als argument een goede autobereikbaarheid en ontsluiting vanuit het westen, via de Stationsstraat en een goede autobereikbaarheid en ontsluiting uit het oosten. De PvdA vindt dat het bevoorradingsverkeer ook goed van deze, nog te realiseren, structuur gebruik kan maken.
Spreker staat nog bij drie punten stil:
- Bij de verdere uitwerking van het Hart van Holten worden ook de weekmarkt en evenementen meegenomen. Instemmen met het laden en lossen van AH en andere winkels in het centrum staat haaks op een integrale afweging en blijvende duurzame inrichting van het Hart van Holten.
- In tegenstelling tot hetgeen in de notitie is verwoord hebben raadsleden andere beelden over de inrichting van straten en pleinen in beide kernen en liggen er nog een aantal opties op tafel. Instemmen met het laden en lossen van AH en andere winkels in het centrum staat haaks op een groene, lommerrijke en rustieke beleving en inrichting van het hart van Holten.
- Het blijkt steeds vaker dat aan voorliggende plannen overeenkomsten en financiële afspraken gekoppeld zijn en de PvdA ziet het als een moreel appel om in te stemmen met het laden en lossen van AH en andere winkels in het centrum.
Spreker wijst erop dat ruimtelijke invulling over een langere periode moet plaatsvinden en vindt dat er van een integrale aanpak en integrale visie nauwelijks sprake is, waarin het ambtelijk apparaat en het dagelijks bestuur, op grond van de gemaakte afspraken, zijn meegegaan.
De PvdA vindt dat de uitwerking van het plan van AH geen integrale visie kent een daarmee onvoldoende kwaliteit biedt voor deze langere periode van ruimtelijke invulling, waarbij het laden en lossen van AH en andere winkels in het centrum niet voldoet aan de kwaliteit die wij onze kinderen willen bieden. Het moreel appel legt de PvdA daarbij naast zich neer en ze steunen de herontwikke-ling van het plan van AH niet.
De heer AANSTOOT zegt dat Gemeentebelang het huidige plan omtrent de uitbreiding van AH niet acceptabel vindt, omdat ze problemen voorziet bij het laden en lossen aan de Dorpsstraat.
In een verkeersluw ingerichte Dorpsstraat en een verblijfsgebied op en rond de Smidsbelt past geen laad- en lospunt met alle verkeers- en geluidsoverlast die dit met zich meebrengt.
Spreker stelt voor de reeds geplande verbinding tussen de Kalfstermansweide en de Industriestraat aan te leggen. Hierbij kan de bevoorrading van AH op de huidige plaats worden gehandhaafd en is er sprake van een goede afwikkeling van het ladend en lossend verkeer.
Spreker vraagt waarom het college aan AH geen randvoorwaarde heeft meegeven dat laden en lossen aan de Dorpsstraat niet wordt geaccepteerd, waarom het college het proces tot aanleg van de geplande verbindingsweg heeft stopgezet en wat voor het college het eindplaatje is van de ontsluiting van Kalfstermansweide.
Gemeentebelang kan de voorgestelde ontsluiting niet zien als een groeimodel, want de keuze van AH inzake de locatie van laad- en lospunt is definitief. Spreker vindt dat er omwille van de tijd geen foute keuzes gemaakt moeten worden die moeilijk kunnen worden teruggedraaid.
De heer DE KOE vraagt een reactie van het college op het voorstel van de VVD over het invoeren van blokuren in het centrum, waarbij het laden en lossen na 11.00 uur niet meer mogelijk is.
De heer TIJHOF zegt dat de ChristenUnie problemen heeft met de veiligheid en vindt dat deze zowel voor de bezoekers van de Kalfstermansweide en de Dorpsstraat even belangrijk is. Ze kunnen zich voorstellen waarom AH deze keuze heeft gemaakt en vraagt waarom het college de voorkeur geeft aan laden en lossen aan de Dorpsstraat boven de Kalfstermansweide.
De heer CORNELISSEN geeft aan dat is ingestoken op een verkeersluwe Dorpsstraat, waarbij de intentie bestaat alle vrachtwagens uit het dorp te weren, Hij vraagt of het college van mening is dat het laden en lossen op dit moment een onveilige situatie met zich meebrengt.
Hij vraagt zich af waarom de veiligheid van de voetgangers naar de Holterberg nu doorslaggevend is. Betekent dit dat er meer mensen te voet naar de Holterberg gaan dan bij de ontwikkeling van Heerlijk Holten is ingeschat of bevinden zich nog steeds de meeste mensen op het plein zelf.
Het CDA stelt voor informatief stuk g. uitstel aanleg verbindingsweg Kalfstermansweide/Industriestraat
te agenderen voor de commissievergadering van 30 januari a.s.
De heer SCHREUDER is nieuwsgierig naar de reactie van het college. De SGP is van mening dat de doorontwikkeling van AH goed is voor Holten. Hij vraagt of de voorzijde van de winkel aan de Kalfstermansweide en het laden en lossen aan de Dorpsstraat nog te beïnvloeden is. Dit lijkt de minst slechte oplossing, maar de SGP is benieuwd naar de overige onderzochte mogelijkheden. Hij vraagt hoe reëel de realisatie van een verbindingsweg is en vraagt waarom dit wordt uitgesteld, terwijl dit wellicht een oplossing zou kunnen bieden voor de laad- en losproblematiek in de Dorpsstraat.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de meeste sprekers zeggen dat zij blij zijn dat er wat gebeurt in Holten en dat er schot zit in de zaak, zowel ten aanzien van het plan Schuppert, als het voorliggende plan van AH. Het resterende, heikele punt betreft de plek waar vrachtwagens laden en lossen.
Door een aantal sprekers is gezegd dat de aanleg van een verbindingsweg vanaf de Industriestraat naar het plein toe, een oplossing kan zijn. Het college deelt die mening. De raad heeft daarvoor vorig jaar al een krediet beschikbaar gesteld. Toch heeft het college recent gezegd deze optie nog even in ‘de koelkast te laten staan’ vanwege de haalbaarheid. Voor een dergelijke weg is meer nodig dan de financiën, namelijk een bestemmingsplan en grond. Door de eigenaar van de grond is eerder herhaaldelijk gezegd dat hij daar niet aan mee wil werken. Om tot een bestemmingsplan en tot onteigening te komen moet de gemeente kunnen aantonen dat er geen andere mogelijkheden zijn. Het college heeft op advies van zijn juristen recent besloten er op dit moment niet mee verder te gaan.
Er is vanavond veel gezegd over de plek op het moment van laden en lossen. Waarover vanavond niet veel is gezegd, maar wat toch de crux is, is de route naar die plek toe. Spreker refereert aan de algemene ledenvergadering van de HHV, waar hij op een vraag over het laden en lossen in de Dorpsstraat heeft geantwoord dat het een van de modellen was.
Toen spreker dit plan in eerste instantie zag, was zijn eerste indruk dat hij dit liever anders zou willen, met name gezien de grootte van de vrachtwagens. Het gaat echter niet alleen om de laad/losplek, maar ook om de route om er te komen. Het parkeerterrein op de Kalfstermansweide is niet alleen blik, maar genereert ook veel voetgangers van en naar de winkels. Slechte ervaringen elders waar vracht-wagens gebruik moeten maken van zo’n parkeerterrein, hebben spreker overgehaald tot voorliggend voorstel. Ook al is de Dorpsstraat inmiddels autoluw geworden, toch is het de beste plek voor vracht-wagens die moeten laden en lossen.
De heer AANSTOOT zegt dat de vrachtwagens de nieuwe winkels aan de Kalfstermansweide moeten kunnen bevoorraden.
Wethouder STEGEMAN zegt dat AH in de uiterste hoek zit voor bevoorrading. De Aldi moet gebruik maken van de Stationsstraat, maar kan tijdens het laden en lossen parkeren op eigen terrein. De andere winkels worden doorgaans bevoorraad door kleinere vrachtwagens.
