Commissie MDV 6 december 2016 (19:00)
- Datum:
- 06-12-2016
- Tijd:
- 19:00 - 19:45
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- dr. E.G. Bosma
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- G.B. Aanstoot-Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | dr. E.G. Bosma |
SGP | J.W. Reterink, dr. J. Noeverman en J.A. Baan |
CDA | F.J. Wessels, G. Smelt en G.D. ten Berge |
ChristenUnie | J. van Veldhuizen en G. Pas |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | R.W. Meijerink |
VVD Lokaal | F.W. Noordam, R.A. de Koe en B.J. van den Berg |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | R.J. Cornelissen, B. Beens, B.D. Tijhof |
Pers | 2 |
Publiek | 12 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de commissie MDV van 10 oktober 2016
De notulen worden ongewijzigd goedgekeurd.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6 Raadsvoorstel (Her-)benoeming leden Raad van Toezicht Stichting ROOS (Tijhof)
De heer VAN DEN BERG refereert aan de vorige commissievergadering, waarin door VVD Lokaal de VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) heeft aangekaart. Juridisch gezien is er geen grondslag een VOG te vragen van de leden van de Raad van Toezicht. Dit is in tegenstrijd met het feit dat onderwijzend personeel wel een VOG moeten aanvragen. VVD Lokaal twijfelt absoluut niet aan de integriteit van de voorgestelde kandidaten in kwestie. Navraag bij Stichting Roos heeft ertoe geleid dat de bestuurder van deze stichting positief tegenover het idee staat van een VOG voor de leden van de Raad van Toezicht. Spreker verzoekt de portefeuillehouder te kijken naar mogelijkheden bij toekomstige benoemingen van leden van de Raad van Toezicht een VOG te overleggen.
Wethouder TIJHOF zegt dat de bestuurder van Stichting Roos het overleggen van een VOG een goed idee vindt en dit zal vragen van nieuwe leden voor de Raad van Toezicht. Deze stichting is daarvoor echter zelf verantwoordelijk.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel (Her-)benoeming leden Raad van Toezicht Stichting ROOS als hamerstuk te behandelen in de raad.
7 Renovatie scholen (opiniërend; Tijhof)
De heer MULLER zegt dat in de brief van de schoolbesturen, die de commissie vandaag heeft ontvangen, om uitstel van besluitvorming wordt verzocht. In het voorstel zelf wordt een link gelegd tussen de actie voor de Regenboog – “besluitvorming met betrekking tot renovatiebesluit voor de Regenboog” – en de opinie van de commissie, omdat daarmee geanticipeerd wordt op besluitvorming in 2017. In de brief wordt die link niet gelegd. Spreker vraagt de portefeuillehouder, als er sprake zou zijn van uitstel volgens het verzoek van de schooldirecties, of dat consequenties heeft voor besluitvorming rondom de Regenboog.
De middelen van de overheid zijn uit het Gemeentefonds gehaald en naar de scholen zelf gegaan. Daarbij is rekening gehouden met een gemiddelde onderhoudstoestand van de scholen in Nederland. Spreker vraagt of voor meerdere scholen in Rijssen-Holten gesproken kan worden over ‘herkenbaar achterstallig onderhoud’.
De heer NOEVERMAN zegt dat de scholen in het BOLEA eerder al hebben ingestemd met de beleidsuitgangspunten en ervoor pleiten renovatie van scholen niet opnieuw ter discussie te stellen. Er is echter sprake van een nieuw feit, omdat de VNG en VO-/PO-Raad inmiddels bezig zijn stappen te zetten die anders zijn dat datgene waar de gemeente voor heeft gekozen.
De SGP is enigszins verbaasd dat het stuk nu opiniërend voorligt, omdat de commissie zich eerder al heeft uitgesproken over de beleidsuitgangspunten. De SGP heeft daarbij duidelijk gemaakt dat zij slechts moeite had met de bruidsschatdiscussie. Zij heeft uiteindelijk aangegeven te kunnen leven met het feit dat er geen bruidsschatregeling is. Anderzijds heeft zij aangegeven dat als er financieringsproblemen zijn voor de scholen, ervoor open te staan om te kijken naar een oplossing. Spreker wijst op het hierna volgende agendapunt over de duurzaamheidslening. Op een dergelijke manier zou ook in deze gevallen een voorfinanciering als overbrugging voor de scholen mogelijk kunnen zijn. Als dat het pijnpunt is, wil de SGP er open in staan en niet per definitie vasthouden aan de vastgestelde beleidsuitgangspunten.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA nog steeds kan leven met de uitgangspunten, maar het op prijs stelt dat er in zeer bijzondere gevallen gekeken wordt naar maatwerkoplossingen.
