Verslag CommissieMaatschDienstverlening 27 januari 2014
Soort document:Verslag
Soort vergadering:CommissieMaatschDienstverlening
Datum:27 januari 2014
Week nummer:05
Tijdstip:19.00 uur
Locatie:raadzaal
Verslag commissie Maatschappelijke Dienstverlening
datum vergadering: | maandag 27 januari 2014 |
tijdstip en plaats: | 19:00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis in Rijssen |
aanwezig: | |
voorzitter: | R.J. Cornelissen |
SGP | J. Slootweg, A.J. Scheppink, J.W. Reterink |
CDA | I. Kahraman, G.H. Kastenberg, mw. G. Tigelaar-Vruggink |
CU | B.D. Tijhof, J. van Veldhuizen, mw. W.L. Riezebos-Tessemaker |
PvdA | H.G.D. Siegerink, mw. M.J. Tijhof-Zwijnenberg, R.W. Meijerink |
GB | A.J. Aanstoot, A. Nijkamp, mw. J. Kuiper-Ruitenberg |
VVD | R. Smelt, F.W. Noordam, H.A.M. Stegehuis |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe, mw. E. Heuver-Harbers, P.C. Sjabbens |
griffier: | H.A.J. van de Vliert |
notuliste: | mw. G.B. Aanstoot-Stam |
namens het college: | J. Ligtenberg, J.J.A. ter Keurst, B. Wolterink |
ambtelijke ondersteuning: | G. Tharner |
publiek: | 21 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom bij de laatste commissievergadering van deze raadsperiode.
2. Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3. Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Verslag van de vergadering van 2 december 2013
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5. Actiepuntenlijst
De actiepunten 1 tot en met 3 zijn beantwoord. Actiepunt 4 is vanavond geagendeerd.
6. Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
7. Raadsvoorstel vaststellen Verordening Wmo 2014 (Jan Ligtenberg)
De heer RETERINK wijst op bladzijde 7, lid 5, waar staat: ”Hetzelfde geldt voor het onderzoek zoals genoemd in lid 3: het college koppelt de uitkomst van het eventuele onderzoek naar de mogelijkheden om gebruik te maken van algemene, algemeen gebruikelijk, voorliggende en/of voorliggende voorzieningen, terug naar belanghebbende”. In deze zin moet volgens spreker staan: voorliggende en/of collectieve voorzieningen. Spreker stelt hierna de volgende vragen:
- Op bladzijde 25, lid 2, staat dat jongeren ingezet worden voor allerlei hand- en spandiensten. Aan welke leeftijd van jongeren moet hierbij gedacht worden?
- Op bladzijde 26, lid 2, gaat het over een geschikte woning. Als mensen een eigen woning hebben, worden zij dan geacht hun woning te verlaten als er een geschikte huurwoning beschikbaar is?
- Op bladzijde 29 staat de zinsnede over het zich verplaatsen in en om de woning. Betreft het hier het zelfstandig kunnen verplaatsen of het verplaatsen met behulp van bijvoorbeeld thuiszorg?
De heer AANSTOOT merkt op dat hij graag in de voorliggende verordening de veranderingen had willen zien ten opzichte van de modelverordening van de VNG.
Gemeentebelang is geschrokken van de reactie van de Wmo-Adviesraad. Spreker vraagt of het klopt dat men slechts enkele weken tijd had om te reageren.
De Wmo-Adviesraad heeft laten weten zich niet te herkennen in de reactie van het college en heeft naar aanleiding daarvan nadere vragen gesteld. Spreker vraagt of het college deze vragen beantwoordt of dat wordt volstaan met de eerste reactie die is gegeven. Datgene wat de Wmo-Adviesraad schrijft vindt Gemeentebelang steekhoudend. Er moeten geen mensen tussen de wal en het schip geraken.
Mevrouw HEUVER zegt dat het grootste bewaar van de Wmo-Adviesraad was waarom er bij verstrekkingen niet gewerkt wordt met een bandbreedte, zodat burgers weten waar zij aan toe zijn en niet het gevoel krijgen met willekeur behandeld te worden. Hierna stelt spreekster de volgende vragen:
- Als vastgesteld is dat er aanpassingen gedaan moeten worden in een woning, wanneer komt dan het voorstel in beeld om mensen te laten verhuizen naar bijvoorbeeld een levensloopbestendige woning met alle voorzieningen in plaats van de eigen woning aan te passen?
- Als de indicatie is gesteld en de voorziening is beschikbaar gesteld, wat is dan het vervolgtraject? Zijn er dan controles, ijkpunten of data waarop geëvalueerd wordt?
