Commissie ABZM 3 april 2017 (19.30 uur)
- Datum:
- 03-04-2017
- Tijd:
- 19:30 - 21:00
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- G.B. Aanstoot - Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels en G.D. ten Berge |
ChristenUnie | J. Berkhoff en mr. W.L. Riezebos-Tessemaker |
Gemeentebelang | J. Beunk, J. Kuiper-Ruitenberg en W.J.M. Muller |
PvdA | R.W. Meijerink, S. Kök en R.H.L. Janssen-Niehof |
VVD Lokaal | B.J. van den Berg, F.W. Noordam en R.A. de Koe |
D66 | C. Polman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof |
Pers | 2 |
Publiek | 6 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom.
2. Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3. Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Verslag van de commissie ABZM van 13 maart 2017
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5. Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat op 31 maart jl. de Euregioraad bijeen is geweest, waarover de raad binnenkort een memo ontvangt. Eén onderwerp wil spreekster aan de orde stellen: vanuit de Stadt Münster werd gevraagd naar een standpunt van de Euregioraad over de aandelen Twence en het belang dat Münster daarin wilde nemen. Door de Twentse gemeenten werd hierover gezegd dat zij zelf nog niet op één lijn zitten en daarnaast dat de Euregioraad daar niet over gaat. De vergadering was echter erg benieuwd naar de gang van zaken rondom Twence. Het punt wordt daarom geagendeerd voor de commissie van de Euregio en komt waarschijnlijk op de agenda van de volgende vergadering van de Euregioraad. Spreekster heeft in de vergadering laten weten dat het voorbarig was iets over Twence te melden en dat het niet een zaak is van de Euregio.
De heer DE KOE zegt als vertegenwoordiger in het presidium van Regio Twente, dat de volgende zaken zijn besproken:
- Procesgang Agenda van Twente (AvT): deze procesgang is bij meerderheid gehandhaafd en wordt besproken in de bestuurscommissie op 5 april. Daarna worden zo snel mogelijk de stukken verzonden voor de radenbijeenkomst van 20 april.
- Twentement is een particulier initiatief. Mogelijk komt er een voorstel om dit te bespreken in de gemeenteraden.
- Met uitzondering van Rijssen-Holten waren de gemeenten erg enthousiast over de adviescommissie en willen daarmee graag verder gaan. De adviescommissie zal zich inhoudelijk bezig houden met de inhoudelijke kant van zaken die spelen in de regio Twente. Spreker heeft nogmaals duidelijk gemaakt dat Rijssen-Holten vasthoudt aan de lijn dat het college de gemeenteraad informeert en adviseert. Dit standpunt kon niet rekenen op een meerderheid in het Twentepresidium.
De heer SCHEPPINK zegt dat in het verslag van het Twentepresidium niets staat over het standpunt van Rijssen-Holten. Spreker verzoekt de vertegenwoordiger in het presidium in te brengen dat afwijkende standpunten van gemeenten in de verslaglegging vastgelegd worden.
De heer MULLER zegt dat hij als vertegenwoordiger in het presidium van de Regio Twente het verzoek van de heer Scheppink inbrengt.
Spreker vraagt de heer De Koe of het presidium één-op-één ook de adviescommissie is.
De heer DE KOE zegt dat de adviescommissie een zelfstandige rol krijgt, een andere samenstelling kan hebben dan het Twentepresidium en mogelijk verschillende snelheden zal inbrengen.
6. Stand van Zaken Agenda van Twente (AvT)
Burgemeester HOFLAND refereert aan de opmerkingen van de SGP-fractie in Rijssen-Holten over de openbaarheid van stukken van de AvT. De stukken zijn nu nog maar kort beschikbaar en het college bespreekt deze in zijn vergadering van 4 april a.s. Het oordeel van spreker is dat het de goede kant op gaat, maar dat de financiering nog vaag en onduidelijk is. Welke initiatieven er in 2018 genomen worden, moet concreter aangegeven worden.
Op 5 april a.s. komt de bestuurscommissie bijeen en, gelet op de opmerkingen die in het Twentepresidium gemaakt zijn, zal er druk ontstaan om meer concrete zaken en actieplannen op tafel te leggen. De opmerkingen die de commissie vanavond maakt, neemt het college daarbij tevens mee. Omdat de raad van Rijssen-Holten vergadert op dezelfde avond waarop de radenbijeenkomst is gepland, verzoekt spreker de fracties hun eventuele opmerkingen en vragen in te dienen bij de griffier om deze geclusterd als een gezamenlijke reactie in te brengen. Na 20 april verschijnt er een definitieve versie van de AvT en moet Rijssen-Holten besluiten of de raad dit in qua inhoud en financiering in behandeling neemt rondom de behandeling van de kadernota.
De heer DE KOE vraagt of de bijeenkomst van 29 maart jl. met de heren Welman en Van Veldhuizen nog verder is besproken.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de opmerkingen vanuit Rijssen-Holten meegenomen zijn door de heren Welman en Van Veldhuizen. Het stuk dat 31 maart jl. is ontvangen, bevat volgens spreker inderdaad elementen die daarbij zijn besproken.
