Begrotingscommissie 23 oktober 2014
- Datum:
- 23-10-2014
- Tijd:
- 19:30 - 22:00
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Griffier:
- H.A.J. van de Vliert
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Kuiper-Ruitenberg en J. Beunk |
PvdA | S. Kök, R.W. Meijerink en G. Pluimers-Kremer |
ChristenUnie | J. van Veldhuizen, B.J. Blaazer en G. Pas |
CDA | Drs. I. Kahraman, G.D. ten Berge en H. Kreijkes RA CISA |
SGP | A.J. Scheppink, drs. E.G. Bosma en dr. J. Noeverman |
VVD | F.W. Noordam, E.J.W. Deijk en A.J. Kevelam |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe, D.J.K. van der Sanden en E. Heuver-Harbers |
D66 | C. Polman |
Griffier | H.A.J. van de Vliert |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, |
Pers | 1 |
Publiek | 20 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.
2. Spreekrecht burgers
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3. Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Raadsvoorstel vaststellen programmabegroting 2015 (Beens)
De VOORZITTER geeft aan dat hij de programmabegroting per onderdeel in behandeling geeft.
Het college heeft diverse vragen beantwoord in 1 document: Beantwoording vragen vanuit de begrotingscommissie (pdf)
Beleidsvisie en Programmaplan
De heer MULLER zegt dat het Deltaplan als crisisplan eindigt. Het Deltaplan wordt in mei 2015 geëvalueerd. Spreker vraagt welke onderdelen omgezet worden in regulier beleid en of die herkenbaar zijn in de begroting.
Op pagina 9, Overhead en decentralisaties, staat dat er 14 fte uitbreiding van de formatie komt, waardoor bouwdeel A niet meer verhuurd kan worden. Spreker vraagt of door het ‘nieuwe werken’, comprimeren of uitwijken naar Holten werkplekken gevonden kunnen worden.
Burgemeester HOFLAND zegt dat het Deltaplan eindigt en wordt geëvalueerd bij de kadernota. Op dat moment wordt aangegeven wat structureel opgenomen wordt in de reguliere begroting en hoe eventueel verder omgegaan wordt met andere onderdelen in de incidentele sfeer.
De veertien nieuwe arbeidsplaatsen zijn nodig, maar het is een misverstand dat de verhuur van het gemeentehuis opgezegd wordt.
2.1: Inwoners, Organisatie en Bestuur
De heer NOORDAM verwijst naar pagina 19, Burgerparticipatie, waar staat: “Juist in deze tijd van decentralisaties is het extra belangrijk de mening van de burger te weten”. De VVD steunt dat punt, maar vindt het discutabel dat daarvoor € 100.000 structureel nodig is.
De heer MULLER zegt naar aanleiding van de woorden van de heer Noordam, dat de eindconclusie van een sessie over dit onderwerp in januari 2013 was dat er niet een eensluidende visie en mening kon worden geformuleerd. Spreker vraagt waarom er nu € 100.000 nodig is en wat daarvoor gedaan wordt.
De resultaten van de subsidiecoördinator moeten meetbaar zijn. Spreker vraagt of die resultaten voor de raad inzichtelijk gemaakt worden, bijvoorbeeld in de planning- en controlcyclus?
Voor onderzoek naar regionale samenwerking is in 2013 voorgesteld dat er voor de jaren 2013 en 2014 € 1 per inwoner, per jaar, per gemeente besteed zou worden in de veronderstelling dat het onderzoek daarna afgerond zou zijn. Nu is ook 2016 opgenomen. Spreker vraagt of het traject moeizamer verloopt dan de verwachting was.
De heer SCHEPPINK is van mening dat het onderzoek naar regionale samenwerking wat strakker geformuleerd mag worden. In de begroting staat dat samenwerkingstrajecten ‘interessant’ blijven. Spreker vraagt zich af of dat € 50.000 per jaar moet kosten en of dit een structurele post is geworden.
Spreker vraagt of ook bedrijven gebruik mogen maken van de subsidiecoördinator.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de opmerkingen over samenwerking met name betrekking hebben op WT4 en dat het college beaamt dat deze samenwerking qua bezuinigingsdoelstellingen onder spanning komt te staan. In de samenwerking binnen WT4 kreeg het college het gevoel op een dood spoor terecht te komen, maar daar lijkt nu een zijpad gevonden te worden en het kan interessant zijn daarmee verder te gaan. Wat hiernaast meespeelt is de samenwerking in Twents verband. De gemeentesecretarissen zijn bezig praktische businesscases te maken en zetten een aantal projecten in Twents verband neer. Ook wordt er samenwerking gezocht rondom de vorming van de RUD’s en op het gebied van jeugdzorg en de Wmo. Het lijkt erop dat men hierin op de goede weg zit. Om te zijner tijd de vruchten daarvan te plukken, is het goed nu te investeren met de gevraagde incidentele middelen.
De uitkomst van de discussie over burgerparticipatie in 2013 was diffuus. In het coalitieakkoord is burgerparticipatie opgenomen als een aspect waarvoor meer aandacht moet bestaan. Bij de voorbereiding van de begroting was de insteek aanvankelijk te zorgen voor een of twee extra beleidsmedewerkers, die meer met burgers in contact zouden treden, om aan de hand daarvan beleid te ontwikkelen. Het zou met die werkwijze echter al snel weer gaan om vertegenwoordigers van bijvoorbeeld de sportraad of het bedrijfsleven waar de contacten toch al goed mee zijn. Anderzijds is duidelijk dat de raad rondom de decentralisaties voorlichting en communicatie belangrijke speerpunten vindt. De gemeente moet goed in staat zijn uit te leggen waarom en hoe zij bepaalde zaken doet. Vanuit die overweging wil het college veel meer onderzoek doen onder de 98% van de bevolking die niet binnen het gemeentehuis komt. Daarmee moet duidelijk worden wat er echt leeft onder de burgers. De gemeente doet zelf onderzoek, maar put ook uit landelijke onderzoeken. Er is nog niet een allesomvattend plan, waarbij al duidelijk is hoe alles gedaan zal worden. Er zal een belangrijk deel ingezet worden via de capaciteit van communicatie. Met dit voorstel kan het college vooruit en wordt meer gerichte communicatie gegeven aan specifieke doelgroepen.
Bij het aanstellen van de subsidiecoördinator wordt bedoeld dat het geld dat ingezet wordt, terugverdiend moet worden. Het college zal duidelijk maken wat de effecten zijn. Subsidies hebben vaak te maken met combinaties of participaties van het bedrijfsleven of soms van de overheid. Dat kunnen bijvoorbeeld zaken zijn in het kader van recreatie en toerisme. De overheid krijgt geld om te investeren, maar ook het bedrijfsleven kan daarvan de vruchten plukken. Soms kunnen het investeringsvoorstellen zijn, waarin het bedrijfsleven rechtstreeks participeert en een deel financiering op zich neemt. De subsidiecoördinator zal daarom nauw samenwerken met het bedrijfsleven.
