Commissie ABZM 6 december 2016 (20:00 )
- Datum:
- 06-12-2016
- Tijd:
- 20:00 - 21:30
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- G.B. Aanstoot - Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | R. Jansen, A.J. Scheppink en dr. E.G. Bosma |
CDA | G.D. ten Berge, drs. I. Kahraman en F.J. Wessels |
ChristenUnie | G. Pas, J. Berkhoff en mr. W.L. Riezebos-Tessemaker |
Gemeentebelang | J. Kuiper-Ruitenberg, W.A.J. ter Schure en W.J.M. Muller |
PvdA | R.W. Meijerink |
VVD Lokaal | F.W. Noordam, B.J. van den Berg en R.A. de Koe |
D66 | ir. H. Klein Velderman en C. Polman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | B. Beens, B.D. Tijhof, A.C. Hofland, A.J. Aanstoot |
Pers | 2 |
Publiek | 6 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de commissie ABZM van 10 oktober en 31 oktober 2016
De VOORZITTER meldt dat het volgende wijzigingsvoorstel is ontvangen van de heer Ter Schure op het conceptverslag van 10 oktober 2016. In het conceptverslag staat:
“De heer TER SCHURE zegt dat de discussie over het evenementenbeleid begin 2016 uitgebreid is gevoerd. Gemeentebelang heeft op dat moment haar wensen ingebracht. Die wensen zijn niet allemaal overgenomen, maar zij kan wel leven met het resultaat. Er is een opmerking gemaakt over Albert Heijn en de claimcultuur. Spreker is volksvertegenwoordiger van de gemeente Rijssen-Holten. Uit zijn acteren in de laatste jaren blijkt dat hij dat doet op de manier van ‘kernenbeleid is my friend’.(...)” . Hij stelt voor de betreffende zinssnede ‘kernenbeleid is my friend’ te wijzigen in: ‘kernenbeleid is mij vreemd’.
De verslagen worden hierna vastgesteld met inachtneming van de wijziging in het verslag van 10 oktober 2016.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Burgemeester HOFLAND deelt mee dat na de organisatieaanpassing van de laatste jaren, nu het sluitstuk aan de orde is. De organisatieaanpassing is stapsgewijs, via zogenaamde kruispunten, gedaan in samenspraak met de medewerkers. Vanmorgen is het laatste kruispunt, de topstructuur, besproken in het college en zijn de directieleden benoemd. Het college komt hierop schriftelijk nog terug en geeft daarbij aan wat de raad van de organisatieaanpassing mag verwachten. De huidige directeur en adjunct-directeur blijven in de topstructuur in de directie zitten.
(NB: de raadsbrief Organisatieontwikkeling is als bijlage toegevoegd aan het verslag)
De heer MULLER wijst als vertegenwoordiger namens Rijssen-Holten in het Twente-presidium op de agenda van de vergadering die volgende week gehouden wordt. Daarop staan diverse beslispunten. Spreker verzoekt een reactie op de punten:
- Invulling van de adviescommissie Twenteboard. De adviescommissie bestaat uit de leden of uit een delegatie van de leden van het presidium van de Twenteraad De adviescommissie zal echter een andere rol en een ander tempo hebben dan het Twente-presidium zelf. De combinatie van presidiumleden en adviescommissie is al eerder besproken en door de commissie geaccordeerd. De vraag is of het Twente-presidium in zijn totaliteit ook de adviescommissie vormt of dat het een delegatie is uit het presidium.
- Vervolg op aanbeveling rapport Zicht op Twentse samenwerking. Naast de normale bijeenkomsten van de Regio Twente wordt voorgesteld de bijeenkomsten uit te breiden en soms te combineren met het agenderen van bijeenkomsten voor andere Twentse samenwerkingsverbanden, zoals de Stadsbank Oost Nederland, de RUD’s, de Euregio, Twentebedrijf of Soweco. De vraag is of dit de commissie aanspreekt of dat zij liever de verschillende samenwerkingsverbanden zelf opzoekt of uitnodigt en naar behoefte raadpleegt.
Reacties op vraag 1 over invulling van de adviescommissie.
De heer NOORDAM zegt dat hij het een lastige vraag vindt, omdat de heer Muller zojuist ook Soweco noemde.
De heer MULLER zegt dat Soweco betrekking heeft op het tweede punt: Vervolg op aanbeveling rapport Zicht op Twentse samenwerking. In dat licht komen alle samenwerkingsverbanden in Twente aan de orde, waaronder Soweco. Hij verzoekt de commissie eerst in te gaan op vraag 1.
De heer BERKHOFF zegt dat de meest logische oplossing is, dat het presidium tegelijk de adviescommissie is.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA geen adviescommissie in het leven wil roepen. In het stuk staat een passage over de kaderstellende rol van de adviescommissie. Hij vraagt of het klopt dat er buiten de gemeenteraad een kaderstellend en controlerend orgaan in het leven wordt geroepen over college-aangelegenheden. Hij verwacht dat het college naar de commissie komt om de kaders te bespreken. Dat moet niet met een adviescommissie gedaan worden.
De heer MULLER zegt dat de commissie en de raad eerder hebben besloten, zoals verwoord in de brief namens de raad, akkoord te gaan met de adviescommissie. Op dat moment waren Gemeentebelang en PvdA, en mogelijk ook D66, tegen die adviescommissie. De andere partijen konden leven met het instellen van een adviescommissie. Op dit moment gaat het om de vraag hoe dat plaats moet vinden.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal zich grotendeels aansluit bij de woorden van de heren Kahraman en Scheppink. Als er een adviescommissie moet komen, dan moet deze gelijk zijn aan het presidium, zodat de commissie c.q. de raad gelijk wordt geïnformeerd.
