Commissie MDV 7 september 2015 (20.00 uur)
- Datum:
- 07-09-2015
- Tijd:
- 20:00 - 21:20
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- dr. E.G. Bosma
- Griffier:
- H.A.J. van de Vliert
- Notulist:
- G.B. Aanstoot-Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | dr. E.G. Bosma |
SGP | dr. J. Noeverman, J.A. Baan en J.W. Reterink |
CDA | F.J. Wessels, G. Smelt en G.D. ten Berge |
ChristenUnie | J. van Veldhuizen, G. Pas en mr. W.L. Riezebos-Tessemaker |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, W.A.J. ter Schure en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | S. Kök, R.W. Meijerink en G. Pluimers-Kremer |
VVD | F.W. Noordam |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe en E. Heuver-Harbers |
D66 | ir. H. Klein Velderman en C. Polman |
Griffier | H.A.J. van de Vliert |
Wethouders | B. Beens, R.J. Cornelissen, B.D. Tijhof |
Pers | 3 |
Publiek | 3 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag van de vergadering van 15 juni 2015
De VOORZITTER meldt dat er een wijzigingsvoorstel is ontvangen van de heer Muller op het conceptverslag, agendapunt 6 (Realisatie bezuinigingstaakstelling MW3047A, € 100.000 op sport), de eerste termijn, waar de heer Muller het woord voert:
De zinsnede “Het moet een drempel opwerpen’ wordt gewijzigd in ‘Het moet een drempel slechten.’
Het verslag wordt aldus gewijzigd vastgesteld.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6 Raadsvoorstel Vaststellen Verordening leerlingenvervoer gemeente Rijssen-Holten 2015 (Tijhof)
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang altijd voorstander is geweest van het terugbrengen van de kosten van leerlingenvervoer. In deze situatie ziet zij dat anders en deelt zij het advies van de Leerlingenadviesraad. Als het lukt leerlingen zelfstandig te laten reizen, dan wordt de ‘beloning’ voor de ouders een rekening van € 516 per jaar. Spreker schetst het voorbeeld van twee leerlingen die met dezelfde schoolbus reizen naar dezelfde school. De ouders van de leerling met een begeleider krijgen geen rekening. De ouders van de leerling zonder begeleider krijgen een rekening van € 516 per jaar.
In de toelichting van de bovenwettelijke regeling staat dat bedoeld is de medewerking en de betrokkenheid van de ouders in het traject naar zelfstandig reizen te stimuleren. Gemeentebelang heeft het idee dat dat doel door die drempel van € 516 niet bereikt wordt. De ouders van deze leerlingen hebben geen andere keuze en geen alternatief. Andere leerlingen in de gemeente op vo-onderwijs kunnen veelal met de fiets naar een soortgelijke opleiding binnen de gemeente. De gemeente moet hierin ruimhartig zijn en de betrokken ouders niet straffen maar belonen.
De heer KLEIN VELDERMAN legt een casus voor aan de wethouder. Er komen mensen vanuit Enschede wonen in Rijssen-Holten, waarvan een van de kinderen op speciaal onderwijs zit. De gemeente moet voor het kind het leerlingenvervoer regelen. In de verordening staat dat alleen reiskosten moeten worden vergoed voor de dichtstbijzijnde school. Als het kind nog drie of vier jaar naar die opleiding moet, zegt de gemeente dan: wij vergoeden alleen dat deel wat vergoed moet worden en meer niet?
Mevrouw HEUVER zegt dat Lokaal Liberaal zich aansluit bij de vragen van de heer Muller.
Ouders moesten in het verleden een eigen bijdrage betalen. Nu gebeurt dat in de vorm van een drempelbedrag. Spreekster vraagt of dat een lastenverzwaring is voor alle of sommige ouders.