De heer MULLER vraagt of de € 50.000 voornamelijk externe kosten zijn of dat daarin ook de verrekening zit van interne uren die aan dit thema worden besteed.
De heer KAHRAMAN zegt dat samenwerking in eerste instantie is ingezet op WT4. Het college heeft er weinig geloof meer in dat daarbinnen resultaten geboekt worden. Het college gaat nu wedden op het tweede paard, misschien de regio. Volgens spreker wordt het een nog lastiger exercitie om er met veertien gemeenten uit te komen.
Er zijn gespecialiseerde bedrijven in de markt die het werk van de subsidiecoördinator uitstekend kunnen doen en veel mensen in dienst hebben. Zij werken op basis van no cure no pay. Spreker vraagt wat de reden is dat het college toch iemand zelf in dienst wil nemen.
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP veel moeite heeft met de € 100.000 voor burgerparticipatie. De SGP leest het beleidsakkoord zodanig dat het om communicatie gaat en niet zozeer om het bereiken van 98% van de bevolking.
Spreker ging ervan uit dat de subsidiecoördinator werd ingehuurd om het bedrijfsleven te helpen subsidies binnen te halen van bijvoorbeeld de Regio Twente. Andere gemeenten blijken het bedrijfsleven daarbij actief te benaderen. Spreker verzoekt het college om een nadere toelichting.
De heer NOORDAM zegt dat als er in dit huis expertise opgebouwd moet worden over subsidies waarin bureaus in de omgeving beter gespecialiseerd zijn, hij zich aansluit bij de woorden van de heer Kahraman.
De BURGEMEESTER zegt dat het college het gevoel had dat de samenwerking in WT4-verband op een dood spoor terechtgekomen was, maar dat niet uitgesloten is dat er nu een uitweg is gevonden die leidt tot een wenkend perspectief. De woorden van de heer Kahraman zijn dan ook niet zijn woorden. Spreker heeft zojuist al gezegd dat de gemeentesecretarissen met elkaar overleggen over hoe zaken efficiënt en effectief kunnen worden georganiseerd zonder gedoe er omheen. Dat leidt op een aantal onderdelen tot enthousiasme en werpt al vruchten af.
De heer KAHRAMAN wijst erop dat het ingeboekte verdieneffect van de samenwerking teruggeboekt moet worden.
De BURGEMEESTER zegt dat de raad van het college geen andere voorstellen kan verwachten zolang zaken nog niet zijn uitgekristalliseerd, ook niet van samenwerking in WT4-verband.
Het college kijkt naar de subsidiecoördinator zoals ook de heer Noordam daarnaar kijkt. Het is niet de bedoeling dat er iemand in huis gehaald wordt, die alle trucjes moet leren om subsidiepotjes op te voeren. Bedrijven die werken op basis van no cure no pay hebben een ander verdienmodel; 40% of 50% van de subsidie die binnengehaald wordt, moet worden ingeleverd. Het college denkt met de aangegeven systematiek meer resultaat te boeken.
Op de vraag van de heer Muller zegt spreker dat de ambtelijke kosten in WT4-verband hierin niet zijn opgenomen. Het geld is bedoeld om hier en daar dingen uit te zoeken.
2.2: Jongeren en Onderwijs
Mevrouw HEUVER gaat in op passend onderwijs op pagina 25. De schoolbesturen in Rijssen-Holten vallen onder vier samenwerkingsverbanden, die de wettelijke plicht hebben te zorgen voor passend onderwijs. Hoe dit wordt vormgegeven is vastgelegd in ondersteuningsplannen. Hierover heeft onlangs overleg plaatsgevonden met de betrokken gemeenten. In de begroting staat dat er geen sprake is van instemming. Spreekster vraagt of daarover uitleg gegeven kan worden.
De heer MULLER zegt dat het jeugd- en jongerenwerk niet is opgenomen in de begroting. Er is wel een oriëntatiebijeenkomst geweest en er is een doelstelling om te komen tot nieuw beleid. Spreker vraagt of de terugbetaling van de Fakkeldrager en een nog te verwachten evaluatie over het project met de jongerenwerker van Abgar effecten heeft op de begroting.
De heer SCHEPPINK zegt dat er de afgelopen jaren fors is bezuinigd op het leerlingenvervoer, wat een positief gevolg heeft gehad op de begroting. Betrokkenen in het leerlingenvervoer hebben veel wijzigingen moeten slikken. Dat is allemaal redelijk goed opgelost, maar nu er opnieuw maatregelen zijn aangekondigd is spreker van mening dat een periode van rust op dit dossier goed zou zijn.
Wethouder WOLTERINK zegt op de vraag van mevrouw Heuver dat het uitgangspunt niet was dat er honderd procent instemming moest zijn. Het was een op overeenstemming gericht overleg.
Er wordt nieuw beleid opgesteld voor jeugd- en jongerenwerk. Dat komt begin 2015 naar de raad toe.
De jongerenwerker Abgar, waarover de heer Muller sprak, heeft geen effect op de begroting 2015.
Enkele jaren geleden is voor het leerlingenvervoer een actiepuntenlijst opgesteld. Begonnen is met centrale opstapplaatsen en de eigen bijdrage. De vervolgpunten staan nu in de begroting opgenomen.
De heer MULLER zegt dat het bedrag voor Abgar voor twee jaar was ingeboekt. Als gezegd wordt dat het geen effect heeft, betekent het dat het derde jaar niet in de planning zit?
Wethouder WOLTERINK zegt dat er nieuw beleid komt, dat gevolgen kan hebben voor de subsidies. Dat geldt niet voor 2015.
2.3: Samen zorgen
De heer TEN BERGE zegt naar aanleiding van pagina 30, waar het aantal klanten is vermeld dat overgeheveld wordt vanuit de Awbz, dat er vanuit de jeugdzorg ongeveer 100 jongeren bij komen en dat dit betekent dat er 550 mensen bediend moeten worden met ingang van 2015. Spreker vraagt of het college kan aangeven op welke wijze de uitbreiding met 14 fte is opgebouwd en welk deel al is ingevuld.
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP vertrouwen heeft in de wijze waarop de gemeente deze taak oppakt. Er moet nog veel gebeuren en er moet nog geëvalueerd worden. De SGP heeft zorgen over de mantelzorg. Mantelzorg moet goed ingebed worden in het beleid. Spreker vindt het jammer dat in de hele begroting het woord “mantelzorg” maar een keer genoemd wordt.
