Commissie ABZM 5 september 2016
- Datum:
- 05-09-2016
- Tijd:
- 20:30 - 22:15
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Notulist:
- G.B. Aanstoot - Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | dr. E.G. Bosma, R. Jansen en A.J. Scheppink |
CDA | G.D. ten Berge en drs. I. Kahraman |
ChristenUnie | J. Berkhoff, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en G. Pas |
Gemeentebelang | J. Beunk, W.J.M. Muller en W.A.J. ter Schure |
PvdA | S. Kök en R.W. Meijerink |
VVD Lokaal | E.J.W. Deijk, R.A. de Koe en B.J. van den Berg |
D66 | ir. H. Klein Velderman en C. Polman |
Griffier | |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, A.C. Hofland, B.D. Tijhof |
Pers | 2 |
Publiek | 4 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom.
2. Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3. Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Verslag van de vergadering van 13 juni 2016 en van 27 juni 2016
De verslagen worden ongewijzigd vastgesteld.
5. Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6. Raadsvoorstel Vaststellen Reclamebelasting bedrijventerreinen Rijssen 2017 (Tijhof)
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal geen voorstander is van interveniëring van de overheid als dat niet noodzakelijk is. Hij verwijst in dit verband naar een eerdere regeling voor het centrum, waarbij men naar rato een bijdrage betaalt. Het wekt waarschijnlijk enige wrevel op bij een aantal ondernemers dat de regeling onjuist of onvolledig vindt. Het doel heiligt echter de middelen op deze manier. Wat VVD Lokaal betreft, mag het college met dit voorstel verdergaan.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij interruptie of een ondernemer die zijn zaak al compleet heeft beveiligd, zelfs nog meer dan in feite nodig is, moet meebetalen aan het ondernemersfonds.
De heer DE KOE zegt dat de inwoners van Rijssen-Holten en ook ondernemers die gevestigd zijn op een industrieterrein, belang hebben bij een goede beveiliging. Cameratoezicht kan een goede oplossing zijn om de gelegenheidsinbreker en andere personen die niet thuishoren op een industrieterrein te weren.
De heer POLMAN zegt dat het voorstel sympathiek oogt, maar tegenstrijdig is met andere voorstellen van het college. Zo stelt het college o.a. dat de overheid zich verder terug moet trekken bij inbraakbeveiliging van scholen. Deze gedachte sluit aan bij het sociaal-liberale gedachtegoed: vertrouw op de eigen kracht van mensen en hun vermogen zelf tot oplossingen te komen. In het geval van de beveiliging van industrieterreinen is D66 van mening dat de verantwoordelijkheid ligt bij de ondernemers zelf. Belasting heffen om de beveiliging te financieren, kan niet op haar steun rekenen. Zij ziet hiervoor geen draagvlak bij de ondernemers. In deze situatie wordt iedereen verplicht mee te doen, ook zij die alles al goed beveiligd hebben. Voor D66 geldt: keuzevrijheid, ook voor ondernemers.
De heer DE KOE merkt bij interruptie op dat de grote ondernemersclubs in Rijssen positief tegenover dit voorstel staan.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie positief is over het voorstel, al vindt zij ook dat de overheid zich niet overal mee moet bemoeien. Een dergelijke systematiek is echter al eerder toegepast en werkt heel goed. Soms is het nodig dat de overheid even the lead neemt om tot een goed resultaat te komen.
De heer BOSMA zegt dat de SGP moeite heeft met generieke maatregelen, zeker als het een uitbreiding van overheidstaken of belastingen betreft. De SGP stemt wel in met het voorstel, omdat er draagvlak is bij de ondernemers en er geen bezwaren zijn ingediend. Een dergelijke regeling heeft niet de voorkeur van de SGP, maar als het niet op een andere manier geregeld kan worden, moet het op deze manier. Beveiliging van bedrijventerreinen is in ieders voordeel.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA geen tegenstander is van cameratoezicht en vraagtekens zet bij de manier waarop dat in dit geval geregeld wordt. Spreker vraagt of geprobeerd is de beveiliging onderling te regelen door de deelnemers te vragen of zij willen participeren in een gezamenlijke stichting, waarvoor cameratoezicht en opvolging geregeld wordt.
Er zijn nu al grote ondernemers die beveiligingsauto’s laten rondrijden. Zij zouden hun contracten kunnen opzeggen. Spreker vraagt wat de overige ondernemers besparen, die een gewoon alarmsysteem hebben dat aangesloten is op een meldkamer. Voorts vraagt spreker waarom het cameratoezicht niet direct uitgebreid wordt naar Holten, waar ook een industrieterrein is.
De heer BEUNK zegt dat Gemeentebelang zich achter eerdere woordvoerders schaart.
Er is gesproken over draagvlak, ook bij de KWR en Bij de tijd. Volgens spreker is een ruime meerderheid van de ondernemers op het industrieterrein echter niet aangesloten bij deze ondernemersverenigingen en hij vraagt hoeveel procent van de ondernemers op het industrieterrein voor en tegen het voorstel is. Uit de tekst in het voorstel is op te maken dat bijna geen enkele ondernemer tegen het voorstel is. Toch staat er onder Financiën een passage over “te verwachten veel extra bezwaarschriften”. Daarin ziet spreker een tegenstrijdigheid. Hij pleit er nogmaals voor aan te geven hoeveel ondernemers voor en tegen het voorstel zijn.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA instemt met het voorstel voor een reclamebelasting. Het cameratoezicht is ten behoeve van alle bedrijven op het bedrijventerrein. Dit is de beste manier om ervoor te zorgen dat iedereen zijn steentje bijdraagt en er niet het fenomeen van de freeriders ontstaat.
Spreker sluit zich aan bij de vraag van de heer Kahraman over uitbreiding van de regeling naar Holten. Aansluitend vraagt hij of dit systeem zodanig in elkaar zit dat het in Holten ook direct uitgerold kan worden als ondernemers erom vragen.
Wethouder TIJHOF zegt dat de rol van de overheid, wat het college betreft, zo klein mogelijk moet zijn. Het voorstel dat voorligt, is een initiatief van ondernemers in Rijssen om de beveiliging op hun bedrijventerrein en van hun eigen onderneming te verbeteren. Om dat op een goede en collectieve manier te doen, zonder de freeriders te bevoordelen of te benadelen, hebben de ondernemers gevraagd een ondernemersfonds in te stellen. Een voorbeeld hiervan is het ondernemersfonds voor het centrum in Rijssen voor evenementen. In eerste instantie was daartegen weerstand bij een aantal ondernemers. Die weerstand is inmiddels zo goed als verdwenen. Het college voorziet dat dat ook met voorliggend voorstel zal gebeuren, omdat er een beveiliging van het bedrijventerrein gerealiseerd wordt op een topniveau. Gesproken is over een terugtredende overheid. In dit geval is echter de overheid gevraagd door de ondernemers om te faciliteren.
