Verslag Raad 26 juni 2006
Soort document:Verslag
Soort vergadering:Raad
Datum:26 juni 2006
Week nummer:
Tijdstip:19.30 uur
Locatie:raadzaal, locatie Rijssen
aanwezig: | |
voorzitter: | de heer drs. mr. B. Koelewijn, burgemeester |
leden: | SGP : de heren B. Beens, G. Kreijkes, J. Slagman, J. Slootweg, J. Steunenberg en J. Ligtenberg CDA : de heren H.J. Dul, G.H. Kastenberg, H.J.W. Kuipers en I. Kahraman; mevrouw G. Tigelaar-Vruggink CU : de heren B.D. Tijhof, J. Tijhof en W. Otten; mevrouw W.L. Riezebos-Tessemaker PvdA: de heren R.M.C. de La Haye, J. Pluimers, R.W. Meijerink en M. Paetzel; mevrouw M.J. Tijhof-Zwijnenberg GB : de heren A. Hofhuis, W.H. Veneklaas en A. Nijkamp VVD : de heren A.J. Kevelam en R. de Koe |
afwezig met kennisgeving: | |
griffier: | de heer J.Th. Beverloo |
notulist: | de dames R. Aanstoot en S. Vollenbroek |
namens het college: | de heer J.J.A. ter Keurst, W.A.J. ter Schure en W. Stegeman, |
secretaris: | de heer A.C. van Eck |
pers: | vijf |
publiek: | zestig |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering met het ambtsgebed.
De aanwezigen worden welkom geheten bij de laatste raadsvergadering in het gemeentehuis te Rijssen. Van deze vergadering worden filmopnames gemaakt.
Als beginnummer voor eventuele hoofdelijke stemming wordt getrokken nummer 10, de heer I. Kahraman, van de presentielijst.
2. Spreekrecht burgers
De heer P. Baakman, juridisch adviseur Stichting Burger en Belangen Holten maakt gebruik van het spreekrecht over agendapunt 22
(zijn betoog is toegevoegd als bijlage 1).
De heer DUL vraagt de heer Baakman wat hij geadviseerd heeft aan de mensen die hij vertegenwoordigt, nadat op 8 september 2003 het bekostigingsbesluit is genomen.
De heer BAAKMAN antwoordt dat op dit bekostigingsbesluit niet door zijn bureau is gereageerd. Wordt vanavond het voorstel door de raad aangenomen, dan zal bezwaar aangetekend worden zodra de aanslagen worden ontvangen.
De heer LODEWEGES maakt namens de buurtbewoners van het Landgoed De Look gebruik van het spreekrecht over agendapunt 26. De buurtbewoners willen geen landgoed en ook geen landhuis. Het wordt de vernietiging van een uniek stukje natuur op de Borkeld. De buurtbewoners zijn tegen het plan. Spreker zal geen vragen beantwoorden, maar verzoekt het punt van de agenda te halen.
3. Vaststellen agenda
De heer BEENS deelt mee dat de fractie van de SGP in de commissievergadering heeft meegedeeld tegen agendapunt 11 te zijn, "Wijziging verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs".
De VOORZITTER concludeert dat met het opnemen van deze opmerking van de fractie van de SGP in de notulen van deze vergadering, het niet noodzakelijk is het voorstel daarop aan te passen.
De heer BEENS verzoekt agendapunt 26 van de agenda af te voeren. Spreker is van mening dat de tijd tussen het ontvangen van de aanvullende informatie op donderdag jongstleden en deze raadsvergadering te kort is geweest om met betrokkenen van gedachten te kunnen wisselen.
De heer KEVELAM wijst op een redactionele onvolkomenheid in het voorstel onder agendapunt 18. Bij het gymnastieklokaal Vrijheidslaan te Holten is er geen sprake van een vergaderlokaal.
Wethouder TER SCHURE zegt toe dit te zullen aanpassen.
De heer J. TIJHOF merkt op dat de fractie van de ChristenUnie in de commissie heeft gezegd om financiële redenen tegen agendapunt 11 te zijn.
De VOORZITTER stelt vast dat de fractie van de ChristenUnie deze opmerking aangetekend wil hebben.
Spreker vraagt de mening van de raad over het eventueel afvoeren van punt 26 van de agenda.
De heer DE LA HAYE deelt mee dat zijn fractie agendapunt 26 op de agenda wenst te handhaven.
De heer KEVELAM zegt dat voor een zorgvuldige behandeling agendapunt 26 uitgesteld zou moeten worden.
De heer VENEKLAAS wil agendapunt 26 graag geagendeerd houden.
De heer KUIPERS pleit voor handhaving van het punt op de agenda van deze avond. De fractie van het CDA heeft met de buurtbewoners gesproken.
De heer OTTEN stelt dat agendapunt 26 vanavond behandeld kan worden. Als er fracties zijn die meer tijd nodig hebben voor beraadslagingen, dan wil de fractie die ruimte echter geven.
De heer BEENS vindt dat de verstrekte nieuwe informatie zorgvuldig behandeld moet worden. De fractie van de SGP heeft dit in de commissievergadering al duidelijk gemaakt.
De heer DE LA HAYE wijst erop dat de beloofde aanvullende informatie op de afgesproken tijd beschikbaar was. De fracties konden dat bespreken en er adequaat op reageren.
