Verslag Raad 13 februari 2014
Soort document:Verslag
Soort vergadering:Raad
Datum:13 februari 2014
Week nummer:07
Tijdstip:19.30 uur
Locatie:raadzaal
Datum vergadering: 13 februari 2014
Tijdstip en plaats : 19:30 uur in de raadzaal in Rijssen
aanwezig: | |
voorzitter: | A.C. Hofland |
SGP | B. Beens, drs. E.G. Bosma, G. Kreijkes, J. Slootweg, A. Kamphuis, A.J. Scheppink, J. Schreuder |
CDA | drs. I. Kahraman, H.J. Nijkamp, G.H. Kastenberg (tot 20.40 uur), R.J. Cornelissen, mw. G. Tigelaar-Vruggink |
CU | B.D. Tijhof, J. Berkhoff, J. van Veldhuizen, mw. W.L. Riezebos-Tessemaker |
PvdA | R.M.C. de la Haye, H.G.D. Siegerink, mw. M.J. Tijhof-Zwijnenberg |
GB | A.J. Aanstoot, A. Nijkamp, mw. J. Kuiper-Ruitenberg |
VVD | A.J. Kevelam, R. Smelt |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe |
griffier: | drs. H.A.J. van de Vliert |
notulist: | mw. G.B. Aanstoot-Stam |
namens het college: | J.J.A. ter Keurst, J. Ligtenberg, J.A. Stegeman, mr. B. Wolterink |
secretaris: | A.C. van Eck |
pers: | 1 |
publiek: | 47 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering met het ambtsgebed.
Als beginnummer voor hoofdelijke stemming wordt getrokken nummer 11, de heer De Koe.
2. Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3. Vaststellen agenda
De heer AANSTOOT verzoekt agendapunt 7, raadsvoorstel huisvesting bibliotheek in plan Tusveld, te verplaatsen van de hamerstukken naar de bespreekstukken.
De heer BEENS verzoekt om agendering van een motie vreemd aan de orde van de dag.
De heer KAHRAMAN verzoekt een punt aan de agenda toe te voegen inzake problemen die zijn ontstaan bij RealWork.
De heer SCHEPPINK verzoekt agendapunt 16, vaststellen verordening Wmo, naar voren te halen op de agenda.
De heer DE LA HAYE zegt dat de fractie van de PvdA zich niet heeft voorbereid op een discussie over de problemen bij RealWork en daarom moeite heeft met dit verzoek om agendering.
De VOORZITTER stelt voor agendapunt 7 te behandelen als eerste bespreekpunt en vervolgens agendapunt 16 te behandelen. Aan de agenda wordt toegevoegd de motie vreemd aan de orde van de dag.
Spreker stelt voor over RealWork een informatie-uitwisseling te laten plaatsvinden. Er worden geen besluiten genomen. Het onderwerp kan geagendeerd worden voorafgaand aan de behandeling van de motie vreemd aan de orde van de dag.
De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld.
4. Vragenuur
Er zijn geen vragen binnengekomen.
5. Notulen en besluitenlijst van 19 december 2013
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de notulen en de besluitenlijst vast.
6. Ingekomen stukken - mededelingen
Mededelingen
De heer KAHRAMAN deelt mee dat in de regioraadsvergadering van 12 februari 2014 is gesproken over de heroriëntatie op de Twentse samenwerking. De regioraadsvoorzitter refereerde aan de informatieve sessie die in Hengelo is gehouden en merkte op dat de inbreng van die sessie meegenomen wordt in het advies dat naar de raden gaat. Door Twenterand werd de vraag gesteld of ook de inbreng uit het overleg van de colleges, dat plaatsgevonden heeft in Almelo, zou worden meegenomen. Spreker heeft laten weten dat hij het vreemd vond dat hij niet op de hoogte was van beraadslagingen van de colleges en gezegd dat er in Rijssen-Holten een debat is gevoerd in de commissie ABZM op 27 januari 2014. Van dit debat heeft spreker een terugkoppeling gegeven.
Wethouder LIGTENBERG vult aan dat de voorzitter van de regioraad heeft gezegd dat raden en colleges eigenstandige bevoegdheden zijn en qua positie eigen opinies vormen. De vergadering van de commissie ABZM is gehouden na de sessie in Almelo, waar de colleges bijeen zijn geweest. Spreker gaat ervan uit dat punten uit die sessie worden verwerkt.
De VOORZITTER zegt dat het verslag van de commissie ABZM van 27 januari 2014 toegestuurd wordt aan de Regio Twente, zodat er geen misverstand is over de opvatting die in de gemeente Rijssen-Holten hierover leeft.
Ingekomen stukken
De heer AANSTOOT verzoekt op de hoogte gehouden te worden van de afdoening van brief u van de fam. Grobben te Holten betreffende de stationsomgeving Holten.
De heer SIEGERNK verzoekt de reactie van het college op punt dd, de brief van de Sportraad, aan de raad te doen toekomen.
De VOORZITTER zegt dat het college de afschriften van de reacties op de brieven onder u en dd aan de raad doet toekomen. Het is verder aan de raad te bepalen of zij die willen agenderen.
De heer KEVELAM zegt dat de brief van de Sportraad mede is gericht aan de raad en dat daarin om een reactie is gevraagd.
De VOORZITTER zegt dat individuele fracties zelf kunnen reageren op de brief van de Sportraad.
Zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de afdoening van de ingekomen stukken overeenkomstig het voorstel vast, waarbij is toegezegd de raad op de hoogte te stellen van de reactie van het college op de brieven genoemd onder punt u en punt dd.
8. Raadsvoorstel vaststellen wijzigingen verordening op de commissies 2010 (Arco Hofland)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
9. Raadsvoorstel vaststellen wijzigingen verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning (Arco Hofland)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
10. Raadsvoorstel WT4 samenwerking (Arco Hofland)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
11. Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan "Buitengebied Holten, rood voor rood met ontmenging, Beumersteeg 5 te Holten" (Ab Stegeman)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
12. Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan Kern Holten, Park & Nature/Park & Ride (Ab Stegeman)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
13. Raadsvoorstel beschikbaar stellen krediet voor de realisering van de Park & Nature/Park & Ride (Ab Stegeman)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
7. Raadsvoorstel huisvesting bibliotheek in plan Tusveld (Hans ter Keurst)
(De heren Bosma en Kahraman nemen niet deel aan de beraadslagingen.)
De heer AANSTOOT zegt dat er na behandeling in de commissie MDV van 27 januari 2014 van de voorgenomen verplaatsing van de bibliotheek in Rijssen naar plan Tusveld informatie is ontvangen, die ruimschoots voor die vergadering in dit huis bekend was. Dat werpt voor Gemeentebelang een ander licht op de zaak en zij heeft daarover de volgende vragen gesteld op 9 februari 2014.
- Zijn er voorafgaand aan de commissievergadering van 27 januari 2014 gesprekken en/of
serieuze onderhandelingen gevoerd door de bibliotheek en/of gemeente over het verlagen van de huurprijs met Dulvast Beheer, c.q. Elizen Vastgoed Groep, de huidige eigenaar van de Hoge Wal?
- Heeft Dulvast voor de commissievergadering van 27 januari 2014 aangegeven dat het
huurbedrag verlaagd kan worden?
- Op welke datum heeft Dulvast het voorstel gedaan zoals in de brief verwoord is en wanneer is de gemeente daarover geïnformeerd?
- Wat is de visie van het college op de nu beschikbare besparingsmogelijkheden?
- Waarom zijn de commissie- en raadsleden tot op heden niet geïnformeerd over een voorstel tot
huurverlaging?
Naar aanleiding van de collegebeantwoording van 11 februari 2014 stelt spreker een aantal vragen.
Het college concludeert dat er serieuze onderhandelingen zijn gevoerd tussen de bibliotheek en Dulvast. Gemeentebelang heeft in de commissie MDV van 27 januari 2014 gevraagd of er werkelijk alles aan is gedaan om het laagste bod te verkrijgen van Dulvast. Naar nu blijkt lag er al op 21 januari 2014, mondeling, en op 22 januari 2014, schriftelijk, een 47% lagere huurprijs. Het college geeft in zijn beantwoording aan dat het lagere finale bod van Dulvast is aangeboden per brief van 7 februari 2014. Op 21 januari 2014, ruim voor de commissievergadering, had het college echter kennis genomen van het sterk verlaagde, weliswaar mondelinge, bod van Dulvast, zijnde een huurverlaging van € 62.500 ofwel een korting van 47% op de huidige huursom. Dit aanbod werd op 22 januari 2014 schriftelijk aan de bibliotheek kenbaar gemaakt. Het college is dus, mondeling of schriftelijk, op 21 januari 2014 geïnformeerd over het nieuwe bod. Die informatie heeft het college verkregen via de bibliotheek.
Door meerdere fracties is gevraagd waarom er niet meer energie is gestoken in de onderhandelingen met Dulvast. Het college antwoordde daarop dat er op een faire en zorgvuldige wijze met Dulvast is onderhandeld. De wethouder wist echter op dat moment dat er een gigantisch verlaagd aanbod van Dulvast lag. Gemeentebelang heeft hier grote problemen mee en vindt dat het college niet kan volhouden dat alles uit de onderhandelingen is gehaald.
Spreker vraagt of de toevoeging dat het aanbod van Dulvast pas van kracht zou worden als de deal met Wessels niet zou doorgaan, een voorwaarde is die Dulvast heeft gesteld. Of is dit een interpretatie van de bibliotheek, die het aanbod mogelijk pas wilde overwegen als men met Wessels niet tot overeenstemming kwam.
In de collegebeantwoording is aangegeven een betrouwbare overheid te willen zijn en blijven. Dat betekent volgens spreker een overheid die, zowel extern en intern, transparant moet zijn. Hij vraagt of het college van mening is dat het voldoende transparant is geweest in het verstrekken van alle relevante informatie aan de commissie MDV op 27 januari 2014. Voorts vraagt spreker of het sterk verlaagde huuraanbod, waar het college op dat moment weet van had, niet had moeten worden gemeld toen de discussie werd gevoerd of de bibliotheek op de huidige locatie kon blijven of verplaatst zou moeten worden. Spreker vraagt of het college zijn mening deelt dat de bezuinigingstaakstelling van de bibliotheek ruimschoots kan worden gerealiseerd zonder verplaatsing, dus zonder een bijdrage van € 75.000 gemeenschapsgeld.
Wethouder TER KEURST zegt dat het college op 21 januari 2014 geen kennis had van de hoogte van het bedrag dat is gemeld bij brief van 7 februari 2014 door Dulvast. Mevrouw Pennewaard, directeur van de bibliotheek, heeft aan het eind van een gesprek op 21 januari 2014 meegedeeld dat zij een mondeling bod had ontvangen van Dulvast. Zij heeft daarbij niet de hoogte van dat bod genoemd.
