Commissie ABZM di 27 oktober 2015 (20:30)
- Datum:
- 27-10-2015
- Tijd:
- 20:30 - 22:30
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- dr. E.G. Bosma
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | dr. E.G. Bosma |
SGP | A.J. Scheppink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels en G.D. ten Berge |
ChristenUnie | J. Berkhoff, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en G. Pas |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, P. Kroeze en W.A.J. ter Schure |
PvdA | S. Kök en G. Pluimers-Kremer |
VVD | F.W. Noordam en E.J.W. Deijk |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe en E. Heuver-Harbers |
D66 | ir. H. Klein Velderman en C. Polman |
Griffier | |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, A.C. Hofland, B.D. Tijhof |
Gemeentesecretaris | A.C. van Eck |
Pers | 1 |
Publiek | 12 |
1 Opening
De heer BOSMA opent de vergadering met de mededeling dat hij vanavond invalt i.v.m. ziekte van de heer Reterink.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er heeft zich niemand gemeld voor het spreekrecht.
3 Vaststellen definitieve agenda
De VOORZITTER laat weten dat agendapunt 13: voorbereiding regioraadsvergadering 11 november 2015 vervalt omdat er nog geen stukken zijn. In het presidium wordt bekeken hoe dit wordt opgelost.
De heer SCHEPPINK zegt hier wel waarde aan te hechten en vindt dat, als de stukken er al wel hadden moeten zijn, de regioraadsvergadering moet worden verplaatst.
De heer MULLER zegt als vertegenwoordiger namens de raad bij de laatste regioraadsvergadering aanwezig te zijn geweest. In de notulen van deze vergadering staat volgens spreker vermeld dat de vergadering akkoord is gegaan met de handhaving van de datum van 11 november, wetende dat de stukken te laat zouden komen.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag commissie ABZM van 7 september 2015
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Burgemeester HOFLAND merkt op dat dit de eerste openbare vergadering is na de crisisopvang vluchtelingen en maakt van de gelegenheid gebruik om de raad, de inwoners en de regio Twente te bedanken voor de ondersteuning voor zijn gezin en hemzelf naar aanleiding van de bedreigingen. Hij refereert daarbij aan zijn woorden dat wij zo niet met elkaar omgaan. Die houding zal hij de komende tijd blijven aanhouden.
Hij spreekt zijn waardering ook uit voor alle vrijwilligers die Rijssen heel goed op de kaart hebben gezet en de vluchtelingen op een goede manier hebben opgenomen. Voor de rest verwijst hij naar de woorden van wethouder Cornelissen in de commissie MDV.
6 Aanvraag krediet voor aanschaf module voor de administratieve verwerking bij opsporing, controle en fraudepreventie (Tijhof)
De heer NOORDAM begrijpt de investering en refereert daarbij aan de motivatie. Hij merkt erbij op moeite te hebben met het feit dat tevens wordt ingestemd met een bedrag van € 2.055 structureel voor jaarlijks onderhoud. Dit vindt hij buitengewoon veel.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie positief adviseert.
7 Aanvraag krediet voor uitwerking motie sturings- en toezichtsinformatie (Beens)
De heer MULLER vraagt of de werkgroep prestatiesturing hierbij een rol heeft gespeeld.
De heer DE KOE begrijpt dat er behoefte is aan het toevoegen van sturingselementen aan de begroting, waarbij het goed is dat in de begroting en kaderstelling de juiste indicatoren worden gebruikt. Hij refereert aan “Waar staat je gemeente” als een van de kanalen waar de gemeente informatie vandaan haalde dan wel haalt en vraagt waarom er 200 extra manuren per jaar nodig zijn.
De heer NOORDAM snapt de opmerking van de heer De Koe en is ook verbaasd over deze 200 extra manuren. Over de rol van de werkgroep prestatiesturing geeft spreker aan dat de VVD op verzoek van deze werkgroep destijds deze motie heeft ingediend en dat deze motie unaniem is aangenomen.
Hij merkt op begrepen te hebben dat de gemeente pas over 3 jaar iets met de effecten kan en vraagt of het inderdaad zo is dat er 600 manuren nodig zijn voordat de gemeente iets aan de gegevens heeft.
De VOORZITTER constateert dat het verzoek vanuit de commissie prestatiesturing is gekomen, maar dat deze commissie niet is betrokken bij de uitvoering hiervan. De uitwerking is door het college ter hand genomen.
Wethouder BEENS geeft aan dat vanuit de werkgroep prestatiesturing de dringende vraag is gekomen om meer gegevens en cijfers inzichtelijk te hebben. Hiermee geeft het college uitvoering aan de unaniem aangenomen motie.
Spreker gaat in op de 200 extra manuren en geeft aan dat de raad de werkzaamheden rondom “Waar staat je gemeente” heeft wegbezuinigd, waardoor ze nu weer opnieuw moeten worden opgestart. Het bij elkaar zoeken van de benodigde informatie en het systeem daarmee vullen kost veel manuren. Berekend is een dagdeel per week. Na één jaar kan er wel een vergelijking met andere gemeenten worden getrokken, maar na 3 jaar is pas het verloop vanuit de eigen gemeente zichtbaar volgens spreker.
Tweede termijn
De heer DE KOE vindt het antwoord van de portefeuillehouders logisch en meent zich te herinneren dat er € 8900 is bezuinigd door niet meer deel te nemen aan “Waar staat je gemeente”. Nu moet er
€ 27.000 worden geïnvesteerd om weer informatie te verkregen en hier vraagt hij een toelichting op.
De heer SCHEPPINK zegt dat het de SGP deugd doet dat de motie is aangenomen en goed is uitgevoerd door het college.
De heer NOORDAM vindt het antwoord van de heer Scheppink ‘kort door de bocht’ een vraagt zich af wat hij gezegd zou hebben als de kosten
€ 200.000 waren geweest.
De heer SCHEPPINK zegt dat er geen bedragen zijn genoemd in de motie.
Wethouder BEENS zegt dat de gemeente hier een aantal jaren geleden ook aan heeft deelgenomen. Nu gaan we dit opnieuw doen maar is gekozen voor een breder pakket, aan de hand van de wensen vanuit de werkgroep prestatiesturing.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie positief adviseert.
8 Raadsvoorstel heroriëntatie gemeenschappelijke samenwerking Regio Twente (Hofland)
De VOORZITTER geeft aan eerst het woord te geven aan de regioraadsvertegenwoordiger om terug te koppelen uit de regioraadsvergaderingen, vervolgens krijgt het college het woord om nadere informatie met de commissie te delen over de brief van de regiovoorzitter en daarna wordt het voorstel in bespreking gegeven.
De heer MULLER zegt aanwezig te zijn geweest bij 2 regioraadsvergaderingen, nl. die van 30 september en 15 oktober als vervanger van de heer Kahraman. Kort voor de vergadering van
30 september werd een brief ontvangen met wijzigingsvoorstellen voor de nieuwe regiostructuur. Op verzoek van de vergadering is behandeling van genoemde brief uitgesteld en heeft behandeling plaatsgevonden in een ingelaste regioraad op 15 oktober. Omdat er geen raadsvergadering gepland stond is er over de inbreng van Rijssen-Holten overleg gevoerd met de fractievoorzitters.
Spreker heeft in de regioraad vragen gesteld over de financiële risico’s van het Twentebedrijf en de antwoorden daarop heeft de raad ontvangen. Als gevolg hiervan is de brief gestuurd “Proces besluitvorming” die nu voorligt ter behandeling.
Burgemeester HOFLAND gaat in op het langdurig proces over de Twentse samenwerking, dat getrokken en geleid is door de voorzitter van de regio Twente. Eerst door de heer Den Oudsten en later door de heer De Graaf. De heer De Graaf heeft een voorstel neergelegd, vlak voor zijn afscheid. Toen volgde een periode van een voorzitterloze regio Twente, dat heeft geleid tot veel onduidelijkheid, tot regioraadsvergaderingen die opnieuw gehouden zijn en tot het kiezen van een nieuwe voorzitter van de regio Twente die nu de brokstukken bij elkaar moet zoeken, in de hoop dat er nog wat van te maken is.
In de brief die de huidige voorzitter van de regio Twente, de heer Van Veldhuizen, nu voorlegt vraagt hij om besluitvorming over de stukken die begin september 2015 aan de raden zijn voorgelegd.
Het lijkt spreker bestuurlijk ook de juiste weg om te volgen en het college ondersteunt die lijn van harte.
In de brief worden drie aanvullende punten aan de orde gesteld. De vertaling en afstemming daarvan gebeurt pas in januari 2016, wanneer er een collegeregeling voorligt.
Het college heeft er, t.a.v. punt 1: het instellen van een adviescommissie aan een algemeen bestuur voor raadsleden per 1 januari 2016, geen moeite mee dit punt op te nemen in de regeling bij een eerste wijziging in 2016.
Het college heeft ook geen moeite met het loslaten van het opheffen van de limiet op het aantal commissies, maar pas nadat de besluitvorming gaat over het voorstel dat in september 2015 aan alle gemeenteraden is aangeboden. Dit kan dan bij een eerste wijziging worden aangepast.
Het college heeft wel grote moeite met het derde punt, namelijk het gelijktrekken van de bestuursstructuur van het Twente-bedrijf met de Regio Twente. Het is juist de bedoeling het Twentebedrijf een bedrijfsvoeringsaspect te laten zijn van gemeentesecretarissen. Daar moet geen bestuurlijke drukte omheen worden georganiseerd met wethouders en burgemeesters. Vertrouwen in de directeuren van de organisaties is daarbij een belangrijk aspect.
