Commissie ABZM 8 september 2014 (20.00 uur)
- Datum:
- 08-09-2014
- Tijd:
- 20:00 - 22:00
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | R. Jansen, drs. E.G. Bosma en A.J. Scheppink |
CDA | Drs. I. Kahraman, G.D. ten Berge en F.J. Wessels |
ChristenUnie | B.D. Tijhof, J. van Veldhuizen en G. Pas |
Gemeentebelang | J. Beunk, J. Kuiper-Ruitenberg en P. Kroeze |
PvdA | J.J.A. ter Keurst, S. Kök en G. Pluimers-Kremer |
VVD | F.W. Noordam, E.J.W. Deijk en H.A.M. Stegehuis |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe en E. Heuver-Harbers |
D66 | Ir. H. Klein Velderman en J.B. Emmens |
Griffier | |
Wethouders | B. Beens, A.C. Hofland, R.J. Cornelissen, |
Publiek | 10 |
1 Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet allen van harte welkom.
2 Inventarisatie spreekrecht
De heer HUIZINGH heeft zich, namens Stichting Holtens Ondernemershus, gemeld voor het spreekrecht over agendapunt 9: “Realisatie Holtens Ondernemershus”.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag commissie ABZM 16 juni 2014
Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd.
Naar aanleiding van:
De heer TER KEURST gaat in op pagina 9, agendapunt 13 en vraagt of inmiddels bekend is waardoor er een dubbele uitbetaling aan bijstandscliënten heeft plaatsgevonden en of de fout is hersteld.
Wethouder BEENS zegt dat hierbij sprake was van een menselijke fout. Vooralsnog zullen de betalingen handmatig worden verwerkt, waardoor de fout niet meer kan voorkomen. Bekeken zal worden hoe dit in de toekomst weer digitaal kan plaatsvinden. Met een paar cliënten loopt nog een terugbetalingsregeling, over een paar maanden is al het geld terug aldus spreker.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6 Raadsvoorstel wijziging Gemeenschappelijke Regeling Regio Twente in verband met jeugdhulp (Hofland)
De heer TEN BERGE gaat in op de inleiding waarin gesteld wordt dat in essentie al eerder is besloten om de regionale organisatie te vormen voor de inkoop van jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning. Volgens hem heeft de raad alleen besloten over de inkoop van jeugdhulp en de taken die daarin zijn gedefinieerd en niet over de maatschappelijke ondersteuning. Hij vraagt een toelichting door de portefeuillehouder.
De heer SCHEPPINK gaat in op de achterliggende stukken over de heroriëntatie Twentse Samenwerking. Hij vraagt hoever dit proces is en hoe het college daar in staat.
Burgemeester HOFLAND zegt dat bij zijn weten de inkoop van jeugdhulp is geregeld maar dat de inkoop op andere terreinen wellicht in gezamenlijk verband plaatsvindt. Deze zaken worden in de GR geregeld.
Wethouder BEENS licht toe dat de aanbesteding van de jeugdhulp loopt en dat daarin een gedeelte dagbesteding en begeleiding is meegenomen, evenals kleinere taken binnen de AWBZ. Dit geldt niet voor de Huishoudelijke Hulp.
Tweede termijn
De heer SCHEPPINK vraagt of er informatie bekend is over de heroriëntatie op regio Twente. Het ligt op dit moment stil en spreker vraagt of het college hier actie in neemt. Het heeft ook te maken met de jeugdzorg die hierin ondergebracht wordt. Hij vraagt zich af hoe deze organisatie er uiteindelijke uit gaat zien.
Burgemeester HOFLAND zegt dat er bestuurlijk nog geen besluiten zijn genomen en laat weten dat de besluitvorming rondom de Plusregio in de Eerste en Tweede Kamer vertraging heeft opgelopen, waardoor de urgentie wat minder lijkt te zijn. Er wordt nog bekeken hoe de regio Twente, de regioraad en de gemeenteraden zich opnieuw moeten positioneren. Hiermee is een commissie onder leiding van burgemeester Robben van Wierden bezig. Er wordt gewacht op een discussiestuk.
De heer TEN BERGE vindt dat de raad niet op de stoel van de inkoop moet gaan zitten, maar hij had wel eerder en uitgebreider geïnformeerd willen worden. Hij hoopt dat de bijeenkomst van 29 september meer duidelijkheid geeft.