- Vandaag is bekend geworden dat het hele beleidsvoorstel uitgesteld zal worden. Is dat bekend bij het college?
Mevrouw RIEZEBOS stelt de volgende vragen:
- Artikel 3.1 betreft de juridische status van de melding, die uitmondt in een keukentafelgesprek. Als de melding niet uitloopt op een arrangement en de burger gaat onverrichterzake naar huis, dan ziet de ChristenUnie graag dat er een document wordt aangemaakt, zodat het keukentafelgesprek toch wordt aangemerkt als de weigering van een aanvraag. De burger kan aan de hand hiervan bezwaar maken. Spreekster vraagt het college te reageren op het document dat vandaag namens de ChristenUnie naar het college is gestuurd.
- Artikel 3.2 gaat over het weigeren van een keukentafelgesprek, bijvoorbeeld wegens een afschrijvingstermijn. De ChristenUnie vraagt zich af of iets wat boekhoudkundig is afgeschreven direct aangemerkt wordt voor vervanging. Wellicht is hier een besparing mogelijk.
- Artikel 7.2.2.f gaat over voorzieningen die algemeen gebruikelijk zijn. Wat wordt hieronder verstaan? Spreekster wijst op het voorbeeld van fiets met trapondersteuning, wat een mooi hulpmiddel kan zijn, maar voor velen niet haalbaar vanwege de kosten. Is het mogelijk een financiële bijdrage te verstrekken voor een dergelijke fiets in plaats van een scootmobiel?
De heer NOORDAM vraagt op welk document, verzonden aan het college, mevrouw Riezebos doelt.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de vraagstelling betrekking heeft op keukentafelgesprekken die nergens op uitmonden. Als er van dat gesprek niets op schrift is gezet, kan men geen bezwaar maken. De heer Roosink van haar fractie heeft hiertoe een document opgesteld dat naar de wethouder is gestuurd.
Mevrouw TIGELAAR zegt dat van een aanvraag enkele onderdelen niet goedgekeurd kunnen worden. Zij vraagt zich af of er dan vertraging ontstaat.
Het CDA is van mening dat maatwerk het beste is voor de burgers en is het wat dat betreft niet helemaal eens met de Wmo-Adviesraad. De Wmo-Adviesraad is van mening dat er niet een mogelijkheid is om bezwaar aan te tekenen. Die mogelijkheid moet er wat het CDA betreft altijd zijn.
De regiotaxi is in het leven geroepen om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten reizen zonder afhankelijk te zijn van anderen. Het CDA wil deze voorziening graag overeind houden.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat in februari 2012 is gestart met de nieuwe werkwijze. Vanaf dat moment was er sprake van meldingen in plaats van aanvragen. Die meldingen hebben te maken met problemen die een betrokkene kan hebben in zijn functioneren binnen de samenleving. Daarbij is aangegeven dat er altijd een gesprek volgt, het zogenaamde keukentafelgesprek, om zo goed mogelijk de mogelijkheden en onmogelijkheden te inventariseren, zaken in kaart te brengen en met betrokkene te zoeken naar oplossingen, wat de betrokkene nog zelf kan, daarbij gebruik makend van het eigen netwerk en op welk moment een eventuele voorziening in beeld komt. In de oude situatie had met ‘recht op’, een claim. Nu gaat het om resultaat bereiken door op een ordentelijke en acceptabele manier te compenseren bij beperkingen. Samen met Hellendoorn en Twenterand is de werkwijze vertaald in voorliggende verordening en beleidsregels. Daarvoor is de modelverordening van de VNG gebruikt. De verordening is verder tot stand gekomen samen met cliëntenorganisaties, chronisch zieken en gehandicaptenorganisaties. In veel gemeenten, ook buiten Overijssel, werkt men op deze manier; men maakt onderscheid tussen melding en aanvraag.
De uitgangspunten van de nieuwe regels zijn eerder besproken met de commissie, waarbij er breed draagvlak was voor het spreken met betrokkenen over het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Vanuit de Wmo-Adviesraad is een werkgroep samengesteld, die dezelfde sessies heeft gevolgd als de gemeenteraad. De werkwijze is met praktische voorbeelden toegelicht, waarbij duidelijk is dat het gaat om maatwerk voor belanghebbende, uitmondend in een arrangement.
