Commissie MDV 16 januari 2017 (19:30)
- Datum:
- 16-01-2017
- Tijd:
- 19:30 - 20:45
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- dr. E.G. Bosma
- Griffier:
- H. Leijendekker
- Notulist:
- G.B. Aanstoot-Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | dr. E.G. Bosma |
SGP | dr. J. Noeverman, J.W. Reterink en J.A. Baan |
CDA | G.D. ten Berge, F.J. Wessels en G. Smelt |
ChristenUnie | J. van Veldhuizen en G. Pas |
Gemeentebelang | J. Kuiper-Ruitenberg, W.J.M. Muller en P. Kroeze |
PvdA | R.W. Meijerink |
VVD Lokaal | E.J.W. Deijk, R.A. de Koe en B.J. van den Berg |
D66 | ir. H. Klein Velderman en C. Polman |
Griffier | H. Leijendekker |
Wethouders | R.J. Cornelissen, B.D. Tijhof, B. Beens |
Pers | 2 |
Publiek | 25 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. De heer Leijendekker is vanavond griffier. Hij vervangt de heer Veerman.
De heer Noordam is afwezig. Hij is opgenomen in het ziekenhuis. Het gaat inmiddels naar omstandigheden weer goed met hem. De heer De Koe vervangt hem.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de vergadering van de commissie MDV van 6 december 2016
Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6 Amendement A4, Aanleg van een kunstgras voetbalveld in combinatie met een skeelerbaan (opiniërend; Cornelissen)
De heer NOEVERMAN refereert aan het amendement dat unaniem is aangenomen bij de kadernotavergadering. Het kader gaf aan dat er financiële middelen beschikbaar waren voor het aanleggen van een kunstgrasveld voor Sportclub Rijssen in combinatie met een skeelerbaan. In de voorliggende stukken staat terecht dat het amendement duidelijk is: het gaat om de positie op de Koerbelt.
Van de vier voorgelegde varianten, kunnen er twee gerealiseerd worden op de Koerbelt. Vanwege het duidelijk aangegeven kader bij de kadernotavergadering, kan er wat de SGP betreft slechts één variant overblijven. Voor andere varianten is er momenteel geen ruimte. Eventueel zou de raad een geheel nieuwe besluitvorming moeten doen, waarbij een zorgvuldige afweging gemaakt kan worden.
De SGP heeft bezwaar tegen twee van de vier varianten, die inhouden dat de skeelerbaan naar het Opbroek gaat. Het Opbroek is echter geen sportlocatie. Wat de SGP betreft, vindt sport plaats op de Koerbelt. Als het Opbroek hierbij betrokken moet worden, moet dat plaatsvinden in een bredere afweging. Die afweging zit niet in voorliggende stukken. Daarom is het niet zorgvuldig een van die varianten te kiezen.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA vanavond gaat voor drie vliegen in een klap. Het gaat om een investering van € 475.000, waarmee de raad in feite al heeft ingestemd bij de kadernotavergadering. Er ligt nu een oplossing voor, die slechts 2% meer kost.
In de eerste plaats vindt het CDA dat de schaats-/ en skeelervereniging een baan verdient in het Opbroek. De meerkosten van deze optie hebben met name te maken met een bestemmingsplanwijziging en leges. Wat het CDA betreft komen deze kosten voor rekening van de gemeente .In de tweede plaats krijgt Sportclub Rijssen kunstgras op het hoofdveld. Kunstgras is wat het CDA betreft een basale voorziening. In de derde plaats blijkt dat de Koerbelt een capaciteitsprobleem kent, doordat steeds meer meisjes en dames voetballen en het G-voetbal groeit. Excelsior’31 verwacht een groei naar 1900 leden, maar kampt nu al met het probleem van te weinig speelvelden. Een investering in kunstgras is daarom een eerste goede stap voor de Koerbelt. Wat het CDA betreft wordt het derde veld, van Sportclub Rijssen, ook in de toekomst beschikbaar voor Excelsior’31. Voor Sportclub Rijssen moet dit mogelijk zijn, gezien de investering in kunstgras, en het biedt Excelsior’31 een uitkomst qua capaciteit. Hiermee wordt in de breedte geanticipeerd op de problemen op de Koerbelt, zonder dat het in feite extra geld kost.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat variant 1 het capaciteitsprobleem op de Koerbelt niet oplost en niet de voorkeur heeft van de verenigingen. Variant 3 past niet in het financiële kader en lost eveneens het capaciteitsprobleem op de Koerbelt niet op. Variant 4 is, gezien de financiële kant, erg extreem. De ChristenUnie vindt variant 2 dan ook de beste oplossing. De verenigingen hebben hiervoor hun voorkeur uitgesproken. Het lost tevens de capaciteitsproblemen op de Koerbelt op.