De heer SCHEPPINK zegt dat uitgegaan wordt van een bijdrage die bestaat uit drie delen. Punt 3 over de optionele bijdrage spreekt hem aan. Als er een goed project wordt voorgelegd, stelt Rijssen-Holten geld beschikbaar.
Punt 1, € 3,50 per inwoner/per jaar voor een basisstructuur: het is volslagen onduidelijk waar dit geld naartoe gaat. Dat moet veel concreter aangegeven worden.
Bij punt 2 staat naast een bedrag van € 4 ook € 2,50 per inwoner/per jaar voor ambitie. Volgens spreker is ambitie niet uit te drukken in geld. Ook hier moet veel meer duidelijkheid aangegeven worden.
Nergens is vermeld hoeveel de overige O’s bijdragen. Het gaat voor Rijssen-Holten om € 284.000. Spreker vraagt zich af hoe dit uitgelegd moet worden aan de burger.
De heer NOORDAM zegt dat voor VVD Lokaal € 7.50 per inwoner/per jaar wel een reëel bedrag kan zijn voor de AvT, dat nog verdubbeld moet worden door de O’s. Daarover moeten garanties gegeven worden. Elke O moet € 2,50 per inwoner/per jaar bijdragen. Spreker vraagt zich af of de ondernemers dit met elkaar hebben besproken en waar dit geld vandaag zal komen.
De voorliggende concept-AvT bevat veel tekst, maar weinig concrete zaken.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie in de bijeenkomst met de heren Welman en Van Veldhuizen heeft laten weten dat er eerst zaken concreet gemaakt moeten worden en dat er daarna geld beschikbaar gesteld wordt. De ChristenUnie werkt graag mee aan de suggestie van de burgemeester om als raad een gezamenlijke reactie in te dienen voor de radenbijeenkomst van 20 april a.s.
De heer SCHEPPINK zegt bij interruptie dat er in de radenbijeenkomst informatie verstrekt wordt, maar dat het aan het college is om met een concreet voorstel naar de raad te komen.
De heer BERKHOFF zegt dat Rijssen-Holten mogelijk een afwijkend standpunt heeft van de andere Twentse gemeente, dat wel onder de aandacht gebracht moet worden in de radenbijeenkomst. Daarna moet het college met een voorstel in financieel opzicht naar de raad komen. Als daar de goede projecten onder liggen, kan de raad besluiten daarvoor geld beschikbaar te stellen.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang de zojuist genoemde standpunten grotendeels deelt. Het is inderdaad een collegeregeling, maar de raad kan vanavond een opinie geven.
Bij de basisvoorziening van € 3,50 per inwoner/per jaar, die in totaal € 2,5 miljoen bedraagt, moet een goede onderbouwing komen. Daarnaast komt er een aanjaagregeling, terwijl men zou verwachten dat deze onderdeel zou worden van de basisvoorziening.
Los van de eerste € 2,3 miljoen zou de meest wenselijke situatie zijn alles optioneel aan te bieden.
Gemeentebelang gaat graag in op de uitnodiging van de burgemeester om een schriftelijk standpunt te geven, dat meegenomen wordt naar de radenbijeenkomst op 20 april a.s.
Burgemeester HOFLAND zegt dat duidelijk mag zijn dat het geld van de burgers van Rijssen-Holten ingezet wordt als dat een toegevoegde waarde heeft en als dat uitgelegd kan worden aan de burgers. Er moet terughoudendheid betracht worden als er geld voor bureaucratie beschikbaar gesteld moet worden, ook al is er een bepaalde infrastructuur nodig voor de AvT. Het is de vraag of voor een aantal zaken dat regelmatig langskomt, zoals Twente Branding, nog geld uitgegeven moet worden. Die vragen worden niet beantwoord in voorliggend stuk. Als de raad besluit geld beschikbaar te stellen voor de AvT, moet het college inhoudelijk toetsen of zaken passen binnen de ruimte die de raden hebben gegeven. Het college van Rijssen-Holten zal daar heel kritisch naar kijken.
De opmerkingen vanuit de radenbijenkomst worden vertaald in een nieuw stuk, waarmee de besluitvormingsprocedure ingezet kan worden. Spreker wil in elk geval het geluid vanuit de raad en het college van Rijssen-Holten vastleggen en meegeven om later te toetsen wat daarmee is gedaan. Hij merkt op dat na de radenbijeenkomst van 20 april a.s. de zaak zeker nog niet beklonken is. Anderzijds zijn er zaken vermeld in het stuk over bijvoorbeeld acquisitie en arbeidsmarktbeleid, die gezamenlijk opgepakt kunnen worden. Dat zijn zaken waaronder Rijssen-Holten de schouders wil zetten.