Op vraag 2 zegt spreker dat de gemeente Rijssen-Holten zelfstandig moet kunnen beslissen over welk moment wat besproken wordt en wat zij interessant vindt. Dat hoeft wat VVD Lokaal betreft niet altijd in Twents verband te gebeuren.
De heer KAHRAMAN zegt dat volgens de heer Muller de raad heeft ingestemd met het instellen van een adviescommissie, die kaders stelt en controleert. Hij kan zich dat niet voorstellen en verzoekt de griffie dat uit te zoeken. Voor het CDA is het duidelijk dat het gaat om een collegebevoegdheid, dat het college de kaders ophaalt bij de raad en dat de raad het college controleert.
De heer MULLER wil graag weten wat het antwoord van de heer Kahraman is op de vraag over de invulling van de adviescommissie.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA geen commissie wil, die adviseert en controleert.
De heer DE KOE zegt dat hij het eens is met de heer Kahraman. VVD Lokaal geeft aan, als dat de enige optie is, dat dan het hele presidium de adviescommissie gaat vormen.
De heer BERKHOFF zegt dat een adviescommissie zich niet als zodanig kan noemen als het kaders gaat stellen en gaat controleren. Een adviescommissie wordt ingesteld om advies te geven. Kaderstelling en controle vinden ergens anders plaats.
De heer MULLER verwijst naar de bijlage bij de stukken: notitie Invulling adviescommissie.
De VOORZITTER zegt dat sommige fracties zeggen geen adviescommissie te willen. Andere fracties zeggen dat als er een adviescommissie komt, die gevormd kan worden door het presidium.
Reacties op de vraag 2 over de aanbevelingen rapport Zicht op samenwerkingen.
De heer BERKHOFF zegt dat het niet aan de Twenteraad is hoe in Rijssen-Holten gediscussieerd wordt over bijvoorbeeld Soweco, een samenwerkingsverband van slechts zes gemeenten. Hij verzoekt dat soort bijeenkomsten gescheiden te houden.
De heer SCHEPPINK vindt dat er geen vergadercircus opgetuigd moet worden, waardoor niemand meer snapt waarover vergaderd wordt in Twenteverband. Gesprekken over de GR Soweco worden in de raad van Rijssen-Holten gehouden. Het is zinloos dat ook nog een keer te doen in de Twenteraad.
De heer MULLER zegt dat de vraag voorligt of de raad van Rijssen-Holten het zinvol acht gezamenlijk met andere gemeenteraden presentaties te organiseren of over een thema te spreken. Dat is informatief bedoeld, niet beleids- of kaderstellend.
De VOORZITTER concludeert uit de reacties dat hieraan geen behoefte bestaat.
6 Presentatie door de Rekenkamer West Twente: Rapport Ondernemend Rijssen-Holten
De VOORZITTER meldt dat mevrouw Stumphius en mevrouw Bakker van de Rekenkamer West Twente aanwezig zijn om het rapport te presenteren. Daarna kan de commissie vragen stellen.
Mevrouw STUMPHIUS presenteert het rapport Ondernemend Rijssen-Holten!
Vragenronde vanuit de commissie naar aanleiding van de presentatie.
De heer SCHEPPINK vraagt of iets meer gezegd kan worden over de rol van de gemeente en wat de ondernémers verwachten van die rol van de gemeente.
Hij vraagt verder of er een verschil zit tussen wat de ondernemers van de bedrijfscontactfunctionaris van de gemeente Rijssen-Holten verwachten en waarvoor deze functionaris is aangesteld naar de visie van de gemeenteraad.
De heer MULLER zegt dat er 50 ondernemers zijn ondervraagd. Hij vraagt of deze ondernemers inderdaad zijn ondervraagd of dat zij hebben gereageerd op de schriftelijke enquête.
Er zijn in Rijssen-Holten bijna 2789 bedrijven. 48 deelnemers is nog geen 2%. In hoeverre kijkt de rekenkamer naar de representativiteit van de uitslag?
In de oorspronkelijke opdracht was een van de onderdelen goed te kijken naar wat beter kan en de verschillen waar te nemen tussen de verscheiden groepen ondernemers. Spreker vraagt of er sprake is van een redelijk breed beeld van de deelnemers van de totale ondernemersgroep of dat er per kern grote verschillen in zitten.
Het college gaat bij de mogelijke oorzaken van de verschillen uit van de centrumsituatie in Holten. Hij vraagt of dat blijkt uit de 12 Holtense deelnemers.
De heer DE KOE zegt dat aanbeveling nr. 1 spreekt van betrekkelijk weinig beleid. VVD Lokaal is van mening dat dat juist de gemeente in haar kracht zet door flexibel in te spelen op vragen. Hij vraagt een reactie op de vraag of de gemeente juist meer of juist minder beleid moet maken. Zoals het college handelt en acteert, is het mogelijk dat de raad geen of beperkt inzicht heeft, omdat het beleid ondergeschikt is.
Het maakt een groot verschil of een ondernemer het cijfer 4 of 10 geeft. Inzicht in een 4 vindt spreker van essentieel belang. Hij vraagt waar een lage score uit voortkomt. Als dat inzichtelijk is, kan daarop geacteerd worden. Wat dat betreft sluit spreker zich aan bij aanbeveling 2 om te kijken hoe het beleid en de mensen zodanig ingericht worden, dat het ook past bij de Holtense ondernemers.
Mevrouw STUMPHIUS zegt op de vraag over de bedrijfscontactfunctionaris, dat de rekenkamer geen verschil heeft gezien tussen wat de ondernemers van de bedrijfscontactfunctionaris van de gemeente Rijssen-Holten verwachten en waarvoor deze functionaris is aangesteld naar de visie van de gemeenteraad. Wat naar voren kwam had te maken met de procedures en minder met het contact met de bedrijfscontactfunctionaris, want daarover waren de ondernemers goed te spreken.
