Commissie ABZM 23 mei 2016 (20:00)
- Datum:
- 23-05-2016
- Tijd:
- 20:00 - 21:15
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Notulist:
- G.B. Aanstoot - Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels en G.D. ten Berge |
ChristenUnie | J. Berkhoff en G. Pas |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, W.A.J. ter Schure en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD Lokaal | E.J.W. Deijk, B.J. van den Berg en R.A. de Koe |
D66 | ir. H. Klein Velderman en C. Polman |
Griffier | |
Wethouders | A.C. Hofland, R.J. Cornelissen, B.D. Tijhof |
Pers | 3 |
Publiek | 4 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom.
2. Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3. Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Verslag van de vergadering van 4 april 2016
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
Naar aanleiding van:
De heer DE KOE zegt dat burgemeester Hofland de vorige vergadering heeft meegedeeld dat er gelet op de gemeentelijke controle bij verstrekte evenementenvergunningen, onvoldoende capaciteit is om alles te controleren. VVD Lokaal wil graag weten hoe de gemeente verder moet met deze mededeling. Zij begrijpt dat de portefeuillehouder op deze wijze duidelijk maakt dat niet alles en iedereen te controleren valt. Eerder heeft is al aangegeven dat uitgaan in deze gemeente zonder dat er op iedere hoek van de straat een controleur staat, gewoon mogelijk moet zijn. VVD Lokaal waardeert en ondersteunt de gedachte dat de gemeente ruimte geeft aan evenementen en niet alles ‘kapot controleert’ en achter elk glas een BOA plaatst. Toch wil VVD Lokaal graag weten of de naleving op deze wijze plaatsvindt als het gaat om de veiligheid. Spreker vraagt hoe een afweging gemaakt wordt als het gaat om de aspecten van veiligheid bij verstrekte vergunningen voor evenementen.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de heer De Koe zojuist heeft verwoord wat spreker in de vorige vergadering heeft beoogd. De diverse evenementen worden door de gemeente serieus bekeken bij de vergunningverlening. Op het moment dat het evenement plaatsvindt, zijn er diverse manieren van controleren. De gemeente heeft niet voldoende capaciteit – en wil dat ook niet hebben – om een BOA te plaatsen achter elk glas dat wordt geschonken. Helder moet zijn, dat zich gebeurtenissen kunnen voordoen, waarbij geen controle aanwezig was. Wel controleert de gemeente bij grote (tent‑)evenementen van te voren of alles goed en verantwoord is geplaatst.
Tijdens evenementen vinden steekproeven plaats. Op basis van inschatting zijn er evenementen waar de gemeente niet controleert. Toch worden deze evenementen af en toe bezocht om de sfeer van veiligheid te proeven, zodat de organisatie aandacht blijft geven aan veiligheid. Bij sommige evenementen vindt gewoon controle plaats door de BOA’s, die vooral verantwoordelijk zijn voor het drank-/horecadeel en het evenementendeel, en door de politie en de brandweer, die de verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid. Een voorbeeld is het onlangs gehouden paasvuur in Espelo, waarbij de brandweer signaleerde dat niet alles veilig was vanwege de vuurrichting. De organisatie kan op zo’n moment zeggen dat zij het risico wel wil nemen, maar het betekent wel dat de verantwoordelijkheid wordt overgenomen op het moment dat dat nodig is.
Het signaal dat spreker de vorige keer heeft willen afgeven, is dat er wellicht nog een keer goed bekeken moet worden waar wel en waar niet de verantwoordelijkheid genomen wordt op het punt van toezicht en controle. De gemeenteraad moet goed begrijpen dat dat niet overal mogelijk is. Het zou een forse uitbreiding van het aantal BOA’s betekenen. Dat is niet de bedoeling van evenementen.
5. Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
De heer MULLER zegt dat het presidium van de Twenteraad op 19 mei jl. bijeen is geweest. De stukken voor deze vergadering heeft spreker op 13 mei jl. ontvangen, waarna deze op 17 mei jl. via de griffie zijn doorgestuurd aan de raads- commissieleden. Op- of aanmerkingen hierop die spreker mee kon nemen naar de bijeenkomst, heeft hij niet ontvangen. In het presidium is het conceptprotocol voor het presidium behandeld alsmede de voorbereiding op de agenda voor de vergadering van de Twenteraad op 15 juni a.s. Het conceptprotocol is vastgesteld. Daarin is niets opgenomen over de taak van de adviescommissie: De werkgroep die het protocol heeft voorbereid, komt daarmee nog terug. Ook het AB moet nog instemmen met het adviesprotocol. Het uitgangspunt is en blijft dat presidium en adviescommissie samenvallen.
In de bijeenkomst is gesproken over het voorzitterschap van het presidium. Nadrukkelijk is ervoor gekozen dit niet neer te leggen bij een bestuurder. Het plaatsvervangend voorzitterschap moet nog ingevuld worden. De griffier uit de gemeente van de plaatsvervangend voorzitter wordt automatisch secretaris van het presidium. Het voorstel om jaarlijks te wisselen in die functieverdeling is niet overgenomen. Spreker heeft Rijssen-Holten niet kandidaat gesteld voor het plaatsvervangend voorzitterschap en de secretarisfunctie.
