Commissie MDV 4 april 2016 (19:00)
- Datum:
- 04-04-2016
- Tijd:
- 19:00 - 19:55
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- dr. E.G. Bosma
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | dr. E.G. Bosma |
SGP | dr. J. Noeverman, J.W. Reterink en J.A. Baan |
CDA | G.D. ten Berge, F.J. Wessels en G. Smelt |
ChristenUnie | mr. W.L. Riezebos-Tessemaker, J. van Veldhuizen en G. Pas |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD | F.W. Noordam, E.J.W. Deijk en B.J. van den Berg |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe en E. Heuver-Harbers |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | |
Wethouders | B. Beens, R.J. Cornelissen, B.D. Tijhof |
Pers | 2 |
Publiek | 18 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijke welkom.
2 Inventarisatie spreekrecht
De heer LAST van de Reformatorische Schoolvereniging Rijssen heeft zich gemeld voor het spreekrecht over agendapunt 7. Onderwijshuisvestingsprogramma.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de vergadering van 8 maart 2016
Naar aanleiding van:
De heer TEN BERGE geeft aan in de vorige vergadering bij de rondvraag aandacht te hebben gevraagd voor de Agenda 22.
Wethouder Tijhof zou ambtelijk doorspelen wat dat betekent en eventueel zorgen voor uitwerking in een voorstel. Spreker vraagt naar de stand van zaken.
Wethouder BEENS zegt dat het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer ligt en wordt behandeld op 12 april a.s.. Besloten is af te wachten wat uit deze behandeling komt en daarna te bepalen wat dit voor de gemeente Rijssen-Holten betekent. T.z.t. komt er een plan van aanpak dat aan de commissie wordt voorgelegd.
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Wethouder CORNELISSEN gaat in op het versnelt huisvesten van vergunninghouders. Er wordt gekeken naar mogelijkheden met woningbouwcorporaties, met marktpartijen of een combinatie daarvan en er wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om doorstroming op de woningmarkt te stimuleren. Het gaat om ca. 100 extra woningen, waarbij onderzoek wordt gedaan naar de haalbaarheid van diverse locaties, zoals Pinkeltje, Kruimeltje en de voormalige Willem Alexander School. Voordat er woningen gerealiseerd kunnen worden moet het bestemmingsplan worden gewijzigd.
6 Raadsvoorstel plan van nieuwe basisscholen 2017-2020 (Tijhof)
Er worden geen vragen gesteld.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel plan van nieuwe basisscholen 2017-2019 als hamerstuk te behandelen in de raad
7 Onderwijshuisvestingsprogramma 2016 (Tijhof; o.v.v. GB en D66)
De heer LAST spreekt in. Hij geeft aan dat tijdens de ontwikkeling van de plannen, om een tussenvoorziening in Rijssen te realiseren, het beeld t.a.v. het verwachte leerlingenaantal in positieve zin is bijgesteld. Bij nader inzien is daarbij iets te positief gedacht over de aansluiting op het voortgezet onderwijs. De tussenvoorziening, zoals deze nu gepland staat, voorziet in een aanbod t/m groep 6 leerlingen, met een eventuele uitloop naar groep 7 aldus spreker. Dit betekent dat niet wordt voorzien in de opvang van groep 8 leerlingen. Deze leerlingen worden tot nu toe teruggeplaatst naar een reguliere groep. Er wordt aan getwijfeld of dit wenselijk is.
Spreker heeft de indruk dat de voorziening in een grote behoefte gaat voorzien, ook gelet op vragen van ouders van andere scholen.
Het gaat om 10-15 leerlingen extra, waarvoor De Brekeldschool op korte termijn een derde lokaal wil realiseren, naast de twee eerder aangevraagde lokalen.
De heer RETERINK stelt de volgende vragen:
- Stromen de leerlingen uit groep 7 en 8 terug naar het reguliere onderwijs in Zwolle?
- Is overwogen om samen met het VO een Pro-afdeling te realiseren?
- Wordt er rekening gehouden met instroom vanuit Vriezenveen?
- Is de leerlingenprognose onderbouwd en blijft deze gelijk?