In de verordening zijn prestatiegebieden aangegeven en het behalen van resultaten op verschillende onderdelen. Als er compensatie door de gemeente is aangewezen, moet duidelijk zijn hoe die eruit gaat zien. Duidelijk moet zijn dat er een correct onderzoek is geweest en een motivering, zodat te zien is dat er maatwerk is toegepast. Voor de gemeente ligt er een stuk beleidsvrijheid.
Vanuit de Wmo-Adviesraad kwam met name naar voren dat de rechtszekerheid niet goed geregeld zou zijn en mogelijke onduidelijkheid over waar men recht op heeft. Juist dat laatste is de bedoeling van deze nieuwe wet: de problemen worden in beeld gebracht, waarna gekeken wordt naar oplossingen. Spreker merkt op dat elke situatie verschilt en afhankelijk is van het netwerk waarvan men gebruik kan maken. Zaken aangeven binnen een bepaalde bandbreedte is dan ook erg lastig. Wat betreft de rechtszekerheid bij arrangementen merkt spreker op dat er altijd een weerslag zal zijn van datgene wat is besproken: wat zijn de problemen, wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden. Het arrangement moet betrokkene ondertekenen en hij krijgt daarvan een afschrift.
Mevrouw Tigelaar merkt op dat een melding kan bestaan uit meerdere aanvragen. Spreker zegt dat er altijd een aanvraag kan worden gedaan. Er zijn aanvraagformulieren, waarop betrokkene zijn situatie kan aangeven. Via de Alg. Wet Bestuursrecht kan men bezwaar maken en is beroep mogelijk bij de Centrale Raad van Beroep.
De heer MEIJERINK constateert dat als men in een keukentafelgesprek niet tot een gezamenlijk arrangement komt en men wil bezwaar aantekenen, dat er dan een aanvraag ingediend moet worden. Nadat die aanvraag is afgewezen, kan men bezwaar aantekenen.
Wethouder LIGTENBERG beaamt de woorden van de heer Meijerink. Het gaat om de splitsing tussen melding en aanvraag. Er blijft een mogelijkheid tot bezwaar of beroep van een betrokkene. Elke aanvraag die wordt ingediend, wordt beoordeeld. Dat gebeurt op basis van gesprekken die dan al zijn gevoerd. Aan de andere kant kan een aanvraag worden afgewezen als een betrokkene niet meewerkt of niet de relevante vragen beantwoordt, zodat er geen goede beoordeling kan plaatsvinden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat voor de ChristenUnie de uitgangspunten voor de kanteling ‘van claim naar resultaat’ niet ter discussie staan. Men kan altijd een aanvraag indienen, waarna er mogelijkheid is om bezwaar aan te tekenen. Spreekster vraagt aandacht voor de niet-mondige burger van wie een aanvraag is afgewezen. Die burger kan tussen wal en schip vallen.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat de gemeente transparant wil zijn in de wijze waarop processen zijn georganiseerd. Als iemand zich niet in de processen kan vinden, moet hij geïnformeerd zijn over de mogelijkheid van bezwaar en beroep.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt of de Wmo-consulent dan een aanvraagformulier bij het keukentafel-gesprek zou moeten overhandigen.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat er door de betrokkene een aanvraag moet worden ingediend. Het arrangement wordt niet ter plekke opgesteld. Wel wordt er een verslag gemaakt van de keukentafel-gesprekken, waarvan men een afschrift krijgt. In die gesprekken binnen de ‘Wmo nieuwe stijl’ kan zowel de gemeente als de betrokken persoon een bepaalde visie geven op een aanvraag. In het algemeen ervaart men de gesprekken als prettig.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat het inderdaad goed is om in de gesprekken te komen tot de beste oplossing van een burger. Spreekster wil aandacht vragen voor het traject tussen de melding en een aanvraag. Er moeten geen burgers tussen wal en schip vallen, ook al is het zo dat men altijd de mogelijkheid heeft om bezwaar en beroep in te stellen als een aanvraag wordt geweigerd.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat het uiteindelijk gaat om de keuze die betrokkene maakt nadat hij volledig is geïnformeerd.
Mevrouw HEUVER zegt dat het kan gebeuren dat er geen klik is met een Wmo-consulent. Spreekster vraagt of er de mogelijkheid is, voordat een aanvraag ingediend moet worden, van een second opinion aan de keukentafel. Dat kan vaak tot goede resultaten leiden en er hoeft geen aanvraag ingediend te worden. Voor veel mensen schept dit duidelijkheid.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat het in de gesprekken gaat om ‘geven en nemen’ en om het respecteren van elkaar. Het betekent ook dat men professioneel moet reageren en duidelijk moet zijn en blijven. Het kan inderdaad gebeuren dat er geen overeenstemming wordt bereikt.