Er is voor het onderzoek gebruik gemaakt van een elektronische enquête, die is uitgezet via het bestand van de bedrijfscontactfunctionaris. Er is inderdaad weinig respons op gekomen. De uitkomsten moeten daarom gezien worden als een indicatie of een signaal en niet als representatief voor de totale ondernemers.
Wat betreft de vraag over verschillen in ondernemersgroepen en of de centrumfunctie meegenomen is in de antwoorden, zegt spreekster dat dat niet als zodanig gebleken is uit de enquête. Er is hier verder niet op doorgevraagd. Er zijn wel opmerkingen gemaakt over de centrumfunctie in de bijeenkomst met de ondernemers. Of dat representatief is voor deze groep ondernemers, kan zij niet zeggen.
De heer De Koe sprak over flexibiliteit versus vastleggen van beleid. Het belangrijkste is dat de raad goed inzicht heeft en goed wordt bediend. Als het de visie is van de raad dat dat moet kunnen met veel vrijheid voor het college, dan is dat het meest geschikte middel voor de gemeente Rijssen-Holten. Wel kan het zo zijn dat er in de programma’s veel uitgaven worden gedaan, waarover de raad een mening heeft, maar die in het begin met elkaar zijn goedgekeurd.
Zij vraagt de heer De Koe zijn vraag toe te lichten over de totstandkoming van de slechte scores.
De heer DE KOE vraagt of de rekenkamer inzicht heeft hoe die slechte scores tot stand zijn gekomen. Dat gaat niet zozeer om de groep ondernemers, maar om handvaten te hebben bij de onderzoeksresultaten.
Mevrouw STUMPHIUS zegt dat er in de enquête een mogelijkheid was voor open antwoorden. Daarbij is een aantal zaken aangegeven. Dat betreft bijvoorbeeld een omgevingsvisie die niet aansluit bij wat een ondernemer zou willen met zijn bedrijf. Dat kan ook gaan om verbouwingen of om wegwerkzaamheden in het centrum.
De heer BERKHOFF zegt dat de enquête elektronisch is uitgezet. Hij vraagt of de lijst hiervoor is aangeleverd door de bedrijfscontactfunctionaris of dat de enquête verspreid is onder alle 2789 ondernemers en waarop maar 50 ondernemers hebben gereageerd.
Mevrouw STUMPHIUS zegt dat voor de enquête de lijst is gebruikt van de bedrijfscontactfunctionaris. Daar is geen selectie uit gemaakt.
De heer MULLER zegt dat gesproken wordt over eenzelfde benadering die voor de verschillende kernen effectief is. In het rapport staat “De analyse kan input leveren om te differentiëren in benaderingswijze”. Spreker vraagt of het gaat om de communicatie of communicatieruis of om de middelen die ingezet worden ten behoeve van het ondersteunen van het Midden- en kleinbedrijf.
De heer NOORDAM vraagt bij de beantwoording van de vraag van de heer Muller ook te kijken naar het verschil tussen detailhandel en industrie.
Mevrouw STUMPHIUS zegt dat zo’n analyse voor beide kan gelden. Als nader onderzoek wordt gedaan naar het verschil, dan kan dat zowel voor de vorm als voor de inhoud gevolgen hebben. Het kan ook zijn dat het uiteindelijk voor beide niet nodig is. De rekenkamer kan daarover op basis van de enquête niets zeggen. Hetzelfde geldt voor het onderscheid tussen industrie en detailhandel.
De VOORZITTER dankt voor de presentatie en het beantwoorden van de vragen.
Het rekenkamerrapport ligt ter discussie voor. Via het presidium komt er een raadsvoorstel voor de raad van 22 december a.s.
Eerste termijn
De heer KLEIN VELDERMAN gaat in op het verschil tussen Rijssen en Holten en waarom beide kernen een verschillend beeld laten zien. Het college zegt hierover, hoewel men geen inzicht heeft in de uitkomst van de onderzoeksvragen, dat de indruk bestaat dat dit komt door de recente ontwikkelingen in het centrum. Spreker vraagt welke recente ontwikkelingen bedoeld worden. Verder vraagt hij waarom het college, met deze kennis, er niets aan doet.
De heer MULLER zegt dat de constatering dat de gemeente aantoonbaar handelt naar de ambities, voor Gemeentebelang niet verrassend is. Het is prettig dat dit objectief is bevestigd.
Het aantal deelnemers aan het onderzoek van minder dan 2% maakt het rapport niet sterk. Het is jammer dat er geen inzicht is verkregen in de verschillende doelgroepen en branches en dat er geen concrete voorstellen per doelgroep zijn geformuleerd. Het signaal van de lage waardering in Holten is zeker van belang. De rekenkamer beveelt aan het ondernemersbestand van beide kernen te analyseren op type ondernemers en type ondernemingen. Die analyse kan input leveren door differentiatie in de benaderingswijze, zo staat in het rapport. Het college wil die analyse integreren in een evaluatie van het economische programma. Als het lagere oordeel vanuit Holten echter vooral veroorzaakt wordt door de centrumperikelen, dan adviseert Gemeentebelang nadrukkelijk deze aanbeveling ook te betrekken bij het opstellen van de structuurvisie, waarmee binnenkort gestart wordt, en dit mee te nemen in de manier van benaderen en in de gesprekken.
Het college neemt een aantal aanbevelingen mee in het overleg met ondernemers en de ondernemersverenigingen. Wat Gemeentebelang betreft behoort daar de score uit Holten bij. Het is goed de beeldvorming om te zetten in concrete feiten en acties ten behoeve van de bijna 3000 ondernemers. Gemeentebelang ondersteunt de aanbevelingen van harte.