De heer AANSTOOT is van mening dat die vrachtwagens niet kleiner zijn. Ook deze vrachtwagens worden via dezelfde routing over de Kalfstermansweide afgewikkeld. Daarin zit geen verschil.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de AH-vrachtwagens over het hele terrein moeten rijden. De andere vrachtwagens hoeven alleen over een klein deel van het plein te rijden.
De heer CORNELISSEN zegt dat het college bij het presenteren van dit plan, toen er een vraag werd gesteld over de toegang tussen AH en Te Velde, heeft geantwoord dat men gebruik ging maken van de aanvoerroute bij de Stationsstraat en dat dat geen problemen zou opleveren.
Wethouder STEGEMAN zegt dat vrachtwagens vanaf de Stationsstraat bij de winkels kunnen komen via de toegang naast Toontje. Het voetgangersdeel blijft vrij. Vrachtwagens die naar AH gaan vanaf die toegang hebben echter het hele plein nodig om naar de laad- en losplek te komen.
Het plan heeft goede en minder goede kanten. Het plan ligt ter beoordeling voor. De afspraak die AH met de gemeente heeft gemaakt, is gebaseerd op deze ontsluiting. Als de commissie dat niet overneemt, ontstaat er een geheel nieuwe situatie.
Het college wil meegaan met de bloktijden waarover werd gesproken. Ook AH wil daarover afspraken maken, zodat er alleen in de ochtend tot een bepaalde tijd geladen en gelost mag worden.
De huidige situatie van laden en lossen is verre van ideaal. Of er daardoor ongelukken zijn gebeurd, weet spreker niet. De vrachtwagens rijden via de corridor tussen AH en Te Velde, gaan rechtsaf om te laden en te lossen en moeten via dezelfde weg terug. Het college wil deze toegang niet meer gebruiken voor vrachtwagens.
De heer DE LA HAYE zegt dat er meerdere opties zijn genoemd vanavond, waar hij wel wat voor voelt. Spreker verzoekt het college daar nog eens goed naar te kijken en daarmee terug te komen.
Wethouder STEGEMAN zegt dat een negatieve opinie van de commissie betekent dat het college huiswerk meekrijgt.
Tweede termijn
De heer SCHREUDER zegt dat de SGP ook op de lijn zit van huiswerk voor het college. Het probleem heeft volgens spreker te maken met het concept van de winkel. De ingang wordt straks gesitueerd aan de zijde van Kalfstermansweide. Voor de winkelier is het onwenselijk dat direct daarnaast het laden en lossen plaatsvindt. Spreker vraagt zich af of een verbindingsweg mogelijkheden biedt voor de figuratie van de winkel.
De heer CORNELISSEN maakt zijn complimenten voor de organisatie van de inloopavond. Het heeft ervoor gezorgd dat vanavond een grote groep belangstellenden aanwezig is.
Spreker vindt het prachtig dat AH uitbreidingsplannen heeft in het centrum van Holten. De ‘maar’ zit in het laden en lossen. Met het beeld van een verkeersluw centrum van Holten, vindt het CDA het niet wenselijk dat daar een laad- en losplek gecreëerd wordt. Misschien is er een andere optie met de verbinding via de Industriestraat, ook al kost dit tijdelijk enige parkeerplaatsen.
Het is jammer dat het college niet recent meer in gesprek is geweest met de grondeigenaar. Hij kan van gedachten veranderd zijn. Eventueel moet bekeken worden welke middelen er zijn om er wat meer druk op te zetten.
Het CDA is geen voorstander van het plan en verzoekt het college dringend serieus te kijken naar de verbinding met de Industriestraat. Als dat geen optie is, dan zijn tijdelijk minder parkeerplaatsen aan de Kalfstermansweide voor het CDA bespreekbaar.
De heer TIJHOF zegt dat het college voor Holten bezig is met mooie plannen. Het voorliggend plan is daarvan onderdeel. Daar hoort laden en lossen door vrachtwagens bij, maar het blijft een crime dat op een veilige manier op te lossen. De voor- en achterzijde van AH hebben beide voor- en nadelen. Het is daarom logisch dat de directaanwonenden van de Dorpsstraat inspreken en voor hun rechten opkomen; zij zullen de negatieve gevolgen ervaren.
De raad staat nu voor de keus om wel of niet door te gaan met het voorliggende plan. Spreker vindt dat andere opties eerst goed doordacht moeten worden. Een andere aanvoerroute geeft mogelijk ruimte. Spreker geeft het college mee die optie mee te wegen.
Door het CDA werd geopperd, eventueel tijdelijk, het laden en lossen op de huidige plek te laten. Spreker vindt dat er, zij het tijdelijk, beter voor gekozen kan worden het laden en lossen te laten gebeuren in de Dorpsstraat, in combinatie met strakke bloktijden voor één of twee vrachtwagens per dag. Het blijft echter een noodoplossing.
De heer H. NIJKAMP vraagt of een tijdelijke oplossing in de Dorpsstraat wellicht toch een definitieve oplossing wordt. Het CDA gaat voor een duurzame oplossing.
De heer TIJHOF vindt ook dat er een duurzame en veilige oplossing nodig is, maar dat het aan de ondernemer zelf is om zijn pand flexibel in te richten in verband met de definitieve oplossing. De gemeente moet zorgen voor goede randvoorwaarden. De raad vindt dat er meer mensen naar de Kalfstermansweide moeten komen. Daar kunnen vrachtwagenbewegingen echter niet op een veilige manier gemaakt worden. Het is aan het college om alle opties op tafel te krijgen, waarna de raad een goede afweging kan maken.
De heer DE KOE zegt dat de voorliggende oplossing niet de schoonheidsprijs verdient. De kanteling van het centrum is prachtig: de voorkant wordt de achterkant, de achterkant wordt de voorkant. De nieuwe achterkant is echter ook de voorkant van de Dorpsstraat en de Smidsbelt, die er fatsoenlijk bij moeten liggen. Een laad- en losplaats is dan niet uitnodigend. Omdat de winkels toch bevoorraad moeten worden, moet een oplossing gevonden worden. De ontwikkeling in het centrum van Holten moeten doorgaan. Het zou spreker een lief ding waard zijn als de los- en laadplaats de andere kant opschuift. Hij verzoekt het college dan ook nogmaals te kijken naar een andere optie. Mocht dit niet lukken, dan is de laad- en loslocatie aan de Dorpsstraat een oplossing. Spreker ziet dat in elk geval niet als een definitieve oplossing.
De heer AANSTOOT concludeert dat bijna niemand gelukkig is met de voorliggende oplossing. Gemeentebelang heeft eerder al gezegd dat alle energie gestopt moet worden in de aanleg van de verbindingsweg, niet alleen voor dit probleem maar ook om een goede routing te krijgen voor ander vrachtverkeer en voor de bewoners van de Kol. Door het aanleggen van deze verbindingsweg blijft het laden en lossen aan de huidige kant van AH. Naar aanleiding van de woorden van de heer Schreuder, die opmerkte dat er geen laad- en lospunt past naast de voorkant van de AH, zegt spreker dat een laad- en lospunt wel zou passen aan de achterkant, tegenover de buren. Dat lijkt spreker ook geen oplossing. Gemeentebelang is absoluut tegen het creëren van een laad- en losfunctie in een verblijfsgebied. Spreker is van mening dat niks zo definitief is als tijdelijkheid.
De heer DE LA HAYE zegt dat de PvdA vanuit de filosofie ‘in dit land is niets blijvender dan een tijdelijke oplossing’ niet meegaat met het voorstel van laden en lossen in de Dorpsstraat. De PvdA kiest voor laden en lossen aan de achterkant, aan de Kalfstermansweide. Spreker denkt dat hier een oplossing mogelijk is, weliswaar met het opofferen van 15 parkeerplaatsen. Dat past naadloos in de eindsituatie als de verbindingsweg een feit is en er 15 parkeerplaatsen gerealiseerd kunnen worden.