Burgemeester HOFLAND zegt dat als de raad het gevoel heeft dat ze eerder geïnformeerd wil worden en meer meegenomen moet worden in het proces het handig is dat de raad handvatten meegeeft aan het college over welke onderwerpen ze eerder geïnformeerd wil worden.
De heer TEN BERGE zegt dat onlangs het idee is geopperd om te gaan werken met een raadswerk-groep, met een aantal specialisten die met het college meekijken in het hele traject van de decentralisaties. Hij wil de oproep doen om tot een raadwerkgroep te komen, zodat vanuit de raad gedurende het proces kan worden aangegeven waarover ze wil meedenken of uitgebreider geïnformeerd wil worden.
De VOORZITTER zegt dat dit voorstel wordt besproken in het presidium.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel als hamerstuk te behandelen in de raad.
7 Raadsvoorstel aanwijzen van diensten van algemeen economisch belang in het kader van de Wet markt en overheid (Hofland)
De heer TER KEURSTvraagt of het Parkgebouw en het Kulturhus onder maatschappelijk vastgoed vallen en zo ja hoe het college dan denkt om te gaan met de huurcontracten die hieraan ten grondslag liggen, zeker nu ze stelt op termijn te streven naar kostendekkende tarieven en probeert problemen te voorkomen. Hij vraagt of het college hier al een visie op heeft en zo nee, wanneer de raad deze visie kan verwachten.
De heer DE KOE gaat in op het feit dat een aantal zaken juist niet kostendekkend kunnen worden doorberekend, zoals de sporthallen, zwembaden e.d. Hij vraagt hoe het college hier met het vastgoed- deel wil omgaan.
De heer TIJHOF refereert aan het onderzoek naar het open houden van de zwembaden, waarin ook gekeken is naar het privatiseren van een van de zwembaden. Hij vraagt hoe dit met voorliggend raadsvoorstel strookt.
Burgemeester HOFLAND zegt dat het college beoogt de huidige situatie te beschrijven en vast te leggen. Als vervolgens de conclusie getrokken wordt dat het beter is de zwembaden te privatiseren dan zal dit voorstel worden voorgelegd en voorliggend voorstel worden aangepast.
Spreker zegt dat deze wet voor 1 juli 2014 ingevoerd had moeten zijn, maar omdat er geen sanctie op staat is niet besloten hiervoor een extra gemeenteraadsvergadering bijeen te roepen.
Spreker laat weten dat het Parkgebouw en het Kulturhus onder het maatschappelijk vastgoed vallen en dat er sprake zou moeten zijn van kostendekkendheid. Via subsidie kan de gemeente hier wel sturend in werken.
In het collegeakkoord is aangegeven dat het vastgoed van de gemeente onderwerp van studie is en daarvoor is ook voor het eerst een wethouder benoemd. Het college zal voorstellen voorbereiden hoe ze denkt om te gaan met het vastgoed van de gemeente.
Tweede termijn
De heer WESSELS geeft aan dat het CDA blij is dat zaken nu goed op papier staan.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel als hamerstuk te behandelen in de raad.
8 Raadsvoorstel vaststellen verordening Basisregistratie Personen (Hofland)
De heer KROEZE refereert aan artikel 4.2 van de wet Basisregistratie Personen dat voorschrijft dat het college toezichthouders aanwijst, maar noch in het collegevoorstel noch in het raadsvoorstel wordt hierover geschreven. Hij vraagt hoe het college hier invulling aan gaat geven.
Hij gaat in op artikel 4.17, waarin wordt ingegaan op de bestuurlijke boete. Er is een aantal gemeenten die ervoor kiest deze boete te hanteren. Spreker vraagt naar de overwegingen van het college deze al dan niet in te zetten.
Burgemeester HOFLAND merkt op dat er een scheiding bestaat tussen waar de raad over gaat en waar het college over gaat in de aansturing van de processen e.d. Dat hier niet gesproken wordt over wat er in artikel 4.2 geregeld wordt komt doordat het college het uitvoerend orgaan is om BOA’s te benoemen en aan te wijzen. Dit wordt nooit met de raad gedeeld. Het is een collegeverantwoordelijkheid en -bevoegdheid.
