Commissie ABZM 8 mei 2017 (19:00)
- Datum:
- 08-05-2017
- Tijd:
- 19:00 - 20:10
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, G.D. ten Berge en F.J. Wessels |
ChristenUnie | J. Berkhoff en N.J. Otten |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Kuiper-Ruitenberg en P. Kroeze |
PvdA | R.W. Meijerink, S. Kök en R.H.L. Janssen-Niehof |
VVD Lokaal | F.W. Noordam, R.A. de Koe en B.J. van den Berg |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.C. Hofland, A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, B.D. Tijhof |
Pers | 1 |
Publiek | 15 |
Van de politie Regio Oost zijn aanwezig: mw. Leemans (Hoofd Bedrijfsvoering) en mw. Knol (Districtschef)
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom, met name de dames Leemans en Knol van de politie Regio Oost.
Hij staat stil bij het overlijden van de heer J. van Veen, lid van de commissie Grondgebied en wenst de familie en de fractie veel sterkte toe.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de vergadering van 3 april 2017
Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6 Stand van zaken Agenda van Twente
Burgemeester HOFLAND zegt dat er een conceptvoorstel voorligt, dat 10 mei a.s. wordt besproken in de bestuurscommissie. Op 9 mei wordt er nog in het college over gesproken. Het standpunt dat het college inneemt kan spreker nog niet inschatten.
Hij merkt op dat de brief die het presidium heeft gestuurd niet in zijn geheel is verwerkt in het voorstel. Dat betekent dat het college met een kritische blik naar het conceptvoorstel zal kijken.
Na behandeling in de bestuurscommissie wordt er waarschijnlijk een brief aan alle raden gestuurd. Deze brief wordt opgenomen op de lijst met ingekomen stukken voor de raad, waarbij de raad er alle gelegenheid voor heeft om te reageren op deze brief.
Het kan ook zijn dat de bestuurscommissie concludeert dat het conceptvoorstel nog niet rijp is voor besluitvorming.
7 Huisvesting politiekantoor
De VOORZITTER schetst de stand van zaken. Op 4 mei jl. is een feitenrelaas met bijlagen beschikbaar gesteld aan de raad en de raadscommissie. Hiervan heeft eenieder kennis kunnen nemen. Hij geeft een toelichting op de verdere behandeling van het agendapunt.
Burgemeester HOFLAND geeft aan dat vlak voor de gemeenteraadsvergadering van 20 april jl. bekend werd dat de vestiging van het politiekantoor in Rijssen niet doorging. Tijdens de raadsvergadering is hierover een aantal opmerkingen gemaakt en is gevraagd om een feitenrelaas. Dit is gemaakt en spreker wil hierover verantwoording afleggen. Hij doet hem pijn te moeten vaststellen dat de vestiging in Rijssen niet doorgaat en hij staat open voor de vragen vanuit de commissie.
Eerste termijn
De heer KAHRAMAN laat weten te hebben uitgezocht wat de centralisatie van de politie teweeg heeft gebracht. Hij refereert hierbij vooral aan de impact op de openbare orde en veiligheid, wanneer er geen politiekantoor in Rijssen aanwezig is. Het CDA maakt zich zorgen over de veiligheid van de inwoners en spreker merkt op dat de fractie daarin gestuurd wordt door de politievakbonden, die dat beamen.
Hij gaat in op een artikel in de Volkskrant met de kop “Korpschef geeft toe: politie doorgeslagen in centralisatie en efficiency. Terug de wijk in”. Hierin staat dat korpschef de heer Akerboom zich beraadt of de politiebureaus die gesloten zijn weer geopend moeten worden.
Spreker is er verbaasd over dat de politie Regio Oost bezig is politiebureaus te sluiten. De vraag is wie er gelijk heeft. Is er sprake van doorgeslagen zijn, zoals de korpsleiding aangeeft en komt de veiligheid van de inwoners in gevaar, zoals de vakbonden dat beamen?
Spreker gaat in op de discussies over de aanrijdtijden en de daarover aangenomen motie. Hierin is melding gemaakt van het feit dat de aanrijdtijden niet gehaald worden en de vakbonden beamen ook dat de lange aanrijdtijden te maken hebben met sluiting van politiebureaus.
De VOORZITTER interrumpeert en zegt dat het gaat om de huisvesting van het politiekantoor en hij heeft het gevoel dat de heer Kahraman op een ander spoor zit. Hij vraagt hierover de mening van de heer Kahraman.