D66 constateert dat er geen draagvlak is. De gemeente heeft samen met de ondernemersverenigingen KWR en Bij de tijd geprobeerd het draagvlak in kaart te brengen Cijfers daarover staan in de stukken. Alle respondenten, op één na, hebben voor het fonds gestemd. Voorts zijn alle ondernemers op het bedrijventerrein, ook zij die geen lid zijn van een ondernemersvereniging, uitgenodigd voor een voorlichtingsmiddag. Er waren bijna 100 ondernemers aanwezig, zowel leden als niet-leden van de ondernemersverenigingen, en iedereen was positief. Deze bijeenkomst en de peiling onder de leden van de ondernemersverenigingen hebben er bij het college toe geleid dit voorstel door te zetten, omdat er voldoende draagvlak voor was.
Op dit moment is de HIG bezig om op eenzelfde manier in Holten cameratoezicht te krijgen. De HIG heeft gevraagd of zij deze systematiek mag kopiëren. Het is de verwachting dat er nog dit jaar een voorstel hierover aan de raad wordt voorgelegd.
In veel gevallen is er met deze systematiek bij de ondernemers een forse besparing te realiseren. Men krijgt bijvoorbeeld bij de meeste verzekeringen 20% korting. Verder werken de meeste ondernemers nu met een alarmcentrale voor brand en inbraak met in veel gevallen alarmopvolging. Die alarmopvolging kan men opzeggen, omdat die al in dit voorstel zit, wat een besparing oplevert.
Er zal gewerkt worden met een staffeling op basis van WOZ-waarde van de panden. Er zijn ondernemers die het nieuwe systeem al kunnen gebruiken voor € 170 per jaar. De categorie die € 320 per jaar betaalt voor dit nieuwe systeem – de tweede staffel – bespaart € 200 op zijn verzekering en betaalt in feite € 120 per jaar voor deze complete beveiliging. Wie in een wat zwaardere categorie zit en een verzekering heeft met terugmelding, kan honderden euro’s besparen. Het totaalplaatje laat daarnaast zien dat de bedrijventerreinen aantrekkelijker worden en dat de concurrentiepositie van Rijssen-Holten op een goede manier behouden wordt.
De heer KAHRAMAN zegt bij interruptie dat hij enthousiast wordt bij het vlammend betoog van de wethouder. Het voorstel heeft alleen maar voordelen. Hij vraagt waarom de ondernemers dit niet zelf hebben geregeld, omdat het in ieders belang is. Daarmee was het niet nodig dat de gemeente als overheid belasting moet heffen.
Wethouder TIJHOF zegt dat de gemeente wil voorkomen dat freeriders de vruchten plukken van een ondernemersfonds. Een voorbeeld hiervan was in het verleden te zien in het centrum, waar evenementen werden georganiseerd door de Habi en de leden moesten opdraaien voor de kosten. Met voorliggend voorstel participeert iedereen en betaalt iedereen mee.
Tweede termijn
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er kennelijk veel draagvlak is en dat men veel bespaart op premies. Toch moet hier de overheid ingrijpen en meehelpen vanwege de freeriders, die geen belang hebben bij beveiliging of geen attractieve goederen hebben. Wat spreker betreft moet beveiliging de keuze van een ondernemer zelf zijn. Hij begrijpt niet waarom er een belasting ingesteld moet worden om ondernemers te helpen hun beveiliging op orde te krijgen. Elders is te zien dat ondernemers hier collectief de schouders onder zetten, eenzelfde overtuigend verhaal houden en het wel zelf redden. In Rijssen is kennelijk niemand opgestaan die het verhaal goed kon vertellen, dus zoekt men contact met de gemeente en is verzocht reclamebelasting te heffen.
De reclamebelasting heeft betrekking op de WOZ-waarde van een bedrijf. Als het echter eerlijk gedaan wordt, moet gekeken worden naar de waarde, de hoeveelheid en de attractiviteit van de opgeslagen goederen. Zo werkt het ook bij verzekeringen. In dat geval betalen de ondernemers een redelijk deel mee aan de beveiliging. Wat nu voorligt, is een draconische maatregel.
De heer BOSMA zegt dat veiligheid een collectief goed is, dat zich lastig door de markt laat organiseren. Wat de SGP in dit geval over de streep heeft getrokken, is dat de ondernemersverenigingen met deze vraag kwamen en dat het draagvlak aanzienlijk is. Belangrijk daarbij is dat het geen extra kosten voor de gemeente met zich meebrengt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt bij interruptie dat het voorstel niets te maken heeft met veiligheid, maar met de materiële schade van een bedrijf.
De heer BOSMA is van mening dat veiligheid niet alleen personen betreft, maar ook goederen.
De heer KAHRAMAN zegt dat het de vraag is of ondernemers de beveiliging tót aan hun pand moeten regelen. Als de portefeuillehouder Openbare orde en veiligheid van mening is dat cameratoezicht nodig is op een bedrijventerrein of op een andere locatie, dan betreft het de openbare orde. In dit geval vindt spreker het een mix. Deze belasting wordt ingesteld vanwege de freeriders. Hij ziet deze regeling, in tegenstelling tot de regeling voor het centrum, meer een‑op‑een gekoppeld aan de bedrijven en legt niet direct de relatie naar de freeriders. De vraag die resteert, is of de ondernemers zelf geprobeerd hebben eruit te komen met elkaar.
De heer BEUNK zegt dat een collectieve beveiliging voor freeriders een voordeel oplevert. Er zijn echter momenteel zes of zeven beveiligingsbedrijven, die elk kwartier rondrijden. Straks zal er nog één beveiligingsbedrijf zijn en komt men een keer per uur langsrijden.
Wat spreker betreft gaat het verhaal over freeriders eerder op voor promotie voor een stadskern of een evenement en niet voor de beveiliging van een bedrijf. Het is de keuze van de ondernemer zelf.
Het argument van de SGP dat er geen kosten aan het voorstel zitten voor de gemeente begrijpt spreker, maar anderzijds legt de gemeente een verplichting op om deel te nemen aan het fonds en is het een inmenging van de gemeente in de bedrijfsvoering van een bedrijf. Wat dat betreft, sluit hij zich aan bij de woorden van de heer Klein Velderman, die sprak over de aanwezigheid van mogelijk waardevolle goederen. De ondernemer kan bewust zelf een keuze maken in de beveiliging van zijn bedrijf en weegt zelf de risico’s af.