Wellicht kan begeleiding in de toekomst anders ingevuld worden, waarbij een begeleider meer kinderen onder zijn hoede neemt. Hierbij zou via de Wet werk en bijstand gekeken kunnen worden of er mensen opgeleid kunnen worden tot begeleider.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat over het drempelbedrag het laatste woord nog niet is gezegd, maar dat men wel moet constateren dat de gemeente al iets extra’s doet en een bovenwettelijke regeling instelt.
Spreekster vraagt of zich een situatie kan voordoen dat een drempelbedrag gevraagd wordt voor meerdere kinderen uit een gezin en of daarvoor een coulanceregeling bestaat.
De heer NOEVERMAN zegt dat in navolging van de VNG-verordening de definitie van handicap is uitgebreid met psychische handicap en vraagt of dit naar de betrokken ouders in de communicatie wordt meegenomen bij de nieuwe verordening.
De heer NOORDAM zegt dat hij zich aansluit bij de woorden van mevrouw Riezebos over de bovenwettelijke regeling in Rijssen-Holten. De VVD ziet de nieuwe verordening als een gezonde en noodzakelijke aanpassing met een stimulans tot zelfstandig reizen, al zullen ook hier wel knelpunten ontstaan.
Wethouder TIJHOF zegt dat het belangrijk is te melden dat ouders te allen tijde verantwoordelijk zijn voor het feit dat kinderen naar school gaan. Dat is een basisbegrip dat is vastgelegd in de wet. Dat betekent niet dat de overheid hier niets aan doet. In Rijssen-Holten kunnen leerlingen naar het voortgezet speciaal onderwijs gaan en krijgen, al is dat bovenwettelijk, een bijdrage in het vervoer als zij niet zelfstandig kunnen reizen.
Rijssen-Holten heeft aansluiting gezocht bij de huidige verordening voor leerlingenvervoer naar primair onderwijs. Voor de eerste zes kilometer wordt een drempelbedrag gevraagd. Die systematiek wil het college ook toepassen voor leerlingen van voortgezet speciaal onderwijs.
Naar aanleiding van de casus die D66 heeft voorgelegd, zegt spreker dat ouders kunnen kiezen voor een school in Enschede, maar dat zij een vergoeding krijgen op basis van de dichtstbijzijnde school.
Richting Lokaal Liberaal geeft spreker aan dat als de wettelijke regeling wordt gehanteerd, et dan inderdaad een lastenverzwaring is c.q. dan is de vergoeding nul euro. Rijssen-Holten doet echter meer dan wettelijk verplicht is. In bepaalde gevallen betekent het, ondanks de ruimere regeling, inderdaad een lastenverzwaring.
Het college wil met de nieuwe verordening zoeken naar het steeds meer zelfstandig laten reizen van leerlingen. Er zijn projecten die dit stimuleren. Een van die projecten is Mee op Weg, waarbij leerlingen begeleid worden naar zelfstandigheid.
Wat betreft de vraag over het drempelbedrag verwijst spreker naar de verordening voor het primair onderwijs, artikel 14.3. Een gezin betaalt eenmaal het drempelbedrag. In de nieuwe verordening staat in artikel 20.2 dat ook voor het voortgezet speciaal onderwijs per gezin eenmaal een drempelbedrag wordt betaald.
Naar aanleiding van de vraag over de psychische handicap gaat spreker ervan uit dat de communicatie op dezelfde manier verloopt als voor andere gevallen waarin leerlingen toegevoegd worden aan het bestand van leerlingenvervoer.
Spreker onderschrijft de woorden van de heer Noordam dat de verordening een stimulans is voor meer zelfstandigheid. Die stimulans is erop gericht dat leerlingen niet alleen nu maar ook in de toekomst zelfstandig kunnen handelen.
Mevrouw HEUVER vraagt bij interruptie wat de financiële aspecten zijn.
Wethouder TIJHOF zegt dat de ouders verantwoordelijk zijn voor het leerlingenvervoer en wettelijk gezien het volledige bedrag zouden moeten betalen. In Rijssen-Holten is een drempelbedrag ingevoerd, dat de eerste zes kilometer van het vervoer behelst.