Het college kent de gevoeligheden die in de raad over dit onderwerp leven. Het is de inbreng van de raad van Rijssen-Holten geweest die ervoor heeft gezorgd dat er een splitsing is gekomen tussen de Regio Twente en het Twentebedrijf.
Het vraagstuk dat volgens spreker iedere keer op tafel komt heeft betrekking op de aansprakelijkheid. Inmiddels is het duidelijk dat de gemeenten de eerste drie jaar alleen verantwoordelijk zijn voor het casco van het Twentebedrijf. Zaken die andere partijen inbrengen kunnen niet worden doorgerekend aan de deelnemende gemeenten.
Spreker wijst erop dat als ‘nee’ gezegd wordt tegen het Twentebedrijf andere gemeenten dit kunnen uitleggen als “Rijssen-Holten wil niet meer meedoen in Twente”. Er zijn echter een flink aantal dossiers waar we goed vrijwillig samenwerking zoeken, bijvoorbeeld Samen 14 v.w.b. zorg- en welzijn en dan zouden we buiten spel kunnen komen te staan. Dit vindt hij een niet plezierig risico, omdat Rijssen-Holten in veel dossiers op plekken zit waar we ook invloed kunnen uitoefenen.
Voorkomen moet worden dat we richting Regio Twente een verkeerd en richting onze medewerkers een demotiverend signaal afgeven.
De gevoeligheden die de raad heeft geuit zijn voor het college een punt van zorg. Het college wil de raad in overweging geven om in het besluitvormingsproces, aan de hand van een motie o.i.d., aan te geven dat toetreding tot het Twentebedrijf plaatsvindt onder de voorwaarde dat de gemeente Rijssen-Holten na 3 jaar, bij een evaluatie, gratis kan uitstappen.
Het college wil zich graag inzetten om die mogelijkheid te verkennen en denkt dat dit een kans van slagen kan hebben. Daarmee behouden we alle recht voor om over 3 jaar, bij een evaluatie, te doen of te laten wat we willen en aan de andere kant geven we het Twentebedrijf daarmee de kans en de gelegenheid om zich neer te zetten en ook om nog eens kritisch te kijken naar de onderliggende afspraken die aan de zakelijke kant gemaakt moeten worden.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA altijd kritisch tegenover het Twentebedrijf heeft gestaan.
Hij splitst zijn inbreng in 2 delen: voortzetting Regio Twente en Twentebedrijf. De fractie ziet dit als 2 verschillende entiteiten. Het CDA is niet tegen samenwerking op een aantal terreinen met buurge-meenten, waarbij de kosten de belangrijkste drijfveer moeten zijn.
De bedoeling is dat er een grote organisatie wordt opgetuigd, waar veel ambtenaren tewerkgesteld worden en die wordt ondergebracht in een GR. Het CDA is van mening dat de GR een verkeerde vorm is om bedrijfsvoering in te organiseren, gelet op de wettelijke hoofdelijke aansprakelijkheden.
Als er gekozen wordt voor een BV, NV of coöperatie-vorm dan betekent dat dat iedereen aansprakelijk is voor hetgeen hij inbrengt. Bij een GR zijn de deelnemers voor alles verantwoordelijk. Het CDA is van mening dat de bedrijfsvelden wel in een GR kunnen worden ondergebracht.
Spreker gaat in op de 21% BTW die geheven wordt op de diensten die de ambtenaren terug gaan leveren en vraagt zich af hoeveel er bezuinigd kan worden om alleen dit percentage al goed te maken.
Hij refereert aan de woorden van de burgemeester over het casco en vraagt zich af hoe het juridisch kan worden geregeld dat de gemeente alleen voor dit casco aansprakelijk is.
Spreker concludeert dat de ambtenaren straks dezelfde werkzaamheden verrichten als nu, dat dit de gemeenten € 1 miljoen kost en vraagt hoe het kan dat de gemeenten eerst € 1 miljoen moeten uitgeven voordat de ambtenaren extra taken gaan verrichten.
Spreker refereert aan de ‘Coalition of the Willing’ waarin staat dat v.w.b. de beleidsvelden extra taken toegevoegd kunnen worden als gemeenten dat wenselijk achten en hij wil meegeven dat goed vastgelegd wordt, in een juiste rechtsvorm, dat de organisaties die participeren voor die extra taken zelf afgerekend worden.
Het CDA staat positief tegenover de Regio Twente, betreffende de voortzetting van de huidige taken, waarbij gewaakt moet worden voor het ontstaan van sub-regio’s Twente.
Wat het Twentebedrijf betreft stelt het CDA dat de kosten leidend zijn, waarbij de fractie de vraag wil stellen aan het college welk probleem ze met deelname in het Twentebedrijf wil oplossen.
Wellicht dat het CDA instemt wanneer er een rechtsvorm wordt gekozen waarin de gemeente een contract kan aangaan en waarbij na 3 jaar kan worden bepaald of het contract wordt voortgezet. Spreker vraagt naar de opinie van het college hierop.
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP blij was met het rapport Robben ‘Samenwerken doen we zelf’, waarin gesteld werd dat moet worden uitgegaan van de kracht van de eigen gemeente en de eigen ambtenaren. Aan de hand daarvan kan dan worden bekeken of er kan worden samengewerkt.
Ook de SGP is van mening dat het raadsvoorstel moet worden opgesplitst.
In de Regio Twente werken wij goed samen, bijvoorbeeld in Samen 14. Dit gebeurt ook zonder GR.
De fractie had de oprichting van een GR Twentebedrijf anders voorgesteld: dat daarbij gekeken zou worden hoe je slim en effectief kunt samenwerken vanuit ieders organisatie, maar in feite ligt nu de vraag voor of de raad akkoord gaat met het overhevelen van afdelingen naar een Twentebedrijf. Spreker wijst daarbij op het feit dat hij trots is op de ambtenaren van de gemeente Rijssen-Holten, onze eigen organisatie. Deze organisatie is ‘lean en mean’ georganiseerd.
Als we willen instappen in het Twentebedrijf, dan moet het geld van de laatste begroting worden ingebracht en aan de hand daarvan wordt het aantal medewerkers bepaald. Spreker is van mening dat daarmee de problemen van andere gemeenten worden opgelost.
Hij refereert aan de woorden van de Commissaris van de Koning die aangaf dat Rijssen-Holten een krachtige gemeente is die haar taken prima kan uitvoeren. Samenwerken vindt hij prima, maar er is geen enkele reden om toe te treden tot de GR Twentebedrijf, ook niet als daarmee een ‘verkeerd’ signaal wordt afgegeven. De fractie van de SGP ziet alleen bedreigingen, kostenverhogingen en geen grip meer hebben op de ambtelijke organisatie, omdat er taken buiten de deur geplaatst worden, waar je geen invloed meer op hebt.
De SGP ziet meer in een netwerksamenwerking, zoals voortkomt uit het rapport Robben, waarbij wij als gemeente moeten uitgaan van de kracht van onze eigen ambtenaren, waar wij zelf werkgever van zijn en niet een ander.
De heer BERKHOFF geeft aan dat de ChristenUnie ook problemen voorziet v.w.b. de aansprakelijk-heid binnen het Twentebedrijf.
De fractie kan wel instemmen met de voorgestelde opzet van de Regio Twente. Dit heeft ook de voorkeur van de ChristenUnie.
Het Twentebedrijf doet volgens spreker geen recht aan: ‘Wat we zelf kunnen doen we zelf’ en spreker twijfelt erover, als de gemeente Rijssen-Holten niet instapt in het Twentebedrijf, of dit gevolgen heeft voor de goede samenwerkingen binnen de Regio Twente die er al zijn.
De heer DE KOE geeft aan dat de vorige sprekers de gevoelens van Lokaal Liberaal grotendeels al hebben verwoord. Van belang is de gekozen rechtsvorm, de zekerheid dat de gemeente Rijssen-Holten zonder financiële consequenties kan uitstappen en dat ze niet aansprakelijk is voor fouten van anderen.
Spreker is het eens met de woorden van de heer Scheppink dat de gemeente Rijssen-Holten haar werk de afgelopen jaren goed heeft gedaan, met een kleine, makkelijk bestuurbare organisatie. De Regio Twente is veel minder makkelijk te besturen voorziet spreker.
Spreker vindt niet dat het voorstel van de portefeuillehouder iets toevoegt, maar vindt wel dat voorkomen moet worden dat Rijssen-Holten ‘de boot mist’.
Hij is geen voorstander van de oprichting van een GR en refereert aan de woorden van de heer Kahraman over de juiste juridische afzekering. Wellicht dat dan op termijn gekeken kan worden of er eventueel uitvoeringstaken bij het Twentebedrijf ondergebracht kunnen worden. Op dit moment ziet de fractie weinig positieve punten ten aanzien van het Twentebedrijf.
De heer NOORDAM complimenteert de vorige sprekers met de zinnige woorden en vindt het een weerbarstige zaak, ook gelet op het vertrouwen dat ooit is uitgesproken tijdens de radenbijeenkomst.
Hij heeft begrepen van de kwartiermaker dat het casco Twentebedrijf een smalle basis heeft met een grote flexibele schil eromheen, die bestaat uit ingehuurde ambtenaren. De VVD vindt deze vorm bruikbaar, praktisch en beheersbaar.
De VVD is tegen het feit dat de voorzitter van het Twentebedrijf uit Enschede moet komen en de vestiging in Enschede moet zijn.
Spreker refereert aan art. 25, dat het Twentebedrijf gemandateerd wordt tot het aangaan van geldleningen, zonder dat er beperkingen aan zitten en spreker vraagt naar de vergrendeling hiervan.
Hij refereert aan de woorden van de heer Scheppink over het rapport Robben en vindt dat met het Twentebedrijf geen sprake meer is van “Samenwerken doen we zelf”.
