Commissie MDV 13 maart 2017 (20.00 uur)
- Datum:
- 13-03-2017
- Tijd:
- 20:00 - 22:00
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- dr. E.G. Bosma
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- G.B. Aanstoot-Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | dr. E.G. Bosma |
SGP | dr. J. Noeverman, J.W. Reterink en J.A. Baan |
CDA | F.J. Wessels, G. Smelt en G.D. ten Berge |
ChristenUnie | N.J. Otten, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en J. van Veldhuizen |
Gemeentebelang | J. Kuiper-Ruitenberg en J. Beunk |
PvdA | R.H.L. Janssen-Niehof, R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD Lokaal | R.A. de Koe en B.J. van den Berg |
D66 | C. Polman en ir. H. Klein Velderman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, B.D. Tijhof |
Gemeentesecretaris | A. Pongers-Stegeman |
Pers | 2 |
Publiek | 5 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. In het bijzonder mevrouw Janssen; zij zit voor het eerst in de hoedanigheid van commissielid voor de PvdA aan tafel. Spreker wenst haar veel vergaderplezier toe.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de vergadering van de commissie MDV van 13 februari 2017
Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6. Raadsvoorstel vaststelling Integratienota Blijven=Meedoen in Rijssen-Holten 2017-2019 (Cornelissen)
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij is gewezen op een onjuiste tabel op bladzijde 8 van de integratienota. Dit wordt aangepast in het stuk voor de raad van 30 maart 2017.
(De correcte tabel wordt uitgedeeld aan de commissieleden.)
De heer WESSELS zegt dat de integratienota een feitelijk beeld weergeeft van de wettelijke kaders, waarbinnen de gemeente moet handelen, en van wat er in de gemeente gebeurt. In de nota is duidelijk omschreven wat integreren betekent en wat de dagelijkse praktijk is. De vraag die spreker aan de wethouder meegeeft, is wat de doelen zijn die voor de statushouders worden afgesproken en waar de gemeente naartoe werkt op diverse terreinen, zoals gezondheidszorg, werk en scholing.
Mevrouw KUIPER zegt dat Gemeentebelang de integratienota een prima stuk vindt.
Bij Artikel 5 van de nota, naast de onderwerpen participatie, integratie en onderwijs, ziet Gemeentebelang graag dat er een apart kopje “sport” opgenomen wordt. Sporten is ook meedoen met anderen en is ook een goede integratie.
De heer POLMAN zegt dat D66 de nota steunt. De nota geeft aan wat de regels, de procedures en de instanties zijn.
D66 steunt de volgende passage: “Voor een goede integratie & participatie en begrip voor elkaar willen we zorgen dat mensen met elkaar in contact komen. Zo willen we ook zorgen voor een draagvlak voor opvang van deze nieuwkomers. Het zorgen voor dit contact kan, naast de dagelijkse contacten in de straat/wijk, uitstekend plaatsvinden via allerhande activiteiten”. n het stuk staan veel instanties en organisaties genoemd, die dit voor elkaar moeten krijgen. Spreker mist hierbij het “noaberschap”. Iedereen draagt noaberschap een warm hart toe en het wordt ook uitgedragen door de gemeente. Dat geldt ook bij dit thema: toen in 2015 vluchtelingen werden opgevangen, bleken er in de gemeente meer vrijwilligers te zijn dan vluchtelingen. In het stuk staat echter niet hoe de inwoners van Rijssen-Holten kunnen meehelpen bij integratie en participatie. D66 wil graag dat er een passage wordt opgenomen over wat de gemeente van de huidige inwoners verwacht en hoe de gemeente daarin kan helpen. Spreker zegt dat hij dat zelf heeft ervaren als buurman van statushouders. Zij bleken behoefte te hebben aan hulp bij heel vanzelfsprekende dingen. Persoonlijk had spreker graag van de gemeente gehoord dat er statushouders naast hem kwamen wonen en dat aangegeven werd waaraan zij behoefte zouden kunnen hebben en hoe zij onderdeel kunnen worden van het verenigingsleven. Bij alle regels die in het stuk staan, zijn de burgers nodig om alles in de praktijk te laten werken en kunnen zij de nieuwe inwoners laten voelen dat zij echte Rijssenaren of echte Holtenaren kunnen worden.
De heer VAN DEN BERG zegt dat integratie van groot belang is voor de samenleving. VVD Lokaal staat positief tegenover de nota. In de inleiding staat dat het een dynamisch proces is. VVD Lokaal wil enkele punten aandragen die zij daarbij nog mist.
- Hebben de zojuist uitgedeelde cijfers invloed op het bouwen van sociale huurwoningen dan wel op het versneld huisvesten?
- In vervolg op de woorden van de heer Polman, vraagt spreker hoe inwoners moeten omgaan met vergunninghouders die naast hen komen wonen.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie instemt met het raadsvoorstel. De integratienota is een goed overkoepelend kader. De gemeente heeft kunnen voldoen aan de opgelegde taakstelling, hoewel ook te lezen is dat die taakstelling enigszins onder druk staat. Spreker vraagt hoe de wethouder dit denkt op te lossen. Verder vraagt hij over welke onduidelijkheden op bepaalde beleidsonderdelen, genoemd in de inleiding, het gaat.
In de nota is niets vermeld over de plaats en het doel van de werkgroep Dubbelportret. Spreker vraagt of daarover iets gezegd kan worden.
De VOORZITTER meldt dat mevrouw Janssen het woord krijgt voor haar maidenspeech.
Mevrouw JANSSEN zegt dat de naam “Integratienota” doet verwachten dat het gaat over alle mensen die moeten integreren in de samenleving. Het gaat hier echter alleen over statushouders. De nota lijkt niet te gaan over bijvoorbeeld gezinsmigranten of arbeidsmigranten die langer in Nederland blijven. De PvdA wil graag weten waarom zij niet opgenomen zijn in de nota en op welke wijze er aandacht voor deze groepen is.