- Om welk bedrag gaat het?
De heer LAST zegt dat terugplaatsen naar Zwolle als uiterste mogelijkheid wordt gezien. Wellicht gebeurt dit wel.
Er is geen overleg gevoerd met het VO over een Pro-afdeling.
Verwacht wordt dat ca. 10% van de leerlingen uit Vriezenveen komt. Deze leerlingen moeten nu in Zwolle naar school.
Spreker zegt dat de leerlingenaantallen gebaseerd zijn op de prognoses van Groningen. Hierin zijn de leerlingen van het speciaal onderwijs niet meegenomen. Door de doopcijfers te hanteren is de prognose tot en met 2019 bijna 100% nauwkeurig en dit ziet er positiever uit dan de cijfers van Groningen. Het gaat om een verschil van 30 leerlingen op een totaal van 1200/1300 leerlingen.
Het investeringsbedrag om een derde lokaal te realiseren is nog niet bekend. De aanbesteding gaat nu lopen. De Reformatorische Schoolvereniging Rijssen gaat er vanuit dat ze een eigen bijdrage van een bedrag met zes nullen moeten betalen. Spreker schat in dat de gemeente € 350.000 zou moeten bijdragen.
Mevrouw RIEZEBOS zegt verrast te zijn over de gang van zaken. Zij gaat ervan uit dat het derde lokaal een blijvende tussenvoorzieningen wordt en vraagt of spreker de plannen al besproken heeft met het college, of hij daar al reactie op heeft gehad en om welke termijn het gaat.
De heer LAST bevestigt dat het gaat om permanente huisvesting. Hij zegt de nieuwe inzichten recent gedeeld te hebben met wethouder Tijhof, die hem adviseerde in te spreken.
Als de financiële hobbel genomen is hoopt spreker de tussenvoorziening per 1 januari 2017 te kunnen openen.
De heer DE KOE vindt de tussenvoorziening een goede ontwikkeling om te proberen leerlingen zo dicht mogelijk bij het reguliere onderwijs onder te brengen. Hij denkt ook dat dit een opstap is als pilot voor een goede oplossing in de toekomst.
Hij vraagt of de school in de tussentijd bereid is leerlingen van andere gezindten in de tussenvoorziening op te nemen.
De heer LAST zegt dat de school een gesloten toelatingsbeleid hanteert, ook voor de tussenvoorziening.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt verrast te zijn over de informatie die voorligt.
Spreker is blij met de toelichting op de leerlingen uit Vriezenveen, omdat hiermee duidelijk wordt waar deze investering toe kan leiden. Hij vraagt hoeveel leerlingen gebruik gaan maken van de tussenvoor-ziening en hoeveel besparing dit op het leerlingenvervoer betekent.
De heer LAST zegt dat er circa 45 leerlingen op de tussenvoorziening worden geplaatst, waarvan 3 tot 5 leerlingen uit Vriezenveen komen.
Spreker heeft geprobeerd de kostenbesparing in kaart te brengen, waarbij hij gebruikgemaakt heeft van een eerder onderzoek van de gemeente Rijssen-Holten. Hierbij werd uitgegaan van € 5000 per leerling. Er is dus zeker sprake van een flinke kostenbesparing. In het vorige onderzoek was dit ook doorgerekend.
De heer MULLER merkt op dat de derde locatie niet vermeld staat in het raadsvoorstel c.q. de begrotingswijziging. Dat betekent dat dit geen onderdeel is van het overleg in de raadsvergadering op 21 april. Spreker vraagt zich af of de heer Last zich dat beseft.
De heer LAST zegt dat dit aan de politiek is en dat hij daar niet over gaat.
De heer MULLER wijst erop dat de informatie die de heer Last geeft gericht is op de realisatie van een derde locatie en stelt de volgende aanvullende vragen:
- Waarom werd vorige jaar informatie verstrekt over een tijdelijke voorziening voor 6 tot 8 jaar, waarmee de problematiek zou zijn opgelost, rekening houdend met de leerlingenprognoses en waarbij er nu een heel ander beeld wordt geschetst?