Mevrouw HEUVER zegt dat op pagina 32 staat dat er een ouderennota komt, speciaal over vereenzaming. Lokaal Liberaal vraagt zich af hoe zich dat verhoudt met de bezuinigingen die zijn doorgevoerd bij de SWORH.
Wethouder BEENS zegt dat van de 14 fte alleen de regisseursfuncties zijn ingevuld. In de komende periode worden er extra mensen ingezet, bijvoorbeeld voor de administratieve verwerking.
De nieuw te vormen werkgroep decentralisaties is bijeen geweest. Daarbij is ook gesproken over het onderwerp mantelzorgers. Een aantal zaken loopt inmiddels en er komen nog nieuw zaken bij. Daarover worden alle fracties nog nader geïnformeerd. De mantelzorgers zijn absoluut in beeld bij het college.
Mevrouw Heuver stelde een vraag over de aanpak van eenzaamheid onder ouderen in verhouding tot de SWORH. Een antwoord daarop kan spreker niet geven. Er wordt momenteel een visie geschreven over de manier waarop met de wijken omgegaan moet worden. Daarbij zal extra aandacht zijn voor de ouderen en het voorkomen van eenzaamheid.
De heer DE KOE vraagt zich af of het college in dit soort situaties wellicht beter kan kijken naar bestaande structuren in plaats van het opzetten van nieuwe structuren.
Wethouder BEENS zegt dat het college wil kijken hoe hiermee omgegaan kan worden binnen de wijken. Daarbij wordt ook preventie betrokken om te voorkomen dat mensen in de zorg komen. Dat is een nieuwe aanpak voor de gemeente, die niet is in te bedden in een bestaande structuur.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij blij is dat het college mantelzorg belangrijk vindt. Spreker ziet uit naar het gesprek waarin de fractie wordt bijgepraat.
De heer NOORDAM merkt op dat het woord “mantelzorg” ook niet in het coalitieakkoord is genoemd.
De heer TEN BERGE zegt dat nog maar een klein aantal fte is ingevuld. Spreker wil weten hoe de 14 fte is opgebouwd, wat de achterliggende gedachte is en of het gaat om vaste of flexibele fte’s.
Wethouder BEENS zegt dat het college ervoor heeft gekozen 14 fte in de begroting te reserveren en nog zal bekijken hoeveel mensen daadwerkelijk nodig zijn. Dat is moeilijk in te schatten. Daar waar het nodig is, zullen extra mensen ingezet worden. Het college houdt in elk geval de vinger aan de pols mede met de nieuw te vormen werkgroep.
2.4: Cultuur en Sport
De heer POLMAN wijst op pagina 39, waar een verlaging van € 70.000 subsidie voor de bibliotheek is genoemd. Spreker vraagt in hoeverre het voortbestaan van de bibliotheek onder druk komt te staan door structureel € 70.000 te bezuinigen.
De heer MEIJERINK gaat in op de visie op pagina 35, waar o.a. staat dat de gemeente zorgdraagt voor basisvoorzieningen zoals een multifunctioneel centrum en dat gebruik en exploitatie ervan worden overgelaten aan particulieren. Spreker vraagt wat er gebeurt als er financiële problemen zijn en hoe het college daarmee ten principale omgaat.
De heer NOEVERMAN zegt dat het lijkt alsof in de op te stellen nieuwe sportvisie, genoemd op pagina 36, het vooral gaat om sporten waarvoor al allerlei sportaccommodaties zijn in de gemeente. Spreker vraagt hoe omgegaan wordt met de vele individuele sporters en of zij ook meegenomen worden in de sportvisie. Daaraan gekoppeld verzoekt spreker mee te nemen wat sport de burger mag kosten, met name de burger die gebruik maakt van sportaccommodaties. Ook individuele sporters moeten vaak veel kosten maken. De vraag is of dat in verhouding staat tot kosten die sporters in de georganiseerde sport maken.
Op pagina 39 staat een bezuiniging ingeboekt “bespelingen stadsbeiaardier en –organist”. Onlangs heeft de SGP van een beiaardier vernomen dat het voor het instrument slecht is dat het niet door menselijke handen wordt bespeeld. De SGP geeft het college als optie mee het instrument toch te laten bespelen, mogelijk via het ondernemersfonds.
De heer NOORDAM vraagt of wat de heer Noeverman betreft sponsoring door het bedrijfsleven ook bespreekbaar is.
De heer NOEVERMAN zegt dat hij om die reden het ondernemersfonds noemt. Juist het bedrijfsleven zou dit kunnen sponsoren.
Wethouder BEENS zegt naar aanleiding van de vraag over de verlaging van de subsidie voor de bibliotheek dat de bibliotheekwereld sterk verandert door digitalisering. Om die reden denkt het college dat de bezuiniging structureel ingeboekt kan worden.
De heer POLMAN vraagt hoe het college aankijkt tegen het voortbestaan van de bibliotheek op de langere termijn.
Wethouder BEENS zegt dat er geen sprake van is dat het voortbestaan van de bibliotheek de komende jaren onder druk staat. Voor de wat langere termijn ontstaan er momenteel wel discussies over de bibliotheek in de huidige vorm.
Wethouder CORNELISSEN zegt op de vraag over de culturele instellingen en hoe het college daarmee omgaat als er financiële problemen optreden, dat het college samen met die instellingen zal kijken naar die problemen en naar het oplossen daarvan. Als er onoverkomelijke problemen zijn, komt het college naar de raad.
Breedtesport wordt vanzelfsprekend meegenomen in de sportvisie. Datgene wat op dit gebied buiten de gemeente om gebeurt krijgt in plek in de sportvisie.
De SGP gaf aan dat de stadsbeiaardier mogelijk ingezet kan worden via het ondernemersfonds. De gemeente int de gelden van het ondernemersfonds maar bepaalt niet de besteding. Het staat voor iedereen open om met plannen te komen. Ook sponsoring, genoemd door de heer Noordam, is een mogelijkheid.
De heer NOEVERMAN zegt dat hij de wethouder heeft verzocht actie te ondernemen met betrekking tot het ondernemersfonds. Spreker constateert dat de wethouder de bal nu teruglegt.
Wethouder CORNELISSEN beaamt dat voorzover het gaat om initiatieven vanuit het ondernemersfonds. Iedereen kan daarvoor komen met voorstellen.
De heer MEIJERINK vraagt naar aanleiding van de bezuiniging op de bibliotheek van € 70.000, of het niet een oude bezuiniging betreft en of de bibliotheek dit niet zelf al heeft opgelost door het zoeken naar andere huisvesting.
Wethouder BEENS zegt dat het inderdaad een oude bezuiniging is, die in 2015 ingeboekt wordt.