De PvdA staat achter de nota. De nota biedt houvast. Op die punten waar er problemen worden gesignaleerd, zoals op het gebied van arbeidsintegratie of het laat beginnen met inburgering, verwacht de PvdA acties. Omdat hierover niets in de nota staat, vraagt zij of deze acties wel verwacht kunnen worden.
Evenals D66, had de PvdA bij integratie graag iets terug willen zien over de omgeving. Voorts vindt zij maatwerk erg belangrijk. Er zijn mensen die gevlucht zijn en heel zelfredzaam zijn. Anderen hebben echter grote problemen.
Landelijk zijn er klachten over de kwaliteit van de inburgeringscursussen. In principe ligt de keuze hiervoor bij de inburgeraar. De PvdA vraagt of gemeenten of maatschappelijk begeleiders proberen daarop invloed uit te oefenen.
(Applaus.)
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de integratienota gezien moet worden als een ‘kapstok’, waarmee de diverse beleidsterreinen aan het werk gaan en de gemeente de vinger aan de pols houdt. Er worden enkele concrete zaken genoemd, zoals het inlooppunt vrijwilligers, en er wordt samen met het ROC bekeken hoe ingestoken kan worden op taalonderwijs en of er een versnellingstraject opgezet kan worden, eventueel in Twents verband. Uit gesprekken met werkgevers blijkt de taalbarrière namelijk een probleem te zijn. Op die manier vraagt deze nota specifiekere aandacht voor de doelgroep.
Het onderwerp ‘Sport’ is niet specifiek vermeld, maar heeft zeker de aandacht. Onlangs zijn de (sport‑)verenigingen bijeen geweest in het gemeentehuis om te spreken over het opnemen in vereniging van mensen met een verblijfsvergunning om de integratie te bevorderen en hen volop in aanraking te laten brengen met de Nederlandse taal.
Voor statushouders is de Nederlandse taal erg lastig. Als uitgelegd wordt wat naoberschap inhoudt, dan begrijpen zij dat echter wel en ook dat kennismaking met buren daarvan een onderdel is. De heer Polman gaf aan dat hij graag had willen weten dat er statushouders naast hem woonden. Spreker geeft aan dat het bij naoberschap zo is, dat buren ook zelf verantwoordelijkheid hebben. De gemeente geeft hieraan aandacht via het programma Noaberschap, zoals vermeld is op haar website.
De gemeente loopt al iets voor op de taakstelling voor het eerste halfjaar van 2017, zoals past in de lijn die in Rijssen-Holten is afgesproken. De gemeente wil het liefst nog en bij het COA aangeven dat er een bepaalde woning beschikbaar is. De versnelling is geen gemakkelijke opgave. De gemeente blijft inzetten op het bouwen van sociale huurwoningen, juist om ervoor te zorgen dat de druk niet verder oploopt. Spreker zit zelf aan tafel bij de woningcorporaties. Daarbij speelt momenteel mee dat er vanuit Den Haag een ontmoedigingsbeleid is gekomen op gezinshereniging. Voorheen duurden trajecten soms maar drie maanden, terwijl die nu soms wel vijftien maanden duren. Dat kan betekenen dat mensen twee keer gehuisvest moeten worden. Richting de regietafel heeft het college gevraagd of dit een wenselijke situatie is. Geprobeerd wordt dit lastige probleem zo goed mogelijk op te pakken met de corporaties.
VVD Lokaal heeft gevraagd hoe om te gaan met statushouders. De overheid schrijft echter niet voor hoe mensen met andere mensen moeten omgaan, ook niet hoe men nieuwe buren moet verwelkomen.
Naast de specifieke aandacht in de nota voor vergunninghouders, heeft de gemeente ook haar normale integratietraject, waarvan Dubbelportret onderdeel is, maar ook Ouderen voor Ouderen met succesvolle bijeenkomsten. Enkele projecten hebben daarbij al hun waarde bewezen en zorgen ervoor dat men elkaar beter leer kennen.
Het klopt dat er ook andere groepen zijn dan nu genoemd worden in de nota. Het werk van de zelforganisaties hierin gaat dan ook zeker door. De groep die genoemd is in de nota, heeft echter specifiek behoefte aan een aantal andere zaken, met name als het gaat om het vinden van werk. Er lopen hierin al enige trajecten, die nog terugkomen bij de commissie. Een ander aandachtspunt is het leerlingenvervoer naar Almelo. Daarbij wordt gekeken naar wat er bijvoorbeeld gedaan kan worden in de gemeente zelf voor deze leerlingen en hoe de overheveling verloopt. Ook hier wordt gekeken naar specifieke problemen, waaraan de gemeente handen en voeten gaat geven.
Op het moment dat een statushouder zich meldt, komt deze automatisch in beeld bij ViaVie. De vrijwilliger is de eerste adviseur en helpt de statushouders bij allerlei praktische zaken. Om de vrijwilligers enigszins te ontzien, zijn er de inlooppunten gekomen.
De inburgeringscursus beslaat een termijn van drie jaar. Dit is door het Rijk voorgeschreven. Wie goed de taal heeft leren spreken en is ingeburgerd, kan sneller participeren, ook in het arbeidsproces.
Tweede termijn
De heer VAN DEN BERG zegt dat zijn vragen geen betrekking hadden op de manier waarop men omgaat met de vergunninghouder. Buren zijn echter vaak het eerste aanspreekpunt en dan is het fijn om te weten hoe men hulp kan bieden.
Spreker zou het waarderen een gedeelte op te nemen in de nota over normen en waarden, ook specifiek met betrekking tot de gemeente Rijssen-Holten.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij interruptie of de heer Van den Berg enkele voorbeelden kan noemen van specifieke normen en waarden in Rijssen-Holten.