Als het gaat om de aanleg van kunstgras voor Sportclub Rijssen, wil de ChristenUnie de nota Sportvoorzieningen afwachten. Deze nota moet meer duidelijkheid geven over wat daar daadwerkelijk gerealiseerd zou moeten worden. Spreker vraagt wanneer de raad deze nota kan verwachten.
Variant 2 past “net niet” binnen het financiële kader. Spreker verzoekt de wethouder dit nader te duiden.
De heer MULLER zegt dat de insteek van het amendement was dat de extra capaciteit door een kunstgrasveld, leidt tot ruimte voor de schaats- en skeelervereniging. Blijkbaar is later ingebracht dat het wenselijk is die extra capaciteit beschikbaar te houden binnen de Koerbelt voor de daar gevestigde verenigingen. De Sportraad blijkt die visie te steunen. Verder lijken alle wensen vervuld te kunnen worden met een extra budget van € 10.000.
Als alle betrokken partijen, waaronder de Sportraad, een voorkeur hebben voor variant 2, dan heeft dat de steun van Gemeentebelang. Een voorwaarde daarbij is dat de extra bijdrage maximaal € 10.000 bedraagt en dat de beide sportverenigingen op de Koerbelt met elkaar tot een akkoord komen over het benutten van de extra capaciteit die beschikbaar komt. In dat geval hoeft wat Gemeentebelang betreft niet gewacht te worden tot afronding en behandeling van het onderzoek of tot de behandeling van de begroting voor 2018 en kunnen de drie vliegen inderdaad in een keer gevangen worden.
Spreker vraagt of het college, met de gegeven opinies van de commissie, zelf komt met een voorstel of dat een of meer fracties later met een motie hierover moeten komen.
De heer MEIJERINK zegt te verwachten dat met de voorgelegde oplossingsvarianten de contouren van het Netwerkplan Sport van het Opbroek weer aan de kim lijkt te verschijnen. In dat opzicht, samen met de capaciteitsproblematiek op de Koerbelt, ziet de PvdA variant 2 als een heel goede oplossing. Zij vindt het, in het grotere kader van het Netwerkplan Sport het Opbroek, een goed idee dat de gemeente de kosten van de bestemmingsplanwijziging op zich neemt.
De heer VAN DEN BERG zegt dat het amendement doet vermoeden dat alles gerealiseerd moet worden op de Koerbelt, hoewel er wel enige ruimte was om buiten de Koerbelt te kijken naar een oplossing. De situatie is lastig, omdat er wel geld beschikbaar is gesteld, maar de gemeente toch enigszins klem zit vanwege de strak gestelde kaders. Daarnaast kunnen er, ook al krijgt de schaats-/ en skeelervereniging een baan op de Koerbelt, in de toekomst even goed capaciteitsproblemen ontstaan bij de andere sportverenigingen aldaar.
VVD Lokaal wil meegaan met het realiseren van een baan in het Opbroek. Zij heeft daarbij nog de volgende vragen aan het college:
- Waarom is de locatie van de hondenrenbaan niet in het plaatje meegenomen?
- Wordt perceel 9711 om niet beschikbaar gesteld aan de schaats- en skeelervereniging of is het bedoeling dat de vereniging dit perceel aankoopt?
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat in het amendement geen kapitaalkaders zijn gesteld. D66 vindt dat er best gesproken mag worden over iets meer of over iets minder dan men op dat moment voor ogen had.
Het probleem kan eenvoudig opgelost worden. Elke vereniging heeft aangegeven dat het alleen maar gaat om de bestemmingsplanwijziging en variant 2 de beste keuze te vinden. Ook D66 kan zich daarin vinden. De raad hoeft in feite slechts toestemming te geven voor het beschikbaar stellen van € 10.000. Deze kosten zouden ook gemaakt zijn in het kader van het Netwerkplan Sport Het Opbroek.
Het punt waarvoor D66 aandacht vraagt, is dat er bij de aanleg van een kunstgrasveld geen rubberkorrels in verwerkt worden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat in het gesprek met de schaats- en skeelervereniging is gesproken over een bestemmingsplanwijziging en de kosten daarvoor. De inschatting is dat deze kosten liggen tussen € 5.000 en € 10.000. Dat is het bedrag van “net niet” in de discussie of de vereniging deze kosten zelf kan dragen.
De Nota Sportvoorzieningen komt terug bij de kaderstelling. Dat geldt ook voor allerlei onderzoeken die momenteel lopen op het gebied van sport.
Het college wil vanavond graag de opinie van de commissie horen. Als die opinie vanavond duidelijk een bepaalde richting op gaat, dan kan het college daaruit een conclusie trekken. Dat wordt moeilijker als de opinies verdeeld zijn.
De hondenrenbaan is als optie voorbijgekomen. In de stukken is daaraan ook gerefereerd. Deze optie past echter niet in de kaders en daar is verder niet naar gekeken, ook omdat er op dit moment een huurovereenkomst ligt met de hondenrenbaan.