De heer NOORDAM zegt dat de kern van de woorden van mevrouw Riezebos het vangnet betreft als men er met elkaar niet uitkomt.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat als men er met elkaar niet uitkomt, de burger een aanvraag kan indienen en bij een afwijzing daartegen bezwaar en beroep kan aantekenen.
De VOORZITTER concludeert dat als dat men er tijdens het keukentafelgesprek niet uitkomst, de cliënt wordt gewezen op de mogelijkheid van het indienen van een aanvraag.
De heer AANSTOOT zegt dat het belangrijk is dat er vanuit de gemeente een actieve informatieplicht is voor dit soort situaties.
Wethouder LIGTENBERG gaat in op de vraag van Gemeentebelang over de afstemming met de Wmo-Adviesraad. De reactie van de Wmo-Adviesraad en ook de toonzetting ervan, kan op diverse manieren geïnterpreteerd worden.
De heer AANSTOOT merkt op dat hij met name geschrokken is van de geschetste situaties, die zich kunnen voordoen als de verordening wordt vastgesteld. Mogelijkheden tot bezwaar en beroep en het instellen van het zojuist genoemde vangnet zijn voor Gemeentebelang essentiële punten. De wethouder moet duidelijkheid geven over het afdekken van risico’s.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat deze kanteling een andere lading heeft dan de manier waarop in het verleden omgegaan is met het verstrekken van voorzieningen. Er mag daarbij niet iemand tussen de wal en het schip komen. Er is rechtszekerheid door de mogelijkheid tot bezwaar en beroep. “Recht hebben op” bestaat niet meer. Gemeenten moeten de compensatiegedachte invullen, waarbij zij een stuk beleidsvrijheid hebben. Voor burgers die een beperking hebben of in de problemen zitten, moeten zodanige condities geschapen worden dat zij gewoon kunnen meedoen.
De SGP stelde een vraag over het zich zelfstandig verplaatsen. Men moet die mogelijkheid hebben, in en rond de woning.
Bij het aanpassen van een woning is de grens € 5000. Als er een aanpassing wordt voorzien die flink meer kost, dan is de afweging of een betrokkene wellicht beter naar een adequate woning kan gaan.
Naar aanleiding van de vraag over leeftijd van jongeren die hand- en spandiensten moeten verrichten, wijst spreker op de stukken, waar bij de indicatie huishoudelijke hulp leeftijdsgroepen zijn aangegeven en in welke mate de jongere geacht wordt een steentje bij te dragen.
Een indicatie geldt niet voor onbepaalde tijd, maar voor een x-periode. Daarna wordt gecontroleerd of er nog aanspraak bestaat op een voorziening.
Mevrouw HEUVER vraagt of er dan opnieuw een keukentafelgesprek plaatsvindt.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat men dat zo mag noemen; er wordt nagegaan of er sprake is van gewijzigde omstandigheden.
In het voorstel dat het college heeft ontvangen van de heer Roosink van de ChristenUnie is niet veel verschil met wat het college voorstaat bij het uitrollen van het proces. De gemeente rondt de meldingsfase af met een arrangement, dat ondertekend kan worden als de partijen zich erin kunnen vinden. Wordt er niet getekend en iemand blijft onvrede houden, dan kan men een aanvraag indienen, die vervolgens regulier wordt behandeld.
De heer MEIJERINK zegt dat men in het gesprek wordt gewezen op de mogelijkheid van het indienen van een aanvraag, zodat er een basis is om in beroep te gaan. Spreker vraagt of er mogelijk een soort stroomschema uitgereikt kan worden aan cliënten, zodat men ziet hoe het proces verloopt.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat het de bedoeling is om in een gesprek zo goed mogelijk met elkaar tot overeenstemming te komen. Nuchter en helder moet aangegeven waar het om gaat.
De heer MEIJERINK zegt dat het voor betrokkenen handig is om een traject kort op schrift te krijgen, omdat men in een gesprek niet altijd alles direct goed begrijpt.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de heer Roosink een soort stroomschema heeft gemaakt. Zij hoopt dat de wethouder daar iets mee doet, zodat de burger gemakkelijk doorgeleid wordt.
De heer RETERINK vraagt of een arrangement, al dan niet ondertekend, kan dienen om bezwaar op aan te tekenen.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat in de voorfase geprobeerd wordt zoveel mogelijk relevante informatie te verkrijgen om een duidelijk en correct beeld te krijgen van wat er aan de hand is en wat de oplossing kan zijn. Spreker merkt op dat de meeste meldingen doorgaan naar een aanvraag.