De heer VAN DEN BERG zegt dat elke gemeente uniek is en dat de heer Klein Velderman zelf weet wat de verschillen zijn van Rijssen-Holten ten opzichte van de Nederlandse standaard.
De heer KLEIN VELDERMAN verzoekt nogmaals enkele voorbeelden te geven.
De heer VAN DEN BERG zegt dat het niet aan de orde is daarover op dit moment te spreken.
De heer POLMAN zegt dat het niet zijn intentie was noaberschap uit te leggen aan statushouders. Wat hem betreft moet noaberschap in de nota opgenomen worden voor de huidige inwoners, om hen te stimuleren mensen daarin mee te nemen. Een extra zetje van de gemeente kan daarbij helpen.
Spreker weet uit ervaring dat het niet altijd zo is dat een buurt weet dat er statushouders zijn komen wonen. In de situatie van spreker leefden deze statushouders nogal teruggetrokken en zochten niet direct het contact met anderen. In die zin zou het goed zijn geweest dat de buurt op de hoogte was geweest, ook om de integratie te bevorderen. In de nota staat dat er tempo gemaakt moet worden, dat er niet een serie stappen achter elkaar gezet moet worden, maar dat er juist parallelstappen gemaakt moeten worden, zodat er meer voortgang komt. VVD Lokaal en PvdA gaven aan hierin iets te verwachten van de gemeente. Spreker hoort graag hoe de andere fracties hierover denken. Hij stelt voorts nog de volgende vragen:
- Statushouders ervaren in de beginperiode vaak moeilijkheden. Wat wordt verstaan onder de beginperiode?
- De kinderen gaan in Almelo naar school. Ondervinden zij een achterstand op allerlei leergebieden zodra zij in de gemeente op een reguliere basisschool komen? Gaat de gemeente de scholen en de kinderen eventueel daarbij helpen?
- Het is niet duidelijk hoe de gemeente aankijkt tegen de geografische plaatsing van statushouders. Gaan zij wonen in een bepaald deel van de gemeente, bijvoorbeeld in een buurt met veel sociale huurwoningen, of gespreid in de gemeente?
- Wat zijn de plannen van de gemeente om ervoor te zorgen dat een goede integratie van statushouders in verenigingen plaatsvindt? Hoe worden statushouders begeleid bij de werking en de cultuur van het Nederlandse verenigingsleven?
De heer VAN VELDHUIZEN vraagt waarom er niets in de nota is opgenomen over de werkgroep Dubbelportret.
Mevrouw JANSSEN zegt dat de PvdA aandacht vraagt voor spreiding van de woningen, waar statushouders komen te wonen.
Vrijwilligers spelen een grote rol en doen heel goed werk. Zij vallen echter niet in het netwerk van statushouders die moeten integreren. Zij moeten terug kunnen vallen op andere mensen. Dan komt het toch weer terecht op noaberschap en de buurt.
De PvdA stemt in met de nota.
De heer NOEVERMAN zegt dat de SGP instemt met de nota.
De heer BEUNK zegt dat Gemeentebelang instemt met nota. Op de vraag van de heer Polman, of de gemeente moet aangeven dat iemand een statushouder als buurman krijgt, zegt spreker dat de gemeente dat niet hoeft te doen. Bij goed noaberschap zal een buurt dat binnen een dag merken.
De PvdA sprak over een goede spreiding. Er zullen geen getto’s ontstaan. In het stuk is aangegeven dat gekozen wordt voor spreiding.
De heer WESSELS refereert aan zijn eerdere vraag over het concreter maken van de doelen. De wethouder zei daarover dat ingezet wordt op een aantal terreinen, zoals taal, om goed voorbereid de arbeidsmarkt op te gaan. Dat is wat het CDA betreft een positieve ontwikkeling. Zij roept echter op dat concreter te maken en daaraan doelen te verbinden.
Het CDA kan zich vinden in voorliggende nota. Het is een algemene en beschrijvende nota. Het is goed dat in het vervolg hierop de afzonderlijke punten worden uitgewerkt in het beleid.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het werk van vrijwilligers die statushouders begeleiden en een eerste bezoek aan hun woning begeleiden, breder gaat. Zij maken ook duidelijk hoe omgegaan wordt met buren en dergelijke zaken.
Op de vraag van de heer Polman over normen en waarden, zegt spreker dat mensen een inburgeringscursus moeten volgen. Hij weet niet of de heer Polman bedoelt dat er een specifieke inburgeringscursus voor Rijssen-Holten moet zijn. Hij zou daar zelf terughoudend in zijn. Wel is er een participatieverklaring, waarin het gaat over zaken die specifiek met de betreffende gemeente te maken hebben.
Als vergunninghouders in een buurt komen wonen, wordt dat in de praktijk snel opgemerkt en wordt erover gesproken. Wie echter eenmaal een verblijfsvergunning heeft, heeft geen andere status dan iedere andere Nederlander. Om de buurt te wijzen op de komst van een vergunninghouder kan stigmatiserend werken. Spreker voelt er weinig voor de buurt hierover een brief te sturen.
De beginperiode, waarnaar de heer Polman vroeg, heeft te maken met de achtergrond van de statushouder, zoals opleiding in het land van herkomst. Geprobeerd wordt de gemeentelijke zelforganisaties te betrekken, die mensen opvangen in bijvoorbeeld de kerk of moskee. Ook het verenigingsleven komt daarin terug. Regelmatig gaan statushouders als vrijwilliger aan het werk bij een vereniging, ook om het verenigingsleven in Nederland te leren kennen. Verenigingen worden daartoe door de gemeente ook opgeroepen. Van belang blijft daarbij het leren van de taal.