Tweede termijn
De heer MULLER zegt dat de vrijetijdseconomie buiten de AvT valt, volgens het stuk. Spreker vraagt op welke wijze dat verrekend wordt met de gemeenten.
De heer SCHEPPINK spreekt zijn waardering uit voor de openheid en de snelle publicatie van de stukken. De SGP vindt wel dat eerst over de inhoud gesproken moet worden en daarna over de financiën. Het moet niet zo zijn dat er eerst geld beschikbaar wordt gesteld, waarna getoetst wordt of het geld past bij de inhoud. De fout van tien jaar geleden moet niet opnieuw gemaakt worden. Daarnaast moet bekend zijn wat de concrete bijdrage is van de ondernemers en de onderwijssector.
De heer NOORDAM merkt op dat niet alle fracties vanavond aan het woord zijn geweest. Als er een schriftelijke reactie wordt gegeven voor 20 april a.s., moeten vanavond de reacties van alle fracties met elkaar gedeeld worden. Dat kunnen namelijk ook reacties zijn die aanvullend zijn op wat er is gedeeld in de bijeenkomst met de heren Welman en Van Veldhuizen.
De heer KAHRAMAN zegt dat hij verwacht dat de ondernemers participeren in de AvT. Als dat inderdaad gebeurt, heeft spreker er meer vertrouwen dat er extra voorzichtig omgegaan wordt met financiën voor projecten waaraan iedereen wat heeft. Dat is een punt dat het CDA graag terugziet.
Er wordt volgens het stuk een knip gemaakt: eerst de basisinfrastructuur op orde en daarna nadenken over projecten. Volgens spreker moet eerst uitgewerkt worden wat het te realiseren doel is van de regio met de AvT.
Spreker heeft geen tijd gehad het stuk goed te lezen. Wellicht komt het CDA nog met aanvullingen op specifieke punten.
De heer MEIJERINK zegt dat in het stuk weinig concrete zaken staan. In de bijeenkomst met de heren Welman en Van Veldhuizen is de vinger gelegd bij “concreet meetbare doelstellingen”. Als er echter geen doelstellingen zijn, is de vraag hoe deze gemeten kunnen worden. Wat de PvdA ligt er een vaag stuk voor.
De heer POLMAN zegt dat D66 in hoofdlijnen de geuite zorgen en standpunten van de andere fracties deelt. In reactie op de woorden van de heer Meijerink zegt spreker dat D66 ook bij andere onderwerpen heeft aangegeven dat zij graag meetbare doelstellingen opgenomen ziet. D66 overlegt binnen haar fractie over het stuk en zal haar standpunt met de overige fracties delen.
Burgemeester HOFLAND zegt dat hij in eerste instantie al heeft gezegd dat het eerst moet gaan over de inhoud en daarna over het geld. De discussie van vanavond gaat voornamelijk over het geld. Spreker wijst erop dat raad en college van Rijssen-Holten het eens moeten zijn en er een goed gevoel bij moeten hebben, voordat zij in de AvT stappen. Ook de andere gemeenten zullen eerst willen weten waaraan hun geld besteed wordt. De bureaucratie moet niet groot worden. Vanuit Rijssen-Holten zal kritisch gevraagd worden wat er aan infrastructuur en administratie en aan andere zaken nodig is en hoe daarmee omgegaan zal worden.
Recreatie en Toerisme is niet opgenomen in het stuk. Aan de andere kant wordt erg veel gesproken over de marketing van Twente. Spreker vindt het haaks op elkaar staan als Recreatie en Toerisme losgemaakt wordt van de marketing. De portefeuillehouders voor Recreatie en Toerisme zijn echter volop betrokken bij de stappen die gemaakt worden. Het college is er voorstander van Twente als toeristisch product te vermarkten en zal voorstellen hiervoor middelen beschikbaar te stellen. Spreker ziet echter nog wel kansen om bij de recreatieve kant de marketing mee te nemen. Dan is Twente Branding, ofwel subsidie vanuit de overheid, niet nodig. Dit soort zaken brengt spreker 5 april a.s. in, maar hij verwacht niet dat er al een concreet actieplan komt voor 2018 inclusief de financiering.
De snelheid waarmee het stuk wordt geserveerd, past niet bij Rijssen-Holten. Hoe andere gemeenten daarmee omgaan, is aan hen.
De GRIFFIER zegt dat ook het college input zal willen leveren, zodat er één reactie naar de andere raden in de regio gestuurd kan worden. Hij verzoekt de fracties hun reacties voor 12 april a.s. bij hem aan te leveren.
7. Raadsvoorstel beschikbaar stellen financiële middelen voor tijdelijke inhuur personele capaciteit Ruimtelijk domein, team RSC (Cornelissen)
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel beschikbaar stellen financiële middelen voor tijdelijke inhuur personele capaciteit Ruimtelijk domein als hamerstuk te behandelen in de raad van 20 april 2017.