De Twenteraad vergadert op 15 juni a.s. in Borne. De agenda hiervoor wordt binnenkort verstuurd samen met een informatiepakket over de regio. Deze bijeenkomst is informatief, waarbij ook een evaluatie plaatsvindt over de afgelopen jaren. De avond is deels plenair en deels thematisch ingericht over de thema’s van de Agenda van Twente. De Agenda van Twente is het belangrijkste onderdeel voor 2016. Spreker roept daarom op maximaal aanwezig te zijn. Enkele gemeenten kiezen ervoor een voorbereidende bijeenkomst te organiseren voorafgaand aan 15 juni, maar over nut en noodzaak daarvan werd verschillend gedacht.
De heer JANSEN deelt mee dat het auditcomité op 10 mei jl. bijeen is geweest samen met de account, waarbij uitvoerig is gesproken over de accountantscontrole van het sociaal domein. De accountant heeft alle werkzaamheden afgerond, exclusief de controle van het sociaal domein. Deze laatste controle is inmiddels gestart.
Op dit moment is er een aantal onzekerheden. Voor de vaststelling van de jaarrekening wordt o.a. gebruikt gemaakt van cijfers en informatie van zorgaanbieders en hun accountantsverklaringen. Deze informatie is nu nog niet geheel voorhanden. Daarnaast speelt het punt van de pgb-gelden een belangrijke rol. Nog niet duidelijk is of de accountantsverklaring van de SVB tijdig binnenkomt en of deze verklaring voldoende zekerheid geeft voor de gemeentelijke accountantsverklaring. Dat is belangrijk, omdat Rijssen-Holten naar verhouding een groot aandeel pgb-houders heeft. Navraag bij de ambtelijke organisatie heeft geleerd dat de voorlopige opgave van de SVB binnen is. Burgers konden bezwaar maken tot half mei. Medio juni verwacht de ambtelijke organisatie de definitieve cijfers van het SVB. Zoals het er nu naar uitziet, is de rapportage van de SVB niet verontrustend; er zijn geen grote afwijkingen geconstateerd tussen de begroting en de daadwerkelijke kosten.
De besluitvorming over de jaarrekening is gepland in de raadsvergadering van 24 juni. De verwachting is dat twee weken hiervoor een voorlopig accountantsrapport, exclusief het sociaal domein, wordt aangeboden. Op 16 juni is er een nieuw overleg met het auditcomité gepland om het concept-accountantsrapport en de stand van zaken omtrent de controle sociaal domein te bespreken. Als dan blijkt dat er nog geen definitief accountantsrapport behandeld kan worden op 24 juni, is een noodscenario mogelijk: op 24 juni kan dan het voorlopige accountantsrapport behandeld worden, exclusief het sociaal domein. De formele vaststelling van de jaarrekening 2015 kan plaatsvinden in de raadsvergadering van 14 juli a.s.
6. Raadsvoorstel 4e wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Rijssen-Holten 2010 (Hofland)
De heer POLMAN zegt dat D66 instemt met het voorstel. Spreker stelt de volgende vragen:
- Om een indicatie te krijgen van de uniformiteit: in hoeverre zijn de APV’s van de vier gemeenten uniform?
- Waarin zitten de eventuele verschillen tussen de APV’s en wat is daarvoor de reden?
- Is het college tevreden over dit voorstel of zijn er nog wat aanmerkingen te maken?
- Hoe worden de alcoholverbodszones zichtbaar voor de burger: komen er bijvoorbeeld borden te staan?
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie instemt met het voorstel.
Spreker zegt naar aanleiding van het aanwijsbesluit verboden alcoholgebruik dat er zeven locaties worden genoemd. Hij vraagt waarom niet alle speeltuinen daarin zijn opgenomen.
De heer TER SCHURE zegt dat Gemeentebelang zich kan vinden in het voorstel. Zoals bekend, is het aanwijsbesluit een collegebevoegdheid. Toch wil spreker graag weten waarom niet de hele gemeente of de volledige bebouwde kom is aangewezen. Als voorbeeld noemt spreker de vijver bij het Vletgoor die is aangewezen. Dat is niet het geval voor de naastgelegen Aaltinksweg.
De heer SCHEPPINK vraagt wat de belangrijkste reden is van het college de voorliggende wijziging van de APV aan te bieden.
Er worden argumenten aangedragen om wijzigingen toe te voegen aan de APV, zoals op het punt van de alcoholverbodszones. De SGP kan zich daarin vinden. Anderzijds worden er, met dezelfde argumentatie, artikelen geschrapt omdat er geen beroep op gedaan wordt. Volgens spreker zijn er regels gesteld in de hoop daarop nooit een beroep te hoeven doen, maar hebben deze wel een bepaalde, richtinggevende, functie. Het onderwerp geluidhinder wordt nu bijvoorbeeld geschrapt ofwel gereserveerd. Hij vraagt hierop een reactie van het college en van de overige fracties.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal instemt met de wijzigingen, maar dat zij zich afvraagt of de aanleiding alleen is het krijgen van uniformiteit met vier gemeenten.