De heer KAHRAMAN zegt niets anders te doen dan de sluiting van het politiebureau in relatie te brengen met de veiligheid van de inwoners. De CDA-fractie is altijd van mening geweest dat beide bureaus, zowel in Rijssen als in Nijverdal, open moeten blijven omdat dit bijdraagt aan de veiligheid van de inwoners. De vraag aan de dames van de politie is of zij het eens zijn met de uitspraak van de korpschef.
De VOORZITTER is van mening dat de laatste vraag niet aan de dames van de politie moet worden gesteld, maar dat zij dit intern moeten behandelen. Dit is niet de reden waarom de politie hier aanwezig is.
De heer KAHRAMAN vraagt de voorzitter de kaders van de discussie aan te geven.
De VOORZITTER vindt dat de dames van de politie zelf moeten bepalen of ze de gestelde vraag willen beantwoorden of niet. Zo niet, dan moet de heer Kahraman dat accepteren.
De heer KAHRAMAN is het eens met de woorden van de voorzitter, maar vindt wel dat raadsleden ervoor zijn om zaken te duiden en als er zaken worden geduid door de korpsleiding en de vakbonden dan is spreker benieuwd hoe de dames van de politie hier tegenaan kijken. Vinden zijn ook dat er sprake is van een relatie tussen de openbare orde en veiligheid en het sluiten van politiebureaus?
De heer MEIJERINK refereert aan de stukken en zegt de indruk te hebben dat de politie de zichtlocatie wilde hebben, die de heer Baan niet wil verkopen. Hij vraagt zich af waar de hele tijd naar is gekeken.
De heer SCHEPPINK vraagt zich af waarom de raadsleden zich druk maken over een politiekantoor. Hij geeft aan dat in 2014 al werd aangegeven dat het politiebureau in Rijssen mogelijk zou worden gesloten. Vervolgens is er een politiek/bestuurlijk proces gestart om toch te proberen het kantoor in Rijssen te houden, met name omdat helder was dat daar waar de kantoren waren gesloten de aanrijdtijden nog slechter waren, terwijl de norm al niet gehaald werd. In feite stond Rijssen daarbij al op achterstand, omdat in Nijverdal al een regiokantoor van de politie is gevestigd.
Het proces is succesvol geweest tot op het laatste moment en de grond niet beschikbaar bleek. Had de gemeente de grond van te voren in eigendom gehad, dan was het geregeld geweest.
Nu het niet gelukt is moeten wij er, volgens spreker, het beste van maken. De doelstelling om de basispolitiezorg zo laag en effectief mogelijk bij de burger te houden blijft daarbij van kracht.
Spreker vraagt zich af hoe de politie de locatiekeuze heeft gemaakt en is van mening dat Rijssen beter past dan Nijverdal. Hij is ook van mening dat de argumentatie van de politie per gemeente wisselt. Wat Rijssen betreft moest het perse een zichtlocatie zijn, terwijl aan andere gemeenten is gezegd dat een kantoor niet nodig is, omdat de politie niet zichtbaar hoeft te zijn door middel van een kantoor. Hij wijst daarbij op de tegenstrijdigheid.
Spreker gaat ook in op de werkgelegenheid wanneer er een politiekantoor in Rijssen komt. De SGP wil ervoor vechten om zoveel mogelijk werkgelegenheid naar Rijssen te halen.
Hij spreekt zijn waardering uit over het uitgebreide feitenrelaas en vindt dat nu bekeken moet worden hoe de gemeente de basispolitiezorg wel op orde krijgt. Op dit moment is het naar zijn mening nog niet op orde.
Hij vraagt naar de basis waarop de locatiekeuze heeft plaatsgevonden, ook v.w.b. het aangedragen alternatief. Het feit dat er binnen een maand besloten moest worden, terwijl de oplevering pas in 2020 aan de orde is, getuigt volgens spreker van een starre houding.
De heer BERKHOFF refereert aan het feitenrelaas. In eerste instantie werd gesproken over een kavel van 2000m2. De gemeente gaat vervolgens in onderhandeling met de eigenaar van de grond en dan komt naar voren dat het een zichtlocatie moet zijn van 2750 vierkante meter.
Hij gaat in op het rapport van Ernst en Young over de vestigingsplaats, wellicht dat het beter geweest was daarin het programma van eisen waaraan het kantoor moet voldoen mee te nemen, voordat de gemeente in onderhandeling ging met de eigenaar van de grond.