De heer OTTEN zegt dat er een ingelaste raadsvergadering gehouden kan worden voor dit agendapunt.
De VOORZITTER constateert dat het voorstel van de heer Otten minder verstrekkend is dan het voorstel van de heer Beens. Het voorstel om agendapunt 26 van de agenda af te voeren, wordt als eerste in stemming gebracht.
Na hoofdelijke stemming besluit de raad het voorstel om agendapunt 26 van de agenda af te voeren te verwerpen met zestien stemmen tegen en negen stemmen voor.
De VOORZITTER brengt het voorstel om agendapunt 26 te verdagen, in stemming.
Na hoofdelijke stemming besluit de raad het voorstel om agendapunt 26 te verdagen te aanvaarden met achttien stemmen voor en zeven stemmen tegen.
De VOORZITTER concludeert dat hiermee agendapunt 26 is verdaagd tot maandag 3 juli 2006, aanvang 19.30 uur.
De agenda wordt hiermee vastgesteld.
4. Vragenuur
Mevrouw RIEZEBOS van de fractie van de ChristenUnie heeft vragen gesteld over "Stemmen in de raad" (deze vragen zijn bijgevoegd als bijlage 2).
De VOORZITTER antwoordt op de vragen dat voor het stemquorum bepalend is het aantal van 25 zetels van toegelaten raadsleden. Minimaal 13 van de 25 raadsleden moeten aan de stemming deelnemen.
Gezien de situatie die in de vorige raadsvergadering is ontstaan, is er advies gevraagd bij professor Elzinga. De reactie van professor Elzinga is inmiddels gemaild naar de raadsleden. Hierin wordt gezegd dat in de vorige raadsvergadering de regels op correcte wijze zijn toegepast. Spreker nodigt de fractievoorzitters uit gezamenlijk te spreken over de reactie van professor Elzinga en normen en vormen te ontwikkelen ten aanzien van een bestuurscultuur die past bij het solide, degelijke en extern gerichte karakter van de gemeente Rijssen-Holten.
De heer BEENS is het grotendeels eens met de woorden van mevrouw Riezebos. Een dergelijke situatie moet niet opnieuw voorkomen. Het indienen van een motie is overigens een recht in het huidige democratisch bestel, ook van de oppositie. De fractie van de SGP is niet van plan van tevoren te vragen of de gehele coalitie elke keer aanwezig is. Er is nu eenmaal een smalle coalitie en deze coalitie moet daarvan de consequenties aanvaarden.
De heer DE LA HAYE vindt de woorden die de heer Beens uitspreekt zeer onverstandig, zeker op dit moment.
De heer OTTEN vindt het voor de toekomst wenselijk om elkaar de ruimte te geven.
De heer DUL zegt dat is afgesproken dat in het presidium een nadere uitwerking zal worden gegeven aan afspraken die worden gemaakt.
De heer HOFHUIS sluit zich aan bij de woorden van de heer Dul.
De VOORZITTER proeft de bereidheid om het gesprek aan te gaan. Er moet gezocht worden naar ruimte voor elkaar. Men moet met respect met elkaar omgaan, waarbij toch iedereen haar of zijn verantwoordelijkheid kan nemen bij de invulling van het raadslidmaatschap.
5. Notulen van de raadsvergadering van 29 mei 2006
De VOORZITTER deelt mee dat er één wijziging op de notulen is binnengekomen. Dit betreft de laatste alinea van pagina 6, waar de heer Kuipers aan het woord is. De datum van de daar genoemde motie moet worden veranderd in: oktober 2005.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich hierna met de notulen.
6. Actiepuntenlijst
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met de actiepuntenlijst.
7. Mededelingen en ingekomen stuken
Mededelingen
De VOORZITTER meldt dat er een brief is ontvangen over de straatnaamwijziging Prins Frederik Hendrikstraat. De brief was gericht aan de raad en is in handen gesteld van het college voor nader advies. Het college heeft deze brief reeds afgedaan, wat niet conform de beslissing van de raad was.
Spreker concludeert dat de raad ermee instemt dat het punt wordt geagendeerd in de eerstvolgende vergadering van de commissie ABZM.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich hierna met de mededelingen en ingekomen stukken.
8. Verzoek om advies over het verzoek tot aanwijzing orgel van de kerk van de Hervormde Gemeente aan het Kerkplein 1 in Holten als
rijksmonument (portefeuillehouder wethouder J.J.A. ter Keurst)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
9. Vaststellen verslag over de uitvoering WWB, Ioaw, Ioaz en Bbz 2005 (portefeuillehouder wethouder J.J.A. ter Keurst)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
10. Plan van nieuwe basisscholen 2007-2010 (portefeuillehouder wethouder J.J.A. ter Keurst)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
11. Wijziging verordening subsidiëring godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs
(portefeuillehouder wethouder J.J.A. ter Keurst)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
12. Aanwijzing vertegenwoordigers in besturen van gemeenschappelijke regelingen en andere instellingen
(portefeuillehouder burgemeester B. Koelewijn)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
13. Vaststellen planschadeverzoek mevrouw J.M. Tiehuis-Hanstede, Enterstraat 107, Rijssen
(portefeuillehouder wethouder W. Stegeman)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
14. Vaststellen planschadeverzoek heer en mevrouw Rutjes, Enterstraat 190, Rijssen
(portefeuillehouder wethouder W. Stegeman)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
15. Vaststellen van de geconsolideerde jaarrekening over het dienstjaar 2005
(portefeuillehouder wethouder W.A.J. ter Schure)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
16. Krediet voor uitvoering onderhoud aan asfaltverharding als gevolg van de vorstschade
(portefeuillehouder wethouder W.A.J. ter Schure)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
17. Benoeming accountant (portefeuillehouder wethouder W.A.J. ter Schure)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
18. Effectuering harmonisatietraject tarieven sportaccommodaties/vaststellen tarieven gemeentelijke sportaccommodaties per 1 juli
2006 (portefeuillehouder wethouder W.A.J. ter Schure)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
(De voorzitter draagt het voorzitterschap over aan de heer Dul.)