Hij wijst daarbij op de ruimte die beschikbaar komt, rekening houdend met de leerlingen-prognoses. - Waarom is een nevenvestiging niet de beste oplossing? Een nevenvestiging is nl. ook aantrekkelijk m.b.t. de financiering en er wordt geen norm qua leerlingenaantallen gehanteerd.
- Zouden alle extra leerlingen naar Zwolle moeten?
De heer LAST zegt dat altijd de voorkeur voor een permanente locatie is uitgesproken. In het onderzoek is aangegeven dat het gaat om 50% leerlingen uit Zwolle en 50% leerlingen uit de eigen populatie. Spreker zegt dat een nevenvestiging van een andere orde is. Een tussenvoorziening valt ook niet onder een SO-voorziening. Dit is nl. een extra voorziening op het basisonderwijs en dan wordt niet gesproken over een nevenvestiging. Er zou dan nl. gesproken worden over een nevenvestiging van Zwolle. De schoolvereniging redeneert andersom en gaan uit van een plusvariant van het basis-onderwijs, waarvoor regels en wetgeving van het basisonderwijs gelden.
De schoolvereniging vindt het een meerwaarde dat de kinderen geïntegreerd worden in de bestaande schoolsituatie. Voorkomen moet worden dat deze leerlingen geïsoleerd worden, terwijl het een groot voordeel is dat deze leerlingen zoveel mogelijk aan het totale schoolgebeuren deelnemen.
De wens is altijd uitgesproken dat de tussenvoorziening bij een bestaande locatie wordt gerealiseerd.
De heer VAN DEN BERG vraagt wanneer het gesprek met de wethouder heeft plaatsgevonden over de realisatie van een derde lokaal.
De heer LAST zegt dat dit ongeveer 3 weken geleden is geweest.
De VOORZITTER bedankt de heer Last voor zijn inbreng.
Eerste termijn
De heer RETERINK is benieuwd hoe de wethouder tegenover de plannen staat. Aan de ene kant wordt gesproken over definitieve huisvesting en aan de andere kant over het realiseren van 3 lokalen. Spreker vraagt zich af wat bespaard wordt op kosten voor het leerlingenvervoer en of dit betekent dat het realiseren van een derde lokaal daardoor ‘met een gesloten portemonnee’ kan.
Mevrouw RIEZEBOS prijst het initiatief van de school en het feit dat men bereid is mee te betalen. Ook zij denkt dat het van belang is dat leerlingen zo dicht mogelijk bij hun woonomgeving naar school kunnen. Spreekster vindt het jammer dat ze niet op de hoogte was van het feit dat dit voorstel op tafel zou komen en vraagt of het een idee is dat het college bij de kadernota met een voorstel komt.
De heer KLEIN VELDERMAN verbaast zich over de informatie die voorligt. Als deze informatie eerder bekend was geweest dan was dit agendapunt niet opgevoerd waarschijnlijk. Hij pleit er voor de toekomst voor dat dergelijke informatie eerder aan de commissie wordt voorgelegd.
D66 heeft altijd al de verbinding gezocht tussen de investering in de tussenopvang, permanente opvang en besparing op leerlingenvervoer. Ook zijn zij van mening dat leerlingen in Rijssen naar school moeten kunnen. Spreker is blij met deze inspraak, maar wijst erop dat die wel anders is dan het agendapunt dat voorligt en dat het totaal niet beargumenteerd en onderbouwd is. Hij vindt het een vreemde gang van zaken.
D66 gaat wel akkoord met de investering en met de verstrekte informatie, mits deze correct is.
Spreker gaat in op de leerlingen uit de omgeving, die gebruik gaan maken van de tussenvoorziening en vraagt of het college bereid is met die gemeenten in gesprek te gaan om bij te dragen in deze investering.
De heer MULLER zegt dat voor Gemeentebelang het belang van de leerlingen voorop staat. Zowel qua kwaliteit (realisatie tussenvoorziening) als ook het voorkomen van leerlingenvervoer. Spreker vraagt zich af waarom het college geen rekening houdt met toekomstige leegstand. Hij begrijpt de wens van De Brekeldschool, maar ook andere varianten zijn daarbij mogelijk. Leegstand voorkomen betekent kosten besparen aldus spreker.