De grond in het Opbroek wordt niet om niet beschikbaar gesteld. Daarvoor wordt huur in rekening gebracht.
Tweede termijn
De heer NOEVERMAN zegt dat hij verbaasd is over wat er in de commissie gedeeld wordt. Andere varianten dan variant 1 zijn voor de SGP geen uitwerking van het amendement. De SGP heeft met het amendement ingestemd juist vanwege de combinatie van een kunstgrasveld en een skeelerbaan. Met de opinies van de overige fracties, zou er een ander besluit genomen worden.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij interruptie of de heer Noeverman kan aangeven op basis van welke zinsnede uit het amendement niet wordt voldaan aan de andere varianten. In het amendement wordt niet gesproken over de Koerbelt of over de financiële kaders.
De heer NOEVERMAN zegt dat de overige opties niet vallen binnen de financiële kaders. D66 heeft zelf in haar eerste termijn aangegeven dat iets meer of iets minder niet uitmaakt.
De uitvoering van het amendement had betrekking op de Koerbelt. In de overwegingen stond verder dat er door het gebruik van kunstgras, extra capaciteit beschikbaar zou komen, die gebruikt zou kunnen worden voor de skeelerbaan. Met die combinatie heeft de SGP ingestemd.
De andere varianten die op tafel komen, kunnen niet zomaar even in deze opiniërende behandeling besproken worden. De SGP verwacht dat het college met wat de commissie vanavond aangeeft, op een ander moment terugkomt.
Wat voor de SGP nog meespeelt, naast eventueel € 10.000 extra voor een bestemmingsplanwijziging, is dat er een stuk grond beschikbaar gesteld wordt voor sport, dat daarmee aan een andere bestemming onttrokken wordt. Dat bedraagt tezamen meer dan € 10.000. De SGP vindt dat in eerste instantie niet wenselijk.
De heer MULLER vraagt de heer Noeverman bij interruptie of het voor de SGP mogelijk is, ondanks dat de SGP op de rem trapt, op zijn minst toch een visie te geven op de voorgelegde varianten.
De heer NOEVERMAN zegt dat de SGP de afweging van verplaatsing naar het Opbroek wil maken, ook gelet de meerderheid die zich daarvoor lijkt af te tekenen. Voor de SGP staat dan het kunstgras voor Sportclub Rijssen ter discussie. Die combinatie zat in het amendement, maar wordt hiermee losgelaten.
De heer TEN BERGE zegt dat de raad in 2016 een kader heeft gesteld. Dat kader is getoetst in het veld, maar blijkt niet te werken. In zo’n geval moet de raad op zijn schreden terug durven te komen. Als dat gebeurt en de raad kan drie vliegen in een klap slaan, dan moet dat niet nagelaten worden. Gezien de reacties in de commissie vanavond, pleit spreker te gaan voor de voorkeursvariant 2 en daarbij ook te kijken naar de kosten voor de bestemmingsplanwijziging.
De heer VAN DEN BERG zegt dat hij de kritische houding van de SGP begrijpt. Het zou echter jammer zijn nu te beslissen over een verplichte realisering van een skeelerbaan op de Koerbelt, terwijl daar over een aantal jaren een capaciteitsprobleem dreigt te ontstaan. In het Opbroek is er ruimte. Hier wordt gesproken over een bedrag van € 10.000. VVD Lokaal stemt in met het verplaatsen van een skeelerbaan naar het Opbroek.
De VOORZITTER wijst erop dat er vanavond geen beslissing wordt genomen. Het college neemt de opinies mee en komt vervolgens met een voorstel.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA destijds heeft ingestemd met het amendement als een ‘next best oplossing’. Nu blijkt dat de uitvoering ervan op grote problemen stuit, zijn er andere varianten op tafel gelegd. Een van de varianten spreekt de PvdA aan. Spreker is benieuwd naar de conclusie die de wethouder trekt uit de discussie van vanavond.
De heer MULLER zegt dat kunstgras voor voetbalverenigingen behoort tot de basale voorzieningen, wat Gemeentebelang betreft.
De heer Ten Berge wil drie vliegen in een klap slaan. De vanzelfsprekendheid dat de mogelijk beschikbare capaciteit naar Excelsior’31 gaat, is voor Gemeentebelang op dit moment echter geen onderdeel van de visie. Als de verenigingen samen niet tot een oplossing komen, dan moet het plan in ‘de wacht’ gezet worden.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie van mening is dat de gemeente de € 10.000 voor haar rekening moet nemen.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij de beraadslagingen meeneemt naar het college. Het college trekt de uiteindelijke conclusie.
De VOORZITTER concludeert dat de SGP niet in is voor optie 2. De overige fracties stemmen daarmee in. Het college komt te zijner tijd terug met een voorstel.