2.5: Ondernemen en Werk
De heer SCHEPPINK zegt dat economie en werk erg belangrijke thema’s zijn, terwijl hierover op de pagina’s 44 en 45 slechts enkele zinnen zijn opgenomen. Rijssen-Holten is een ondernemende gemeente, was in 2013 de MKB vriendelijkste gemeente van oost-Nederland, heeft een actief bedrijfsleven, wil aantrekkelijk zijn als vestigingsgemeente en laat vrachtwagens rijden in Nederland met de uitnodiging om te komen ondernemen in Rijssen-Holten. In de begroting staat dat pas in 2015 wordt bekeken of er behoefte is aan een eigen strategisch economische visie. Volgens de SGP moet die visie er eerder komen en moet daarin doelen worden gesteld over wat de gemeente over vier/vijf jaar bereiken wil. Op dit punt onderneemt de SGP actie tijdens de begrotingsvergadering.
Er zijn al verschillende opleidingen gerealiseerd. De gemeente wil ook graag opleidingen in de zorg binnenhalen. De SGP is van mening dat dit niet lukt, omdat er geen koppeling is met de werkgevers. De gemeente moet actief aan het werk gaan om een grote werkgever te koppelen aan MBO-zorg. Daarnaast moet de gemeente bedrijven binnenhalen, juist op dit moment nu het met de economie weer wat de goede kant op gaat.
De heer VAN VELDHUIZEN wijst op de formatie voor schuldhulpdiensten op pagina 49 bij Prioriteiten en de structurele post van € 52.000. Volgens spreker is deze post vooral het gevolg van de economische crisis. Hopelijk gaat de economische crisis voorbij, reden waarom spreker voorstelt daarvan “incidenteel” te maken en over een paar jaar te evalueren.
De heer DE KOE onderschrijft grotendeels de woorden van de heer Scheppink, waarbij hij nog wil wijzen op de indicatoren bij arbeidsplaatsen. De werkloosheid is nog vrij hoog in de gemeente en zelfs verder opgelopen dan het aantal arbeidsplaatsen is afgenomen. Dat betekent dat de strategische positie van de gemeente niet meer overeenkomt met de werkgelegenheid die de inwoners nodig hebben. Spreker vraagt of het college zo spoedig mogelijk actie onderneemt om die zaken weer op elkaar te laten aansluiten.
De heer MULLER gaat in op pagina 41 over het versterken van de centrumfunctie Rijssen-Holten. Momenteel zijn de signalen erg somber met betrekking tot de centrumfunctie. Spreker vraagt wanneer de digitale bedrijvenatlas te verwachten is.
Op pagina 44 gaat het o.a. over de bedrijventerreinen. Gemeentebelang heeft de behoefte om bijgepraat te worden over de ontwikkelingen, de mogelijkheden en de beperkingen op dit gebied, over het aantrekken van bedrijven en verkoop en gebruik van terreinen.
Op pagina 47 wordt melding gemaakt van een arbeidspool. Spreker vraagt of dit een ambitie is voor 2015 of dat eerst de Soweco-discussie afgewacht wordt en voorts of de arbeidspool rechtstreeks is gerelateerd aan de 0,15 fte stimuleringsfunctie.
Over de post schuldhulpverlening op pagina 49 vraagt spreker of deze is opgenomen als gevolg van de slechte economische omstandigheden of dat de drie decentralisaties de nodige versterking van die afdeling oproepen.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA zich aansluit bij alle woorden die gesproken zijn over het creëren van werk. Het aantal Ww-ers vermindert gelukkig iets, maar het aantal uitkeringen nog niet.
De heer Muller vroeg zich af of er wel een ambitie is omschreven. Die ambitie was er volgens spreker al ten tijde van de voorgenomen uittreding uit Soweco om vervolgens te komen tot een samenwerkingscoöperatie met werkgevers. Spreker gaat ervan uit dat het college daarin inmiddels stappen heeft gezet.
Op Twitter waren berichten te lezen van bestuurders van ROC’s in de omgeving Hengelo, die bij zorginstellingen waren om o.a. te praten over leer- en praktijkomgevingen. Spreker vraagt of de portefeuillehouder op de hoogte is van die ontwikkelingen en of het perspectief biedt voor Rijssen-Holten om zoiets ook hier te krijgen.
De heer NOORDAM zegt dat in de inleiding bij dit hoofdstuk staat dat Rijssen-Holten in 2030 een bruisende gemeente is. Daar horen volgens spreker echter plannen bij. Een jaar geleden ongeveer was OAD net failliet en het is teleurstellend dat er sindsdien weinig groei is gekomen in de werkgelegenheid. Daar wordt nu de vinger bij gelegd. Spreker begrijpt dan niet waarom er de afgelopen maanden niet de vinger is gelegd bij het Deltaplan, dat bedoeld was als aanjager en werkgelegenheid moest opleveren. De VVD wil graag weten hoeveel arbeidsplaatsen het Deltaplan werkelijk heeft opgeleverd. Spreker vraagt zich daarnaast af wat de stand van zaken is rondom Elsmoat en of er zicht is op uitgifte van gronden. Hij verzoekt het college de raad bij te praten.
Mevrouw PLUIMERS verwijst naar pagina 45, waar staat dat de re-integratie van mensen uit de WW gestimuleerd wordt door samenwerking met de gemeentelijke accountmanager arbeid en bedrijven en het UWV. Spreekster vraagt hoeveel mensen vanuit het UWV naar betaald werk zijn gegaan, juist door die samenwerking.
Wethouder WOLTERINK zegt dat de uitgangspunten voor de begroting worden gevormd door de strategische visie en het beleidsakkoord 2014-2018. Het college heeft de komende jaren zeker niet minder ambitie dan wat hierover in het beleidsakkoord is opgenomen. Men moet zich realiseren dat de gemeentelijke overheid maar aan een beperkt aantal knoppen kan draaien op het gebied van economie en werkgelegenheid. De gemeente kan faciliteren, stimuleren en randvoorwaarden scheppen. Voorbeelden daarvan investeringen in onderwijs, waaronder REMO en Bouwgilde. Voorts wordt volop gewerkt aan een opleiding Transport en Logistiek. Zorg wordt de volgende stap. Dat is eerder niet doorgegaan vanwege te weinig aanmeldingen van leerlingen.
Een knop waar de gemeente ook aan kan draaien, is zorgen voor goede infrastructuur en goede bereikbaarheid. Dat is al veel gedaan en daar is de gemeente nog steeds mee bezig. Verder moet geïnvesteerd worden in goede internetverbindingen en het op orde houden van bedrijventerreinen qua bereikbaarheid, beschikbaarheid en uitstraling. De gemeente moet zorgen voor een aantrekkelijk winkelcentrum, waarbij gratis parkeren een belangrijke randvoorwaarde is. Ook het ondernemersfonds heeft een relatie met de uitstraling van het winkelcentrum. De gemeente faciliteert het Centrum voor Jonge Ondernemers en het onlangs geopende Holtens Ondernemershus. Spreker noemt verder de investering in de duurzaamheidswinkel en het faciliteren van het eventueel toekomstige Exploratorium.