Het gaat in dit plan om ongeveer 300 bedrijven. Het draagvlak is voor een groot deel aanwezig via de KWR en Bij de tijd. Er zijn echter nog veel andere bedrijven, die hierbij niet zijn aangesloten. Gemeentebelang verzoekt nogmaals een onderbouwing van de voor- en tegenstanders. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst was een van de vragen: bent u voor een veiligheidsfonds? Iedereen zal hiervan voorstander zijn, maar men weet niet om welke bedragen het gaat.
Een punt waarover Gemeentebelang ook duidelijkheid wil hebben, betreft de privacy op de twee doorgaande wegen, de Morsweg en de Reggesingel.
De heer DE KOE zegt dat er veel kritische geluiden zijn te horen, maar dat VVD Lokaal erbij blijft dat de ondernemers in grote meerderheid dit fonds willen. De gemeente heeft veel moeite gedaan om deelname te peilen. De wethouder heeft dat prima toegelicht.
Spreker bestrijdt de woorden van de heer Beunk, dat de gemeente zich bemoeit met de bedrijfsvoering van bedrijven. De gemeente zorgt ervoor dat haar bedrijventerrein veilig is, voor bedrijven, voor gebruikers en voor mensen die passeren. Daarmee wordt een stukje waarde toegevoegd en krijgt Rijssen een veilig bedrijventerrein. Daarbij gaat het niet om auto’s die rondrijden, maar om camera’s die opgehangen zijn en zeven dagen per week 24 uur in werking zijn.
Wethouder TIJHOF zegt dat D66 de term draconische maatregelen noemt. De gemeente doet echter niet meer dan datgene faciliteren waar haar ondernemers om vragen. De regeling helpt mee bij het vergroten van de veiligheid en van de concurrentiepositie van Rijssen-Holten. Hierover verschilt het college van mening met D66.
Wat betreft de vraag over het zelf als bedrijven organiseren van deze regeling, zegt spreker dat de gemeente deelnemer is van de Werkgroep Bedrijventerreinen, waar dit onderwerp aan de orde is geweest. De conclusie was dat hier een gezamenlijk belang is.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij interruptie of de wethouder hiermee zegt dat er geen poging is gedaan om de ondernemers zover te krijgen de regeling zelf te realiseren.
Wethouder TIJHOF zegt dat in de werkgroep aan de ondernemers is gevraagd op welke manier voldoende mensen bij elkaar gekregen konden worden om dit met elkaar op te kunnen pakken. Daarbij is gekeken welke systematieken er zijn.
Bekend is dat het lastig is om honderd procent respons te krijgen.
De heer BEUNK zegt bij interruptie dat aangegeven is dat 49,5% te weinig was en dat de gemeente wat dat betreft geen risico wil lopen. Hij vraagt een toelichting hierop.
Wethouder TIJHOF zegt dat de respons bij enquêtes, ook onder ondernemers nooit honderd procent is. De gemeente heeft daarnaast alle ondernemers uitgenodigd voor de uitleg van het veiligheidsfonds. Daarbij zijn bedragen genoemd, ook wat het voor welke ondernemer kost. Er was echter geen honderd procent opkomst.
De heer POLMAN zegt bij interruptie dat een ondernemer die aangeschreven wordt, maar niet ingaat op de uitnodiging, daarmee al een signaal kan afgeven.
Wethouder TIJHOF zegt dat men ook kan concluderen dat die ondernemer het er van harte mee eens is.
Er rijden nu misschien wel zes of zeven auto’s van beveiligingsbedrijven rond. Er zijn echter momenten dat er geen enkele auto rijdt. De nieuwe werkwijze garandeert dat er een auto aanwezig is.
De heer BEUNK zegt bij interruptie dat hij daarover een opmerking heeft gemaakt in het kader van de freeriders. Doordat er nu zoveel auto’s rijden, profiteren de freeriders nu ook al.
Wethouder TIJHOF zegt dat er straks voor dit camerasysteem altijd een auto actief is, die honderd procent ingezet wordt voor het bedrijventerrein.
Bedrijven zijn verantwoordelijk voor hun eigen brand- en inbraakpreventie. Er is met dit systeem echter een algemeen belang. Ook heeft het betrekking op de algehele positie van de bedrijventerreinen van de gemeente.
Burgemeester HOFLAND gaat in op de vraag over privacy op enkele doorgaande gemeentewegen. Het publiek uitkijken van camerabeelden is geregeld in artikel 151c van de Gemeentewet. Er moet een gemeentelijke opdracht liggen om dat te doen. In dit geval gaat het om een publiekprivate samenwerking, waarbij beelden in een centrale meldkamer worden bekeken. Als er onrechtmatigheden gezien worden, kan eventueel de politie ingeschakeld worden. De burgemeester moet ervoor zorgen als er publiek uitgekeken wordt, dat dat verankerd ligt in besluitvorming, waarvoor hij verantwoordelijk is. Spreker is van mening door zijn ervaringen in het verleden in een andere gemeente, dat dit een beter systeem is dan dat er lukraak camera’s opgehangen worden. Met de begrenzing in artikel 151c, over waarborging van privacy, zijn er veel meer aanknopingspunten om daarbij stil te staan dan het over te laten aan de markt.
De VOORZITTER concludeert dat D66 niet instemt met het voorstel.
De heer BEUNK zegt dat hij artikel 151c wil nalezen alvorens een uitspraak te doen.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel Vaststellen Reclamebelasting bedrijventerreinen Rijssen 2017 als bespreekstuk te agenderen voor de raadsvergadering van 22 september 2016.
7. Voorbereiding regiopresidium op 8 september (ovv W. Muller, Gemeentebelang)
De VOORZITTER zegt dat de agendapunten 7 en 8 afzonderlijk behandeld moeten worden. Agendapunt 7 gaat met name over het proces. Agendapunt 8 gaat over de inhoud.
De heer MULLER zegt dat bij de agendering van dit punt voor deze commissie de agenda voor het Twentepresidium nog niet bekend was. Het accent van zijn motivatie om dit onderwerp te agenderen lag dan ook op de evaluatie van de bijeenkomst over de Agenda van Twente in Borne op 15 september. Later is het rapport Zicht op Twentse samenwerking nog toegevoegd, waarbij is gevraagd hoe raadsleden zicht kunnen krijgen op de vele samenwerkingsvormen.
Hij vraagt of hij op- of aanmerkingen namens de raad aan de orde moet stellen in het presidium over de bijeenkomst zelf, over de daaraan voorafgaande informatieverstrekking of over de informatieverstrekking van de komende bijeenkomst op 15 september.