De heer AANSTOOT zegt dat hij in zo’n situatie verwacht dat het college doorvraagt naar de hoogte van dat bedrag, vooral omdat het gemeenschapsgeld betreft.
Wethouder TER KEURST zegt dat de directeur van de bibliotheek de hoogte van het bod niet heeft genoemd en dat hij er op dat moment niet over heeft nagedacht ernaar te vragen. Zij heeft gezegd dat zij de volgende dag met Wessels zou spreken over het realiseren van de € 50.000 taakstellende bezuiniging.
Wat spreker teruggekoppeld heeft gekregen van de directeur van de bibliotheek is dat er in of net na de zomer contact is opgenomen met Dulvast, waarbij is aangegeven dat er € 50.000 structureel moest worden bezuinigd en dat de bibliotheek in gesprek was met de Citadel en Wessels. De Citadel viel af, omdat de huurprijs te hoog was. In gesprekken met Wessels, die duurden tot de kerst 2013, kwam men niet verder dan € 40.000 structurele korting op de huurprijs en een aanzienlijke korting op de afbouwkosten. Met dat gegeven is de bibliotheek naar de gemeente gegaan. Het college heeft daarop besloten dat de € 40.000 structurele korting alsmede de gevraagde € 100.000 niet acceptabel was, omdat de bibliotheek voorbij was gegaan aan het feit dat men BTW, afgerond € 25.000, terug kon krijgen. Het college bleef bij het standpunt dat voldaan moest worden aan de € 50.000 structurele taakstelling en dat het college, onder goedkeuring van de raad, bereid was € 75.000 te voteren.
Op 21 januari 2014 heeft de directeur van de bibliotheek, na de toelichting van spreker op het standpunt van het college, een mondeling bod van Dulvast gemeld en gezegd dat zij op 22 januari 2014 met Wessels een gesprek zou voeren om de € 50.000 alsnog te behalen. Wat spreker kwalijk genomen kan worden is dat hij op dat moment niet zo alert is geweest om bij de directeur van de bibliotheek naar de hoogte van het bedrag te vragen.
Spreker refereert aan de mail voor die de betreffende afdeling heeft ontvangen van de directeur van de bibliotheek op 22 januari 2014: “Vanochtend hebben Henk Roosink en ik gesproken met een vertegenwoordiging van Bouwbedrijf Wessels en makelaar Snijders. We hebben aangegeven dat we de bezuiniging van € 50.000,- op huisvesting moeten realiseren. Een extra bezuiniging op de huurprijs van € 10.000 is voor ons noodzakelijk. Alternatief voor ons is dat we in de Hoge Wal blijven. Elizen Vastgoed heeft ook aangegeven dat de huurprijs aanzienlijk verlaagd kan worden. Resultaat van die onderhandeling is dat de huurprijs nog eens met € 10.000 wordt verlaagd. De bezuiniging op huisvesting is gerealiseerd. We maken nog één voorbehoud en dat is dat de Raad akkoord gaat met een éénmalige bijdrage van € 75.000,- op de inbouwkosten.” Spreker heeft naar aanleiding van deze mail geconstateerd dat de door de raad opgestelde taakstelling ten aanzien van de huisvesting was gerealiseerd. Dat was voor hem voldoende.
De heer Aanstoot suggereert dat de gemeente de onderhandelingen heeft gevoerd. Dat is niet waar.
Spreker is van mening dat er voldoende is gecommuniceerd. Wat hem kwalijk genomen mag worden, is dat hij niet heeft doorgevraagd. Voor hem was het halen van de taakstelling belangrijk.
Over de vraag van Gemeentebelang of het college haar mening deelt dat verplaatsing niet nodig is, zegt spreker dat het college geen moment heeft nagedacht, ook niet naar aanleiding van de brief van Dulvast, dat er een ander besluit genomen moest worden. Er is door de bibliotheek lang en stevig onderhandeld met als uitkomst dat voldaan kon worden aan de taakstelling. Daarmee was het college bereid de raad voor te stellen € 75.000 beschikbaar te stellen voor de verhuizing. Dat er op het laatste moment iemand komt, die jarenlang niet heeft ‘bewogen’, is ‘mosterd na de maaltijd’.
Tweede termijn
De heer AANSTOOT zegt dat de wethouder geen nieuwe feiten heeft genoemd, maar wel zegt dat hij eigenlijk had moeten doorvragen naar de huurprijs. Dat de verhuurder pas laat in actie is gekomen, hoort volgens spreker bij het spel. Op 27 januari 2014 had alle informatie op tafel moet liggen, ook het aanbod van de verhuurder, zodat de commissie een integrale afweging had kunnen maken.
De heer H. NIJKAMP zegt dat de speel-o-theek nu onderhuurder is van de bibliotheek. Door de wethouder is in de commissie daarover gezegd dat het college meedenkt. Gezien de nu voorliggende situatie kan de speel-o-theek op haar huidige locatie blijven.
De heer DE LA HAYE concludeert dat de taakstelling van de bibliotheek is gehaald. De verhuurder is laks geweest en heeft te laat een aanbod neergelegd. Dat aanbod was niet compleet, want de servicekosten van ongeveer € 12.000 zijn niet meegenomen. Het contract voor de locatie Tusveld heeft de zegen van de fractie van de PvdA.
De heer AANSTOOT zegt dat € 12.000 servicekosten een indicatief bedrag is. In Tusveld zullen er veel hogere, extra energielasten zijn.
De heer KEVELAM zegt dat er nu een aanbod ligt waarbij 1500m² voor een aanmerkelijk lager bedrag kan worden gehuurd voor de komende jaren. Daarmee kan de bibliotheek aan de taakstelling voldoen. Voor de verhuizing zou de raad € 75.000 extra eenmalig beschikbaar moeten stellen. Dat geld kan de gemeente in de zak houden en de speel-o-theek kan blijven op de huidige locatie. Spreker vraagt zich af waarom de raad nu zou instemmen met voorliggend voorstel. Hij stelt voor het agendapunt terug te verwijzen naar de commissie, om alle ‘ins and outs’ zorgvuldig af te wegen. De commissie adviseert de raad. Hoe dat advies eruit zal zien, is nog niet te zeggen.
De VOORZITTER zegt dat de heer Kevelam een voorstel van orde doet om het agendapunt te verdagen.
De heer SCHEPPINK verzoekt om een schorsing.
Schorsing van 20.02 tot 20.18 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering. Aan de orde is het verzoek om het voorstel te verdagen.
De heer SCHEPPINK zegt dat de fractie van de SGP een nieuw voorstel van orde wil indienen. Zij wil een knip leggen tussen de politieke behandeling en de inhoudelijke behandeling.
De VOORZITTER zegt dat eerst gestemd wordt over het ordevoorstel om het voorstel aan te houden.
Spreker concludeert dat het ordevoorstel om het agendapunt aan te houden, is verworpen. Voorgestemd hebben de fracties van VVD en Gemeentebelang. Tegengestemd hebben de fracties van SGP, CDA, ChristenUnie, PvdA en Lokaal Liberaal.
Tweede termijn, vervolg
De heer SCHEPPINK verzoekt opnieuw om een voorstel van orde in te mogen dienen om eerst de politieke behandeling te doen. De inhoudelijke behandeling kan later volgen.
De VOORZITTER zegt dat het geven van een politiek oordeel en later bezien of alle feiten en omstandigheden op tafel zijn geweest, onzorgvuldig op hem overkomt. Als de SGP het gevoel heeft dat zij niet beschikt over alle feiten en omstandigheden, dan had zij moeten meestemmen met het eerste voorstel van orde.
De heer SCHEPPINK heeft begrip voor de uitleg van de voorzitter en vervolgt zijn termijn.
Niet de raad, maar de bibliotheek zelf gaat over de huisvesting. Spreker heeft de indruk dat de focus bij de bibliotheek altijd gericht is geweest op Tusveld en dat de optie om te blijven op de huidige locatie niet meer in beeld was. Spreker vraagt het college of de bibliotheek voldoet aan het bezuinigingspakket als zij blijft op de huidige locatie en of dat voordeliger is voor de gemeente.
Volgens het voorstel voldeed de bibliotheek aan de bezuinigingstaakstelling. De raad moest echter nog wel € 75.000 voteren. Als het bod van de verhuurder door de wethouder was gemeld in de commissievergadering, had er een wezenlijk andere discussie plaatsgevonden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat in de collegebeantwoording staat dat er een bod onder voorwaarde is gedaan: als de bibliotheek niet tot overeenstemming zou komen over plan Tusveld, zou er een aanbod zijn. De bibliotheek kwam wel tot overeenstemming over plan Tusveld, dus was er geen aanbod. Spreekster vraagt de wethouder dit te verduidelijken en aan te geven dat als er inderdaad een aanbod lag, wat dat in grote lijnen inhield.
Mevrouw TIJHOF vraagt evenals mevrouw Riezebos een reactie van het college: kwam het bod van Dulvast nadat de overeenkomst was gesloten met Wessels?
De heer H. NIJKAMP zegt dat hij antwoord wil krijgen op de essentiële vraag of Dulvast of het bestuur van de bibliotheek die voorwaarde heeft gesteld.
Wethouder TER KEURST zegt dat de speel-o-theek 30m² huurt voor € 1700 per jaar. In het huidige plan Tusveld is geen plek voor de speel-o-theek en moet er een andere oplossing worden gezocht.
Vanavond maakt de raad zijn afweging. Er is aan de zijde van de bibliotheek één ontbindende voorwaarde: de gemeente stelt eenmalig € 75.000 beschikbaar.
Spreker zegt dat hij misschien, achteraf gezien, inderdaad had moeten doorvragen naar het bod. De directeur van de bibliotheek heeft niet gezegd, mondeling noch schriftelijk, hoe hoog het bod was. Overigens is een mondeling bod, zonder nadere invulling over de duur ervan, geen bod.
Naar aanleiding van de zojuist gestelde vragen over een bod onder voorwaarde, zegt spreker dat hij die voorwaarde niet heeft gesteld. Hij heeft de directeur van de bibliotheek gevraagd te mailen hoe het proces met Dulvast is verlopen. In de mail gaf zij aan dat wanneer de deal met Wessels niet rond zou komen, er een bod lag van Dulvast. Spreker heeft teruggekoppeld gekregen dat de bibliotheek voor kerst 2013 een principeakkoord had met Wessel onder twee voorwaarden. De gemeente zou de € 50.000 structureel moeten verlagen naar € 40.000 structureel en er zou € 100.000 incidenteel moeten worden bijgepast.