De heer KEVELAM zegt dat voor de VVD de veiligheid de doorslag heeft gegeven en kiest, met gemengde gevoelens, voor het laden lossen in de Dorpsstraat, inclusief de aangegeven bloktijd. De bloktijd mag voor de VVD gelden tot 10 of 11 uur ’s ochtends. De tijdelijkheid kan daaraan als voorwaarde verbonden worden tot de verbinding Industriestraat/Kalfstermansweide gerealiseerd is.
De VOORZITTER concludeert dat het plan overwegend positief wordt ontvangen, met uitzondering van de laad- en losplek. Op dat punt wordt het college verzocht huiswerk te doen en te komen met eventuele alternatieven en een onderbouwing van de bloktijden.
Bijlage 5, Memo van het college, Voortgang planvorming Albert Heijn te Holten
Wethouder STEGEMAN zegt dat het totaalplan wordt geaccepteerd met de plussen en de minnen die daarin staan. Als dat niet gebeurt, ontstaat er een nieuwe situatie. Het alternatief met bloktijden tot 11 uur wil spreker wel overnemen. Van de verbindingsweg Industriestraat/Kalfstermansweide is spreker een groot voorstander, maar hij blijkt aanlopen tegen de afwijzende houding van de eigenaar. Onteigening voor het doel dat het college voorstaat, is waarschijnlijk niet mogelijk.
De heer AANSTOOT zegt dat de wethouder recente informatie moet hebben om überhaupt aan onteigening te denken. Spreker roept de wethouder op tot onderhandeling.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het college, als deze onderhandelingen op niets uitdraaien, een alternatief achter de hand moet hebben om dit plan door te voeren.
De heer CORNELISSEN begrijpt dat de wethouder altijd moeite heeft gehad om persoonlijk met de eigenaar om tafel te gaan. Wellicht kan de wethouder samen met een aantal winkeliers het gesprek aangaan.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het hem geen moeite kost om met deze eigenaar om tafel te gaan. Als de onderhandelingen op niets uitlopen, moet het college een alternatief achter de hand hebben. Het eerder door de raad beschikbaar gestelde krediet voor de verbindingsweg blijft echter in tact.
De VOORZITTER concludeert dat er op dit moment geen meerderheid is voor het plan.
Wethouder STEGEMAN zegt dat daarmee een nieuwe situatie is ontstaan. Hij weet niet of het plan nog op deze wijze gerealiseerd kan worden.
De heer KEVELAM zegt bij interruptie dat als uit het huiswerk van het college blijkt dat op korte termijn de aanleg van de verbindingsweg niet gerealiseerd kan worden, de situatie voor de fracties die om het huiswerk gevraagd hebben, SGP, Lokaal Liberaal en ChristenUnie, geheel anders wordt en dan zou het voorliggende plan alsnog geaccordeerd kunnen worden.
De VOORZITTER zegt dat er op dít moment geen meerderheid is. Het plan kan, als het huiswerk door het college is gedaan, opnieuw worden voorgelegd aan de commissie.
De heer KREIJKES zegt dat er in opiniërende zin meerdere opmerkingen zijn gemaakt. De SGP heeft niet uitgesproken voor of tegen te zijn.
De VOORZITTER zegt dat zij de SGP niet bij de voor- of bij de tegenstanders heeft geteld.
De heer TIJHOF zegt dat ook de conclusie getrokken kan worden dat op dit moment geen meerderheid is die het plan afschiet. Dat betekent dus ook niet dat er een geheel nieuwe situatie is ontstaan.
De heer H. NIJKAMP zegt dat de grondverwerving voor de verbindingsweg het probleem is. Spreker vraagt of de afspraak gemaakt kan worden dat het college zich maximaal inzet om toch tot die grondverwerving te komen. Het gaat om de leefbaarheid van het dorp.
Wethouder STEGEMAN zegt dat in de wereld van vastgoedverwerving een heel grote inzet soms inhoudt: niks doen. Ook als de verbindingsweg er zou kunnen komen, dan is er nog geen overeenkomst met de exploitant van AH. Dat was gebaseerd op voorliggend plan.
De VOORZITTER sluit het agendapunt af.
5. Beleid inbreidingslocaties 2013 (opiniërend; Ab Stegeman)
De heer CORNELISSEN zegt dat het college een goede uitwerking van de wensen van de raad heeft voorgelegd. Bij punt 5.1, het eerste aandachtstreepje, wordt als voorbeeld de Stokmansveldweg genoemd. Spreker stelt voor dit weg te halen. Wat nu voorligt is beleid dat geldt voor een aantal jaren. Het voorbeeld Stokmansveldweg zegt nu mensen nog wel wat, maar later wellicht niet meer.
Het CDA stelt voor de bijlage met mogelijke zoekgebieden niet op te nemen in verband met wat er staat bij 5.3: “Over het wel of niet opstellen van een gebiedsvisie zal altijd een aparte politieke besluitvorming plaatsvinden”. In deze nota wordt dus niet vastgelegd voor welke gebieden een gebiedsvisie wordt opgesteld.
De heer AANSTOOT zegt dat de nieuwe beleidsnotitie voldoet aan datgene waar de raad om heeft gevraagd. Ten aanzien van splitsing van woningen zegt spreker dat dit wordt gezien als inbreiding, maar dat kan volgens het nieuwe bestemmingsplan buitengebied ook in het buitengebied gebeuren, zoals bij karakteristieke panden. Enerzijds wordt het buitengebied dus buitengesloten, terwijl splitsing van woningen ook gezien wordt als inbreiding, wat ook in het buitengebied plaatsvindt.
Op pagina 5 staat: “In de onderbouwing moeten onderstaande onderwerpen worden opgenomen; quick scans, verkeersvoorzieningen, flora en fauna en dergelijke.” Voorts staat er: “als de gemeente dit nodig vindt, worden er twee alternatieven uitgewerkt.” Spreker vraagt waarom er twee alternatieven moeten worden uitgewerkt.
Op pagina 4, punt 3.2.4 staat: “Als voor een gebouw, geen woning zijnde, geen passende bestemming gevonden kan worden en woningbouw hierbij kan bijdragen aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit”. Spreker vraagt hoe “een passende bestemming” wordt bepaald. Het is voor meerdere uitleg vatbaar, zoals het er nu staat.
Mevrouw HEUVER zegt dat Lokaal Liberaal zich kan vinden in het voorliggend stuk. Zij wil graag de vinger leggen bij punt 2.1, het groene karakter. Lokaal Liberaal hecht daaraan zeer veel waarde en hoopt dat dat voor de toekomst geborgd wordt.
De heer BERKHOFF zegt dat er nu een helder stuk voorligt, waarvoor de ChristenUnie het college een compliment maakt. Het is goed om gebiedsvisies op te stellen. Zijn fractie steunt het voorstel.
De heer DE LA HAYE wijst op punt 4.2, toets criteria, waar bij punt 1 staat: “de kavels moeten over de volle breedte grenzen aan een openbare weg”. In bijlage 1, het gebied Look, als dit wordt bezien als een nieuwe situatie, dan kunnen de hoekpercelen niet gerealiseerd worden. Dit vraagt dus om een nuancering. De PvdA zou blij geweest zijn als er twee alternatieven waren voorgelegd, zodat de commissie een keuze had kunnen maken en in debat had kunnen gaan. Gemeentebelang verzoekt het college nu echter één alternatief uit te werken.
De heer AANSTOOT zegt dat hij één alternatief heeft gezegd, maar dat kunnen er ook drie zijn.
De heer KAMPHUIS zegt dat de notitie klopt met het beeld van een zorgvuldig beleidskader.
In bijlage 2 wordt een aantal terreinen genoemd. Spreker vraagt wat de status is van de kaart.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het gegeven voorbeeld van de Stokmansveldweg niet essentieel is voor het stuk. Dat geldt eveneens voor de zoekgebieden. Het heeft geen status, maar betreft een verduidelijking. Als het verwarrend is, dan kan de bijlage verwijderd worden.
Bij splitsing van woningen komt er een woning bij. Daarvoor is op dit moment volgens het bestemmingsplan geen ruimte. Dat geldt voor de kernen Holten en Rijssen.