Burgemeester HOFLAND zegt op de vraag van D66, dat hij niet weet in hoeverre de APV’s, op een schaal van nul tot honderd, van de vier gemeenten overeenkomen. Het punt dat Rijssen-Holten uitgaat van haar lokale kracht, blijft overeind. De lokale verschillen tussen de APV’s kennen vaak een lokale inbedding en ook vaak een lokaal vertrekpunt.
De voorgestelde uniformiteit is ingebracht, omdat de gemeenten elkaar werkendeweg in de uitvoering op diverse terreinen tegenkomen. Zo is het een goede zaak dat het register van opkopers voor heling wordt geïntroduceerd in de APV’s en dat de APV’s worden aangepast op het punt van alcoholgebruik buiten, ook voor personen ouder dan achttien jaar.
Of de alcoholverbodszones met borden of op een andere manier worden ingericht, weet spreker niet. Er is een keuze gemaakt voor bepaalde gebieden, waar zich problemen hebben voorgedaan. Dat heeft te maken met proportionaliteit. Het lijkt spreker niet verstandig de hele gemeente droog te leggen, maar op die plekken te kunnen optreden waar dat nodig is. Daarvoor biedt de APV straks de ruimte. Het aanwijzen van gebieden is een collegebevoegdheid. Het college kan bepaalde locaties in de toekomst ook weer laten vervallen. Plekken waar het niet goed gaat, kunnen door het college aangewezen worden. Over een half jaar vindt een evaluatie plaats.
Bij uitgaansgelegenheid Lucky heeft de gemeente te maken met een ondernemer die in zijn pand enorm zijn best doet en zich verantwoordelijk voelt. Als daar binnen iets gebeurt, wordt door beveiligers direct contact opgenomen met de politie. Buiten het pand, richting het benzinestation, zijn er echter wel eens groepen jongeren die rotzooi maken en luidruchtig zijn. Op die momenten is het voor de politie met deze APV handig die personen eruit te halen. Het is voor het college geen automatisme geweest artikelen waarvan geen gebruik wordt gemaakt, uit de APV te schrappen. Er is gekeken hoe vaak zich iets kan voordoen, wat de ratio daarachter is en of het juridisch allemaal nog te handhaven is. Daaruit is een aantal voorstellen voortgekomen. In het kader van deregulering kunnen bij een eerste lezing van de APV meerdere artikelen geschrapt worden. Er is echter goed bekeken welke artikelen wel en welke artikelen niet geschrapt worden.
Tweede termijn
De heer DE KOE zegt dat de portefeuillehouder onderstreept dat niet bij elk glas een BOA neergezet wordt. Wat betreft de zeven genoemde locaties in het voorstel, zegt spreker dat jongeren onder achttien jaar, die alcohol willen nuttigen, wellicht een stuk naar links of naar rechts kunnen verhuizen. Het opnemen van de locaties loopt dan spaak. Spreker vraagt de portefeuillehouder hierop te reageren.
De heer BERKHOFF merkt naar aanleiding van de woorden van de heer De Koe op dat hij heeft gevraagd waarom de twee speeltuinlocaties specifiek zijn gekozen. Het was niet zijn bedoeling het alcoholverbod over de gehele gemeente uit te spreiden.
De heer DE KOE herhaalt zijn woorden, dat niet achter elk glas een BOA gezet kan worden. Het kan echter zo zijn dat het probleem niet wordt opgelost, maar dat het zich verplaatst.
De heer SCHEPPINK vraagt de heer De Koe of hij het niet eens is met het collegebesluit.
De heer DE KOE zegt dat hij in de eerste termijn heeft gezegd in principe akkoord te gaan met het voorliggende stuk. Zijn vraag is echter waarom er zeven locaties zijn aangewezen. Als men een paar stappen naar links of naar rechts zet, kan het probleem zich verplaatsen.
De heer BERKHOFF vraagt of de heer De Koe zelf een oplossing heeft voor dit probleem.
De heer DE KOE zegt dat hij vraagt aan het college of het zo zou kunnen gebeuren en als dit probleem zich voordoet, is de vraag hoe het opgelost kan worden. Aan de bewegingen van mensen die willen drinken in het openbaar waar dat niet mag, kan men niets veranderen.
De heer SCHEPPINK zegt dat er door VVD Lokaal met name ingegaan wordt op het aanwijzingsbesluit. Volgens spreker gaat het er vooral om dat gezamenlijk vastgesteld moet worden dat er een probleem is met betrekking tot alcoholgebruik in de openbare ruimte. Nu wordt er voor het eerst een wijziging voorgesteld om de APV daarop aan te passen. Dat moet wat spreker betreft een kans krijgen. Ook sluit hij zich aan bij wat de portefeuillehouder zojuist zei over het schrappen en toevoegen van artikelen.
De SGP beschouwt de APV als een set regels, waarop teruggevallen kan worden als dat nodig is. In dit verband heeft de portefeuillehouder geen verhelderend antwoord gegeven met betrekking tot geluidhinder. Hierover zijn niet voor niets artikelen in de APV opgenomen. Het argument dat er geen beroep op gedaan wordt en dat de betreffende artikelen dus overbodig zijn, vindt spreker niet bevredigend. Het gaat hem erom of op het moment dat er wel ernstige geluidhinder is, er nog wel een beroep gedaan kan worden op de APV. Een reactie hierop is voor de SGP belangrijk. Eventueel komt de SGP in de raadsvergadering hierover met een amendement.