De bibliotheek ging op 22 januari opnieuw in onderhandeling en Wessels ging akkoord met € 10.000 extra structureel. De bibliotheek is van mening dat zij daardoor gebonden is aan Wessels tenzij - dat is de ontbindende voorwaarde – de gemeenteraad niet instemt met € 75.000 incidenteel voor de verhuizing. Stemt de raad wel in, dan kan de bibliotheek verhuizen naar plan Tusveld.
De heer KAMPHUIS zegt dat de vraag is gesteld of de wethouder sowieso had moeten melden aan de commissie dát er een bod was.
Wethouder TER KEURST zegt dat hij zich heeft gefocust op de opdracht van de raad: € 50.000 structureel. Hij heeft zich daarbij gericht op de uitkomst van de onderhandelingen met de bibliotheek en zich niet gerealiseerd dat hij de commissie alle ‘in and outs’ had moeten melden. Hij had niet de kennis, niet op schrift en niet van Dulvast zelf, dat er een bod was gedaan dat wezenlijk anders was dan het bereikte resultaat. Als hem dat bekend was, dan had hij dat gemeld.
De heer DE KOE vraagt of het klopt dat er tussen de zomer en eind 2013 meerdere malen is gesproken met Dulvast over verlaging van de huur en dat die gesprekken niet geslaagd zijn.
Wethouder TER KEURST zegt dat die conclusie klopt in het traject tot en met 14 januari 2014. Uit de mail van de directeur van de bibliotheek heeft spreker begrepen dat zij op 20 januari 2014 heeft gebeld met Dulvast om druk te zetten en te zeggen, onder de ontbindende voorwaarde dat er geen deal was met Wessels, dat het mondelinge aanbod van Dulvast zou gelden.
De heer AANSTOOT vraagt wie die ontbindende voorwaarde heeft gesteld. Op 21 januari 2014 is het aanbod gedaan voor de huurkorting van € 62.500. Op 22 januari 2014 is dat nog eens bevestigd met de toevoeging dat de ingangsdatum 1 januari 2015 is. Ook het laatste contractjaar gaat die huurkorting dus in. Als de wethouder doorgevraagd had, had dit zakelijk afgehandeld kunnen worden.
Wethouder TER KEURST zegt dat hij geen partij is geweest in de onderhandelingen. Spreker zegt dat het verstandiger was geweest door te vragen. Dat heeft hij niet gedaan. Hij heeft teruggekoppeld gekregen dat de bibliotheek zich gebonden acht aan Wessels. Spreker weet niet of de ontbindende voorwaarde is gesteld door Dulvast of door de bibliotheek, omdat hij niet de onderhandelingen heeft gevoerd, niet betrokken is geweest bij welk aanbod dan ook en geen kennis heeft van de manier waarop het proces is gelopen. Het is ook niet te herleiden uit gevoerde gesprekken of uit de verklarende mail van de directeur van de bibliotheek.
De heer AANSTOOT zegt dat de directeur van de bibliotheek verantwoordelijk is voor de huisvesting van de bibliotheek. De wethouder had echter de informatie boven tafel moeten krijgen voor het voeren van een integrale discussie in de commissie op 27 januari 2014.
Wethouder TER KEURST zegt dat hij het niet met de heer Aanstoot eens is. De opdracht was: € 50.000 taakstellende bezuiniging. De manier waarop was aan de bibliotheek.
De heer AANSTOOT merkt op dat het gaat om € 75.000 aan gemeenschapsgeld dat extra gevoteerd moet worden.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt wat het mondelinge bod van Dulvast van 21 januari 2014 inhield: was dat ‘een’ bod, een handreiking of de echte huurverlaging die nu wordt aangeboden.
Wethouder TER KEURST zegt dat het college het schriftelijke bod onder ogen kreeg op 10 februari 2014, toen de brief van Gemeentebelang met de vragen gemaild werd door de griffier.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij zich daarover verbaast. In december 2013 heeft het college besloten geen € 10.000 structureel bij te passen. De bibliotheek heeft daarna de verhuurder gebeld en gevraagd om een alternatief bod. Dan is het vreemd dat het college op 22 januari 2014 niet weet hoe hoog dat bod is en dan is het ook vreemd dat de wethouder daar niet naar vraagt. Als in de commissie door de wethouder was gemeld dat er een bod lag, zou de commissie gesproken hebben over de vraag of dat bod hoog genoeg zou zijn geweest.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat het vreemd is dat er op 7 februari 2014 een bod komt van een partij die zegt dat zij al op 21 januari 2014 een bod heeft gedaan. Waarom heeft men zich niet gemeld bij de commissievergadering toen dit onderwerp is behandeld?
De heer SCHEPPINK zegt dat de raad geen partij is in de onderhandelingen, maar alleen de afweging moet maken of de € 75.000 aan gemeenschapsgeld beschikbaar wordt gesteld.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat het nu een kwestie is geworden van achteraf feiten toevoegen.
De heer SCHEPPINK zegt dat juist dat het probleem is. Als de feiten eerder bekend geweest waren, had de afweging gemaakt kunnen worden in de commissievergadering.
De heer H. NIJKAMP zegt dat Dulvast gebruik had kunnen maken van het inspreekrecht bij de commissievergadering. Het is daarom lastig vanavond hierover te spreken. Het bestuur van de bibliotheek en Dulvast kunnen zich nu niet verdedigen. Wat spreker bevreemdt in het antwoord van de wethouder is de positie die het bestuur van de bibliotheek inneemt. Spreker kan zich niet voorstellen dat een vastgoedbedrijf dit soort voorwaarden stelt; men heeft belang bij verhuur van het pand en komt met een concreet bod. Het bestuur van de bibliotheek heeft volgens spreker de afweging gemaakt. Het is aan de raad wel of niet akkoord te gaan.
De heer SCHEPPINK doet een voorstel van orde en verzoekt het onderwerp nogmaals inhoudelijk te behandelen in een commissievergadering. Dan heeft iedereen de gelegenheid in te spreken en kan de commissie een goede afweging maken.
De VOORZITTER brengt het voorstel van orde in stemming en concludeert hierna dat de raad, met uitzondering van de fractie van de PvdA, instemt met het aanhouden van dit agendapunt. Dat betekent dat het onderwerp naar verwachting behandeld wordt in een extra commissievergadering.
De heer DE LA HAYE zegt dat het onderwerp eventueel nog door de huidige raad kan worden afgehandeld in de raadsvergadering van 15 maart 2014 tijdens de Open Dag.
De VOORZITTER zegt dat deze suggestie wordt meegegeven aan de voorzitter van de commissie.
(De heer Kastenberg verlaat de vergadering.)
16. Raadsvoorstel vaststellen Verordening Wmo 2014 (Jan Ligtenberg)
De ChristenUnie dient mede namens de fracties van de PvdA en Gemeentebelang een motie in: Wmo-verordening. Mevrouw Riezebos licht de motie toe. De ChristenUnie heeft vertrouwen in een zorgvuldige uitvoering van de nieuwe verordening en in het bieden van een maatwerkoplossing. Deze nieuwe manier van werken is voor de hulpzoekende burger en voor de organisatie in het begin een uitdaging. Iedereen moet goed geholpen kunnen worden, maar rechtvaardigheid en rechtszekerheid zijn niet voor 100% in regels te vatten. Met deze motie wordt geregeld dat burgers goed geïnformeerd worden over hoe en in welke mate zij geholpen kunnen worden bij hun probleem. Men moet eerlijke en goed te begrijpen informatie krijgen. Goede uitvoering van de verordening en tevreden burgers staan en vallen met een goede communicatie. Fractiegenoot Roosink heeft een schema gemaakt, dat een versimpelde weergave is van de procedure, en goed gebruikt kan worden bij de procedure rondom het keukentafelgesprek. Als de uitkomst van dat gesprek niet uitloopt op een arrangement moet de burger gelegenheid krijgen bezwaar te maken.
Met de invoering van de nieuwe verordening kan men op problemen stuiten. Daarom verzoeken de indienende fracties over enige tijd een evaluatie te houden. Ook vinden zij dat er gebruik gemaakt moet worden van de adviezen van de Wmo-Adviesraad.
Overwegende dat:
- de invoering van de kanteling, van recht naar een maatwerkoplossing, een omslag is die een
andere aanpak vraagt;
- voor burgers niet altijd duidelijk is hoe ze geholpen kunnen worden bij hun probleem/beperking;
- duidelijk wordt dat allereerst gekeken gaat worden naar voorliggende voorzieningen en de eigen
mogelijkheden, en dat dit uit de gemeentelijke informatie duidelijk moet blijken;
- het belangrijk is dat burgers weten dat en hoe ze geholpen kunnen worden en dat dit gebeurt op
een manier die voor hen en de gemeenschap het meest adequaat is;
- het keukentafelgesprek de manier is waarop het beste geïnventariseerd kan worden welke
oplossingen het meest geschikt zijn in de individuele situatie;
- in geval van een verschil van inzicht over de uitkomst van het keukentafelgesprek de burger de
mogelijkheid heeft voor het indienen van een formele aanvraag (conform artikel 4.1 WMO-
verordening) met behulp van een door de gemeente verstrekt aanvraagformulier (lid 2) of door
middel van een brief (lid 1);
verzoekt het college:
- de doelgroep goed te informeren over het belang van het keukentafelgesprek, maar daarbij tevens
duidelijk te maken hoe er gehandeld moet worden wanneer belanghebbende het arrangement niet
wil ondertekenen of geen keukentafelgesprek wil laten plaatsvinden;
- de raad te informeren over de uitwerking van deze motie.
Mevrouw TIJHOF zegt dat het belangrijk is dat burgers de mogelijkheden en onmogelijkheden kennen en dat zij weten welke weg zij kunnen bewandelen als zij het ergens niet mee eens zijn. Het stroomschema, opgesteld door de ChristenUnie, ondersteunt haar fractie van harte.
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP de Wmo-verordening ziet als een aanvulling op steun door familie, kerk, maatschappelijke instellingen enzovoort. Als er daarna een vraag komt voor hulp, dan moet er een goed vangnet zijn, met name voor mensen met een handicap en langdurige zorgbehoefte.
De Wmo-Adviesraad heeft moeite met de kanteling en met het ontbreken van voorbeelden in de verordening. Wat de fractie van de SGP betreft hoeven die voorbeelden daarin niet opgenomen te worden. Wel wil zij graag een regelmatige evaluatie, bij voorkeur per half jaar, zodat duidelijk wordt hoe de verordening werkt in de praktijk.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat communicatie over de uitvoering van de verordening van groot belang is. Voor de inwoners moet duidelijk zijn wat zij van de gemeente kunnen verwachten en wat de gemeente van de inwoners verwacht. Daarom wordt er bij het eerste contact tussen een cliënt en de gemeente niet meer gesproken over een aanvraag voor een voorziening, maar over het resultaat cq. het doel dat de cliënt wil bereiken. Door dit in het eerste gesprek naar voren te brengen, wordt bevorderd dat de cliënt kijkt naar zijn eigen verantwoordelijkheid en actief meedenkt.