De heer WESSELS laat weten dat het CDA zich aansluit bij de fracties die al aan het woord geweest zijn. Ook zij zijn voor lokaal organiseren en sluiten zich aan bij de woorden van de SGP over de koppeling met het leerlingenvervoer. Spreker vraagt hoe dit wordt terugverdiend en vindt ook dat deze aanvraag bij de kadernota moet worden meegenomen, omdat het te behandelen raadsvoorstel op
21 april over de realisatie van 2 lokalen gaat.
De heer VAN DEN BERG geeft aan dat ook de VVD voor het lokaal opvangen van leerlingen is. Hij vraagt waarom deze informatie niet eerder aan de commissie is voorgelegd, want dan hadden de fracties zich hier beter op kunnen voorbereiden.
Wethouder TIJHOF zegt dat het ook voor het college een verrassing is dat De Brekeldschool met een derde lokaal wil uitbreiden. Formeel moet De Brekeldschool een aanvraag doen voor een extra lokaal en dat betekent dat ze te laat zijn voor de begroting van 2017. Als het college en de raad positief adviseren betekent dat formeel dat een extra lokaal in 2018 kan worden gerealiseerd, terwijl er vanavond gesproken wordt over uitbreiding met twee lokalen. Dat bracht hem ertoe te zeggen dat het logisch is dat deze vraag ook bij de raad terecht komt. Formeel kan hij nl. niet meer doen dan verwijzen naar aanvragen voor 2018, alleen de raad is budgetverantwoordelijke en die kan bij amendement of bij de kadernota een wijzigingsvoorstel doen, zodat het derde lokaal sneller gerealiseerd kan worden. Spreker heeft geadviseerd in te spreken en de commissie te voorzien van de benodigde informatie.
Hij geeft aan hoe hij op voorhand tegen de plannen aankijkt en verwijst naar de discussies over het leerlingenvervoer, de wens te besparen op kosten en de leerlingen zo dicht mogelijk bij huis onder te brengen. Nu is er een uitgelezen kans om een tussenvoorziening te realiseren met 2 en wellicht 3 lokalen.
Spreker geeft aan wat het college financiert en zegt dat het gaat om tijdelijke huisvesting. Verwacht wordt dat er met € 200.000 2 lokalen gerealiseerd kunnen worden. Hij wijst op de normvergoeding en zegt dat deze (prijspeil 2015) € 239.000 bedraagt voor 2 tijdelijke lokalen. Voor 2016 geldt een nieuw prijspeil en De Brekeldschool spreekt de wens uit permanente huisvesting voor eigen kosten te realiseren. De gemeente financiert het normbedrag dat past bij tijdelijke huisvesting aldus spreker.
Hij gaat in op de besparing en zegt dat de tussenvoorziening maximaal 45 leerlingen kan onderbrengen. Als op 20 leerlingen de rit naar Zwolle heen en terug wordt bespaard, dan is het extra lokaal in ongeveer een jaar terugverdiend aldus spreker.
De stukken voor de kadernota zijn klaar, dus spreker pleit voor een wijzigingsvoorstel vanuit de raad. Hij heeft er alles aan gedaan de raad zo snel mogelijk te informeren.
Wat de onderbouwing betreft merkt hij op dat bij de kadernota voor een groot deel dezelfde onderliggende stukken beschikbaar waren. Volgens hem liggen nu geen andere stukken voor.
Hij is bereid contact op te nemen met zijn collega uit Vriezenveen om te bespreken of ze bereid zijn een bijdrage te doen.
(NB: klik op de link om de beantwoording te openen, die als bijlage 1 (pdf) is toegevoegd aan het verslag).
