Commissie ABZM 27 november 2017
- Datum:
- 27-11-2017
- Tijd:
- 19:30 - 21:15
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- G.B. Aanstoot - Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | dr. E.G. Bosma, R. Jansen en A.J. Scheppink |
CDA | G.D. ten Berge en drs. I. Kahraman |
ChristenUnie | J. Berkhoff en N.J. Otten |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, P. Kroeze en J. Beunk |
PvdA | S. Kök, R.W. Meijerink en R.H.L. Janssen-Niehof |
VVD Lokaal | R.A. de Koe, F.W. Noordam en B.J. van den Berg |
D66 | ir. H. Klein Velderman en C. Polman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof |
Pers | 1 |
Publiek | 17 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom.
2 Inventarisatie spreekrecht
De heer Meenks, Stichting Ondernemersfonds Rijssen-Holten, spreekt in op agendapunt 8.
De heer H. Achterhuis, Stichting De Markt van Morgen, heeft zich gemeld om in te spreken op agendapunt 9.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de vergadering van 2 oktober 2017
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5 Verslag van de gezamenlijke vergadering commissie ABZM, MDV en Grondgebied inzake de begroting 2018 op 30 oktober 2017
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
6 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Wethouder BEENS deelt vanuit het AB van de Stadsbank mee, dat er geen kosten meer gerekend zullen worden voor het vervroegd aflossen. Het rentepercentage voor leningen wordt vrijgegeven. De Stadsbank berekent een rentepercentage, maar als een gemeente een ander rentepercentage wil hanteren, dan is dat mogelijk. Het verschil is dan voor rekening van die gemeente. Als inderdaad gekozen wordt voor een lager rentepercentage, dan heeft dat gevolgen voor de gemeentelijke begroting. Vanaf 2018 kan de gemeente elk kwartaal een wijziging doorvoeren in haar rentepercentages.
Naast deze twee punten zijn er nog enkele andere zaken besproken. Voor alle punten gezamenlijk wordt er een bestuursvoorstel opgesteld, dat nog aangeboden wordt voor de commissie.
De heer NOORDAM deelt mee dat vrijdag 1 december 2017 om 15.30 uur de Euregioraad in het gemeentehuis van Rijssen vergadert. Het is een openbare vergadering en het is een mooie gelegenheid voor raads- en commissieleden om een Euregioraadsvergadering bij te wonen.
7 Stand van zaken Agenda van Twente
Burgemeester HOFLAND meldt dat er een aantal keren een gesprek is geweest tussen de gemeenten Almelo, Hellendoorn en Rijssen-Holten en informateur Van Veldhuizen om te kijken of de veertien gemeenten toch nog samen kunnen optrekken. Er ligt intussen een compromis op tafel, maar of dat voldoende is, moet blijken. Het stuk wordt ingebracht voor de vergadering van 1 december van de Bestuurscommissie Agenda van Twente. Vervolgens wordt het stuk nog op zijn merites beoordeeld door het college. Gelet op het onderwerp en de aard van de discussie die in Rijssen-Holten is gevoerd, zal het in januari/februari 2018 de reguliere cyclus volgen van commissie- en raadsvergadering.
Het college heeft een aantal gesprekken gevoerd met de gemeente Deventer over een ‘Sallandse aanpak’. Afgesproken is om dat verder te verkennen en ook andere Sallandse gemeenten te betrekken. Ook met de gemeente Almelo worden gesprekken gevoerd over ‘de dynamiek in West Twente’ en wordt de toenadering naar elkaar gezocht. Spreker verwacht begin 2018 in de raad de discussie te voeren over samenwerking in Twente, samenwerking in Salland en samenwerking in West Twente.
8 Raadsvoorstel Evaluatie Stichting Ondernemersfonds Rijssen-Holten (Tijhof)
De heer MEENKS, bestuurslid van de Stichting Ondernemersfonds Rijssen-Holten en voorzitter van de Ondernemersvereniging HABI. Hij is vanaf het eerste moment betrokken bij de reclamebelasting en alles wat daaraan vasthangt. Zijn bijdrage is als bijlage 1 opgenomen bij het verslag.
De heer BEUNK zegt dat er 34 tot 40 nieuwe ondernemers, zoals de heer Meenks zei, getroffen worden. Spreker vraagt wanneer deze ondernemers zijn geïnformeerd en op welke wijze dat is gebeurd.
De heer MEENKS zegt dat deze ondernemers, voor zover zij lid zijn van de HABI, dit hebben vernomen tijdens de laatste jaarvergadering. Vervolgens zijn alle HABI-leden uitgenodigd voor een ondernemerscafé op 6 november, waar helaas maar ongeveer 30 ondernemers aanwezig waren. Op de agenda van deze bijeenkomst stond het ondernemersfonds prominent vermeld. Een week geleden zijn alle ondernemers, wel en geen lid van de HABI, in het betreffende gebied schriftelijk geïnformeerd.
De heer TEN BERGE zegt dat door de uitbreiding van het gebied de inkomsten hoger worden en vraagt waarom dan alsnog gekozen wordt voor het aftoppen van bepaalde percentages en er niet gekozen wordt voor een lager gemiddelde.
Vorige week zijn alle ondernemers geïnformeerd per brief. Spreker vraagt waarom dat niet eerder is gebeurd. Voorts vraagt hij wat daarop de reacties zijn geweest.
De heer MEENKS zegt dat de opbrengst in Rijssen tot dusver ongeveer € 80.000 was. Daar zit een bepaald percentage aan vast. De stichting probeert dat percentage redelijk stabiel te houden. De stichting is voornemens, als de uitbreiding van het gebied doorgaat, het geld voor een deel aan te wenden voor verbetering van de uitvoeringsorganisatie. Er kan eventueel ook gekozen worden voor verlaging van het percentage. Afhankelijk van de begroting die door de werkgroep wordt ingediend, wordt het percentage bepaald. Vanuit het bestuur van HABI en vanuit het bestuur van het Ondernemersfonds is afgesproken, rekening houdend met leegstand en schommelingen, te proberen het percentage stabiel te houden.