Het college is nog niet zover om de bestuurlijke boete op te leggen. Daar zitten namelijk voor- en nadelen aan die ze nog nader wil onderzoeken, ook omdat op het terrein van de BOA’s wordt bekeken in hoeverre de samenwerking in WT4-verband voordeel zou kunnen opleveren. Het invoeren van een bestuurlijke boete hoeft niet altijd lucratief te zijn, het gaat namelijk gepaard met behoorlijk veel administratie.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel als hamerstuk te behandelen in de raad.
9 Realisatie Holtens Ondernemershus (Wolterink)
De heer HUIZINGH spreekt in namens het bestuur van het Holtens Ondernemershus. Hij zegt dat het idee is opgekomen bij een aantal ZZP’ers in Holten, die contact hebben gezocht met o.a. het Kulturhus, waarbij het initiatief van de ZZP’ers is uitgegaan en niet van het bestuur van het Kulturhus. Spreker is van mening dat het zinvol zou zijn dat de ZZP’ers bij elkaar komen in een faciliteit met een zakelijke omgeving. Dat geeft ‘kruisbestuiving’, dat zorgt voor een betere samenwerking en stimuleert die samenwerking, waarbij wellicht in gezamenlijkheid grotere projecten kunnen worden aangepakt.
Ze hoopt te bereiken dat de ZZP’ers op deze manier sneller groeien en dat ze daardoor ook sneller en meer werkgelegenheid in de gemeente Rijssen-Holten kunnen creëren.
Inmiddels is een zoektocht naar een geschikte ruimte gestart, waarbij de locatie van de Rabobank als uitstekend geschikt wordt geacht als het wordt verbouwd. Hieraan wordt op dit moment volop gewerkt.
De Rabobank is bereid ca. € 350.000 te investeren, maar de ZZP’ers hebben aanvullende wensen die hieruit niet gefinancierd kunnen worden. Daarom richt spreker zich tot deze commissie.
De Rabobank zal gedurende 3 jaar een eventueel exploitatietekort van de stichting aanzuiveren. Dit is voor de stichting erg belangrijk. Verder zal de uitstraling van het pand veranderen van Rabobank naar Ondernemershus. De Rabobank zal daarbij wel een frontoffice-functie vervullen met 2 medewerkers dat moet leiden tot een samenwerking van de ZZP’ers met de Rabobank. Hiervoor is het een en ander in voorbereiding en daarbij heeft de bank een aantal opdrachten aan ZZP’ers gegeven van wie gehoopt wordt dat ze straks in het gebouw gehuisvest zullen zijn. Daarbij is nu al sprake van een vorm van samenwerking ten gunste van de ZZP’ers. Gehoopt wordt dat ze kunnen profiteren van de bank. Er is in het gebouw ook een grote vergaderzaal aanwezig, waar de Rabobank vergaderingen voor relaties zal organiseren. Dat heeft dan weer een positieve uitstraling op de ZZP’ers.
Spreker heeft de discussie over het Kulturhus aangehoord, waarin de vraag is gesteld of dit geen alternatief zou zijn voor het gebouw van de Rabobank. Hij merkt op dat het Kulturhus mooi is maar zich voornamelijk richt op sociale aangelegenheden en dat is volgens spreker geen zakelijke omgeving waar je als ZZP’er je klanten wilt ontvangen. Dat geldt voor het gebouw aan de Smidsbelt, waarbij een relatief kleine ruimte is bekeken op de derde verdieping. Deze ruimte wordt als totaal ongeschikt betiteld. De ZZP’ers moeten namelijk bij elkaar gezet worden in een ruimte, zodat men snel met elkaar kan communiceren. Er zou sprake moeten zijn van een soort kantoortuin in plaats van hokjes.
Het pand aan de Tuinstraat is veel te hokkerig en is daarom ongeschikt. Spreker zegt dat het bestuur gelukkig is met de ondersteuning die de Rabobank eraan geeft en de grote investering die ze doet in voorzieningen voor de ZZP’ers, zoals een snelle WIFI-verbinding, print- en koffieapparatuur, meubilair, etc. De ZZP’ers hebben echter zelf geen geld en spreker hoopt dat de commissie c.q. de raad snel kan instemmen met de ondersteuning die het college aan de plannen geeft in de vorm van een eenmalige bijdrage aan de verbouwingskosten van € 150.000, zodat het bestuur van het Ondernemershus verder kan met het realiseren van de plannen.