Tweede termijn
De heer KLEIN VELDERMAN stelt naar aanleiding van het antwoord van de wethouder op zijn vraag de volgende aanvullende vraag. Op 1 juli 2015 heeft de raad een brief ontvangen van de wethouder, waarin hij spreekt over passend onderwijs en leerlingenvervoer. Spreker citeert de volgende tekst uit deze brief: “Een voorbeeld van een tussenvoorziening in Rijssen is het voornemen van het reformatorisch basisonderwijs om te starten met een tussenvoorziening in Rijssen om leerlingen die in principe aangewezen zijn op het speciaal basisonderwijs op reformatorische grondslag in Zwolle, in de eigen woonplaats op te kunnen vangen. Ook hier zal het vooral gaan om nieuwe leerlingen en niet om de huidige populatie leerlingen die nu al naar Zwolle gaat. Als deze tussenvoorziening wordt gerealiseerd, dan zal op termijn het leerlingenvervoer richting Zwolle afnemen.” Spreker kan deze tekst niet rijmen met artikel 3 van de verordening, waar staat dat de gemeente alleen vergoedt naar de dichtstbijzijnde school. Betekent het in dit concrete geval van de Brekeldschool waar die tussenvoorziening wordt gerealiseerd en waarvoor middelen beschikbaar zijn gesteld, dat die ouders de vergoeding niet meer krijgen?
De heer MULLER zegt dat volgens de wethouder de reden om deze regeling voor te leggen, is dat ouders en kinderen worden gestimuleerd tot zelfstandig reizen. Ouders die dit jaar geen kosten hebben en volgend jaar beginnen met een begeleider en dan ook nog geen kosten hebben, krijgen vervolgens de rekening zodra de begeleiding wegvalt. Spreker denkt niet dat het bedoelde effect gerealiseerd wordt door het opleggen van € 516 eigen bijdrage per jaar.
De wethouder sprak over het gelijktrekken van de regeling voor leerlingen in het basisonderwijs ten opzichte van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Spreker merkt op dat de regeling wel hetzelfde kan worden, maar dat de groep anders is. Kinderen die nu gebruik maken van primair speciaal onderwijs, reizen volgens de wet volledig op kosten van de gemeente van en naar school. Ouders van kinderen in het voortgezet speciaal onderwijs kunnen daarin echter vaak geen keuze maken. Binnen zes kilometer bestaat die keuze voor deze groep niet.
Mevrouw HEUVER zegt dat zij die stimulans niet goed begrijpt. Voor sommige ouders is het een financiële mokerslag als zij hun kind zelfstandig willen laten reizen. Zij verzoekt de wethouder dringend te kijken naar de financiële consequenties van sommige gezinnen.
De heer TEN BERGE zegt dat het CDA het voorliggende voorstel steunt. Er zit een verruiming in ten opzichte van het beleid dat er was.
De heer MULLER vraagt bij interruptie welke verruiming de heer Ten Berge bedoelt.
De heer TEN BERGE zegt dat in het voorstel staat dat de verordening bovenwettelijk is aangepast en dat er ook buiten het samenwerkingsverband wordt gekeken. De verordening is daarmee ruimer dan door de VNG is voorgesteld.
De heer MULLER zegt dat de heer Ten Berge nu refereert aan de nieuwe wet, terwijl hij in eerste instantie zei dat het een verbetering is ten opzichte van wat er was. De situatie is zo dat het slechter wordt ten opzichte van wat er was, maar minder slecht dan wat wettelijk zou mogen.
Mevrouw RIEZEBOS vindt dat de discussie vertroebelt. Ouders zijn verantwoordelijk voor het vervoer van hun kinderen. In Rijssen-Holten betalen ouders alleen de eerste € 516 en de gemeente betaalt de rest. € 516 is een fors bedrag voor een aantal ouders. In de verordening staat dat het college in schrijnende gevallen daarmee ruimhartig kan omgaan. Spreekster roept op dat dat zorgvuldig gebeurt en dat er maatwerk geleverd wordt.