19. Delegatie van bevoegdheden (portefeuillehouder burgemeester B. Koelewijn)
Wethouder STEGEMAN zegt dat na een principeverzoek, dat voor de burger kosteloos is, bij een positieve beoordeling van het college van burgemeester en wethouders in het kader van artikel 19, lid 1, altijd de commissie opiniërend wordt ingeschakeld voordat de procedure verder wordt voortgezet. De overige artikelen, 11, 15, 17 en 19, lid 2 en lid 3, zijn gedelegeerd aan het college. Deze werkwijze is goedgekeurd door de raad.
De heer OTTEN zegt, na de toelichting door wethouder Stegeman, dat zijn fractie instemt.
De heer DE KOE vraagt of er niets verandert ten opzichte van de huidige situatie.
De heer KREIJKES heeft beluisterd dat een verzoek in het kader van artikel 19 lid 1, altijd opiniërend in de commissie wordt behandeld. Is de besluitvorming echter wel gedelegeerd aan het college?
Wethouder STEGEMAN zegt dat er niks verandert ten opzichte van de bestaande situatie. Een principeverzoek in het kader van een artikel 19 lid 1-procedure wordt bij een positief advies vanuit het college opiniërend aan de commissie voorgelegd. De commissie maakt haar mening kenbaar en voor de verdere uitvoering en besluitvorming komt het weer terug bij het college. Wijst echter de commissie een voorstel in dit kader af, dan is het duidelijk dat het college er niet verder mee kan gaan.
De heer DE KOE heeft gelezen dat aan het college zelfs gedelegeerd is een bestemmingsplanwijziging door te voeren.
De heer KREIJKES beluistert in de woorden van de wethouder, dat als de commissie in een opiniërende vergadering zegt het niet eens te zijn met het college, het college toch positief kan besluiten.
Wethouder STEGEMAN zegt dat het gangbaar is dat voordat een portefeuillehouder met een verzoek naar de commissie gaat, deze het oordeel heeft gevraagd van het college. Op dat moment ligt er een positief advies van het college, dat in opiniërende zin aan de commissie wordt voorgelegd. Is de commissie het hiermee in meerderheid niet eens, dan moet de betreffende portefeuillehouder teruggaan naar het college en de mening van de commissie doorgeven.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich hierna met het voorstel.
20. Intrekken verzoek om uittreden WGR-plus Regio Twente
(portefeuillehouder burgemeester B. Koelewijn
De BURGEMEESTER licht toe dat de burgemeester van Dinkelland hedenmorgen gezegd heeft dat zijn gemeente bereid is om het verzoek om uit te treden in te trekken. Waarschijnlijk volgt ook de gemeente Tubbergen.
De heer BEENS merkt op dat in de voorliggende besluitvorming staat: "Onder voorwaarde van positieve besluitvorming in de Regioraad over de nadere uitwerking van de nota Vorm en beweging". Wat gebeurt er als er een negatieve besluitvorming plaats gaat vinden?
De BURGEMEESTER antwoordt dat er op een aantal thema's al vruchtbaar samengewerkt wordt. Vanavond gaat het om een uitbreiding van samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening, mobiliteit en volkshuisvesting. Juist de gemeente Rijssen-Holten heeft altijd helder gesteld dat er voorwaarden zijn om op een verantwoorde manier daarin samen te werken en dat zij zelf wil blijven beschikken over bedrijventerreinen en over voorzieningen in de volkshuisvesting van haar eigen inwoners. Bij andere thema's is duidelijk gemaakt dat het goed zou zijn te komen tot een evenwichtiger stemverhouding en tot een andere bestuurscultuur in de regio Twente.
Een regionale structuurvisie en het grondbeleid kunnen alleen worden vastgesteld met een tweederde meerderheid van het aantal gemeenten in de regio. Bij alle overige besluitvorming geldt het vereiste van de helft plus één van het aantal gemeenten.
Er zal een commissie voor de landelijke gemeenten worden ingesteld, die het grondgebied omvat van alle gemeenten buiten de netwerkstad. Deze commissie zal ook advies uitbrengen over de WGR-plus-taken en zal verder zelf mogen bepalen over welke thema's er nog meer gesproken gaat worden. De commissie voor de landelijke gemeenten is gelijkwaardig aan de commissie voor de netwerkstad. Getracht zal worden ook Twenterand en de Hof van Twente te betrekken.