Het college vindt het ook belangrijk om te investeren in de kracht van de regio. In de regio staat een aantal projecten in de steigers, waaronder het actieplan Twente Werkt, waarbij concrete plannen worden voorbereid ter stimulering van de werkgelegenheid. Spreker noemt op dit gebied enkele projecten die op stapel staan, waaronder vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter matchen, beter opleiden van werkzoekenden en vergroten van de doorstroming op de regionale arbeidsmarkt, het verbeteren van transport- en logistieke ketens en reductie van arbeidskosten mede in verband met de concurrentie met Duitsland. Over HTSM (High Tech Systemen en Materialen) is vandaag een overleg geweest in de regio, waarbij is bevestigd dat HTSM verbonden moet worden met de onderkant van de arbeidsmarkt en met het MKB. In de regioraad komt volgende maand aan de orde het programma Innovatiesprong 2015, waarin is opgenomen het Innovatiefonds Twente, met als doel de groei van hightech in het MKB door het verstrekken van revolverende middelen, het verstrekken van MKB-vouchers en kredieten, de Human Capital Agenda. Spreker wil hiermee zeggen dat de gemeente zeker over haar grenzen kijkt richting Twente.
De stand van zaken rondom de Digitale Bedrijvenatlas is spreker niet bekend.
De post voor schuldhulp is structureel ingeboekt, omdat er iemand extra structureel wordt aangesteld.
Er is een vraag gesteld over re-integratie. De gemeente is op initiatief van werkgevers bezig met het oprichten van een participatiepact. Wellicht kan dat verder uitgerold worden in de regio.
Burgemeester HOFLAND zegt naar aanleiding van de discussie over de innovatiesprong en de € 5 miljoen die beschikbaar was voor het MKB, dat de constatering juist is dat er vanuit Rijssen-Holten geen aanvragen zijn. Rijssen-Holten heeft als eerste, met Bij de Tijd, de HIG en de KWR, 2,5 jaar geleden de ‘roadshow’ uitgevoerd. Slechts enkele bedrijven hebben belangstelling getoond, maar het heeft nooit geleid tot een aanvraag. Binnenkort zal opnieuw aandacht gegeven worden aan deze regeling.
Wethouder Wolterink heeft veel punten genoemd waarin Rijssen-Holten actief is. Het is echter niet zo eenvoudig om dat allemaal te doen, omdat er maar een paar knoppen zijn waar de gemeente aan kan draaien. Het college wil 2015 gebruiken om te zien hoe hierin verdergegaan kan worden en waar wel of niet de accenten op gelegd worden. Als het gaat om acquisitiepleging merkt spreker op dat de gemeente ook te maken heeft met provinciaal beleid en met andere aspecten. Het hele veld moet goed doordacht en besproken worden over wat wijs en verantwoord is.
De heer SCHEPPINK zegt dat er volgens de portefeuillehouder beperkingen zitten aan acquisitie. Toch rijden er vrachtwagens door het land met de tekst “Kom ondernemen in Rijssen-Holten”. Dat is ook acquisitie, waarvan spreker graag wil weten wat daarin de vervolgstappen zijn. De wethouder sprak zojuist over de kracht van de regio. Spreker ziet liever een actieplan Rijssen-Holten Werkt dan een actieplan Twente Werkt. Spreker wil graag weten wat de ambitie van dit college is; wat is de stip op de horizon op het gebied van economie?
Burgemeester HOFLAND zegt dat acquisitie breed bekeken moet worden: gaat het sec om het verkopen van vierkante meters of ook om werkgelegenheid voor de inwoners? Spreker begrijpt het standpunt van de heer Scheppink, omdat de gemeenteraad er is voor het afwegen van de belangen van Rijssen-Holten. Er is echter ook een bredere verantwoordelijkheid. Vanuit de regio wordt naar Rijssen-Holten gekeken en vanuit Rijssen-Holten wordt naar de regio gekeken. Rijssen-Holten moet daarin haar eigen positie, haar eigen visie en een stip op de horizon hebben.
Op de vraag over de stand van zaken rondom de Elsmoat en of er nog ontwikkelingen gaande zijn op andere bedrijventerreinen, zegt spreker dat er veel ontwikkelingen gaande zijn. Daarover wil het college de raad in een besloten sessie een keer bijpraten.
Bij de evaluatie van het Deltaplan wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel arbeidsplaatsen direct en indirect, structureel en incidenteel, het heeft opgeleverd.
De VOORZITTER zegt dat de uitnodiging voor de bijpraatsessie met dank aanvaard wordt.
De heer DE KOE zegt dat de wethouder druk bezig is met het creëren van werkgelegenheid. Spreker wil weten wat de wethouder specifiek doet om mensen vanuit de kaartenbak met werklozen in Rijssen-Holten aan het werk te krijgen.
Te zien is dat bedrijven, dus werkgelegenheid, zich langzaamaan verplaatsen naar Duitsland. Vestiging in Nederland blijkt te duur te zijn in verhouding tot Duitsland met lage grondprijzen. Spreker vraagt of het college heeft nagedacht over hoeveel het een bedrijf kost om zich te vestigen in Rijssen-Holten met daaraan gerelateerd de grondprijs.
De heer MULLER vraagt of de arbeidspool tot stand is gekomen of dat daarmee gewacht wordt tot na de onderhandelingen en de afronding van het Soweco-traject.
Mevrouw PLUIMERS vraagt nogmaals of bekend is hoeveel mensen er uitgestroomd zijn van de WW naar betaald werk, specifiek door de samenwerking tussen de accountmanager en het UWV.
Wethouder WOLTERINK zegt dat het erg lastig is om antwoord te geven op de vraag van mevrouw Pluimers. Er vindt regelmatig afstemming plaats tussen de accountmanagers van de regio, omdat bij plaatsing niet alleen gekeken wordt naar de eigen gemeente.
Als de vraag over de arbeidspool betrekking heeft op het participatiepact, dan is er een concreet plan. Dat heeft niets te maken met al dan niet uittreden uit Soweco. Het is gewoon een pact van Rijssen-Holten.
De heer TEN BERGE vraagt wat het participatiepact inhoudt.
Wethouder WOLTERINK zegt dat er op initiatief van de werkgevers een soort overeenkomst tot stand komt met als doelstelling arbeidsgehandicapten te plaatsen bij bedrijven. Dat is nog niet helemaal afgerond.