Naar aanleiding van de vraag over de regiotaxi zegt spreker dat er in 2013 149 pasjes zijn afgegeven. Het is niet zo dat de regiopas op zijn eind loopt.
Van de algemeen gebruikelijke voorzieningen is een aantal voorbeelden genoemd. In de praktijk kan men daarop een beroep doen, afhankelijk van de onderverdeling.
Mevrouw TIGELAAR zegt dat zij onlangs een keukentafelgesprek heeft meegemaakt. Spreekster maakt haar compliment voor de Wmo-consulente, die uitstekend werk deed. Het arrangement werd heel duidelijk op schrift gesteld.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat er bij de keukentafelgesprekken voorzieningen aan de orde kunnen komen, waarvan een betrokkene aanvankelijk niet wist dat hij er recht op had. De Wmo-verordening is een openeinderegeling en problematieken worden breed in kaart gebracht.
Een fiets met trapondersteuning valt hoe dan ook onder “algemeen gebruikelijk”.
De heer THARNER zegt naar aanleiding van de vraag over afschrijvingstermijnen, dat de technische staat van een voorziening wordt bekeken nadat een cliënt daarvan melding doet. Als een voorziening niet kan worden gerepareerd, dan wordt de voorziening vervangen. Er wordt geen boekhoudkundige vaste termijn aangehouden, waarna een voorziening teruggehaald wordt.
De heer MEIJERINK vraagt of in tweede termijn iets kan worden gezegd over het verduidelijken van de nieuwe regels voor cliënten aan de hand van een aantal casussen.
Tweede termijn
Mevrouw HEUVER vraagt of de wethouder bekend is met uitstel van de Wmo-verordening, zoals vandaag in de Tweede Kamer is besproken.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat in de Tweede Kamer is gesproken over langdurige zorg/AWBZ, die mogelijk in 2015 ondergebracht wordt in de Wmo. Of dat uitgesteld wordt, is spreker niet bekend.
De heer KASTENBERG zegt dat het CDA zich heeft afgevraagd wat de rol van de raad is. Op veel zaken kan nu nog geen antwoord worden gegeven. Het CDA is van mening dat er een goed stuk voorligt. Zodra alles in werking treedt en er is goed zicht op hoe alles werkelijk loopt, moet aan de raad informatie wordt verstrekt: waar is juist op gereageerd, waar moest er gerepareerd worden, enzovoort. Als de raad dat weet, kan sturing plaatsvinden. Aan de voorkant blijven zitten, betekent dat de raad zich bezig houdt met hypothetische zaken, waar men niets mee opschiet.
De heer AANSTOOT zegt dat Gemeentebelang de mening van de heer Kastenberg deelt en vindt dat er een begin gemaakt moet worden met de nieuwe verordening. Het is goed om de vinger aan de pols te houden, zodat duidelijk wordt waar bijgestuurd moet worden. Als voorbeeld noemt spreker het opvragen van bouwkundige offertes, waar een termijn van 26 weken wordt genoemd. Als dat soort zaken sneller gedaan kan worden, dan moet dat gebeuren. Er moet wel zorgvuldig gewerkt worden, de rechtszekerheid moet gewaarborgd zijn, de kwetsbare mens moet geholpen worden en niet tussen de wal en schip geraken. De raad moet op de hoogte gehouden worden van ongewenste ontwikkelingen die zich voordoen.
De heer MEIJERINK verzoekt de wethouder antwoord te geven op zijn vraag over het verduidelijken van de nieuwe regels voor cliënten aan de hand van een aantal casussen.
De PvdA zal instemmen met het voorstel, maar wil nog graag een toezegging van de wethouder horen of in het keukentafelgesprek de mogelijkheid van bezwaar en beroep schriftelijk aangegeven wordt.
Spreker verzoekt de wethouder voor de raadsvergadering van 13 februari 2014 een reactie te geven op het document dat de heer Roosink heeft opgesteld.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat ook de ChristenUnie positief is over het uitgangspunt ‘in plaats van een claim naar resultaat’ en veel vertrouwen heeft in de keukentafelgesprekken. De ChristenUnie gaat ervan uit dat dat in de meeste gevallen tot een mooie maatwerkoplossing leidt.
In de verordening staat een hardheidsclausule. Die moet werkelijk gebruikt worden in schrijnende gevallen met als uitgangspunt ‘streng maar rechtvaardig’.