Vergunninghouders gaan in het algemeen richting de sociale huursector, omdat zij vaak geen vermogen en inkomen hebben. Geprobeerd wordt hen zo snel mogelijk aan het werk te helpen. Samen met de woningcorporaties is gezegd niet specifiek woningen te bouwen voor vergunninghouders, maar deze open te stellen voor iedereen, zodat een goede spreiding plaatsvindt over de hele gemeente.
Op de vraag waarom Dubbelportret niet in de nota is opgenomen zegt spreker dat de nota een ‘kapstok’ is voor het integratiebeleid. Dubbelportret en Dag van de Dialoog zijn waardevolle voorbeelden van lopende projecten daarin, waarbij het gaat om het elkaar leren kennen en er soms tolken ingezet worden. De maaltijden die daar verzorgd worden, wordt door de mensen ook zeer gewaardeerd.
Wat betreft het breder inschakelen van het netwerk, zegt spreker dat dat zoveel mogelijk gebeurt. Een eerste contact is toch vaak iemand in de buurt die dezelfde taal spreekt. Via zo’n persoon verloopt het verdere contact in de buurt soepeler. Bij de zelforganisaties zijn er een‑op‑eencontacten, waaruit weer nieuwe contacten ontstaan en het netwerk van statushouders groeit.
In de beleidsstukken worden op de diverse terreinen van integratie de concrete doelen opgenomen.
Wethouder TIJHOF zegt dat de kinderen die naar het Palet gaan in eerste instantie de taal machtig moeten worden en dat daarop de focus ligt. Dat kan betekenen dat er op andere gebieden een achterstand ontstaat. Die achterstand kan alleen ingelopen worden door de taal goed te kennen. Samen met het reguliere onderwijs wordt er per kind maatwerk geleverd. In de praktijk is het zo dat hoe jonger de kinderen binnenkomen, hoe sneller zij de taal machtig zijn en hoe eerder zij van het Palet naar het reguliere onderwijs kunnen gaan. De wat oudere kinderen hebben meer tijd nodig om de taal machtig te worden.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel vaststelling Integratienota Blijven=Meedoen in Rijssen-Holten 2017-2019 als hamerstuk te behandelen in de raad van 30 maart 2017.
7. Raadsvoorstel beschikbaarstellen krediet duurzaamheidslening Haarschool Holten (Beens)
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA akkoord gaat met het raadsvoorstel. Wat betreft de beoogde warmte-/koudeopslag vraagt spreker of er geen ‘gemeentehuisje’ ontstaat. Dat was destijds een flinke financiële strop.
Wethouder BEENS zegt hij ervan uitgaat dat men nu meer kennis van dat systeem heeft dan destijds bij de bouw van het gemeentehuis.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel beschikbaarstellen krediet duurzaamheidslening Haarschool Holten als hamerstuk te behandelen in de raad van 30 maart 2017.
8. Raadsvoorstel beschikbaarstellen voorbereidingskrediet nieuwbouw zwembad (Cornelissen)
De heer RETERINK zegt dat de SGP blij is dat er nu stappen gezet kunnen worden voor het realiseren van een nieuw zwembad. Er zijn oriëntaties geweest voorafgaand aan het raadsvoorstel en de uitkomsten liggen nu voor. Spreker wil de aandacht vestigen op de volgende zaken.
Bij de drie varianten lijkt het erop dat de sporthal alleen gerealiseerd kan worden als er een nieuw buitenbad komt. De SGP kan zich echter voorstellen dat er ook een mix van de varianten mogelijk is. Als er geen nieuw buitenbad komt, volgens variant A, is de vraag of realisatie van de sporthal dan niet mogelijk is.
De SGP is blij met het feit dat de exploitatielasten meer leidend moeten zijn dan de investeringslasten. Er wordt een zwembad gebouwd voor de langere termijn. Dan doen de exploitatiekosten er zeker toe. Voorts is de SGP blij met de locatiekeuze van de Koerbelt, wat wordt onderbouwd door de argumenten in bijgaande stukken. In de stukken wordt verwezen naar het rapport over basale sportvoorzieningen in relatie tot het realiseren van een nieuwe sporthal. De Reggehal en het gymlokaal aan de Welleweg worden genoemd als potentieel te vervangen sportvoorzieningen. De SGP is niet op de hoogte van de staat van deze voorzieningen; mogelijk zijn zij aan vervanging toe. Het is goed dat mee te nemen bij de bouw van een nieuw zwembad, maar het mag de voortgang ervan niet hinderen.
Over een nieuwe sporthal is er al contact geweest met meerdere partijen. Het onderwijs is echter nog niet in beeld geweest. Het onderwijs wordt in de stukken wel genoemd als een partij die betrokken móet worden. Het onderwijs is dagelijkse gebruiker en moet niet op achterstand komen te staan. De SGP hoort graag te zijner tijd hoe het onderwijs aankijkt tegen het verplaatsen van de gymvoorzieningen naar de Koerbelt. De afstand kan een bezwaar zijn, zeker voor lagere groepen.
De SGP vraagt aandacht voor het parkeren op de Koerbelt. Met een sporthal en een zwembad kan de druk op de parkeervoorziening erg groot worden. Hiervoor moet oog zijn bij de verdere planontwikkeling.
Ondanks de opmerkingen en vragen stemt de SGP in met het voorstel en ziet de verdere ontwikkelingen met belangstelling tegemoet.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er in de periode 2014-2015 een onderzoek heeft plaatsgevonden; de gemeente wilde weten waarop bezuinigd kon worden bij de zwembaden. De verrassende conclusie was dat er het best een nieuw binnenbad in Rijssen gebouwd kon worden, dat het buitenbad gesloten moest worden en dat er verder niets gedaan moest worden met het zwembad in Holten. Over dit advies en die conclusies is nooit gesproken in deze commissie. In een commissievergadering in 2015 en later bij de kaderstelling, is afgesproken dat over de uitgangspunten van aanpassingen van de zwemvoorzieningen wordt gesproken en ook dat er nog vrij gesproken kan worden over de plek en de manier waarop de gemeente een zwemvoorziening wil inrichten. Volgens D66 is een zuiver proces nodig om een investering van geschat € 9.6 miljoen goed onderbouwd te kunnen uitvoeren.