In de beleidsregels staat omschreven welke voorzieningen ingezet kunnen worden. Hierbij gaan eigen mogelijkheden, algemene en collectieve voorzieningen voor op individuele voorzieningen. Per situatie wordt een maatwerkoplossing vastgesteld. De ondergrens is dat de cliënt het resultaat op eigen kracht kan bereiken waarbij de gemeente niet compenseert op basis van de Wmo. De bovengrens is dat het resultaat bereikt wordt door middel van de inzet van een of meer individuele voorzieningen, waarbij de gemeente volledig compenseert op basis van de Wmo. Daartussen liggen er allerlei mogelijkheden, gebaseerd op de situatie van de cliënt en zijn of haar mogelijkheden.
Om een en ander te verduidelijken is de bestaande Wmo-folder aangepast. Beschreven wordt hoe het proces eruitziet en hoe een melding en een aanvraag kan worden ingediend. Het voorstel van de ChristenUnie, zoals in de commissievergadering naar voren is gebracht, is daarin verwerkt. De folder wordt uitgereikt tijdens het eerste contact met de gemeente, zodat de cliënt aan het begin van het proces weet hoe het vervolg eruitziet en welke mogelijkheden er zijn om een beschikking te krijgen. Tegen de beschikking zelf staat vervolgens bezwaar en beroep open. De folder wordt ook beschikbaar gesteld op de website van de gemeente. Tijdens het keukentafelgesprek verstrekt de Wmo-consulent nogmaals mondeling informatie over de procedure. Eventuele onduidelijkheden kunnen op dat moment worden toegelicht.
Spreker vindt het houden van een halfjaarlijkse evaluatie een terecht verzoek.
Tweede termijn
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat zij blij is te horen dat het stroomschema is verwerkt in de folder en dat de wethouder communicatie erg belangrijk vindt. Omdat de motie daarmee overgenomen is door het college, trekken de indieners deze in.
Spreekster roept het college op niet te star om te gaan met de beleidsregels, maar ruimhartig en rechtvaardig te handelen en in voorkomende gevallen gebruik te maken van de hardheidsclausule. Als voorbeeld noemt spreekster een cliënt die mogelijk beter is geholpen met een fiets met traponder-steuning dan met een scootmobiel. Dat is soms een adequatere en goedkopere oplossing.
De heer KAHRAMAN vraagt de fractie van de ChristenUnie hiervoor met een motie te komen, zodat duidelijk is met welke boodschap vanuit de raad het college op pad moet gaan.
De heer SCHEPPINK zegt dat de beleidsregels moeten worden beschouwd als maatwerk. Alles wat er meer over wordt vastgelegd is een beperking.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat inderdaad om die reden geen motie wordt ingediend. Zij heeft slechts een voorbeeld genoemd ter verduidelijking.
Mevrouw KUIPER zegt dat er een begin gemaakt moet worden met de nieuwe verordening en dat het goed is na de invoering ervan de vinger aan de pols te houden. Het college heeft al een evaluatie toegezegd. Aan de hand daarvan kan, indien nodig, worden bijgestuurd en/of worden gerepareerd.
De heer DE KOE zegt dat de fractie van Lokaal Liberaal blij is met de start van het Wmo-beleid. In 2015 vindt een herziening plaats. Voor die tijd komt er echter nog een evaluatiemoment.
Mevrouw TIGELAAR zegt dat het CDA blij is met deze regels. De keukentafelgesprekken blijken al redelijk goed te verlopen. Dat zal alleen maar beter worden. Dit is een goede aanloop naar 2015.
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP het voorstel steunt en tevreden is over de toezeggingen van de wethouder. Keukentafelgesprekken staan of vallen met een goede communicatie.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat duidelijk is dat hetgeen hij heeft toegezegd spoort met de bedoelingen van de raad.
De VOORZITTER constateert dat de motie is ingetrokken en de raad zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besluit.
14. Raadsvoorstel vaststellen nota van uitgangspunten voor het buitengebied (Ab Stegeman)
De VVD dient een amendement in: karakteristieke panden. De heer Kevelam leest het voorstel voor.
Overwegende dat:
- in de nota van uitgangspunten, paragraaf 2.4, wordt vermeld: “De karakteristieke panden die in het huidige bestemmingsplan zijn aangeduid, zullen ook aangeduid worden in het nieuwe bestemmingsplan”;
- beslispunt 1.c “In paragraaf 2.4 de tekst over karakteristieke panden nader toelichten” niet aangeeft
dat de huidige “lijst” niet één op één wordt overgenomen, getuige de toelichting op het
raadsvoorstel;
besluit:
1. beslispunt 1c (In paragraaf 2.4 de tekst over karakteristieke panden nader toelichten) te wijzigen in:
- 1c) In paragraaf 2.4 de volzin:
- “De karakteristieke panden die in het huidige bestemmingsplan zijn aangeduid, zullen ook aangeduid worden in het nieuwe bestemmingsplan”,
- “Nadat de criteria voor al dan niet karakteristiek, onderbouwd en toetsbaar, zijn vastgesteld, zal een nieuwe lijst worden gemaakt van panden die in het bestemmingsplan worden aangeduid als “karakteristiek”.;
te vervangen door:
- “Nadat de criteria voor al dan niet karakteristiek, onderbouwd en toetsbaar, zijn vastgesteld, zal een nieuwe lijst worden gemaakt van panden die in het bestemmingsplan worden aangeduid als “karakteristiek”.”
De VVD dient een tweede amendement in: hydrologische maatregelen. De heer Kevelam geeft aan:
Overwegende dat:
- in de ontwerpnota, paragraaf 2.5 is opgenomen: “De natuurwaarden die aanwezig zijn buiten de natuurgebieden, zullen door middel van een omgevingsvergunningenstelsel voor bepaalde werkzaamheden beschermd worden”;
- dit uitgangspunt voldoende borgt dat de aanwezige natuurwaarden worden beschermd;
- aanvullende, hydrologische, bepalingen voor (vooral landbouw-) gronden grenzend aan
natuurgebieden een extra beperking in kunnen houden met betrekking tot een doelmatig
landbouwkundig gebruik;
- door deze aanvullende bepalingen overgangsgebieden worden afgedwongen zonder status en
vorm van compensatie;
- wij dit niet op deze wijze accepteren;
besluit:
beslispunt 1.d (In paragraaf 2.5 toevoegen dat ook voor aangrenzende gronden van natte natuurgebieden hydrologische beschermingsmaatregelen genomen zullen worden in de planregels) te laten vervallen.
De fracties van SGP, CDA, Gemeentebelang en VVD dienen een amendement in: ashoogte van windmolens. De heer Kamphuis licht het amendement toe.
Overwegende dat:
- in het huidige bestemmingsplan de mogelijkheid is opgenomen voor windmolens van maximaal 10 meter hoog;
- in het kader van de inspraak is verzocht in de Nota van Uitgangspunten dit uitgangspunt te
verruimen naar windmolens met een ashoogte van 15 meter;
- het college voorstelt om dit verzoek te honoreren en in paragraaf 5.3 de hoogte van windmolens aan te passen naar een ashoogte van 15 meter;
- het onwenselijk is op dit punt een generieke verruiming op te nemen, omdat niet elk bouwvlak
ruimtelijk geschikt gevonden zal worden om een windmolen op te realiseren;
- het wenselijk is eventuele aanvragen voor windmolens (hoger dan nu is toegestaan) van geval tot geval te beoordelen;
besluit:
het concept raadsvoorstel onderdeel n) als volgt te wijzigen zodat het komt te luiden:
n) in paragraaf 5.3 de hoogte van windmolens niet aanpassen naar 15 meter.
Wethouder STEGEMAN zegt naar aanleiding van het amendement over de karakteristieke panden dat in de inspraaknota is voorgesteld de criteria nader te bezien en op grond daarvan te bekijken of echt alle panden op de lijst moeten worden vermeld. Het amendement wijkt hier op één punt van af: het college biedt eerst de onderliggende criteria aan, die vervolgens door de raad worden vastgesteld, waarna fase 2 plaatsvindt. Als de indienende fractie deze interpretatie van het college volgt, dan heeft het college geen bezwaar tegen het amendement. Deze technische invulling is aan de raad. De inhoudelijke invulling is exact dezelfde als het college voorstelt.
Het volgende amendement betreft de hydrologische waarden. Een dergelijke situatie, waarbij het gaat over de grondwaterstand, speelt alleen in het gebied De Overtoom. De Overtoom is op die wijze gerangschikt in het kader van de ruilverkaveling c.q. omzetting van landbouwgrond naar natte natuurwaarden. Eigenaren/gebruikers van aanliggende gronden zijn op de hoogte en hebben ermee ingestemd. Aan het waterschap is opdracht gegeven te voldoen aan de criteria, waarbij de landbouw zo goed mogelijk kan functioneren. Mochten er schadeverzoeken uit voortkomen, dan kan men zich melden bij de provincie. Als er in de toekomst opnieuw gebieden aangewezen worden voor natte natuur, dan moet er een bestemmingsplanwijziging plaatsvinden, waarin de voorwaarden worden vastgelegd. Het college acht het onverstandig dit amendement te aanvaarden.
Met betrekking tot het amendement over de masthoogte van windmolens, zegt spreker dat in het recent vastgestelde conserverende bestemmingsplan de waarden zijn overgenomen uit het bestemmingsplan dat dateerde uit 1984 van de gemeente Rijssen. Er zijn nu wensen ontvangen om de masthoogte naar 15 meter te brengen. Enkele jaren geleden heeft het college besloten geen masthoogte hoger dan 20 meter toe te staan, maar vindt nu dat een masthoogte van 15 meter wel mogelijk moet zijn. Het is echter aan de raad om hierover een beslissing te nemen.
Tweede termijn
De heer KEVELAM zegt dat men bij kleine windmolens niet spreekt over de ashoogte, maar over de totale hoogte van 15 meter. Alles onder de 15 meter valt onder het begrip kleine windmolens. Bij een ashoogte van 15 meter, gaat het om windmolens die een totale hoogte bereiken van 22 tot 23 meter.