De heer WESSELS dankt de rekenkamer voor het onderzoek. De rekenkamer had wellicht een vooruitziende blik toen het onderzoek begin 2016 werd uitgevoerd, gezien het bericht over Rijssen-Holten als MKB-vriendelijkste gemeente. Dat is voor het CDA eigenlijk de basis, al zijn er punten die wellicht verbeterd kunnen worden. Rijssen-Holten mag wat dat betreft echter haar zegeningen tellen dat zij het op dat gebied heel goed doet.
De heer De Koe zei dat niet alles tot in detail is vastgelegd hoe deze gemeente te werk gaat, maar dat anderzijds daarin ook de kracht ligt. In het Deltaplan Rijssen-Holten Werkt! werd al heel inzichtelijk gemaakt wat de doelen zijn en waar de gemeente naartoe wil. Dat is een goede insteek geweest: kijk wat er op een bepaald moment nodig is, onderneem daarop actie en houd vervolgens de vinger aan de pols. Rijssen-Holten is daarmee op een heel goede weg.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal blij is met het onderzoek, dat echter ook een aantal vragen oproept over bijvoorbeeld differentiatie en groepen ondernemers. VVD Lokaal sluit zich wat dat betreft aan bij de heer Muller, die sprak over de slechte scores. Het college benoemt oorzaken die de onderzoeksuitslagen hebben kunnen beïnvloeden. Het is wenselijk dat er verschillende groepen benoemd kunnen worden in toekomstige benaderingen. Het is belangrijk verder te kijken naar wat de verschillen in benadering zijn tussen Rijssen en Holten en ook tussen de ondernemersgroepen. Als dat meegenomen wordt naar de toekomst, komt de gemeente langzaamaan een stap verder. Het is belangrijk als ondernemende gemeente te constateren dat het heel goed gaat, maar dat het altijd beter kan en moet.
De heer BERKHOFF dankt de rekenkamer voor het onderzoek en de duidelijke presentatie. Er is een goed onderzoek geweest, waar de raad mee uit de voeten kan. Het bewijst ook dat het beleid dat de raad voorstaat en dat het college heeft gevoerd, zijn vruchten heeft afgeworpen.
Er is door anderen gesproken over meer op detail te gaan werken. Volgens spreker gaat het hier om beleid en moet niet alles tot in detail vastgelegd worden op branches en op onderscheid tussen Holten en Rijssen. De gemeente zou zichzelf daarmee voor de voeten lopen met veel regels en dergelijke.
Er hebben slechts 50 ondernemers gereageerd. De ChristenUnie vat het echter op als een stuk tevredenheid bij de ondernemers over het beleid van de gemeente en dat er een prima ondernemersklimaat is. Zij is daarom blij met het rekenkamerrapport en onderschrijft ook de reactie van het college.
De heer SCHEPPINK dankt de rekenkamer voor het gedegen rapport, zeker gezien de beperkte middelen en de tijd die de rekenkamer krijgt voor een onderzoek. Hij kan zich niet vinden in woorden van anderen, die zeggen dat de onderzoeken niet deugdelijk zijn en dat zij er meer van hadden verwacht. Als de raad verder onderzoek wil, moeten er daartoe voorstellen komen.
De heer MULLER merkt op dat hij heeft verwezen naar de onderzoeksopdracht, zoals is geformuleerd. Hij vraagt of de heer Scheppink zich de onderzoeksopdracht herkent.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij de onderzoeksopdracht herkent, zeker gezien de middelen en de tijd die de rekenkamer ervoor krijgt. Spreker bemerkte bij de heer Muller een ondertoon, dat hij een gedetailleerder en diepgravender onderzoek had verwacht.
Spreker sluit zich volledig aan bij de woorden van de heer Wessels met betrekking tot het beleid en de aanbevelingen van de rekenkamer. Burgemeester HOFLAND zegt dat de rekenkamer onderzoek heeft gedaan De reacties die daarop zijn ontvangen en de gesprekken die zijn gevoerd, leveren een bepaald beeld op. Dat is vanavond gepresenteerd. Het college herkent zich in dat beeld, namelijk dat Rijssen-Holten een actieve gemeente is, die openstaat en die een actief economisch beleid voert. Als het onderzoek gezet wordt naast het onderzoek naar MKB-vriendelijkste gemeente, is dat eveneens een beeld dat het college herkent. Rijssen-Holten is MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland. Beide zaken spreken elkaar niet tegen, volgens spreker.
In het onderzoeksrapport MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland en in voorliggend rekenkamerrapport staan aanbevelingen. Die heeft de gemeente nodig om af en toe een impuls te krijgen en te kijken hoe zij ervoor staat, te kijken wat er nog beter kan en daar de energie in te steken. Op die manier heeft het college gekeken naar het rapport van de rekenkamer. Bij een aantal onderwerpen kunnen er voetnoten geplaatst worden, maar als gekeken wordt naar het algemene beeld, dan mag Rijssen-Holten best uitspreken dat zij het goed voor elkaar heeft.