De heer DE KOE merkt bij interruptie op dat de gemeente evenementenvergunningen kan verstrekken als er sprake is van geluidhinder. Daarin staan zaken als het aantal decibellen. Als er geen evenementenvergunning is verstrekt, mag er over het algemeen geen extra geluid geproduceerd worden.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij daarnaast regelmatig hoort dat artikelen hierover in de APV vermeld moeten zijn, bijvoorbeeld als er opgetreden moet worden en er een zaak komt bij Justitie. Die scheidslijn, wanneer komt iets wel of niet in de APV, moet helder zijn.
De heer TER SCHURE zegt dat hij niet vreest voor drooglegging als de openbare ruimte in zijn algemeenheid wordt aangewezen. Het zou Gemeentebelang wat waard zijn als bijvoorbeeld de hele bebouwde kom aangewezen wordt; dan blijft er nog voldoende ruimte over waar men alcohol kan drinken, ook omdat er bij evenementen een aparte regeling is.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er gebieden zijn in de gemeente die regelmatig tot overlast leiden. Met dit raadsvoorstel krijgt de politie een middel om in te grijpen. Spreker verwacht echter niet dat de politie heel streng zal controleren op alcoholgebruik in deze gebieden.
Burgemeester HOFLAND zegt dat het niet de bedoeling is de hele gemeente droog te leggen, maar alleen daar op te treden waar dat nodig is. Als het in bepaalde gebieden niet goed gaat, grijpt het college in en wijst aanvullende gebieden aan. Dat kan soms iets te maken hebben met verplaatsing, maar anderzijds blijft staatsrechtelijk zuiver waar de gemeente mee bezig is.
Naar aanleiding van de woorden van de heer Scheppink over de set regels over geluidhinder, zegt spreker toe hierover een nadere toelichting te verstrekken. Hij heeft zich in zijn beantwoording gericht op wat de gemeente gaat doen en niet op wat zij niet gaat doen. In de Wet geluidhinder zijn er bepalingen die gebruikt kunnen worden en ook zijn er bepalingen dat men na elf uur ’s avonds geen overlast mag geven. Dat is voldoende. Bij evenementen is het inderdaad zo dat er een set voorschriften over geluidshinder bij hoort. Spreker komt op dit specifieke punt terug voor de raadsvergadering van 2 juni 2016.
Beantwoording vraag geluidhinder, gemaild aan de raad op 26 mei 2016
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel 4e Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Rijssen-Holten 2010 als bespreekstuk te agenderen voor de raadsvergadering van 2 juni 2016.
7. Twentebedrijf, Brief begroting 2016 en 2017
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA is geschrokken van wat voorligt. Eerder heeft het CDA in de commissie al haar zorgen geuit, omdat Enschede de stekker uit de samenwerking betreffende de salarisverwerking heeft getrokken.
Vorig jaar is het besluit ‘met stoom en kokend water’ genomen, omdat het Twentebedrijf per 1 januari 2016 moest starten. Nu wordt er een stuk aangeboden dat weinig inhoud heeft. Het CDA ziet dit als een heel slechte start; in feite is er nog niet eens begonnen. Het CDA heeft eerder gezegd graag een visie van het college te ontvangen op de vraag wat de doelstellingen zijn en hoe men die probeert te bereiken. Spreker vraagt het college waar het Twentebedrijf nu staat en hoe het college ertegen aankijkt.
De heer MULLER zegt dat in de werkbegroting gevraagd wordt capaciteit te leveren om niet of om alvast een voorfinanciering beschikbaar te stellen voor het ‘basiskamp’. Spreker vraagt wat Rijssen-Holten gaat doen, welke financiële consequenties er zijn en wanneer de raad hierover wordt geïnformeerd.
Gemeentebelang ondersteunt de conceptzienswijze van het college voor wat betreft de kritische toon over de omvang, aspecten als taakverdeling et cetera. Spreker vraagt verder of Rijssen-Holten zal wachten op antwoord of dat er eerder overleg gevoerd wordt en er een terugkoppeling plaatsvindt.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal de brief van het college aan het Twentebedrijf steunt. Die brief is heel kritisch, zoals de heer Kahraman opmerkte. Spreker vraagt hoe het college aankijkt tegen het Twentebedrijf.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie de kritische houding van de heer Kahraman deelt. De ChristenUnie is blij met de brief van het college aan het bestuur en onderschrijft de daarin gestelde vragen.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij pas geschrokken zou zijn als het Twentebedrijf in een keer goed gestart zou zijn. Hoe de SGP over het Twentebedrijf denkt, is duidelijk. Het wordt volgens spreker tijd om te vragen hoe het ook alweer zit met de uittrederegeling.