Spreker is van mening dat de gemeente de ogen ook niet moet sluiten voor het westen (Deventer).
De VVD kan zich vinden in het Twentebedrijf, met een smalle basis en een flexibele schil en is van mening dat de gemeente de Regio Twente ook nodig heeft.
De heer KAHRAMAN interrumpeert en refereert aan de woorden van de heer Noordam over de smalle basis en het feit dat gemeenten per onderdeel kunnen instappen. Spreker geeft aan dat de juridische afhechting het probleem is. Bij een GR zijn alle deelnemers hoofdelijk aansprakelijk dus hoe wordt hiermee omgegaan. Een basis van € 900.000, voor een organisatie die nog niets doet, vindt spreker een brede i.p.v. smalle basis.
De heer POLMAN zegt dat D66 geen aanvullende vragen heeft. De fractie staat kritisch tegenover het voorstel. Hij hoort graag de reactie van het college op de eerder gestelde vragen.
De heer MULLER laat weten dat Gemeentebelang instemt met de wijziging regeling Regio Twente. Wat het Twentebedrijf betreft zegt spreker dat het beeld geschetst wordt dat in Rijssen-Holten straks een leeg gemeentehuis staat, omdat de ambtenaren naar Enschede zijn verhuisd. Hij vraagt een toelichting door de secretaris hierop, want naar zijn mening is het niet aan de orde dat taken zomaar worden overgeheveld.
Spreker adviseert dat als op collegeniveau, in de uitvoeringsverantwoordelijkheid op basis van met name de kosten, met de realisatie van het Twentebedrijf een verbetering kan worden gerealiseerd de gemeente Rijssen-Holten de kansen die dit met zich meebrengt niet moet laten liggen. De opmer-kingen die net zijn gemaakt en de voorwaarden met betrekking tot het casco, de eerste 3 jaar en de antwoorden m.b.t. de financiële reserves geven ook een aantal zekerheden. De gemeente kan zich beroepen op de goede gemaakte afspraken en de keuzes bepalen aan de hand van de smalle basis met de flexibele schil. Spreker adviseert de kansen die er liggen te pakken en niet alleen terughoudend te zijn.
Het instellen van een adviescommissie bemand door raadsleden vindt Gemeentebelang niet wenselijk. De nieuwe samenwerking is een collegeregeling voor uitvoeringstaken. De portefeuillehouders zijn daarbij verantwoording verschuldigd aan de ‘eigen’ gemeenteraad. Politieke advies-commissies kunnen die verantwoordelijkheid alleen maar vertroebelen. Er is bewust gekozen voor een collegeregeling in dit traject, anders had het een gemengde regeling moeten worden.
Wat het opheffen van het limiet van het aantal commissies betreft zegt spreker dat het Gemeente-belang gaat om de meest praktische werkwijze, zonder overbodige vergaderingen. Het maakt Gemeentebelang niet uit of het limiet al dan niet wordt gehandhaafd.
De fractie zet vraagtekens bij het gelijktrekken van de bestuurscultuur Regio Twente versus Twentebedrijf en is het eens met de woorden van de burgemeester dat het een klein efficiënt bestuursorgaan moet zijn dat boven het Twentebedrijf hangt.
De heer KÖK wacht de beantwoording door het college af.
Burgemeester HOFLAND brengt in herinnering dat op verzoek van de raad van Rijssen-Holten splitsing tussen het Twentebedrijf en Regio Twente heeft plaatsgevonden. Uit de discussies merkt spreker op dat gesteld wordt dat de uitvoeringstaken ook ondergebracht kunnen worden bij de Regio Twente.
Spreker refereert aan de woorden van de heer Kahraman die voorstelt van het Twentebedrijf een BV of NV te maken en geeft aan dat dit geen enkel probleem is. Er wordt daarbij wel aan voorbij gegaan dat als uitvoerende taken bij een samenwerkingsverband worden ondergebracht, de ambtenaren-status van mensen wordt afgenomen, waarbij je te maken hebt met sociale statuten en heel veel bijkomende kosten, pensioenuitkopen e.d. Er moet dus voor gezorgd worden dat de ambtenaren-status geregeld wordt in een GR, waarbij ervoor gewaakt moet worden dat er een verkeerd signaal naar de ambtenaren wordt afgegeven.
Spreker gaat in op de woorden van de heer Scheppink en zegt dat het kostenaspect leidend is voor het al dan niet onderbrengen van taken bij het Twentebedrijf.
Hij waarschuwt ervoor dat zaken rondom de Regio Twente en het Twentebedrijf toch door elkaar gaan lopen. Vanuit de Regio Twente wordt bijv. samengewerkt met de OZJT (Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp in Twente). De vraag die daarbij gesteld kan worden is of aanbesteden van trajecten hoort bij uitvoering of bij het beleidsmatige deel en ook qua facturering is dit een lastige materie.
Inhoudelijk is het college het met de commissie eens dat de gemeente Rijssen-Holten de rekening niet gepresenteerd mag krijgen als bijv. Almelo of Enschede 150 medewerkers onderbrengt in het Twentebedrijf. Dit moet geregeld worden in de komende 2,5 jaar, zo niet dan is de vraag of wij toch doorgaan of uit het Twentebedrijf stappen.
De heer SCHEPPINK interrumpeert en vindt dat er een verkeerd beeld wordt geschetst. Hij zegt dat de OZJT onder de Regio Twente valt en dat dit een van de taken van de GR Regio Twente is. Uitvoeringstaken kunnen worden ingekocht bij de GR Twentebedrijf, waarvoor de Regio Twente moet betalen.
Burgemeester HOFLAND zegt dat als gesteld wordt dat de administratie van de OZJT op een bepaalde manier verwerkt moet worden omdat we het centraal hebben ingekocht en we denken efficiency te behalen, dan wordt dat ondergebracht bij het Twentebedrijf.
De heer SCHEPPINK zegt dat het Twentebedrijf dan een nota stuurt van de werkzaamheden naar de Regio Twente.
Burgemeester HOFLAND wijst erop dat het de bedoeling van het Twentebedrijf is dat efficiency en effectiviteit bij elkaar worden gebracht en dat daarbij een slag wordt gemaakt met bestaande medewerkers, waarbij de rechtspositie van de ambtenaren moet worden gerespecteerd. Onze ervaringen met het Soweco-dossier spelen volgens spreker hierbij een rol. Dit is ook voor het college een belangrijke leidraad om te zeggen dat ze in de uitvoerende sfeer zicht willen hebben hoe zaken gedaan worden, waarbij het niet zo kan zijn dat de gemeente Rijssen-Holten rekeningen moet betalen die niet voor ons bedoeld zijn.
De heer VAN ECK geeft aan dat hij met twee petten opzit, hij is kwartiermaker Twentebedrijf en gemeentesecretaris van Rijssen-Holten. Het splitsen van de Regio Twente en het Twentebedrijf is een gevolg van de adviezen die binnengekomen zijn op de eerste versie van het rapport van de commissie Robben. Daarbij was er de mogelijkheid te kiezen voor een NV, BV o.i.d. Het feit dat dit niet is gebeurd heeft te maken met de kosten en ambtelijke status waarover de burgemeester ook gesproken heeft. Een GR is wellicht in praktische zin niet de gewenste bedrijfsvorm, maar de enige bedrijfsvorm die redenerend vanuit de bestaande situatie overbleef.
Ten aanzien van de BTW geeft spreker aan dat deze verrekenbaar is als het gaat om overheidstaken.
Hij gaat in op de kosten voor het Twentebedrijf en refereert aan de € 1 miljoen. Dit is een raming wanneer een ‘los’ Twentebedrijf wordt opgericht. Er is echter geen sprake van een ‘los’ Twentebedrijf dat er naast de Regio Twente bijkomt. Er wordt al op diverse terreinen samengewerkt en er zijn een aantal onderdelen daarvan die overgeheveld kunnen worden naar het Twentebedrijf. Dan is het niet zo dat de kosten die nu al gemaakt worden in het Twentebedrijf opnieuw worden gemaakt aldus spreker. Van deze € 1 miljoen zal een deel gedekt worden uit kosten die nu al gemaakt worden in lopende samenwerkingstrajecten en voor een deel uit de bedrijfsvoering van de Regio Twente, want het is de bedoeling de bedrijfsvoering van de Regio Twente over te hevelen naar het Twentebedrijf.
De heer MULLER interrumpeert en vraagt welk risico-aandeel van deze € 1 miljoen de gemeente Rijssen-Holten betreft.
De heer VAN ECK zegt dat het aantal inwoners daarbij een rol speelt. Het gaat om een bedrag van rond de € 50.000.
De heer VAN ECK gaat in op de diverse vormen van samenwerking en geeft aan dat het niet de bedoeling is dat bij het Twentebedrijf alleen maar gepraat wordt over het overhevelen van ambtenaren, hier zijn ook nog geen beslissingen over genomen. Hij refereert daarbij aan het bedrijfsplan waaruit blijkt dat diverse vormen van samenwerking mogelijk zijn. De netwerksamen-werking heeft daar volgens spreker ook een plaats in, maar de redenering vanuit het bedrijfsplan is dat gekeken moet worden om welke taak het gaat, hoe deze georganiseerd moet worden (dichtbij de gemeente of kan het er verder van af) en dat dan afgewogen moet worden hoe het moet gebeuren. Het Twentebedrijf speelt een rol bij de coördinatie. Het is daarbij ook niet zo dat er per definitie afdelingen van Rijssen-Holten worden overgedragen en dat er een leeg gemeentehuis achterblijft volgens spreker.
De heer KAHRAMAN interrumpeert en vraagt wat er gebeurt met de ambtenaren die nu werkzaamheden verrichten die de gemeente wellicht wil onderbrengen in het Twentebedrijf.