De heer TER KEURST refereert aan de woorden van de heer Huizingh dat de Tuinstraat als ongeschikt wordt gezien en zegt dat het gebouw van de Rabobank blijkbaar ook niet helemaal geschikt is, gelet op de verbouwingskosten van € 235.000 voor het Ondernemershus en ruim € 100.000 door de Rabobank. Met deze kosten zou ook het gebouw aan de Tuinstraat geschikt gemaakt kunnen worden.
Hij vraagt in hoeverre het Ondernemershus gebonden is aan de Rabobank.
De heer HUIZINGH zegt dat ze niet gebonden is aan deze bank. De stichting is opgericht om het Ondernemershus tot stand te brengen, waarbij ze wel in vergevorderd stadium van overleg met de Rabobank is. Er wordt daarbij gezamenlijk gestreefd naar invulling in het pand van de Rabobank en niet in de Tuinstraat. Hij gelooft niet dat het verstandig is € 350.000 te investeren om het gebouw aan de Tuinstraat te verbouwen, waarbij de vraag ook gesteld moet worden of de gemeenteraad bereid is 3 jaar lang het exploitatieverlies te dekken en of er dan ook in de Tuinstraat een grote vergaderzaal beschikbaar is om met de Rabobank tot een samenwerking te komen en daar voordelen voor de ZZP’ers uit te halen. In Holten richt het Ondernemershus zich op bestaande ZZP’ers, waarbij ze nauw wil samenwerking met het CvJO Rijssen, want daar zit professionele ondersteuning, begeleiding enz. en vanuit daar wordt ook ondersteuning geboden aan de ZZP’ers in Holten. Met elkaar hopen ze dat daardoor “kruisbestuiving” ontstaat en er een soort broeiplaats voor creatief ondernemerschap ontstaat.
De heer BEUNK wijst op de woorden van de heer Huizingh dat hij hoopt dat de raad de bijdrage beschikbaar stelt zodat de stichting verder kan. Hij vraagt of ze niet verder gaat als de raad de
€ 150.000 niet beschikbaar stelt en vraagt hoeveel ZZP-ers hebben toegezegd in het Ondernemers-hus te gaan zitten.
De heer HUIZINGH zegt nog maar net gecommuniceerd te hebben over huurbedragen, servicekosten e.d. Het aantal aanmeldingen staat nu op 6. In totaal is er plek voor 18 ZZP-ers, waarvan 10 op de begane grond. Er zijn inmiddels 6 intentieverklaringen afgegeven. Hij verwacht de ruimtes binnen enkele weken goed bezet te hebben. Spreker zegt dat de stichting moet overleggen met de Rabobank als de gemeente geen subsidie verleent. Ze is er wel vanuit gegaan dat de gemeente bereid is een bijdrage te leveren.
Mevrouw EMMENS vraagt naar het type ZZP’er dat in het Ondernemershus gaat zitten en vraagt
wat er gebeurt met de € 150.000, die de gemeente beschikbaar stelt en die geïnvesteerd wordt, als blijkt dat het Ondernemershus na drie jaar geen succes is. Zij vraagt of de gemeente hier dan weer iets van terugkrijgt.
Spreekster vraagt hoe de stichting de neutraliteit borgt, gelet op het feit dat ze in het gebouw van de Rabobank zit, in welke mate men verplicht is zaken te doen met deze bank en hoe ervoor wordt gezorgd dat er geen beïnvloeding komt vanuit de bank.
De heer HUIZINGH zegt dat hij de ondernemers niet voldoende kent om aan te geven welke type ondernemers het zijn. Het is zeer aannemelijk dat het ZZP’ers zijn die zich richten op zakelijke dienstverlening.
Ten aanzien van de investering merkt hij op dat verbouwingen bij verkoop qua opbrengsten altijd wegvallen. Je ziet er nooit geld voor terug.
Spreker geeft aan dat de deelnemende ZZP’ers niet verplicht zijn diensten van de Rabobank af te nemen. Het bestuur is onafhankelijk maar zal daarbij niet toestaan dat een andere bank een ruimte huurt; een concurrerende instelling wil ze niet opnemen.
De heer TIJHOF merkt op dat de stichting een verplichting aangaat met de Rabobank en huur zal betalen voor het pand. Het kan zijn dat de markt over 3 jaar is aantrekt en spreker vraagt zich af in hoeverre de Rabobank dan kan besluiten het pand, voor een hoger huurbedrag, aan een ander te verhuren. Spreker vraagt hoe langdurig en duurzaam de samenwerking met de Rabobank is.