Het college heeft een goede brief geschreven. Anderzijds stelt spreker dat de brief naïef is. Dat is richting het Twentebedrijf niet fair. Het punt in de brief “In de begroting hebben wij geen rekening gehouden met de kosten van het Twentebedrijf” begrijpt spreker in het geheel niet. Vanaf het begin was bekend dat er cascokosten zouden zijn. Spreker verwacht hierop een reactie van het college.
Verder vraagt spreker wat de visie is van het Twentebedrijf. Door het CDA werd daarop zojuist ook gehamerd. Spreker is geschrokken van de gemeente Enschede, die via een advertentie in Tubantia laat weten een systeembeheerder te zoeken voor RAET om het salarissysteem op de tuigen. Hij vraagt zich af of Enschede bij Rijssen-Holten en Wierden, die ook met RAET werken, heeft geïnformeerd hoe zij omgaan met de salarisadministratie. Het Twentebedrijf zou een netwerkorganisatie worden en gebruik maken van elkaar kennis en kunde. Dat is niet terug te zien.
Er moeten stappen gezet worden als de samenwerking nog slechter wordt. Het gaat niet goed in de Veiligheidsregio, het gaat niet goed in de regio Twente, het Twents Bureau voor Toerisme gaat failliet, het gaat niet goed met de Agenda van Twente. De SGP maakt zich ernstig zorgen over de samenwerking binnen Twente. De samenwerking in de regio Twente en nu ook met het Twentebedrijf en de slow start ervan, zijn daarvan voorbeelden. Volgens spreker kan het zo niet verder en moet hierover de discussie gestart worden.
De heer POLMAN zegt dat er geen positief beeld uit de stukken naar voren komt. Bij wat andere fracties hierover gezegd hebben, sluit D66 zich aan. D66 kan zich vinden in de brief van het college. De zorgelijke toon in de brief zegt genoeg. Anderzijds vraagt D66 zich af hoeveel vertrouwen het college nog heeft in het Twentebedrijf. De brief klinkt een beetje als een motie van wantrouwen richting het bestuur van het Twentebedrijf.
De heer MEIJERINK zegt dat er volgens de heer Scheppink stappen gezet moeten worden en dat hij zich zorgen maakt. Volgens spreker kan men het Twentebedrijf ook zien als een uitdaging. De PvdA prefereert dat laatste. Het is overigens goed even de voet van het gaspedaal te halen. Zo ziet de PvdA de brief van het college en zij schaart zich achter de daarin gestelde vragen. Zij is benieuwd naar de beantwoording door het college op de zojuist gestelde vragen van andere fracties.
Burgemeester HOFLAND gaat in op de vragen en opmerkingen vanuit de fracties. De heer Scheppink noemde enkele zaken, waarvan spreker vindt dat die niet kloppen, namelijk dat het met de Veiligheidsregio en de GGD niet goed gaat. Dat zijn volgens spreker juist zaken waarbij het zelfs heel goed gaat en waar men echt de samenwerking zoekt.
De heer SCHEPPINK merkt bij interruptie op dat hij de GGD niet heeft genoemd. De samenwerking in de Veiligheidsregio gaat volgens spreker zo goed, dat die nu uitgevochten moet worden in Zwolle.
Burgemeester HOFLAND zegt dat dat zo is, maar dat dat niet wil zeggen dat de samenwerking niet goed is en dat de manier waarop de Veiligheidsregio werkt, niet goed zou lopen.
Het klopt dat er zorgen zijn over een nieuwe Agenda van Twente en over de vraag op welke onderdelen wel of niet samengewerkt wordt. Het college zal, met de raad, blijven kiezen voor lokale invulling. Het lokaal bestuur, de raad, blijft daarvoor verantwoordelijk. Dat laat onverlet dat op een aantal momenten, bijvoorbeeld vanuit efficiency of effectiviteit of soms vanuit inhoudelijke gronden, gekozen kan worden voor samenwerking.
Nieuw in Twente is de acquisitie voor nieuwe bedrijvigheid. De veertien Twente gemeenten hebben daarvoor middelen op tafel gelegd. Spreker is zelf nauw betrokken bij de sollicitatieprocedure en denkt dat er goede mensen komen, die de economie van Twente een echte boost kunnen geven. Ook op arbeidsmarktterrein word heel intensief en goed samengewerkt. Dat gebeurt ook op het gebied van recreatie en toerisme, al mag dat hier een daar nog wat steviger. Over de Agenda van Twente, de innovatie en de financiering, volgt er nog een discussie, die begint op 15 juni a.s. Alle opmerkingen zullen daar ingebracht worden.
Het Twentebedrijf is vorig jaar neergezet. Het was bij de start ervan inderdaad bekend dat er cascokosten in rekening gebracht worden. De betreffende alinea moet zo gezien worden, dat hiervoor in 2016 geen middelen gereserveerd zijn door Rijssen-Holten, dat op dit moment, mei/juni, nog de discussies gevoerd worden en dat de gegevens nog niet voorhanden zijn over hoe hiermee, ook met het oog op de kadernota, omgegaan moet worden. Voor het overige denkt het college in lijn te zijn met de raad als het gaat om de kritische houding. Het college zit niet op de eerste rij om eruit te stappen. Het college zit wel op de eerste rij om kritisch te volgen wat er gebeurt. Als dit initiatief niet goed van de grond komt, dan moet Rijssen-Holten in staat zijn daaraan consequenties te verbinden. Spreker wil daarop niet vooruitlopen, maar eerst afwachten hoe de reacties op de brief van het college en de signalen van de raad opgepakt worden binnen het Twentebedrijf.