De heer TEN BERGE zegt dat hij verbaasd is dat het stuk opiniërend voorligt. Het college ziet geen aanleiding eerder afgesproken beleidsuitgangspunten ter discussie te stellen, maar doet dat niettemin toch. Spreker vraagt zich af voor welk karretje de commissie gespannen wordt.
De heer PAS zegt dat de ChristenUnie op 9 maart 2015, toen dit onderwerp op de agenda van de commissie stond, heeft ingestemd met het voorstel. Er zijn volgens haar op dit moment geen nieuwe omstandigheden. De reactie die vandaag nog is ontvangen van de schoolbesturen, is een discussie op het niveau van het ministerie. De ChristenUnie zou op dit moment opnieuw kunnen instemmen met het eerder voorgelegde voorstel, evenals met de notitie Renovatie Scholen.
Wethouder TIJHOF zegt dat het voorstel aan de commissie wordt voorgelegd vanwege het feit dat de Regenboog toe is aan renovatie. De Regenboog geeft aan niet voor nieuwbouw te willen gaan, maar voor renovatie. Als echter de spelregels worden aangepast, dan heeft dat consequenties. In het voorjaar is dit onderwerp besproken in het BOLEA-overleg, waarbij men van mening was dat de Regenboog hiervan niet de dupe mocht zijn. Een aantal scholen geeft echter aan in de knel te komen met de termijn van 60 jaar. De VNG en de VO-/PO-Raad hebben gezamenlijk over deze zaak gesproken en hierover een brief gestuurd aan de minister.
De scholen verzoeken de gemeente met hen in overleg te gaan en te handelen in de geest van voorliggende brief. Het college zegt hierover dat de in de brief geschetste situatie nog erg onduidelijk is en wil eerst het oordeel van de minister afwachten en op basis daarvan kijken naar de consequenties voor het beleid van de gemeente. Spreker stelt voor daarover in gesprek te blijven met de scholen. Zodra er bericht komt vanuit Den Haag zal hij “een op overeenstemming gericht overleg” voeren met het onderwijs over de eventuele wijzigingen.
De gemeente wordt niet voor een karretje gespannen. Het college wil dat ook voorkomen.
Op de woorden van de heer Noeverman, zegt spreker dat het college met het hierna volgende agendapunt inderdaad aan het onderwijs een duurzaamheidslening aanbiedt, die uiteindelijk kostenbesparend werkt.
Tweede termijn
De heer MULLER vraagt of er in het algemeen of bij individuele scholen sprake is van herkenbaar achterstallig onderhoud.
De heer TEN BERGE zegt dat hij na de beantwoording van de portefeuillehouder het gevoel houdt voor een karretje gespannen te worden. De portefeuillehouder wil overleg, de scholen willen overleg, maar vanuit Den Haag is er nog geen duidelijkheid. Spreker vraagt dan ook waarom de commissie op dit moment een opinie moet geven op beleid dat reeds is vastgesteld. Hij verzoekt de portefeuillehouder met de scholen te zoeken naar een oplossing. Als dat niet past binnen de gestelde kaders, ook financiële kaders, dan kan hij daarmee terugkomen naar de commissie.
De heer NOEVERMAN sluit zich deels aan bij de woorden van de heer Ten Berge. Het probleem lijkt niet bij de Regenboog te liggen, omdat de betreffende renovatie voor de Regenboog gelijk is aan vervangende nieuwbouw, waarbij de gemeente 90% van de kosten voor haar rekening neemt. Er zijn echter andere scholen die het gevoel hebben, nu deze regeling gaat gelden voor de Regenboog, dat zij straks per definitie vastzitten aan diezelfde regeling, tenzij er nog ruimte is met de portefeuillehouder om te spreken over datgene wat vanuit Den Haag komt. Het lijkt spreker terecht dat gevraagd wordt de informatie vanuit Den Haag af te wachten. De portefeuillehouder zit hierdoor enigszins in een spagaat, maar spreker voelt zich toch ook voor het karretje gespannen te worden. Wat hem betreft moet de portefeuillehouder in gesprek gaan met de scholen. Zolang alles past binnen de budgettaire kaders, is er geen probleem. Mocht er geld nodig zijn voor een tijdelijke overbrugging of iets dergelijks, dan kan de portefeuillehouder daarvoor terugkomen bij de commissie.
De heer MEIJERINK vraagt een reactie op zijn vraag uit de eerste termijn over maatwerkoplossingen in bijzondere gevallen.