7 Raadsvoorstel Terugdraaien van bezuinigingen bij organisaties met scan “inzet organisaties voor decentralisatie en participatie" (Beens/Tijhof)
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang het voorstel steunt. Wel merkt spreker op dat het belangrijkste doel het verder uitrollen van de wijkgerichte activiteiten lijkt te zijn, met name gericht op de groep ouderen. Formeel is er momenteel geen ouderenbeleid meer; dat is opgegaan in de nieuwe Wmo. Gemeentebelang blijft zich afvragen of een aparte visienota voor ouderenbeleid toch wenselijk is. Ook voorliggende aanvraag maakt duidelijk dat er sprake is van een specifieke doelgroep binnen de Wmo.
De heer TEN BERGE zegt dat er € 23.000 uit de scan beschikbaar wordt gesteld met de opmerking dat dit bedrag wordt benut voor het dekken van voorzieningen ten aanzien van ouderenadvies en ouderenwerk. Ook wordt hierbij gesteld dat dit nog niet afdoende is. Spreker vraagt het college wat dit betekent.
Wat betreft de dekking van de bezuiniging op het gebied van jeugd, komt er nu vanuit de BDU (Brede Doel Uitkering) Jeugd € 22.000 structureel beschikbaar. Spreker vraagt waarom de raad hiervan niet eerder bericht heeft gekregen.
De heer VAN DEN BERG zegt dat VVD Lokaal instemt met het voorliggende voorstel.
De heer PAS zegt dat ook de ChristenUnie achter voorliggend voorstel staat.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat ook D66 achter dit voorstel staat.
De heer MEIJERINK geeft aan zich aan dat de PvdA instemt met het voorstel.
Wethouder BEENS zegt dat het college blij is met de steun voor het voorstel.
Er is voor gekozen het ouderenbeleid te laten opgaan in de Wmo. Het ouderenbeleid is onderdeel van het Wmo-beleidsplan. Het college heeft niet als voorkeur een apart ouderenbeleid te maken, maar het onderdeel te laten zijn van een bredere Wmo.
De € 23.000 is inderdaad niet voldoende voor het helemaal terugdraaien van het ouderenbeleid. Meer geld is er in die scan niet beschikbaar. Het college kiest voor het inzetten van deze € 23.000.
Wethouder TIJHOF zegt dat de BDU breed ingezet wordt, ook voor de jeugd. Het niet-ingezette deel hiervan wordt nu specifiek gebruikt voor deze bestemming. Het geld was al beschikbaar en er hoeft geen extra geld beschikbaar gesteld te worden.
De heer MULLER zegt dat het hem niet gaat om de plaats waar het ouderenbeleid geformuleerd wordt. Dat kan een aparte nota zijn, maar ook een onderdeel van beleid. Het was echter de verwachting dat ouderenzorg vanzelfsprekend binnen het volledige Wmo-pakket zou plaatsvinden en geen specifieke aandacht nodig had. Gemeentebelang is blij met de woorden van de wethouder, dat er nu gewerkt wordt aan een beleidsonderdeel binnen de Wmo met betrekking tot het ouderenbeleid.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA het eens is met het beleid van het college, dat er geen apart beleidsveld komt met betrekking tot ouderenzorg.
Spreker stemt in met het antwoord van de wethouder, dat de € 23.000 past bij de scan en dat daarmee wat meer gedaan kan worden voor het ouderenwerk. Wellicht kan er bijvoorbeeld bij de kaderstelling nog een keer naar gekeken worden, omdat dit in feite niet voldoende is.
Het is jammer dat de € 22.000 voor de jeugd nu pas komt. Daarmee had de gemeente al eerder wat kunnen doen voor de jeugd.
Het CDA steunt het voorliggende voorstel.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel Terugdraaien van bezuinigingen bij organisaties met scan “inzet organisaties voor decentralisatie en participatie" als hamerstuk te behandelen in de raad.
8 Raadsvoorstel Wijziging verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs (Tijhof)
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel Wijziging verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs als hamerstuk te behandelen in de raad.
9 Raadsvoorstel Businessplan Maatschappelijke Onderneming (MO) en begroting 2017 SOWECO (Tijhof)
De heer NOEVERMAN wil vooraf gezegd hebben dat de SGP voorstander is van het behouden van de expertise van Soweco als SW-bedrijf. Het is zeker niet de intentie de SW-medewerkers in de kou te laten staan of Soweco als bedrijf te beëindigen.
De SGP vindt het prima dat Soweco zich omvormt tot een MO, maar wil daarvoor geen financiële en juridische verantwoordelijkheid nemen en dragen. Dit valt niet binnen de GR. De SGP beseft dat Rijssen-Holten via de GR wel degelijk mede-eigenaar is van het bedrijf, samen met andere gemeenten. Dat maakt de virtuele scheiding tussen het oude SW-bedrijf en de nieuwe MO niet ongedaan. Die virtuele scheiding gaat dan ook niet ver genoeg.