Hij vraagt naar de rol van de bemiddelaar. Er werden uitgebreide onderhandelingen gevoerd en ineens wordt er begin april een bemiddelaar ingevlogen, terwijl het ging om zakelijke dingen ging als wel of niet verkopen, wel of geen zichtlocatie. Een dag later was deze bemiddelaar ook weer uit beeld. Hij vraagt hier toelichting op van de burgemeester.
Spreker begrijpt de keuze van de locatie niet en wijst daarbij op de gunstige ligging van Rijssen, ook gelet op de aanrijdtijden. Hij vraagt een toelichting van de politie hierop.
De heer KLEIN VELDERMAN begrijpt dit agendapunt niet. De politie heeft een onderzoek gedaan en heeft een keuze gemaakt waar de gemeente niet blij mee is. Hij vindt dat eenieder zijn eigen conclusie moet trekken uit het feitenrelaas en begrijpt niet wat de politie moet uitleggen. Hij wil de politie hierbij een hart onder de riem steken.
Spreker wijst op de woorden van de heer Kahraman, die de FNV erbij haalt als veiligheidsexpert, waarbij wordt aangegeven dat het onveiliger wordt in Rijssen, wanneer er geen politiekantoor aanwezig is. Hij vindt dit een gewaagde uitspraak. Wellicht dat de heer Kahraman kan toelichten op welke basis hij de FNV die rol toedicht. De FNV is een vakbond, die opkomt voor de belangen van werknemers en niet voor veiligheidskwesties.
De heer MULLER vraagt zich af waarom de plannen van de politie en de omstandigheden niet bekend waren aan het begin van het traject, bij alle partijen die erbij betrokken waren. Dit had energie en kosten gescheeld volgens hem.
Hij vraagt zich ook af waarom een zichtlocatie belangrijker is dan de meest ideale ligging. Een locatie aan de rand van Rijssen zou naar zijn mening ideaal zijn, gelet op de werkdrukomstandigheden, ligging aan de A1 etc. Hij vraagt zich daarbij ook af waarom het geboden alternatief niet zou kunnen voldoen.
Spreker wijst erop dat het het recht van een ondernemer uit Wierden is om geen grond te verkopen. Het blijft wel jammer dat hij hierover niet eerder duidelijkheid heeft gegeven.
Burgemeester HOFLAND laat weten dat de huisvestingsproblematiek verder terug gaat. Dat begon direct na de nationalisatie van de politie. In eerste instantie zou het kantoor in Nijverdal dit gaan dragen, maar er is daarbij toch een interventie geweest en is de vraag gesteld of er wel sprake is van een logische situatie.
Bij de huisvestingsplannen van de nationale politie zijn er 2 of 3 plekken in Nederland aangewezen waar op dat moment nog geen keus kon worden gemaakt. Daar behoort basisteam West Twente ook bij aldus spreker.
Van begin af aan was het helder dat zowel Nijverdal als Rijssen-Holten opteerden voor het verkrijgen van het politiekantoor, ook omdat beide gemeenten het wel belangrijk vonden een politiekantoor binnen de grenzen te hebben, omdat daarmee de basis politiezorg op een herkenbare manier aanwezig zou zijn. In de loop van de tijd is echter een aantal aspecten gewijzigd. Spreker gaat in op de druk binnen het gebied en vindt dat er daarbij wel nadrukkelijk naar Rijssen-Holten moet worden gekeken.
In de nationale agenda zijn afspraken gemaakt over de toetsing voor bepaling van de keuze van de huisvesting. Op basis daarvan zijn de gesprekken gevoerd en was het vanaf meet af niet helder hoe de huidige locaties zouden scoren en hoe de nieuwe aspecten zouden scoren. Spreker had v.w.b. Rijssen-Holten het gevoel dat ingezet moest worden op een nieuwbouwlocatie, omdat daarmee rekening kan worden gehouden met de gevoelens van Nijverdal en een locatie richting de gemeentegrens kan worden gerealiseerd. Daar is ook de term Rijssen-Noord vandaag gekomen. Dan zij er daarbij een of twee locaties die in beeld komen, waaronder genoemde locatie waar later op ingezet is. In 2015 heeft spreker al eens contact gezocht met de eigenaar van de grond of vestiging daar mogelijk zou zijn.