8. Keuze aandeelhoudersstrategie Twence (opiniërend; Beens)
De heer JANSEN zegt dat het stuk in drie vragen opgesplitst kan worden: verkoop van de aandelen, de visie van Twence en de toetreding van Münster. De SGP is geen voorstander van verkoop van de aandelen. De gemeente krijgt dan eenmalig veel geld, maar is haar zeggenschap kwijt bij het bepalen van de tarieven.
Wat betreft de visie van Twence, gaat de SGP mee met het standpunt van het college om Twence meer te zien als duurzaamheidsbevorderaar en niet meer alleen als slechts afvalverwerker. Misschien kan er als doelstelling van de AvT een koppeling gemaakt worden met duurzaamheid.
Duurzaamheidsbevordering houdt niet op bij de grenzen van Rijssen-Holten of van Twente. De SGP wil de eventuele toetreding van Münster als aandeelhouder daarom niet blokkeren. Daaraan zit wellicht een neveneffect van verwatering vast, maar het kan ook een extra stimulans zijn om de doelstelling te halen: voor 2020 35kiloton CO²-reductie voor Rijssen-Holten. In samenwerking met Twence is dat beter te realiseren dan alleen als Rijssen-Holten.
De SGP staat achter het voorstel van het college.
De heer MEIJERINK zegt dat de verkoop van de aandelen van Twence een strategische blunder zou zijn van de eerste orde. Twence kan een belangrijke rol spelen bij de ambitieuze milieudoelstellingen van Rijssen-Holten. Strategisch is het handig als aandeelhouder een vinger in de pap te hebben als Twence gebruikt wordt als duurzaamheidsbevorderaar en bij de verdere doorontwikkeling van Twence als innovatief en duurzaam bedrijf.
De toetreding van Münster kan de ontwikkelkracht van Twence vergroten. Wat de PvdA betreft mag Münster aandeelhouder worden.
Het college kiest voor scenario 3, in afwijking van het ambtelijk advies. Spreker vraagt naar de beweegredenen hiervan.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie zich afvraagt waarom het college kiest voor optie 3.
Als Münster toetreedt als aandeelhouder is de ChristenUnie beducht voor verwatering. Spreker vraagt hoe daarmee omgegaan wordt als er nog meer toetreders komen. De ChristenUnie vindt dat daaraan op enige manier paal en perk gesteld moet worden.
De ChristenUnie is het eens met voorliggend voorstel. Zij is in het algemeen geen voorstander van een aandeelhouderschap in een bedrijf als Twence, maar de duurzaamheidsdoelstellingen moeten niet uit het oog verloren worden. Een alternatief dat een dergelijke besparing oplevert, is nog niet voorhanden. Het is overigens moeilijk te voorspellen hoe de aandelenkoers zich ontwikkelt. Spreker stelt voor over vijf jaar te evalueren hoe Twence er op dat moment voor staat. Wellicht moet Rijssen-Holten dan een ander standpunt innemen.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA wel voorstander is van verkoop van de aandelen Twence, omdat het geen belang dient aandeelhouder te zijn van Twence. Rijssen-Holten zou, na aanbesteding, haar afval ook kunnen aanbieden aan een ander afvalverwerkend bedrijf in Nederland.
De vraag is of Twence, als het niet langer een afvalverwerker is, de transformatie naar een duurzaamheidsbedrijf kan realiseren. De ovens van Twence moeten namelijk blijven branden. Als dat niet gebeurt, moeten de gemeenten er geld op toeleggen.
Bij het onderzoek dat is uitgevoerd namens de Twentse gemeenten, zijn vertegenwoordigers van de gemeenten gevraagd of Twence het vehikel is om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Slechts eenderde heeft hierop instemmend gereageerd. Verder in het stuk staat hierover dat de huidige deelnemende organisaties het nu al niet eens zijn over wat Twence moet zijn en wordt de vraag gesteld hoe zij dat wel voor elkaar denken te krijgen met de duurzaamheidsdoelstelling. Er wordt nu al voor gewaarschuwd dat het dividend met € 6 of € 7 daalt, omdat de tarieven marktconform worden.
Het CDA zegt dat de aandelen in de markt gezet kunnen worden, onder de voorwaarde dat er een apart fonds komt om duurzaamheidsprojecten in de eigen gemeente mee op te starten. Het CDA vindt dat er nu eigenlijk een boekhoudkundig trucje uitgehaald wordt; toevallig is er een bedrijf dat CO²-reductie realiseert, dat op het conto van de gemeente wordt geschreven. Dat is een heel gemakkelijke manier om milieudoelstellingen te halen. In plaats daarvan zouden de gemeenten ook zonnecollectoren kunnen inkopen in de Sahara. Het CDA wil graag in de eigen gemeente zichtbare milieudoelstellingen realiseren.