In het college en in de vragenronde van zojuist aan de rekenkamer kwam het punt naar voren hoe omgegaan moet worden met twee kernen. De heer Klein Velderman vroeg waarom het college er niets aan doet als het slecht gaat in Holten. Dat is volgens spreker te kort door de bocht gesteld. Als het gaat om de actualiteit, dan zijn ondernemers in Holten meer dan tevreden over de activiteiten en de aanpassingen die de gemeente de laatste jaren heeft verricht in Holten. De ondernemers vinden echter, zoals ook het college dat vindt, dat een aantal zaken nog verder afgerond moet worden. Het college is druk bezig met deze zaken: de gemeente staat nu, met het akkoord met de Enkco, aan de vooravond van realisering van de stationsomgeving en ook verwacht spreker binnenkort met Albert Heijn tot een akkoord te komen. Als dan gevraagd wordt daar meer druk op te zetten, dan neemt het college dat over. In de aanbevelingen in het rapport gaat het daar in feite niet over. Daarin staat dat nog eens goed gekeken moet worden hoe om te gaan met verschillende kernen en of daar wellicht verder naar geacteerd moet worden. De gedachte om daar eens bij stil te staan, spreekt het college in die zin aan, want als die behoefte wordt opgemerkt, moet daarop een antwoord gegeven worden. Wat het college betreft past dit ook in de roep die eerder in de raadzaal is gehoord, o.a. van de SGP, om te komen met een economische visie. Dat is vertaald in de brief van het college als reactie op het rapport van de rekenkamer en in de strategische visie. Voor “strategische visie” moet dan gelezen worden “strategisch-economische visie”. Het college stelt zich voor de opmerkingen die gemaakt zijn in voorliggend rapport en in het onderzoeksrapport naar MKB-vriendelijkste gemeente, mee te nemen in de evaluatie van Rijssen-Holten Werkt!. Daarna, over ongeveer twee jaar, wil het college de discussie voeren over de vraag welke economische visie er voor Rijssen-Holten moet zijn, hoe aangekeken wordt tegen de kernen en hoe dat allemaal inpasbaar kan blijven. Dat lijkt het college een betere weg dan nu hapsnap enkele dingen te roepen zonder dat daar een deugdelijke onderbouwing bij hoort.
Tweede termijn
De heer KLEIN VELDERMAN zegt blij te zijn met de reactie van het college en dat het goed is dat er serieus gekeken wordt naar verschillen in de kernen. Het college komt met een indicatie van ‘dit zou er aan de hand kunnen zijn’. Spreker zegt dat over te nemen. Vervolgens is het kennelijk iets waarop het college weinig invloed heeft; er zouden ook andere zaken kunnen zijn die de grondslag vormen voor de lage score in Holten. MKB-vriendelijkste gemeente zijn en dan een 6 scoren op het ondernemersklimaat strookt niet helemaal.
De heer SCHEPPINK zegt tegen de heer Klein Velderman dat het college duidelijk zegt dat er echt iets verandert in Holten. De heer Klein Velderman neemt dat slechts voor waarheid aan. Spreker raadt hem aan te gaan kijken in Holten. Daar gebeurt heel veel.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt bij interruptie dat hij in Holten woont. De heer Scheppink woont niet in Holten en heeft er derhalve niet zo’n goed beeld van.
De heer SCHEPPINK zegt dat het vreemd is dat de heer Klein Velderman tegen het college zegt dat er iets aan gedaan moet worden. Er gebeurt echter al veel. Als er niets gebeurt, is het niet goed volgens D66. Als er wel wat gebeurt, is het ook niet goed volgens D66. Als het opgelost wordt, gebeurt het niet snel genoeg, volgens D66, of er mankeert wat aan de communicatie.
De VOORZITTER zegt dat het raadsvoorstel over de vaststelling van het rekenkamerrapport nog volgt na de vergadering van het presidium en derhalve een bespreekstuk wordt voor de raad van 22 december 2016.
7 Raadsvoorstel Agenda van Twente – Evaluatie (Hofland)
De heer WESSELS zegt dat het CDA instemt met de verkenning naar een nieuwe regionale agenda. Als het college komt met voorstellen, zal het CDA die op hun merites beoordelen. Het CDA is op voorhand niet tegen een vervolg.
De heer DE KOE refereert aan de radenbijeenkomst in Vroomshoop als afsluiting van de evaluatie en een vooruitblik naar een eventuele verkenning voor nieuwe regionale samenwerking ofwel de Agenda van Twente. In de bijeenkomst kwam duidelijk naar voren dat Rijssen-Holten nogal kritisch was. Rijssen-Holten werd in die bijeenkomst op het matje geroepen, naar het gevoel van spreker.
De heer MULLER vraagt bij interruptie of de heer De Koe is vergeten dat hij aan het eind van die vergadering vrijwillig naar voren stapte om te duiden dat hij nog niet alle vragen beantwoord had gekregen.
De heer DE KOE antwoordt hierop dat over de vraag die aan het eind van die bijeenkomst werd gesteld, aan het begin van de bijeenkomst werd gezegd dat deze niet gesteld zou mogen worden en dat het die avond daarover niet ging. In dat opzicht voelde spreker zich in de hoek gezet.
De vraag van vanavond is of ingestemd wordt met een verkenning naar een eventueel vervolg op de Agenda van Twente. VVD Lokaal zegt daar niet per definitie nee tegen. Wel moet er een betere focus en verantwoording zijn voor de verstrekte gelden. Dat zou moeten gaan over punten die allen in Twente bindt. Daaraan ontbrak het in beide gevallen, zoals blijkt uit de evaluatie van de Agenda van Twente. Voldoet deze niet aan een van de punten of VVD Lokaal krijgt het gevoel opnieuw in een Agenda van Twente gerommeld te worden, dan stemt zij tegen.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang kennis heeft genomen van de evaluatie, zowel in woord bij de diverse bijeenkomsten als in het lezen van de beantwoording van de allerlaatste vragen. Gemeentebelang stemt in met de verkenning.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie instemt met een verkenning naar een eventuele Agenda van Twente. Hij suggereert aandacht te geven aan de opmerking van D66, dat de ondernemers in Holten het ondergeschoven kindje zijn van de gemeente.
De heer MEIJERIJNK zegt dat de PvdA instemt met de verkenning. Spreker sluit zich aan bij de woorden van de heer Wessels om de voorstellen te zijner tijd op hun merites beoordelen.
De vorige keer dat is gesproken over de evaluatie, kwam als pijnpunt naar voren dat de effecten van alle maatregelen moeilijk te meten zijn. Als hierover voorstellen komen, ziet de PvdA graag dat de effecten van de inspanningen en van het vele geld dat erin gestoken wordt, meetbaar zijn en dat een duidelijk resultaat gepresenteerd wordt.