De her AANSTOOT constateert dat de splitsing, genoemd onder punt 3.1.4, wordt gezien als inbreiding. Als het de splitsing van woningen in het buitengebied betreft, dan speelt het geen rol.
De heer J. VAN ECK zegt naar aanleiding van de vraag over de toetscriteria, dat naar het punt “over de volle breedte grenzend aan een weg” bij de definitieve versie nog even goed gekeken wordt of daarin een nuance aangebracht wordt.
De heer AANSTOOT verzoekt om antwoord op zijn vraag over de ‘passende bestemming’. Die omschrijving is voor een heel brede interpretatie vatbaar.
Wethouder STEGEMAN zegt dat niet alle situaties vooraf beschreven kunnen worden. Spreker is geen voorstander van nader preciseren van deze nota. De passage heeft te maken met bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen buiten de centrumring, die daar eigenlijk niet gewenst zijn. Daar zou een invulling met woningen een heel goede mogelijkheid zijn.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie overwegend positief is, behoudens enkele kleine kanttekeningen en dat positief wordt geadviseerd over beslispunt 4 inzake het gevraagde krediet.
De VOORZITTER schorst de vergadering tot 16 december 2013, 19.00 uur.
datum voortzetting: | maandag 16 december 2013 |
tijdstip en plaats: | 19.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis in Rijssen |
aanwezig: | ![]() |
voorzitter: | mw. M.J. Tijhof-Zwijnenberg |
SGP | G. Kreijkes, J. Schreuder |
CDA | H.J. Nijkamp, R.J. Cornelissen, G.J. Smelt |
CU | B.D. Tijhof, N.J. Otten |
PvdA | R.M.C. de la Haye, R.W. Meijerink |
GB | A.J. Aanstoot, mw. J. Kuiper-Ruitenberg |
VVD | A.J. Kevelam, R. Smelt |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe, mw. E. Heuver-Harbers, |
griffier: | H.A.J. van de Vliert |
verslaglegging: | mw. E.J. H. Linssen-Nijland |
namens het college: | J.A. Stegeman, J. Ligtenberg |
ambtelijke ondersteuning: | mw. J.E. Spakman, H.J. Wessels |
pers: | 1 |
publiek: | 11 |
De VOORZITTER heropent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.
6. Extra woningbouw 2014/2015 en proces woningbouwprogramma 2015 t/m 2019 (opiniërend; Ab Stegeman)
De heer CORNELISSEN wijst op punt 4.1 van de bestuursvisie, waar staat: “Voor de komende periode kan en moet er flexibel worden gebouwd. Alleen locaties met een beschikbare bestemmingsplancapaciteit of waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden worden in het woningbouw-programma 2015 t/m 2019 opgenomen.” Spreker vraagt welke besluitvorming het betreft: is het een principeverzoek geweest, waarmee de raad heeft ingestemd, een voorontwerpbestemmingsplan, een ontwerpbestemmingsplan of een bestemmingsplan zelf.
De heer AANSTOOT vraagt of beslispunt 2, waar staat dat “voor de kern Rijssen op korte termijn betrokken partijen afspraken maken”, een relatie heeft met agendapunt 11 over de locatie Parkstede.
Spreker vraagt waarom er in het plan Vosman te Holten nu toch drie woningen gebouwd worden. Eerder is op vragen hierover geantwoord dat er niet gebouwd zou worden.
De heer KEVELAM zegt dat de VVD positief is over de onderdelen die genoemd worden voor de kern Rijssen. Over inbreidingslocaties in de kern Holten heeft de VVD ernstige bedenkingen, met name met betrekking tot plan Vosman. In Holten ligt een aantal te realiseren plannen dat moeilijk van de grond komt, zodat het vreemd is dat ‘een zacht plan’ als plan Vosman nu voor de dag gehaald wordt. In de Evaluatie Nota Woningbouw 2010 staat dat in bijzondere situaties maatwerk in Holten mogelijk moet zijn: “Wij stellen voor de locatie Vosman onder deze noemer in de periode tot en met 2014 (oplevering voor eind 2015) een kans te geven.” Spreker vraagt naar aanleiding daarvan wat hier de bijzondere situatie is, waardoor dit zogenaamde maatwerk in Holten mogelijk moet zijn. Verder stelt het college voor onder deze noemer de woningbouw daar een kans te geven, dus bij oplevering voor 2015. Betekent dit, als de commissie vanavond instemt, dat het bestemmingsplan wordt gewijzigd en als die bouw voor 2015 niet wordt gerealiseerd, die wijziging weer ongedaan gemaakt wordt?
De heer KREIJKES zegt dat destijds de ‘zachte plannen’ vooral een relatie hadden met gewenste ontwikkelingen in het Opbroek. Ook voor de kern Holten waren er bepaalde wensen, die op een laag pitje zijn gezet. Ondanks de crisis wil de gemeente de ondernemers de kans geven te ontwikkelen waar er mogelijkheden zijn. Dat heeft een samenhang met het woningbouwprogramma dat voorligt. Spreker is dan ook benieuwd in hoeverre plan Vosman strijdig is met de overige plannen die er sowieso al liggen, of dat dit plan een kans is voor ontwikkeling.
Wat betreft de kern Rijssen is op de plek van het voormalige VVV-kantoor de fundering aangebracht, maar verder gebeurt er niets. Spreker vraagt of hiermee iets gebeurt.
De heer DE LA HAYE citeert de volgende zinsnede op pagina 2: ”Door de vertraagde besluitvorming is de tijd die nog rest tot eind 2014 kort en is het niet de verwachting dat hier als gevolg van de nog te volgen procedures gebruik van gemaakt kan worden”. Spreker vraagt wat geleid heeft tot vertraagde besluitvorming.
In punt 2, de kanttekeningen op de volgende bladzijde staat: “kan een eventueel nieuw plan worden ingediend”. Spreker vraagt of dat door derden, dus nieuwe spelers op de markt, of individuen gedaan kan worden, of dat ook degene die eerder geen plan heeft gemaakt een herkansing krijgt.
Wethouder STEGEMAN zegt naar aanleiding van de vraag over het voormalige VVV-kantoor in Rijssen, dat het plan voor een van de partijen niet haalbaar was nadat er overeenstemming was om daar een zorgeenheid te bouwen. Er wordt gezocht naar een andere invulling van de locatie, maar die is nog niet gevonden. Duidelijk is dat bouwen voor de zorg bijna onmogelijk is geworden.
Voor plan Vosman was al in een vergevorderd stadium overeenstemming over de ontwikkeling van vijf woningen. Het plan is op het laatste moment afgeblazen door de gemeente en de woningen zijn op de zachte lijst gezet. Daarna zijn er aan de noordzijde wel twee plekken ingevuld voor kantoren. Op dat moment zijn de drie woningen niet geschrapt. Na het opmaken van de balans in Rijssen-Holten bleek dat er nog minimaal 50 woningen gebouwd kunnen worden, waarvan een zeer beperkt aantal in Holten. Het college heeft die drie woningen daarom van de zachte lijst afgehaald, waardoor deze, mede in het licht van het Deltaplan, alsnog gebouwd kunnen worden. Spreker denkt niet dat de bouw van drie woningen strijdig is met andere ontwikkelingen, zoals de bouw op de Kol.
De heer KEVELAM zegt dat er ook gerefereerd kan worden aan wat kleinere plannen die al jaren in de verkoop zitten, maar niet verder komen. Voorbeelden zijn de locatie van het voormalige Monuta-gebouw, de Aaftinksweide, Mr. Vixseboxsestraat, de Wheeme. Nu zegt de wethouder dat hij er nog drie woningen aan wil toevoegen. Het zijn allemaal kleine inbreidingslocaties voor dezelfde markt.
Wethouder STEGEMAN zegt dat men daarover verschillend kan denken. Het college meent dat de drie woningen van de ‘zachte lijst’ naar de ‘uitvoeringslijst’ verplaatst kunnen worden. De raad kan een finaal oordeel vellen.