De HABI-leden zijn in een vroeg stadium geïnformeerd. Ondernemers die geen lid zijn van deze ondernemersvereniging zijn afgelopen maandag geïnformeerd, omdat de stichting had besloten dat er een kaart, c.q. een plattegrond van het betreffende gebied, bijgevoegd moest worden. Die kaart was helaas niet eerder beschikbaar. Er zijn geen reacties ontvangen.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt of de ondernemers die geïnformeerd zijn, ook gevraagd is te reageren.
De heer MEENS zegt dat in het schrijven staat dat zij voor nadere informatie contact met hem konden opnemen.
Eerste termijn
De heer JANSEN zegt dat de SGP destijds voor het instellen van een ondernemersfonds heeft gestemd onder de voorwaarde van het houden van een evaluatie. De nu voorliggende evaluatie is echter zeer summier. De SGP mist o.a. het effect van de ingezette gelden, bezoekersaantallen, welke ondernemers gehoord zijn, de relatie tussen de ingezette middelen en de omzet van de ondernemers. Het is dan ook erg vroeg om nu al conclusies te trekken. Spreker benadrukt dat met name de vraag wat het effect is geweest qua bezoekersaantallen, onderdeel moet uitmaken van de evaluatie.
Ook bij de verantwoording van de middelen kunnen vraagtekens gezet worden, ook omdat er nu gepleit wordt een accountant in te stellen. Spreker vraagt de wethouder wat de reden daarvan is.
De maximale kosten voor een ondernemer bedroegen € 4000. Uit de evaluatie blijkt dat er één ondernemer was, uit Holten, voor wie dat een heikel punt was. Andere ondernemers worden hier niet genoemd, maar toch wordt direct de maximale opbrengst verlaagd naar € 2500, zonder daarbij de mening van de andere ondernemers te vragen. Spreker vraagt zich af hoe dit punt valt bij de kleinere ondernemers, omdat het tarief een relatie heeft met de WOZ-waarde van de panden. Het lijkt hem daarom zeer billijk, zeker nu gesproken wordt over een hogere opbrengst, dat het percentage wordt aangepast, zowel aan de boven- als aan de onderkant, zodat ook de kleinere ondernemers minder betalen.
Er wordt gesproken over een breed draagvlak. Spreker vraagt of het hierbij gaat om alle ondernemers of alleen om het bestuur.
De heer TEN BERGE sluit zich aan bij de woorden van de heer Jansen. Hij vraagt of deze evaluatie serieus genoeg is bekeken door de wethouder.
Bij de begrotingsbehandeling is door het CDA aandacht gevraagd voor de verantwoording van de middelen. Spreker vraagt in aanvulling hierop, of de accountant wordt betaald uit de verhoging van de uitvoeringskosten.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal al in 2013/2014 een zeer kritische grondhouding had bij dit dossier en van mening is dat ondernemersfonds geen taak is voor de gemeente. Het is iets wat de ondernemers willen en het is iets voor de ondernemers. Omdat het ook iets is voor Rijssen-Holten, is VVD Lokaal destijds akkoord gegaan. Spreker vraagt waarom is gekozen voor de genoemde aftopping en hoe dat met name naar de kleinere ondernemers in Holten wordt verantwoord. Voorts vraagt hij zich af hoe het bestuur in de toekomst verder gaat na de kritische noot van een aantal ondernemers dat geen belang heeft bij het verbeteren van het koopcentrum in Rijssen of van de toeristische functie van Holten. Zij betalen mee, maar hebben geen profijt van het fonds.
De heer POLMAN zegt dat D66 zich kan vinden in de woorden van de heer Jansen. D66 vraagt verder nog wat hierin de taak is van de gemeente. D66 wil ook graag weten waarom het gebied op deze manier wordt uitgebreid en hoe die ondernemers daartegen aan kijken.
Wat betreft het evaluatierapport is de vraag of dat een conceptrapport betreft of dat het stuk inmiddels definitief is en is goedgekeurd door bepaalde gremia.
De heer BEUNK zegt dat hij niet heeft kunnen nagaan of de raad bij de introductie van het ondernemersfonds bepaalde kaders heeft meegegeven voor een evaluatie. Daarnaast is voor Gemeentebelang nog de vraag hoe omgegaan wordt met bezwaren, hoeveel bezwaren er zijn geweest en welke reactie daarop is gegeven. Gemeentebelang staat kritisch tegenover dit stuk.
Wethouder TIJHOF zegt dat hij van de centrumondernemers hoort dat zij positief zijn over de evenementen die georganiseerd kunnen worden uit het ondernemersfonds. Het gaat hier om een evaluatie van het ondernemersfonds en niet van het college of de gemeente. De doelstellingen van ondernemersfonds zijn geëvalueerd en terug te vinden in het rapport. De HABI en de HHV hebben het rapport in hun ledenvergaderingen vastgesteld.
Als er meer vragen zijn en er is diepgravender informatie gewenst, dan is dat mogelijk. Vanavond gaat het echter ook om de vraag of het ondernemersfonds in 2018 gecontinueerd moet worden. Als dat het geval is, moet de verordening vastgesteld worden.
De heer POLMAN vraagt of de portefeuillehouder tevreden is over de evaluatie.
Wethouder TIJHOF zegt dat het fonds is georganiseerd als een soort doorgeefluik. Het college probeert zijn rol als overheid daarin zo klein mogelijk te houden. De ondernemers geven er zelf vorm en inhoud aan.
De perceptiekosten van € 5000 blijven op het zelfde niveau.
Op de vraag over draagvlak zegt spreker dat hij heeft begrepen dat zowel het bestuur van HHV als van HABI dit hebben besproken in hun ledenvergaderingen, waar men het geheel akkoord heeft bevonden.