Spreker gaat in op de vraag van de heer Beens. De voorwaarde in het besluit is nog niet verankerd in verordeningen van de regio. Het zijn intenties die zijn uitgesproken. Spreker heeft de indruk dat deze intenties zeer gedragen worden, ook door de grote gemeenten en door de voorzitter van de commissie netwerkstad. Duidelijk is dat als aan een besluit een voorwaarde wordt verbonden en daaraan wordt niet voldaan, dit gevolgen heeft voor de betekenis van een besluit; dan blijft het besluit tot uittreden feitelijk in stand. Morgen gaat er een brief naar Gedeputeerde Staten van Overijssel, waarin uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid wordt neergelegd om te participeren in de verschillende commissies. Gedeputeerde Staten moeten ervoor zorgen dat de afspraken gestalte krijgen in de verordeningen van de regio.
De heer BEENS zegt dat voor de helderheid de zinsnede toegevoegd kan worden: "Bij een negatieve besluitvorming in de regioraad zal de gemeente Rijssen-Holten uittreden".
De heer LIGTENBERG merkt op dat er nu letterlijk staat: "Wij gaan uit van een betrouwbaar bestuur". Spreker hoopt dat dat bewaarheid wordt en dat het bestuur afspraken nakomt.
De BURGEMEESTER antwoordt dat op het moment de regioraad toch ernstig teleurstelt, uittreding direct weer aan de orde is. Indien er een voorwaardelijk besluit wordt genomen, dan is die voorwaarde een impliciet en expliciet onderdeel van de besluitvorming. Ook in de brief die wordt gestuurd aan Gedeputeerde Staten wordt zeer uitdrukkelijk op de voorwaarden ingestoken.
De VOORZITTER concludeert dat het college op dit moment geen behoefte heeft een amendement op dit voorstel te ondersteunen.
De heer BEENS wil graag weten of de overige fracties van mening zijn dat aanscherping nodig is.
De heer KREIJKES heeft uit de woorden van de burgemeester beluisterd dat er geen enkele belemmering is betreffende zinsnede toe te voegen.
De VOORZITTER vraagt de raadsleden of zij akkoord kunnen gaan met het voorstel van het college.
De heer HOFHUIS kan zich vinden in de voorliggende tekst.
De heer KASTENBERG steunt eveneens het voorstel van het college.
De heer OTTEN zegt het voorstel van het college te ondersteunen.
De heer DE LA HAYE stemt eveneens in, maar onder voorwaarde van positieve besluitvorming.
De heer DE KOE zegt, als wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden in het voorstel, dat de fractie van de VVD akkoord kan gaan met het stuk.
De heer BEENS begrijpt dat de overige fracties een amendement ter aanscherping niet zullen ondersteunen. Spreker hoopt dat hetgeen de burgemeester heeft gezegd bewaarheid wordt en heeft daar vertrouwen in. De fractie is het eens met het stuk.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
21. Vaststellen Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Rijssen-Holten 2006
(portefeuillehouder burgemeester drs. mr. B. Koelewijn)
De heer BEENS heeft in de commissie gezegd eventueel terug te willen komen op het stuk. Wat de fractie van de SGP betreft kan het stuk echter doorgang vinden.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
(De burgemeester neemt het voorzitterschap over.)
22. Vastleggen van de Baatbelastingverordening aanleg riolering recreatieterrein De Borkeld
(portefeuillehouder wethouder W.A.J. ter Schure)
De heer KEVELAM merkt op dat dit voorstel, conform het bekostigingsbesluit uit 2003, een logisch gevolg is. De heer Baakman, inspreker, noemde de baatbelasting voor de Beuseberg. Dit had destijds te maken met de bouwgrondbelasting voor het plan Beuseberg, die op een later moment weer is ingetrokken. Dit is echter niet van toepassing op voorliggend voorstel. De fractie van de VVD steunt het voorstel.
De heer DUL onderschrijft de woorden van de heer Kevelam. Het is van belang dat dit voorstel zodanig de eindstreep haalt.
De heer VENEKLAAS zegt dat dit een logisch vervolg is op het reeds genomen bekostigingsbesluit. Alles wat wordt aangehaald uit het verleden, is voor zijn fractie niet van toepassing.
De heer KREIJKES heeft uitgezocht wat er precies wordt bedoeld in een krantenartikel in het Rijssens Nieuwsblad van 6 juni 2006. Mensen hebben een factuur gekregen, omdat men op basis van vrijwilligheid kon instemmen. Vanavond wordt het besluit genomen vanwege de baatbelasting en daarmee kunnen de onwilligen gedwongen worden mee te betalen. De fractie is daarmee tevreden gesteld en stemt in met het voorstel.
De heer LIGTENBERG geeft aan dat er in 2003 bij het nemen van het bekostigingsbesluit volop informatie aanwezig was. Daarvan konden de toenmalige raadsleden kennis nemen. Dat heeft niet geleid tot een ander besluit dan het besluit dat toen genomen is.
De heer OTTEN zegt dat een en ander te maken heeft met de geschiedenis van de gemeente Rijssen. Dit is min of meer een harmonisering van feiten.
Wethouder TER SCHURE zegt dat dit inderdaad een harmonisering is van het rioleringsbeleid, vastgesteld op 8 september 2003. Het verschil met de bijdrage die in Rijssen werd gevraagd bedroeg ƒ 500,-. Bij de bewoners van De Borkeld lag de afspraak vanuit de voormalige gemeente Holten over maximaal ƒ 7000,-, zijnde nu € 3177,-. De baatbelasting komt gelukkig lager uit.