Wat betreft de vraag over het structurele bedrag voor schuldhulpverlening zegt spreker dat dit is ingebracht vanwege de inzet op preventie.
Burgemeester HOFLAND zegt dat als de raad vindt dat er te veel wordt gevraagd voor grond op het bedrijventerrein, de accountant bij de jaarrekening zal opmerken dat afgeboekt moet worden op de grondpositie. Dat kost de gemeente veel geld. Als de heer De Koe daarover een keer wil discussiëren, dan kan dat in de commissie Grondbeleid die daarover meedenkt en adviseert. Spreker merkt op dat de platte verwijzing naar Duitsland op veel onderdelen mank gaat. In Duitsland kent men een heel ander systeem van waardering en van belastingheffing. Spreker zegt dat de voordelen voor bedrijven om zich in Duitsland te vestigen al met al nogal tegenvallen. Het zijn echter wel aspecten die in een economische visie naar voren kunnen komen.
2.6: Wonen, Recreëren en Veiligheid
De heer KAHRAMAN zegt dat de doelstelling was een aantal toeristische overnachtingen te behalen van 500.000. Dat aantal ligt nu op 420.000. In de strategische visie is toerisme een van de benoemde speerpunten. Er wordt veel geld gestoken in projecten als Heerlijk Holten. Spreker vraagt of er voldoende wordt ondernomen om de doelstelling van 500.000 overnachtingen te realiseren.
De heer MEIJERINK gaat kort in op pagina 51, de zesde alinea, waar staat dat recreatie niet ophoudt bij de gemeentegrenzen, maar veel meer een regionaal gebeuren is. Spreker is het daarmee eens. Op pagina 56 gaat het over het uitvoeringsprogramma van de Recreatienota. Spreker wijst in het verlengde daarop op een brief van TRH, Toerisme en Recreatie Rijssen-Holten, waarin een aantal nieuwe concepten is omschreven. Daarvoor wordt een financieel beroep gedaan op de gemeente, met name vanuit het Deltaplan. Spreker vraagt hoe het college aankijkt tegen die plannen en dat verzoek.
De heer NOORDAM zegt dat in de paragraaf die nu wordt behandeld het college aan de knoppen kan draaien. Als het de ambitie is te groeien naar 500.000 overnachtingen kan het college beginnen de verhoging van de toeristenbelasting achterwege te laten.
De heer MULLER zegt dat veiligheid op de Borkeld in het verleden een actueel onderwerp was. Spreker vraagt of het probleem inmiddels is opgelost.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college contacten onderhoud met de toeristische sector om feeling te houden over de stand van zaken. Een van de invloeden op het aantal overnachtingen zijn de weersomstandigheden. De gemeente heeft een mooi toeristisch programma, waarbij juist is ingezet op de verbinding Holten met de Holterberg en de situatie rondom de Regge.
Spreker deelt de mening van de PvdA. Veel zaken zijn gericht op de eigen gemeente. In het overleg met de portefeuillehouders heeft spreker gepleit om meer over de grenzen te kijken. Mensen die overnachten in Rijssen-Holten kijken vaak wat verder naar de omgeving en wat daar te doen is. Wat dat betreft ligt er een taak om te laten zien wat het aanbod is. Of daarmee 500.000 overnachtingen gehaald worden, weet spreker niet. Het streven is echter te laten zien dat Rijssen-Holten vol gaat voor recreatie en toerisme.
Op de brief van TRH komt spreker in een NB terug.
Wethouder AANSTOOT zegt over de brandveiligheid op de Borkeld dat er een traject is ingezet voor het maken van doorsteken om alle doodlopende stukjes met elkaar te verbinden. Dat traject verloopt niet succesvol, omdat veel eigenaren geen toestemming geven tot het maken van een doorsteek. Wat wel succesvol is geweest is de voorlichting over brandmelders en dergelijke en voorzieningen zoals extra bluswater. Het college bespreekt het traject van de doorsteken op korte termijn nogmaals en komt daarmee terug in de commissie.
De heer NOORDAM vraagt of het college bereid is de werkgelegenheid een boost te geven door te overwegen de vijf cent verhoging van de toeristenbelasting een keer niet door te voeren.
De heer KAHRAMAN zegt dat de ambitie van 500.000 overnachtingen eerder gezocht moet worden in de aantrekkelijkheid en de zichtbaarheid van de gemeente en wat er aangeboden wordt voor de toerist.
De heer NOORDAM zegt dat voor veel gezinnen ook de prijs van belang is. Dat is een knop waar het college aan kan draaien. Spreker vraagt of het college dat durft, want dat getuigt van inzet om de werkgelegenheid verder een impuls te geven.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het effect van het niet-doorvoeren van de vijf cent verhoging niet heel groot is qua aantal overnachtingen. Uiteindelijk is de verhoging van de toeristenbelasting een zaak van de raad. Als het puur gaat om tot meer werkgelegenheid te komen en tot een beter florerende toeristische sector, dan vindt spreker dat er samen met de ondernemers voor gezorgd moet worden dat de gemeente het de moeite waard is om te verblijven. De toeristische sector is erg blij met de zaken die momenteel uitgevoerd worden. In een bijeenkomst met de toeristische sector in Rijssen-Holten zal de insteek van spreker zijn dat zaken in gezamenlijkheid opgepakt moeten worden. Die bal ligt bij de ondernemers. Een voorbeeld zijn de ondernemers rond de Regge, waar ondernemers met elkaar verbindingen zoeken. Dat leidt uiteindelijk tot een winwin-situatie voor de hele sector.
2.7: Wijken
De heer HAASE verwijst naar het energieneutraal maken van gemeentelijk vastgoed, verwoord op pagina 66. Op pagina 63 staat dat de gemeente nu al weet dat zij de 20% uit het convenant niet zal halen en dat zij zich richt op 16%. Dat feite veronderstelt dat de gemeente op de hoogte is van de mogelijkheden en de onmogelijkheden. Spreker vraagt of het wel verstandig is om in 2015 al het onderzoek uit te voeren wat betreft de duurzaamheid. Wellicht is het verstandiger dat onderzoek uit te voeren op het moment dat er grote sprongen zijn gemaakt en meer geavanceerde maatregelen nodig zijn om nog groener te gaan werken. Spreker vraagt daaraan gekoppeld hoe dit onderzoek zich verhoudt tot de nog op te stellen duurzaamheidsnota.
De heer KEVELAM vraagt of het klopt dat product afval, op pagina 67, hetzelfde is als de taak afvalverwerking, genoemd in de kostenprijzennota, en of de omzet derhalve € 3,5 miljoen bedraagt.