De heer SCHEPPINK zegt dat duidelijk moet zijn wat er verkend wordt: wat zijn de problemen en wat moet er opgelost worden met een nieuwe Agenda van Twente? De term “Agenda van Twente” is wat de SGP betreft niet geheel passend. Het moet gaan om afzonderlijke voorstellen, die iets oplossen, en er hoeft niet een complete agenda te komen met grote ambities. Daarbij moet ook gekeken worden of elders financiering te vinden is. Als dat echt niet mogelijk is, kan bekeken worden hoeveel de raad alsnog beschikbaar moet stellen. Spreker stelt kortom voor dat het eerst moet gaan om de inhoud en dat daarna een voorstel voorgelegd kan worden. Wat spreker betreft, is een Agenda van Twente altijd een ‘coalition of the willing’ en niet iets anders.
Burgemeester HOFLAND dankt voor de steun om de verkenning te gaan doen. Spreker zal namens Rijssen-Holten daarbij de verkenner zijn. De reacties die de commissie vanavond geeft, zijn ook de reacties die het college steeds naar voren heeft gebracht en die ook uitgestraald worden in Twente.
Rijssen-Holten heeft bij de evaluatie al snel gezegd dat focus, effectmeting en verantwoording meer en beter moeten zijn en dat vanuit die basis gekeken kan worden of er een nieuwe Agenda van Twente zou kunnen komen. De houding die raad en college steeds hebben uitgestraald, was: verleid ons op de inhoud en kom daarna met financiële voorstellen. In die zin wil spreker de vertegenwoordigers van de raad een compliment maken, die steeds de moeite nemen naar de bijeenkomsten van de Twenteraad te gaan om daarbij stil te staan, hun vragen te stellen en aan te geven een genuanceerd beeld bij de Agenda van Twente te hebben. In feite is het namelijk een collegeregeling en moet de raad dealen met het college. Spreker benadrukt dat in de radenbijeenkomsten en radenoplopen die georganiseerd worden, geen besluitvorming plaatsvindt, maar dat het een zaak blijft van de individuele colleges en de individuele raden. Er moet met reserve gekeken worden naar alle activiteiten die gestimuleerd en georganiseerd worden door een of twee griffiers en een of twee raadsleden. De democratische legitimatie wordt niet weggegeven, maar vindt plaats in de eigen gemeente.
Er moet blijvend kritisch gekeken worden naar de Agenda van Twente, die volgens spreker ook wel “Afslag 35” genoemd kan worden, om helder te krijgen welk probleem opgelost wordt met welk doel, hoeveel middelen daarvoor beschikbaar gesteld moeten worden en hoe gemeten kan worden dat die middelen goed besteed worden. Dat gegeven en die les die hier eerder is getrokken, neemt spreker als belangrijk gegeven vanuit Rijssen-Holten mee in de verkenning naar een nieuwe Agenda van Twente.
De VOORZITTER concludeert de commissie adviseert het raadsvoorstel Agenda van Twente als hamerstuk te behandelen in de raad van 22 december 2016.
8 Raadsvoorstel belastingvoorstellen (Beens)
Er worden geen vragen gesteld.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel belastingvoorstellen als hamerstuk te behandelen in de raad.
9 Raadsvoorstel 5e wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Rijssen-Holten 2010 (Hofland)
De heer POLMAN vraagt welke risico’s de gemeente loopt als de aanpassingen in een keer worden meegenomen bij de aanpassingen in 2017.
Burgemeester HOFLAND zegt dat voorgestelde wijzigingen vaak in de pas lopen met jurisprudentie en ontwikkelingen. Om als gemeente niet tegen problemen aan te lopen in de uitvoering, wordt deze wijziging aan de raad voorgelegd. Eén punt, namelijk 1.3, wordt nu niet aangepast, maar eerst nog verder onderzocht.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel 5e wijziging Algemeen Plaatselijke Verordening Rijssen-Holten 2010 als hamerstuk te behandelen in de raad.
10. Vergroting meerwaarde deelname Euregio (opiniërend; Hofland)
De heer BOSMA zegt dat de SGP in het verleden wel eens kritische kanttekeningen heeft geplaatst bij deelname van de gemeente Rijssen-Holten aan de Euregio. De laatste tijd is de raad wat nadrukkelijker meegenomen in alle besognes van de Euregio. Wat de SGP betreft kan deelname van Rijssen-Holten bestendigd worden. Het lijkt haar een goed idee ambtelijk aan paar uur vrij te maken om te kijken hoe er meerwaarde uit de Euregio gehaald kan worden. Zij staat positief in dit voorstel.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA de lijn van de SGP volgt en geen punt maakt van één uur ambtelijke inzet per week.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat ook D66 positief staat tegenover dit voorstel.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang licht begerig kijkt naar de INTERREG-6-gelden. Er zijn behoorlijke cofinancieringstrajecten en extra mogelijkheden voor het toeristische MKB. Spreker vraagt of de gezamenlijke subsidiecoördinator van Rijssen-Holten en Wierden in deze ontwikkelingen een rol kan spelen. Verder vraagt hij of er een plan van aanpak komt met betrekking tot de industrie of de ondernemers over het vormgeven van de samenwerking met Duitse bedrijven.
De heer NOORDAM zegt dat hij namens de gemeenteraad afgevaardigde in de Euregio is sinds 2014. Tot dat moment was er slechts één ambassadeur vanuit de gemeenteraad, mevrouw Riezebos. Zij is een ontzettend goed Euregio-raadslid. Het niet gemakkelijk om Euregio-raadslid te zijn: vaak ver reizen, lange vergaderingen, veel vergaderingen. Spreker refereert aan de afgelopen jaren, waarin er volgens hem in de raad niet over de Euregio is gesproken. Er is sympathie voor het voorliggende voorstel, maar spreker heeft het gevoel dat Rijssen-Holten meer naar de Euregio brengt en er niets vandaan haalt. Hij wil hierover graag de mening horen van de andere fracties.