De inspreker heeft duidelijk gemaakt dat het niet gaat om het verhogen van de kosten voor iedereen, maar dat het percentage gelijk blijft. De klacht van één ondernemer uit Holten over de hoge bijdrage van € 4000, is besproken in de HABI, de HHV en het ondernemersfonds. Het gaat bij de aanslag om een percentage van de WOZ-waarde. Bij een aantal ondernemers bleek dit duur uit te vallen. Om een gebaar te maken, is een maximering voorgesteld tot € 2500.
Het college heeft de evaluatie besproken met het bestuur. De conclusie was dat geëvalueerd moet worden op de doelstellingen van het fonds, of die doelstellingen zijn gerealiseerd en of er punten aangepast moeten worden. Die zaken zijn verwoord in een effectieve evaluatie.
Er zijn inderdaad ondernemers die geen belang hebben bij een ondernemersfonds. Er is echter ook een algemeen belang. De uitgevoerde activiteiten vanuit het fonds hebben zeker positieve effecten op de centrumgebieden van Rijssen en Holten. Alle ondernemers profiteren ervan mee.
De rol van de gemeente bij dit fonds is het innen van de belasting en het teruggeven van de middelen, zoals verwoord in de verordening.
Enkele ondernemers die lid zijn van de HABI, zijn betrokken bij de gebiedsuitbreiding. Voor zover zij bij de betreffende bijeenkomst hierover aanwezig waren, zijn zij niet tegen de gebiedsuitbreiding. Mogelijk zijn er ondernemers die hier niet op zitten te wachten. Spreker is van mening dat het gaat om een redelijke uitbreiding.
Uit de commissie hoort spreker dat zij allerlei zaken missen in de evaluatie. Er zijn voorafgaand aan de evaluatie geen richtlijnen meegegeven door de raad.
In het eerste jaar van het ondernemersfonds zijn ongeveer 40 klachten ontvangen. Na het eerste jaar is dit naar nul teruggegaan.
De heer BEUNK zegt dat ondernemers van wie het bezwaar is afgewezen, van mening kunnen zijn dat het geen zin heeft opnieuw een bezwaar in te dienen.
Wethouder TIJHOF zegt dat het eenieder vrij staat om bezwaar aan te tekenen. Er zijn ondernemers, o.a. vanuit de Hoge Wal, die opmerkingen hebben over communicatie intern binnen het fonds en de HABI. Zij geven echter ook aan dat zij niet met het fonds willen stoppen.
De heer JANSEN zegt dat hij een vraag heeft gesteld over de accountant en of er inzicht is gegeven in de besteding van de middelen.
Wethouder TIJHOF zegt dat hij navraagt wat de accountant hierover heeft gezegd.
(NB de beantwoording en de jaarrekeningen 2014, 2015 en 2016 zijn als bijlage toegevoegd aan dit verslag.)
Tweede termijn
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA instemt met deze vorm van belastinginning ten behoeve van het ondernemersfonds en akkoord gaat met het voorstel. De PvdA keek in eerste instantie wat vreemd aan tegen de maximering van de bijdrage van de grotere ondernemers, met name in vergelijking met de ‘hint’ in het stuk met betrekking tot een eventuele verhoging voor de kleinere ondernemers. Dat laatste punt is voor de PvdA onbespreekbaar.
De gebiedsuitbreiding is wat de PvdA betreft vrij logisch. In het stuk staat dat de betrokkenheid van ondernemers buiten het centrumgebied nog niet goed van de grond is gekomen, maar dat men daarnaar blijft streven. Dat is een goed punt om op de radar te houden.
De heer TEN BERGE zegt dat de beantwoording van de portefeuillehouder het CDA niet heeft overtuigd. De vragen van de heer Jansen had de portefeuillehouder ook zelf kunnen stellen aan het ondernemersfonds, zodat deze opgenomen hadden kunnen worden in de evaluatie. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat het de evaluatie is van het ondernemersfonds. De evaluatie is namelijk gevraagd door de raad en is voor de raad, omdat de raad destijds kritisch was over het instellen van deze belasting. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat de gemeente alleen een doorgeefluik is. Het is een belasting, waarvoor de gemeente een verantwoordelijkheid heeft en een rol in speelt.
De portefeuillehouder zegt dat hij voldoende zicht heeft gekregen op de gerealiseerde doelstellingen. Het CDA vindt dat dat zicht onvoldoende is gegeven. Het CDA wil niet stoppen met het ondernemersfonds, maar wil geen zaken aanpassen voordat er een goede evaluatie ligt. Het CDA is voorts geen voorstander van het aftoppen van bepaalde percentages voor grotere ondernemers.
De heer BERKHOFF zegt dat ChristenUnie in het verleden voorstander is geweest van het ondernemersfonds. Dat is zij nog steeds. Wel blijken er nog steeds veel vragen te leven. De voorliggende evaluatie is onvoldoende. Spreker stelt voor het ondernemersfonds in 2018 ongewijzigd te continueren en tussentijds een goede evaluatie te doen, zodat er inzicht ontstaat in de effecten.
De heer POLMAN zegt dat de gemeente, volgens de portefeuillehouder, doorgeefluik is. Dat vindt D66 te kort door de bocht gesteld. De raad mag van het college een kritischer blik verwachten. Er is onduidelijkheid over het draagvlak en er zijn geen concrete resultaten zichtbaar in de evaluatie. D66 ziet daarom geen grond het fonds te continueren. Als de raad beslist over een hernieuwde evaluatie, dan moeten er concrete afspraken gemaakt worden over wat de raad daarin wil terugzien.
De heer DE KOE zegt dat hij deels meegaat met de heer Ten Berge; de evaluatie moet beter op een aantal punten, met name op het gebied van de financiën, omdat het een belasting is en gaat over de begroting van de gemeente, waarover de raad verantwoording moet afleggen. Als daar een goedkeurende verklaring van een accountant over afgegeven wordt, maakt het dat een stuk eenvoudiger.
Wat VVD Lokaal betreft, moet de rol van de gemeente hierin niet groter worden. Als dat toch gebeurt, dan heeft VVD Lokaal een probleem om in te stemmen. Het moet blijven gaan om een doorgeefluik.