In 2016 hebben er inspiratiesessies plaatsgevonden, waarbij een aantal vragen aan betrokken groepen zijn voorgelegd. De antwoorden zijn verwerkt. Het is echter raar dat de locatie is bepaald en dat er drie scenario’s voorliggen. D66 had verwacht dat er in eerste instantie over de locatiekeuze gesproken zou worden met een open vizier. Dat is nu niet het geval. D66 stelt voor dat het college eerst met uitgangspunten naar de commissie komt en de commissie een weloverwogen besluit kan nemen..
Spreker geeft mee dat het zwembad over 30 jaar nog zal bestaan. Dan staat de Koerbelt misschien op slot en kan niet meer groeien. Ook dat punt moet meegenomen worden.
Het gesprek voeren over een krediet en daarbij ook al de locatie bepalen, vindt spreker te kort door de bocht. Er zijn ook andere locaties. Daarnaast ontbreekt een financiële onderbouwing. In het rapport wordt gesproken over de centrale ligging. Het zwembad blijkt echter centraal te liggen ten opzichte van de kern Rijssen. Bij de keuze moet uitgegaan worden van een centrale locatie in de gemeente, waarvan beide kernen profijt hebben. Dit is het moment daarvoor. Als de raad met dit voorstel akkoord gaat, is dat moment voorbij.
De heer BEUNK zegt bij interruptie dat er een quick scan is uitgevoerd ten aanzien van locaties en hij vraagt of de heer Klein Velderman die quick scan onvoldoende vindt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij die quick scan zeker onvoldoende vindt. De uitgangspunten zijn er niet in genoemd. Er is een onderzoek geweest onder vijf groepen, waarbij geen eensluidend oordeel gevormd kon worden; er zijn groepen tegen de locatie Koerbelt, andere groepen vinden dat dat niet per se op de Koerbelt hoeft en de jeugd en abonnementhouders zijn voor deze locatie. Wat dat betreft, had dat onderzoek op een andere manier gevoerd kunnen worden.
Spreker vindt dat op dit moment niet doorgegaan moet worden met het voorstel, maar dat de commissie de tijd moet nemen om de locatie te bepalen. Als daaruit komt dat het toch de Koerbelt wordt, dan is er een ordentelijke keuze gemaakt. D66 is ervan overtuigd dat dat nu niet gebeurt en zij stemt niet in met het beschikbaarstellen van het krediet.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA het voorstel steunt. Er is onderzoek gedaan naar locaties en behoefte en er is interactief proces geweest met allerlei partijen. Op basis daarvan ligt nu een aantal opties voor, die verder verkend kunnen worden. Het CDA wil daarvoor krediet beschikbaar stellen.
Het is goed dat het college verder kijkt dan naar het zwemmen en ook kijkt naar andere behoeftes voor met name het onderwijs. Dat betreft de sporthallen. Dat moet gebeuren met een open vizier. Het CDA ondersteunt dat van harte. Wellicht zijn er nog ontwikkelingen vanuit bijvoorbeeld het onderwijs, zoals de heer Reterink heeft genoemd, die relevant zijn om mee te nemen in de uitwerking van de voorliggende opties.
Het CDA vraagt de locatie van de voormalige steenfabriek mee te nemen in het totaal van de aanpak van de Koerbelt.
De exploitatie moet goed zijn en voorop staan. Het CDA wil dat zien in combinatie met duurzaamheid. Het is belangrijk voor het CDA dat er een duurzaam gebouw komt, wat ook relevant is voor de exploitatie van het zwembad in de toekomset.
De heer VAN DEN BERG zegt dat VVD Lokaal instemt met het voorstel. Er is voldoende inspiratie opgedaan om een drietal varianten uit te werken. De vraag die er vanuit VVD Lokaal nog is, is hoe statisch die drie varianten zijn. Er is een mogelijkheid dat na de uitwerking er geen tevredenheid is over de drie varianten. Spreker vraagt of er dan nog een mogelijkheid is om verder te kijken.
VVD Lokaal geeft de portefeuillehouder mee het zwembad zo energieneutraal mogelijk te bouwen en het liefst op de nullijn te krijgen.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie sport erg belangrijk vindt, het is goed voor de gezondheid van de burgers. Om te kunnen sporten, zijn veilige en goede accommodaties nodig. De ChristenUnie pleit al veel jaren voor vernieuwing van het zwembad. Zij heeft enkele jaren geleden verzocht met plannen te komen voor vernieuwing van het zwembad en de gemeente is al vroegtijdig begonnen hiervoor te sparen.
De ChristenUnie heeft aangegeven groot voorstander te zijn van een nieuwe sporthal, die voldoet aan de eisen van deze tijd en geschikt is voor topsport. Clustering van sportactiviteiten en een goede infrastructuur kan vele voordelen geven. De ChristenUnie is daarom blij dat het college in het onderzoek de nieuwe sporthal mee te nemen. De conclusies en aanbevelingen kan de ChristenUnie van harte ondersteunen, zij ziet uit naar de uitwerking van de drie varianten en stemt in met het raadsvoorstel.
De heer BEUNK zegt dat uit het stuk blijkt dat participatie hoog in het vaandel van de gemeente staat. Diverse instanties en verenigingen zijn geënquêteerd, er zijn inspiratiesessies geweest en allerlei mensen zijn geïnterviewd. Dat verdient een groot compliment. Het is mooi dat de betrokkenheid van de gebruikers duidelijk naar voren komt in het voorliggende voorstel. Het is van belang dat de raad van het vervolg op de hoogte blijft en dat door deskundigen aangegeven wordt waarom er bepaalde keuzes gemaakt worden met de voors en tegens.