Vervolgens kwam er een conceptversie van een rapport van de politie beschikbaar, waarin genoemde locatie expliciet genoemd werd en zijn hierover gesprekken gevoerd met de eigenaar van de grond. Daarbij was nog niet de exacte locatie op het terrein bekend. Wat de locatie van een politiepost betreft lijkt een industrieterreinachtige omgeving niet vanzelfsprekend.
Spreker geeft aan dat het programma van eisen later is bijgesteld, maar in de onderhandelingen is wel altijd gesproken over 2000 m2 of meer. Bij de onderhandelingen kwamen ook wensen van de eigenaar van de grond op tafel en daaraan is de gemeente ook zoveel mogelijk tegemoet gekomen, zelf met collegiale hulp van de gemeente Wierden. Daarna bleek dat de betreffende ondernemer opvattingen had, waardoor er getwijfeld werd aan de bereidheid om verder mee te werken. Dit werd ook bevestigd door het ‘onderhandelingsteam’. Daarmee ontstond er een situatie en leek het niet door te gaan.
Toen heeft spreker een bemiddelaar benaderd met de vraag mee te kijken. Deze bemiddelaar heeft de partijen uitgenodigd en daarbij heeft er een intensief gesprek plaatsgevonden. Daarbij is vast-gesteld dat de partijen niet tot overeenstemming konden komen en daarna heeft de ondernemer aangegeven niet langer bereid te zijn mee te werken.
Vervolgens is een tweede locatie in beeld gekomen en is, naar aanleiding van de rapport van de politie, gekeken of deze voldeed aan de gestelde eisen. De reactie daarop is volgens spreker bekend.
Hij benadrukt nogmaals dat hij heel graag een politiekantoor in Rijssen-Holten wil hebben en gevoelsmatig meer dan gemiddelde activiteiten op het grondgebied van Rijssen-Holten ziet plaats-vinden. Hij is ook van mening dat de opmerking van de heer Scheppink, om de basiszorg dichtbij de burgers te organiseren, leidend is.
Spreker wil zich niet mengen in de discussie tussen de heer Kahraman en de voorzitter, maar vindt de relatie tussen de aanwezigheid van een politiekantoor en de openbare orde discutabel.
Hij is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid en geeft aan dat het leidend thema voor hem de komende maanden zal blijven hoe de basispolitiezorg dichtbij de burgers kan worden georganiseerd en welke stappen daarin genomen kunnen worden. Op 9 mei a.s. zal hierover een eerste gesprek plaatsvinden met de politie en spreker zal zich hier volledig voor inzetten.
De heer MEIJERINK interrumpeert en vraagt of tijdens de onderhandelingen met de heer Baan al duidelijk was dat de politie opteerde voor de zichtlocatie.
Burgemeester HOFLAND antwoordt dat in de voorfase niet is gesproken over de exacte plek, maar helder was dat er geen sprake mocht zijn van ‘wegmoffeling’.
Mevrouw LEEMANS begrijpt de teleurstelling dat het uiteindelijk toch niet is gelukt het politiekantoor in Rijssen te vestigen, dat uitdrukkelijk wel de bedoeling was als uitkomst van de businesscase die zorgvuldig met elkaar is gevolgd, om te komen tot verkrijgen van betreffende kavel.
Spreekster geeft een toelichting op deze businesscase, waarbij de gemeenten Hellendoorn, Rijssen-Holten en Wierden op de hoogte waren van de criteria waaraan de businesscase zou worden getoetst. Hierbij hebben de partijen elkaar op de hoogte gehouden van de tussenstanden. Uiteindelijk is, met een klein voordeel, gekozen voor de kavel in Rijssen, onder de voorwaarden dat deze verkregen kon worden onder de afwegingen die daarover met elkaar waren gemaakt. Dit is uiteindelijk niet gelukt.
Spreekster is van mening dat hoe dan ook de politiezorg op peil moet blijven en dat er een steunpunt voor de inwoners in Rijssen moet worden georganiseerd. Ze vindt het ook goed dat daarover op 9 mei a.s. al wordt overlegd.
Tweede termijn
De heer MULLER vraagt of al definitief besloten is over de kavel in Nijverdal, gelet op de beschikbaarheid e.d.
De heer DE KOE verbaast zich erover dat noch uit de stukken noch uit de woorden van de portefeuillehouder blijkt waarop de onderhandelingen ‘geklapt’ zijn. Hierop vraagt hij een toelichting, om ervoor te zorgen dat hier in de toekomst op gelet kan worden.