De heer SCHEPPINK merkt op dat de bijeenkomst eigenlijk schriftelijk afgedaan had kunnen worden.
De heer MULLER verzoekt de commissie in te gaan op het rapport Zicht op Twentse samenwerking, dat is opgesteld op verzoek van de griffiers van de veertien gemeenten. De vraagstelling was hoe de bestuurlijke informatievoorziening van Twentse intergemeentelijke samenwerkingsvormen gefaciliteerd moet worden vanuit het perspectief van een Twents gemeenteraadslid. De aanbevelingen van de projectgroep zijn:
- Samen organiseren van bijeenkomsten met de verantwoordelijken van de samenwerkingsverbanden en geïnteresseerde raadsleden binnen de Regio Twente.
- Online zicht op besluitvorming, zorgen voor een digitale omgeving, waarin alle samenwerkingsverbanden en alle daarbij spelende aspecten aan de orde komen.
De beoogde kartrekkers zijn het presidium van de Twenteraad en de samenwerkingsverbanden zelf. De uitwerking hiervan staat in het rapport op pagina 32. In het Twentepresidium vindt hierover een presentatie plaats. Spreker vraagt of de commissieleden zich in hoofdlijnen kunnen vinden in deze adviezen of dat zij hem nog aandachtspunten willen meegeven.
De heer SCHEPPINK zegt dat er een mooi onderzoek is gedaan, dat de diffuusheid van de samenwerkingsverbanden aangeeft. Spreker vraagt zich wel af, of het de taak is van de Twenteraad of van het presidium van de Twenteraad om de informatievoorziening naar de gemeenteraden te stroomlijnen. Volgens spreker moet deze informatievoorziening via het college lopen.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie de conclusies in het rapport onderschrijft. Hij is het daarnaast eens met de woorden van de heer Scheppink, namelijk dat hier een taak voor het college ligt. Er komen zoveel samenwerkingsverbanden, dat spreker zich afvraagt of alles wel goed op een rij gezet kan worden. Het zal een heel karwei worden. Hij is benieuwd of men daarin slaagt.
De heer DE KOE zegt dat er twee oplossingsrichtingen worden genoemd in het rapport. Of die twee richtingen soelaas bieden, waagt hij te betwijfelen. Als het over de regio gaat, en dus niet over andere samenwerkingsverbanden, vindt spreker het vreemd dat in het voorwoord wordt gesproken over ‘betere informatie, meer zicht en voldoende grip’. Met dit punt zullen alle veertien gemeenteraden worstelen, volgens spreker. Vervolgens staat er echter: ga aan de slag en zoek vaker de samenwerking met andere raadsleden uit andere gemeenten. Enkele pagina’s verder staat in het rapport dat bijna alle fracties intensief regionaal overleg hebben met elkaar. Volgens spreker ondermijnt het rapport zichzelf hiermee. Wat hem betreft heeft de regio hier een taak. Geconstateerd wordt namelijk dat er onvoldoende zicht en grip is en ook, in beperkte mate, onvoldoende informatievoorziening vanuit de regio. Dat betekent dat de regio ook zelf aan de slag moet gaan en moet bekijken hoe dat verbeterd kan worden.
De heer KAHRAMAN zegt dat het de eerste verantwoordelijkheid bij het college ligt om de raad goed te informeren over wat er gaande is in de regio.
De heer MULLER zegt dat hij de gemaakte opmerkingen en kanttekeningen meeneemt naar het presidium.
Spreker wijst erop dat het onderzoek dat is uitgevoerd op verzoek van de griffiers naar aanleiding van signalen van verschillende gemeenteraden. Het is de bedoeling de communicatie naar de raadsleden te maximaliseren binnen de gehele regio.
De heer KAHRAMAN merkt op dat is besloten de regio anders in te richten. Het is een volledige collegebevoegdheid geworden. Toch lijkt het door de informatievoorziening nog steeds een raadsbevoegdheid te zijn. Spreker vindt dat duidelijk moet zijn dat het college verantwoordelijk is voor wat er in de regio gebeurt en dat het college de raad informeert. Dat er af en toe regiobijeenkomsten voor raadsleden zijn om van gedachten te wisselen, ontslaat het college niet van de verantwoordelijkheid de raad te informeren over belangrijke zaken die gebeuren in de regio en een opinie te vragen van de raad die nodig is voor een collegebesluit.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de commissieleden enerzijds het rapport onderschrijven, maar dat zij anderzijds zeggen dat samenwerking een collegeverantwoordelijkheid is en dat het college verantwoording moet afleggen. Hij kan zich voorstellen dat vanuit een regionaal samenwerkingsverband er de behoefte is af en toe een nieuwsbrief te schrijven. Daartegen zal niemand een bezwaar hebben. Wat in het voorliggend voorstel is opgenomen, betreft het organiseren van bijeenkomsten voor raadsleden. Vanavond moet duidelijk worden wat de raad hiermee wil:
- Willen de raadsleden zelf bekijken of zij naar een dergelijke bijeenkomst gaan?
- Willen de raadsleden zelf vragen om het organiseren van bepaalde bijeenkomsten, zoals een onlangs georganiseerde bijeenkomst met de Euregio?
- Willen de raadsleden dat het een collegeverantwoordelijkheid is en dat het college een bijeenkomst moet organiseren als de raad nadere informatie wil hebben?
Kortom is de vraag of het voortouw bij de regio ligt om zaken de entameren en dat het college daarin volgend is, of zegt de raad: wij zijn al genoeg avonden op pad, als wij iets willen, dan geven wij zelf dat signaal wel af.
De heer MULLER merkt op dat het gaat om álle samenwerkingsverbanden en niet alleen om de Regioraad.
Tweede termijn
De heer SCHEPPINK zegt dat hij niet op zoek is naar extra taken voor de regio, ook niet op dit gebied. Alle informatie voor de raad moet via het college verstrekt worden. De SGP heeft geen behoefte aan dat soort activiteiten vanuit de regio.
De heer KAHRAMAN zegt dat hij uit het rapport niet heeft begrepen dat het gaat om alle samenwerkingsverbanden, zoals de heer Muller zojuist opmerkte. Spreker heeft het zo opgevat dat het gaat om regiotaken zoals die nu zijn ingericht. Het gaat om een collegebevoegdheid en het college legt verantwoording af in de raad. Als er besluiten genomen moeten worden die impact hebben op de raad van Rijssen-Holten, dan moet het college de raad informeren. Verder is het een goed recht van elke organisatie informatieavonden te organiseren voor raadsleden. Het CDA bekijkt zelf of het nuttig is daarin te participeren.