De ChristenUnie wil ook graag verduidelijking zien aan de hand van enkele casussen en vindt dat het stroomschema dat is opgesteld door de heer Roosink op de site en in folders komt te staan, zodat burgers goed geïnformeerd worden. Spreekster wil ten slotte graag dat de fiets met trapondersteuning op een of andere manier mogelijk gemaakt wordt, omdat dat veel goedkoper is dan de scootmobiel. Wellicht kan de wethouder het idee overnemen.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat hij geen voorstander is van het geven van voorbeelden, omdat elke situatie anders is. Spreker zegt dat de Wmo-consulenten nu twee jaar ervaring hebben opgedaan en dat zij zo goed mogelijk informatie verstrekken, ook over wat de mogelijkheden voor een cliënt zijn. Een conclusie kan bij cliënt A heel anders zijn dan bij cliënt B.
De fiets met trapondersteuning is niet aan de orde. Het is een algemeen gebruikelijk goed en komt niet voor vergoeding in aanmerking.
Mevrouw HEUVER zegt dat Lokaal Liberaal de woorden van de heer Kastenberg onderschrijft. Lokaal Liberaal heeft vertrouwen in de keukentafelgesprekken die door de Wmo-consulenten worden gevoerd. Indien nodig zal de raad tijdens de rit aan de bel trekken.
De heer MEIJERINK adviseert het voorstel als bespreekstuk te agenderen voor de raad.
De voorzitter concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel vaststellen Verordening Wmo 2014 als bespreekstuk te behandelen in de raad.
8. Raadsvoorstel huisvesting bibliotheek in plan Tusveld (Hans ter Keurst)
Wethouder TER KEURST deelt mee dat het bestuur van de bibliotheek vasthoudt aan de bezuinigingsopdracht van € 130.000, waarvan € 50.000 op huisvesting. Er is inmiddels een gesprek geweest tussen het bestuur van de bibliotheek en bouwbedrijf Wessels, dat heeft geresulteerd in een additionele verlaging van € 10.000 van de huurprijs. Daarmee heeft de bibliotheek voldaan aan de bezuiniging op huisvesting, onder de voorwaarde dat zij door de gemeente ondersteund wordt in de verhuizingsoperatie voor een bedrag van € 75.000.
De heer R. SMELT vraagt waarom de bibliotheek niet op de huidige locatie kan blijven. Daarmee wordt volgens de VVD ruim eenmalig € 125.000 bespaard. Er zou tevens stevig moeten worden onderhandeld over de huurprijs van de huidige locatie, die van 1500m² naar 900m² gaat.
De bibliotheek betaalt minder energiekosten op de huidige dan op de nieuwe locatie. Bij minder vierkante meters, wordt dat zelfs nog minder.
De heer AANSTOOT zegt dat bij de verplaatsing van de bibliotheek sprake is van afbouwkosten van € 150.000. Spreker vraagt of die kosten voor rekening zijn van de verhuurder. Wellicht betreft het hier inrichtingskosten. Spreker vraagt waarom er niet meer energie is gestopt in het behouden van de bibliotheek bij de Hoge Wal en daarvoor een lagere huurprijs af te dwingen. Als de bibliotheek vertrekt uit de Hoge Wal, heeft dat consequenties voor de gemeente?
Mevrouw TIGELAAR zegt dat het CDA blij is met de verhuizing van de bibliotheek en het voorstel ondersteunt. Spreekster vraagt waarom de bibliotheek in de nieuwe locatie meer energiekosten betaalt dan in de huidige locatie.
De raad heeft een brief ontvangen van de speel-o-theek, die momenteel ondergebracht is in de bibliotheek en niet meer past binnen de nieuwe locatie. Spreekster vraagt of het college bereid is mee te denken over een passende en betaalbare ruimte.
De heer SLOOTWEG zegt dat de SGP akkoord is met het voorstel. Het gaat om een bedrag van € 75.000 voor de gemeente. De bibliotheek voldoet aan de bezuinigingsopdracht.
De heer VAN VELDHUIZEN laat weten dat de ChristenUnie graag instemt met het voorstel en het handhaven van de bezuinigingtaakstelling.
Wethouder TER KEURST zegt dat de speel-o-theek nu onderhuurder is in de bibliotheek. In de nieuwe setting zal er voor de speel-o-theek geen plek meer zijn. Een mogelijke optie is een ruimte in Het Honk, dichtbij de bibliotheek. Het college wil daarover meedenken.