De heer HUIZINGH zegt dat de stichting het gebouw huurt met als doel ZZP’ers bij elkaar te brengen. Naast de huur betaalt de stichting verwarmings-, verlichtings- en servicekosten. Afgesproken is dat de verhuur wordt voortgezet op het moment dat het Ondernemershus een succes blijkt te zijn en daarbij is het wellicht mogelijk dat de stichting het gebouw koopt dan wel een andere ruimte zoekt. De stichting wil proberen het commercieel dekkend te krijgen, met een aanloopfase van maximaal 3 jaar.
De heer TEN BERGE vraagt hoeveel ZPP-ers er nodig zijn om de exploitatie rond te krijgen, vraagt een toelichting op de samenwerking met het CvJO en vraagt daarbij ook naar de tarieven in Rijssen en in Holten.
De heer HUIZINGH zegt dat de afspraak is dat starters zich in Rijssen melden en de bestaande ZZP’er kan in Holten terecht. Dit is het uitgangspunt, maar uitzonderingen daarop zijn mogelijk zowel in Rijssen als in Holten. Hij zegt dat de tarieven gelijk zijn, waarbij in het eerste jaar korting wordt gegeven op de huur, de servicekosten moeten wel volledig worden betaald en dit wordt dan opgebouwd. Gekeken zal worden waar de grens in deze ligt. Als deze ligt onder het break even niveau in verhouding tot de verhuurder, dan is er na 3 jaar geen sprake van een business case. Dan doet de stichting iets verkeerd of moet ze ermee stoppen. Ze voorziet zaken eerder dan na 3 jaar op break even te laten draaien en zelfs meer dan dat, waardoor er geld beschikbaar komt om initiatieven te ontwikkelen.
De heer JANSEN vraagt of de heer Huizingh bekend is met een vergelijkbaar initiatief in Holten, gelet op het feit dat de stichting dit als een bedreiging ziet. Hij wijst daarbij op de SWOT-analyse en het feit dat dit de gemeente geld kan schelen.
De heer HUIZINGH zegt hiermee niet bekend te zijn en geeft aan niet bang te zijn voor concurrentie, omdat dit juist versterkt.
De heer NOORDAM vraagt hoe lang de stichting een onderneming als “klein” betitelt. 20 ZZP’ers moeten volgens de stukken de € 250.000 opbrengen en met de € 150.000 van de gemeente zou er na drie jaar sprake moeten zijn van break even. Hij verwacht niet dat de stichting mensen voor 3 jaar een werkplek geeft met in het achterhoofd de vraag hoe dit dan na 3 jaar verder moet. Spreker vraagt wat over 3 jaar de marktconforme huurprijs is voor ZZP’ers die in het Ondernemershus zitten, zonder subsidies van de Rabobank en de gemeente.
De heer HUIZINGH zegt dat de stichting huur moet betalen als huurder van het pand. Die huur en de servicekosten moeten jaarlijks gedekt worden, dan is sprake van break even. Dit heeft niets met de investering te maken. Als het Ondernemershus na 3 jaar stopt en je hebt in die tijd als verhuurder nog niet je investering gedekt, dan lijdt de stichting een boekverlies dat wordt afgeschreven. De stichting vraagt een eenmalige bijdrage van € 150.000 van de gemeente, als bijdrage in de verbouwingskosten. De exploitatie is afgestemd op de benedenverdieping. Hier kunnen 28 ZZP’ers worden ondergebracht. 18 flexplekken en 10 werkplekken in de kantoorruimtes. De kantoorruimte is ook duurder. De bovenverdieping kan evt. ook deels of geheel worden verhuurd en die opbrengsten komen ook ten goede van de stichting. De exploitatie is slechts afgestemd op bezetting van de begane grond.
De heer NOORDAM vraagt welke garanties de stichting de ZZP’ers biedt na drie jaar.
De heer HUIZINGH zegt dat als er geen business case is na 3 jaar, het Ondernemershus stopt.
De heer NOORDAM concludeert dat er voor de gemeente geen garantie is dat het Ondernemershus na 3 jaar nog bestaat en vraagt wat een werkplek over 3 jaar kost.
De heer HUIZINGH bevestigt dit en zegt dat niemand dit kan garanderen. Hij verwijst naar de woorden van de heer Buurmeijer van het Kulturhus. Hij kan de toekomt ook niet voorspellen. Als het gebouw vol zit, beneden en boven, dan verwacht spreker dat het een succes is. Hij kan dit echter niet garanderen. Zeker is dat het Ondernemershus in elk geval 3 jaar bestaat.