Het ondernemersfonds dient het algemeen belang. In het eerste jaar zijn er echter 40 bezwaren ontvangen, voor het grootste deel van ondernemers die geen belang hebben bij deze belasting of die moeite hebben met de hoogte van het bedrag. Ook deze ondernemers moeten gehoord worden. Spreker gaat daarom mee met de woorden van de heren Berkhoff en Ten Berge om volgend jaar een diepgravende evaluatie te houden. Spreker pleit wel voor voortzetting van het ondernemersfonds.
De heer JANSEN zegt dat hij zich volledig aansluit bij de woorden van de heer Ten Berge. De beantwoording van de portefeuillehouder vond spreker onbevredigend. Het is logisch dat er bepaalde zaken in een evaluatie zitten, maar hebben er nu niet ingezeten. De SGP stemt daarom niet in met de verordening. Wel stemt zij in met het continueren van het fonds, met daarbij een betere evaluatie.
De heer BEUNK zegt zich aan te sluiten bij de woorden van de heer Jansen.
Wethouder TIJHOF zegt dat er geen verhoging is voor kleine ondernemers; het percentage blijft gelijk.
Op basis van de begroting die de stichting indient, wordt vastgesteld hoeveel geld er binnen moet komen en wat dat betekent voor het belastingtarief. De perceptiekosten van € 5000 komen daar vervolgens nog bovenop.
De heer DE KOE zegt bij interruptie dat de stichting een begroting kan indienen met allerlei mooie projecten, maar dat achteraf kan blijken dat het bestuur het geld in zijn zak heeft gestoken.
De heer JANSEN vult de woorden van de heer De Koe aan en zegt dat een begroting alleen is bedoeld om vast te stellen wat het percentage moet zijn. Het gaat de ondernemers en de raad echter om een verántwoording van de begrote gelden.
Wethouder TIJHOF zegt dat er naast een begroting ook een jaarrekening is en een accountantsverklaring. Die zijn er wel, maar zaten niet bij de evaluatie.
De heer TEN BERGE citeert uit de evaluatie van de stichting: “De afgelopen jaren is gebleken dat het tijdig indienen van de afrekening c.q. begroting te wensen overliet.”
Wethouder TIJHOF zegt dat die constatering klopt. De begroting van de stichting is dit jaar echter ontvangen voor de behandeling van de gemeentebegroting. Men heeft daaruit dus lering getrokken.
Volgens spreker is het verstandig de huidige regeling te continueren en te zorgen voor een bredere evaluatie. Spreker zegt toe vooraf te polsen of alle elementen die vanavond genoemd zijn, daarin worden opgenomen. Dan is het duidelijk waarop de evaluatie gestoeld moet zijn. De boodschap die vanavond door de commissie is verwoord, wordt gecommuniceerd met de stichting.
De heer BEUNK vraagt of de wethouder het raadsvoorstel aanpast of terugneemt.
De VOORZTTER zegt dat het de commissie is die bepaalt het voorstel terug te geven aan het college. Een andere mogelijkheid is dat de raad het voorstel amendeert.
Wethouder TIJHOF zegt dat als het raadsvoorstel wordt geamendeerd, het fonds in elk geval per 1 januari 2018 gecontinueerd kan worden.
De VOORZITTER concludeert dat het raadsvoorstel Evaluatie Stichting Ondernemersfonds Rijssen‑Holten wordt geamendeerd en daarom als bespreekstuk wordt behandeld in de raad.
9 Verzelfstandiging warenmarkten Rijssen-Holten (opiniërend; Tijhof)
De heer ACHTERHUIS spreekt in namens De Markt van Morgen/CVHA (Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel). Hij is sinds vijftien jaar voorzitter van de brancheorganisatie CVAH, met 4000 aangesloten ondernemers en 200 aangesloten gemeentebesturen, die dagelijks gratis gebruik maken van de juridische en beleidsmatige ondersteuning van de CVAH.
De discussie over vernieuwing van markten is de CVAH zo’n zeven tot acht jaar begonnen in samenspraak met de VNG, omdat zij zich, terecht, zorgen maakte over de toekomst van de ambulante handel; de ambulante handel is in tien jaar geslonken van 23.000 naar 11.000 ondernemers. Frappant daarbij is dat er nog wel 800 groenteboeren en 800 visboeren zijn. In de gesprekken met de VNG is gepleit voor het organiseren van pilots, om te laten zien dat de markt in een andere aansturing en met een commerciëlere kijk, een broodnodige impuls moet krijgen. Die pilots zijn uitgezet in Valkenswaard, Amsterdam en Haaksbergen. Na anderhalf/twee jaar is er een evaluatie gehouden en de eerste signalen waren van dien aard dat alle gemeentebesturen in Nederland door de CVHA zijn uitgenodigd voor bijeenkomsten, waarbij 180 van de ruim 400 gemeenten aanwezig waren. Vanaf dat moment is de bal gaan rollen en zijn er in goed overleg met de lokale overheid, de lokale ondernemers en andere ondernemers die belang hebben bij een goede markt – horeca en winkels – plannen gemaakt voor een bedrijfsmatiger aansturing van de markt, zoals bij een warenhuis of winkelcentrum. Dat loopt er goed. Het lijkt door het intrekken van de verordening, dat er minder regels zijn. Dat is in de praktijk echter niet het geval. De markt vindt dat de nieuwe afspraken met zichzelf, buren en ondernemers, van belang zijn om aan de toekomst van de markt te kunnen werken en dat er streng op toegezien moet worden dat een marktondernemer er altijd is, zich gedraagt als een ondernemer en een kwalitatief goed product verkoopt.
Er zijn nu zo’n 60/70 markten op eigen benen geholpen, ook in de regio, en in veel gemeenten wordt een samen met de ondernemers een plan opgesteld. Van belang daarbij is het maken van een duidelijke scheiding tussen privatisering en verzelfstandiging. Ook is van belang dat het instellingsbesluit van een gemeente overeind blijft, omdat college en raad bepalen hoe er met de openbare ruimte wordt omgegaan. De CVHA wil daarover graag goede afspraken maken. De ondernemers zijn ervan overtuigd dat zij gezamenlijk tot een betere markt kunnen komen dan nu het geval is. Zij vragen de raad daar positief naar te kijken en daarover positief te besluiten.