De PvdA vroeg naar de opgelopen vertraging. Het jaar 2014 dat is genoemd, moet gelezen worden als ‘eind 2014’. Zowel de ambtelijke organisatie als het college had enige tijd nodig om de discussie voor de inbreidingslocaties voor te bereiden.
De heer J. VAN ECK gaat in op de vraag van de heer Cornelissen over de besluitvorming. Het betreft een principeverzoek, waarover het college positief besluit en waarover de commissie een positieve opinie geeft. Een voorbeeld is agendapunt 11. Als dat op die manier besloten is, dan moet er rekening mee gehouden worden in het woningbouwprogramma.
De heer CORNELISSEN zegt dat in het stuk de term “dynamisch proces” is genoemd. Spreker vraagt zich af hoe dynamisch dat is bij een principeverzoek dat nog moet worden uitgewerkt en waarna er een voorontwerp- en een bestemmingsplan moet komen. Het hele traject duurt een paar jaar.
De heer J. VAN ECK wijst op het voorbeeld van Parkstede, waarbij op diverse momenten einddata worden voorgesteld. Als die data niet gehaald worden, kan een plan in principe van de lijst afgehaald worden. Door het noemen van data, wordt er druk op gezet.
De heer CORNELISSEN zegt dat dat betekent dat bij een principeverzoek dat nog niet zo reëel is, de boel op slot gezet kan worden.
De heer J. VAN ECK zegt dat bij de beoordeling van een principeverzoek meegenomen wordt of het reëel is. Er zijn echter wel toetsingsmoment, waarbij duidelijk wordt of een plan nog steeds serieus is.
Naar aanleiding van de vraag van de heer De la Haye over de zinsnede “kan een eventueel nieuw plan worden ingediend”, zegt spreker dat een ontwikkelaar die alsnog afziet van de bouw, van de lijst geschrapt wordt. Als zich later een mogelijkheid aandient, dan kan die ontwikkelaar dat plan, eventueel gewijzigd, opnieuw indienen.
Wethouder STEGEMAN zegt naar aanleiding van de vraag van de heer Kevelam over de zinsnede “Wij stellen voor de locatie Vosman onder deze noemer in de periode tot en met 2014 (oplevering voor 2015) een kans te geven”, dat een voorstel zoals dit een langere doorlooptijd heeft. Er moet altijd bij het noemen van data rekening gehouden worden met het doorlopen van de noodzakelijke procedures.
De heer KEVELAM vraagt wat de sanctie is als er niet voor eind 2015 wordt opgeleverd.
De heer J. VAN ECK zegt dat als de commissie nu instemt, de ontwikkelaar verplicht is op zo kort mogelijke termijn een bouwplan in te dienen. Oplevering voor eind 2015 kan door de gemeente als eis gesteld worden. Als de ontwikkelaar dat niet kan realiseren, dan gaat het plan van de lijst af.
De heer KEVELAM zegt dat er op een gegeven moment de bestemming wonen gelegd wordt op de grond. Als het plan niet is gerealiseerd voor eind 2015, dan blijft nog de bestemming staan.
De heer J. VAN ECK zegt dat momenteel juridisch een constructie wordt bedacht, waarbij die bestemming vervallen kan.
Tweede termijn
De heer DE KOE zegt dat Lokaal Liberaal instemt met het stuk, met dien verstande dat de locatie Parkstede bij het betreffende agendapunt nog verder ter discussie gesteld wordt.
De heer CORNELISSEN vraagt of er een vaste termijn is tussen het principeverzoek en het voorontwerpbestemmingsplan.
De heer J. VAN ECK zegt dat er geen vaste termijn voor is. Als de raad zijn opinie heeft gegeven, wordt het ontwerpbestemming opgesteld. Daaraan kunnen dan wel termijnen worden verbonden.
De heer CORNELISSEN zegt dat voorliggend document bij uitstek geschikt is om daarin aan te geven op welke termijn het voorontwerpbestemmingsplan gereed moet zijn zodra de raad heeft ingestemd met een principeverzoek,
De heer J. VAN ECK zegt dat dat mogelijk is.
De heer CORNELISSEN zegt dat het CDA zich in grote lijnen kan vinden in de woonvisie, maar dat zij het heel belangrijk vindt dat de termijnen zo kort mogelijk zijn, omdat een principeverzoek vanaf het begin tot het eind een heel langdurige kwestie kan worden.
De heer KREIJKES zegt dat de SGP van mening is dat hetgeen nu voorligt in gang gezet kan worden. Zodra er plannen worden ingediend, zal de SGP die op hun merites beoordelen.
Naar aanleiding van de reactie van de heer J. van Eck op vragen van de heer Kevelam, zegt spreker dat het geen zin heeft dat ergens een bestemming op blijft liggen nadat er bepaalde afspraken zijn gemaakt. Blijkbaar kan dat nog niet juridisch afgehecht worden.
In verschillende plannen staat dat men appartementen wil bouwen. Spreker vindt dat goed in de gaten gehouden moet worden of daaraan echt behoefte is.
De heer KEVELAM zegt dat de VVD instemt met het voorliggend stuk met uitzondering van het gedeelte dat betrekking heeft op plan Vosman. Bij agendapunt 10a zal spreker ingaan op de aantallen appartementen voor de stationsomgeving en de locatie Parkstede.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA akkoord gaat met het stuk, met inachtneming van de woorden van de heer Kreijkes.
De heer AANSTOOT zegt dat volgens de stukken één woning aan de Dorpsstraat 1 is verschoven naar de zachte plannen: “heeft een relatie met de onderhandelingen over aankoop grond; op dit moment niet urgent”. Volgens spreker is dit inmiddels, na de discussie over AH en de verbindingsweg, wel urgent.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het college in een nieuwe situatie opnieuw een afweging zal maken, die ook aan de raad voorgelegd wordt. Spreker merkt op dat er in het woningbouwprogramma een aantal reserveplaatsen is opgenomen.
De heer AANSTOOT zegt dat Gemeentebelang het jammer vindt dat de hele locatie Vosman niet integraal is bekeken. Bij de besluitvorming over het bouwen van kantoren heeft de wethouder op vragen van Gemeentebelang geantwoord dat daar geen huizen gebouwd zouden worden. In de integrale afweging heeft Gemeentebelang dat dan ook niet meegenomen. Als het alsnog wordt toegevoegd, is dat een concurrentie met de andere kleine inbreidingslocaties in de buurt. Om die reden gaat zijn fractie niet mee met de locatie Vosman. Voor het overige is de notitie akkoord stukken.
De heer KREIJKES verzoekt de wethouder na te gaan of er inderdaad hard is uitgesproken dat er geen woningbouw op die locatie zou komen bij de bespreking van het kantorenplan.
De heer STEGEMAN geeft aan dat hij dat bewijs niet gaat leveren.
De heer TIJHOF zegt dat de ChristenUnie zich aansluit bij de woorden van de heer Kreijkes, dat verdergegaan kan worden met het plan met inachtneming van de geuite kanttekeningen.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie overwegend positief reageert op het voorstel, waarbij is gezegd dat het college kritisch moet zijn op de woningbehoefte, dat de termijnen inzake principeverzoeken meegenomen moeten worden en dat met name van VVD en Gemeentebelang kritisch zijn met betrekking tot plan Vosman.
7. Wijziging bestemmingsplan voor bouw 5 woningen op terrein Klimopschool (opiniërend; Ab Stegeman)
De VOORZITTER concludeert dat alle fracties instemmen met het voorstel.
9. Aanpassen beeldkwaliteitsplan De Kol (opiniërend; Ab Stegeman)
De heer DE LA HAYE zegt dat in punt 1.1 bij de kanttekeningen staat dat er minder eisen gelden, maar dat de basisontwerpuitgangspunten voor de wijk gehandhaafd blijven. Spreker vraagt of in een later stadium de eisen wellicht ook naar boven kunnen worden bijgesteld en als dat niet mogelijk is, of er gewerkt kan worden met een basispakket. Zodra het met de economie weer beter gaat, zou er dan een luxer pakket kunnen komen, zodat de oorspronkelijke eisen alsnog worden gerealiseerd.