De heer BERKHOFF zegt dat hij zich aansluit bij de woorden van de heer Kahraman.
De heer POLMAN zegt dat D66 van mening is dat informatieverstrekking via het college moet lopen.
De heer DE KOE zegt dat de regio een college bevoegdheid is. Wat dat betreft stemt hij in met de woorden van de heer Kahraman. In aansluiting op de woorden van de heer Scheppink, zegt spreker dat als de raad geen grip moet hebben op bepaalde zaken, er ook geen informatieverstrekking nodig is. Hij vertrouwt erop dat het college zaken aan de raad voorlegt op die momenten dat er een beslissing van de raad nodig is of dat de raad een opinie moet geven over een bepaald onderwerp. Dat is iets wat beter intern georganiseerd kan worden dan dat het regionaal georganiseerd wordt.
De heer MULLER zegt dat het gaat om een grote hoeveelheid samenwerkingsverbanden. Uit de enquête is gebleken dat er behoefte is aan meer gestructureerde informatievoorziening. Hij begrijpt dat de raad van Rijssen-Holten van mening is dat alle informatie die relevant is, via het college verstrekt moet worden, dat de raad niet geïnteresseerd is in het organiseren van veel bijeenkomsten en dat het aan iedere partij zelf is om deel te nemen aan een activiteit.
8. Evaluatie Agenda van Twente ter voorbereiding op de raadsledenbijeenkomst van 15 september
De heer TEN BERGE complimenteert de commissie die de evaluatie heeft laten opstellen onder leiding van de burgemeester van Enschede. Er is een evaluatie neergelegd, die eigenlijk meldt dat er geen conclusies worden getrokken over wat de € 80 miljoen heeft opgeleverd. Dat getuigt van lef als je dit in de regio durft neer te leggen. Het trekken van ondubbelzinnige conclusies over de directe effecten van de Agenda van Twente is niet mogelijk, volgens het rapport.
De Agenda van Twente is vanaf het begin een moeilijk traject geweest. Al bij de kaderstelling en nu bij de verantwoording was het moeilijk te duiden hoe de € 80 miljoen is besteed en wat het effect ervan is geweest. Anderzijds vraagt het CDA zich af of er wel een‑op‑een alles gescoord kan worden. Een eventueel vervolg, met een proces aan de voorzijde, kaderstelling vanuit de regio, input die verwacht wordt van de gemeenten hoe de budgetten beschikbaar gesteld worden, moet wat op een andere manier gebeuren. Rijssen-Holten moet zich niet onder druk laten zetten door de regio, via de salamitactiek, en moet op 15 september een kritisch geluid laten horen. Tegelijkertijd staat men in Twente als geheel voor grote vragen over de Twentse economie. Het CDA is op voorhand niet tegen een vervolg.
De heer DE KOE zegt dat hij zich grotendeels aansluit bij de woorden van de heer Ten Berge. Het niet-meetbare effect van de Agenda van Twente doet pijn. Bij een ander punt, zoals het Deltaplan in Rijssen-Holten, was ook het meetbare effect moeilijk vast te stellen, maar toch is dat redelijk gelukt en is er significant iets toegevoegd met veel minder middelen.
Een belangrijke pijler uit het rapport is de ontwikkeling van banen in de bouw. Dat wordt genoemd als een soort bonus en als een enorme winst in Twente. Spreker ziet echter geen enkel verschil met andere regio’s in het land. Hij waagt te betwijfelen wat exact de toegevoegde waarde is van deze Agenda van Twente, waarbij het ging om € 80 miljoen. VVD Lokaal is zeer kritisch voor de toekomst. Er moet een heel goed plan komen om verder te gaan met de Agenda van Twente of een opvolger ervan.
De heer MULLER zegt dat er veel bereikt is, maar dat het lastig blijft het resultaat van de Twentse investeringen goed zichtbaar krijgen. Veel projecten zijn uitgevoerd als cofinanciering, waarbij onduidelijk blijft wat er was gebeurd als er niet was geïnvesteerd. Niet alles was succesvol. Ook blijkt uit het stuk dat er af en toe politiek werd bedreven ten koste van het resultaat.
Gemeentebelang gelooft in een meerwaarde van Twente voor Rijssen-Holten. Onderdeel zijn van een sterke regio leidt tot win-win, maar de Agenda van Twente is een investeringsprogramma en een investering moet getoetst worden op rendement en minder op solidariteit. Het rendement is niet altijd in geld meetbaar op korte termijn. Ook imago, uitstraling, toekomstkansen en kwaliteit van leven zijn resultaten. € 80 miljoen voor de afgelopen tien jaar voor geheel Twente betekent voor Rijssen-Holten ongeveer € 35 per gezin en € 13 per inwoner. Dat zijn behoorlijke bedragen.
Bij toekomstige keuzes hecht Gemeentebelang aan lokale herkenbaarheid van het resultaat; dat kan ook indirect zijn. Zij neigt naar projecten op basis van coalition of the willing. Werkgelegenheid heeft voor Gemeentebelang prioriteit voor de inwoners van de gemeente. Het versterken van die werkgelegenheid moet en mag niet beperkt blijven tot de gemeente of tot de gemeentegrens.
Gemeentebelang heeft geen concrete vragen over de evaluatie, die van belang kunnen zijn bij het maken van de keuze voor een voortgang van de Agenda van Twente. Zij geeft het college de ruimte binnen het vervolgtraject diverse keuzes aan de raad voor te leggen.
De heer SCHEPPINK zegt dat in de evaluatie in bijna drie zinnen gezegd wordt dat er over een investering van bijna € 80 miljoen geen conclusies getrokken kunnen worden. Het gaat spreker te snel dat er daarom gezegd wordt dat gekeken wordt of er een vervolg moet komen. Hij heeft echter zeker waardering voor zaken zoals de website van de Agenda van Twente, die een stuk zichtbaarheid geeft.
Bij de evaluatie mist spreker een financiële evaluatie. Er is geen inzicht gegeven in wie geld heeft ontvangen of wie heeft geprofiteerd van de € 80 miljoen. Hij vraagt zich daarnaast af of het wel gaat om € 80 miljoen. Over het bedrag van € 1,4 miljoen voor de gemeente Berkelland is geen informatie ontvangen.
De € 80 miljoen bestond niet alleen uit subsidie. Spreker wijst op het MKB-fonds, waar € 10 miljoen in gestopt is. Dat zijn kredieten geweest voor bijvoorbeeld start-ups of projecten. In de evaluatie staat niet vermeld dat die middelen terug moeten komen en wat er de komende jaren met die middelen gedaan wordt. Er is nu sprake van een nieuwe Agenda van Twente. De bestaande agenda loopt echter nog door, ook nadat er nieuwe dividendgelden komen.