Burgemeester HOFLAND zegt blij te zijn met de brede steun om verder te gaan, ook inhoudelijk, met de Euregio. Het klopt dat het Euregio-vlammetje in Rijssen-Holten een paar keer ter discussie heeft gestaan. Mevrouw Riezebos en de heer Noordam hebben dat vlammetje echter wel goed bewaakt. Later is er met de komst van wethouder Tijhof ook in het college meer aandacht en focus gekomen op de Euregio.
De Stichting Jumelage heeft zich altijd sterk gemaakt voor uitwisselingen van personen met de partnergemeenten. Deze stichting houdt deze maand definitief op door de stopzetting van de subsidie. Het gemeentebestuur heeft zich hierdoor de vraag gesteld hoe een aantal economische contacten aan de Duitse zijde opgepakt wordt. De Euregio speelt daarin een heel belangrijke rol.
Spreker is blij met voorliggend voorstel. Als er echt werk van gemaakt moet worden, dan is het college bereid daarvoor ambtelijke uren beschikbaar te stellen via de begroting.
In WT4-verband is een subsidiecoördinatieplan voor twee jaar opgezet. Het college heeft aangegeven in beeld te willen hebben hoe door middel van subsidiecoördinatie daarin de weg beter en sneller te vinden is op het gebied van zowel Europese subsidies, Euregiosubsidies als landelijke subsidies. Het college wil daarop meer de focus leggen, omdat er een gevoel heerst dat men achter de feiten aanloopt. Spreker zegt toe dat de vertaling van ambtelijke capaciteit gekoppeld wordt aan een structurele invulling van subsidiecoördinatie en werkzaamheden in Euregioverband.
Tweede termijn
Mevrouw RIEZEBOS dankt de heer Noordam voor zijn complimenten.
De Stichting Jumelage was inderdaad erg actief, maar de Euregioraadsleden waren niet op de hoogte van haar activiteiten. Ook vanuit de ambtelijke vertegenwoordiging van de gemeente in Euregiocommissies vernemen de afgevaardigden vanuit de gemeenteraad niets, terwijl zij wel beslissingen moeten nemen over stukken die in de Euregioraadsvergaderingen worden behandeld. Zij pleit ook op dit punt voor meer coördinatie en meer overleg.
Op 23 juni 2017, de datum waarop in Rijssen-Holten de kaderstellende raadsvergadering is gepland, is er een Algemene Ledenvergadering, waar in principe de heer Noordam, wethouder Tijhof en zijzelf aanwezig zouden moeten zijn. Zij verzoekt in het presidium te bespreken of de kaderstellende raadsvergadering kan worden verzet.
De Euregioraadsleden rapporteren weinig in de raad. Wel krijgt de raad een memo over de vergaderingen, waarin het o.a. gaat over de toekenning van subsidies. Het klopt dat de afgevaardigden meer naar de Euregioraadsvergadering brengen door hun visies te geven op bepaalde zaken, dan dat zij iets halen in de vorm van financiële voordelen voor Rijssen-Holten. Het is echter goed in dat gremium vertegenwoordigd te zijn.
Volgens de heer Noordam en haarzelf zijn er goede kansen voor Rijssen-Holten, zeker met het oog op werkgelegenheid over de grens. Er is een aantal juridische barrières, dat echter niet in de Euregio of in Twente opgelost kan worden; dat moet in Den Haag of in Berlijn gebeuren. Ook daarvoor moet er aandacht zijn.
De laatste Euregioraadsvergadering is gezegd dat de Euregio zich moet focussen op datgene waar zij goed in is. Dat is grensoverschrijdende samenwerking. De Euregio moet ook goed kijken naar de te verlenen subsidies en de meerwaarde daarvan en zich daarvoor sterk maken. Een ander heel belangrijk speerpunt van de Euregio is de verbinding over het spoor en over de weg.
De heer BOSMA zegt dat ook de SGP denkt dat er meer te halen is dan Rijssen-Holten tot nu toe doet bij de Euregio. Het is niet alleen een kwestie van halen, maar ook van brengen en van samenwerking. De gemeente zou zich wel meer kunnen focussen op de vraag: wat heeft de gemeente eraan? Spreker merkt op dat het nu toe vaak gaat om ‘klein bier’, zoals een subsidie voor Pius X. Er zou zeker eens gekeken kunnen worden naar projecten waarbij er wat meer uit de Euregio te halen is. Spreker is ervan overtuigend dat dat mogelijk is.
De heer TEN BERGE dankt de portefeuillehouder voor zijn toezegging over de link met de subsidiecoördinator.
De heer NOORDAM zegt dat de beantwoording van de burgemeester goed op zijn plaats is, evenals de reacties van overige fracties. Aangegeven wordt dat deelname aan de Euregio bestendigd moet worden en dat gezocht moet worden naar de meerwaarde. Spreker wijst op een unaniem aangenomen motie van de gemeenteraad van Haaksbergen, waar men worstelde met diezelfde vraag. Een dergelijke motie, die spreker heeft overwogen in te dienen, zou hier in principe overbodig zijn. Daarin wordt het college opgeroepen onderzoek te doen naar mogelijkheden die op economisch gebied over de grens in de Euregio liggen voor Rijssen-Holten.