Eerste termijn
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal in de basis positief is over het voorstel. Wel heeft zij nog enkele vragen. Er wordt gebruik gemaakt van de nutsvoorzieningen van de gemeente. De kosten van de keuringen van deze nutsvoorzieningen komen voor rekening van de nieuwe stichting. Omdat die voorzieningen ook gebruikt worden door andere partijen in Rijssen-Holten, vraagt spreker of zij ook op deze manier worden belast of dat er een doorbelasting plaatsvindt.
Spreker merkt op dat deelname aan de lommerdmarkt in Rijssen, die altijd gratis is geweest, nu betaald moet worden. VVD Lokaal vindt dat lastig te verkopen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA instemt met het collegevoorstel. Spreker vraagt wat er gebeurt als de stichting, hypothetisch gesteld, ermee ophoudt: betekent dat het einde van de markt?
De heer JANSEN zegt dat de SGP positief is over het voorstel. Spreker vraagt of de gemeente teruggaat naar het oude stramien van de markt of dat de markt in Rijssen-Holten geheel verdwijnt, mocht de stichting stoppen. De SGP accepteert het genoemde bedrag van € 5000, zodra de raad instemt met het plan.
De heer BERKHOFF zegt dat het nieuwe plan past bij een terugtredende overheid. Er wordt aandacht gevraagd voor de personele gevolgen, dat volgens hem goed in de gaten gehouden moet worden. Voor het overige ondersteunt de ChristenUnie het voorstel.
De heer TEN BERGE zegt dat ook het CDA positief is over het voorstel om in de toekomst niet te hoeven zeggen ‘het wáren markten’, maar dat warenmarkten er dan nog steeds zijn.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 een positieve opinie heeft over het voorstel. Het is goed dat de marktkooplui de markten zelf organiseren, waarbij gemeenten wellicht meekijken hoe de zaken aangepakt wordt.
De heer MULLER zegt dat het een goed initiatief is om de markt te behouden. Naar aanleiding van de bijgevoegde kaart en de indeling voor de maandagmarkt, ook met het oog op de afgelopen weken, waarbij het Europaplein niet gebruikt kon worden, vindt spreker dat er een prachtige opstelling was. Wat Gemeentebelang moet die kaart nog een keer beoordeeld worden door de marktorganisatie.
Wethouder TIJHOF zegt dat de Lommerdmarkt gratis is voor kinderen van zes tot zestien jaar. Dat blijft zo. Hij weet niet welke eventuele andere organisaties dan de markt gebruiken maken van de aanwezige nutsvoorziening in de straten en onder welke condities dat gebeurt. Hij zegt toe hierop via een NB terug te komen (De beantwoording is als bijlage 2 bij het verslag gevoegd).
In het stuk staat een termijn van vijf jaar genoemd. Mocht de Markt van Morgen niet lukken, dan moet de gemeente een aantal zaken opnieuw opzetten, waaronder een verordening. Spreker gaat daar echter niet van uit.
De marktkooplui gaan uit van groei van de markt. Spreker hoopt dat het mooie van de huidige opstelling gecombineerd kan worden met een goedgevuld Europaplein met marktkramen en dat er weer een flinke markt komt. De opstelling is echter aan de ondernemers zelf.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie instemt met het voorgelegde initiatief.
10. Raadsvoorstel belastingvoorstellen 2018 (Beens)
De VOORZITTER merkt op dat de verordening op de reclamebelasting door de raad geamendeerd zal worden. Hij concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel belastingvoorstellen 2018 als bespreekstuk te behandelen in de raad.
11. Plan van aanpak opstellen document “Profilering en Ambitie” gemeente Rijssen-Holten (opiniërend; Hofland)
De heer SCHEPPINK zegt dat hij blij is te kunnen concluderen dat het bij dit punt eigenlijk gaat om de uitvoering van een motie van de SGP van november 2014. In 2014 werd door de portefeuillehouder deze motie ontraden met de volgende woorden: “Het college en de raad zitten vaak in de doe-modus. Als echter wordt gevraagd om een strategisch-economische visie op een hoger abstractieniveau, dan schakelt de gemeente in feite terug.” Hij vraagt of er dus inderdaad teruggeschakeld wordt.
In het stuk staat: “Er zijn de afgelopen jaren geen duidelijke keuzes gemaakt over deze profilering en is er samen de ondernemers ook geen economisch beleid in de vorm van een strategisch-economische visie vastgelegd. Dit is wel nodig om de streekfunctie die Rijssen-Holten heeft, te verstevigen en de gemeente hierop te profileren.” Spreker vraagt wat er veranderd is in twee jaar.
De heer BERKHOFF vraagt wat er gebeurt met de strategische visie als het voorliggende plan de komende jaren goed bekeken is. Er kunnen namelijk zaken naar voren komen, die van invloed zijn op de strategische visie.
De ChristenUnie is blij met het in te zetten traject, ook door de positieve presentatie hierover. De raad moet blijmoedig en met de blik vooruit dit traject ingaan en niet terugkijken op moties van de SGP.
De heer POLMAN zegt dat de opbouw en de uiteindelijke werking van het plan er logisch uitzien. D66 steunt dit plan van aanpak dan ook. In de planning valt op dat de toekomstige profilering en ambitie direct na de gemeenteverkiezingen wordt opgepakt. Spreker vraagt het college of het klopt dat dit afhankelijk is van de richting die de nieuw te vormen coalitie kiest. D66 wil daar niet voor kiezen; profilering en ambitie van de gemeente moet gelden voor de langere termijn. Dit moet raadsbreed besproken worden, voor zover het gaat om politieke keuzes.