Voordat de vraag over een nieuwe agenda beantwoord wordt, moet er een duidelijke evaluatie zijn en moet duidelijk zijn wat de resultaten zijn van de projecten. Niet alles is meetbaar in getallen, maar spreker is wel benieuwd hoeveel geld er is overgemaakt aan welke organisaties. Daarover zou gemakkelijk een overzicht opgesteld kunnen worden.
De les die getrokken kan worden uit deze stukken, is dat er veel geld beschikbaar is gesteld en dat de vraag het aanbod creëert, maar ook dat het aanbod de vraag creëert. Een voorbeeld is het lokale project Hart van Zuid in Hengelo. Spreker merkt op dat dan ook de stationsomgeving Rijssen wel aangemerkt had kunnen worden. Ook zijn er veel projecten geweest, zoals de Groene Loper, het Twents Bureau voor Toerisme, het Ravijn, de ijsbaan Twente, waar een latente vraag was en waarop alsnog ingesprongen is. Dat moet niet opnieuw gebeuren op die manier. Als er überhaupt een vervolg komt, moeten er eerst ideeën zijn en daarna het geld.
Een andere les die getrokken kan worden is dat een overheid geen banen creëert. De overheid moet faciliteren en regisseren. In Rijssen-Holten is dat goed gebeurd via Rijssen-Holten Werkt en het Deltaplan, met de focus op onderwijs en te zorgen dat bedrijven het naar de zin hebben. Wat dat betreft is het beveiligingsfonds daarvan een onderdeel en een plus voor bedrijven die zich hier willen vestigen. Daarin moet geïnvesteerd worden. Wat spreker betreft is het zo dat bij investeren in Rijssen‑Holten, maar ook in andere gemeenten, er ook geïnvesteerd wordt in Twente. Een project zoals Hart van Zuid zijn in feite lokale projecten, waarover men in Twente best kan meedenken als daarvoor een goed voorstel komt. Toch moet iedere gemeente de eigen broek ophouden, anders kan men beter gaan fuseren.
Voordat de SGP een mening geeft over de evaluatie van de Agenda van Twente, wil zij een financiële onderbouwing zien.
De heer BERKHOFF zegt dat het rapport voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Er is veel tot stand gebracht: er was een bedrag van € 80 miljoen, er is veel cofinanciering gekomen en er is geïnvesteerd voor een bedrag van € 1,4 miljard. Aan de andere kant blijft vaag waaraan het geld is besteed. Ook de ChristenUnie blijft met het negatieve gevoel zitten: er is veel geld besteed, maar dat had een gemeente of gemeenteraad ook zelf kunnen doen. Er is een goede evaluatie, maar de gemeente schiet er niet heel veel mee op. Daarom moet goed gekeken worden naar een vervolg van de Agenda van Twente. De ChristenUnie houdt daarbij grote twijfel.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA niet vies is van het bevorderen van werkgelegenheid, ook als dat op Twentse schaal gebeurt. Als het in Twente goed gaat, gaat het ook goed in Rijssen-Holten. Als er echter veel geld wordt geïnvesteerd, moet er wel op een of andere manier verantwoording worden gegeven. De PvdA mist in het stuk dat niet goed uitgelegd wordt wat er precies met geld is gebeurd en wat het rendement is geweest.
De PvdA is niet tegen een eventueel vervolg van de agenda als dat de werkgelegenheid ten goede komt. Alles moet echter wel te verantwoorden zijn. Aan de burger moet uitgelegd kunnen worden wat er met het geld is gebeurd. Als dat niet gebeurt, wordt het lastig.
Burgemeester HOFLAND zegt dat er een belangrijk document voorligt. Aan de Agenda van Twente is veel gekissebis voorafgegaan, maar op een gegeven moment is men tot een oplossing gekomen en is men gezamenlijk iets gaan doen. Die behoefte was er in Twente, ook de realisering van een uitstraling naar buiten toe. De Agenda van Twente heeft iets in zich gekregen van een financiering die bijna gratis leek, terwijl er anderzijds de ambitie was hoogwaardige en nieuwe werkgelegenheid te creëren. Wat nu voorligt is een soort beschrijving van wat er gedaan is. De elementen ‘het glas is halfvol’ en ‘het glas is halfleeg zitten er beide in. Het glas is halfleeg als uitgesproken wordt dat het tegenvalt, dat men er meer van had verwacht, dat men meer concreetheid had verwacht en dat het allemaal beter had gekund. Er zijn projecten gestart, zoals het Ravijn en de schaatsbaan, die men eigenlijk niet ‘Agenda-van‑Twentewaardig’ vindt. De tekorten die er zijn, worden overigens gedragen door de gemeente Hellendoorn en de gemeente Enschede. Het glas is halfvol, omdat de Agenda van Twente een positieve bijdrage heeft geleverd in het met elkaar nadenken en bezig zijn over wat een Twents verband verbindt en hoe verder gegaan kan worden. De vraag bij deze evaluatie is welke lessen hieruit getrokken kunnen worden en hoe eventueel naar de toekomst gekeken kan worden. Zeer recent is door het ministerie van Binnenlandse Zaken een rapport opgesteld “Maak het verschil”, dat gaat over de manier waarop economische groei verkregen kan worden door samen te werken in economische regio’s. Het Centraal Planbureau werkt in zijn algemeenheid met een groei van 1,6% in Nederland. Als dat succesvol wordt opgepakt in regionaal verband, zo blijkt uit het rapport, kan die economische groei groter zijn en zelfs een autonome groei van 0,4% extra krijgen.
Spreker vindt dat de uitdaging aangegaan moet worden om stil te staan bij de vragen: wat bindt ons in Twente en waar zou je eventueel in de toekomst je geld op kunnen inzetten? De opmerkingen die vanavond zijn gemaakt over de lessen die te leren zijn, onderschrijft het college: meer duidelijkheid over herkenbaarheid op afrekening en waarin men wil investeren. Als er een volgende agenda komt, moet daar aandacht voor zijn.