De heer AANSTOOT geeft aan dat Gemeentebelang voorstander is van de aanpassing van het beeldkwaliteitsplan, maar stelt nog de volgende vragen.
- Waarom worden geen lessenaarsdaken toegepast, terwijl er ingezet wordt op variatie van
kapvormen en materiaalgebruik?
- In het voorstel staat dat het probleem van bijgebouwen, niet aan de straatzijde, zoals dat speelt bij
hoekwoningen, is opgelost. In het toetsingskader staat echter dat bijgebouwen in principe tussen
de woningen moeten komen. Dat vergt een nadere uitleg.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de raad zelf verordeningen of plannen kan aanpassen als het gewenst, nodig en haalbaar is. Spreker hoopt niet dat de uitvoering zolang duurt, dat eventuele veranderingen ook van toepassing zijn op wat de heer De la Haye aangeeft. Dat zou een negatief aspect zijn voor de fasering van de Kol. Spreker verwacht de komende jaren een duidelijke verandering onder de bewoners om zo flexibel mogelijk om te gaan met voorschriften, zolang het anderen niet stoort. Lessenaarsdaken zijn inderdaad niet opgenomen in het plan.
De heer AANSTOOT zegt bij interruptie dat het college inzet op variatie. Gemeentebelang vindt het jammer dat lessenaarsdaken daar niet toe gerekend worden.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de verplichting van een vrijstaande woning op een hoek uit het plan is gehaald vanwege het toestaan van grotere flexibiliteit.
De heer AANSTOOT zegt dat in het toetsingskader staat dat bijgebouwen in principe tussen de woningen moeten komen. Bij een twee-onder-een-kapwoning komt de garage op de hoek te staan.
Mevrouw Spakman zegt dat in het huidige beeldkwaliteitsplan staat “geen garages op de hoeken”. Hier staat nu “in principe geen …. “, omdat dit nog steeds de voorkeur heeft.
Tweede termijn
De heer AANSTOOT zegt dat Gemeentebelang eveneens groot voorstander is van het verminderen van regeldruk, waarin zij zich weet gesteund door ondernemers, KvK en MKB. Het college zegt dat met name in tijden van crisis de roep om terugdringing van regeldruk groot is. Gemeentebelang stelt dat ook in tijden van hoogconjunctuur er absoluut geen behoefte is aan onnodige regeldruk.
De VOORZITTER concludeert dat ook de overige fracties instemmen met het voorstel.
10. Verbinding Holten Centrum-Holterberg – Belevingspad (opiniërend; Ab Stegeman)
De heer CORNELISSEN zegt dat het CDA zeer positief is over het plan en verzoekt het belevingspad te laten aansluiten bij initiatieven die er al zijn op de Holterberg, zoals bij het Natuurdiorama en het Bos van Daantje Das met natuurlijke speelelementen. Het belevingspad moet niet concurrerend zijn.
Mevrouw HEUVER zegt dat Lokaal Liberaal de aandacht vestigt op het gevaar van de gelijkvloerse spoorkruising bij een hoger aantal fietsers en wandelaars. Lokaal Liberaal vindt het vreemd dat er een onderzoek moet komen naar het aantal voertuigbewegingen in het kleine Beukenlaantje.
De heer AANSTOOT zegt dat in het voorstel staat dat mensen op persoonlijke titel bij de hoofdlijnen van het ontwerp betrokken zijn geweest. Hieruit trekt het college blijkbaar de conclusie dat de organisaties waaraan deze mensen gelieerd zijn, ook positief zijn over het plan. Is dat niet wat voorbarig? Hoe is de insteek van deze organisaties?
Het college wil het Beukenlaantje sluiten voor gemotoriseerd en/of landbouwverkeer. Hoe ziet het college in dat geval ontsluiting van de landbouwpercelen op de Holterenk? Het openhouden van de spoorwegovergang Beukenlaan was juist een reden om de landbouwpercelen bereikbaar te houden.
De heer KEVELAM zegt dat hij het belevingspad een prima plan vindt. Het college kan daarmee doorgaan. De VVD maakt zich enigszins ongerust over beslispunt 2: onderzoeken of het autoverkeer en het landbouwverkeer op de Beukenlaan kan worden verminderd. Als dat neigt naar een afsluiting voor gemotoriseerd verkeer en voor landbouwverkeer, dan spreekt de VVD haar ‘njet’ daarover uit.
De heer SCHREUDER zegt dat het een goede en gewenste ontwikkeling is om allerlei zaken op de Holterberg aan elkaar te knopen. Voor de SGP zijn er nog wel twee aandachtspunten. Dat betreft het ontwerp en de vormgeving. Straks wordt er een pad gecreëerd met allerlei bijzonder objecten. Hoe denkt de wethouder het beheer te gaan regelen? Spreker wijst erop dat bij de uitvoering rekening gehouden moet worden met mogelijk vandalisme.
De app is een initiatief dat wordt ondersteund door ondernemers. Is er nagedacht over het blijven ‘voeden’ van zo’n app.
In het stuk staat dat het verkeer op de Beukenlaan moet verminderen, waardoor de levensduur van de beuken omhoog gaat. De SGP vreest, dat als er veel in de grond gegraven wordt, die beuken het loodje zullen leggen. Dat zou jammer zijn. De SGP is benieuwd naar het verkeersonderzoek en zet eveneens vraagtekens bij het afsluiten van de Beukenlaan.
De heer TIJHOF zegt dat de ChristenUnie positief staat ten opzichte van het plan en vindt dat daarmee verdergegaan kan worden. De Beukenlaan is uniek en het bewaren waard. Dat betekent niet dat alles potdicht gemaakt moet worden, maar wel: de juiste maatregelen op de juiste plek.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het met het Beukenlaantje uiteindelijk niet zo zal gaan als met oude gebouwen die eeuwen blijven staan. Dat is de realiteit.
Er zal uiteraard aansluiting gezocht worden bij bestaande initiatieven. Wat voorligt is nog niet voldragen, maar moet gezien worden als een stroomschema waarlangs het college de komende tijd gaat werken. Als daar bepaalde zaken uit naar voren komen, komt het college terug bij de raad. Het college wil in elk geval aansluiten bij het museum en alles daaromheen, zodat men elkaar versterkt.
Zorgen over de gelijkvloerse kruising heeft het college ook. Het college heeft niet de middelen gevonden voor een voetgangers-/fietstunnel. Tot die tijd blijft de bewaakte overweg bestaan.
Het college wil de zaak in kaart brengen, ook met de bewoners, recreanten en de boeren die daar hun land bewerken. Recent nog is geprobeerd in dit gebied een ruilverkaveling te houden. Voor een klein deel aan de oostkant is dat gelukt, maar het andere deel is nog niet tot uitvoering gekomen. Spreker vindt dat de denkrichting zo moet zijn, dat de belangen van partijen in elk opzicht zo optimaal mogelijk gewaarborgd blijven en dat er een extra dimensie toegevoegd wordt richting de recreatieve sector. Het behoud van de beuken die de laan vormen moet voorop staan. Materieel en machines kunnen voor een deel aangevoerd worden via het landbouwverkeer. Over het bereikbaar houden van de percelen voor het landbouwverkeer moet nog het nodige denkwerk gebeuren. Alle verkeersbewegingen moeten tegen elkaar afgewogen worden.
De VVD sprak over beslispunt 2. Als de ruimte tussen de twee rijen bomen van het Beukenlaantje gespaard moet blijven, kan gemotoriseerd geweerd worden, maar dan moet er een alternatief zijn. Dat kost geld. Theoretisch is het wellicht mogelijk. Ontwerp en vormgeving kosten geld. Het college zal proberen zo goed mogelijk de hand op de knip te houden. Anderzijds moet het wel iets moois worden.