De heer DE LA HAYE zegt het voorstel te kunnen volgen.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel.
23. Vaststellen wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2006
(portefeuillehouder wethouder W.A.J. ter Schure)
De heer BEENS merkt op dat de fractie in de commissie gezegd heeft tegen punt 23 te zijn, "Raming van een voorschot van € 25.000,- te verstrekken aan de te richten Stichting Horeca Parkgebouw".
De heer MEIJERINK verzoekt in het vervolg, als in de commissie de conclusie wordt getrokken dat een fractie tegen een onderdeel stemt, dat dit in de stukken naar voren komt.
De VOORZITTER zal hierover contact opnemen met de griffier.
De heer OTTEN stemt in met het voorstel. De wethouder heeft toegelicht dat de zaken te zijner tijd in de commissies zullen worden besproken. Inhoudelijk kan de commissie ABZM daarover vervolgens nog oordelen.
Wethouder TER SCHURE merkt op dat in de commissievergaderingen van volgende week diverse zaken zullen worden besproken bij de behandeling van de Bestuursrapportage. Begin september zal in de commissie ABZM hierover inhoudelijk worden gesproken. Met deze oplossing kunnen in elk geval de werkzaamheden worden voortgezet.
Zonder hoofdelijke stemming verenigt de raad zich met het voorstel, met de aantekening dat de fractie van de SGP geacht wordt te hebben tegengestemd tegen punt 23 van het voorstel.
24. Vaststelling Rood voor rood (portefeuillehouder wethouder W. Stegeman)
De heer KUIPERS merkt op dat alleen de raad van de gemeente Dinkelland de regeling Rood voor rood heeft vastgesteld. Zijn fractie stelt daarom voor Rood voor rood niet in de deze raadsvergadering te behandelen, maar eerst te proberen de Twentse gemeenten op één lijn te krijgen. De provincie zal de regeling gaan evalueren en onder druk van de gemeenten kan dit leiden tot heropening van de besprekingen en tot een meer positieve regeling.
De VOORZITTER concludeert dat de fractie van het CDA het voorstel wil aanhouden.
De heer KEVELAM ondersteunt het voorstel van de heer Kuipers. In de commissie was de fractie van de VVD al tot de conclusie gekomen de regeling niet te kunnen ondersteunen.
Spreker wil een onderdeel aan de brief toevoegen. Als iemand één hectare agrarische bouwkavel heeft, dan zou 90% daarvan na deelname aan Rood voor rood tot agrarische grond zonder bebouwingsmogelijkheid kunnen verworden. Agrarische grond zonder bebouwingsmogelijkheid heeft een lagere waarde dan agrarische grond met bebouwingsmogelijkheid. Die lagere waarde zou in het hele verhaal meegenomen moeten worden.
De heer STEUNENBERG heeft in de commissie gezegd de op te stellen brief te zenden aan alle gemeenten in de provincie. De fractie van de SGP is blij met het voorstel de behandeling van dit agendapunt op te schorten.
De heer B.D. TIJHOF heeft in de commissievergadering gezegd dat het effect van de brief alleen te halen was als niet vooraf de Rood voor rood-regeling zou worden vastgesteld. De fractie stemt dan ook in met het voorstel van de heer Kuipers.
De heer VENEKLAAS merkt op, nu blijkt dat bijna alle gemeenten nog afwachten, dat er een breed blok gevormd kan worden om bij de provincie een regeling uit het vuur te slepen die voor de burgers gunstig uit zal pakken. De fractie ondersteunt het voorstel van de fractie van het CDA.
De heer MEIJERINK vraagt de heer Kuipers aan welke termijn hij denkt als het gaat om de brief.
De heer KUIPERS zegt dat de raad van de gemeente Hellendoorn de Rood voor rood-regeling in juli behandelt. Daarom zal deze week via de griffie contact gelegd moeten worden met de Twentse gemeenten. Er moet draagvlak worden gezocht en Provinciale Staten zullen het moeten agenderen. Dat zal een halfjaar tot negen maanden gaan duren. Dit uitstel kan betekenen dat de regeling aantrekkelijker wordt.
Wethouder STEGEMAN zegt dat zeven Twentse gemeenten inmiddels een voorstel in het college hebben besproken, waarvan vier gemeenten een voorstel in de commissie hebben gehad. Bij Dinkelland en Tubbergen ligt er inmiddels een raadsbesluit. Wierden en Hellendoorn hebben het voorstel geagendeerd voor de raadsagenda van juli.
Rood voor rood is onderdeel van de reconstructiewetgeving met een landelijke berekeningssystematiek, waarvan niet mag worden afgeweken. De provincie heeft daarbij op grond van een politiek compromis een aantal harde voorwaarden gesteld. Provinciale Staten is het enige bevoegde orgaan dat de regeling kan wijzigen. De fracties zullen daarom lobby moeten voeren bij Provinciale Staten.
Het is niet zeker dat er een gunstiger regeling er zal komen. Kiest de raad echter breed voor uitstel, dan respecteert het college dat, al wordt dat betreurd voor de deelnemers. Wellicht moet geaccepteerd worden dat er medeoverheden zijn die bepalingen opleggen. De gedeputeerde is op dit moment niet voornemens aan de provinciale uitgangspunten te tornen.