Arbeidsmarkt is een verplichting om op Twents niveau in samen te werken. Er wordt in Twente volop ingezet op acquisitie. Als de euro’s die daarop worden ingezet, transparant verantwoord worden, zodat duidelijk te zien is dat dat geleid heeft tot nieuwe bedrijvigheid van buiten Twente en werkgelegenheid, wordt er heel veel van de discussie van tafel gehaald. De vraag is nu hoe dat vertaald wordt en welke nieuwe voorstellen er zouden kunnen komen. Dan kan men achteroverleunen en afwachten wat er op tafel komt, waar dan ja of nee tegen gezegd wordt. Dit college praat echter liever met een kritische houding aan de voorkant mee over waar de middelen op ingezet worden. Daarna moet de finale verantwoording en besluitvorming plaatsvinden in de raad.
Het college denkt dat het eerst over de inhoud moet gaan en dat daarna stilgestaan moet worden bij de financiering. Spreker waagt te betwijfelen of er een meerderheid in Twente en in de raad is voor een financiering zoals nu plaatsvindt via Twence en het superdividend. Daar ligt een duidelijke uitdaging. Het moet daarbij niet zo zijn ‘de vraag creëert het aanbod’ en dat maar gezorgd moet worden voor veel geld. Er moet eerst goed stilgestaan worden bij het aanbod en de vraag en met zaken zoals: waar moet de overheid instappen, waar liggen Europese subsidies, is een provinciale verdubbelaar haalbaar? Dan is men bezig met de goede dingen in alle transparantie.
Spreker vindt dat alle vanavond gestelde vragen ook zeker gesteld moeten worden in de bijeenkomst op 15 september, ook de vraag om op een A4-tje te krijgen welke organisaties subsidie hebben gekregen van de Agenda van Twente en ook de vraag over het revolving fund en de verantwoording daarover.
Het klopt dat er een probleem op tafel is gekomen met de huidige Agenda van Twente. Bij het superdividend dat is uitgekeerd, is ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat de gemeente Dinkelland ook aandelen van Twence heeft. De gemeente Dinkelland moet nog een betaling krijgen van € 1,4 miljoen. Daarbij is de opdracht gegeven binnen de Regio Twente na te denken hoe dit probleem opgelost moet worden. Daarover komen nog voorstellen en moet er besluitvorming over plaatsvinden.
De opstelling van de raad, die vanavond naar voren is gebracht, onderschrijft het college voor een belangrijk deel. Het college wil de focus leggen op succesvolle investeringen naar de toekomst, waarvan het de verwachting is dat deze een bijdrage leveren aan de versterking van de economie in Twente, het centraal stellen van de werkgelegenheid en, in het algemeen, dat niet gerekend moet worden met een algemeen dividend van Twence om dat te financieren. Wat betreft arrangementen van verplichtingen en coalition of the willing is er op dit moment nog geen uitgesproken beeld over hoe daarmee om te gaan. Het college sluit niet uit dat hierbij een tweedeling kan ontstaan. Het college wil in elk geval aan tafel zitten en kritisch meedenken en vervolgens bij de raad verantwoording afleggen en vragen of de raad in een nieuwe Agenda van Twente wil stappen. Daar wil het college voor gaan.
Tweede termijn
De heer MULLER zegt dat de burgemeester oproept de hier naar voren gebrachte vragen ook op 15 september te stellen. In de uitnodiging voor de bijeenkomst staat dat de vragen ook eerder ingebracht kunnen worden, zodat er een mogelijkheid is deze op de agenda te zetten en deze goed te laten beantwoorden.
Het college wil door aanwezig te zijn, sturen op de projecten die in financiële zin tot werkgelegenheid leiden. Het college zal met verve en aandacht hierin het spel spelen, zoals de burgemeester aan het eind van zijn betoog zojuist aangaf. Dit heeft de steun van Gemeentebelang. Zij vindt dat de gemeente op dat pad richting Twente kan doorgaan.
De VOORZITTER deelt mee dat de griffier de vragen die vanavond zijn gesteld, zal doorsturen.
De heer MULLER wijst erop dat raadsleden ook vragen kunnen stellen bij inschrijving op de website voor de bijeenkomst.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hem een vreemd gevoel bekruipt, omdat het college al jarenlang onderdeel uitmaakt van de Agenda van Twente, daarover meepraat en daarop toezicht houdt. Nu is er plotseling het besef dat men kritischer moet worden en moet luisteren naar de raad. Spreker vraagt waarom het college dat niet eerder heeft gedaan.
De heer SCHEPPINK zegt dat de portefeuillehouder heeft gezegd dat het college niet achterover zal leunen, waarbij tegen de raad is gezegd dat men wel achterover kan leunen en afwachten wat er uit het overleg komt. Spreker wil liever van te voren de spelregels meegeven:
- Alleen samenwerken op wettelijk verplichte thema’s en de rest is coalition of the willing. Spreker laat zich niet gijzelen door de Regio Twente en zeker niet door de Agenda van Twente of een toekomstige Agenda van Twente.
- Eerst moet het gaan over de inhoud en moeten er projectvoorstellen komen. Daarna moet er financiering bij gezocht worden. Komt er een goed voorstel, dan bepaalt hier de raad of daarin geïnvesteerd wordt.
- Uitkeringen van Twence inzetten is prima, maar een bedrag per inwoner is wat de SGP niet bespreekbaar.
- Het college moet de focus van de Regio Twente afhalen en ook verder kijken, bijvoorbeeld naar de Euregio en Overijssel. De middelen om een nieuwe Agenda van Twente te financieren zouden daar hun basis kunnen hebben, via Interreg-gelden of Horizon 2020. Ook bij provincie Overijssel liggen veel middelen op de plank. Daar is meer vandaan te halen dan bij een Regio Twente, waar driekwart van de gemeenten de middelen niet heeft om zo’n agenda te financieren.
De heer DE KOE zegt dat hij in de raad zat toen de Agenda van Twente erdoor werd geloodst. Daarbij heeft hij opgemerkt dat de raad langzaam een salami in plakjes naar binnen geschoven kreeg. Achteraf blijkt dat dit inderdaad zo is gebeurd. Het college heeft de daaropvolgende jaren geprobeerd te sturen, maar uit de evaluatie blijkt helaas dat dit niet gelukt is. Wat betreft de toekomst van de Agenda van Twente is het absoluut belangrijk dat de raad meer het gevoel krijgt dat het voor de gemeente iets heeft opgeleverd. Dat gevoel ontbreekt tot nu toe. Om in de toekomst te zorgen dat dit beter gaat, sluit spreker zich aan bij de woorden van de heer Scheppink. Zodra er concrete projecten gefinancierd moeten worden, mag de besluitvorming wel bij het college liggen, maar het moet niet zo zijn dat er een grote pot is waaruit men te pas en te onpas graait en waarover achteraf gezegd wordt dat die gelden anders of beter besteed hadden kunnen worden.