De heer BEUNK vindt het opvallend dat het CDA de aandelen wil verkopen, omdat het niet zeker is wat deze aan dividend opleveren. De waarde van die aandelen is volgens spreker echter bepaald door de gemeenten aan de hand van de tarieven. In die zin is het een sigaar uit eigen doos en is het maar de vraag wat een marktpartij op dit moment biedt. Het CDA zegt voorts dat de ovens moeten blijven branden om het rendement te behalen. Dat rendement zou volgens spreker echter ook gehaald kunnen worden door scheiding. Daarnaast blijft de leveringsplicht bestaan bij verkoop van de aandelen. Juist de duurzaamheidsdoelstelling zou ervoor kunnen zorgen dat er eenheid komt.
Gemeentebelang is blij dat het college kiest voor de voorliggende optie, maar wil graag dat het aantal aandelen hetzelfde blijft, waarbij zij een maximum stelt van een partij die maximaal 10% of 15% van het pakket kan verwerven. Als Münster niet toegelaten wordt, ontstaat het gevaar dat er een concurrent wordt gecreëerd aan de andere kant van de grens.
Bij verkoop heeft de gemeente geen invloed meer op de tarieven. Dat is een reden voor Gemeentebelang om het collegestandpunt te ondersteunen.
Spreker vraagt of er collega-gemeenten zijn, die op dit moment hun aandelen willen verkopen, en als dat het geval is, of het college heeft nagedacht over het overnemen van aandelen.
De heer NOORDAM zegt dat bij verkoop van aandelen, de opbrengst in een fonds gestort moet worden om aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente te voldoen: in 2030 moet het hergebruik van afval 90% bedragen en moet nog maar 50 kilo restafval per jaar afgeleverd worden. Dat vergt veel van de samenleving als geheel en van ieder persoonlijk.
Wat betreft Münster is scenario 3 passend bij de gemeente Rijssen-Holten met haar problemen. Als zij namelijk niet fors werk verzet, haalt zij de CO²-reductie in 2020 niet. Spreker vraagt het CDA waar zij windmolens geplaatst wil zien als de aandelen Twence verkocht zijn. scenario 3 past bij de gemeente. In 2014 was de uitstoot 14,4 kiloton. Spreker is benieuwd wat de reductie voor Rijssen-Holten is tot 2020, waarmee bekend is wat Twence bijdraagt aan de gemeente.
Münster is wat VVD Lokaal betreft welkom bij Twence. Onze grensgemeenten met een prachtige afvalverwerking moeten ook kijken naar de andere zijde van de grens.
Voor VVD Lokaal is Twence de duurzaamheidsmotor van de regio, die gekoesterd moet worden om goed te laten draaien. Als dat niet gebeurt, zal het een probleem worden de CO²-reductie in Rijssen-Holten te behalen.
De heer POLMAN zegt dat toetreding van Münster voor D66 geen probleem moet zijn voor de regio.
D66 is niet voor verkoop van de aandelen, omdat er een verlies van zeggenschap en invloed op de tarieven kan ontstaan. Of die vrees helemaal terecht is, kan D66 nog niet aangeven.
De heer BEUNK vraagt bij interruptie waarop een stijging van tarieven is gebaseerd als Rijssen-Holten daarop zelf geen invloed heeft.
De heer POLMAN zegt dat er een gevoel leeft dat de tarieven gaan stijgen als Twence niet meer in handen is van de gemeenten, maar in particuliere handen is en een gewoon commercieel bedrijf wordt.
De heer BEUNK vraagt bij interruptie of de heer Polman weet dat de gemeente de afgelopen tijd die tarieven zelf heeft bepaald en zijdelings naar marktconformiteit heeft gekeken.
De heer POLMAN zegt dat hij daarmee bekend is. Als de gemeente echter geen invloed meer heeft op de hoogte van de tarieven, dan hoeft men nog niet direct te vrezen voor een stijging.
Meerdere fracties zien Twence als duurzaamheidsbevorderaar. D66 wil Twence zien als een duurzame afvalverbrander en niet, zoals het CDA, zeggen dat Twence veel doet op het gebied van duurzaamheid, zodat Rijssen-Holten die CO²-besparing op haar conto kan schrijven en daardoor zelf niets hoeft te doen. In deze gemeente zijn volgens spreker nog heel wat stappen te zetten op dat gebied. Hij vraagt het college daarom of er door te kiezen voor een duurzaamheidsbevorderaar, er een rem gezet wordt op nieuw te ontwikkelen duurzame activiteiten in de gemeente zelf.
Wethouder BEENS zegt dat het college heeft besloten de aandelen niet te verkopen. Het ambtelijk voorstel over de duurzaamheid was om de status quo te hanteren. Het college heeft daarover echter gezegd daarin nog verder in te willen gaan. Spreker wijst op de bijlage bij het voorstel, blz. 3, waar staat wat men in Münster al heeft ontwikkeld. Om die reden wil het college graag samen met Münster verdergaan. Het college verbindt daaraan de voorwaarde over drie of vijf jaar te bekijken of er een bijstelling nodig is. De tweede voorwaarde is dat er geen verwatering van de aandelen optreedt. Als geen van de gemeenten de aandelen wil verkopen en Münster wordt toegelaten, dan ontstaat verwatering. Als dat aan de orde is, komt spreker daarmee terug bij het college.