Naar aanleiding van het antwoord van de wethouder over de hydrologische waarden, merkt spreker op dat in de huidige nota van uitgangspunten die extra bepalingen niet waren opgenomen, maar zijn toegevoegd op basis van ingebrachte zienswijzen. Het college maakt niet duidelijk hoe verstrekkend dit is en hoe groot de randen worden. Door extra bepalingen op te nemen, worden volgens spreker de gronden afgewaardeerd. Hij vraagt of die afwaardering voor rekening komt van de gemeente. De fractie van de VVD handhaaft het amendement.
De heer DE KOE gaat in op het amendement over karakteristieke panden en vraagt zich af naar aanleiding van de laatste zin in het amendement over het opstellen van een nieuwe lijst van panden, of daarmee niet de discussie overgedaan wordt. De wethouder laat de beslissing over aan de raad. Spreker vraagt of het de intentie is van het college die discussie opnieuw te voeren.
De heer CORNELISSEN vraagt of een nieuwe lijst volledig openstaat voor bezwaar en beroep of dat dat alleen mogelijk is voor de wijzigingen. Als het amendement wordt aanvaard, wordt van alle huidige karakteristieke panden “karakteristiek” afgehaald tot de tijd dat de nieuwe voorwaarden en de nieuwe lijst is vastgesteld.
In die tussentijd kan er van alles kunnen gebeuren. Als er straks volgens het collegevoorstel een nieuwe lijst wordt vastgesteld, op basis van de nieuwe voorwaarden, is die volledige lijst open voor bezwaar en beroep.
De heer BERKHOFF zegt dat door het aanvaarden van het amendement over de karakteristieke panden de discussie opnieuw gevoerd zal worden. Spreker wil weten wat de mening van de wethouder daarover is.
De wethouder zegt dat voor het enige gebied met natte natuur alles goed is geregeld door de overeenkomst met het waterschap en dat er verder geen gebieden zijn waarvoor dit van toepassing is. Spreker vraagt of de wethouder daarmee bedoelt dat het amendement overbodig is.
De wethouder zegt dat de ashoogte van windmolens is aangepast. Spreker vraagt of hier behoefte aan is of dat het de verwachting is dat die behoefte er komt.
De heer KAMPHUIS zegt dat het de bedoeling van de fractie van de VVD lijkt te zijn de discussie over karakteristieke panden opnieuw te voeren. Als het klopt dat de wethouder het amendement in principe wil overnemen, dan staat dat haaks op wat het college voorstelt in de nota van uitgangspunten. Spreker verzoekt de wethouder een reactie te geven.
De afspraken die zijn gemaakt over natte natuur, moeten vanzelfsprekend nagekomen worden. Er zal echter buiten het natuurgebied een soort externe werking ontstaan, waarvan de gevolgen niet duidelijk zijn. Als de raad het amendement overneemt, dan zullen provincie, waterschap of DLG in het voor-overleg reageren. Wellicht is dat reden voor de raad alsnog het vergunningenstelsel op te nemen.
De heer AANSTOOT zegt dat zijn fractie de amendementen van de VVD ondersteunt. Volgens spreker neemt het college het eerste amendement over. Voor het tweede amendement moet duidelijk zijn voor wie de consequenties zijn van de afgewaardeerde grond. Gemeentebelang ondersteunt het amendement over de windmolens van harte.
De nota van uitgangspunten is tot stand gekomen in een goed, interactief proces met het hele veld. Het is jammer dat de boerderijsplitsing niet is opgenomen in de uitgangspunten. Spreker stelt dit op een later tijdstip opnieuw aan de orde.
De heer DE LA HAYE zegt dat de VVD door het indienen van het eerste amendement de deur weer op een kier wil zetten. In een eerder stadium is er echter een zorgvuldig proces doorlopen en heeft de raad een besluit genomen, al was dat niet tot ieders tevredenheid. De PvdA steunt het amendement niet en stemt niet in met de woorden van de wethouder, dat hij het aan de raad overlaat.
Met het aanvaarden van het amendement over hydrologische waarden blijven natte-natuurgebieden ontwaterd worden en ontstaat er voor de landbouw een lagere grondwaterstand. De stukken aangrenzende natuur zullen ook ontwaterd worden. Dat is niet de bedoeling. Een onafhankelijke commissie zal moeten constateren of de agrariërs schade lijden door de nieuwe natuur en zo ja, hoe groot die schade is voor hun bedrijfsvoering. Dat die schade wordt vergoed, is redelijk en billijk.
Spreker heeft inmiddels begrepen dat voor grote windmolens er veiligheidsgebieden zijn. Doorvertaald naar een hoogte van 10 meter en van 15 meter betekent dit dat er rondom een mast een zone moet zijn van respectievelijk. 65 en 100 meter. Spreker vraagt of er in het buitengebied rekening gehouden wordt met veiligheidszones. Verhogen naar 15 meter heeft in elk geval de sympathie van de PvdA.
De heer KEVELAM heeft het gevoel dat met achterdocht wordt gereageerd op het amendement over karakteristieke panden. Het amendement concretiseert echter wat het college zelf aangeeft onder punt 4.1. Spreker hoopt dat de overige fracties zich laten leiden door de tekst in het amendement en niet door achterdocht.
Wethouder STEGEMAN zegt naar aanleiding van de karakteristieke panden dat het college nog een keer wil kijken of de onderbouwing duidelijk genoeg is en toetsbaar en afdwingbaar gemaakt kan worden. Er staat een flink aantal panden op de lijst en bij het college is de vraag gerezen of die alle op de lijst moeten blijven staan. Het is aan de raad het amendement wel of niet te aanvaarden.
De heer BERKHOFF vraagt of de wethouder het amendement overneemt.
De VOORZITTER zegt dat dat niet mogelijk is, een aanvaard amendement verandert het voorstel.
Wethouder STEGEMAN zegt dat alle zaken opnieuw tegen het licht gehouden worden als het amendement aangenomen wordt. Het resultaat wordt onderdeel van het nieuwe bestemmingsplan. Bezwaar en beroep is mogelijk op de volledige lijst.
De heer CORNELISSEN zegt dat in het voorliggende collegevoorstel staat dat er eerst nieuwe voorwaarden komen, waarna er een nieuwe lijst wordt vastgesteld. Tot die tijd zijn de panden die nu als karakteristiek zijn omschreven, beschermd. Als het amendement van de VVD wordt aangenomen, zijn er geen karakteristieke panden meer in de gemeente.
Wethouder STEGEMAN zegt dat datgene waarover vanavond wordt besloten de uitgangspunten zijn voor het vaststellen van het bestemmingsplan. Zolang er formeel geen wijzigingen zijn vastgesteld, blijft de oude vorm volledig in tact. Het gaat om een voorfase, waarin uitgangspunten met de raad worden afgestemd, waarna de ambtelijke uitwerking volgt.
Ten aanzien van de windmolens constateert spreker dat de tendens is te komen tot steeds grotere windmolens. Als de hoogte beperkt blijft tot 10 meter, dan wordt eigenlijk gezegd dat er geen windmolens komen. De behoefte komt via LTO. LTO heeft aanwijzingen dat er onder haar organisatie mensen zijn die plaatsing overwegen. Een concreet verzoek ligt er niet bij de gemeente.
Er is besloten dat de gemeente natte natuurwaarden instelt. Dat vraagt een hydrologische inpassing, zodat er op de scheidslijn niet een verschil ontstaat van een halve meter. Het is van te voren bekend dat er een extern gebied is. Dat is afgestemd met de grondeigenaar. De 6 ton voor de 60 hectare is door de provincie betaald. De provincie gaat over eventuele schade. De gemeente staat daar buiten.
De VOORZITTER brengt het amendement over de karakteristieke woningen in stemming.
Het amendement wordt verworpen met 5 stemmen voor (VVD en Gemeentebelang) en 19 stemmen tegen (SGP, CDA, ChristenUnie, PvdA en Lokaal Liberaal).
De VOORZITTER brengt het amendement over de hydrologische maatregelen in stemming.
De stemmen staken (12 stemmen voor: VVD, SGP en Gemeentebelang en 12 stemmen tegen: CDA, ChristenUnie, PvdA en Lokaal Liberaal). Omdat de stemmen staken, wordt het amendement opnieuw in stemming gebracht in de volgende raadsvergadering
De VOORZITTER brengt het amendement over de ashoogte van windmolen in stemming.
Het amendement wordt aangenomen met 17 stemmen voor (SGP, CDA, Gemeentebelang, VVD en Lokaal Liberaal) en 7 stemmen tegen (PvdA en ChristenUnie).
Het raadsvoorstel wordt aangehouden tot de volgende raadsvergadering in verband met het staken van stemmen over het amendement inzake de hydrologische maatregelen.
15. Raadsvoorstel vaststellen eindrapportage wegenstudie Holten Noord (Ben Wolterink)
De PvdA dient een amendement in: wegenstudie Holten-Noord (eindrapportage). De heer De la Haye licht het amendement toe en pleit hiermee voor het openhouden van alle opties in betreffend gebied.
Overwegende:
- dat de aanleg van de 0+variant, zowel in ruimtelijk opzicht als uit oogpunt van de verkeersafwikkel-ing en verkeersveiligheid op grond van de nu beschikbare gegevens en afwegingen, voldoende is;
- dat op de Westelijke Dorpsstraat, Stationsstraat, Stationsplein en de Waagweg een spanningsveld tussen verkeers- en verblijfsfunctie blijft dan wel gaat ontstaan na voltooiing van de 0+variant;
- dat wanneer er na realisatie van de 0+variant onverwacht problemen voordoen waarbij met name de leefbaarheid van de Westelijke Dorpsstraat en/of de Stationsstraat onder druk komt te staan, een verdere optimalisatie gewenst is;
- dat in dat geval, bij welke oplossing dan ook, de voorkeur naar uit gaat naar het voorkomen dat de bebouwing tussen de Westelijke Dorpsstraat, de Stationsstraat en de spoordijk, oftewel het appartementencomplex ‘De Vrijheid’ en de bebouwing Dorpsstraat 33 tot en met 63, op een eiland komt te liggen;
- dat in dat kader gestreefd moet worden naar een, in ruimtelijk opzicht inrichting van de openbare ruimte zodanig dat deze enerzijds aansluit bij het verblijfsgebied van het Centrum en anderzijds het verkeersverbinding tussen de rotondes bij de Brandweerkazerne en de OAD;
besluit om de volgende twee onderdelen van het concept-raadsbesluit:
1b. De doorgetrokken Waagweg 1-richting is een mogelijke oplossing wanneer er alsnog knelpunten optreden op de zuidelijke Stationsstraat en de noordelijke Dorpsstraat.