De heer MULLER zegt dat het plan voorziet in “regeren is vooruitzien”. Voor Gemeentebelang is de positie van Rijssen-Holten binnen de provincie van belang, ook in de discussie die gevoerd wordt in Twente. Het document kan duidelijkheid geven dat Rijssen-Holten geen randverschijnsel is van Twente, maar het centrum van drie regio’s en tevens de poort van en naar Twente is.
De heer TEN BERGE zegt dat ook het CDA een positieve opinie heeft over het voorstel, maar dat de link met de strategische visie een belangrijk punt is. Voorts is het belangrijk dat in het proces voldoende stakeholders worden betrokken.
Naar aanleiding van de presentatie over het plan van aanpak, maakt spreker duidelijk dat het echt moet gaan over Rijssen-Holten. Zij moet zich niet te veel laten leiden door externe adviseurs.
Het CDA is blij dat er nu ook werk gemaakt wordt van de voorbereiding op de Omgevingswet en dat er met de blik vooruit wordt gekeken naar hoe de gemeente er voor staat in de toekomst.
(De heer Wessels komt ter vergadering.)
Burgemeester HOFLAND zegt dat er sinds 2014 drie zaken zijn gewijzigd. Dat betreft de Omgevingswet en alles wat daarmee te maken heeft. Voorts is Rijssen-Holten enkele jaren geleden lid geworden van het Platform Middelgrote Gemeenten, waarin men vooral actief is bij het positioneren van middelgrote gemeenten in een omgeving van bijvoorbeeld een groot Randstedelijk geheel of waar gemeenten een regionale functie vervullen. Dat platform levert wat dat betreft goede impulsen en initiatieven op. Voorts had Rijssen-Holten in 2014 ongeveer 37.000 inwoners. Momenteel staat dat aantal op bijna 40.000. Volgens de Gemeentewet gaat een gemeente daarmee naar een andere klasse, wat betekent dat zij in een soort andere ‘divisie’ terechtkomt.
Het is niet de bedoeling dat het nieuwe document op korte termijn de strategische visie vervangt. De strategische visie is als vergezicht vastgelegd tot 2030. In deze situatie gaat het om een tussenvorm om een aantal zaken wat concreter te benoemen tussen de vijf en de tien jaar.
Zodra de strategische visie wordt geëvalueerd, wat eens per vijf/zes jaar gebeurt, moet stilgestaan worden bij de vraag wat die middellange termijn heeft opgeleverd en of het consequenties heeft voor die strategische visie. Het nieuwe document is niet bedoeld om één coalitieperiode vooruit te kijken, maar juist wat verder. Het stuk wordt dan ook geen onderlegger voor een coalitieakkoord en loopt niet vooruit op enige verkiezingsuitslag. Spreker ziet graag dat met dit document er gezamenlijk gewerkt wordt met stakeholders en de raad in de ontwikkeling van deze middellange termijnvisie. Spreker is blij met de reacties van de commissie.
Tweede termijn
De heer MEIJERINK laat weten dat de PvdA akkoord gaat met het voorstel en feliciteert de heer Scheppink en zijn fractie alsnog met betrekking tot de motie.
De VOORZITTER dankt eenieder voor de inbreng.
12. Vervolg onderzoek aandeelhouderschap Twence (opiniërend; Beens)
De heer JANSEN zegt dit een nadere uitwerking betreft, waarmee de SGP eerder in feite al heeft ingestemd: Rijssen-Holten blijft aandeelhouder, Münster kan toetreden, Twence betreedt de markt als duurzaamheidsbevorderaar. De SGP stemt in met de door het college voorgelegde vragen. Het college kan doorgaan op deze weg.
De heer POLMAN zegt dat de duurzaamheidsprestaties van Twence naar rato worden toegerekend aan de aandeelhouders. Rijssen-Holten kiest ervoor dat in te zetten als een duurzaamheidsbevorderaar. D66 is van mening dat is een vorm van windowdressing is. Twence is destijds opgericht als afvalverbrander, een markt die intussen volwassen is geworden. D66 ziet geen reden aandeelhouder van Twence te blijven en ziet graag dat de inkomsten uit de verkoop hiervan in een duurzaamheidsfonds worden gestopt voor het verduurzamen van bestaande woningen.
De heer BERKHOFF sluit zich aan bij de woorden van de heer Jansen. De ChristenUnie is geen voorstander van het inkopen van aandelen. Wel is er een goede discussie gevoerd over de aandelen van Twence. De ChristenUnie pleit ervoor over vier/vijf jaar die discussie opnieuw in de commissie te voeren als een soort evaluatie, met name om te kijken wat er terecht gekomen is van de duurzaamheidsbevorderaar en of Rijssen-Holten verder wil gaan met Twence. In feite is het vreemd dat de gemeente aandeelhouder is van een commercieel bedrijf.
De heer BEUNK vraagt naar aanleiding van de bijlagen C en D, over het ontstaan van enige juridisch-technische problemen in Duitsland, of dat invloed heeft op voorliggend stuk.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal de argumenten en de vraagstelling van het college, zoals staan in het stuk, steunen. VVD Lokaal sluit zich voor het overige aan bij de woorden van de heer Jansen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA Twence altijd heeft gezien als een belangrijke duurzaamheidsbevorderaar, wat belangrijk is voor de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen. De PvdA kan zich vinden in de doelstellingen van het college en gaat akkoord met het stuk.
Wethouder BEENS: zegt toe een evaluatie te houden over de duurzaamheidsbevorderaar over vijf/zes jaar, of mogelijk eerder, om de raad op de hoogte te stellen van de stand van zaken.
Het college volgt de perikelen rondom Münster. Het college wordt daarover op de hoogte gehouden. Op 14 december 2017 wordt de aandeelhoudersvergadering gehouden. Als er nog heel specifieke zaken naar voren komen, dan informeert spreker de raad daarover.
De VOORZITTER concludeert dat er geen behoefte is aan een tweede termijn. Een meerderheid van de commissie steunt het voorstel.