De heer VAN ECK zegt dat als de gemeente kiest voor het overhevelen van taken naar het Twentebedrijf dit gebeurt met het overhevelen van de ambtenaren. Als de gemeente ervoor kiest dit in een netwerksamenwerking te doen, dan blijven de ambtenaren bij de gemeente Rijssen-Holten in dienst en verricht het Twentebedrijf alleen de coördinatie.
Als de gemeente ervoor kiest bepaalde taken niet over te hevelen naar het Twentebedrijf en netwerksamenwerking te complex is, dan is de mogelijkheid er ook nog om aan een bepaalde gemeente taken op te dragen, zoals dit nu gebeurt met de salarisadministratie. Dan gaan er geen ambtenaren over en blijven er geen ambtenaren achter zonder werk en doet de gastheergemeente de werkzaamheden en verzorgt het Twentebedrijf de coördinatie. Daarbij is een GR nodig voor de coördinatie en, in het geval dat ambtenaren wel worden overgeheveld of voor de ambtenaren die in het casco zitten, om een goede werkgever te hebben.
Ten aanzien van de eerste 3 jaar en de vraag over de kostenbesparing is de redenering in het conceptbedrijfsplan dat als je zaken wilt overhevelen er met elkaar zakelijke afspraak moten worden gemaakt. Het kan niet zo zijn dat men met een taakstellende bezuiniging met elkaar aan de slag moet. Het Twentebedrijf moet eerst kunnen bewijzen dat ze een bepaalde taak kan doen.
Je kiest er als individuele gemeente echter zelf voor of je op een bepaald onderdeel wilt meedoen of niet. Deze keuze is er altijd, maar er is wel een casco nodig, waarin je een aantal zaken centraal kunt coördineren.
De heer BERKHOFF interrumpeert en vraagt of de heer Van Eck wil ingaan op de aansprakelijkheid. Als de gemeente Rijssen-Holten in het casco stapt dan is ze immers medeverantwoordelijk voor de zaken die andere gemeenten daarin onderbrengen.
De heer VAN ECK onderkent de slechte ervaringen vanuit het verleden. Op dit moment is de redenering dat een gemeente niet meer risico loopt dan dat ze er zelf in onderbrengt. Mocht de gemeenschappelijke regeling waar Rijssen-Holten dan in deelneemt een andere beslissing nemen dan zou een optie kunnen zijn om te stellen dat de gemeente gratis wil kunnen uitstappen.
Burgemeester HOFLAND vult aan dat het college dit wil waarborgen voordat ze toetreedt en dat ze de eerste 3 jaar niet geconfronteerd wil worden met deze risico’s.
De heer KAHRAMAN interrumpeert en zegt dat de GR een rechtsvorm is waarin wettelijk bepaald is dat de meerderheid bepaalt wat er gebeurt, waarbij uittreden alleen kan wanneer 2/3 dit toelaat en waarbij deze 2/3 de voorwaarden van uittreding bepaalt. Hij vraagt om een NB waarin een jurist verklaart dat zo gehandeld kan worden zoals aangegeven door de burgemeester en de heer Van Eck.
De heer SCHEPPINK refereert aan de woorden van de heer Van Eck over de netwerksamenwerking en verbaast zich hierover, omdat uit een filmpje blijkt dat het bedrijfsplan is vastgesteld, dat er sprake is van een groeimodel en waarin wordt uitgelegd welke gevolgen dit heeft voor de ambtenaren. Dit strookt volgens hem niet met de beantwoording door de heer Van Eck.
Burgemeester HOFLAND concludeert dat de heer Scheppink en het college op een lijn zitten als hij zegt dat 13 gemeenten moeten aangeven dat de gemeente Rijssen-Holten gevrijwaard wordt van de kosten die de GR neerlegt.
De heer VAN ECK geeft toe dat in het filmpje de mogelijkheid van een netwerksamenwerking niet de aandacht heeft gekregen die hij wel in de beantwoording gaf, maar in het bedrijfsplan en in de overige stukken is die mogelijkheid zeer nadrukkelijk aanwezig en hierover is ook in het voortraject met de gemeentesecretarissen gesproken en besloten.
De heer VAN ECK gaat in op de vestiging van het Twentebedrijf in Enschede. Dit heeft vooral te maken met het feit dat het voor een deel gaat om afsplitsing van activiteiten die nu door de Regio Twente worden uitgevoerd, die in Enschede is gevestigd. Hij denkt niet dat dit een zwaar punt is bij de totstandkoming van het Twentebedrijf.
Als gemeentesecretaris van Rijssen-Holten begrijpt hij de bedenkingen volledig. Hij refereert aan de samenwerkingsverbanden die nu lopen en hij zou niet meedoen aan het Twentebedrijf zien als een verlies voor de gemeente Rijssen-Holten, omdat de samenwerkingsverbanden onze gemeente al veel hebben gebracht.
De heer KAHRAMAN vraagt welk probleem we oplossen met het Twentebedrijf.
Burgemeester HOFLAND antwoordt dat efficiency en effectiviteit van de samenwerking voorop staan. Op een aantal terreinen zal de samenwerking door het Twentebedrijf ook toenemen. Het voordeel is dat de gemeente in het Twentebedrijf samenwerkt met die partners waarmee in de Regio Twente ook wordt samengewerkt en waarbij bedrijfsuitvoeringstaken desgewenst met elkaar kunnen worden opgepakt.
Tweede termijn
De heer KAHRAMAN reageert op de laatste woorden van de burgemeester en vindt dat daaruit blijkt dat we willen samenwerken om het samenwerken en dat Rijssen-Holten de boot niet wil missen.
De BURGEMEESTER geeft aan dat hij dat niet heeft gezegd.
Hij refereert aan het feit dat we op het gebied van beleidsvelden met elkaar willen samenwerken en vindt dat het college zich inderdaad druk moet maken over het beleid dat we als Regio Twente op economisch gebied willen voeren.
In het Twentebedrijf gaat het volgens hem om facilitaire zaken niet om beleid. Het CDA wil graag samenwerken op het gebied van beleidsterreinen en spreekt de hoopt uit dat de ambtenaren elkaar daarin vinden. De raad wil daarbij opkomen voor de ambtenaren van Rijssen-Holten, waarbij ze zich moet afvragen waarom ze de ambtenaren van Rijssen-Holten in een andere organisatie wil onderbrengen. Spreker onderkent daarbij dat de GR ervoor zorgt dat ambtenaren hun status behouden.
Spreker vindt dat bedrijfsvoeringstaken bij elk willekeurig ander bedrijf kunnen worden ingekocht.
Hij gaat in op het BTW-compensatiefonds, vraagt of dienstverleningstaken overheidstaken zijn en vraag of het Twentebedrijf alleen ondersteunende taken gaat uitvoeren waarvan de BTW volledig gecompenseerd wordt, ook gelet op de te realiseren efficiency en vraagt naar de ambities van het Twentebedrijf daarin.
Het CDA is er bang voor dat zaken worden overgeheveld waarop we de controle vervolgens verliezen.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en stelt dat als bedrijfsvoeringstaken elders worden ingekocht ook 21% BTW moet worden betaald.
De heer KAHRAMAN vraagt zich in dit kader af waarom er niet verder gekeken wordt dan naar het Twentebedrijf, als bedrijfsuitvoeringstaken toch uitbesteed gaan worden.
De heer NOORDAM constateert dat het CDA met een uitvoering amendement gaat komen. Spreker vindt dat de voorgaande discussies niet leiden tot meer duidelijkheid.
De heer KAHRAMAN onderkent dat hij zijn opinie ook al eens eerder heeft gegeven in een sessie die niet openbaar toegankelijk was, hij wil dit graag nu ook in een openbare vergadering inbrengen.
De heer NOORDAM is van mening dat de heer Kahraman niet luistert, omdat de secretaris zijn woorden ook al eerder uitgesproken heeft. Het is de bedoeling dat daar inhoudelijk op wordt ingegaan en dat gebeurt niet. Spreker herhaalt de woorden van de secretaris dat de gemeente niet meer risico loopt dan dat ze zelf inbrengt. Daarover zal het debat moeten worden gevoerd, want dat is het risico wat de gemeente loopt. Er moet volgens spreker een meer inhoudelijke discussie worden gevoerd.
De VOORZITTER verzoekt de aanwezigen via de voorzitter te spreken. Met spreekt elkaar niet rechtstreeks aan in de vergadering, maar via de voorzitter.
De heer KAHRAMAN zegt bij interruptie het debat te willen uitlokken door stellingen te deponeren. Het is zijn recht zaken nu scherp neer te zetten zodat hij een duidelijk antwoord van het college krijgt en er geen ‘grijs gebied’ kan ontstaan. Het is volgens hem ook de plicht van raadsleden om collegevoorstellen kritisch te beoordelen.
De heer NOORDAM gaat in op de woorden van de heer Scheppink over het overhevelen van afdelingen en zegt dat hij ten aanzien van het Twentebedrijf blijft uitgaan van de smalle basis met de flexibele schil. V.w.b. de flexibele schil bepaalt de raad of er werkzaamheden uit onze gemeente in het Twentebedrijf worden ondergebracht. De VVD kan met deze werkwijze instemmen.
De heer SCHEPPINK wijst op de 13 conceptbijlagen bij het raadsvoorstel en vindt dat daarmee de raad het college een blanco cheque geeft om in de GR te stappen.
Het college heeft daarbij nog geen antwoord gegeven op de vraag welk probleem ze wil oplossen.
In de eerste termijn heeft hij duidelijk aangegeven dat hij gaat voor de eigen organisatie van de gemeente Rijssen-Holten en dat hij geen afdelingen wíl overdragen naar het Twentebedrijf en ook wil hij niet dat de gemeente Enschede dat doet, omdat de gemeente Rijssen-Holten niet voor de frictiekosten van de gemeente Enschede mag opdraaien.