De heer KUIPERS zegt dat bekend is dat de 'panelen reeds schuiven' wat betreft het ontmengen in het verwevingsgebied. Het gaat nu om het formele gebaar dat de gemeenteraad zegt de regeling nog niet vast te stellen.
De heer OTTEN vraagt waarom de raad nog over het stuk moet besluiten als de provincie alles toch vastlegt.
Wethouder STEGEMAN zegt dat slechts op één punt een kentering lijkt te ontstaan: in verwevingsgebieden ontmenging toestaan, zonder dat daarmee de totale agrarische activiteit van de kavel zal moeten worden wegbestemd. Spreker rekent echter de financiële vertaling tot de harde eisen. De gedeputeerde zal van deze harde eisen niet eerder afwijken dan tijdens een evaluatie.
De heer KEVELAM is van mening dat de aanvragen die er nu liggen, niet allemaal zullen worden doorgezet binnen de huidige regeling. Spreker heeft vernomen dat er op meerdere punten discussies ontstaan die de regeling aantrekkelijker kunnen maken. Het standpunt van de VVD is dat geprobeerd moet worden de regeling zodanig te wijzigen dat deze effectief is voor het doel ervan, namelijk te komen tot sloop van landschapsontsierende bedrijfsgebouwen.
De heer KUIPERS stelt voor, in overleg met de andere gemeenten, over de termijnen na te denken. Nagedacht zal ook moeten worden over de vraag hoe hiermee tactisch en bestuurlijk verder te gaan.
De heer MEIJERINK merkt op dat de regeling iets minder 'koud' gemaakt zou moeten worden. Als dat uitstel zou betekenen, dan kan de fractie zich daar wel in vinden. Om dat te proberen via de nu voorliggende brief, loopt men echter de kans om te overvragen.
De heer B.D.TIJHOF deelt mee dat de fractie van de ChristenUnie haar standpunt niet wijzigt. De reactie van de andere gemeenten kan als basis dienen voor de vervolgstappen en de timing.
De heer SLAGMAN merkt op dat de brief van alle Twentse gemeenten op de lijst van ingekomen stukken kan komen bij Provinciale Staten. Dan kan deze worden doorgeleid naar de agenda van Provinciale Staten en besproken worden.
De heer HOFHUIS wijst erop dat de Rood voor rood-regeling in het leven is geroepen voor een mooier platteland. Er zijn nu zes potentiële aanvragen, maar het gemeenschappelijk belang moet voorrang krijgen op het individuele belang. Als de Twentse gemeenten samen een vuist maken, zullen Provinciale Staten inzien dat de regeling niet uitvoerbaar is.
De heer STEUNENBERG merkt op dat het grote probleem zit in de waarde economisch verkeer voor de bouwkavel. Mensen moeten heel wat geld betalen voor het opknappen van het platteland.
Wethouder STEGEMAN zegt namens het college de zes punten uit de brief te willen overnemen, hoewel enkele zaken het gevaar van overvragen in zich hebben. De brief moet ruimte bieden voor onderhandeling; het kan geen dictaat zijn.
De VOORZITTER concludeert dat het voorstel wordt aangehouden in afwachting van een nadere reactie van de provincie.
De heer MEIJERINK merkt op dat zijn fractie geacht wil zijn niet tégen het voorstel gestemd te hebben. De fractie van de PvdA kan met de tekst van de voorliggende brief niet instemmen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna het vaststellen van de Rood voor rood-regeling aan te houden.
25. Brief van de raadsfracties van de gemeente Rijssen-Holten aan de leden van de gemeenteraden van Hellendoorn en Wierden over
de Rood voor rood-regeling
De heer KUIPERS zegt dat voorliggende brief is bedoeld om draagvlak te krijgen bij de andere gemeenten. Bij de overige gemeenten zullen er mogelijk ook nog punten naar voren komen.
De VOORZITTER vraagt wie van de gemeenteraad het overleg voert en wie mag beslissen over het al dan niet bijstellen van de punten om gezamenlijk commitment te krijgen.
De heer KUIPERS zegt dat de brief naar de buurgemeenten gaat. Dit zou ambtelijk of met een afvaardiging van de commissie Grondgebied kunnen leiden tot een bijeenkomst. Dat zal pas na de vakantie kunnen plaatsvinden. De brief die naar de provincie gaat, zal een brief moeten zijn die door de raad is vastgesteld. De griffier heeft hierin een regisserende rol.
De VOORZITTER vraagt of de brief zoals deze nu voorligt, tot inzet van de besprekingen met de buurgemeenten gemaakt kan worden.
De heer KEVELAM zegt dat bij punt 3 van de brief aangegeven zou kunnen worden dat altijd uitgegaan moet worden van de oppervlakte van de huidige agrarische bouwkavel en daar een en ander aan te relateren.
Er kan een zevende punt toegevoegd worden: "De raad is van mening dat de waardevermindering van de bestemmingswijziging van agrarische bouwkavel naar agrarische grond of van agrarische bouwkavel naar agrarische grond met beperkingen, in de regeling moet worden betrokken." Spreker legt dit uit aan de hand van een voorbeeld.