13. Stoken met geverfd hout (geagendeerd op verzoek van de heer H. Klein Velderman van D66)
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 signalen ontvangt over problemen die ontstaan door het stoken met geverfd, geschilderd of geïmpregneerd hout. Dit hout is bedrijfsafval, moet afgevoerd worden en kost geld, wat de reden is dat het te koop aangeboden wordt. Particulieren kopen het hout en verstoken het met als gevolg dat er milieuvervuilende stoffen, stank en dergelijke in de lucht komen. Dat leidt vooral in deze tijd tot overlast. De gemeente kan niet in elke straat een controleur inzetten om de mensen die hiermee stoken op te sporen. Wel kan er voorlichting gegeven worden door de gemeente of kan er een meldpunt komen, om te proberen de overlast voor de inwoners tegen te gaan. Spreker legt dit voor aan de overige fracties.
De heer SCHEPPINK vraagt wat de mening is van D66 over rook die ontstaat bij het afsteken van vuurwerk.
De heer MULLER vraagt of de signalen die D66 bereiken, vanuit Rijssen-Holten komen. De gemeente kent een klachtenlijn. Hij vraagt of dat niet het juiste middel is om klachten door te geven. Verder vindt spreker dat het geven van voorlichting over slechte gebruiken nooit kwaad kan.
De heer BERKHOFF zegt dat nergens vastligt dat stoken met dit hout niet mag, zodat de vraag is hoe en op welke grond er gehandhaafd moet worden.
De heer MEIJERINK zegt dat hij zich het geven van voorlichting hierover wel kan voorstellen, omdat er mensen zijn die veel last kunnen hebben van de rook. Het kan echter niet zo zijn dat er bij ieder huis gecontroleerd wordt welk soort hout men verstookt.
De heer TEN BERGE zegt dat niet op alle zaken, in het kader van een terugtredende overheid, een BOA ingezet moet worden. Er is echter ook een eigen verantwoordelijkheid van mensen.
De heer KLEIN VELDERMAN merkt op dat D66 niet heeft ingestemd met een vuurwerkverbod. Destijds betrof dat het onderschrijven van een petitie.
Spreker wil zijn vragen ook voorleggen aan het college. Het is niet de bedoeling op elke hoek van de straat een BOA te zetten of een verordening in te stellen. Het gaat spreker om het inspelen door de gemeente op deze trend, dat er voorlichting gegeven wordt en aan de inwoners een helpende hand bieden.
Wethouder AANSTOOT zegt dat er geen meldingen bekend zijn van bedrijven die dit soort hout verkopen aan particulieren.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en zegt dat bedrijven het verkopen van dit afvalhout zeker niet melden bij de gemeente. Hij suggereert de wethouder eens te kijken op Marktplaats.
Wethouder AANSTOOT zegt dat er gemiddeld twee of drie meldingen per jaar binnenkomen via de reguliere meldsystemen van de gemeente, in verband met rookoverlast. Vervolgens neemt de gemeente daar actie op, maar treedt daarbij niet in de privésfeer van mensen. Wel worden er adviezen verstrekt.
Tweede termijn.
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP eveneens van mening is dat stoken met geverfd hout niet goed is. Er is echter ook een verantwoordelijkheid in de samenleving om elkaar daarop aan te spreken. Als er inderdaad veel klachten zijn, kan de gemeente informatie opnemen op de Gemeentepagina of de website.
De heer BERKHOFF zegt dat mensen met een bepaalde ziekte, gecombineerd met bepaalde klimatologische omstandigheden, inderdaad last hebben van de rook van openhaarden. Spreker vraagt de heer Klein Velderman naar zijn mening over de paasvuren, die ook zorgen voor stank en rook.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de paasvuren, opgebouwd uit natuurlijk materiaal, gewoon doorgaan. Het gaat nu om het onderwerp van geïmpregneerd, geverfd of geschilderd hout, oftewel het verbranden van milieugevaarlijke stoffen.
De VOORZITTER sluit dit agendapunt af.
14. Brief Detailhandel Nederland inzake winkelopenstelling op 24 en 31 december 2017 (geagendeerd op verzoek van de heer H. Klein Velderman van D66)
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de brief van Detailhandel Nederland door D66 is geagendeerd, omdat ondernemers in Holten de behoefte hebben op 24 en 31 december 2017 hun winkels te openen. Uit gesprekken met ondernemers weet spreker dat precies op deze dagen er ongeveer een weekomzet wordt gerealiseerd. Omdat de HHV tijdens een bijeenkomst van het CDA een verzoek heeft ingediend en Detailhandel Nederland vraagt om ruimhartigheid, wil D66 met de overige fracties de discussie voeren of aan de gevraagde winkelopenstelling kan worden voldaan. D66 weet zich daarbij gesteund door verkiezingsprogramma’s van zowel oppositie- als coalitiepartijen. Het toestaan van winkelopening op 24 en 31 december 2017 is geen wijziging van het beleidsakkoord. D66 ziet ruimte voor een experiment, waaraan de aannames van ondernemers en de hier aanwezige partijen, kunnen worden getoetst. Van deze waardevolle informatie kan in een volgend beleidsakkoord wellicht gebruik gemaakt worden. In deze arena echter, waar men naar elkaar luistert en debatteert over de inhoud, is dit onderwerp al vooraf doodverklaard. De HHV heeft nu zelfs te kennen gegeven, dat inspreken de zaak op termijn schaadt. Spreker vindt het vervelend dat dit gebeurt en dat hierover nu niet gesproken kan worden, omdat de standpunten vooraf al zijn ingenomen.
D66 wil de commissie nog een keer voorleggen om een open discussie te voeren over de vraag of bij wijze van een experiment 24 en/of 31 december 2017 de ondernemers in Holten de gelegenheid wordt gegeven toch hun winkel te openen. Van deze gelegenheid kan ook gebruik gemaakt worden om ervan te leren.