VVD Lokaal is van mening dat het politiekantoor in Rijssen thuishoort en wenst daarbij aan te tekenen dat de fractie van mening is dat de basis politiezorg op een aantal punten enigszins tekortschiet.
Hij vraagt de portefeuillehouder en de politie ervoor te zorgen dat uit de nieuwe organisatie blijkt dat de politiezorg verbeterd is. VVD Lokaal zal dit ook gaan volgen, omdat de fractie vindt dat de basispolitiezorg op orde moet zijn.
Hij gaat er overigens wel vanuit dat de portefeuillehouder er alles aan gedaan heeft, wat in zijn vermogen lag, om het kantoor in Rijssen te krijgen en het feitenrelaas wijst daar ook op.
De heer BERKHOFF bevestigt de woorden van de heer De Koe dat niet duidelijk is waar de onder-handelingen precies op gestrand zijn. Wellicht kan hierop nog een toelichting worden gegeven.
Hij dankt de portefeuillehouder voor zijn inzet en is ervan overtuigd dat alle betrokken partijen ernaar streven de politiezorg op peil te houden.
De heer KAHRAMAN biedt zijn excuses aan de twee dames van de politie aan en spreekt zijn waardering uit voor de aanwezigheid. Hij begrijpt dat ze niet op al zijn vragen willen ingaan, gelet op het feit dat het lastig is een mening te uiten over de woorden van de korpsleiding.
Hij vraagt de portefeuillehouder of het mogelijk is de vragen per brief aan de heer Akerboom te stellen, omdat hij heeft aangegeven sluitingen te willen terugdraaien. Het zou immers zonde zijn dat er nu een besluit wordt genomen waar partijen achteraf spijt van hebben.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en vraagt welk besluit de heer Kahraman bedoelt, omdat er nu helemaal geen besluit wordt genomen.
De heer KAHRAMAN zegt dat het gaat om het besluit van de heer Akerboom. De landelijke politie neemt het besluit om het politiekantoor te sluiten of niet en de heer Akerboom, als hoogste politiechef, zegt heel veel zaken te hebben ontdekt die fout zijn gegaan, zoals het sluiten van politiebureaus.
Spreker vraagt zich dus af of het wel verstandig is een politiebureau in Twente te sluiten.
Hij zegt te hebben gesproken over de politievakbond en niet over de FNV. Het is zelfs politievakbond ACP.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en zegt dat de heer Kahraman over FNV heeft gesproken
De heer SCHEPPINK zegt dat het college politiek-bestuurlijk heeft gedaan wat de raad wil vanaf 2014, ook gelet op het coalitieakkoord, waarin staat dat de raad een politiebureau in Rijssen wil houden. Het college heeft hier ook zijn best voor gedaan. Hij deelt de mening van de andere sprekers om ervoor te zorgen dat de basis politiezorg op orde blijft. De fractie koppelt dit ook aan een kantoor, omdat blijkt dat de aanrijdtijden daar waar de kantoren zijn gesloten zijn verslechterd. Hij wijst ook op het uitgaanspubliek van Rijssen en het feit dat de gemeente beschikt over een van de grotere uitgaansgelegenheden van het land, gelegen aan de A1. Hij kan zich vinden in een brief waarin de zorgen geuit worden over de basis politiezorg.
De heer MEIJERINK vraagt zich af of de onderhandelingen zijn stukgelopen op de zichtlocatie of op het feit dat de heer Baan terugkrabbelde.
Hij vindt het opvallend dat de fracties van de SGP en het CDA, die jarenlang vonden dat Rijssen een politiebureau moest hebben, nu zo mild reageren.
De heer SCHEPPINK interrumpeert en zegt dat de SGP zeker teleurgesteld is. Het gaat erom hoe dit komt en of dit proces veranderd had kunnen worden. Hij heeft gezien dat het college zijn best heeft gedaan en dat kan de fractie van de PvdA ook niet ontkennen.
De heer MEIJERINK ontkent dit ook niet, maar geeft aan een fellere reactie te hebben verwacht.
Hij heeft altijd van de politie begrepen dat de dienstverlening op peil blijft, waar het kantoor ook komt en dan maakt het niet uit waar het kantoor staat.