De heer BERKHOFF zegt dat de portefeuillehouder heeft verwoord hoe de ChristenUnie hierin staat. Rijssen-Holten is onderdeel van de Regio Twente. Ook de ChristenUnie heeft twijfels over wat er wel of niet gedaan moet worden. Ook zij is voor een coalition of the willing. Toch moet de raad niet te ver vooruitlopen en al over die nieuwe agenda praten. Spreker onderschrijft daarin de houding van het college om aan tafel te willen zitten. Als er een goed voorstel komt, dan kan Rijssen-Holten daarin meedoen. Hij sluit zich aan bij de woorden van de heer Scheppink om verder te kijken dan naar Twente. Wat hem betreft moet er in dit geval een en-en-situatie zijn: kijk naar Twente én naar de Euregio én naar de provincie.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA tevreden is met de beantwoording door de portefeuillehouder. Rijssen-Holten moet in Twente een actief bestuurlijke rol pakken om invloed te hebben. Het CDA heeft het vertrouwen dat het college dat op die manier oppakt. Om vooraf al te stellen alleen mee te gaan met een coalition of the willing of juist alles in solidariteit te doen, is voor het CDA te vroeg. Een coalition of the willing kan er namelijk toe leiden dat er cherrypicking komt en dat iedereen voor zijn eigen project gaat en er een sturing op micromanagement ontstaat in Twents verband. Dat zou men niet moeten willen. Het college moet daarin een balans en een weg vinden.
De heer SCHEPPINK vraagt bij interruptie hoe het CDA een toekomstige Agenda van Twente denkt te financieren. Om nu alles een beetje vaag te laten, vindt spreker flauw.
De heer TEN BERGE denkt dat er een mix zal komen van een vast deel wat gemeenten gezamenlijk doen en van een deel op projectniveau. Het college heeft vanavond gehoord wat er naar voren is gebracht. Het college heeft ook zelf een duidelijke visie op deze zaak. Het CDA heeft vertrouwen in het college dat op een goede manier keuzes worden gemaakt in het nog te lopen proces. Het is nog te vroeg om al te zeggen op welke manier zaken moet verlopen. Eerst moet nog de inhoudelijke discussie gevoerd worden over wat de raad belangrijk vindt.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA blij is met de beantwoording van de portefeuillehouder. Verder zit de PvdA op de lijn van de heer Ten Berge.
Burgemeester HOFLAND zegt dat hij niet wil spreken over ‘gijzelen van Twente’. Hij wijst op een belangrijk rapport van het ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin als conclusie staat dat de aanpak van een intensievere regionale samenwerking leidt tot een hogere economische groei. Het is inderdaad straks van belang met de Agenda van Twente ook te kijken naar de Euregio. Ook de provincie is een belangrijke partner. Men moet zich niet blind staren op een Agenda van Twente, maar in zijn algemeenheid altijd kijken waar zich kansen voordoen. In Twente is er weinig grensverkeer van mensen die niet in Twente werken en lijkt de werkgelegenheid bijna op een gesloten systeem. Ook al zijn daarbij kanttekeningen te maken, toch moet men ervan uitgaan dat juist de economische potentie van Twente ook de economische potentie van Rijssen-Holten is.
Spreker heeft bepleit dat het in eerste instantie gaat om de inhoud en dan om de financiering of de projecten. Blijkbaar is vanavond enigszins het beeld opgeroepen dat de raad pas als laatste in beeld komt. Het college zal erop toezien dat de raad op diverse manieren in commissieverband betrokken wordt en meegenomen wordt bij wat er speelt. De raad zal niet het gevoel krijgen achterover te hoeven leunen. Daarvoor is het onderwerp te belangrijk.
De kaders die de raad vanavond heeft meegegeven, zijn de volgende:
- er moet gesproken worden over herkenbare doelen;
- het moet vooral gaan over werkgelegenheid en het faciliteren daarvan;
- men moet niet in de val trappen van: de vraag creëert het aanbod.
Spreker is verbaasd over de niet-duale opmerking van D66.Het is de gemeenteraad die de Agenda van Twente heeft vastgesteld en daarin is meegegaan. Het college heeft daaraan uitvoering gegeven en daarover ligt nu een evaluatie voor.
De heer SCHEPPINK zegt dat de evaluatie belangrijk is, maar dat daar een financiële paragraaf bij hoort. Hij vraagt hoe de vragen die vanavond zijn gesteld, terechtkomen bij de organisatie van de bijeenkomst op 15 september.
Er is een mededeling is gedaan over de € 1,4 miljoen. Spreker vraagt hoe dit soort zaken in de toekomst gaat. Hij verzoekt het onderwerp maandelijks te laten terugkeren, zeker die onderwerpen die de financiële begroting van de gemeente raken.
De VOORZITTER zegt dat dat volgens de griffier mogelijk is.
De portefeuillehouder heeft aan het eind van zijn betoog zojuist een goede samenvatting gegeven. De griffier stuurt alvast de vanavond gestelde vragen op naar de regio. Ook bij de aanmelding via de website voor de bijeenkomst op 15 september kunnen er al vragen ingediend worden.
9. Actiepuntenlijst
De volgende actiepunten zijn afgehandeld:
- evaluatie Agenda van Twente;
- kadernota: achterliggend stuk bestuursvoorstel Europaplein;
- publicatie vergunning vuurwerkshow.
8. Rondvraag
De heer BEUNK zegt dat Gemeentebelang informatief stuk d, Evenementenbeleid 2016, wil agenderen afhankelijk van het antwoord op de volgende vragen:
- Op welke punten wijkt de gemeente af van de regionale richtlijnen en wat is de motivatie voor deze afwijkingen?
- Welke opinies vanuit de raad zijn niet meegenomen bij de aanpassingen van het beleid?
Burgemeester HOFLAND zegt dat de vragen via een NB beantwoord worden, maar merkt daarbij op dat dit soort vragen sneller beantwoord worden door deze rechtstreeks aan de ambtelijke organisatie te stellen.
Beantwoording vragen van de heer Beunk en reactie op het verzoek van de heer Scheppink om agendering van informatief stuk 3.
De VOORZITTER verzoekt de heer Beunk een motivatie aan te leveren bij de griffie wanneer hij het onderwerp alsnog wenst te agenderen na ontvangst van de antwoorden op zijn vragen.
De heer SCHEPPINK vraagt informatief stuk d te agenderen. Daarbij wil de SGP graag het Parapluplan Evenemententerreinen betrekken, waarbij de locaties aangegeven moeten worden van de huidige evenemententerreinen. Een motivatie voor deze agendering levert de SGP aan bij de griffie.
9. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.10 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 10 oktober 2016.