1c De doorgetrokken Waagweg 2-richtingen is voor de verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid bij de aansluiting Stationsstraat verre van optimaal, deze variant is ongewenst.
te wijzigingen in:
1bc. Zowel de doorgetrokken Waagweg 1-richting als de doorgetrokken Waagweg 2-richtingen zijn
mogelijke oplossingen wanneer er alsnog knelpunten optreden op de zuidelijke Stationsstraat en
de noordelijke Dorpsstraat.
De VVD dient een amendement in: wegenstudie Holten-Noord (eindrapportage). De heer Kevelam licht het amendement toe.
Overwegende dat:
- onder beslispunt 1b wordt voorgesteld vast te stellen:
- De doorgetrokken Waagweg 1-richting is een mogelijke oplossing wanneer er alsnog knelpunten optreden op de zuidelijke Stationsstraat en de noordelijke Dorpsstraat;
- deze marginale effecten op de verkeersafwikkeling op genoemde wegdelen ons inziens niet opwegen tegen de grote nadelige effecten op het woongenot van de direct aanwonenden;
- een lange periode van onzekerheid mbt de aanleg van een zeer bestreden wegdeel voor de aanwonenden niet is te billijken;
besluit:
beslispunt 1b aldus te wijzigen:
“De doorgetrokken Waagweg 1-richting is weliswaar een mogelijke oplossing wanneer er alsnog knelpunten optreden op de zuidelijke Stationsstraat en de noordelijke Dorpsstraat, maar de effecten zijn marginaal. Derhalve wordt deze variant als ongewenst beschouwd.”
De heer KREIJKES zegt dat de visie van de SGP vanaf het begin duidelijk is geweest: voor een goede afwikkeling van het verkeer moet het verkeer buiten de kern van Holten om geleid worden via een noordelijke rondweg. Dat was niet de goedkoopste maar wel de beste oplossing. Er zijn inmiddels diverse onderzoeken uitgevoerd en er zijn verschillende varianten bekeken en onderzocht. Meerdere belangen spelen een rol, zoals de positie van de Enkco, een complete vernieuwing van de dorpskern, het voortbestaan van de Enk, een goede verbinding tussen de bedrijventerreinen in de kern Rijssen en de kern Holten, stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten.
De raad wordt vandaag gevraagd in te stemmen met een aantal conclusies en de rapportage over de wegenstudie vast te stellen. Over de aanleg van een nulplusvariant heeft de raad al een besluit genomen. De fractie van de SGP heeft altijd gewaarschuwd voor een spanningsveld dat blijft bestaan op de Stationsstraat/Stationsplein.
Over een doorgetrokken Waagweg heeft spreker in november 2009 het volgende gezegd: “Het aanleggen van het Zilverzandtracé en aansluitend de verlengde Waagweg is volgens ons het verschuiven van de problemen. Het verkeer blijft immers door Holten gaan. Vervolgens ontstaan er nieuwe problemen bij het station.” Voor de fractie van de SGP geldt nog steeds dat een doorgetrokken Waagweg niet de oplossing is.
Over de aanleg van een noordelijke rondweg wordt geconcludeerd dat dat op dit moment planologisch op grond van de provinciale omgevingsverordening en om financiële redenen niet haalbaar is. Het blijft planologisch altijd een veel forsere ingreep dan de combivariant. Deze conclusie is volgens spreker onvolledig. De aanleg van een noordelijke rondweg is de beste afwikkeling van het verkeer en de meest-optimale verbinding tussen de bedrijventerreinen. Deze conclusie trekt de fractie van de SGP op basis van de onderzoeksresultaten.
Een combivariant is duur, maar zeker de moeite waard om in beeld te houden. Deze variant is optimaal aan te leggen als deze gelijktijdig met de herontwikkeling van het Enkcoterrein plaatsvindt.
De fractie van de SGP is van mening dat na alle onderzoeken en discussies die gevoerd zijn, er op dit moment geen verdere maatregelen getroffen moeten worden. Spreker wil de onderzoeksresultaten bewaren en geeft met nadruk aan dat ook voor de toekomst een noordelijke rondweg tot de mogelijk-heden moet blijven behoren. Dat er momenteel bezwaren zijn tegen de noordelijke rondweg, wil niet zeggen dat die er in de toekomst ook zijn.
Aanleg van de combivariant gelijktijdig met de herontwikkeling van het Enkcoterrein is bespreekbaar, maar dat zal waarschijnlijk nog wel een tijd duren. Het is de vraag hoe dat in financiële zin uitpakt.
De heer H. NIJKAMP complimenteert de ambtelijk organisatie, het college en de raad zelf met het voorliggend voorstel. De eerder afgesproken marsroute is gehaald.
Uit onderzoeken blijkt dat de aanleg van de nulplusvariant op basis van de huidige gegevens voldoet. Volgens het CDA zijn de tot nu toe genomen maatregelen voldoende. In 2017/2018 volgt de evaluatie en wordt bepaald hoe verder te gaan. Er is dan ook geen aanleiding het voorliggende voorstel te amenderen. Het CDA gaat ervan uit dat de maatregelen voldoende zijn, waarbij het accent moet liggen op het afronden van de werkzaamheden, met name het verkeersluw maken van het centrum, en op het op goede wijze bevoorraden van Albert Heijn. Als die zaken afgerond zijn, kan verder gekeken worden. Het CDA kan het voorstel van harte ondersteunen en gaat niet mee met de amendementen van de VVD en van de PvdA.
De heer DE LA HAYE zegt dat de heer Nijkamp opmerkte dat wat zijn fractie betreft alle opties openblijven. Vervolgens steunt hij het amendement van de PvdA niet. Dat rijmt niet met elkaar.
De heer H. NIJKAMP zegt dat het voorstel dat nu voorligt enkele opties openlaat, die in toekomst weer op tafel kunnen komen. Daar wil zijn fractie op dit moment niet in schrappen.
De heer DE KOE zegt dat er na jarenlange discussies een mooi resultaat voorligt. Het centrum wordt verkeersluw gemaakt en opnieuw ingericht, al gaat dat met veel overlast gepaard. De werkzaamheden moeten afgemaakt worden, waarna verder gekeken kan worden. Wat de fractie van Lokaal Liberaal betreft blijven alle opties open. De amendementen van VVD en PvdA vindt spreker overbodig.
De heer AANSTOOT zegt dat het voorstel aansluit bij wat Gemeentebelang voor ogen had. Evaluatie over vier jaar geeft duidelijkheid of het verkeer zich heeft aangepast na afronding van de werkzaamheden. Spreker hoopt dat de ontbrekende schakel, de verbindingsweg tussen Industriestraat en Kalfstermansweide, wordt aangelegd, zodat de drukte op de Stationsstraat wordt teruggedrongen.
Gemeentebelang gaat niet mee met de ingediende amendementen. Zij pleit voor het openhouden van de varianten, zoals het college voorstelt. Mocht het nodig zijn in de toekomst, dan worden knelpunten middels die varianten opgelost. De kans op de aanleg van een noordelijke rondweg heeft de fractie van de SGP voorbij laten gaan. Bij het begin van deze raadsperiode had de SGP dit punt moeten laten staan en er vol voor moeten gaan. Het is echter direct in de coalitieonderhandelingen gevallen.
De heer KREIJKES zegt dat hij de mening van Gemeentebelang niet deelt.
De heer KEVELAM geeft aan dat hij het betoog van de SGP in de eerste termijn volledig volgt.
Wethouder WOLTERINK zegt dat de noordelijke rondweg, los van het financiële deel, planologisch niet haalbaar is: het doorgaande verkeer moet meer dan 50% zijn. Voor het college is de combivariant de beste oplossing en is het de stip aan de horizon. Deze variant verbindt Holten met de Holterberg.
De heer KREIJKES zegt bij interruptie dat het aanleggen van een noordelijke rondweg de beste oplossing is als het gaat om de afwikkeling van het verkéér.
Wethouder WOLTERINK zegt dat bekend is dat dit voor het verkeer inderdaad een prima oplossing is.
Spreker gaat in op het amendement van de VVD: Waagweg-eenrichting ook als ongewenst beschouwen. Spreker wijst erop dat de beslispunten die in het raadsvoorstel staan de conclusies zijn van de wegenstudie. Een van de conclusies is dat de Waagweg-eenrichting een goede ruimtelijke invulling van de stationsomgeving en een rustiger verkeersbeeld op de Stationsstraat en het eerste deel van Dorpsstraat-Noord oplevert. Dit is vertaalt in beslispunt 1b. Voordat een eventuele aanleg van een Waagweg-eenrichting in beeld komt worden er stappen gezet volgens de beslispunten:
1a. Maatregelen stationsomgeving cq. de nulplusvariant. Op grond van nu beschikbare gegevens
zouden er geen aanvullende maatregelen nodig zijn en zou een punt gezet kunnen worden;
2. Voor de verkeersafwikkeling wordt de vinger aan de pols gehouden door middel van
Verkeerstellingen;
1g. Mochten zich op termijn toch problemen voordoen, dan wordt de oplossing niet direct gezocht in een doorgetrokken Waagweg-eenrichting, maar wordt eerst gekeken naar aanvullende maatregelen;
1f. Als ook die aanvullende maatregelen geen soelaas bieden, dan wordt de Waagweg-eenrichting eerst afgewogen tegen de combivariant.
Een Waagweg-eenrichting kan dus een oplossing zijn voor knelpunten, maar komt pas in beeld als alle zojuist genoemde stappen zijn doorlopen. Een Waagweg-eenrichting is een reële optie als er alsnog knelpunten optreden op de zuidelijke Stationsstraat en de noordelijke Dorpsstraat en er geen andere realistische oplossingen voorhanden zijn. Spreker adviseert de raad de deur voor deze optie niet dicht te doen, waarmee hij tevens het amendement ontraadt.
Naar aanleiding van het amendement van de PvdA citeert spreker uit de wegenstudie: “Ter plaatse van de aansluiting van de doorgetrokken Waagweg-tweerichtingen op de Stationsstraat/Stationsplein wordt de verkeersfunctie dominanter door de voorrangsituatie en de toename van het aantal conflictpunten (verkeersveiligheid). Ook de ruimtelijke impact op het gebied achter de woningen Dorpsstraat is fors. Deze variant geeft wel een goede ruimtelijke invulling van de Stationsomgeving en een rustig verkeersbeeld op de Stationsstraat Zuid en het eerste deel van de Dorpsstraat Noord. Per saldo is deze oplossing ongewenst. De doorgetrokken Waagweg in twee richtingen kan bij de geprognosticeerde verkeershoeveelheden leiden tot een nieuw verkeersknelpunt.” Spreker ontraadt het amendement van de PvdA, met name vanwege het ontstaan van een nieuw verkeersknelpunt.