De heer KLEIN VELDERMAN citeert vanaf de website van de ACP: “Wat vindt de ACP over de invoering van de nationale politie. Politiemensen moeten veilig en optimaal toegerust en uitgerust hun werk kunnen doen en een bijdrage leveren aan het realiseren van orde, rust en veiligheid. Het aantal regio’s of de vorm waarin dat gebeurt is daarbij minder van belang, mits de werkgelegenheid overeind blijft”. Spreker zegt dat daar de ACP voor is en zich niet bemoeit met het vraagstuk of de veiligheid nog wel gediend wordt. De ACP zet zich in voor de belangen van de werknemers en praat met de werkgever namens de politie.
De heer BERKHOFF steunt de oproep van de heer Kahraman om een brief te sturen aan de heer Akerboom.
De heer MULLER informeert naar een antwoord op de vraag of vestiging in Nijverdal definitief is.
Gemeentebelang is teleurgesteld en dat wil de fractie nadrukkelijk uitspreken.
Hij spreekt de waardering uit over de burgemeester, die de kar in dit traject heeft getrokken en de raad steeds heeft geïnformeerd over de gang van zaken.
De fractie vertrouwt erop dat het belang van de bewoners nadrukkelijk wordt bewaakt.
Hij wil nog nadenken over het eventueel sturen van een brief, omdat dit niet op de agenda staat en ook niet aan de orde is.
Burgemeester HOFLAND gaat in op vraag waarop de onderhandelingen zijn geklapt. Hij geeft aan dat van meet af aan gesproken is over een herkenbare locatie. Daarbij zijn een aantal wensen en ideeën op tafel gekomen over uitbreidingsactiviteiten van de eigenaar in de toekomst. Geprobeerd is deze wensen te accommoderen. Dit is ook gelukt, met medewerking van de gemeente Wierden. Hij kan niet echt antwoord geven op de vraag waar het op geklapt is. Het is wel zo dat de locatie in Nijverdal in eigendom van de gemeente is, genoemde locatie niet. Het feit of de grond op voorhand verworven had moeten worden vindt spreker een lastige discussie. V.w.b. de grondverwervingspolitiek is er geacteerd en gehandeld zoals dat op dat moment verstandig leek, omdat medio 2016/2016 nog steeds niet helder was waar de definitieve locatie zou zijn. Dit was begin december 2016 pas duidelijk.
Hij heeft er moeite mee dat in algemene bewoordingen wordt gesproken over het niveau van de basis politiezorg. Er wordt gesproken over een hoger niveau en over verbeteren. Ook dhr. Visser van de politie vraagt daarbij de hulp van de raad, door aan te geven wat er concreet verbeterd moet worden.
De basiszorg politie moet op goed niveau zijn en blijven en daarvoor wordt volgens spreker nu een traject doorlopen. Hier zal spreker in tussenstappen met de commissie en de raad bij stilstaan.
De suggestie van dhr. Kahraman, gesteund door de SGP en de ChristenUnie, om een brief te schrijven aan de heer Akerboom vindt spreker een verantwoordelijkheid van de raad. Hij kan zich voorstellen dat tijdens de volgende raadsvergadering een motie vreemd aan de orde van de dag wordt ingediend, waarin de inhoud van de brief wordt geduid. Als de meerderheid van de raad instemt is een democratisch proces gevolgd en kan de brief worden gestuurd
Mevrouw LEEMANS zegt dat er over het perceel in Nijverdal een eerste verkennend gesprek heeft plaatsgevonden. Het perceel zal nu aan de voorwaarden uit de businesscase worden onderworpen en er zullen gesprekken worden gevoerd. Daarna wordt een definitief besluit genomen.
De VOORZITTER bedankt de dames van de politie voor de komst en de beantwoording van de vragen.
8 Raadsvoorstel vaststellen van de klachtenregeling raad, raadscommissies en griffie Rijssen-Holten 2017 (Hofland)
Eerste termijn
De heer KAHRAMAN gaat in op art. 5, lid 3, waarin staat dat een klacht over het college door de voorzitter van het college wordt afgehandeld. Hij merkt op dat de voorzitter ook onderdeel is van het college van B&W. Het CDA vraagt zich af hoe de inwoners hier tegenaan kijken.
De heer KLEIN VELDERMAN vindt de vraag van de heer Kahraman terecht, maar vraagt zich af wie dit dan wel moet doen; de commissaris van de Koning?
De heer KAHRAMAN zegt dat het de nestor van de raad zou kunnen zijn.
Burgemeester HOFLAND weet het antwoord niet; hij wijst evenwel op de staatsrechtelijke aspecten en vraagt de commissie het agendapunt aan te houden zodat de vraag kan worden beantwoord.