De heer NOORDAM wijst er bij interruptie nogmaals op dat de secretaris heeft gezegd dat we niet meer risico lopen dan we zelf inbrengen.
De heer SCHEPPINK zegt dat de gemeente wel verantwoordelijk is voor de frictiekosten van de gemeente Enschede omdat ze in een GR stapt. Hij wijst daarbij op de tekst in de regeling zoals die is bijgevoegd. De eerste 3 jaar gaat het om de casco en daarna wordt het opnieuw bekeken. Dan neemt de gemeente Rijssen-Holten deel in de GR en is de vraag wie dan bepaalt wat de regeling is. Er staat nergens genoemd dat als een gemeente het niet eens is met de afspraken ze ook niet hoeft te betalen.
De heer BERKHOFF interrumpeert en refereert aan het voorstel van het college om in het casco te stappen, het 3 jaar aan te zien en er eventueel na 3 jaar gratis uit te stappen. Hij vraagt of de SGP hiermee kan instemmen als de GR akkoord gaat met de uitzonderingspositie van Rijssen-Holten op dit punt. Hij is het eens met de woorden van de heer Noordam over het discussiëren en het te weinig luisteren naar elkaar en mist daarbij ook de argumenten.
De heer SCHEPPINK zegt duidelijk zijn standpunt te hebben neergezet. De SGP wil deelnemen in welke samenwerkingsvorm dan ook wanneer ze daar de meerwaarde van ziet.
Mevrouw RIEZEBOS interrumpeert en wijst op een juridische verwarring die gaande is. Een GR is volgens spreekster een gemeenschappelijke regeling, die je op verschillende manieren kunt vastleggen. De zwaarste regeling daarbij is een openbaar lichaam zoals Soweco. Het is volgens spreekster niet perse zo dat in een GR alle aansprakelijkheid wordt gedeeld.
De heer SCHEPPINK zegt dat het hier gaat om een normale GR met een lichte BVO, waarbij een ieder die deelneemt hoofdelijk aansprakelijk is. Hij wil er echter wel over nadenken, maar het moet de gemeente wel voordeel opleveren. Hij zegt dat de deelnemers in de GR de eerste 3 jaar verantwoordelijk zijn voor het casco, na 3 jaar wordt dit opnieuw bezien. Zo staat het in de regeling.
Hij heeft er echter geen vertrouwen in dat het Twentebedrijf de bedrijfsvoering van Rijssen-Holten op een effectieve manier kan doen. Als er geen taken of afdelingen worden overgeheveld dan vraagt hij zich af waarom de gemeente in deze GR moet stappen.
De heer DE KOE vraagt bij interruptie wat de SGP tegenhoudt om het 3 jaar te proberen.
De heer SCHEPPINK zegt dat het Twentebedrijf niet bij ‘0’ begint maar met een achterstand. Als een gemeente personeel wil overhevelen zal het bedrag van de begroting moeten worden ingelegd. De vraag is of daarmee ook sprake is van ‘operational excellence’ en een effectieve bedrijfsvoering. Hij vraagt zich ook af wie bepaalt of een gemeente mensen mag onderbrengen in het Twentebedrijf en wie bepaalt of er genoeg mensen uit een bepaald vakgebied werkzaam zijn. Met andere woorden: er wordt een organisatie opgericht die met veel lucht begint. Hij verwacht dat de eerste gemeenten die overgaan tot het overhevelen van medewerkers die gemeenten zijn die nog moeten bezuinigen, want dan biedt de GR Twentebedrijf een voordeel. Hij vraagt zich af wie er dan zeggenschap heeft over de dienstverleningsovereenkomst.
In het geval dat werkzaamheden geoutsourced moeten worden vindt hij dat de keuze gemaakt moet kunnen worden tussen het Twentebedrijf en een marktpartij.
De heer MULLER refereert aan de woorden van de heer Scheppink en wijst erop dat de Regio Twente ook blijft bestaan en dat de frictiekosten niet zomaar verdwijnen.
De heer SCHEPPINK antwoordt dat de gemeente Rijssen-Holten winst behaalt door de splitsing GR Regio Twente en de uitvoeringsorganisatie van het Twentebedrijf. Het zijn immers andere taken die worden ondergebracht.
De heer MULLER haalt het woord vertrouwen aan. Gemeentebelang is ervan overtuigd dat Regio Twente de gemeente Rijssen-Holten veel goeds heeft gebracht en nog kan brengen, waarbij taken efficiënt worden opgepakt. Als de wet niet was gewijzigd dan was de Regio Twente diverse taken blijven doen in de uitvoerende zin. Alleen de taken waarover afspraken worden gemaakt worden overgeheveld, waarbij de gemeente de eerste 3 jaar beperkte risico’s loopt. Voor ander taken kan elke keer de afweging worden gemaakt of onderbrengen bij het Twentebedrijf het voordeligst is.
De heer SCHEPPINK interrumpeert en vraagt naar de kosten na 3 jaar.
De heer MULLER zegt dat op enig moment keuzes worden gemaakt over samenwerken en over al dan niet doorgaan. Gemeentebelang steunt daarbij de wens om ‘een veiligheidsdrempel’ in te bouwen, zodat de gemeente na 3 jaar gratis kan uitstappen. Spreker is niet van mening dat het college een blanco cheque vraagt en vindt dat het college kan doorgaan met het optuigen van het Twentebedrijf met een smalle basis en een flexibele schil.
De heer DE KOE wil nog een keer van de portefeuillehouder of de kwartiermaker horen hoe de GR eruit ziet, wat de toezeggingen waard zijn en hoe hard die zijn. Als vastgelegd wordt dat de gemeente de eerste 3 jaar geen risico’s loopt is spreker ervoor deelname in het Twentebedrijf te proberen.
De heer SCHEPPINK vraagt bij interruptie wat er met de € 900.000 gebeurt.
De heer DE KOE zegt dat het gaat om 5% van € 900.000, waarvan nu al een groot deel aan de Regio Twente wordt betaald. Dit vindt hij acceptabel, maar hij wil wel een juridische afzekering en absolute zekerheid hebben dat het goed gaat en daarover deelt hij de zorgen van de SGP, het CDA en de ChristenUnie. Daarom is hij zeer kritisch.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie ook zeer kritisch tegen het Twentebedrijf aankijkt, maar dat het collegevoorstel zoals de burgemeester dat verwoord voldoende vertrouwen geeft. Hij stelt voor dat het college dit voorstel inbrengt en steunt het college hierin.
De heer KLEIN VELDERMAN refereert aan de woorden van de heer Scheppink en zegt dat onderbrengen in het Twentebedrijf pas voordeel oplevert als het met minder ambtenaren kan worden gedaan of wanneer er meer werk gedaan kan worden. Wat de kosten in de eerste 3 jaar betreft concludeert hij dat het verschil tussen de kosten die we nu betalen aan de Regio Twente en de kosten voor het Twentebedrijf niet groot is.
Hij gaat in op de conceptrapporten dat definitieve rapporten moeten worden. Wellicht dat in een extra vergadering de documenten die uiteindelijk worden aangenomen ter beschikking kunnen worden gesteld.
Als de gemeente Rijssen-Holten de garantie krijgt dat ze na 3 jaar kan uitstappen en niet meebetaalt aan andere zaken dan daar waar ze zelf verantwoordelijk voor is, dan steunt D66 het collegevoorstel.
De heer KÖK zegt dat de PvdA achter het collegevoorstel staat, als de gemeente na 3 jaar makkelijk kan uittreden.
Burgemeester HOFLAND is van mening dat het college de gevoelens van de raad kan vertalen.
Mocht de toezegging er niet komen dat de gemeente na 3 jaar gratis kan uittreden, dan zal het college opnieuw met de raad overleggen over vervolgstappen. Vanavond proeft hij signalen dat in dat geval wellicht niet wordt toegetreden.
De VOORZITTER zegt dat er nog tijd is tussen nu en de raadsvergadering zodat iedereen zich nog op dit onderwerp kan bezinnen en ook de besluitvorming in de andere gemeenten kan volgen, aangezien Rijssen-Holten als voorlaatste gemeente hierover besluit, alleen Almelo beslist later dan Rijssen-Holten. Wellicht geeft de besluitvorming in andere gemeenten nog nieuwe input.
De heer MULLER refereert nog aan de brief van de voorzitter van de regioraad met de 3 punten. Hier moet wel een antwoord op komen.
De VOORZITTER zegt dat dit onderdeel kan zijn van de beraadslagingen in de raad.
De VOORZITTER schorst de vergadering om 22.30 tot 2 november om 20.00 uur.
Vervolg op 2 november 2015
Aanwezige commissieleden: F.W. Noordam, R.W. Meijerink, S. Kök, W.A.J. ter Schure, W.J.M. Muller, P. Kroeze, C. Polman, R.A. de Koe, E. Heuver, G. Pas, J. Berkhoff, W.L. Riezebos, F.J. Wessels, I. Kahraman, G.D. ten Berge, R. Jansen, A.J. Scheppink.
- Heropening
De VOORZITTER heropent de vergadering.
9. Raadsvoorstel gedragscode integriteit dagelijkse bestuurders en volksvertegenwoordigers (Hofland)
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat er een uitstekende gedragscode voorligt. De gemeente maakt werk van integriteit en er is zelfs een onderzoeksprotocol voor politiek bestuurders en ambtenaren. Zij vraagt of er ook een gedragscode voor ambtenaren is en zo ja, waar deze is vermeld.
Burgemeester HOFLAND zegt dat het antwoord via een NB volgt. (NB de gedragscode voor ambtenaren is aanwezig en staat op het intranet)
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel gedragscode integriteit dagelijkse bestuurders en volksvertegenwoordigers als hamerstuk te behandelen in de raad.