De heer MEIJERINK zegt dat iedere winkelier die op zondag open of gesloten wil zijn, dat wat de PvdA betreft mag. De PvdA is voor een vrijwillige openstelling op zondag. Op 24 en 31 december was het inderdaad mogelijk geweest een experiment te houden. De PvdA, heeft evenals de HHV, in de wandelgangen vernomen dat het standpunt over de zondagsopenstelling van CDA en Gemeentebelang pas ingaat op 21 maart 2018. De coalitie houdt vast aan het coalitieakkoord en het indienen van een motie is, zoals de HHV ook vaststelt, volstrekt kansloos. Zondagsopenstelling wordt een verkiezingsitem, zoals de klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen. Over de laatste twee punten lijken alle partijen het wel eens te zijn. Op een of andere manier zal bij een gunstige verkiezingsuitslag de nieuwe coalitie de zondagsopenstelling regelen in het nieuwe coalitieakkoord.
De heer KAHRAMAN zegt dat volgens de heer Klein Velderman organisaties monddood zijn gemaakt. De heer Klein Velderman was aanwezig bij een debatavond, die georganiseerd was door het CDA over de zondagsopenstelling. Op die avond was de heer Klein Velderman het meest aan het woord. Spreker heeft echter het gevoel dat de heer Klein Velderman die avond niet heeft geluisterd. De HHV heeft inderdaad een voorstel neergelegd en daarop een duidelijk antwoord gekregen van het CDA.
Een coalitie maakt afspraken voor vier jaar om zodoende een gemeente te kunnen besturen. D66 probeert hier nu een zooitje van te maken. Al bij de begrotingsvergadering had de heer Klein Velderman dit punt willen inbrengen. Dat heeft hij niet gedaan, omdat hij mensen gelegenheid wilde geven om in te spreken. Er is vanavond echter niemand aanwezig om op dit punt in te spreken. Volgens spreker hebben de mensen goed geluisterd tijdens de avond van het CDA. Zij weten dat het CDA een standpunt heeft ingenomen, waarmee zij de verkiezingen ingaat. Na de verkiezingen gaan partijen met elkaar om tafel om te kijken of zij er met een nieuwe coalitie uit kunnen komen. Daarbij gaat het niet alleen om winkelopenstellingen. Coalitiepartijen geven elkaar hun woord voor vier jaar en houden zich daaraan. Spreker begrijpt niet wat D66 vanavond wil realiseren. Ook D66 weet wat een coalitieakkoord betekent. Hij vraagt zich af wat D66 beoogt met een experiment en wat zij daarvan wil leren.
De heer MULLER begrijpt de heer Klein Velderman elke week graag de krant wil halen met dit onderwerp. Ook de heer Klein Velderman weet echter dat elke coalitie in elke gemeente afspraken maakt voor de periode waarin zij samenwerkt. De heer Klein Velderman kent de standpunten van alle partijen en hoeft daarop niet meer terug te komen. De discussie is wat Gemeentebelang betreft vaak genoeg gevoerd.
Bij het doen van een experiment is het de bedoeling te kijken of datgene wat je theoretisch verwacht, daadwerkelijk gebeurt. De eerstvolgende zondag op 24 december is in 2024 en vervolgens in 2030. Om het experiment uit te voeren om voor die datum te weten wat het effect zou kunnen zijn, is niet nodig, omdat dan dat moment allang voorbij is en alles al geregeld zal zijn.
De heer SCHEPPINK zegt dat het prettig is om met partijen samen te werken, waarbij geldt: afspraak is afspraak.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat met een experiment over zondagsopenstelling gemeten kan worden wat er gebeurt. Er ligt niet alleen een vraag van D66, maar ook een vraag van Detailhandel Nederland, die spreekt over een heel serieuze derving die plaatsvindt. Spreker is blij met het weerwoord van andere partijen vanavond. Tegen de heer Kahraman zegt spreker dat hij inderdaad aanwezig was op de informatieavond van het CDA, waar het CDA heeft aangegeven het beleid niet te veranderen. Spreker heeft toen aangegeven dat hij niet wil dat het beleid wordt veranderd, maar dat het hem gaat om dit specifieke geval. Het CDA heeft in haar verkiezingsprogramma gezet dat het in Holten wel kan, wat voor spreker toch een opening betekent.
Tweede termijn
De heer DE KOE zegt dat het standpunt van VVD Lokaal ongewijzigd is wat dit betreft. Haar verkiezingsprogramma staat online en is duidelijk. Wellicht wordt deze discussie na de verkiezingen opnieuw gevoerd.
De heer KAHRAMAN zegt dat er een mooie avond door het CDA is georganiseerd, waarbij hij duidelijk heeft gemaakt dat er afspraken gemaakt zijn in de coalitie. De heer Klein Velderman kan een show opvoeren en denken dat hij veranderingen teweeg kan brengen. Hij zou zelfs dingen kunnen forceren, waardoor er zaken kapot gemaakt worden.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt bij interruptie dat dat de reden is dat er nu niet wordt ingesproken. Hij neemt aan dat de heer Kahraman dit in dezelfde bewoordingen heeft gezegd tegen de ondernemers in Holten.
De heer KAHRAMAN zegt dat hij op die betreffende openbare avond dezelfde woorden heeft gesproken richting de HHV. Volgens hem probeert de heer Klein Velderman voor de bühne een show te houden. Hij is blij dat de HHV zo verstandig is niet in te spreken. De HHV weet dat het politieke proces zijn gang moet gaan. Binnenkort zijn er verkiezingen. De heer Klein Velderman probeert voor de bühne dingen kapot te maken, te forceren, die niets voor Holten gaan realiseren. Daarvoor wil spreker hem waarschuwen.
De VOORZITTER concludeert dat het agendapunt is afgedaan.
15. Actiepuntenlijst
De volgende actiepunten zijn beantwoord en worden van de lijst afgevoerd:
- Overschot onderwijsachterstandenbeleid
- Stelpost Preventiebedrijven Jeugd en Zorg
- Geraamde dividendinkomsten
- Onderhandelingen met de Stadsbank Oost-Nederland
- Diverse technische vragen over de programmabegroting
- Begroting Ondernemersfonds
- “Waar staat je gemeente?"
16. Rondvraag
Er worden geen vragen gesteld.
17. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.10 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 29 januari 2018.