Tweede termijn
De heer DE LA HAYE deelt de conclusie van de wethouder niet. Gezien de mening van de overige fracties, trekt spreker het amendement van de PvdA in. Spreker wijst erop dat op 18 december 2000 de raad van de voormalige gemeente Holten het VSP heeft aangenomen met de woorden: “Van kaft tot kaft”. Daar zet de raad vanavond een punt achter.
De heer KEVELAM zegt dat volgens de wethouder de kans op een doorgetrokken Waagweg-eenrichting “bijna nihil” is. Spreker vindt dat dit voor de duidelijkheid naar de aanwonenden toe “nihil” moet zijn, omdat zij anders wellicht nog tien tot vijftien jaar de dreiging voelen van de aanleg van een weg die zij, evenals de VVD, absoluut niet wensen.
De heer KREIJKES zegt dat de SGP volstaat met een stemverklaring:
- Op dit moment geen verdere maatregelen treffen, zoals het college voorstelt.
- Het aanleggen van een noordelijke rondweg moet tot de mogelijkheden blijven behoren.
- Een combivariant gelijktijdig met de herontwikkeling van het Enkcoterrein is bespreekbaar.
De fractie van de SGP steunt het amendement van de VVD.
De heer BERKHOFF zegt dat de fractie van de ChristenUnie zich kan vinden in het voorstel.
Wethouder WOLTERINK wijst erop dat hij in de eerste termijn de beslispunten heeft gevolgd en niet, zoals de heer Kevelam suggereert, een pleidooi heeft gehouden.
De VOORZITTER constateert dat het amendement van de PvdA is ingetrokken. Hij brengt het amendement van de VVD in stemming.
Het amendement wordt verworpen met 9 stemmen voor (VVD en SGP) en 15 stemmen tegen (CDA, ChristenUnie, PvdA, Gemeentebelang en Lokaal Liberaal).
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
De VOORZITTER doet een voorstel van orde in verband met het tijdstip. De vergadering kan worden geschorst en voortgezet worden op 14 februari a.s. om 16.00 uur. De raad kan ook beslissen de agenda geheel af te handelen. Spreker concludeert dat de raad instemt met afhandeling van de gehele agenda, ongeacht het tijdstip waarop de vergadering afgerond is.
17. Raadsvoorstel invoering werkkostenregeling en vaststellen verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014, verordening
attentieregeling politieke ambtsdragers 2014 en verordening attentieregeling externe relaties gemeenteraad 2014 (Arco Hofland)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
18. Raadsvoorstel wijziging leges reisdocumenten en identiteitskaart 2014 (Jan Ligtenberg)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
19. Raadsvoorstel vaststellen wijzigingen op de gemeentebegroting (Jan Ligtenberg)
De heer AANSTOOT gaat in op de begrotingswijziging met betrekking tot het onderzoek naar de toekomst van de gemeentelijke zwembaden en binnen- en buitensportaccommodaties. Volgens de bestuursopdracht en de opdracht die aan een onderzoeksbureau wordt gegeven wordt er ook onderzoek gedaan naar het afstoten van zwembaden. Spreker vraagt of hiermee wordt bedoeld dat er zwembaden gesaneerd worden of overgaan naar een andere eigenaar.
Wethouder TER KEURST zegt dat er een breed onderzoek plaatsvindt. De uitkomst kan betekenen dat er vervreemding plaatsvindt. Het kan ook betekenen dat een of twee zwembaden gesloten moeten worden. Het maatschappelijk belang wordt betrokken bij het onderzoek en de verenigingen die gebruik maken van de zwembaden worden gehoord.
Tweede termijn
De heer AANSTOOT zegt dat een van de voorwaarden moet zijn dat er zowel in de kern Rijssen als Holten geen zwembad wordt gesloten.
Wethouder TER KEURST zegt dat het onderzoek duidelijk moet maken welke investeringen nodig zijn en hoe hoog de jaarlasten zijn. Een keuze hierin wordt aan de raad voorgelegd.
De VOORZITTER zegt dat het beschikbaar stellen van middelen voorligt voor het uitvoeren van het onderzoek. In het onderzoek wordt ook betrokken wat de kosten zijn van renovaties.
De heer AANSTOOT vraagt waarom niet als kader meegegeven wordt dat er in beide kernen een zwembad blijft.
De heer SCHEPPINK zegt dat de fractie van Gemeentebelang de gelegenheid heeft gehad dit onderwerp te agenderen in de commissievergadering.
De heer AANSTOOT merkt op dat dit onderwerp via het presidium aan de agenda is toegevoegd.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
19a. Faillissement RealWork (op verzoek van het CDA)
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA op 7 februari 2014 vragen heeft gesteld aan het college na geruchten dat er iets gaande was bij RealWork. Nog diezelfde ochtend bleek uit de media dat RealWork voornemens was faillissement aan te vragen. Dat faillissement is op 12 februari 2014 uitgesproken. Omdat er mensen op straat kwamen te staan, waarvoor iets gedaan moest worden, heeft het CDA verzocht om agendering. Spreker heeft aanvullende vragen, omdat er mensen zijn die geen salaris hebben ontvangen over januari. De vragen luiden:
- Is het juist dat de gemeente Rijssen-Holten een contract heeft met Real Work? Wat is de inhoud
van dit contract?
- Hoeveel inwoners van Rijssen-Holten zijn vanuit de bijstand begeleid naar RealWork?
- Is het juist dat RealWork haar verplichtingen jegens haar werknemers niet altijd nakomt?
- Heeft de gemeente Rijssen-Holten financieel moeten bijspringen om de salarissen van de
werknemers van RealWork te betalen en zo ja, wat heeft het de gemeente gekost?
- Welke maatregelen treft het college om te voorkomen dat de werknemers van RealWork uit
Rijssen-Holten in de toekomst nog geconfronteerd worden met te late salarisbetalingen en
bijkomende onzekerheden?
Is het college voornemens de samenwerking met RealWork te continueren en zo ja, op welke
gronden?
De vragen die spreker hierop aanvullend stelt, luiden:
- Hoeveel inwoners uit Rijssen-Holten waren (gesubsidieerd) werkzaam bij RealWork? Wat heeft het onze gemeente gekost?
- Zijn de dienstverbanden van deze gedupeerde medewerkers inmiddels beëindigd?
- Op welke wijze heeft het college de afgelopen week contact onderhouden met de gedupeerden en hoe waren de reacties?
- Heeft het college in beeld wat de financiële gevolgen zijn voor de gedupeerden, vanwege de te laat betaalde salarissen, en is het college voornemens om eventuele financiële schade te
compenseren? Wat is de financiële schade voor de gemeente?
- Welk perspectief wordt de gedupeerden nu geboden? Krijgen zij opnieuw een uitkering, is er zicht op nieuw werk voor deze groep of worden andere trajecten gestart?
- Spreker heeft vandaag vernomen dat een werknemer zich heeft gemeld bij de gemeente Almelo, omdat hij niet wist wat hij moest doen. Waarom heeft deze werknemer niet bij de gemeente Rijssen-Holten aangeklopt?
Wethouder TER KEURST zegt dat de gemeenten Rijssen-Holten en Hellendoorn een contract zijn aangegaan met RealWork. Spreker zegt toe dat de daarin opgenomen artikelen aan de raad op schrift beschikbaar worden gesteld.
Er zijn vijftien inwoners aangemeld bij RealWork vanuit de bijstand. Per 1 december 2013 hebben acht personen een arbeidscontract gekregen. Die dienstbetrekkingen zijn inmiddels door het faillissement beëindigd. Drie van de acht personen zijn op 5 februari 2014 in het gemeentehuis geweest. Twee van deze personen hebben de daar verstrekte informatie ook per mail ontvangen. De overige personen zijn telefonisch benaderd en uitgenodigd voor een intakegesprek om de uitkeringsaanvraag zo spoedig mogelijk te kunnen afhandelen. Daarnaast zijn de acht personen schriftelijk geïnformeerd. De drie personen die op het gemeentehuis zijn geweest waren heel positief over de medewerking die door de gemeente werd verleend.
RealWork is haar verplichtingen niet nagekomen in de maand januari bij zeven van de acht medewerkers van Rijssen-Holten. Het college heeft op 5 februari jl. gehoord dat deze mensen geen loon hadden ontvangen. Deze zeven mensen hebben een voorschot ontvangen om hun lopende verplichtingen na te kunnen komen. Het totaalbedrag aan voorschotten is € 6.441,85.
Op basis van het contract was overeengekomen dat een deel van de loonkostensubsidie vooruitbetaald werd. Real Work heeft 7 februari 2014 rond het middaguur te kennen gegeven het faillissement aan te vragen. Anderhalf uur later zijn de vragen van het CDA ontvangen. Het faillissement is op 11 februari 2014 uitgesproken.
Bij het uitspreken van het faillissement door de rechter kunnen de acht medewerkers bij het Uwv een faillissementsuitkering aanvragen voor de betaling van loon over de maanden waarover dit niet is ontvangen en waarvoor wel arbeid is verricht. Hierbij behoort ook de periode van één maand opzegtermijn. Ondersteuning via de gemeente is per direct toegezegd, ook ondersteuning die men nodig heeft richting het Uwv. Alle betrokkenen zijn op 17 februari a.s. uitgenodigd op de locatie Almelo, waar de curator uitleg geeft over het te volgen traject.
Alle personen zijn uitgenodigd voor een intakegesprek om zo spoedig mogelijk weer een uitkering te kunnen toekennen. Daarnaast wordt geprobeerd zo spoedig mogelijk weer een werkgever te vinden.
Rijssen-Holten heeft € 47.500 bevoorschotting betaald. Over de maanden waarvoor loon is uitbetaald dan wel waarover nog rechten bestaan, bedraagt dat gekapitaliseerd ruim € 30.000. Het verlies voor de gemeente Rijssen-Holten is € 17.500. Op het moment dat het college vernam dat RealWork faillissement zou aanvragen, is direct bericht aan RealWork dat de gemeente dat bedrag zou terugvorderen. Maandag jl. is intern al gewerkt aan het voorbereiden van een schadeclaim.
De VOORZITTER zegt toe dat de vragen ook schriftelijk worden beantwoord, zodat iedereen daarvan kennis kan nemen.
De heer KAHRAMAN zegt dat de mensen die hij heeft gesproken tevreden zijn over de manier waarop hierin door Rijssen-Holten is gehandeld.
Spreker heeft gehoord dat mensen aan de gemeente duidelijk hebben gemaakt dat er met RealWork een schijnconstructie was afgesloten en dat er een soort piramidespel gaande was. Spreker heeft gelezen dat ook Arnhem de salarissen heeft moeten voorschieten in december. Verder merkt hij nog op dat op maandag 3 februari 2014 de gemeenteraad van Almelo al is geïnformeerd over de problemen bij RealWork en dat het vreemd is dat Rijssen-Holten hierover niets heeft vernomen.