Gemeentebelang vindt dat de quick scan voldoet ten aanzien van de argumenten die aangegeven worden bij de genoemde locaties en stelt voor op deze manier door te gaan.
Gemeentebelang werd verrast door optie C. In de inspiratiesessies is de sporthal niet naar voren gekomen. Spreker vraagt of de sporthal is opgenomen, omdat de hal binnenkort aan vervanging toe zou zijn. Hij merkt verder op dat er geen optie D is opgenomen met een binnenbad, een buitenbad, een sporthal en een skeelerbaan.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA eveneens verbaasd is over variant C. Spreker vraagt de wethouder in te gaan op de vraag of daarvoor voldoende ruimte is op de Koerbelt. Verder vraagt hij of de nieuwe sporthal hét alternatief wordt als vervanging van de Reggehal en de gymlocatie Welleweg.
Spreker vraagt of de gestelde vragen meegenomen worden in het onderzoek.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er aandacht moet zijn voor de aanbevelingen die vanavond zijn gedaan. Een specifiek punt, aangehaald door de heer Reterink, zal zijn het betrekken van het onderwijs.
Er wordt momenteel een onderzoek gedaan naar basale voorzieningen, met name voor de binnensport. Ook de staat van de Reggehal wordt daarin meegenomen en is om die reden meegenomen in voorliggend stuk. Dit kan voor sommigen ‘out of the blue’ zijn, maar het is vervelender als het college achteraf bij de raad komt met deze extra optie.
De vraag van D66 over de locatiekeuze is met name gesteld aan de commissie zelf.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt de wethouder in te gaan op de vraag of er bij de quick scan vooral is gekeken vanuit de kern Rijssen of dat er een ander uitgangspunt is geweest.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de locatie Koerbelt niet helemaal uit de lucht is komen vallen. Na het eerste onderzoek door Synarchis wordt daarnaar al verwezen. Wel zijn alle opties voorgelegd aan de diverse doelgroepen. De raad heeft hierover gezegd dat de Koerbelt niet per se de locatie hoefde te zijn, maar het kan een logische locatie zijn als dat financiële voordelen biedt. Volgens spreker wordt deze opvatting ook door de commissie breed gedragen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat in de quick scan alleen argumenten staan ten opzichte van de kern Rijssen en hij vraagt of de wethouder deze visie deelt.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij de visie van de heer Klein Velderman niet deelt. In het Synarchisrapport staat duidelijk wat het betekent als gekozen wordt voor een locatie in het midden van beide kernen. Kijkend naar het grote geheel is de huidige locatie een centrale ligging. Als men vanuit Holten gebruik wil maken van het binnenbad, moet men verder rijden. Dat stond echter ook in de quick scan.
De voormalige steenfabriek is geen gemeentelijk eigendom. Daaromtrent zijn er diverse andere plannen. Als de eigenaar op een gegeven moment niet weet wat hij ermee moet, kan het een optie zijn.
Opmerkingen over duurzaamheid zijn duidelijk naar voren gekomen in de inspriratiesessies en worden door het college meegenomen.
Tweede termijn
De heer KLEIN VELDERMAN vindt het triest dat er zo snel stappen worden genomen over een locatie waar men heel goed over moet nadenken. Het gaat om een investering van € 9,6 miljoen en het vrijmaken van € 100.0000 voor het uitwerken van scenario’s. Spreker begrijpt niet dat de overige commissieleden hiermee akkoord gaan. Kennelijk is lang geleden al vastgesteld dat de nieuwe locatie de Koerbelt moet worden. Eerdere toezeggingen hebben geen waarde gehad.
De heer MEIJERINK zegt dat hij ervan uitgaat dat gesproken wordt over de huidige omvang van de locatie de Koerbelt en dat het niet gaat om een nieuw te werven gebied.
De varianten A en B zijn logisch wat de PvdA betreft en kunnen uitgewerkt worden. In het licht van een mogelijk overtuigend antwoord op variant C, dat dit echt iets is voor de locatie de Koerbelt, gaat de PvdA akkoord met het kredietvoorstel.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA blij is met het participatie- en onderzoekstraject, zoals het is gegaan. Spreker distantieert zich van opmerkingen alsof de commissie dan wel het college niet goed nadenkt over de investering van € 100.000 voor het onderzoeken van de opties. Als groepen gevraagd worden te participeren, moet men accepteren dat de uitkomst anders is dan men had verwacht.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij interruptie wat de uitkomst was van die participatie ten aanzien van de locatie. Die uitkomst was niet eenduidig. Volgens spreker zijn er genoeg redenen om die participatie serieus te nemen, ook wat betreft de locatiekeuze.
De heer TEN BERGE zegt dat zijn reactie van zojuist betrekking had op een opmerking dat er niet zou worden nagedacht en dat de commissie zomaar meegaat met dit voorstel. Er is inderdaad participatie geweest, maar ook een quick scan, waarin is gekeken naar de financiële, de ruimtelijke elementen enzovoort. Er is weloverwogen een besluit genomen. Het is goed dat de commissie laat ziet dat zij participatie en onderzoeken serieus neemt, dat zij niet zomaar iets doet en zomaar het college volgt.
De heer BEUNK refereert aan de inspiratiesessie voor de gemeenteraad, waarin duidelijk naar voren kwam dat een ruime meerderheid rekening wil houden met de lokale polo- en zwemvereniging bij de realisatie van een nieuw te bouwen binnenbad. Spreker is blij dat dit uitgangspunt nu wordt ingevuld. Hij is ook blij dat zwembad Twenhaarsveld in Holten blijft op de huidige locatie in de huidige staat. Gemeentebelang sluit zich daarom aan bij voorliggend stuk.