De heer VAN DEN BERG zegt dat de heer Noeverman een en ander goed heeft verwoord. Naar aanleiding van zijn woorden over eventueel beschikbaar stellen van middelen, vraagt spreker waar de € 1,2 miljoen zijn gebleven uit de eerdere renovatiereserve.
De heer MULLER zegt dat ook Gemeentebelang zich afvraagt waarom dit onderwerp is geagendeerd, juist vanwege de koppeling met de Regenboog. Voor Gemeentebelang is het duidelijk en kan het college doorgaan volgens het voorliggende voorstel, zeker omdat de portefeuillehouder zegt te zullen kijken naar wat de consequenties zijn van de brief van het ministerie voor de scholen.
De suggestie van de SGP, om de financieringsmogelijkheid die van toepassing is voor de duurzaamheidslening, eventueel ook open te stellen voor renovatie, mocht dat op korte termijn spelen, wil spreker in deze fase zeker niet verwerpen.
Wethouder TIJHOF zegt dat de Regenboog voor het college een van de prioriteiten is. Zodra er duidelijkheid is vanuit Den Haag, gaat het college in gesprek.
Met de reserve Onderhoud Scholen is er al het een en ander uitgevoerd: o.a. de Regenboog en Reggesteyn. Daarnaast is het college nog met het onderwijs in gesprek over het vraagstuk rondom de brandveiligheid van scholen. In de reserve zit momenteel € 300.000, die hiervoor zeker nodig is.
De VOORZITTER concludeert dat de opinie van de verschillende fracties verwoord is in hun bijdragen.
8 Duurzaamheidslening schoolgebouwen (opiniërend; Tijhof)
De heer KLEIN VELDERMAN gaat in op de klimaatverandering, waarin men voor de uitdaging wordt gesteld de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen flink te reduceren en kwetsbare gebieden op veranderingen voor te bereiden. D66 zet zich daarom op alle bestuurlijke niveaus in voor een toekomstbestendig klimaatbeleid. Een duurzamere wereld begint bij ieder individu. D66 moedigt daarom iedereen aan meer in de eigen energievoorziening te investeren: particulieren, bedrijven en overheden. Eerder dit jaar heeft D66 gereageerd op de duurzaamheidsvisie van de gemeente. D66 vindt dat deze niet ambitieus genoeg is. Deze gemeente kan en moet meer doen ten aanzien van duurzaamheid. D66 is dan ook blij met de stap die het college zet om financiële drempels voor schoolbesturen tot verduurzaming van schoolgebouwen te helpen verlagen. Zij ziet een voorstel dan ook graag tegemoet. D66 heeft hop dit moment de volgende vragen:
- Hoe verhoudt deze stimuleringsregeling zich ten aanzien van de mogelijkheden zoals het provinciale energiefonds?
- “Het te behalen energievoordeel komt ten goede aan het onderwijs.” Hoe moeten we dit zien? Zijn er voorbeelden?
- Is er contact geweest met de gemeente Leiden over de bevindingen van een dergelijke regeling en zo ja, wat zijn hiervan de uitkomsten?
- Bij de toekenningscriteria wordt als een van de voorwaarden de schoolsoort genoemd. Kan dit nader toegelicht worden?
De heer TEN BERGE zegt dat het voorliggende voorstel een goede manier is om duurzaamheid te stimuleren in de gemeente. Het CDA vraagt zich wel af of het een kerntaak is van de gemeente om als een soort bank een lening te verstrekken. In het kader van duurzaamheid wil het CDA hieraan echter wel meewerken.
In het stuk staat onder Kanttekeningen: “Geen”. Dat vindt spreker opvallend.
De heer RETERINK zegt dat er volgens het stuk geen subsidieplafond is. Spreker vindt dat de gemeente hier voorzichtig mee moet zijn.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie het voorstel steunt. Duurzaamheid en energiebesparing zijn actuele onderwerpen en speerpunten binnen het gemeentelijk beleid. In de programmabegroting staat dat onderwijsgebouwen minimaal energieneutraal zullen zijn en dat de gemeente daarin mag faciliteren. Het verstrekken van een lening is daarvan een mooi voorbeeld. Ook de argumenten en criteria spreken de ChristenUnie aan.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang blij is met het voorstel en met de daden.
De heer VAN DEN BERG zegt dat het een goede zet is van de gemeente het onderwijs hierin te faciliteren. VVD Lokaal steunt het voorstel.
De heer MEIJERINK spreekt als mening van de PvdA slechts het woord “goed” uit.