De SGP heeft meerdere malen in de commissie en de raad duidelijk gemaakt dat zij een scheiding tussen de GR en de nieuw te vormen MO wenst. De zienswijze die door het college is voorgelegd, is daarmee in lijn. De SGP stemt daarmee van harte in en ook, daaruit voortvloeiend, met het tweede beslispunt van het voorstel: het niet instemmen met de begroting 2017 van Soweco.
Spreker noemt hiernaast nog enkele aandachtspunten. In de eerste plaats zou als reactie op de zienswijze gegeven kunnen worden, dat Rijssen-Holten eerder wel heeft ingestemd met de maatschappelijke omvorming. Het plan tot omvorming ligt echter nu pas voor.
De SGP staat positief ten opzichte van de omvorming van de MO, maar nu pas ligt voor op welke wijze en welke structuur dat zal gebeuren. De SGP heeft steeds gezegd dat zij die scheiding wilde met de GR. Dat is voor de SGP een harde scheiding.
De omvorming zou moeten leiden tot een minder negatief resultaat, blijkt uit de begroting. Dat suggereert dat er kansen zijn deze nieuwe diensten voor een bredere doelgroep van de Participatiewet op zijn minst kostendekkend in de markt te zetten. Dat gebeurt nu ook al door vergelijkbare organisaties, die veel expertise hebben opgebouwd. De SGP ziet dan ook geen reden dergelijke diensten als gemeente min of meer in eigen huis en onder eigen verantwoordelijkheid te organiseren. Toch wil de SGP zaken blijven doen met Soweco, maar niet persé als preferente partner of onder het opleggen van verplichtingen tot het afnemen van diensten of omdat het een eigen bedrijf is.
De SGP beseft dat de gemeente verantwoordelijk is en blijft voor het vinden van zinvolle dagbestedingen en toeleiding naar werk voor mensen met een arbeidshandicap. Het Participatiepact en aanvullende instrumenten zijn daarbij leidend voor de SGP. Centraal staat dat Rijssen-Holten doet wat goed is voor de brede doelgroep van de Participatiewet en dat de doelgroep wordt begeleid naar passend werk en niet het levensvatbaar houden van Soweco als organisatie op zich.
Bij de nieuwe verantwoordelijkheden behoort een opgave voor nieuw-beschut. Op dat punt kan Soweco wel degelijk van waarde zijn. Ook op andere punten ziet de SGP wel de waarde van Soweco, maar dan als marktpartij. Om die reden stemt de SGP in met het derde beslispunt.
Voorlopig zit Rijssen-Holten gewoon in de GR van Soweco. Spreker vraagt hoe de andere gemeenten hierin staan en hoe groot de kans is dat andere gemeenten meegaan met de visie van Rijssen-Holten. In de stukken staat hierover dat gemeenten niet veel verschillen in visie, maar wel op het punt van het tijdspad. Het gaat er dan ook niet om Soweco als zodanig zomaar te beëindigen. Het gaat om de harde knip. Spreker vraagt wat de wethouder hieraan denkt te kunnen doen binnen het AB van Soweco.
De heer WESSELS zegt dat in juni is gesproken over Soweco en de toekomst ervan en over de MO en de invulling ervan. Het CDA heeft op dat moment aangegeven benieuwd te zijn naar die invulling. Wat het CDA betreft is het prima dat er zo’n maatschappelijke invulling wordt gegeven en dat zo’n onderneming wordt opgestart. Dit moet echter gebeuren buiten de GR. De GR zou worden vergroot door een MO binnen de GR van Soweco te halen. Dat staat haaks op het eerdere uitgangspunt van het DB om nieuwe activiteiten niet in de GR te laten komen. In de aangeboden stukken staat hierover dat dit strijdig is met artikel 3-5 van de WGR: “Het AB van de GR kan niet zelf besluiten over uitbreiding van bevoegdheden.” De taak van Soweco was en is het uitvoeren van de WSW en daaruit voortvloeiende regelingen. Aanvullende opdrachten kunnen alleen op verzoek en in opdracht van betreffende gemeenten worden uitgevoerd. In feite staat hier dat Rijssen-Holten niet akkoord hoeft te gaan met het onderbrengen van de MO binnen de GR. Het opzetten van een MO is prima, maar dat moet gebeuren in een zelfstandige onderneming met eigen rechtspersoonlijkheid. Voor het CDA is het daarom onbespreekbaar verder te gaan in een MO zonder dat er duidelijkheid is over afbouw en ontvlechting van de GR.
In de stukken staat dat er voortgang is bij het afbouwen van het vastgoed. Dat is een mooie ontwikkeling. Het CDA legt er de nadruk op dat de rest daarin meegenomen moet worden.
In het tweede beslispunt 2, “niet in te stemmen met de begroting 2017 van Soweco”, kan het CDA zich vinden.