Tweede termijn
De heer KAHRAMAN zegt dat er een begroting over 2016 en 2017 is voorgelegd, maar dat er nog steeds geen echte visie op het Twentebedrijf bekend is. Helder moet zijn waar het Twentebedrijf naartoe wil. De voorbeelden die de portefeuillehouder gaf over zaken waarbij het goed gaat, zoals acquisitie, hebben niets met het Twentebedrijf te maken.
Het CDA vindt dat het Twentebedrijf een kwestie van bedrijfsvoering is. Dat gebeurde ook al in de Regio Twente. Nu wordt hiervoor een nieuw logo bedacht, “het Twentebedrijf”, en moet er plotseling € 900.000 meer betaald worden. Spreker vraagt waar de taken blijven die al in de Regio Twente zaten.
Het CDA is teleurgesteld dat er weinig visie wordt gegeven. Te zien is dat door andere gemeenten de stekker wordt getrokken uit een aantal bestaande samenwerkingsverbanden. Spreker vraagt zich af wat de intentie van die gemeenten is: willen zij wel samenwerken? In de krant zeggen zij dat de samenwerking op het gebied van salarisverwerking hen niets heeft gebracht, maar dat het alleen maar duurder is geworden en dat de service slechter is geworden. Spreker vraagt welke visie er dan is om die service te verbeteren. Het college wil niet de stekker uit het Twentebedrijf trekken, omdat men nog maar vijf maanden onderweg is. Het CDA wil echter binnen nu en zes maanden een duidelijke visie hebben en weten welke gemeenten op welke zaken gaan samenwerken. Als er geen samenwerking van de grond komt, kan het casco beter meteen afgebouwd worden.
De heer MULLER herhaalt zijn vragen over “capaciteit om niet” en “voorfinanciering” en wat dit concreet betekent in 2016.
De Agenda van Twente staat nu niet geagendeerd. Spreker roept echter op om op 15 juni a.s. in Borne aanwezig te zijn.
De heer SCHEPPINK zegt dat blij te zijn over wat de portefeuillehouder heeft gezegd over de samenwerking in Twente en dat hij nog wel positieve punten, kansen en uitdagingen ziet. Men moet goed voor ogen houden dat samenwerking binnen Twente ook goede kanten kan hebben. De vraag is nu hoe het verder gaat. Spreker wil zijn zorgen daarover uiten. De raad en de commissie moeten dit aan de orde gaan stellen, zoals gebeurt in andere gemeenten. Ook worden er moties aangenomen over de Agenda van Twente. Daarbij zegt men dat eerst geëvalueerd moet worden en dat pas daarna besluiten genomen moeten worden. Het aannemen van dergelijke moties zegt ook al iets over de samenwerking of het gebrek aan samenwerking binnen Twente.
De heer MULLER zegt bij interruptie dat vanuit de raad aan de orde is geweest dat eerst de stap van een evaluatie gemaakt moet worden en dat dat eerst verwerkt moet worden. Vervolgens kan men komen tot meningsvorming. Hij is het niet eens met de heer Scheppink, dat dit een voorbeeld van verwarring zou kunnen zijn.
De heer SCHEPPINK merkt op dat de raad van Almelo een dergelijke motie heeft aangenomen, omdat men er niet zeker van was dat het zo zou gaan gebeuren. Als men het vertrouwen heeft dat het goed gebeurt, hoeven er geen moties aangenomen te worden.
Spreker vindt het vreemd dat de gemeente Enschede die werkt met RAET voor haar salarisadministratie, dit nu zelf weer gaat opzetten. Hij vraagt zich af waarom Enschede niet in Rijssen-Holten en Wierden komt kijken, omdat het daar wel succesvol gebeurt. Het is jammer dat de samenwerking wat dat betreft moeizaam gaat. De SGP is het eens met de brief die naar het Twentebedrijf wordt gestuurd, maar zij ziet het Twentebedrijf in feite niet zitten. Er wordt nu een leidinggevende aangesteld, wat € 100.000 per jaar kost. De vraag is hoe dat ooit terugverdiend wordt als er leiding gegeven moet worden aan vijf personen. Spreker is daarover heel sceptisch en kritisch. Er wordt een extra ambtenarij opgetuigd, waarvoor er misschien wel de juiste mensen zijn binnen de eigen regio. Hij vraagt of daarnaar is gekeken.
Spreker roept op de Agenda van Twente een keer apart te agenderen, zodat duidelijk wordt wat de mening van de raad van Rijssen-Holten is. In de regio wordt hierover al volop de discussie gevoerd.
Burgemeester HOFLAND zegt op de vraag van de heer Muller dat het college aan het verzoek om voorfinanciering geen gevolg geeft. Wat betreft “capaciteit om niet”, waarbij Rijssen-Holten wordt gevraagd mee te denken of waarbij men specifieke know how van Rijssen-Holten wil, zegt spreker dat gevraagd en ongevraagd in de toekomst advies gegeven zal worden.