Wethouder TIJHOF zegt dat de vragen van D66 via een NB beantwoord worden.
(De beantwoording is als bijlage toegevoegd aan het verslag)
De raad heeft het college de opdracht gegeven schoolgebouwen mee te nemen in de duurzaamheidsvisie. Die opdracht is dermate serieus, dat daarbij wat het college betreft geen kanttekeningen passen. De vraag over het subsidieplafond, gesteld door de heer Reterink, wordt nog bekeken en eventueel in de definitieve regeling te zijner tijd voorgelegd aan de raad.
De VOORZITTER concludeert dat er geen woordvoeringen zijn in de tweede termijn, waarmee hij de beraadslagingen op dit punt sluit.
9 Actiepuntenlijst
Wethouder TIJHOF deelt mee naar aanleiding van actiepunt 15-17, Naheffing als gevolg van rekenfout SiSa-bijlage, dat de zitting bij de Raad van State is geweest en dat het wachten is op de uitspraak.
De VOORZITTER meldt dat de overige punten blijven staan op de actiepuntenlijst.
10 Rondvraag
De heer RETERINK vraagt of het bericht in de krant klopt dat er een akkoord is met de Voedselbank. Als dat het geval is, wil spreker graag weten hoe dat akkoord eruit ziet en hij merkt daarbij op dat het dan prettig was geweest als de commissie c.q. de raad daarvan eerder op de hoogte gesteld was.
Wethouder TIJHOF zegt dat er inderdaad is gesproken met de Voedselbank en dat er een principebesluit is gekomen. Het college wil dat als geheel beoordelen en vervolgens hierover een voorstel aan de commissie voorleggen.
De heer TEN BERGE refereert aan het actiepunt Schuldhulpverlening: De commissie informeren over de (schuld-) hulpverlening voor jongeren boven de 18 jaar. Hij verzoekt daarbij een verbinding te leggen met het rekenkameronderzoek dat is uitgevoerd naar de GR van de Stadsbank Oost Nederland en de commissie bij te praten over wat er gaande is en wat de gemeente Rijssen-Holten daarmee doet.
Wethouder BEENS zegt dat een viertal Twentse gemeenten onderzoek heeft laten doen naar de Stadsbank Oost Nederland. Deze gemeenten gaan eerst zelf het onderzoeksrapport bespreken en hun conclusies trekken. Spreker stelt voor de uitkomsten van die besluitvorming, die aan de orde komen in het AB van de Stadsbank Oost-Nederland, te delen met de commissie.
De heer WESSELS refereert aan informatief stuk c: Wijziging PGB tarieven OZL en OMD voor Jeugd en Wmo. De gemeente gaat van drie naar twee categorieën. In een aantal gevallen gaan mensen er qua tarief iets op achteruit, wat mogelijk is omdat het budget voor zorg in natura ook is verlaagd. Spreker stelt hierover de volgende vragen:
- Heeft de Adviesraad Sociaal Domein (ASD) hierop een reactie gegeven?
- Hoe borgt de gemeente dat cliënten de zorg krijgen die zij nodig hebben?
- Jeugd categorie OMD-3 wordt straks teruggezet naar OMD-2, waarbij het bijbehorende nieuwe tarief gehanteerd wordt voor de inkoop van zorg. Hoe werkt dat in de praktijk?
Wethouder BEENS zegt dat de ASD nog niet heeft gereageerd. Zodra er een reactie is, zal de commissie deze ontvangen.
Wethouder TIJHOF zegt dat degene die gebruik maakt van een PGB zelf de opdrachtgever is. Als iemand minder geld te besteden heeft, moet men met de opdrachtnemer in onderhandeling om te zorgen dat de diensten geleverd worden ook als dat voor minder geld moet. Regionaal zijn de zorg-in-natura-tarieven vastgesteld. De PGB-tarieven zijn daarvan een afgeleide.
De heer WESSELS vraagt aanvullend hoe in de praktijk wordt geborgd dat men de zorg krijgt die nodig is nu het budget wordt verlaagd.
Wethouder TIJHOF zegt dat er op voorhand een inschatting wordt gemaakt of de zorg voor het tarief geleverd kan worden. Daarop is de inkoop gebaseerd. Daarnaast zijn er mogelijkheden om bezwaar te maken en ook is er cliëntondersteuning om eventuele knelpunten op te lossen.
De heer MULLER vraagt of in het zorg-in-natura-pakket de categorie OMD-3 ook is vervallen.
Wethouder TIJHOF beaamt dat.
11 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 19.40 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie MDV van Rijssen-Holten op 16 januari 2017.