In het derde beslispunt staat: het werkgeverschap voor nieuw beschut werken willen wij neerleggen bij een nieuw opgerichte BV mits deze volledig verzelfstandigd wordt. Het CDA stemt hiermee in.
De belangrijkste boodschap die het CDA meegeeft, is: breng de MO buiten de GR.
De heer DE KOE zegt dat het van belang is dat het vanavond besprokene niet over de doelgroep gaat. De doelgroep blijft buiten schot en blijft functioneren zoals zij nu doet. Wat vanavond wordt besproken, is het oprichten van een nieuwe MO om, naar de mening van VVD Lokaal, de toekomst van Soweco zeker te stellen.
Eerder heeft VVD Lokaal akkoord gegeven om te kijken naar de oprichting van een MO. Daarbij is duidelijk gemaakt dat deze MO geen onderdeel moet uitmaken van de GR. Als dat wel gebeurt, gaat VVD Lokaal daar dwars voor liggen.
Er moet vaart gemaakt worden en er moet gehandeld worden. Dat lukt nog steeds niet. Spreker vraagt het college wat de kansen zijn van het separaat realiseren van de MO buiten de GR. Als dat niet lukt, is er een groot probleem. In de media waren al berichten te lezen, dat de vertegenwoordiger van Rijssen-Holten akkoord gegeven scheen te hebben voor de opbouw van de MO in de structuur zoals door nu door Soweco wordt voorgesteld. Dat is niet wat het college nu adviseert.
De heer MEIJERINK zegt dat altijd de doelgroep in de gaten gehouden moet worden. Dat staat voor de PvdA centraal.
Spreker vraagt hoe de besluitvorming rondom de MO of een rechtsvorm daarvan, die rond 2020 plaatsvindt volgens Soweco, eruit gaat zien en of het inderdaad zo is dat Soweco daarop aankoerst of dat men toch uit de GR wil voor wat betreft de MO.
De gemeenteraad wil gas geven. Spreker vraagt wat daarvan echt de noodzaak is. Voorts vraagt hij hoe andere gemeenten in dit gebeuren staan.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de vraag hoe andere gemeenten erin staan, erg belangrijk is. Als Rijssen-Holten aangeeft dat zij niet wil dat de MO wordt ondergebracht in de GR, is de vraag wat zij doet als de meerderheid wel instemt en hoe andere gemeenten tegen Rijssen-Holten aankijken. Als er zich geen meerderheid aftekent binnen het DB of de aandeelhouders, kan Rijssen-Holten zeggen dat zij stopt met haar actie. D66 is niet tegen het onderbrengen van de MO binnen de GR, omdat het voor iedereen kansen biedt.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie instemt met de voorgelegde zienswijze. De woorden van het CDA ondersteunt de ChristenUnie van harte.
Met betrekking tot het tijdspad, merkt spreker op dat in het hele stuk veel gesproken wordt in termen als: zo spoedig mogelijk, op korte termijn, uiterlijk ín. Dit heeft spreker eerder al aan de wethouder voorgelegd en daarop een goede reactie gekregen.
De heer MULLER interpreteert de woorden van de heer Klein Velderman zo, dat het weinig zin heeft tegengas te geven. Als dat zo is, ontstaat er een rustige tijd voor de raad.
De raad heeft in juni 2016 ingestemd met een brief aan Soweco. Daarin is de wens opgenomen om niet in 2020 maar eerder te beslissen over de afbouw en een snelle uitvoering daarvan. Dat is in feite nog steeds actueel. Het opzetten van een MO heeft wat Gemeentebelang betreft als belangrijkste doel de kosten van de afbouw te beperken, vooral door het beperken van frictiekosten en bij de afbouw voldoende knowhow beschikbaar te hebben voor een goede werkomgeving en begeleiding van de mensen die binnen Soweco werkzaam blijven.
Gemeentebelang stemt in met de zienswijze van het college. Zij begrijpt dat het opzetten van een MO niet vrijblijvend is. Dat zou dan echter wel een echte onderneming moeten zijn, waarbij vooraf afspraken gemaakt worden over wie welke risico’s neemt.
Wethouder TIJHOF zegt dat het college altijd een consistente lijn heeft gevolgd over de omvorming van Soweco en heeft aangegeven wat de voorkeur van Rijssen-Holten daarin is. Het college heeft goede argumenten om de MO als een zelfstandige organisatie te zien functioneren en de MO de kansen te geven die deze verdient. Het college is daarover in gesprek met andere gemeenten. In meerdere gemeenten speelt momenteel de discussie over de begrotingswijziging van Soweco. Mogelijk komen er daardoor dingen in beweging en worden er meningen bijgesteld.