De VOORZITTER vraagt of dit antwoord ook in de raadsvergadering kan worden gegeven.
Burgemeester HOFLAND vindt dit niet zorgvuldig – ook ter voorbereiding van de fracties, omdat er dan geen afwegingsmoment plaatsvindt.
DE VOORZITTER stelt voor het voorstel door te zetten naar de volgende commissie en daarna naar de raad.
De heer MEIJERINK vraagt of de besluitvorming wel uitgesteld kán worden.
De VOORZITTER zegt dat de vraag is of dit een bevoegdheid van de raad is, t.a.v. het college waarschijnlijk niet.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de verordening wel door de raad moet worden vastgesteld.
9 Raadsvoorstel tijdelijk formatie Sociaal Domein (Beens)
Eerste termijn
De heer DE KOE zegt alle begrip te hebben voor de situatie waarin de gemeente zich bevindt. Er is een heleboel veranderd. In het verleden is hier echter uitgebreid over gesproken en toen is ook informatie verstrekt over de formatie. Dit is in het afgelopen jaar aangepast.
Hij vraagt waarom er dit jaar extra capaciteit nodig is, terwijl verwacht wordt dat dit volgend jaar niet meer zo is.
De heer TEN BERGE geeft aan dat het CDA ook verrast is door voorliggend voorstel. De decentralisaties zijn goed opgepakt en ineens wordt er gevraagd om € 350.000 extra budget. Dit is de fractie van het college niet gewend.
Hij stelt de volgende vragen:
- Waarom wordt dit voorstel nu voorgelegd en niet eerder?
- Waarom wordt niet gewacht op de uitkomsten van het onderzoek?
- Waarom wordt dit bekostigd vanuit het 2D-buffer? Dit zijn immers zorggelden en die zijn op deze manier ook geoormerkt.
- Waarom wordt dit niet vanuit de algemene middelen bekostigd?
- Is het de 2D waar dit voor wordt ingezet of gaat het om bredere inzet van ambtelijke capaciteit? Want dan is de vraag of dit past binnen de opmerking over de algemene middelen.
De heer MULLER laat weten dat er een globale raming was gemaakt van het aantal fulltime equivalenten. De door hem ingediende technische vraag is nog niet beantwoord, dus hij vraagt hoe groot de groep is en hoe groot de uitbreiding is. Hoeveel wijkt dit af t.o.v. de inschatting?
Het bedrag van € 350.000 en de € 250.000 voor de huishoudelijke ondersteuning (wordt behandeld in de commissie MDV) worden uit het egalisatiebuffer gehaald. Dan gaat het om € 600.000 in een keer, waarbij er van beide bedragen wordt gezegd dat het tijdelijk is. Tegelijkertijd wordt onderzocht wat dit structureel betekent. Hij vraagt naar de effecten wanneer dergelijk grote bedragen uit het egalisatiebuffer worden gehaald en wat dit voor 2018 structureel betekent.
De heer SCHEPPINK vraagt zich af of het wel om een begrotingswijziging gaat, want het gaat om een verschuiving binnen de post van het Sociaal Domein, van het egalisatiebuffer naar de afdelingsbudgetten. Hij vraagt een toelichting hierop.
De heer BEENS zegt zich afgevraagd te hebben of dit voorstel wel aan de raad moest worden voorgelegd. Er is gespaard en er zijn reserves opzij gezet om dergelijke zaken op te vangen. Daarom is ook het egalisatiebuffer in het leven geroepen. Er is € 1,7 miljoen buffer. In de raadbrief van 8 maart jl. is de raad op de hoogte gesteld.
In 2018 en 2019 wordt dit meegenomen in de kadernota, maar eigenlijk is dit geld nu al nodig. Daarom wordt een begrotingswijziging voorgelegd. Tegelijkertijd wordt er strak gemonitord om te kijken of dit structureel moet worden of incidenteel kan blijven.
In de Kadernota van 2018-2019 is hiervoor een bedrag opgenomen. Daarna wordt geprobeerd dit weer af te bouwen als dit kan.
De vraag is ooit gesteld of de consulenten het ook aankunnen als het tegenvalt. Er is toen afgesproken dat zodra de consulenten het niet meer aankunnen het college bij de raad terugkomt. Dat gebeurt dus op dit moment.