De heer POLMAN zegt dat er geïnvesteerd wordt om het energieverbruik in beeld te krijgen. Dat is een zaak voor de langere termijn. Wat op korte termijn energiebesparing kan opleveren, is burgers te laten zien waarop zij energie kunnen besparen. Daarover is niets te lezen in de begroting. Spreker wijst op het platform Zonneatlas van Overijssel, waarin voor burgers is aangegeven in hoeverre hun huize geschikt zijn voor het eventueel opwekken van zonne-energie. Met uitzondering van Rijssen-Holten zijn alle Overijsselse gemeenten daarbij aangesloten. Rijssen-Holten is een gemeente die ondernemend, pro-actief, faciliterend en duurzaam wil zijn. Spreker vraagt waarom Rijssen-Holten niet meedoet aan dat soort activiteiten en initiatieven en liever zelf iets organiseert. Dat is niet handig en kost meer geld, omdat meegelift kan worden op andere initiatieven. Spreker hoort graag de visie van het college hierop.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het energieneutraal maken van de gemeentelijke panden in de begroting is opgenomen. Daartoe wordt onderzoek verricht en het zal ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Momenteel wordt gewerkt aan het toepassen van ledverlichting. In genoemd convenant is een reductie van 20% afgesproken. De raad van Rijssen-Holten was destijds van mening dat 16% een realistischer doelstelling zou zijn. Het college wil daar vooralsnog aan vasthouden, maar mogelijk wordt de techniek al snel zodanig dat wel voldaan kan worden aan 20%.
Er zijn twee sessies geweest met burgers, bedrijven en branches om te praten over duurzaamheidsmaatregelen en de effecten daarvan. Dat is de opmaat om te komen tot een nieuwe duurzaamheidsvisie en een goed uitvoeringsplan.
Product 600 is hetzelfde punt als genoemd wordt in de kostencatalogus.
De gemeente is bezig met informatieverstrekking aan de burgers over duurzaamheid en de regelingen waarvan men gebruik kan maken. Ook op scholen wordt aan leerlingen voorlichting gegeven over duurzaamheid. Bij Duurzaam Rijssen en Duurzaam Holten ligt de taak mensen te interesseren en in beweging te krijgen. Spreker wil het platform zonneatlas opnieuw bekijken en als het meerwaarde heeft, meldt Rijssen-Holten zich daarvoor aan.
De heer POLMAN wijst op de betreffende website hierover, waar op de homepage staat dat Rijssen-Holten als enige gemeente niet is aangesloten. Voor het imago van Rijssen-Holten zou het goed zijn daarover contact op te nemen en de reden uit te leggen.
Wethouder AANSTOOT zegt dat daar sowieso iets aan gedaan zal worden.
De heer HAASE zegt dat de wetenschap dat de 16% moeilijk haalbaar is ergens op gebaseerd zal zijn en dat er dus kennis is. Spreker vraagt wat de noodzaak is dat het onderzoek in 2015 uitgevoerd wordt.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het onderzoek inhoudelijk winst oplevert, maar dat de gemeente daarnaast de voorbeeldfunctie heeft om haar vastgoed energieneutraal te maken.
3: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
De heer BOSMA verwijst naar pagina 68, o.a. dividend van Twence. Wat de SGP betreft had dat geld terug mogen vloeien naar de portemonnee van de burger, hoewel de SGP anderzijds ook geen gaten wil schieten in de begroting.
Op pagina 69 staat de post personeelsuren reclamebelasting. Volgens spreker is afgesproken in het kader van het ondernemersfonds dat dit budgetneutraal zou plaatsvinden. Als er al perceptiekosten zouden zijn, dan zouden die ten koste van het Deltaplan gebracht worden.
De heer DE KOE vraagt de heer Bosma of de SGP wil overwegen de dividenden inderdaad te laten terugvloeien in de portemonnee van de burger.
De heer BOSMA zegt dat het ligt aan het wisselgeld van Lokaal Liberaal.
De heer KEVELAM zegt naar aanleiding van het bedrag van € 104.000 dividend van Twence dat in het volgende hoofdstuk is aangegeven: “Echter als uitvloeisel van het beleidsakkoord is door het college besloten het dividend van Twence ad € 104.000 ten gunste van de algemene middelen te laten komen”. Spreker heeft dit echter niet kunnen lezen in het beleidsakkoord en vraagt het college op grond waarvan hiertoe is besloten.
Wethouder BEENS zegt met betrekking tot de vraag over het terugvloeien van dividend van Twence naar de algemene reserve, dat het college dit heeft ingeboekt als een bezuiniging.
De heer NOORDAM interrumpeert de portefeuillehouder en merkt op dat de heer Bosma dat niet heeft gezegd. De Bosma vroeg waarom het geld niet teruggaat naar de burger.
Wethouder BEENS zegt dat het dividend is gebruikt om de begroting sluitend te krijgen. Als de begroting niet sluitend is, zal er via een OZB-verhoging geld worden gevraagd aan de burger. Zoals het nu is aangegeven in de begroting, merkt de burger er weinig van.
De heer DE KOE zegt dat de begroting structureel en incidenteel rond is, ook zonder de € 104.000 structureel dividend van Twence.
Wethouder BEENS zegt dat dit komt omdat een aantal mutaties is gekomen, zoals omschreven in de bijlagen bij het agendapunt. De maatregelen die het college neemt, hebben betrekking op de komende vier jaar.
De heer KEVELAM vraagt of achteraf gezien het dividend kan terugvloeien naar de burger.
Wethouder BEENS adviseert dat dringend niet te doen. Er zijn behoorlijk wat onzekerheden en wisselvalligheden die op de gemeente afkomen. Het college wil het overtollige geld graag integraal kunnen inzetten op het moment dat gekeken wordt naar de langere-termijnvisie bij de kadernota.
De heer KEVELAM vraagt hoe het college het besluit verklaart vanuit het beleidsakkoord.
De heer KAHRAMAN zegt dat er geen afspraak ligt dat al het geld dat overblijft meteen terugvloeit naar de burger. Er moet geld achter de hand zijn voor onzekerheden. Het college kiest er echter voor het dividend over te hevelen naar de algemene middelen om wat ruimte te creëren in de begroting, wat niet onverstandig is met het oog op de decentralisaties. De raad kan daarop een amendement indienen tijdens de begrotingsvergadering.
De heer KEVELAM zegt dat in het hierna volgende hoofdstuk duidelijk wordt verwezen naar het beleidsakkoord op grond waarvan dit besluit is genomen. Spreker vraagt waar in het beleidsakkoord is te vinden dat de Twence-gelden naar de algemene middelen vloeien en niet terug naar afvalwerking.