Het ontwikkelen van apps is niet moeilijk en gaat onvoorstelbaar snel. Het beheer ervan is moeilijker. Spreker zegt dat daarmee goed omgegaan moet worden.
De heer AANSTOOT zegt dat er veel mensen geconsulteerd zijn op persoonlijke titel. Hebben die een zodanig binding met hun achterban, dat zij daarmee ook akkoord gaan?
De heer J. VAN ECK zegt dat in eerste instantie een aantal mensen hiernaar gekeken heeft, vanuit de TRH, HHV, LTO, de kunst- en cultuurgroep. Zij vertegenwoordigden op dat moment geen organisatie, mee zij hebben meegedacht vanuit de belangen van hun achterban. Afgesproken is dat bij de uitwerking teruggekoppeld wordt door deze mensen met hun achterban.
De heer AANSTOOT zegt dat het voor Gemeentebelang belangrijk is dat die mensen bij de verdere uitwerking betrokken zijn. Als dat gegarandeerd wordt, dan is dat prima.
Tweede termijn
Mevrouw HEUVER zegt dat Lokaal Liberaal zich kan vinden in het plan. De verkeersbewegingen in het Beukenlaantje mogen gereduceerd worden tot alleen aanwonenden.
De heer DE LA HAYE zegt dat er voor de aanwonenden meer dan voldoende alternatieven zijn. Deze aanwonenden hebben in dit verhaal weinig stem, volgens spreker. De percelen zijn in het algemeen via alternatieve routes te ontsluiten. Voor een of twee percelen is de bereikbaarheid problematisch. Spreker hoopt dat het college daarvoor een oplossing vindt.
De PvdA stemt in met het belevingspad en vindt dat het streven moet zijn om zo verkeersluw mogelijk te maken.
De VOORZITTER concludeert dat de overige fracties overwegend positief zijn over het plan.
10a. Ontwikkeling locatie Parkstede Rijssen (opiniërend; Ab Stegeman)
De heer DE KOE zegt dat in het voorliggend plan in 2008 een aantal zorgappartementen in de huursector en een aantal appartementen in de koopsector waren geprojecteerd. Na de sloop van Parkstede bleek er geen vraag te zijn naar de koopappartementen en is het plan van tafel gegaan. Spreker is dan ook verbaasd dat in het nu voorliggende plan de koopappartementen weer zijn opgenomen en vraagt wat er in de tussentijd is veranderd in de vraag. Daarnaast heeft spreker zich verbaasd over het verdwijnen van de zorgbestemming. Nu de vergrijzing toeneemt, is het vreemd dat er een zorglocatie verdwijnt. Op de locatie van het voormalige VVV-kantoor waren jeugdzorgplekken gepland. Dat is een heel andere strekking dan ouderenzorg.
Wat verder vragen oproept is een concurrentie met de bestemmingsplannen voor het stationsgebied, waar ook appartementen zijn gepland, en de hoek Watermolen.
De heer TIJHOF zegt dat in het oude plan 53 woningen waren opgenomen, waarvan 30 in de sociale-huursector. Die verhouding kan in voorliggend plan heel anders worden, met mogelijk zelfs maar acht sociale-huurwoningen. Spreker vraagt zich af of duidelijk is waar echt behoefte aan is of dat er wellicht een deel leegstand gecreëerd wordt.
De heer CORNELISSEN zegt dat de woningen in principe geschikt zijn en geschikt blijven voor zorg. Het plan is samen met de stationsomgeving onderdeel van de woonvisie.
Er wordt in het stuk een aantal fatale termijnen genoemd. De eerste is 1 april 2014. Dat komt spreker over als een korte termijn. Het zou jammer zijn als die eerste termijn te strak is gesteld.
De heer KEVELAM zegt dat de VVD akkoord gaat met het voorliggend plan als dat past binnen de woonvisie en als dat past qua aantal appartementen in de stationsomgeving en Watermolen.
De heer KREIJKES zegt dat het goed is dat er afspraken worden gemaakt in een anterieure overeenkomst. De gemeente moet ervoor waken te veel energie te steken in het wijzigen van bestemmingsplannen en dergelijke, omdat dat geld kost. Er moet echter op deze locatie een keer iets gebeuren nu bouw in de zorg moeilijk te realiseren is.
De heer DE KOE zegt dat er over enige tijd een tekort aan zorglocaties kan zijn en dat men dan tot de conclusie komt dat een van de mooiste zorglocaties nabij het centrum van Rijssen is opgegeven. Er moet voor gewaakt worden dit soort dingen niet zomaar weg te geven, alleen omdat het nu een lelijke plek is.
De heer KREIJKES zegt dat hij het eens is met de woorden van de heer De Koe, maar niemand kan in de toekomst kijken. Er moet inderdaad voor gewaakt worden dat er geen plekken weggegeven worden die later mogelijk nodig zijn. Spreker memoreert dat het nog niet zo lang geleden Lokaal Liberaal was die zelf vroeg naar wat er ging gebeuren met de locatie Parkstede.
De heer AANSTOOT zegt dat in het eerste plan koopappartementen in combinatie met huurappartementen werden aangeboden. In het voorliggend plan komen er waarschijnlijk alleen koopappartementen. Spreker vraagt wat de effecten daarvan zijn.
Wethouder STEGEMAN zegt dat er onmiskenbaar behoefte is aan zorg en zorgverlening en dat die behoefte zeker zal toenemen, maar dat met name de systematiek om die zorg te verlenen en te betalen onder zeer grote druk staat. De vraag is of er voor een x-aantal jaren een plek voor zorg gereserveerd moet blijven of dat er iets anders kan gebeuren met deze plek. Het voorliggend voorstel is ontstaan na overleg met Viverion. Het college is van mening dat er nu begonnen kan worden met de bouw, waarbij een strook vrij blijft voor eventueel andere bebouwing te zijner tijd. Het college neemt op de koop toe dat er niet de planologische zorgwoningen komen.
Het aantal woningen is nagenoeg gelijk met het aantal woningen dat in 2008 is vergund.
Het college heeft een aantal data aangegeven, waarover niet met Viverion is overlegd. De belangrijkste datum is de datum waarop gebouwd kan worden. Als een verschuiving in de procedures daaraan voorafgaand noodzakelijk is, dan moet daarover overlegd worden.
Er moet niet gebouwd worden voor leegstand. Daarover moeten afspraken gemaakt worden, zodat bijvoorbeeld onverkoopbare appartementen verhuurd kunnen worden.
De heer TIJHOF zegt dat er in het vorige plan meer huurappartementen dan koopappartementen waren opgenomen. Nu gaat het puur om koopappartementen, met in de toekomst wellicht nog wat sociale-koopwoningen of sociale-huurwoningen.
Wethouder STEGEMAN zegt dat in voorliggend plan huurappartementen zijn opgenomen in het blok aan de Oosterhofweg.
De heer AANSTOOT zegt dat in het verleden huur en koop aan elkaar waren gekoppeld, waardoor er een mechanisme was om de huren laag te houden.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het plan Viverion veel geld kost door de vroegtijdige sloop. Het nu voorgelegde plan vindt Viverion reëel. Het college acht het plan haalbaar, onder de gestelde condities, en stelt voor de twee voorgestelde elementen in procedure in brengen. Wat voorligt is een richting. De uitwerking moet nog volgen. De vraag aan de raad is of het college groen licht krijgt.
De heer H.J. WESSELS wijst erop dat er in elk geval minimaal acht sociale huurappartementen worden gebouwd.
De heer TIJHOF zegt dat het aantal woningen volgens de tekening 30 stuks bedraagt. In het beslispunt staat een aantal van maximaal 25.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het college heeft gezegd dat als er maximaal 25 woningen gerealiseerd kunnen worden, er medewerking wordt verleend.
De heer TIJHOF vindt dat als er 30 woningen kunnen komen, er ook 30 woningen mogen komen.