10. Raadsvoorstel vaststellen najaarsnota 2015 (Beens)
Eerste termijn
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA in stemt met het voorstel van het college met betrekking tot de buffer voor de decentralisaties. Het CDA heeft hierbij de onderstaande opmerkingen.
Het zou slim zijn de Participatiewet apart te positioneren, omdat via strak beleid op de Wmo en de Jeugdwet problemen binnen de Wsw opgelost zullen worden. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Het plaatsen van een schot tussen Wmo en Jeugd en de Participatiewet mag in de uitvoering er niet toe leiden dat het gedachtegoed ‘Eén gezin één plan’ losgelaten wordt.
De heer MULLER verwijst naar pagina 3 van het raadsvoorstel, waar staat “Bijzondere baten en lasten (€ 1.204.700 nadelig)”. Volgens spreker moet hier “voordelig” staan.
Wethouder BEENS zegt dat het klopt wat de heer Muller zegt. Er moet inderdaad “voordelig” staan.
Spreker stemt eveneens in met de woorden van de heer Ten Berge.
De heer MULLER zegt dat er een onlosmakelijke relatie is gelegd tussen de behandeling van de begroting en de najaarsnota. Spreker verzoekt de najaarsnota daarom te agenderen als bespreekstuk.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel vaststellen najaarsnota 2015 als bespreekstuk te behandelen in de raad.
11. Rijssen-Holten Werkt (opiniërend; Hofland/Tijhof)
Eerste termijn
De heer JANSEN zegt dat het stuk een hoog abstractieniveau heeft, zoals ook het college aangeeft.
Nadat het uitvoeringsplan is opgesteld met de betrokken partners, gaat het naar de raad.
Het stuk geldt voor de jaren 2016 t/m 2018, waarbij de raad heeft besloten een budget van € 1.350.000 beschikbaar te stellen. Spreker vraagt of er een evaluatiemoment komt na bijvoorbeeld een jaar en of bij de uitvoering rekening gehouden kan worden met het zogenaamde Slim Investeren.
De heer DE KOE sluit zich aan bij de woorden van de heer Jansen over het hoge abstractieniveau, maar hij vindt dat in dit stadium wel begrijpelijk. Hij wacht de uitwerking van de plannen af.
Spreker merkt naar aanleiding van punt 1.e, acquisitie bedrijventerreinen, op dat daar “negatief” staat, en vraagt de portefeuillehouder dat toe te lichten.
De heer TER SCHURE zegt dat Gemeentebelang instemt met dit startdocument, met name omdat de externe er partijen nadrukkelijk bij betrokken zijn. Gemeentebelang kijkt met belangstelling uit naar het uitwerkingsplan en sluit zich aan bij het verzoek om een evaluatiemoment.
De heer NOORDAM zegt dat het stuk lastig is te lezen en erg generaal is, zodat men snel geneigd is te kijken naar de smileys om te zien wat er wel en niet gedaan wordt. Onder ‘generaal’ verstaat spreker hier: de gemeente moedigt innovatief ondernemen aan. Dat gebeurt op erg veel fronten. Daarom is het hoge abstractieniveau erg lastig, mede omdat er een bedrag onder ligt van € 1.350.000, dat de raad beschikbaar heeft gesteld. Spreker vraagt zich af of de uitwerking volledig tot achter de komma terugkomt in de raad en of de smileys onderdeel zijn van besluitvorming. Niet met alle smileys is spreker gelukkig. Hij is benieuwd naar de manier waarop het college het proces voor ogen heeft.
Wethouder TIJHOF zegt dat het stuk inderdaad een hoog abstractieniveau heeft, hoger dan bijvoorbeeld het Deltaplan. Dat is bewust gedaan, omdat gevraagd werd een stuk te produceren met een economische visie. Rijssen-Holten Werkt is een programma voor drie jaar. Het lijkt het college logisch halverwege die periode een evaluatiemoment in te bouwen en de resultaten terug te koppelen.
Het stuk is zo opgebouwd, dat het college kansen, ook kansen om slim te investeren, probeert te verzilveren.
Lokaal Liberaal sprak over acquisitie bedrijventerreinen, waarbij een negatief advies staat. Formeel mag Rijssen-Holten geen bedrijven van buiten aantrekken, maar dat betekent niet dat de gemeente niets doet op het gebied van acquisitie. Ook daar probeert het college kansen te verzilveren. Daarnaast wordt voor de Twentse arbeidsmarkt binnen de Regio Twente gekeken of Rijssen-Holten een goede positie inneemt. Wat dat betreft zit Rijssen-Holten in de kopgroep voor acquisitie van bedrijven van buiten voor de Regio Twente. Samen met de provincie wordt gekeken naar bedrijventerreinen: wat kan waar en welke economische kansen liggen er voor de Regio Twente en in het bijzonder voor Rijssen-Holten.
De VVD sprak over de uitwerking van diverse punten. Het gaat nu echter om de vraag of de commissie instemt met de visie, waarna het college aan de slag gaat om het uitvoeringsprogramma te maken. Het is niet de bedoeling van het college elk afzonderlijk project voor te leggen aan de raad. De uitvoering is aan het college.
Tweede termijn
De NOORDAM zegt dat de VVD geen carte blanche wil afgeven voor € 1.350.000 en vraagt wat daarover de opinie van de andere fracties is.
Spreker refereert aan pagina 6. Het is zorgelijk dat daar niets nieuws te lezen is.
De heer BERKHOFF zegt dat er een uitvoeringsplan komt, dat in de commissie besproken wordt. Op dat moment geeft de commissie al dan niet toestemming voor de plannen.
De heer DE KOE zegt dat het college, door de manier waarop het op papier is gezet, veel creatieve ruimte krijgt om zoveel mogelijk hoeken en gaten te benutten. Spreker hoopt dat er een uitvoeringsplan voorgelegd wordt dat de commissie aanspreekt en de diepte in gaat. Lokaal Liberaal kan op dit moment leven met het voorliggende stuk en hoopt dat dat te zijner tijd ook het geval zal zijn met de uitwerking.
De heer JANSEN zegt dat de SGP instemt met de woorden van de heer De Koe. De SGP ziet het stuk niet als een carte blanche. Het uitvoeringsplan wordt nog aan de raad voorgelegd. Dan neemt de raad een beslissing.
De heer TER SCHURE zegt dat Gemeentebelang graag van het college hoort dat het uitvoeringsplan inderdaad aan de raad wordt voorgelegd.
De heer MEIJERINK zegt dat de heer Jansen de spijker op de kop slaat. De PvdA staat achter het visiedocument en ziet te zijner tijd het uitvoeringsplan tegemoet.
Wethouder TIJHOF zegt dat het college beoogt dat er een dynamisch uitvoeringsplan uit de voorgelegde visie voortkomt. Als de commissie het vertrouwen geeft dat de richting in het visiedocument de juiste is, dan is het niet zinvol met de uitvoering van elk project naar de raad te komen.
Er is al een soort uitvoeringsonderdeel aan het document toegevoegd. Spreker zegt dat bij het vaststellen van het programma de definitieve versie toegevoegd wordt. De commissie kan daarvan kennis nemen.
De heer JANSEN zegt bij interruptie dat hij aanvankelijk las dat het plan ter goedkeuring aan de raad wordt voorgelegd maar dat hij nu begrijpt dat het plan door het college wordt goedgekeurd. Spreker is er voorstander van dat uitvoeringsplan voorgelegd wordt aan de raad.
Wethouder TIJHOF zegt dat na de bespreking van vanavond er een definitieve versie wordt opgesteld van Rijssen-Holten Werkt en dat er gewerkt gaat worden aan het uitvoeringsprogramma. Deze worden ter kennisname voorgelegd aan de commissie. Daarna wil het college aan de slag gaan. Het is niet de bedoeling voor elk individueel project terug te komen bij de raad.
De heer JANSEN vraagt bij interruptie wat de wethouder verstaat onder “ter kennisname”.
Wethouder TIJHOF zegt dat vanavond de commissie uitspreekt of het college op de goede weg zit met het visiedocument en qua uitvoering. Daarmee wil het college vervolgens aan de slag.
De heer NOORDAM verzoekt om een schorsing
De VOORZITTER schorst de vergadering van 20.24 tot 20.28 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer NOORDAM legt namens de commissie de wethouder het verzoek voor dat de uitwerking niet ter kennisname naar de commissie komt, maar dat het besluitvormingsproces van de raad wordt gevolgd.
Wethouder TIJHOF zegt toe dat de definitieve versie voor besluitvorming aan de raad wordt voorgelegd. Daaraan wordt een soortgelijk programma met projecten toegevoegd, waarvan het college op dat moment denkt dat ze het meest kansrijk zijn. Het is niet te garanderen dat alle projecten succesvol zijn. Het college wil in dat geval dan ook de ruimte hebben om daar andere projecten voor in de plaats te zetten om de visie toch actief vorm te geven.
De VOORZITTER concludeert na de toezegging van de wethouder dat er een voorstel komt ter vaststelling, waaraan het op dat moment bekende uitvoeringsprogramma wordt toegevoegd.