Ook Gemeentebelang is benieuwd naar het onderzoek voor de sporthal. Het is nog niet duidelijk of het gaat om vervanging of om een aanvulling op De Reggehal en het gymlokaal Welleweg.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat in het onderzoek over basale voorzieningen wordt gesproken over vervanging en niet over aanvulling. Er zal echter ook gekeken worden naar de capaciteit. In het onderzoek wordt verder een link gelegd naar het onderwijs en de verkeersbewegingen naar de gymvoorzieningen. Het college komt ook met deze punten terug naar de commissie.
De VOORZITTER concludeert dat het raadsvoorstel beschikbaarstellen voorbereidingskrediet nieuwbouw zwembad als hamerstuk behandeld kan worden in de raad van 30 maart 2017, waarbij de fractie van D66 heeft laten weten tegen het voorstel te zullen stemmen.
(De heer Polman en de heer Jansen verlaten de vergadering.)
9. Huishoudelijke ondersteuning 2018 (Beens)
Wethouder BEENS en mevrouw PONGERS verzorgen de presentatie.
Presentatie HO als algemene voorziening
Vragenronde
De heer DE KOE zegt dat een bij algemene voorziening de aanvraag en de toetsing worden gedaan door een aanbieder en vraagt of dit inhoudt dat die aanbieder bepaalt of hij het werk wel of niet doet.
Wethouder BEENS zegt dat de zorgaanbieders verplicht zijn hun managementinformatie te tonen. Daaruit kan naar voren komen dat er plotseling een grote stijging te zien is. Daarover worden dan gesprekken gevoerd. Volgens het Heerdens model gaat een zorgaanbieder altijd na zes weken na een aanvraag na of de zorg inderdaad nodig is. In die zes weken kan een zorgaanbieder gemerkt hebben dat de verstrekte zorg niet helemaal nodig is, omdat bijvoorbeeld de kinderen dit ook kunnen doen. De zorgaanbieder is dan verplicht daarop te wijzen. De betreffende cliënt wordt verzocht contact op te nemen met de gemeente. Ook de gemeente krijgt een seintje dat deze persoon contact gaat opnemen. Vervolgens vindt er een gesprek plaats.
Spreker wil op voorhand niet geloven dat een zorgaanbieder de gemeente misleidt. Die zorgaanbieder raakt dan zijn goede naam kwijt en er zal geen gebruik meer gemaakt worden van zijn diensten. Alles vindt wel plaats op basis van vertrouwen, maar er wordt wel gecontroleerd.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de zorgaanbieder geleverde zorg declareert bij de gemeente, wat een controlemoment betekent. Wat zojuist is gezegd dat een zorgaanbieder als een soort controleur in een huis is, vindt zij echter ongelukkig klinken.
Wethouder BEENS zegt dat controle een zwaar woord s. Na zes weken vindt er een evaluatiegesprek plaats door de zorgaanbieder met de cliënt, waarin gevraagd wordt of alles naar wens is. In dat gesprek is de zorgaanbieder verplicht aan te geven dat bepaalde zaken zijn gesignaleerd en dat iemand bepaalde werkzaamheden, deels, zelf zou kunnen doen.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat er dan kennelijk een gesprek plaatsvindt tussen cliënt en zorgaanbieder, waarbij de gemeente niet is betrokken. Zij vraagt dat toe te lichten.
Mevrouw PONGERS zegt dat er op een nieuwe manier samengewerkt wordt en dat de gemeente voortdurend in gesprek is met een aanbieder. De populatie van mensen met huishoudelijke ondersteuning is vrij stabiel. Dat is het uitgangspunt in de gesprekken met de aanbieders. Door de vergrijzing kan er een lichte toename van cliënten zijn, maar als er plotseling een enorme stijging te zien is, dan wordt de aanbieders gevraagd om uitleg.
Een ander vertrekpunt is het beschikbare budget van de gemeente. Er is een gezamenlijke opdracht binnen dat budget te blijven en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor deze doelgroep. Dat is een heel andere manier van werken dan totnogtoe gebeurde, maar het past beter in de transformatiegedachte en de lijn die de raad heeft meegegeven over de toetsingscriteria.
De managementinformatie die de zorgaanbieders regelmatig aanbieden, moet open en inzichtelijk zijn voor alle aanbieders. Daarin is te zien welke aanbieder zich wel of niet houdt aan de werkafspraken. Dit levert een zelfcorrigerend mechanisme op, doordat zij gezamenlijk aan tafel zitten.
De heer WESSELS zegt dat de aanleiding voor de beleidsaanpassing de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep was. Spreker vraagt of het voorstel dat nu ontwikkeld wordt, daaraan voldoet.
In de gemeente Hellendoorn is een voorstel gedaan tot gezamenlijke inkoop door veertien gemeenten. Voordelen kunnen zijn: kennisdeling en een efficiëntere manier van werken in het inkooptraject. Dat zou niet gelden voor Rijssen-Holten.
Wethouder BEENS zegt dat de voordelen heel mooi klinken, maar als dat gezamenlijk uitgevoerd wordt, zit Rijssen-Holten daarin waarschijnlijk niet aan tafel met haar eigen zorgorganisaties. Dat is iets wat spreker niet langer wil. Als samengewerkt wordt met andere gemeenten, moeten dat gemeenten zijn die op dezelfde manier willen transformeren. Er zijn nu contacten met bijvoorbeeld Heerde en Hardenberg, die verder uitgebouwd kunnen worden. Rijssen-Holten moet niet opnieuw proberen het wiel uit te vinden, maar in die contacten de krenten uit de pap te halen en daarvan een Rijssen-Holtens model te maken. De genoemde gemeenten zeggen toe Rijssen-Holten daarbij te ondersteunen. Als dit model goed gepresenteerd wordt kunnen wellicht andere gemeenten overgehaald worden.