De heer DE LA HAYE stelt voor maandag aanstaande verder te spreken over de brief.
De VOORZITTER zegt dat het voor de raad lastig is om een brief die wordt gebruikt in een onderhandelingsproces, te redigeren. De raad kan de commissie Grondgebied mandateren om zorg te dragen voor een tekst van de brief. Ook moet er ruimte geboden worden om in overleg met andere gemeenten een definitieve brief te ontwikkelen.
De heer KUIPERS zegt dat het bepalen van de inhoud van de brief naar achteren geschoven kan worden. Wel moet er een ander soort brief naar de gemeenten nu is besloten de Rood voor rood-regeling aan te houden. De gemeente Hellendoorn gaat op 6 juli 2006 namelijk al spreken over de regeling.
De VOORZITTER zegt dat de griffier wordt verzocht ervoor te zorgen dat alle Twentse gemeenteraden op de hoogte gebracht worden van de wens van de gemeente Rijssen-Holten ten aanzien van de input naar Provinciale Staten als het gaat om de Rood voor rood-regeling. Mogelijk kan dit volgende week via de commissie terugkomen.
26. Vaststelling bestemmingsplan buitengebied Holten, partiële herziening landgoed Look
(portefeuillehouder wethouder W. Stegeman)
Dit agendapunt is aangehouden.
27. Aanwijzing plaatsvervangend voorzitter van de raad (presidium)
De raad besluit bij acclamatie zich te verenigen met het voorstel.
28. Benoeming tweede raadslid in het auditcomité accountantscontrole
De raad besluit bij acclamatie zich te verenigen met het voorstel.
29. Benoeming raadsgriffier
De VOORZITTER stelt voor een stemcommissie te vormen, bestaande uit de heren Pluimers, Kreijkes en Veneklaas. Deze commissie wordt ondersteund door de griffier.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 21.45 – 21.50 uur.
De heer PLUIMERS meldt dat er 25 geldige stemmen zijn uitgebracht.
De heer H.A.J. van de Vliert is unaniem gekozen.
De VOORZITTER feliciteert de heer Van de Vliert met zijn benoeming.
30. Benoeming schaduwfractieleden
De VOORZITTER merkt op dat zestien schaduwfractieleden zullen worden benoemd. Hieronder zijn ook de schaduwfractieleden die al in een eerdere periode zijn benoemd.
De raad besluit bij acclamatie zich te verenigen met het voorstel.
31. Beëdiging schaduwfractieleden
De VOORZITTER leest de tekst van de eed voor:
“Ik zweer dat ik, om tot lid van de schaduwfractie aangewezen te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik om iets in de functie van lid van de schaduwfractie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer het schaduwlidmaatschap te vervullen conform de regels die ook voor raadsleden gelden conform de Gemeentewet en overigens in de bestuurspraktijk van de gemeente Rijssen-Holten gebruikelijk is, waarbij ik voldoe aan de eisen die de Gemeentewet stelt aan het lidmaatschap van de raad, voorzover van toepassing.
Ik zweer de mij onder ogen komende niet-openbare informatie op de gemeentehuizen van Rijssen en Holten vertrouwelijk te zullen behandelen en niet te zullen verstrekken aan derden - zijnde niet-raadsleden - in welke vorm dan ook.”
De heer BOSMA: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De heer KLEIN HORSMAN: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De heer TE WIERIK: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig
De heer NIJKAMP: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
Mevrouw VAN DER BURGH: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
Mevrouw LIGTENBERG-VOS: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De heer KAMPHUIS: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
Mevrouw WIBBELINK-ROELVINK: Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De VOORZITTER leest de tekst van de belofte voor:
“Ik verklaar dat ik, om tot lid van de schaduwfractie aangewezen te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar dat ik om iets in de functie van lid van de schaduwfractie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof het schaduwlidmaatschap te vervullen conform de regels die ook voor raadsleden gelden conform de Gemeentewet en overigens in de bestuurspraktijk van de gemeente Rijssen-Holten gebruikelijk is, waarbij ik voldoe aan de eisen die de Gemeentewet stelt aan het lidmaatschap van de raad, voorzover van toepassing.
Ik verklaar de mij onder ogen komende niet-openbare informatie op de gemeentehuizen van Rijssen en Holten vertrouwelijk te zullen behandelen en niet te zullen verstrekken aan derden - zijnde niet-raadsleden - in welke vorm dan ook.”
Mevrouw HEUVER-HARBERS: Dat verklaar en beloof ik.
De heer KLEIN TWENNAAR: Dat verklaar en beloof ik.
De heer YILMAZ: Dat verklaar en beloof ik.
De VOORZITTER feliciteert de schaduwfractieleden en wenst hen veel wijsheid toe bij de vervulling van hun taak.
32. Sluiting
De VOORZITTER deelt mee dat naast de benoemingen van vandaag, de heer B.D. Tijhof en de heer W. Stegeman zijn benoemd in de Euregioraad. Zij worden verzocht met enige regelmaat de raad te informeren over de zaken die daar spelen.
De voorzitter sluit de vergadering met het ambtsgebed.