12. Drugspreventieplan jongeren 2015 Rijssen-Holten (o.v.v. D66)
De heer POLMAN zegt dat er de afgelopen tijd diverse onderzoeken zijn geweest over drugsgebruik in de gemeente. D66 constateert dat er een probleem is. Ten opzichte van andere gemeenten scoort Rijssen-Holten redelijk slecht op het gebied van drugsgebruik. Het is daarom goed dat er een drugspreventieplan is. D66 ziet graag dat dit doorgezet wordt naar 2016. Het preventieplan 2015 vindt D66 te mager om goed te zien of de juiste dingen worden gedaan, of het geld wordt uitgegeven aan de juiste dingen en of het resultaat heeft. Het drugspreventieplan 2016 ziet D66 graag aangepast door het opnemen van een nulmeting, een visie om na te kunnen gaan wat eind 2016 is bereikt en eventueel te nemen maatregelen met de bijbehorende financiën. Daarnaast verzoekt D66 in 2016 een evaluatiemoment in te stellen om te zien of het plan effect heeft of dat er andere maatregelen genomen moeten worden. Spreker vraagt hoe de overige fracties hierover denken.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat D66 een nulmeting opgenomen wil zien en concrete, te behalen doelen. De ChristenUnie staat daar achter, maar de vraag is of D66 bereid is geld te voteren en bij de begroting daarvoor te komen met een amendement.
De heer WESSELS zegt dat D66 verzoekt om een nulmeting. Volgens spreker houdt de gemeente al continu de vinger aan de pols en is er de afgelopen jaren veel gemonitord.
Te zien is dat drugsgebruik onder jongeren lijkt toe te nemen. De afgelopen jaren zijn daar middelen op ingezet. Spreker is benieuwd naar het onderzoek van 2015, het Emovo-onderzoek, en vraagt wanneer de commissie het drugspreventieplan 2016 kan verwachten. Spreken over het drugspreventieplan 2015 heeft niet veel zin meer. Het is beter dat de gemeente zich richt op 2016 en de monitoring blijft volhouden.
De heer JANSEN zegt dat de SGP meegaat met het idee van D66, met name voor wat betreft het aangeven van kwantificeerbare doelen. Het beoogde effect van het drugspreventieplan is immers vermindering van drugsgebruik.
De heer NOORDAM sluit zich aan bij de woorden van de heer Jansen. De VVD is benieuwd naar de reactie op de vraag van mevrouw Riezebos, of D66 bereid is de middelen beschikbaar te stellen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA het eens is met voorgaande spreker en benieuwd is naar de reactie van het college.
De heer KROEZE zegt dat Gemeentebelang het eens is met het proces dat wordt voorgesteld, maar vraagtekens zet bij een nieuwe nulmeting. Wel is spreker het eens met wat is opgemerkt over de mate van concreetheid van de doelstellingen. In een eerdere versie van het plan werd concreet een afname van 25% gesteld. Op die manier wil Gemeentebelang dat graag terugzien.
Wethouder TIJHOF zegt dat het drugspreventieplan dat in 2015 voor het eerst separaat naast andere plannen loopt, in feite de gevraagde nulmeting is. 2015 was bedoeld om beleid op poten te zetten voor het beschikbare bedrag van € 25.000. Eind 2015 volgt de evaluatie, waarbij de opmerkingen van vanavond, waaronder het stellen van concrete doelen, meegenomen worden en worden vertaald naar een actueel programma voor 2016.
Spreker is blij dat de fracties de zorgen van D66 delen en hoopt dat er een strak beleid op dit dossier wordt gezet om de nodige resultaten te behalen. Als daarvoor extra geld nodig is, laat het college dat weten.
De VOORZITTER constateert dat alle fracties instemmen met de woorden van de wethouder.
13. Voorbereiding regioraadsvergadering 11 november 2015 (dit agendapunt vervalt)
14. Raadsvoorstel vaststellen programmabegroting 2016
Eerste termijn
De heer SCHEPPINK zegt dat in grote lijnen is voldaan aan de uitwerking van de kadernota in de begroting. Spreker zegt dat er bij de kadernota een overschot bleek te zijn, dat er ambities zijn uitgesproken en dat er is gesproken over de OZB-verhoging. Voor de SGP is de vraag, na de meevallers bij de najaarsnota en de jaarrekening, of zo’n hoge OZB-stijging nog wel aan de orde is.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie met tevredenheid de programmabegroting heeft bekeken en constateert dat het college zaken die bij de kaderstelling zijn vastgesteld heeft verwerkt.
De ChristenUnie heeft moeite met de OZB-stijging van 7%, al heeft zij daarmee zelf ingestemd bij de kaderstelling. Gezien de meevallers uit de septembercirculaire kan een gedeelte van het overschot gebruikt worden voor lastenverlichting voor inwoners en bedrijven. De ChristenUnie heeft het voornemen bij de begrotingsbehandeling te komen met een amendement om de OZB-verhoging te beperken tot 3,5%.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA bij de kaderstellende raad een amendement heeft ingediend om de OZB-verhoging te beperken tot het inflatiepercentage. Na alles wat nu bekend is geworden, o.a. via de septembercirculaire, voelt de PvdA zich gesterkt het amendement nogmaals in te dienen.
De heer MULLER merkt op dat zich een zeer interessant perspectief aan de horizon ontwikkelt met wat er zojuist is gezegd over de OZB.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA tevreden is met de programmabegroting. De burgers gaan er op vooruit wat betreft de totale gemeentelijke lasten. Het CDA is benieuwd of het college plannen heeft met de ruimte die ontstaan is door de meevallers.
Wethouder BEENS zegt dat hij blij is met de instemming van de commissie, met uitzondering van wat is opgemerkt over de OZB. Rijssen-Holten is de enige gemeente in Twente met een dergelijk positief resultaat. De meeste ambities vanuit de kaderstelling zijn verwerkt.
De vraag hoe omgegaan wordt met het overschot, kan wat spreker betreft beter zo geformuleerd worden óf het verstandig is iets met het overschot te doen. Hij kan niet overzien of de gemeente risico’s loopt en hoe de komende periode eruit ziet. Begin volgend jaar kan daarover een uitspraak gedaan worden als duidelijk is wat het financiële effect is van de decentralisaties. Het college wil voorzichtig zijn en het bestemmen van het geld meenemen bij de kaderstelling. Dan kunnen risico’s en ambities van dat moment integraal afgewogen worden.
Het CDA gaf aan blij te zijn dat de gemeentelijke lasten voor de burger naar beneden bijgesteld zijn. Zoals het er naar uitziet kan dat ook het komend jaar gedaan worden, maar het zou jammer zijn als nu nog meer geld teruggegeven wordt terwijl het de volgende jaren wel eens andersom het geval kan zijn. Dat wil spreker voorkomen. Om die reden wil het college een deel van het geld reserveren in lijn met wat gezegd is bij de kaderstelling met betrekking tot het zwembad. Realisering van het zwembad kan een aantal jaren naar voren worden gehaald. Dat is een veilige manier om het geld weg te zetten. Bij tegenvallers kan dat besluit teruggedraaid worden.
De heer SCHEPPINK zegt bij interruptie dat er bij de kadernota een structureel overschot was. Dat overschot is nu nog groter. Het college stelt voor dat er een amendement wordt ingediend om de realisatie van het zwembad naar voren te halen. Hij vraagt of het overschot dan nog steeds groter is dan bij de kaderstelling en of de middelen nog steeds gereserveerd moeten worden.
Wethouder BEENS zegt dat de ambities uit de kadernota nagenoeg allemaal zijn opgepakt en dat er inderdaad nog steeds een sluitende begroting voorligt. Hij wil echter ook richting het jaar 2019 financieel goed uitkomen. De provincie kijkt mee of de gemeente daarover een goed beeld neerzet.
Na de kaderstelling bleek tijdens het opstellen van deze begroting dat er geld teruggegeven kon worden aan de burgers. Daarna heeft Rijssen-Holten keer op keer financiële meevallers gehad. Spreker proeft de vraag vanuit de fracties of er nog meer geld teruggegeven moet worden aan de burger door de stijging van de OZB bij te stellen.
De heer BERKHOFF zegt bij interruptie dat gesproken wordt over 7% OZB-verhoging. Dat is een verschil met “teruggeven aan de burgers”, zoals de wethouder zegt. De wethouder sprak ook over mogelijke risico’s die op de gemeente afkomen. Die zijn echter grotendeels verwerkt in de risicoparagraaf. Daarnaast zijn er na de kaderstelling door de septembercirculaire meevallers geweest, ook structureel.
Wethouder BEENS zegt dat de heer Berkhoff sterk de nadruk legt op de 7% OZB-verhoging. De scans waarover de raad het eerder unaniem eens was, kunnen daarvan niet los gezien worden. Destijds is de OZB gekoppeld aan lastenverlichting voor een gemiddeld gezin. Het komt de discussie niet ten goede nu alleen te praten over een OZB-verhoging. In het coalitieakkoord is afgesproken, als het enigszins mogelijk is, geen lastenstijging te realiseren. Het college houdt zich daaraan.
Nog mooier zou het zijn als volgend jaar niet meer naar alle losse onderdelen van de belastingen en OZB wordt gekeken, maar naar wat er onder de eindstreep komt te staan voor de burgers. Dat is een wens die spreker graag ten uitvoering brengt.
Het college blijft bij zijn standpunt geen wijzigingen aan te brengen in de voorgestelde verhoging van de OZB. Een gemiddeld gezin krijgt een lastenverlichting en de gemeente kan haar ambities waarmaken. Bij de volgende kaderstelling kan alles integraal bekeken worden. Als de raad echter toch een signaal wil afgeven naar de burgers, dan stelt spreker voor een amendement in te dienen over het zwembad. Per jaar gaat het daarbij om € 80.000. Als daarnaast ook het OZB-voorstel met bijna 1,8% wordt verlaagd, dan komt dat uit op het resultaat bij de kaderstelling.
Tweede termijn
De heer MEIJERINK merkt op dat de wethouder zojuist sprak over scans. Wat de PvdA betreft was het OZB-verhaal daarvan geen onderdeel. Van unanimiteit was in dat geval geen sprake.