Spreker geeft aan dat er sprake is van een overgangssituatie m.b.t. leegstand en leerlingenprog-noses. Het onderhoudsdeel van het budget van de gemeente ligt nu bij de scholen. Dat verandert de positie van de scholen rondom huisvesting ook. Er wordt een inventarisatie gedaan, samen met de schoolbesturen, om te bepalen hoe de toekomst er voor de scholen uitziet, hoe het onderwijshuis-vestingsprogramma er over een aantal jaren uitziet en er wordt een nieuwe prognose leerlingen-aantallen gemaakt. Deze informatie zal spreker t.z.t. met de commissie delen, waarbij ook bepaald wordt hoe wordt omgegaan met mogelijk leegstand in de toekomst.
Tweede termijn
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de ChristenUnie positief tegenover het voorliggende voorstel staat. Ze gaat in op het aanvullende voorstel n.a.v. de inspraak en zegt dat de ChristenUnie het belangrijk vindt dat leerlingen zo dicht mogelijk bij huis les krijgen. Volgens de wethouder wordt de extra investering binnen een jaar terugverdiend, dus hier staat de fractie ook positief tegenover.
De heer MULLER interrumpeert en vraagt of mevrouw Riezebos het leerlingenvervoer afzet tegen de realisatie van een 3e lokaal of permanente huisvesting.
Mevrouw RIEZEBOS zegt te hebben aangeven dat de ChristenUnie voor permanente i.p.v. tijdelijke huisvesting is. Door de geringe terugverdientijd kan de fractie ook instemmen met het derde lokaal.
De heer DE KOE vindt het een perfect voorstel waarmee, wat Lokaal Liberaal betreft, doorgegaan kan worden. Het bespaart geld en hiermee wordt leerlingen onderwijs aangeboden, zo dicht mogelijk bij het reguliere onderwijs. Spreker denkt dat dit ook de toekomst is.
De heer KLEIN VELDERMAN waarschuwt dat de cijfers die de Reformatorische schoolvereniging heeft ingediend schattingen zijn. Hij vindt dat het college zich over deze cijfers moet buigen, waarbij in samenwerking met de school de overwegingen goed op papier moeten worden gezet. Het is belangrijk dat het college zich niet laat leiden door informatie van derden, zonder dat er is getoetst. D66 zal tijdens behandeling in de raadsvergadering haar standpunt aangeven.
De heer RETERINK zegt dat de SGP instemt met voorliggend voorstel. Spreker geeft bij Gemeente-belang nogmaals aan dat de gemeente alleen een tijdelijke voorziening financiert. Hij vraagt wat de wethouder helpt om een derde lokaal zo snel mogelijk te realiseren.
De heer WESSELS wijst erop dat de gemeente tijdelijke opvang financiert en er permanente opvang voor terugkrijgt. Daarnaast wordt er bespaard op leerlingenvervoer. Het CDA gaat ervan uit dat er ook sprake is van een aanzuigende werking. Het belangrijkste is dat hiermee passend onderwijs, dichtbij huis wordt gerealiseerd.
De heer MULLER zegt dat de tijdelijke huisvesting (€ 200.000) vorig jaar al is goedgekeurd en citeert uit het stuk waarover besloten is “uitgaande van de bestaande capaciteit en de PVG prognoses zijn de extra lokalen ongeveer 4 tot 8 jaar nodig, vandaar dat uitgegaan wordt van een tijdelijke voorziening”.
De heer RETERINK interrumpeert en refereert aan de woorden van de heer Last over de prognose van Groningen, waarbij de eigen prognoses er anders uitzien. Spreker bevestigt dat de eigen cijfers betrouwbaarder zijn dan die uit Groningen.
De heer MULLER vindt het verwonderlijk dat de cijfers die de heer Reterink noemt betrouwbaarder zijn dan die bij de begroting zijn aangeleverd. Hij merkt op dat er binnenkort grote aantallen lokalen vrijkomen, wellicht aaneengesloten in een gebouw. Het kan dus zo zijn dat de gemeente de permanente bouw op termijn terugkrijgt. Hij vindt dat dit in de overwegingen moet worden meegenomen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA instemt met voorliggend voorstel. Hij begrijpt dat de wethouder behoefte heeft aan een motie of amendement. Initiatieven daartoe zal de fractie bekijken. Ook hij is voor een degelijke cijferonderbouwing. Voor het overige gaat de factie akkoord.