Bijlage 1
Inspreeknota
Agendapunt Baatbelastingverordening De Borkeld
Maandag 26 juni
Gemeenteraad Rijssen/Holten
Raadsvergadering
Inspreker Paul Baakman
juridisch adviseur
Stichting Burger en Belangen Holten
M.d.V., Leden vd Raad,
Medio 1977 is aan de toenmalige eigenaren voor het gehele terrein Borkeld mededeling gedaan dat begonnen zou worden met aanleg riolering. Vervolgens niets meer vernomen.
In 1985 vond een verfijningsregeling plaats. BiZa deelt medio 1981 Holten mede dat het complex op de Borkeld recreatiewoningen is. Blijkbaar vond Holten dat niet het geval want Holten sloot 13 woningen aan tot aan de recreatiewoning 24 en dat alles met subsidie.
Vervolgens werden nog 3 aansluitingen gerealiseerd, doch nu zonder subsidie. BiZa gaf in 1981 aan dat van de verfijningsregeling kon worden gebruik gemaakt doch daarvan is om voor cliënten onbekende redenen door de toenmalige gemeente Holten geen gebruik gemaakt. Tussen 1993 en 1996 zijn toen 8 aansluitingen tot stand gekomen var. Van f. 350,- tot f 500,-.
De gemeente Holten heeft geen gebruik gemaakt in 1990 van de regeling-subsidie i.v.m. de Wet bodemverontreiniging.
In 1993 heeft de Holtense Raad in het Bp. Beuseberg een bouwgrondbelasting vastgesteld waarin een bijdrage lag opgesloten aan o.a.riolering in dit plan. Begin 1995 werd een raadsbesluit genomen door Holten, waarbij deze belasting werd ingetrokken en hoefden zittende bewoners en bezitters van particuliere bouwgrond niet bij te dragen in de aanleg van de riolering.
De voorliggende baatbelastingverordening eist een bijdrage van de Borkeldbewoners en dat is derhalve strijdig met het gelijkheidsbeginsel.
Holten vond de baatbelasting voor historisch gevestigden te bezwaarlijk doch de Provincie vond dat onbegrijpelijk omdat zowel niet-gevestigden alswel historisch gevestigden profijt hebben van de riolering en derhalve o.g.v. het profijtbeginsel de belasting over allen dient te worden omgeslagen. De voorliggende verordening conflicteert derhalve met de Gemeentewet en de rechtsgelijkheid wordt met voeten getreden. Indien onverhoopt Uw Raad deze verordening vaststelt dan zal de Voorzitter van Uw Raad terstond worden verzocht Uw raadsbesluit ter vernietiging voor te dragen. Uw Raad wordt dan ook verzocht het verhandelde ter raadszittingen van de gemeente Holten vanaf 1980 te betrekken in Uw besluitvorming van hedenavond. Indien U geen kennis draagt van voormelde stukken verzoek ik aan U om als een zich-zelf respecterend gemeenteraadslid het voorliggend agendapunt niet vast te stellen. Afwijzing ligt in de rede en/of aanhouding van het voorstel.
P, Baakman Raadsman
Bijlage 2
Als nieuwkomer in de gemeenteraad heb ik met verbazing het gebeuren tijdens de raadsvergadering van 29 mei jl. meegemaakt.
Er wordt nogal eens gesproken over de politieke arena, …ik dacht dat ik in een circusvoorstelling zat tijdens de clownsact!
Wat ik zag waren 3 partijen die allemaal op hun beurt elkaar het leven zuur maakten.
Allereerst een wethouder, die overduidelijk onwillig was om ronduit toe te geven dat hij en motie die al in oktober 2005 was aangenomen uit te voeren.
Of in elk geval ronduit te zeggen dat hij daar zo snel mogelijk mee zou gaan beginnen.
Aan de andere kant een oppositie die met geweld iets af wil dwingen, terwijl we het eigenlijk allemaal eens zijn
Vervolgens een coalitie die koste wat kost wil laten zien wie de macht heeft.
Volgens mij een vertoning die een gemeente als Rijssen-Holten onwaardig is. En die de burgers van onze gemeente geen positieve indruk van het gemeentebestuur geeft.
In plaats van de gemeente te besturen, besluitvaardig te zijn en daadkracht te tonen, een machtsspelletje te spelen.
In dezen siert het boetekleed ons allemaal. Een hoogst ongewenste situatie, zoals dhr. Otten terecht opmerkte.
Naar aanleiding van deze gebeurtenis heb ik de volgende vragen.
In artikel 32 , lid 2 van de Gemeentewet lees ik het volgende:
Ik citeer: Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem
voor of tegen uit te brengen. (einde citaat)
Ik lees ook in paragraaf 3, artikel 28 van het reglement van Orde van onze eigen gemeenteraad: citaat: …..Indien een lid te kennen geeft een hoofdelijke stemming te wensen, moet stemming plaatsvinden. De raad heeft niet de bevoegdheid om van deze bepaling van artikel 32 van de Gemeentewet af te wijken……(einde citaat)
Mijn vraag: wanneer is een raadslid aanwezig en dus verplicht zijn stem uit te brengen? Is dat:
- Als een raadslid de presentielijst tekent en gaat zitten
- Als en raadslid de presentielijst tekent en vervolgens niet gaat zitten
- Als een raadslid gaat zitten en de presentielijst niet tekent.
Het lijkt me zinvol een en ander voor de toekomst helder te hebben.
Namens de fractie van de ChristenUnie,
Willemien Riezebos - Tessemaker