Het gaat hier om uitvoeringsorganisatie. De vraag is of daarvoor een visie nodig is. Voor een uitvoeringsorganisatie moet een aantal zaken efficiënt en effectief georganiseerd worden. Gemeenten zouden zich in beginsel niet moeten bemoeien met de uitvoering van activiteiten.
Rijssen-Holten is in het Twentebedrijf ingestapt. Er zijn verwachtingen gewekt over de manier waarop het zou worden opgepakt en neergezet. Op wat is gezegd over de gemeente Enschede geeft spreker geen toelichting. De raad van Enschede moet daarover zelf discussiëren. Het Twentebedrijf zoekt momenteel naar een positionering en een manier waarop bepaalde elementen aan elkaar geknoopt kunnen worden. Het college en de raad van Rijssen-Holten zijn daar kritisch over. Wat spreker betreft moet even de reactie daarop afgewacht worden.
De heer KAHRAMAN zegt dat het Twentebedrijf een uitvoeringsorganisatie en een collegebevoegdheid is. De raad moet echter wel zijn goedkeuring geven, omdat er is ingestapt in een GR. Dat kan financiële consequenties hebben als er verliezen ontstaan in die GR. Er hoeft wat spreker betreft geen uitgebreide visie te komen, maar er ontbreekt een duidelijk bedrijfsplan: wat wil men realiseren tegen welke financiële consequenties.
Burgemeester HOFLAND zegt dat het college in zijn brief vragen stelt over het terugverdienmodel en of het casco niet te breed is. Dat zijn de elementen die ook de heer Kahraman bedoelt in zijn vraag om meer onderbouwing. Het college stelt net als de raad vragen over het aanstellen van een manager en het vrijkomen van capaciteit in de regio Twente en hoe hiermee omgegaan wordt. Wat spreker betreft moet hierop eerst de reactie van het Twentebedrijf afgewacht worden.
De VOORZITTER concludeert dat de meeste fracties akkoord gaan met de opgestelde zienswijze. Er zijn diverse kritische punten aangedragen, maar het college kan hiermee verdergaan.
(De heer Meijerink verlaat om 21.00 uur de vergadering.)
8. Ovv de SGP, agendering dr. Stokkerfonds
De heer JANSEN zegt dat er meerdere doelen zijn aangegeven waaraan de opbrengsten, rentebaten en dividenden, vanuit het dr. Stokkerfonds zijn besteed. Verder is er een gesprek geweest tussen de portefeuillehouder en de heer Slofstra. Het ambtelijk advies dat al eerder is gegeven, houdt in de administratie van het fonds niet anders op te zetten. De SGP heeft daarmee ingestemd. Het is nu aan de commissie te zeggen wat er met het resterende geld gedaan moet worden, waarna de raad hierover een besluit kan nemen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat het dr. Stokkerfonds een nalatenschap is voor Rijssen. Spreker vraagt of dit breder getrokken moet worden of dat het bestemd moet blijven voor Rijssen.
De heer BERKHOFF zegt dat de opsomming van de bestedingen niet erg specifiek is en dat de bestedingen niet helemaal recht doen aan wat dr. Stokker destijds heeft bedoeld. Er moet door de raad nagedacht worden over specifieke doelen die te maken hebben met die zaken waar dr. Stokker voor stond. Mogelijk moet voor de zuiverheid overwogen worden het geld uit de jaarrekening of uit de bedrijfsvoering te halen. De ChristenUnie is daarvan voorstander.
De heer JANSEN zegt dat het testament duidelijk is over de besteding van de gelden. Daar moet de raad niet op ingrijpen.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt of de heer Jansen bedoelt dat de besteding van het geld bedoeld is voor de kern Rijssen.
De heer JANSEN zegt dat bij de opstelling van het testament is aangegeven dat de gelden bedoeld zijn voor de kern Rijssen, maar dat het op dit moment breder wordt getrokken.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er gesprekken zijn geweest en dat is nagedacht over iets tastbaars, zoals de plaquette bij de stadspomp, die bij de Hoge Wal wordt geplaatst. Het college stelt ook voor het fonds te laten zoals het nu is. Over de inzet van middelen uit dergelijke legaten wordt vaker gediscussieerd. Een voorbeeld is de Nagelhoutcollectie in Holten, waarbij is omschreven dat die collectie in Holten moet blijven.
Een specifiek punt, dat zeker past bij het fonds van dr. Stokker, is de stadspomp, die schoon drinkwater geeft. Dit is bij uitstek een doel voor dit fonds.
De heer BERKHOFF vraagt wie momenteel bepaalt waaraan het geld per jaar besteed wordt.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat in de onderhoudsposten specifiek bekeken wordt welke middelen eventueel aangewend kunnen worden vanuit het dr. Stokkerfonds.