De heer NOORDAM zegt dat de raad inderdaad heeft ingestemd met de kadernota. De verhoging van de OZB was voor de VVD echter onaanvaardbaar.
De portefeuillehouder zegt dat niets gedaan moet worden met de meevallers van de afgelopen tijd. Spreker vraagt waarom de burger daarvan niets mag merken.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang kennis neemt van de woorden van de wethouder over het eventueel indienen van een amendement. Het is natuurlijk niet zo dat alle ambities uit de kadernota zijn verwezenlijkt. Bij de kaderstelling is rekening gehouden met de grenzen die er op dat moment waren. Daarnaast was het lastige punt aan de orde van een OZB-verhoging met 7%. Toch ging er per saldo niemand op achteruit. Nu is er structurele ruimte, zoals blijkt uit de septembercirculaire. Gemeentebelang beraadt zich daarop richting de begrotingsvergadering.
De heer KAHRAMAN zegt dat niet alle ambities vanuit de kadernota zijn verwezenlijkt in de programmabegroting. De wethouder sprak over het naar voren halen van het zwembad. Dat kost € 80.000 structureel. Spreker is benieuwd naar nieuwe wensen die nog op tafel komen bij de begrotingsvergadering. De discussie over de financiële ruimte en het realiseren van eventuele ambities wil het CDA op dat moment voeren en op basis daarvan kijken hoe het plaatje voor de burgers volledig gemaakt kan worden.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij verbaasd is over de discussie. Er worden bijna geen vragen gesteld. De VVD laat nog niets los over de begroting. Spreker is benieuwd waarmee de PvdA komt en waar zij vindt dat de begroting rammelt ten opzichte van de kadernota. Hij wil graag weten waar hij, in de voorbereiding naar de raadsvergadering op 13 november a.s., aan toe is.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA, gezien de nieuwe feiten bij de septembercirculaire, opnieuw het voorstel dat is ingediend bij de kadernotavergadering onder de aandacht brengt om de raad een uitspraak te laten doen. Voor de PvdA is dat een aangelegen punt bij de begroting en de vraag of zij daarmee al dan niet instemt.
De heer BERKHOFF vraagt bij interruptie op welk voorstel de heer Meijerink doelt.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA bij de kaderstelling heeft voorgesteld de OZB alleen met het inflatiepercentage te verhogen.
Het college stelt nu voor de OZB met 7% te verhogen. Er wordt een grote hap genomen uit eventueel toekomstige ontwikkelingen van het OZB-verhaal. Spreker vraagt hoe het college daartegen aankijkt.
De heer DE KOE zegt dat vanavond is gesproken over Rijssen-Holten Werkt en is van mening dat hoe meer geld er in het laatje blijft voor andere doelen, hoe beter het is voor de burger. Hij ziet met belangstelling de voorstellen tegemoet van andere fracties.
De voorstellen die de portefeuillehouder doet naar de raad toe, zijn heel interessant. De raad kan echter over anderhalve week heel goed zelf zijn beslissingen nemen over de begroting.
De heer BERKHOFF zegt dat het college suggesties doet die de raad aan het denken zet. De ChristenUnie zal niet alle suggesties een op een overnemen. Zij blijft van mening dat er iets meer ruimte in de begroting zit dan de wethouder aangeeft en komt bij de begrotingsvergadering met een gepast voorstel.
Wethouder BEENS zegt dat hij er niet aan twijfelt dat de raad zelf heel goed zijn beslissingen kan nemen. Spreker heeft gemeend een advies vanuit het college aan de raad mee te geven.
De ChristenUnie komt met een voorstel in de begrotingsraad. Spreker geeft aan dat hij bij het voorstel dat hij zojuist heeft gedaan, een financiële uitwerking aan de raad doet toekomen. De raad kan dat ter overweging meenemen. Brief aan de raad over begrotingsperspectief)
Bij de kaderstelling bleek er een structureel meerjarenperspectief in 2019 te zijn van € 686.000. Dat is nu doorgegroeid naar € 952.000. Als de OZB met 1,8% minder wordt verhoogd en het voorstel met betrekking tot het zwembad wordt aangenomen, dan komt het overschot weer uit op € 686.000.
De heer DE KOE vraagt waarom de portefeuillehouder in zijn voorstel telkens een koppeling maakt met het zwembad.
Wethouder BEENS zegt dat het college zelf niets wil doen met het overschot en het liever naar de kaderstelling wil brengen. Hooguit zou, in het verlengde van de afgelopen kaderstelling, het zwembad naar voren gehaald kunnen worden. De burger krijgt een mooi zwembad en het is een veilige belegging. Bij tegenvallers kan dit besluit teruggedraaid.
De heer BERKHOFF zegt bij interruptie dat 3,5% OZB-verhoging, als die in het rekenvoordeel van de portefeuillehouder doorgetrokken wordt, uitkomt op ongeveer € 500.000. Hij vraagt of het college dat een vrij riant bedrag vindt.
Wethouder BEENS zegt dat het heel riant lijkt. De afgelopen jaren hing constant de vraag boven de markt welke bedragen aan de orde zouden zijn bij de decentralisaties en wat herberekeningen daarvan zouden betekenen. Dat heeft ertoe geleid dat wethouders van financiën die afgelopen jaar in Gouda bij elkaar zijn geweest, een brief hebben opgesteld voor het Kabinet, waarin is verzocht om financiële rust. Daarop is geen antwoord ontvangen. De wethouders houden wat dat betreft hun hart vast. Het is niet te voorspellen wat er de komende periode gaat gebeuren. Rijssen-Holten zit in een riante positie en kan een stootje hebben. Voor deze begroting maakt spreker zich geen zorgen, maar als nu geld teruggegeven wordt aan de burgers, vreest hij dat dat geld te zijner tijd weer teruggehaald moet worden. Ook het financiële perspectief moet boven nul blijven.
De VOORZITTER zegt dat het college komt met een notitie. Hij concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel vaststellen programmabegroting 2016 als bespreekstuk te agenderen voor de raad van 13 november 2015.
15. Actiepuntenlijst
De VOORZITTER zegt dat alle actiepunten blijven staan.
16. Rondvraag
De heer NOORDAM gaat in op informatief stuk b, Toekomstige samenwerking in WT4-verband en vraagt of het college de genoemde stukken los ziet van de lopende discussie over de Regio Twente en de keuze die Rijssen-Holten daarin moet maken.
Burgemeester HOFLAND zegt dat in WT4-verband een aantal zaken gerealiseerd is en een aantal zaken minder ver gekomen is dan sommigen hadden gehoopt. Vastgesteld moet worden dat er geen behoefte is aan het organiseren van bestuurlijke drukt rondom WT4. Ambtelijk zijn en blijven er contacten, waarin verder wordt gewerkt.
Wat in Twents perspectief gebeurt ziet spreker los van het Twentebedrijf en de discussie daarover. Het Twentebedrijf is een ondersteuningsvehikel van waar je als gemeente staat. Op tal van terrein is te zien dat initiatieven in Twenteverband worden opgepakt. Rijssen-Holten wil daarin een vooraanstaande positie hebben.
Er is een wettelijke plicht samen te werken in de Veiligheidsregio, in arbeidsmarktaangelegenheden en in de GGD. Op die terreinen zit Rijssen-Holten telkens in de kopgroep om mee te doen en mee te ontwikkelen.
Op een aantal terreinen in Twenteverband worden stappen voorwaarts gezet annex aan arbeidsmarktaangelegenheden. Dat heeft zeer nauwe raakvlakken met economische zaken. Daarin wordt samen opgetrokken en Rijssen-Holten zit bestuurlijk aan tafel om daarin aan te sturen. Rijssen-Holten speelt een vooraanstaande rol in Samen 14 in het kader van de decentralisaties. Hierin wordt samenwerking gezocht, maar het zijn geen wettelijke verplichtingen.
Dit soort zaken staan los van het Twentebedrijf. Het college vindt juist door samenwerking en door een actieve opstelling, zoals in het coalitieakkoord is uitgewerkt, dat op een goede manier invulling wordt gegeven aan de positie van Rijssen-Holten in de regio.
De heer JANSEN zegt naar aanleiding van informatief stuk e, Brief van het college over een schadeclaim, dat het vonnis van de rechtbank luidt dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door onjuiste informatie te geven. Dat heeft mede te maken met het feit dat de Hoge Raad in het verleden heeft beslist dat gegeven de omstandigheden burgers mogen vertrouwen op de juistheid van informatie die verstrekt wordt door ambtenaren van de gemeente. De SGP vraagt naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank welke lering hieruit getrokken is en welke maatregelen genomen zijn om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen.
Wethouder BEENS zegt dat de gemeente voorzichtiger gaat handelen en dat er minder snel gecommuniceerd wordt bij dergelijke vragen. Aangegeven wordt waar vragenstellers in het systeem hun antwoorden kunnen vinden in dit soort zaken. Dat wordt een zoekproces voor de mensen, waar de gemeente zich niet aan kan branden. De gemeente wordt minder serviceverlenend. Blijkbaar loopt de gemeente risico als zij service verleent op dit gebied.
De heer SCHEPPINK zegt op de hoogte gehouden te willen worden van de uitspraak in Hoger Beroep.
Agendapunt 13 is vanavond overgeslagen, omdat er geen stukken aanwezig waren om de Regioraadsvergadering voor te bereiden. Spreker verzoekt een extra vergadering van de commissie ABZM uit te schrijven op 9 november 2015. De betreffende agenda is inmiddels beschikbaar en moet in de openbaarheid behandeld worden, mede omdat de programmabegroting met betrekking tot innovatie geagendeerd is.
De VOORZITTER zegt dat a.s. maandag, 9 november 2015, om 19.30 uur de extra vergadering plaatsvindt.
17. Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.12 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 30 november 2015.