Op de vraag of bekend is wat andere gemeenten doen, gaat spreker niet in. Elke gemeente moet hierin een eigen oordeel vellen. Hij gaat ervan uit dat er gemeenten zijn die hun aandelen willen verkopen en dat Münster daarop kan inspringen.
De heer KAHRAMAN vraagt bij interruptie wat het bezwaar is dat er een andere gemeente toetreedt: is er vrees minder CO² af te kunnen boeken op de eigen gemeente?
Wethouder BEENS zegt dat die vrees inderdaad meeweegt. Daarnaast ontstaat er verwatering van het dividend.
De heer KAHRAMAN zegt, als gekozen wordt voor Twence als duurzaamheidsbedrijf, dat Twence projecten gaat starten voor nog meer duurzaamheid, mogelijk zelfs projecten in Münster als die gemeente aandeelhouder is.
Wethouder BEENS zegt dat als de gemeenten met Twence verdergaan als duurzaamheidsbevorderaar, er een werkgroep moet komen om te kijken hoe dat opgepakt wordt. In Duitsland heeft men op dit terrein meer stappen gezet dan in Nederland, zodat de regio daarvan wat kan leren.
Mevrouw Riezebos meldde dat er in de Euregioraad is gesproken over de verkoop van Twence en een mogelijk aandeelhouderschap van Münster. Spreker geeft de vertegenwoordigers vanuit Rijssen-Holten mee dat de Euregio daarover niets te zeggen heeft.
Wethouder AANSTOOT zegt op vragen over duurzaamheidsdoelstellingen, dat het gaat om een taakstelling van 48 kiloton CO²-reductie, waarvan inmiddels 13 kiloton is gerealiseerd. Van de 35 kiloton die resteert, wordt momenteel 16,1 kiloton aan vermijding toegerekend vanuit Twence.
Spreker wijst op het volgende staatje hierover: “Vermijding CO² wat aan de gemeente mag worden toegerekend per jaar (op basis van aandeelhouderschap Twence)”:
2010-2011 8,6 kiloton CO²
2012 8,6 kiloton CO²
2013 9,7 kiloton CO²
2014 14,4 kiloton CO²
2015 14,9 kiloton CO²
2016 16,1 kiloton CO²
De heer JANSEN vraagt bij interruptie of de 16,1 kiloton onderdeel is van de 35 kiloton die Rijssen-Holten moet halen in 2020.
Wethouder AANSTOOT zegt dat dat inderdaad het geval is. Voor Rijssen-Holten resteert hierna nog ongeveer 19 kiloton, die zij zelf moet realiseren. Dat geeft geen rem op de eigen duurzaamheidsmaatregelen, die Rijssen-Holten zoveel mogelijk zelf of in samenwerking met anderen invult.
Tweede termijn
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat Twence plotseling ter tafel kwam in de Euregioraadsvergadering. Iedereen was van mening dat de Euregio daar niet over gaat. De leden willen het echter graag bespreken. Wat de heer Noordam en spreekster zelf betreft, gaat het om niet meer dan het uitwisselen van informatie. Zij staan niet toe dat er een politieke uitspraak in de Euregio gedaan wordt over Twence.
De heer BERKHOFF is blij met de toezegging dat er over drie of vijf jaar een evaluatie plaatsvindt. Het is goed in de gaten te houden hoe dit duurzaamheidsverhaal zich ontwikkelt, dat er een goede controle is op de nieuwe activiteiten en hoe het is gesteld met het aandelenkapitaal.
De heer NOORDAM zegt dat over enkele jaren bekeken wordt hoe het ervoor staat met Twence en dat er een eventuele bijstelling plaatsvindt. Wat spreker betreft moet dat handen en voeten gegeven worden, zodat aandeelhouders dat op dat moment kunnen bediscussiëren.
Als geen van de gemeenten de aandelen wil verkopen, is de vraag hoe dat richting Münster opgelost kan worden.
Er ligt nog een taakstelling van 18 kiloton tot 2020. Daarom moet die duurzaamheidsmotor, die van wezenlijk belang is voor de gemeente, behouden blijven.
De heer JANSEN zegt dat de wethouder over drie of vijf jaar wil bekijken hoe het ervoor staat met Twence. Als dat gebeurt, moeten daaraan van te voren kpi’s (Kritieke prestatie-indicatoren) gehangen worden. Het dividend is dan namelijk verwaterd door o.a. investeringen, maar wat het CO² betreft zitten de gemeenten aan de positieve kant. Spreker vraagt de wethouder wat het zwaarst weegt.
Rijssen-Holten heeft nog 19 kiloton te gaan. Een windmolen blijkt ongeveer 3,5 kiloton CO²-reductie op te leveren. Rijssen-Holten heeft dus nog een aantal windmolens of voetbalvelden met zonnepanelen nodig. Gezien de klimaatproblemen, moet volgens spreker de duurzaamheidsbevorderaar opgepakt worden zowel vanuit Twence als vanuit Rijssen-Holten.