Tweede termijn
De heer JANSEN merkt op dat dr. Stokker een duidelijk doel heeft aangegeven. Misschien is het een suggestie met de huisartsen in de gemeente in gesprek te gaan met de vraag of zij een doel kunnen aangeven waaraan het geld besteed kan worden. Naast schoon drinkwater kunnen er andere ideeën zijn.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang zich kan voorstellen dat de middelen zo gerelateerd mogelijk aan het doel worden besteed, maar dat er dan tegelijkertijd blijkbaar een greep wordt gedaan in de algemene middelen en het begrotingstraject. Volgens spreker moet in de begroting herkenbaar gemaakt worden welke relatie er te leggen is tussen de middelen die beschikbaar zijn en het reguliere begrotingstraject. Om de middelen er helemaal uit te halen, lijkt spreker minder gewenst.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat duidelijk moet zijn waaraan het geld wordt besteed, namelijk in Rijssen. Dat kan in de begroting duidelijker verwoord worden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de middelen toegevoegd worden aan bijvoorbeeld de projecten van stadsverfraaiing en specifiek aan dit onderhoudsbudget. Het college wil recht doen aan het legaat en het vermelden van dr. Stokker.
Burgemeester HOFLAND zegt dat in de jaren negentig ook is gesproken over het dr. Stokkerfonds. Toen is de afspraak gemaakt dat de rente wordt toegevoegd aan het onderhoudsfonds dat in zijn algemeenheid in Rijssen wordt toegepast. Zo is het elk jaar overgegaan in de begroting, waarin iedere keer het dr. Stokkerfonds wordt genoemd. Er valt niet één project op zichzelf aan te wijzen dat met dank aan dr. Stokker wordt onderhouden. Het college stelt voor die gedragslijn te continueren en bij een bepaald object, zoals de waterpomp, het dr. Stokker nadrukkelijker te noemen. Als de raad zegt het dr. Stokkerfonds uit de begroting te halen en dat geld bijvoorbeeld alleen nog te gebruiken bij het onderhoud van de kerktoren, zal er steeds een vermindering van het geld plaatsvinden. Spreker waarschuwt voor het stellen van veel regels en het organiseren van bureaucratie.
Derde termijn
De heer BERKHOFF zegt dat hij het gevoel krijgt uit de beantwoordingen vanuit het college, dat het geld elk jaar wegloopt zonder een specifieke benoeming. Hij begrijpt ook, dat als het geld uit de bedrijfsvoering wordt gehaald, dit gevolgen heeft. Er zou dan wellicht een commissie benoemd moeten worden die bekijkt waaraan het geld per jaar wordt besteed.
Spreker wil de reactie van het college even laten bezinken en behoudt zich het recht voor hierop terug te komen.
De heer JANSEN zegt dat de SGP de indruk heeft dat achteraf bekeken wordt onder welke post de opbrengst van het fonds geplaatst wordt. Dat is niet de manier waarop dit gebeuren moet. Administratief is het wellicht allemaal lastig te regelen, maar middels een begroting kan redelijk goed bepaald worden wat de opbrengsten vanuit het fonds zijn. Verder zou er inderdaad een commissie van wijze mannen aangesteld kunnen worden enzovoort. Op die manier doet het fonds meer recht aan zijn doel dan op dit moment gebeurt.
De SGP behoudt zich het recht voor hierop op een later moment terug te komen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij de woorden van de laatste twee sprekers onderstreept. Het moet niet zo zijn dat men achteraf kan zien waaraan het geld is uitgegeven.
De VOORZITTER concludeert dat de fracties op een later moment op het onderwerp terugkomen.
9. Actiepuntenlijst
- Organisatieontwikkeling Twentebedrijf en WT2: het punt is beantwoord en wordt van de actiepuntenlijst afgevoerd.
- Dr. Stokkerfonds: het punt is behandeld en wordt van de actiepuntenlijst afgevoerd.
De overige punten blijven staan.
10. Rondvraag
De heer SCHEPPINK zegt dat het regelmatig gebeurt dat mensen in het voorjaar of in de zomer opgeschrikt worden door een vuurwerkshow. Vergunningen daarvoor worden niet gepubliceerd in het Rijssens Nieuswblad of op de Gemeentepagina, omdat dergelijke vuurwerkshows aangevraagd moeten worden bij de provincie. Burgers zijn echter niet op de hoogte van dergelijke provinciale besluiten. Spreker zou graag zien dat deze besluiten opgenomen worden in de Gemeentepagina. Verder vraagt hij of hierop actie ondernomen kan worden, omdat hij geen behoefte heeft aan vuurwerk middenin de zomer.
Burgemeester HOFLAND zegt dat vuurwerkvergunningen bij de provincie moeten worden aangevraagd en door de provincie worden verleend. De burgemeester moet vervolgens de verklaring van geen bezwaar afgeven. Jurisprudentie zegt hierover dat dit een dode letter. Een burgemeester die ooit geweigerd heeft een dergelijke verklaring te ondertekenen, is door de rechter teruggefloten. Spreker zegt toe het verzoek van de heer Scheppink omtrent publicatie van de vergunningverlening over te brengen bij de provincie.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt welke publicatie de burgemeester bedoelt: in de Staatscourant of in het Rijssens Nieuwsblad.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de vraag van de heer Scheppink luidde het verzoek met betrekking tot publicatie over te brengen bij de provincie. Aan dat verzoek zal spreker voldoen.
11. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.15 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 27 juni 2016.