De heer van de Berg deelt mee dat de VVD instemt met het voorstel en sluit zich aan bij het voorstel van de PvdA en D66 dat er verduidelijking komt van de cijfers.
Tweede termijn
Wethouder TIJHOF is blij met de brede steun voor de eerste twee en een derde lokaal. Hij zal de raad z.s.m. voorzien van de benodigde cijfers. Het handigst is dat er een amendement wordt voorbereid aldus spreker.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel als bespreekstuk te bespreken in de raad van 21 april.
8 Actiepuntenlijst
16-19: is beantwoord en wordt afgevoerd.
16-21: is geagendeerd en wordt afgevoerd.
9 Rondvraag
De heer MULLER gaat in op informatief stuk c. HHT 2016 en vraagt of de combinatie van de voorgestelde maatregelen kan leiden tot oneigenlijk gebruik.
Voorgesteld wordt verbreding van werkzaamheden en geen maximum aan uren per gebruiker.
Hij vraagt of een inwoner met de indicatie HO (huishoudelijke Ondersteuning), maar wel met een relatief hoog inkomen en een eigen huis, een (vaste) hulp kan inhuren voor ca. 30 uur per week voor € 5,- netto per uur.
Wethouder BEENS zegt dat mensen met een hoog inkomen en met een indicatie HO hier inderdaad gebruik van kunnen maken. Op dit moment wordt hier geen gebruik van gemaakt en ook andere gemeenten hebben daar geen ervaring mee. Hij stelt voor de HHT te monitoren. Als het gebeurt moet er worden ingegrepen.
De heer WESSELS gaat in op het te ontwikkelen Gezondheidsbeleid in relatie tot de afspraak dat dit in 2016 zou worden uitgerold. Hij vraagt hoe het hiermee staat.
Spreker geeft aan dat hij tijdens de aangifte van geboorte aan de balie op het gemeentehuis een folder van de bibliotheek overhandigd kreeg. In 2014 deed spreker ook aangifte in Almelo en toen kreeg hij geen folder overhandigd. Hij vraagt of mensen die elders aangifte deden van een geboorte, maar wel in de gemeente Rijssen-Holten wonen, een formulier voor de bibliotheek overhandigd krijgen.
Wethouder BEENS zal dit nakijken en komt hier in een NB op terug.
Het Gezondheidsbeleid is doorkruist door de decentralisaties. Hier heeft het college prioriteit aan gegeven. Het Gezondheidsbeleid bevindt zich in een afrondende fase en er wordt naar gestreefd dit voor de zomervakantie in de commissie MDV te bespreken, aldus spreker.
De heer TEN BERGE refereert aan de beantwoording rondom de vragen over de eigen bijdrage Wmo. Eind december 2015 heeft spreker hier aandacht voor gevraagd, ook gezien de landelijke bericht-geving. De beantwoording was tamelijk onduidelijk en spreker las een rapport van de Nationale Ombudsman waarin stond, en spreker citeert: “Daarnaast wordt gemeenten in overweging gegeven om actief beleid te gaan voeren op de mogelijkheden die op grond van de Wmo bestaan, om vooraf maatwerk te leveren aan burgers die dat financieel nodig hebben, niet alleen voor minima maar ook voor inwoners met middeninkomens, die niet met de nieuwe regeling uit de voeten kunnen.” Hij vraagt of het college actief beleid voert.
Wethouder BEENS zegt de vinger aan de pols te houden met omliggende gemeenten. De reactie van de staatssecretaris wordt afgewacht hoe hiermee kan worden omgegaan. Er wordt aan gewerkt om meer gegevens concreet op tafel te krijgen.
De heer TEN BERGE vraagt of de gemeente helpt als inwoners zorg mijden vanwege de hoge eigen bijdrage.
Wethouder BEENS zegt dat de gemeente in principe niet helpt, maar wel probeert deze mensen op te sporen en te begeleiden, met behulp van regisseurs en Wmo-consulenten,
10 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 19.55 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie MDV van Rijssen-Holten op 17 mei 2016.