De heer KAHRAMAN zegt dat het gaat over dividend, het economische aspect, maar ook over duurzaamheid. Dat maakt het lastig aandeelhouder te blijven. Twence is actief op het gebied van duurzaamheid, vermijdt CO², zodat dat op het conto van de gemeente bijgeschreven kan worden. Als Rijssen-Holten echter haar aandelen verkoopt, vermijdt Twence niet minder CO². Het CDA vindt dat er een actief duurzaamheidsbeleid nagejaagd moet worden als Rijssen-Holten en de burger ziet wat er gedaan wordt om de duurzaamheidsdoelstelling te halen.
Als Rijssen-Holten haar aandelen verkoopt voor een bedrag van x-miljoen, is de vraag hoeveel geld zij nodig heeft om haar doelstelling te halen.
De heer JANSEN zegt bij interruptie dat hij zojuist heeft aangegeven dat het één de gemeente niet ontslaat van het ander.
De heer KAHRAMAN zegt dat Twence CO² blijft vermijden, ook als Rijssen-Holten haar aandelen verkoopt. Volgens spreker is dat een boekhoudkundige exercitie.
De heer BERKHOFF zegt bij interruptie dat juist het CDA heel boekhoudkundig bezig is. Het CDA wil de opbrengst in een fonds stoppen en vraagt het college hoeveel geld er nodig is om de doelstelling te halen. Hij verzoekt het CDA met voorbeelden te komen van zaken die uit dat fonds betaald worden. Er komt heel wat af op de gemeente en het is maar de vraag of zij die 16 kiloton kan missen.
De heer KAHRAMAN zegt dat er in Rijssen-Holten 19 kiloton gecompenseerd moet worden ook als de gemeente aandeelhouder blijft. Zijn fractie heeft gesuggereerd dat met de verkoop van de aandelen gezorgd kan worden voor een energieneutraal nieuw zwembad. Het te vormen fonds moet geld opleveren en het geld dat bespaard wordt, moet terugvloeien in dat fonds, zodat blijvend geïnvesteerd wordt in duurzaamheid in de eigen gemeente. Het CDA is daarvan meer voorstander dan van het aandeelhouderschap van een organisatie die CO² vermijdt. Twence is zelf ook bezig met het installeren van zonnecollectoren op een veld en doet dus niets anders dan wat Rijssen-Holten zelf kan doen. Het CDA wil graag weten wat het kost een ton CO² te besparen. Daarna kan gekeken worden of Rijssen-Holten met de gelden uit Twence haar eigen duurzaamheidsoplossing kan realiseren.
De heer NOORDAM vraagt bij interruptie of het CDA het geïnvesteerd vermogen in de aandelen niet kan zien als investering om een gedeelte van de CO²-reductie binnen te halen.
De heer KAHRAMAN zegt dat het inderdaad een keuze kan zijn om een ander de CO²-reductie binnen te laten halen. Een gemeente kan ook CO²-rechten kopen. Het CDA wil echter een actiever energiebeleid hebben in de eigen gemeente.
De heer POLMAN zegt bij interruptie dat er nu maatregelen worden genoemd door de heer Kahraman. Hij vraagt waarom de heer Kahraman die zaken vorig jaar niet ter tafel heeft gebracht bij de behandeling van duurzaamheidsvisie en waarom het CDA toen niet haar ambities heeft uitgesproken.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA haar ambities wel heeft uitgesproken. Ambities moeten echter ook betaalbaar zijn. Om die reden wil het CDA de opbrengst van de aandelen nu in een geoormerkt fonds stoppen. Spreker zegt dat er een nieuw, geheel energieneutraal zwembad gebouwd wordt, waarbij € 200.000 tot € 600.000 energie per jaar bespaard wordt, dan moet zo’n bedrag in dat fonds gestopt worden voor de financiering van een volgend project. Het is een keuze om het werk door een derde te laten doen of het zelf ter hand te nemen.
De heer BEUNK zegt dat én het zwembad energieneutraal gemaakt moet worden én dat doorgegaan moet worden met Twence. Als de aandelen verkocht worden, zal een headfund gaan voor winstmaximalisering en na bijvoorbeeld zeven jaar verkopen. Spreker ziet geen garantie dat de CO²-besparing dan doorgezet wordt. Hij vraagt het college nogmaals of is overwogen aandelen over te nemen als andere gemeenten deze willen verkopen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA liever een evaluatie ziet over vijf jaar. De heer Jansen sprak over én-én: de duurzaamheidsdoelstelling en de dividenduitkering. Spreker vindt het belangrijk dat beide zaken in beeld komen, waarbij uiteindelijk de duurzaamheidsdoelstelling het belangrijkst is.