Tweede termijn
De heer DE KOE zegt dat ook Lokaal Liberaal graag wil bouwen op de locatie en dat zij ook de veranderende zorgvraag heeft geconstateerd. In het verleden heeft Lokaal Liberaal gezegd dat een deel van de locatie opgeofferd kon worden voor normale koopappartementen en dat voor een deel van de locatie zorg gerealiseerd moest worden, anders dan voorheen was geregeld in Parkstede. Parkstede was altijd goed bezet. Spreker denkt de vraag naar woonruimte op die locatie er ook nu zal zijn en vindt dat de gemeente de verplichting heeft om te zorgen voor een fatsoenlijke zorglocatie. Parkstede is uitstekend geschikt om te bebouwen, maar er moet ruimte blijven voor zorg.
De heer CORNELISSEN zegt dat boven de markt blijft hangen of er wel of geen vraag is naar zorglocaties. Wellicht kan het zorgloket duidelijk maken wat de werkelijke zorgbehoefte is.
De heer DE KOE zegt dat er in elk geval geen element meer is waarbij de gemeente kan sturen op zorg. Het laatste dat er nog was, verdwijnt uit het bestemmingsplan. Lokaal Liberaal heeft het gevoel dat de vertraging Viverion heel goed uitkwam. Het doet spreker pijn wat er nu gebeurt, maar als er iets moet gebeuren, dan moet dat met een harde vorm van zorg.
De heer KREIJKES zegt dat de SGP van mening is dat het plan in gang gezet kan worden. Ook de SGP deelt de zorg die de heer De Koe heeft geuit. In de verdere uitwerking van de plannen moet er dan ook goed rekening gehouden worden met zorgbehoeftes, zoals brede deuren, ruime badkamers en dergelijke. Als de zorgcomponent later ingevoerd moet worden, dan kan dat met een minimale financiële verplichting gerealiseerd worden.
De heer CORNELISSEN zegt dat het CDA kan instemmen met het voorstel, maar dat zij het belangrijk vindt dat de woningen geschikt blijven voor zorg. Uit de woorden van de wethouder blijkt dat de datum van 1 april nog niet met Viverion is afgesproken. Het CDA kan goed leven met de einddatum, maar vindt dat er meer data moeten zijn om de vinger aan de pols te houden.
Wethouder STEGEMAN zegt toe dat de gegevens waar de heer Cornelissen om heeft gevraagd over zorgbehoefte, doorgegeven worden via een NB.
NB.: [Bijlage 2 inzake omvang huidige vraag naar zorgwoningen
De heer TIJHOF zegt dat een Parkstede, zoals er voorheen stond met de daar gegeven zorg, niet terugkomt. Die zorg is nu niet meer betaalbaar. Het is niet fair om dat Viverion in de schoenen te schuiven. Spreker is blij dat de locatie ontwikkeld wordt, maar vindt dat er voldoende voorzieningen in het gebouw moeten komen, zodat er zorg geleverd kan worden als er een zorgbehoefte is. Er moet zo efficiënt mogelijk gebouwd worden en zo goed mogelijk gebruik gemaakt worden van deze locatie.
De heer AANSTOOT zegt dat Gemeentebelang het belangrijk vindt dat er, naar behoefte, gebouwd wordt, op deze locatie. Spreker wijst op de passage in het stuk: “Viverion realiseert in eerste instantie zelfstandige appartementen die op termijn geschikt zijn voor pleegzorg”. Gemeentebelang wil graag een bevestiging dat koop en sociale huur gehandhaafd worden, zoals ook in het eerste plan staat. Zijn fractie kan zich vinden in het plan.
De heer DE KOE vraagt wat de heer Aanstoot wil doen als er straks mensen heel fijn in Parkstede wonen, terwijl er verpleeghuisplaatsen nodig zijn.
De heer AANSTOOT zegt dat het voor Gemeentebelang voldoende is als in het stuk staat dat de woningen geschikt gemaakt worden voor zorg. Zorg zoals die in het verleden gegeven werd, kan momenteel niet geleverd worden. Verpleeghuizen lopen momenteel leeg en mensen worden gestimuleerd zo lang mogelijk zelfstandig te wonen.
De heer DE KOE zegt dat je verpleeghuisplaatsen kwijt raakt, die gebruikt hadden kunnen worden.
De heer TIJHOF merkt op dat verpleeghuisplaatsen en verzorgingstehuisplaatsen niet door elkaar gehaald moeten worden.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA akkoord gaat met het plan, waarbij levensloopbestendig bouwen van belang is. Als in de toekomst extra zorg nodig is, dan moet daarmee rekening gehouden worden bij de woningbouw. Als er in de toekomst verpleeghuisplaatsen nodig zijn, dan is de consequentie dat er misschien gezegd moet worden dat daarvoor geen ruimte meer is in deze gemeente. Spreker gaat ervan uit dat als het plan niet doorgaat, de oude bestemming weer geldt.
De heer KEVELAM zegt dat de VVD instemt met het plan. Wellicht kan er met Viverion overeenstemming worden bereikt over levensloopbestendig bouwen, al vindt spreker dat als er over enige jaren vraag is naar zorg, er dan wel een andere locatie gevonden zal kunnen worden.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie overwegend positief adviseert over het plan: er kan gebouwd worden, maar met levensloopbestendige woningen.
11. Rondvraag
De heer DE LA HAYE zegt dat enkele bewoners van het HJ Wansinktracé (gedeelte Industriestraat) hem opmerkzaam hebben gemaakt op het vele verkeer dat richting Markelo/Hengelo rijdt. Dit klopt inderdaad, omdat het verkeer op de rotonde bij de brandweerkazerne in deze richting wordt geleid. Spreker verzoekt bij het nog bij te stellen bewegwijzeringsplan te kijken of het verkeer wellicht via het Zilverzandtracé naar de rotonde bij de Rijssenseweg kan worden geleid.
Spreker refereert aan de dienstregeling van de NS 2014 en vraag het college in een notitie aan te geven of het college daarin een stem heeft gehad of dat het gedelegeerd is aan de Regio Twente of de provincie Overijssel en wat de invloed daarop van het college is geweest.
Spreker gaat in op de vergadering van 3 december van deze commissie, waarin over de stationsomgeving is gesproken en waarin hij heeft aangegeven het jammer te vinden dat de uitwerking van de stationsomgeving solitair is en niet integraal is bekeken met het stationsplein. Hij vraagt het college om een doorkijk te geven hoe het stationsplein op een later moment vorm gaat krijgen als de woningbouw en de bedrijven zijn gerealiseerd.
Wethouder STEGEMAN zegt toe de vragen met NB’s te beantwoorden.
NB.:
Bijlage 2 inzake stationsomgeving
Bijlage 3, inzake de dienstregeling NS
Bijlage 4 inzake bewegwijzering Markelo
De heer AANSTOOT refereert aan informatief stuk e. verkoop grond binnen bestemmingsplan De Kol voor de realisatie van project jongerenhuisvesting en starterswoningen. Spreker vindt dit zeer positief.
Spreker gaat voorts in op informatief stuk g. uitstel aanleg verbindingsweg Kalfstermansweide / Industriestraat en vraagt of dit geagendeerd staat voor een volgende vergadering in relatie tot AH.
De VOORZITTER zegt dat dit wel de bedoeling is.
De heer H. NIJKAMP gaat in op informatief stuk e. verkoop grond binnen bestemmingsplan De Kol voor de realisatie van project jongerenhuisvesting en starterswoningen en zegt dat ook het CDA blij is met het voorstel rondom de jongerenhuisvesting. In de stukken staat dat wanneer de appartementen voor jongeren niet doorgaan de fa. Roosdom Tijhuis in de situatie komt dat er grondgebonden starterswoningen gerealiseerd kunnen worden. De jongerenhuisvesting is gekoppeld aan een bijdrage uit het Deltaplan en spreker gaat ervan uit dat als er geen sprake is van jongerenhuisvesting die bijdrage niet wordt verstrekt.
Wethouder STEGEMAN zegt dat de bijdrage gekoppeld is aan de jongerenhuisvesting.
12. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 20.30 uur.
aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Grondgebied op 30 januari 2014
de griffier de voorzitter