Ongeveer twee jaar geleden is door de VVD geopperd de bibliotheek in het kader van bezuinigingen te laten verhuizen naar een andere locatie, bijvoorbeeld in het gemeentehuis. Uiteindelijk is dat niet doorgegaan o.a. in verband met huur van meerdere verdiepingen. Er is daarna gekeken naar diverse andere locaties. Uiteindelijk is locatie Tusveld in beeld gekomen. Er bleef echter voor de bibliotheek een gat van € 10.000. Na onderhandelingen door de bibliotheek met Wessels is de huurprijs met € 10.000 verminderd en is afgesproken dat Wessels een groot deel van de overige kosten voor zijn rekening neemt; het gebouw wordt namelijk casco opgeleverd. Het restant van de kosten is voor rekening van de bibliotheek. Men kan daarvan BTW terugvragen. Alle potjes van de bibliotheek staan na de inrichting op nul. De € 75.000 eenmalig van de gemeente heeft men hard nodig. Blijven op de huidige locatie met minder vierkante meters is niet bespreekbaar, omdat het een zeer incourante vleugel is, waarmee men verder niets kan doen.
De bibliotheek wordt op de huidige plek van onderuit verwarmd door de winkels. Op de nieuwe locatie zal men zelf voor verwarming moeten zorgen. Vandaar de hogere energiekosten.
In de nieuwe locatie moet de vloer opgehoogd worden vanwege het verval van meer dan een halve meter, de achteringang en de zij-ingang moeten aangepast worden, er moet een technische installatie komen en de bibliotheek moet heringericht worden. Dat overwegende, heeft het college besloten in te stemmen met het bedrag van eenmalig € 75.000.
Tweede termijn
De heer SIEGERINK deelt mee dat de PvdA instemt met het voorstel. Het is duidelijk hoe de partijen met elkaar aan tafel hebben gezeten en wat er allemaal geregeld is.
De heer DE KOE zegt dat Lokaal Liberaal akkoord gaat met het voorstel. Het is een goede invulling van de ruimte in combinatie met het plein. Een locatie op de begane grond biedt goede mogelijkheden voor de toekomst. De bibliotheek voldoet aan de doelstelling. Spreker vindt het begrijpelijk dat de gemeente een bepaalde bijdrage doet om de verhuizing te realiseren.
De heer AANSTOOT herhaalt zijn vraag over eventuele verplichtingen voor de gemeente bij vertrek van de bibliotheek uit de Hoge Wal.
Wessels levert een casco gebouw af voor de bibliotheek en draagt € 150.000 bij aan de afbouw. Het is goed dat de bibliotheek een meer centrale plek krijgt. Gemeentebelang begrijpt dat er niet een nog lager bedrag uit de onderhandelingen kon voortkomen en stemt daarom in met het voorstel.
De heer R. SMELT zegt dat de VVD niet meegaat in de uitleg over de energiekosten. De gemeente draagt € 75.000 bij en de bibliotheek draagt € 50.000 bij.
De heer DE KOE merkt op dat er ook een besparing is van € 50.000 per jaar.
De heer R. SMELT zegt dat de VVD desondanks akkoord gaat met het voorstel.
Wethouder TER KEURST zegt dat de huurovereenkomst in de Hoge Wal is aangegaan door de bibliotheek. Spreker heeft begrepen dat de dubbeling in de huur, het jaar verschil dat er nog is aan huur, ook door Wessels wordt gecompenseerd.
De heer AANSTOOT zegt dat daarmee ook Gemeentebelang akkoord gaat met het voorstel.
De voorzitter concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel huisvesting bibliotheek in plan Tusveld als hamerstuk te behandelen in de raad.
9. Tussentijdse evaluatie Wmo beleidsplan 2011-2014 (o.v.v. SGP en CU)
De heer SCHEPPINK zegt dat om agendering van dit onderwerp is verzocht, omdat de SGP een regelmatige, tussentijdse evaluatie van de Wmo op prijs stelt.
In het evaluatieverslag staan enkele belangrijke punten, zoals:
- De relatie met kerken en andere maatschappelijke instellingen en met de ZAT-teams; daarvan is
minder dan 45% gerealiseerd. Op deze onderwerpen mag wat meer ‘gas gegeven’ worden.
- Betere afstemming op het minimabeleid/vangnetfunctie Wmo: daar is nog niets aan gedaan.
