Verslag CommissieABZM 24 februari 2005
Soort document:Verslag
Soort vergadering:CommissieABZM
Datum:24 februari 2005
Week nummer:
Tijdstip:
Locatie:
![]() | ![]() |
![]() | ![]() |
aanwezig: | ![]() |
voorzitter: | de heer J. Slootweg |
leden: | SGP : de heren H. Voortman en G.J. Steunenberg CDA : de heren H.J. Dul en A.J. Draaijer (plaatsvervanger van de heer G.H. Kastenberg) CU : de heren G.D. Roosink en B.D. Tijhof (plaatsvervanger van de heer B. Wolterink) PvdA : de heren J. Pluimers, M. Paetzel en R.M.C. de la Haye GB : de heren A. Hofhuis en A.B.J. Klein Twennaar VVD : de heren R.A. de Koe en M.F. Spijker (plaatsvervanger van de heer A.J. Kevelam) |
afwezig met kennisgeving: | CDA : de heer G.H. Kastenberg CU : de heer B. Wolterink VVD : de heer A. Kevelam |
griffier: | de heer A.C. van Eck |
namens het college: | de heer drs. mr. B. Koelewijn (burgemeester) |
notulist: | niet aanwezig (verslaglegging door mevrouw S. Vollenbroek) |
pers: | nul |
publiek: | zes |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen welkom.
2. Stemverhouding in de Regioraad
Het CDA heeft vraagtekens bij de argumentatie van het collegevoorstel en is van mening dat bij dit voorstel meer lobbywerk nodig is. Men verwacht een andere stemverhouding nu de burgemeester van Oldenzaal plaatsneemt in het dagelijks bestuur van de Regioraad. Met tweederde van de gemeenten bereikt men al 75% van de inwoners. Verder merkt men op dat ook de Netwerkstad steun nodig heeft van andere gemeenten.
De VVD geeft aan dat met 10 plattelandgemeenten iets meer dan 50% van de inwoners wordt behaald, zijnde 300.000 inwoners, en geen 70%. Men vraagt om uitleg.
Het CDA deelt een stuk uit over de stemverhouding (bijlage 1). Hieruit blijkt dat, in vrijwel alle scenario’s, tweederde van de gemeenten meer dan voldoende is om met een fatsoenlijke meerderheid van het aantal inwoners een besluit te laten nemen door de Regio.
De plattelandsgemeenten hebben altijd een van de grote Netwerksteden nodig om tot een meerderheid te komen.
De CHRISTENUNUIE vraagt of 50% van het aantal inwoners acceptabel is.
Het CDA antwoordt dat het ook gaat om vertrouwen en niet alleen om cijfers.
De SGP geeft aan dat de gemeente Wierden een stem wil voor elke gemeente die deelneemt. Hoe verhoudt zich dit ten opzichte van het voorstel van het CDA?
Het COLLEGE geeft aan dat wij eerst de vraag moeten beantwoorden: "wat is het probleem?". Het probleem is dat het gevoel bestaat dat niet iedere samenwerkingspartner in de regio serieus wordt genomen. Dat komt omdat slechts een paar gemeenten nodig zijn om besluiten te nemen. Dit wordt bevestigd in situaties waarin het er werkelijk om gaat, zoals Ruimtelijke Ordening, Bedrijventerreinen, Volkshuisvesting en Verkeer en Vervoer. Er kunnen te makkelijk besluiten worden genomen zonder de plattelandsgemeenten. Voor verbetering van de samenwerkingscultuur is de stimulans belangrijk dat meer gemeenten dan alleen netwerkstad en DB-leden moeten instemmen.
Het Dagelijks Bestuur heeft nu een concreet voorstel gedaan over stemverhoudingen en de taakdifferentiatie. Het college vindt dit voorstel schraal.
Het Dagelijks Bestuur heeft in oktober 2004 aangegeven te streven naar een samenwerkingscultuur en met plannen te willen komen die in beginsel kunnen worden gedragen door in principe iedere gemeente.
Het huidige voorstel van het Dagelijks Bestuur betekent dat er een situatie kan ontstaan waarbij de Netwerkstad en enkele gemeenten uit het DB, totaal 7 gemeenten, alsnog kunnen beslissen voor de andere gemeenten. Het college wil dat er meer gemeenten moeten instemmen. Daarom is tweederde van het aantal inwoners niet genoeg en is tweederde van de gemeenten toegevoegd.
Nadeel is dat als wij als plattelandgemeente snel iets willen besluiten er veel lobbywerk nodig is. Echter, dit komt een breed draagvalk bij belangrijke dossiers wel ten goede.
De strekking van het college komt er op neer dat iedere gemeente meedoet als het om besluitvorming gaat. De gedachte achter het voorstel van tweederde van de gemeenten en tweederde van de inwoners is dat stad en platteland moeten samenwerken om aan een meerderheid te komen.
Men heeft contact gehad met burgemeester Kobes uit Wierden. Wierden wil niet uit Regio maar wil de mogelijkheid openhouden nee te kunnen zeggen tegen de plustaken. Verder willen ze de bevolkingsaantallen geen rol geven bij stemmen, bijvoorbeeld Enschede telt net zo zwaar mee als Wierden. Wierden en Hellendoorn stellen zich in beginsel achter het collegebesluit van Rijssen-Holten. Als de Regio verder negatief reageert op ons voorstel dan kan dat ook gevolgen hebben voor de plustakendiscussie.
Het CDA geeft aan dat er geen meningsverschil is tussen het voorstel van het CDA en het college ten aanzien van tweederde van de gemeenten. Het CDA vindt 51% van de inwonersaantallen voldoende en het college wil naar tweederde, vooral bedoeld als basis bij de discussie voor plustaken. Optisch gezien zou men in het CDA-voorstel meer medestanders kunnen krijgen.
De VOORZITTER vraagt naar de conclusie van het CDA.
Het CDA antwoordt dat men gevoelig is voor het argument dat deze discussie een betekenis heeft voor de plustakendiscussie. Wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt over de stemverhouding dan ligt het vervolg nog moeilijker.
De VVD kan zich voorstellen dat het voorstel van het CDA bij de Regio moeilijker ligt dan het voorstel van het college.
De CHRISTENUNIE is van mening dat er eerst helderheid moet zijn of de wil tot samenwerking er is.
De PvdA sluit zich aan bij het voorstel van het CDA, tweederde gemeenten en 51% inwoners.
De VVD, CHRISTENUNIE, GEMEENTEBELANG en SGP gaan mee met collegevoorstel.
Het CDA wenst het college succes met het voorstel en geeft aan achter het collegevoorstel te staan. De eventuele gevolgen zullen door de raad moeten worden gedragen.
De BURGEMEESTER bedankt de commissieleden voor de steun. Inzet is tot een samenwerkingscultuur te komen. Onze gemeente is blij met Twente als het gaat om de beheersmatige taken. We zijn kritisch als het gaat om de plustaken.
IV Sluiting