Spreker vindt het voorts vreemd dat mensen die op 1 februari 2014 geen salaris hadden ontvangen, niet bij de gemeente aanklopten.
De heer BEENS vraagt of de gemeente een bankgarantie voor deze zaak heeft geregeld.
Wethouder TER KEURST zegt dat hij de vraag van de heer Beens via een NB beantwoordt.
De problemen in Arnhem hadden te maken met de niet-betaalde bevoorschotting. Dat is op een later moment rechtgetrokken.
Het is spreker niet bekend, zoals blijkbaar in de raad van Almelo is gemeld op 3 februari, dat er problemen waren. Spreker heeft een sms gehad van een van de betrokkenen op 5 februari. Alle betrokkenen zijn toen uitgenodigd in het gemeentehuis en onmiddellijk is op grond van artikel 52 van de Wwb een en ander geregeld.
De heer KAHRAMAN zegt dat de raad van Almelo door de wethouder is bijgepraat over de problemen bij RealWork. Was daarover niets bekend in Rijssen-Holten?
Wethouder TER KEURST zegt dat ambtelijk op 4 februari is vernomen van de eigenaar van Spoelman Beheer BV, dat er problemen waren met de liquiditeit, waarover men in overleg was met een nieuwe investeerder. Het was spreker op dat moment niet bekend dat er geen lonen waren betaald. Pas op 5 februari jl. om ongeveer 10.00/10.30 uur heeft spreker vernomen dat de salarissen niet waren betaald.
De heer KAHRAMAN vraagt waarom het college de raad hierover niet heeft geïnformeerd.
Wethouder TER KEURST zegt dat eerst is uitgezocht wat er aan de hand was. Op 5 februari is contact opgenomen met Almelo om over de ontstane situatie zoveel mogelijk informatie in te winnen en samen op te trekken. Almelo was van plan op 6 februari met ondersteuning van een jurist overleg te voeren met de directie van RealWork. Dat overleg is niet doorgegaan, omdat de onderhandelingen met een nieuwe investeerder nog niet waren afgerond. Uiteindelijk is op 7 februari via de mail de mededeling van RealWork ontvangen dat zij faillissement ging aanvragen.
De heer BEENS vraagt of de gemeente altijd onderzoek doet naar de betrouwbaarheid van een nieuwe partner.
Wethouder TER KEURST zegt dat medio 2013 de gemeente Almelo een samenwerking is aangegaan met RealWork. Arnhem en Tilburg zijn onder datzelfde concept een samenwerking aangegaan. Op basis van die achtergrondinformatie heeft Rijssen-Holten op 3 oktober 2013 een eerste oriënterend gesprek gevoerd met de directie van RealWork. Vervolgens volgde samen met Hellendoorn op 15 oktober 2013 een tweede gesprek. Op 6 november 2013 is een bezoek gebracht aan de locatie Plesmanweg in Almelo om inzicht te krijgen in de werksfeer, de werkdruk en de werksituatie. Op basis daarvan zijn Rijssen-Holten en Hellendoorn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan.
De heer KAHRAMAN zegt dat mensen hem hebben laten weten dat als er vertegenwoordigers van gemeenten op bezoek kwamen, zij moesten laten zien dat er werk was, terwijl dat er eigenlijk niet was. Door de werknemers is ook gemeld aan de gemeenten dat hun werk ‘een wassen neus’ was. Nu zegt de wethouder dat de gemeente zich goed heeft georiënteerd en dat op basis daarvan is besloten een overeenkomst aan te gaan. Hopelijk wordt er een goed dossier aangelegd, waarin alle punten meegenomen worden en waarom besloten is tot zo’n gigantisch avontuur.
De heer TIJHOF zegt dat de geluiden die de heer Kahraman noemt hem ook ter ore zijn gekomen. Wat de wethouder zegt, bevreemdt hem eveneens. Er zijn door RealWork in 2013 contracten gesloten met een aantal grotere plaatsen in het land. Zonder historie of resultaat is Rijssen-Holten al heel snel ingestapt. Misschien is het een leer in het vervolg zaken te doen met bedrijven die betrouwbaarder zijn en niet met een bedrijf dat heel snel resultaat wil boeken met voorschotten van gemeenten.
De VOORZITTER sluit het debat. De wethouder zal de vragen schriftelijk beantwoorden. Eventueel kan de raad bepalen op een later tijdstip hierover verder te spreken.
NB.: De memo van het college met de beantwoording van de vragen van het CDA, alsmede de vraag over de bankgarantie, is aan de raad gemaild op 4 maart 2014. De memo is als bijlage 1 toegevoegd aan het verslag.
Memo van het college, beantwoording vragen RealWork
19b. Motie vreemd aan de orde van de dag
SGP, CDA, ChristenUnie, VVD en Lokaal Liberaal dienen een motie in: Vitens en Mekorot.
De heer Beens licht de motie toe.
Constaterende dat:
- de gemeente Rijssen-Holten aandeelhouder is van Vitens NV;
- Vitens besloten heeft om de samenwerking met het Israëlisch waterbedrijf Mekorot te beëindigen;
- Vitens toegegeven heeft dat dit besluit is genomen op basis van politieke overwegingen;
overwegende dat:
- het ongepast is dat een publiek bedrijf als Vitens buitenlandse politiek bedrijft;
- voor Israël dezelfde normen moeten gelden als voor andere landen;
roept het college van B&W op:
1. het initiatief te nemen tot het bijeenroepen van een aandeelhoudersvergadering (of alleen of indien nodig in samenwerking met andere aandeelhouders/ zie artikel 36.2 van de statuten van Vitens);
2. tijdens een aandeelhoudersvergadering van Vitens de vragen neer te leggen wat het buitenlands
beleid is en of het genomen besluit conform het buitenlands beleid is.
De heer DE LA HAYE zegt dat het ministerie van Buitenlandse Zaken een helder ontmoedigingsbeleid voert voor investeringen en activiteiten in Israël. De genoemde activiteiten vinden plaats in illegale nederzettingen. Volgens de mening van de PvdA is dit een pro-Israëllobby en draagt het niet bij aan de oplossing van de complexe problematiek in deze gebieden. De raad moet zich onthouden van buitenlandse politiek. Met de opportunistische en ongenuanceerde stellingname, zoals in de motie, wordt een delicaat proces verstoord. De PvdA steunt de motie niet.
Wethouder LIGTENBERG zegt dat ten minste 10% van de aandeelhouders een aandeelhouders-vergadering bijeen kunnen roepen. De provincie Overijssel bezit 4,6 % van de aandelen. Rijssen-Holten bezit 0,2% van de aandelen. Gelijkluidende moties in de Staten van Friesland, Flevoland en Gelderland zijn niet aangenomen. De aandeelhoudersvergadering van 14 mei a.s. is vervroegd naar 24 april 2014. Volgens de statuten kunnen onderwerpen worden geagendeerd op verzoek van ten minste 1% van de aandeelhouders. De voorliggende motie is neutraal geformuleerd door te vragen wat het vigerende beleid is. Spreker wijst erop dat in een motie over ditzelfde onderwerp van Provinciale Staten van Overijssel concreet aan Gedeputeerde Staten is gevraagd zich maximaal in te spannen Vitens ertoe te bewegen de samenwerking met Mekorot te hervatten.
De heer BEENS zegt dat de PvdA doet voorkomen alsof meerdere fracties aan buitenlandse politiek doen. Dat is volgens spreker niet het geval. De indieners roepen Vitens op dat evenmin te doen.
Naar aanleiding van de woorden van de wethouder is spreker bereid de motie aan te passen. Anderzijds zou de wethouder contact kunnen opnemen met de provincie, omdat de vragen in voorliggende motie en de vragen in de motie van Provinciale Staten niet ver van elkaar af liggen.
De heer KAHRAMAN zegt dat duidelijk moet zijn op basis van welke criteria Vitens de samenwerking beëindigt met het Israëlisch waterbedrijf Mekorot. Rijssen-Holten is maar voor 0,2% aandeelhouder, maar het gaat om het signaal dat afgegeven wordt.
De heer TIJHOF zegt dat een technische samenwerking goed is voor beide high tech waterbedrijven en voor de regio in Israël en voor Nederland. Wat spreker betreft kan de motie aangescherpt worden tot eenzelfde strekking als de motie van Provinciale Staten.
Tweede termijn
Tweede DE LA HAYE zegt dat de motie in tegenspraak is met wat het ministerie hierover zegt en met de resolutie die in de VN is aangenomen.
De heer TIJHOF zegt dat de minister van Buitenlandse Zaken Vitens niet heeft verboden deze samenwerking aan te gaan.
De heer BEENS zegt dat de motie een signaal inhoudt, dat afgegeven kan worden tijdens de aandeelhoudersvergadering van april.
De VOORZITTER zegt dat de heren Beens en Tijhof hebben aangegeven de richting te willen volgen van Provinciale Staten om het signaal af te geven de technische samenwerking met Israël weer op te pakken. De heer Kahraman zegt dat het gaat om de afwegingskaders van Vitens om buitenlandse samenwerkingsarrangementen aan te gaan.
De heer TIJHOF zegt dat het college in de aandeelhoudersvergadering echt iets moet kunnen bereiken en niet alleen aanwezig moet zijn om aan te horen wat er gezegd wordt.
De heer BEENS verzoekt om een schorsing.
Schorsing van 22.41 tot 22.45 uur
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer BEENS zegt dat de indieners van de motie geen wijzigingen in de tekst aanbrengen. Spreker is benieuwd naar de terugkoppeling vanuit de aandeelhoudersvergadering in april.
De VOORZITTER zegt dat punt 1 in de motie vervalt. Rijssen-Holten heeft 0,2% van de aandelen en kan niet actief het initiatief nemen tot het bijeenroepen van een aandeelhoudersvergadering.
De gewijzigde motie wordt aangenomen met 18 stemmen voor (SGP, CDA, ChristenUnie, VVD en Lokaal Liberaal) en 6 stemmen tegen (PvdA en Gemeentebelang).
20. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering met het ambtsgebed. Hij dankt de raad voor zijn inzet en betrokkenheid in deze raadsperiode en spreekt zijn waardering uit voor het werk van de raads- en commissieleden dat in goede samenwerking is verlopen. Spreker wenst alle partijen veel succes en plezier tijdens de campagne. Hij roept de burgers op te gaan stemmen en een gemeenteraad te kiezen die hun belangen vertegenwoordigt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Rijssen-Holten op 24 april 2014
de griffier | de voorzitter |
H.A.J. van de Vliert | A.C. Hofland |