De heer MULLER zegt dat mevrouw Riezebos aangeeft dat er veel mogelijkheden zijn voor de ondernemers. Aanvullend merkt spreker op dat de groepen ondernemers, en ook de recreatieondernemers, instellingen, scholen of sport waarvoor dit geldt, geïnformeerd worden over de vele mogelijkheden die, deels, voor het oprapen liggen. Een voorbeeld is dat er informatie over Rijssen-Holten en de Sallandse Heuvelrug in het Duits over de grens is aangeboden. Een mooi punt van de INTERREG-subsidie met betrekking tot toerisme is dat bedrijven hun product onder de aandacht kunnen brengen in het grensgebied. Dat hoeft niet persé een samenwerkingsverband te zijn, zoals geldt voor ander activiteiten.
Burgemeester HOFLAND zegt naar aanleiding van het pleidooi van mevrouw Riezebos, waarbij zij spreekt over coördinatie en ondersteuning, dat dit financieel moet worden vertaald bij de kadernota als de commissie vandaag instemt. Op die manier kunnen de uren en de middelen beschikbaar gesteld worden. Het college is hierover positief en wil eventueel kijken naar een ‘bypass’ voor 2017.
Naast zaken vanuit de Euregio heeft het college oog voor andere zaken en let bestuurlijk op waar gehamerd kan worden op ondersteuning van grensoverschrijdende ondersteuning. Rijssen-Holten is bijvoorbeeld lid van het Platform Middelgrote Gemeenten in Nederland; dat platform werkt aan een brief voor de toekomstige kabinetsformateurs. Op initiatief van de gemeenten Winterswijk en Rijssen-Holten wordt daarin een passage opgenomen over grensoverschrijdend werken en de beletselen die daarbij ervaren worden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt in aanvulling op haar woorden in de eerste termijn, dat er niet veel ambtelijke capaciteit gekoppeld hoeft te worden aan de coördinatie en dat dit niet direct financieel vertaald hoeft te worden. Een ambtenaar die vertegenwoordigd is in een commissie kan telefonisch kort even doorgeven wat er besproken is. Op deze manier kunnen ook eventuele activiteiten doorgegeven worden. Dat geeft meer samenhang en de vertegenwoordigers van de raad in de Euregioraad zijn daardoor goed op de hoogte.
11 Actiepuntenlijst
De volgende actiepunten zijn beantwoord en kunnen van de lijst afgevoerd worden:
- 16-18: Alcoholpreventiebeleid.
- 16-19: Daling OZB-inkomsten vakantieparken.
- 16-10: Nadelig bedrag van € 394.000 op het punt van de uitkeringen, vermeld op bladzijde 5 van de Bestuursrapportage voorjaar 2016.
- 16-03: Deelname Euregio.
Burgemeester HOFLAND zegt over het actiepunt Evaluatie Drank- en Horecawet, dat er hard aan gewerkt wordt om het onderwerp nog dit jaar te bespreken in het college. Daarna komt het stuk zo snel mogelijk naar de raad toe.
12 Rondvraag
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt naar aanleiding van een interview met mevrouw Abbes, teamchef van het Politiebasisteam Twente West op de vraag welk politiebureau moest sluiten, of de burgemeester hierop een toelichting kan geven.
Er heeft een evaluatie plaatsgevonden op de Drank- en horecawet. Spreker vraagt het college of hierbij ook de Tabakswet meegenomen kan worden.
Burgemeester HOFLAND zegt dat bij het college niets bekend is omtrent de sluiting van het politiebureau. De verwachting is hierover in december/januari uitsluitsel te krijgen.
Wat betreft de handhaving van de Drank- en horecawet is er recent een onderzoek gedaan. Dat mag en kan niet vermengd worden met de Tabakswet. Die bevoegdheid valt niet onder de BOA’s, maar onder de verantwoordelijkheid van de Voedsel- en Warenautoriteit.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de Voedsel- en Warenautoriteit hierover meldt dat dit uitstekend kan. Iedereen kan een melding doen. Spreker stelt voor in het mystery-guestonderzoek ook dit aspect mee te nemen.
Burgemeester HOFLAND zegt dat waar het echt nodig is en er excessen geconstateerd worden, de gemeente gebruik maakt van de plicht om andere autoriteiten te waarschuwen. Dat is echter geen stelselmatig beleid. Er worden controles uitgevoerd op verkoop van alcohol aan personen onder de achttien jaar. Dat wordt niet uitgebreid door de gemeente om geen misbruik van haar positie te maken. Waar geconstateerd wordt dat er gerookt wordt in kantines en waar dit veelvuldig gebeurt, kan er wel een melding gedaan worden bij de Voedsel- en Warenautoriteit.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de uitkomst van het mystery-guestonderzoek op sommige punten schokkend was. Zij vraagt welke acties hierop genomen worden.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de horeca in het algemeen de regels redelijk goed naleeft. Instellingen die niet aan de regels hebben voldaan, hebben inmiddels een aanschrijving ontvangen met de waarschuwing dat bij volgende overtredingen het handhavingsprogramma wordt toegepast, waarbij boetes opgelegd kunnen worden van € 1360,-.
De heer SCHEPPINK zegt dat de raad vorig jaar met ’stoom en kokend water’ het Twentebedrijf moest oprichten. Spreker heeft gevraagd hoe dat mogelijk was zonder businessplan en zonder visie. Bij de ingekomen stukken voor de raad is nu inderdaad een brief opgenomen met het bericht dat het Twentebedrijf ‘on hold’ wordt gezet. Spreker vraagt wie het bestuurlijke lef heeft de stekker hieruit te trekken en wat het de gemeente gaat kosten als het bedrijf ‘on hold’ blijft staan.
Wethouder BEENS zegt dat in het AB van het Twentebedrijf is afgesproken dat 2017 wordt gebruikt om te bekijken of er samenwerkingsverbanden zijn die het werk willen onderbrengen in het Twentebedrijf. Als dat niet het geval is, wordt het Twentebedrijf beëindigd eind 2017. Het gaat de gemeente voor het cascobedrijf geen geld kosten.
12 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.30 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 13 februari 2017.