Met name de rode en de oranje punten moeten nog eens goed bekeken worden en geprobeerd moet worden de achterstand daarop in te halen.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat ook de ChristenUnie de tussentijdse evaluatie wil handhaven. Van de 59 aandachtspunten is nog maar eenderde gerealiseerd. Tweederde deel moet nog gerealiseerd worden in het laatste jaar. Spreker verzoekt het college de raad op de hoogte te houden.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat het college goed kijkt naar de aandachtspunten en zich met volle energie richt op de genoemde punten in de kleurstelling. De vertraging heeft met name te maken met prioriteitstelling in het Deltaplan. Het is de bedoeling eind 2014 te komen met een eindevaluatie.
De heer VAN VELDHUIZEN blijft van mening dat een tussentijdse rapportage niet te veel gevraagd is.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat hij daarmee instemt als daarvoor aanleiding is. Het college streeft ernaar dat alles in 2015 is gerealiseerd, maar dat er diverse maatschappelijke ontwikkelingen voorbij kunnen komen, waarop geacteerd moet worden.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de raad een duidelijk overzicht heeft gekregen. Opstellen van een rapport over een half jaar kost niet veel moeite. Eind 2014 komt er dan een eindevaluatie.
Wethouder LIGTENBERG neemt de opmerking van de heer Van Veldhuizen mee.
De heer SCHEPPINK zegt dat ook de SGP hecht aan een tussentijdse evaluatie, zodat de laatste stand van zaken nog een keer besproken kan worden.
Mevrouw HEUVER zegt dat zij de gestelde vragen niet goed begrijpt. In het stuk staat: “Uit de tussentijdse evaluatie blijkt dat wij goed op koers liggen bij de invoering van het Wmo-beleidsplan.”
Wethouder LIGTENBERG zegt dat beide fracties hebben gevraagd wat de stand van zaken is. Het college vindt dat de gemeente goed op koers ligt.
De heer TIJHOF zegt dat de ChristenUnie een andere mening heeft en daarom over een half jaar een tussentijdse evaluatie wil.
De heer STEGEHUIS zegt dat ook de VVD een halfjaarlijkse terugkoppeling wil. Liever op tijd bijgestuurd dan achteraf gecorrigeerd.
De VOORZITTER zegt dat de wethouder het verzoek meeneemt.
10. Rondvraag
De heer NOORDAM zegt dat in de werkbegroting van Soweco staat, om leegstand te verminderen, dat gebouwen worden verhuurd. De corebusiness van Soweco kan daardoor verhuur en onderhoud van verhuurde ruimtes worden. Dat is niet de doelstelling van Soweco. Wat is de mening van de wethouder daarover?
Wethouder TER KEURST zegt dat de GR deze opdracht heeft verstrekt aan de NV om tegen minimale kosten – lees: minimaal bijdragen van participerende gemeenten in de tekorten van Soweco – te voorzien in een adequate bedrijfsvoering. Geconstateerd is dat gebouwen of delen van gebouwen leegstaan. Een aantal delen is inmiddels verhuurd, zodat men de verliezen dempt. Het is de bedoeling de kantoortoren op te delen en onder te verhuren aan kleine ondernemingen. In verband met detachering naar gemeenten zullen er meer gebouwen leegstaan, die men wil laten renderen door verhuur. Het zou mooi zijn zoveel mogelijk gebouwen te verkopen zodra de economie aantrekt.
De heer AANSTOOT zegt naar aanleiding van informatief stuk a, onderwijshuisvestingsprogramma 2014, dat de aanvraag van de Haarschool Holten is doorgeschoven tot na de planperiode van 2018. Volgens spreker is het nu echter een goed moment om de leerlingen tijdelijk onder te brengen in de voormalige Holterenkschool. Hij vraagt waarom dit onderdeel uit het programma is gehaald.
Wethouder WOLTERINK antwoordt dat de aanvragen van de Haarschool niet noodzakelijk waren. Bovendien was het bekostigingsplafond niet toereikend. Berekend is dat met wachten tot 2018 de tijdelijke huisvesting in de Holterenkschool in 2018 is terugverdiend.
De heer VAN VELDHUIZEN verzoekt informatief stuk a, onderwijshuisvestingsprogramma 2014, te agenderen voor de volgende commissievergadering.
De heer KASTENBERG zegt dat hij teleurgesteld is dat het niet gelukt is alle HBC-scholen uit de gemeente weg te krijgen, terwijl dit een streven was dat 14 jaar geleden is ingezet.
Wethouder WOLTERINK deelt de teleurstelling van de heer Kastenberg.
11. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 20.25 uur. Hij dankt de commissie voor de goede samenwerking in de afgelopen vier jaar.
aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Maatschappelijke Dienstverlening op 8 april 2014
de griffier de voorzitter