Als de gemeente binnen de maatwerkvoorziening blijft, dan geldt de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Die is minder van kracht voor de algemene voorziening, omdat dat een heel andere manier van werken is.
De heer NOEVERMAN zegt dat de gemeente kan kiezen voor een algemene voorziening, maar verplicht blijft in specifieke gevallen maatwerkvoorzieningen aan te bieden. Spreker vraagt of dat traject verloopt via dezelfde aanbieders en hoe zich dat traject verhoudt tot de algemene voorziening.
Mevrouw PONGERS zegt dat de toegang voor een algemene voorziening via de gemeente nog wel mogelijk blijft. Mensen kunnen met een ondersteuningsvraag bij het Sociaal Plein komen en wordt er vervolgens een keukentafelgesprek gevoerd. Vandaaruit kan verwezen worden naar de algemene voorziening voor de huishoudelijke ondersteuning. Op het moment dat de aanbieder constateert dat een algemene voorziening niet toereikend is, dan heeft hij volgens de werkafspraken de plicht te verwijzen naar de gemeente. De Wmo-consulent verricht daarna aanvullend onderzoek en beoordeelt wat er nodig is. Als er een maatwerkvoorziening ingezet moet worden, volgt daaruit een opdracht door de Wmo-consulent. In die maatwerkvoorzieningen kunnen keuzes gemaakt worden. Heerde heeft bijvoorbeeld een maatwerkvoorziening van de oude HH-2, maar Ommen-Hardenberg kiest voor het inkopen van een stukje regie. Ongetwijfeld zijn er nog meerder modellen mogelijk.
Uit de contacten met gemeenten die nu een algemene voorziening hebben, blijkt het om heel weinig mensen te gaan. De gemeente is dan niet aanbestedingsplichtig, wat mogelijkheden biedt om afspraken te maken voor maatwerkvoorzieningen met aanbieders die een algemeen voorziening gaan leveren.
Eerste termijn
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er voor de behandeling van dit onderwerp geen stukken beschikbaar zijn, maar dat het college de commissie wil informeren over de stand van zaken met betrekking tot de huishoudelijke ondersteuning. Spreker vraagt wat de commissie nog verder moet bespreken.
De VOORZITTER zegt dat het college graag wil dat de commissie een richtinggevende uitspraak doet.
De heer KLEIN VELDERMAN verzoekt het college alle achterliggende informatie beschikbaar te stellen, waarna de commissie daarover een volgende keer verder spreekt.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA zich bij de woorden van de heer Klein Velderman aansluit. De commissie heeft zich niet door middel van stukken kunnen voorbereiden.
De VOORZITTER beschouwt het verzoek van de heer Klein Velderman als een ordevoorstel, dat eerst afgehandeld moet worden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de commissie zich niet heeft kunnen voorbereiden. Er moeten echter wel voor 1 april 2017 beslissingen genomen worden. Zij is persoonlijk enthousiast geworden over het voorstel in de presentatie. Daarbij is niet de prijs leidend, maar de kwaliteit. Mogelijk is er in de commissie een lichte voorkeur om deze variant uit te werken.
De heer NOEVERMAN zegt dat op de overloopavond van 20 maart 2017 verder gesproken kan worden over dit onderwerp en er tijdig en zorgvuldig een besluit genomen kan worden.
De VOORZITTER concludeert dat dit voorstel op instemming van de commissie kan rekenen.
De heer TEN BERGE biedt vanuit zijn dagelijks praktijk aan informatie te verstrekken aan de overige fracties.
Mevrouw RIEZEBOS verzoekt het college om een reactie op het ordevoorstel.
De VOORZITTER vraagt daarnaast of het college tijdig voor stukken kan zorgen.
Wethouder BEENS zegt toe de stukken vanuit het Twents verband aan de commissie te verstrekken. Het college geeft daarbij ook aan wat het voorstel over de algemene voorziening inhoudt, al is er nog geen uitgewerkt plan. In dit traject zijn er keuzemogelijkheden, die het college voor de commissie op een rij zet.
De VOORZITTER zegt dat de informatie vooral betrekking moet hebben op de hoofdlijnen met daarbij een notitie over de richting die de gemeente op wil gaan, eventueel met achterliggende informatie.
Wethouder BEENS zegt toe op schrift te zetten wat de verschillen zijn tussen een maatwerkvoorziening en een algemene voorziening en dat alle relevante informatie daaraan toegevoegd wordt. Bij de algemene voorziening geeft het college aan aan welke knoppen de raad kan draaien.
De VOORZITTER zegt dat dat inderdaad de kern is.
De heer BEUNK verzoekt zoveel mogelijk achterliggende stukken te verstrekken.
10.Actiepuntenlijst
De VOORZITTER concludeert dat de drie punten van de actiepuntenlijst afgevoerd kunnen worden:
- Huishoudelijke ondersteuning.
- Uitbreiding Pius X.
- Naheffing als gevolg van rekenfout SiSa-bijlage.
11.Rondvraag
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat bij de behandeling van de integratienota door de wethouder is gesproken over een participatieverklaring met een ‘couleur locale’. Zij vraagt de tekst daarvan beschikbaar te stellen.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat toe de tekst te mailen aan de commissie.
NB.: De tekst van de Participatieverklaring is gemaild op 21 maart 2017.
De heer NOEVERMAN zegt dat op 2 februari jl. een motie is aangenomen over de locatie van de schaats- en skeelerbaan, waarbij de SGP heeft aangegeven dat dit niet tot vertraging of afstel zou mogen leiden. Spreker vraagt wat de stand van zaken is van de uitvoering van de motie.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hierover een stuk aan het college is aangeboden. Na de collegebehandeling wordt de raad op de hoogte gesteld.
10. Schorsing
De VOORZITTER schorst de vergadering om 22.05 uur tot maandag 20 maart 2017 20.00 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie MDV van Rijssen-Holten op 8 mei 2017.