De GR wordt gevormd door zes gemeenten. Er zijn regels afgesproken over de manier waarop men tot besluitvorming komt. Dat gebeurt bij meerderheid en gezamenlijk zullen de gemeenten ergens uit moeten komen. De insteek en de inzet vanuit Rijssen-Holten daarin is helder. De raadsfracties hebben hierover geen tegengeluiden laten horen, met uitzondering van D66. D66 vindt dat de MO uiteindelijk wel in die GR mag landen.
De heer WESSELS zegt bij interruptie dat in de stukken staat over de besluitvorming, dat het AB niet zelf kan besluiten over uitbreiding van nieuwe bevoegdheden, maar dat een individuele gemeente zelf wel een opdracht kan geven. Spreker vraagt of dit betekent, als Rijssen-Holten zegt dat zij de MO niet binnen de GR wenst, dat zij een besluit kan blokkeren.
Wethouder TIJHOF zegt dat de gemeente een besluitvorming niet kan blokkeren. De gemeente kan wel zeggen het niet eens te zijn met een besluit van het AB. Als er onduidelijkheid is, zal het college daarmee terugkomen bij de raad. Het college komt ook terug bij de raad als het AB een besluit neemt dat niet past binnen de kaders die de gemeente meegeeft.
De heer MEIJERINK vraagt bij interruptie of hij mag concluderen dat er opnieuw een poging wordt ondernomen door Rijssen-Holten om uit te treden uit Soweco als een meerderheid in het AB zegt dat alles binnen de GR moet blijven. Het kan ook zo zijn dat Rijssen-Holten zich bij die meerderheid neerlegt.
Wethouder TIJHOF zegt dat hij daarover graag de opinie van de commissie hoort. Een voorstel daarover legt spreker in elk geval vandaag niet voor aan de commissie.
Binnen Soweco is een koers bepaald richting afbouw van GR, waarover in 2020 een besluit wordt genomen. Ook bij die besluitvorming kan het nog twee kanten op gaan. Spreker proeft bij de raadsfracties vanavond dat zij duidelijkheid willen hebben. De koers van Rijssen-Holten is de GR af te bouwen, niet om afbreuk te doen aan kennis, ervaring en inzet van Soweco, maar om de nieuwe MO op een goede manier in de markt haar werk te laten doen.
De heer DE KOE vraagt bij interruptie of er in eerder stadium door de vertegenwoordiger van Rijssen-Holten in het AB of DB akkoord is gegeven voor een andere structuur dan nu wordt voorgesteld.
Als er een MO wordt opgericht binnen de GR, is er volgens spreker geen sprake van afbouw van de GR, maar van een soort van behoud.
Wethouder TIJHOF zegt dat de lijn van Rijssen-Holten niet is veranderd. De mening die in de raadsbrieven van Rijssen-Holten naar Soweco zijn gestuurd, is ook niet veranderd. De inzet vanuit het college binnen het DB wijst altijd naar die koers, namelijk: de MO buiten de GR. Rijssen-Holten heeft er altijd voor gepleit zo’n GR apart te zetten.
In het AB en het DB is er uiteindelijk een besluitvormingstraject, waarbij men gaat voor het maximaal haalbare, waarbij er een koers wordt bepaald en een conclusie wordt getrokken. Het is uiteindelijk het hele DB dat een besluit neemt.
Over de kans dat andere gemeenten meegaan in de lijn van Rijssen-Holten, wil spreker op dit moment geen uitspraak doen.
Wat betreft het tijdspad: de MO zo snel mogelijk. Dat betekent ergens in 2017. Wat betreft het ontvlechten of afbouwen GR: eveneens zo snel mogelijk. Dat is een wat langer traject, waarbij de besluitvorming echter binnen een jaar gedaan kan worden.
Tweede termijn
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA bewust voorzichtig opereert in dit dossier. Spreker ziet op dit moment geen reden om hard op de rem te trappen. Beslispunt 2 gaat ver, maar de PvdA gaat hiermee wel akkoord. Voorlopig bewandelt de PvdA het pad dat de wethouder aangeeft. Bij nieuwe ontwikkelingen slaat zij wellicht alsnog een andere weg in. Op dit moment gaat zij akkoord.
De heer WESSELS haakt in op de beantwoording van de wethouder in de interruptie. Spreker meende daarin enige twijfel te proeven bij de wethouder. Het CDA interpreteert de stukken zo, dat niet kan worden besloten over uitbreiding van de bevoegdheden. Dat moet vanuit de gemeenten komen. De gemeenten kunnen eventueel zeggen dat zij die bevoegdheid niet geven, wat betekent dat de GR daarmee niet verder kan. Spreker wil dat graag nader uitgezocht hebben.
De heer NOEVERMAN sluit zich aan bij de vraag van het CDA. Als dat inderdaad niet onder de GR kán vallen, dan is dat in strijd met de regeling en zijn de besluiten in het AB en DB wellicht niet rechtsgeldig. De raad moet daar helderheid over krijgen.