De heer SCHEPPINK zegt dat volgens het beleidsakkoord de lasten voor de burger niet mogen stijgen. Dat de SGP het jammer vindt dat het dividend van Twence naar de algemene middelen gaat, heeft te maken met de hoge tarieven die in het verleden zijn afgesproken met Twence voor het te storten afval. Dat zijn langlopende contracten. In dat kader is besloten het dividend in de afvalstoffenheffing te laten ter compensatie. Het besluit van het college begrijpt spreker wel, maar toch is het spijtig dat het op deze manier gebeurt om de begroting rond te krijgen. Kijkend naar het meerjarenperspectief, dan blijft er maar € 17.000 in 2018 over. Als het dividend nu uit de begroting wordt gehaald, dan komt de gemeente op dat moment tekort.
De heer MEIJERINK vraagt of de SGP daarmee zegt dat zij het geld eigenlijk wel wil laten terugvloeien naar de burger, maar geen actie onderneemt.
De heer SCHEPPINK zegt dat de heer Meijerink dat goed begrijpt.
Burgemeester HOFLAND gaat in op de vraag over de reclamebelasting. In de aanloop om het systeem te ontwikkelen zijn de algemene kosten ten laste gebracht van het Deltaplan. De perceptiekosten in 2014 waren € 5000, die in mindering zijn gebracht van de opbrengst van de reclamebelasting. De perceptiekosten voor 2015 worden geschat op € 6900, die in mindering worden gebracht op de inkomsten van de reclamebelasting.
De heer MULLER zegt dat het handig zou zijn om als raad jaarlijks een overzicht te krijgen van de reclamebelasting, zodat duidelijk is hoeveel geld daarin omgaat.
Burgemeester HOFLAND zegt dat dat mogelijk is, maar dat hij wil wijzen op de ambtelijke belasting die dergelijke verzoeken meebrengen. Spreker vraagt de raad daarin terughoudend te zijn.
4.1 t/m 4.4: Lokale heffingen / weerstandsvermogen en risicobeheersing / onderhoud kapitaalgoederen / financiering
De heer BOSMA gaat in op pagina 73, begrafenisrechten. Kostendekkendheid is hierbij het uitgangspunt, zoals dat ook geldt voor de kosten van trouwen. De SGP heeft in dit licht moeite met de discrepantie die er bestaat bij het streven naar kostendekkendheid met betrekking tot de gemeentelijke sportaccommodaties, genoemd op pagina 37. Dat het gebeurt bij kosten voor begraven en trouwen is begrijpelijk, maar het zijn forse verhogingen. De SGP vindt dat jammer. Bij andere beleidsterreinen worden de kosten niet zo rigoureus bij de burger teruggelegd.
De heer MEIJERINK gaat in op pagina 72, punt 5, de toeristenbelasting. Een aantal jaren geleden is besloten de toeristenbelasting om de twee jaar te verhogen met vijf cent. Spreker vraagt of hier een eindtermijn voor geldt.
De heer BEUNK zegt dat op pagina 72 wordt gesproken over het tarief voor de reclamebelasting. De gemeente int deze belasting. Spreker vraagt of daarbij enig financieel risico gelopen wordt.
De heer KEVELAM gaat in op de afvalstoffenheffing. Spreker heeft zojuist de vraag gesteld of de omzet € 3,5 miljoen bedroeg. Daarop is bevestigend geantwoord. De nota Kostprijzen zegt daarover: “Overschotten en tekorten op de taak afvalverwerking worden verrekend met de egalisatievoorziening. Wanneer het saldo van deze voorziening groter is dan 5% van de omzet, wordt het surplus terugbetaald aan de burgers.” 5% van € 3,5 miljoen is € 175.000. Er wordt nu terugbetaald tot een niveau van € 250.000, wat volgens spreker € 75.000 te weinig is. De VVD komt bij de begrotingsvergadering met een amendement om € 104.000 toe te voegen aan afvalverwerking, zodat de teruggave extra kan worden verhoogd.
Spreker kondigt tevens een amendement aan op het onderwerp hondenbelasting.
Wethouder BEENS zegt dat de heer Bosma met zijn vraag over kostendekkendheid een link legt tussen pagina 73 en pagina 37. Het streven is kostendekkendheid bij de tarieven voor begraven en trouwen. De heer Bosma sprak in dit kader ook over gemeentelijke sportaccommodaties. Spreker wijst op de discussie die volgend jaar plaatsvindt over de sportnota. Anderzijds is de vraag van de SGP bijzonder met het oog op de gemeentelijke zwembaden. Afgelopen maandag heeft daarover de discussie plaatsgevonden.
Het heffen van toeristenbelasting is in principe oneindig en gaat dus voorlopig op deze manier door. Een nadere uitleg volgt via een NB.
De heer Kevelam heeft berekend dat er te weinig teruggegeven wordt aan de burger. Spreker laat dat nagaan en komt erop terug.
Burgemeester HOFLAND zegt ten aanzien van de risico’s met reclamebelasting dat het ondernemersfonds een regeling is die in aanmerking komt voor bezwaar en beroep. Mochten zich onvoorziene zaken voordoen, dan ontstaat een nieuwe situatie, waarmee het college bij de raad komt.
4.5 tot 4.7: Verbonden partijen / grondbeleid / bedrijfsvoering
De heer KÖK vraagt hoelang de gemeente nog blijft nadenken over de samenwerking binnen Soweco. Spreker vraagt zich af of gewacht moet worden op voorstelen van de Raad van Commissarissen.
De heer BEUNK zegt dat Gemeentebelang het onderdeel Waterloo-Vlogtman graag meegenomen ziet in het overleg dat het college aanduidt, genoemd op pagina 98/99.
De heer SCHEPPINK wijst op het overzicht in paragraaf 4.7, overzicht incidentele middelen per programma, waar opnieuw een lagere opbrengst bouwleges is genoemd. Spreker vraagt of het de verwachting is dat er in de jaren 2016, 2017 en 2018 meer gebouwd wordt en er dus meer bouwleges worden ontvangen. Als dat niet het geval is, moet dit een structurele post worden.
Wethouder WOLTERINK zegt naar aanleiding van de vraag over Soweco dat het besluit om uit te treden in 2013 is teruggedraaid. Er wordt gewerkt aan een bestuursvoorstel om al dan niet mee te gaan met het voorstel van de Raad van Commissarissen.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er op redelijk korte termijn een aanvullende notitie komt over de bouwleges. Dat zal waarschijnlijk niet lukken voor 7 november a.s.
Financiële begroting
Er worden geen vragen gesteld.
Bijlagen
Er worden geen vragen gesteld.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel als bespreekstuk te behandelen in de raad.
5. Raadsvoorstel vaststellen nota kostprijzen en tarieven 2015 (Beens)
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel als bespreekstuk te behandelen in de raad.
6. Rondvraag
Er worden geen vragen gesteld.
7. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.34 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 1 december 2014.