De reden dat er nu om budget wordt gevraagd is dat de werkdruk op bepaalde onderdelen is toegenomen. Hij verwijst daarbij naar het collegevoorstel waarin staat aangegeven aan welke teams dit budget wordt besteed (team Consulenten en team Strategie en Ondersteuning). Een en ander heeft ook te maken met de transformatie.
Op dit moment kan de gemeente het werk (bijna) niet aan. Het lukt net, met achterstanden, maar daarmee is er geen capaciteit meer om ook de transformatie door te zetten. Vanuit het college wordt de druk er ook op gezet, omdat men eerder de managementinformatie wenst. Dit houdt in dat er ook gefaciliteerd moet worden aldus spreker.
Het egalisatiebuffer is er juist voor om dergelijke financiële klappen te kunnen opvangen. Het gaat daarbij om het beleid, applicatiebeheer, de regisseurs, de consulenten jeugd en de frontoffice.
De aantallen staan in het collegevoorstel, maar het is lastig dit te vertalen naar fte’s omdat voor sommige zaken ook een bureau kan worden ingezet. Tijdelijk personeel is duurder. Bij benadering zijn er bedragen gekoppeld.
Tweede termijn
De heer DE KOE zegt dat er gesproken wordt over een tijdelijke uitbreiding, maar ook over 2017, 2018 en 2019. Spreker vindt het belangrijk dat uit de begroting straks blijkt wat de structurele problemen zijn. Volgens hem blijft het niet bij deze eenmalige € 346.000, of het bedrag wordt uitgesmeerd in overheveling van budgetten.
De heer MULLER zegt dat het hem minder gewenst lijkt om nu geld te stoppen in een egalisatiebuffer voor 2018 en 2019, als het aannemelijk is dat dit er voor de ambtelijke organisatie wordt uitgehaald. Spreker vindt het beter dat het geld dan met een duidelijk bestemming in de begroting wordt opgenomen. Hij vraagt hoe groot de bezetting wordt; met hoeveel procent deze wordt uitgebreid.
De heer SCHEPPINK merkt op dat in het raadsvoorstel de uitsplitsing, die in het collegevoorstel wel is meegenomen, niet staat. Hij vraagt dergelijke uitsplitsingen in de toekomst ook in het raadsvoorstel te verwerken.
Spreker wil de scan afwachten om te bepalen of het nodig is structurele middelen beschikbaar te stellen.
Wat de SGP betreft kan het voorstel door naar de raad.
De heer TEN BERGE vindt dat de raad zich moet realiseren hoe groot de druk is in het Sociaal Domein en hoe belangrijk de taken zijn die daar worden uitgevoerd.
Hij vraagt wanneer de raad een monitor Sociaal Domein kan verwachten, zodat hij in de toekomst beter in control is, ook gezien de nieuwe raadsperiode die eraan komt.
Wethouder BEENS zegt dat het in 2017 gaat om het bedrag van € 346.000 en dat het dus om een begrotingswijziging gaat. Hij heeft daarbij een doorkijk gegeven naar 2018 en 2019. In de kadernota zal hierover het een en ander worden meegenomen.
Spreker beaamt dat de bedragen alleen in het collegevoorstel staan. Hij is er ook verbaasd over dat deze niet in het raadsvoorstel zijn opgenomen.
Hij gaat in op het egalisatiebuffer van € 1,7 miljoen. Gevraagd wordt om hier € 346.000 uit te halen. Voor 2018 en 2019 wordt het verwerkt in de kaderstelling, dit heeft dus geen invloed op de hoogte van de buffer.
De vraag met hoeveel procent het totaal aantal fte’s wordt uitgebreid beantwoordt spreker met een NB. Hij vraagt zich wel af of deze informatie voor deze begrotingswijziging van belang is.
Spreker laat weten dat de totale organisatie beter gemonitord moet worden, waarvoor een systeem wordt ontwikkeld. Als de afdeling Sociaal Domein gevraagd wordt eerder met gegevens te komen, dan zullen de afdelingen deze gegevens wel zelf moeten genereren.
Hij verwacht in het najaar van 2017 hierover meer te kunnen zeggen, maar doet hierover geen concrete toezegging.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel tijdelijk formatie Sociaal Domein als hamerstuk te behandelen in de raad.
10 Actiepuntenlijst
Het actiepunt 17-22: vergunningen voor evenementen die elders starten is afgedaan.
Het actiepunt 15-06 blijft op de actiepuntenlijst staan.
11 Rondvraag
Er worden geen vragen gesteld.
12 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 20.10 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 26 juni 2017.