Wethouder BEENS zegt dat als geen enkele gemeente aandelen aanbiedt, er drie opties zijn:
- Geen toetredingen van andere partijen, dus geen verwatering.
- Nieuwe aandelen uitschrijven.
- Alle gemeenten leveren wat aandelen in, die vervolgens aangeboden worden aan Münster. Dat is geen verwatering in totaliteit, maar wel minder toerekening voor de gemeenten op het gebied van duurzaamheid en minder dividend.
Spreker vindt dat duurzaamheid in de toekomst belangrijker is dan dividend. Die ontwikkeling moet op de voet gevolgd worden.
Hij is het eens met de heer Kahraman, die zich afvraagt of het gaat om een boekhoudkundige exercitie. Dat is het echter ook als er windmolens geplaatst worden op de Noordzee, aan de Regge of op de Holterberg. Wellicht moet in de toekomst samen met de burgers lef getoond worden als er echte maatregelen genomen moeten worden.
De heer KAHRAMAN zegt dat Rijssen-Holten lef moet tonen door de woningen of het zwembad energieneutraal te maken. Het CDA wil juist de burgers daartoe motiveren. Het gaat erom dat vermeden wordt CO² te creëren en niet dat er gecompenseerd wordt.
Wethouder BEENS zegt dat Rijssen-Holten 16,1 kiloton CO²-reductie realiseert via Twence, wat met de duurzaamheidsbevorderaar nog hoger wordt. Dan nog is er een lange weg te gaan. Als Rijssen-Holten haar doelstellingen heeft bereikt, moet de discussie opnieuw gevoerd worden over verkoop van aandelen van Twence.
Of Rijssen-Holten aandelen koopt van andere gemeente, is de vraag. Hierover is verdeeldheid binnen het college.
Spreker is van mening dat het goed is een evaluatie te houden over vijf jaar. Wel moeten de ontwikkelingen elk jaar goed in de gaten gehouden worden. Ook tijdens de aandeelhoudersvergaderingen zal daarover gesproken worden.
De vraag van de heer Kahraman wat het kost om een ton CO² te compenseren kan spreker niet beantwoorden. Er kunnen heel drastische oplossingen bedacht worden, maar ook heel dure oplossingen.
De VOORZITTER concludeert dat het CDA voor verkoop van de aandelen Twence is en de overige fracties niet.
9. Raadsvoorstel Over te hevelen budgetten 2016 (en voorgaande jaren) naar 2017 (Beens)
Mevrouw KUIPER zegt dat Gemeentebelang schrok van de verhoging van € 3 miljoen ten opzichte van vorig jaar. Zij vraagt of er opnieuw een overzicht beschikbaar gesteld kan worden van projecten van het Ltvv (Lange Termijnvisie Verkeer en Vervoer) met een kostenraming en tijdsplanning.
Bij de verlichting parallelweg N350 mist zij een bepaald bedrag, een fors positief restant, in het overzicht. Zij vraagt waarom dit bedrag niet volledig wordt overgeheveld..
Wethouder AANSTOOT zegt dat het college een besluit genomen over wat er in het kader van het Ltvv gedaan wordt. In de vergadering van de commissie Grondgebied op 11 mei 2017 wordt de commissie daarover geïnformeerd. Voorafgaand daaraan, op 18 april a.s., krijgt de commissie informatie over een nieuwe kostenberekeningssystematiek.
Er is nog geen kostenverdeling ontvangen met betrekking tot de verlichting N350. Ambtelijke is inmiddels bekend geworden dat de subsidie van € 23.000 is verhoogd naar € 46.000/€ 47.000.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel Over te hevelen budgetten 2016 (en voorgaande jaren) naar 2017 als hamerstuk te behandelen in de raad van 20 april 2017.
10. Actiepuntenlijst
De volgende punten zijn afgedaan:
- Afspraak maken met de heer Welman, voorzitter stuurgroep Agenda van Twente, en de heer Van Veldhuizen, voorzitter van de Regio Twente.
- Publicatie stukken Regio Twente
11. Rondvraag
De heer SCHEPPINK refereert aan het evenement “Dutch masters of MTB”, gehouden op 19 maart jl., dat o.a. door een groot deel van de gemeente Rijssen-Holten ging. Hij vraagt of er voor dit soort evenementen, die wel door de gemeente gaan, maar die hier niet starten, een vergunning nodig is.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de vraag van de heer Scheppink schriftelijk wordt beantwoord.
NB.: Het antwoord van het college luidt als volgt:
Als er een vraag vanuit een andere gemeente binnenkomt voor een evenement dat over onze gronden gaat, dan worden de organisatoren gewezen op de criteria voor een vergunningsvrij evenement. Voldoen zij hier niet aan dan moeten zijn een vergunning aanvragen. Als het een provinciaal evenement (met wedstrijdelement) betreft, dan geeft de provincie een algemene ontheffing af en verzoekt de organisatie de betrokken gemeenten een verklaring van geen bezwaar af te geven.
12. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 20.40 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 8 mei 2017.