Hij zegt dat een ZZP’er begint met € 119 inclusief servicekosten en eindigt met € 199 inclusief servicekosten. Het verschil vangt de stichting op.
De heer TEN BERGE vraagt in hoeverre de stichting bereid is de door de gemeente geïnvesteerde
€ 150.000 (deels) terug te betalen als blijkt dat het Ondernemershus een succes is.
De heer HUIZINGH wijst erop dat het stichtingsbestuur op vrijwillige basis werkt. Dit blijft ook zo, omdat ze denkt op deze manier een kleine bijdrage te kunnen leveren aan de werkgelegenheid. Liever zou hij zien dat de gemeente eist dat een overschot in middelen wordt ingezet in meer activiteiten ter bevordering van de werkgelegenheid. Dit is de stichting ook van plan.
Hij sluit af met de woorden dat het bestuur gelooft in het Ondernemershus en vindt dat ze de kans die ze door de Rabobank geboden krijgt niet moet laten lopen.
Mevrouw HEUVER vindt dat er wel een verschil is tussen het Kulturhus en het Ondernemershus. Ze gaat ervan uit dat na de mogelijke investering van € 150.000 het risico komt te liggen bij de stichting en niet bij de burgers van Rijssen-Holten.
De heer BEUNK gaat in op de laatste alinea van hoofdstuk 9 en zegt dat Gemeentebelang de relevantie met dit voorstel niet ziet. Hij vraagt om een toelichting.
In het voorstel staat onder punt 5: te besluiten de raad via begrotingswijziging 24-2014 met dit voorstel in te laten stemmen. Is het niet zo dat het college via het Deltaplan gemandateerd is om de hierin opgenomen bedragen in te zetten? Door te stellen dat er moet worden ingestemd met een begrotingswijziging wordt de suggestie gewekt dat deze € 150.000 niet reeds gemandateerd is via het Deltaplan. Spreker vraagt om een toelichting.
De heer TER KEURST vindt de inspraakreactie van de heer Huizingh helder. Hij vindt echter dat het gebouw aan de Tuinstraat ook geschikt gemaakt kan worden voor 28 ZZP’ers.
Spreker vraagt waarom het college het gebouw aan de Tuinstraat niet heeft aangeboden, dat economisch eigendom is van de gemeente. Hiermee lost ze een probleem voor het Kulturhus op.
De heer VAN VELDHUIZEN vraagt welk rendement het college verwacht van de € 150.000 m.b.t. de werkgelegenheid en vraagt of de Rabobank na 3 jaar, mocht het Ondernemershus worden opgeheven, nog iets kan terugbetalen van de € 150.000 van de gemeente.
Hij vindt de volgorde van behandeling van het agendapunt onlogisch. Er wordt advies gevraagd aan de commissie, daarna vindt de besluitvorming in de raad plaats maar de opening is al aangekondigd voor november 2014. Dit verbaast hem.
De heer NOORDAM zegt dat de voorgestelde werkwijze slecht voelt. Los van alternatieven als het Kulturhus en de gemiste kans. Wellicht is er voor zoveel geld nog veel meer te onderzoeken en te verbouwen. Hij vraagt zich af of de alternatieven wel voldoende onderzocht zijn en of de investering van deze € 150.000 wel voldoende oplevert. Hij onderkent dat het voorstel past binnen het Deltaplan maar vindt dat er sprake is van een slechte locatie buiten de industrieterreinen, in een straks verkeersluw centrum, terwijl de ZZP’ers naar verwachting veel gaan werken voor de bedrijven op Vletgaarsmaten.
Opinies
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA er wel positief in staat. Het ondernemend handelen door het college past in het Deltaplan en biedt een kans het Deltaplan verder gestalte te geven. Het CDA steunt dit voorstel van harte.
De heer JANSEN laat weten dat de SGP de woorden van de heer Ten Berge steunt, met name omdat het Ondernemershus in Holten de werkgelegenheid ten goede komt. Zolang er gesproken wordt over een eenmalige bijdrage steunt de SGP de plannen van harte.
De heer KLEIN VELDERMAN geeft aan dat D66 de plannen van harte ondersteunt, ze zet alleen vraagtekens bij de “kruisbestuiving”, gelet op het feit dat het gaat om doorstartende ondernemers.