Ook als andere gemeenten hier anders in staan, hoeft dat voor Rijssen-Holten geen reden te zijn haar koers te veranderen in dit dossier.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 heeft aangegeven hoe zij over deze zaak denkt. De wethouder kan niet aangeven hoeveel gemeenten voorstander waren van de nieuwe MO. Wellicht kan de wethouder dat nog nagaan.
De heer DE KOE zegt dat de beantwoording van de wethouder duidelijk is. De vraag van de heer Wessels is zeer interessant, waarop ook spreker graag antwoord krijgt.
Als de wethouder terugkomt bij de raad met de mededeling dat het is zoals het is ondanks de besluiten die de raad van Rijssen-Holten hierover heeft genomen, dan beraadt VVD Lokaal zich hierover opnieuw.
De heer MULLER deelt de mening van de PvdA over de afbouw van de GR. Rijssen-Holten hoeft hierin niet volop op de rem te trappen, maar moet zorgvuldig manoeuvreren. Er staat nog een aantal vragen open op dit moment, zodat de besluitvorming plaatsvindt in de raadsvergadering.
Wethouder TIJHOF zegt Rijssen-Holten heeft aangegeven dat het besluitvormingstraject strijdig is met de WGR en dat zij er een grond voor ziet om te zeggen dat het op deze manier niet kan. Wat het college betreft moet dit goed uitgezocht worden. Het hoort volgens het college niet alleen thuis in de AB- en DB-vergadering, maar bij alle gemeenteraden. De mening die de commissie vanavond naar voren heeft gebracht, is voor het college mede reden voor het aangaan van een gesprek.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel Businessplan Maatschappelijke Onderneming (MO) en begroting 2017 SOWECO als bespreekstuk te behandelen in de raad.
10 Actiepuntenlijst
De VOORZITTER concludeert dat de volgende punten van de actiepuntenlijst afgevoerd kunnen worden:
- Duurzaamheidslening schoolgebouwen.
- Schuldhulpverlening.
Wethouder BEENS deelt mee dat het gezondheidsbeleid op 13 februari 2017 in de commissie behandeld kan worden.
Wethouder TIJHOF deelt mee dat het onderwerp Participatiepact / re-integratiebeleid wordt betrokken bij de voorbereiding van het Uitvoeringsprogramma re-integratie 2017. Dit wordt op 17 januari 2017 behandeld in het college.
11 Rondvraag
De heer TEN BERGE refereert aan een artikel in Tubantia: “gemeenten noemen hervatting van hulp ZGT aan ADHD-ers prematuur”. Het gaat om een debat tussen gemeenten en het ZGT over de hulp en zorg aan kinderen met ADHD. Er is hierover wat strijd: het ZGT zegt hiermee door te gaan en gemeenten zeggen dat dat niet kan. Spreker vraagt of kinderen in Rijssen-Holten hiervan last ondervinden.
Wethouder TIJHOF zegt dat er volop overleg is tussen inkopende diensten en de leverende partij. Volgens spreker is men bijna tot een oplossing gekomen. Hij hoopt dat weinig kinderen last van het probleem hebben. Er zijn alternatieven voorhanden, die de consulenten weten te vinden.
De heer MULLER zegt dat de rol van de gemeente bij de invoering van Passend Onderwijs in samenwerkingsverbanden is veranderd, evenals de verantwoordelijkheid daarbij. Spreker vraagt of het college de raad kan informeren hoe de invoering is verlopen en op welke wijze de monitoring en evaluatie plaatsvinden. Recente publicaties meldden namelijk dat verzuim op de leerplicht landelijk is toegenomen. Hij vraagt of dat ook in Rijssen-Holten het geval is.
Wethouder TIJHOF zegt dat de gemeenten in subregio Almelo hierover overleg voeren. Er is hiertoe een ambtelijke werkgroep die Passend Onderwijs bespreekt. Twee keer per jaar is er een op Overeenstemming Gericht Overleg (OGO) met de samenwerkingsverbanden om de problematiek in kaart te brengen en ermee aan de slag te gaan.
Bij de invoering van Passend Onderwijs is er een ondersteuningsplan gemaakt, dat geldt tot 2018. In die periode wordt de vinger aan de pols gehouden en wordt er bijgestuurd waar nodig. Organisatorisch loopt het goed. Problemen worden aangekaart en aangepakt.
Het is te vroeg om conclusies te verbinden aan de effecten van Passend Onderwijs in totaliteit. Wel heeft de leerplichtambtenaar geconstateerd dat er de laatste tijd meer verzuim is. Ook daarvoor zijn er verschillende redenen aan te wijzen. Die zaken worden de komende tijd gemonitord en er wordt gezorgd voor het nemen van de juiste acties. Vanaf 2018 wordt een nieuw plan voor vier jaar uitgewerkt.
12 Sluiting
De VOORZITTER wenst iedereen wel thuis en sluit de vergadering om 20.45 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie MDV van Rijssen-Holten op 13 februari 2017.