Mevrouw HEUVER zegt dat Lokaal Liberaal de plannen steunt, ervan uitgaande dat de risico’s na 3 jaar niet bij de gemeente komen te liggen. Ze wijst erop dat er hiervoor middelen zij vrijgemaakt uit het Deltaplan.
Wethouder WOLTERINK zegt dat de maatschappij verandert en dat het bedrijfsleven steeds meer gebruik gaat maken van ZZP’ers, in verband met de behoefte aan flexibiliteit. Het voorliggende initiatief past hier prima in. Deze aanvraag en dit initiatief valt volgens spreker ook perfect in de strategische visie, in het beleidsakkoord en het Deltaplan.
Het kredietvoorstel moet door de raad worden geaccordeerd omdat het net niet helemaal binnen het Deltaplan past.
Hij bevestigt dat het om een eenmalige bijdrage van € 150.000 gaat.
Ook spreker is van mening dat de Tuinstraat niet geschikt is voor het huisvesten van 28 ondernemers en daarbij wijst hij ook op de overige financiële consequenties die staan omschreven in de achter-liggende stukken op pagina 22.
Wat het rendement betreft is het college van mening dat dit zich moet uitbetalen in werkgelegenheid, waar spreker vertrouwen in heeft.
Het college heeft met het stichtingsbestuur gesproken over de mogelijkheid om een ruimte in het Kulturhus te betrekken, maar kon zich daarbij vinden in de woorden die de heer Huizingh hierover in zijn inspraakreactie heeft uitgesproken.
Spreker gaat in op de functie van het Deltaplan, dat uit 16 onderdelen bestaat. Een daarvan is gericht op ZZP’ers en hoewel het niet geheel overeenkomt is het Deltaplan hier wel voor bedoeld.
Hij geeft aan dat er nog nader gesproken wordt en al is over de “kruisbestuiving”. Hij verwacht dat dit gebeurt omdat er sprake is van verschillende doelgroepen: startende en bestaande ZZP’ers.
De heer BEUNK vraagt of de € 150.000 wordt gehaald uit het budget van € 214.000 voor de stimuleringsregeling voor startende ondernemers.
Burgemeester HOFLAND verwijst naar de herkomst van het Centrum voor Jonge Ondernemers in Rijssen. Hier is nooit over gediscussieerd. Het idee is voor het eerst ontstaan in Gelderland op initiatief van de Rabobanken, waar het gemeentebestuur bij aanhaakte. Toen de gemeente met het CvJO startte was er geen enkele zekerheid dat er zich jonge ondernemers wilden vestigen. Hier is ook met de Rabobank over gesproken om bij dit initiatief aan te haken, omdat dit al in den lande succesvol gebeurde. Inmiddels is het CvJO gestart en een groot succes geworden. Hier zijn inmiddels zo’n 20 ondernemers uit Rijssen gevestigd en de Rabobank ondersteunt daarbij om ervoor te zorgen dat dit project in volle kracht vooruit gaat.
In Holten liep het net iets anders. Bestaande en nieuwe ZZP’ers zijn met elkaar in gesprek gegaan en daarbij is de behoefte uitgesproken om ook in Holten iets in deze richting te doen. Er zijn afspraken gemaakt tussen het CvJO en het Ondernemershus om geen concurrenten van elkaar te worden.
Tweede termijn
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat voor de ChristenUnie de werkgelegenheid voorop staat in plaats van het rendement op het ter beschikking te stellen bedrag. Hij blijft de volgorde in de communicatie vreemd vinden, maar zegt dat de ChristenUnie wel kan instemmen met het voorstel.
De heer TER KEURST zegt dat hij het stuk opnieuw wil bespreken in de fractie en als bespreekstuk wil behandelen in de raad.
De VOORZITTER zegt dat het gaat om een begrotingswijziging en dat er opnieuw in de raad over gesproken kan worden.
10. Actiepuntenlijst
14-04: rekenkamerrapport onderdeel Persoonlijke Internet Pagina
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er in het 1e kwartaal 2015 sprake zal zijn van een PIP. Hiermee kan het actiepunt worden afgevoerd.
14-02: agendering evaluatie jaarwisseling 2013-2014 blijft staan.
11. Rondvraag
Er zijn geen vragen.
12. Sluiting
De vergadering wordt om 21.30 uur gesloten.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 9 oktober 2014.