Het voorstel dat nu voorligt vindt zij heel redelijk, hoewel zij liever zag dat het leerlingenvervoer gratis zou zijn. Daar gaat het nu echter niet over.
De heer MULLER zegt bij interruptie dat het daar nu juist wel over gaat. Het gaat nu over het drempelbedrag en de hoogte ervan.
Mevrouw RIEZEBOS is van mening dat dat een andere discussie is, omdat is gezegd dat het gaat om het stimuleren van zelfstandig reizen. Als er gediscussieerd wordt over het drempelbedrag, dan zou wellicht een verlaging daarvan aan de orde kunnen komen. Anderzijds is de hoogte van het drempelbedrag goed gemotiveerd. De eerste zes kilometer betalen de ouders zelf. Als de raad stelt dat de eerste vier kilometer door de ouders betaald moet worden, dan wordt het bedrag lager.
De heer NOEVERMAN zegt dat de hoogte van het drempelbedrag een lastige discussie is. De SGP sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Riezebos. De verordening is ruimer dan de wettelijke verordening. Spreker begrijpt ook het pleidooi van de heer Muller en vraagt hem of hij zover wil gaan om ook de verordening voor basisschoolleerlingen aan te passen.
De heer MULLER zegt dat hij dat niet wil. Voor kinderen die naar speciaal basisonderwijs gaan is alles nu goed geregeld. Binnen de afstand zijn er voor ouders die zelf de keuze maken naar welke school hun kind gaat, mogelijkheden zonder die kosten.
De heer NOORDAM zegt dat de VVD zich aansluit bij de woorden van mevrouw Riezebos en instemt met het voorstel. Het drempelbedrag van € 516 is geen punt van discussie.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA zich kan vinden in het voorstel en zich schaart achter de redenatie die daarover is gegeven.
Wethouder TIJHOF zegt dat er een tussenvoorziening komt bij de Brekeldschool, wat op termijn effect heeft op het leerlingenvervoer. Wel moet men in acht nemen dat de Brekeldschool een school is voor regulier basisonderwijs. De Eliëzer- en Obadjaschool in Zwolle is een school voor speciaal basisonderwijs. Door de Wet passend onderwijs wordt geprobeerd zoveel mogelijk leerlingen onder te brengen in het regulier basisonderwijs. Er zijn en er blijven leerlingen die naar Zwolle gaan, omdat zij geen gebruik kunnen maken van die tussenvoorziening.
Tegen de heer Muller, die zei dat de regelingen wel gelijkgetrokken kunnen worden, maar dat de gróep anders is, zegt spreker dat er verschil is tussen regulier basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. In veel gevallen kunnen leerlingen voor speciaal basisonderwijs niet binnen de gemeente of binnen de straal van zes kilometer terecht. De heer Muller reageerde op een vraag van de SGP dat hij de regelingen tussen basisonderwijs en het voortgezet onderwijs niet gelijk wilde trekken. Volgens spreker ontstaat er dan een ongelijkheid. Daar is het college geen voorstander van.
De heer MULLER zegt dat hij heeft gezegd dat niet het primair onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs gelijk getrokken moeten worden, maar dat speciaal basisonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs wel gelijkwaardig beoordeeld kunnen worden. Daar pleit hij voor.
De heer KLEIN VELDERMAN verwijst nogmaals naar de brief van de wethouder, waarin gesproken wordt over de tussenvoorziening in Rijssen. Als dat gerealiseerd is, betekent het dat kinderen die naar Zwolle gaan, alleen nog een vergoeding krijgen op basis van de dichtstbijzijnde school, en dat is dan de tussenvoorziening.
Wethouder TIJHOF zegt dat de tussenvoorziening, de Brekeldschool, geen school voor speciaal basisonderwijs is.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat dat wel in de brief staat.
Wethouder TIJHOF legt uit dat door de Wet passend onderwijs leerlingen zo veel mogelijk en zo lang mogelijk in het regulier basisonderwijs gehouden worden. Die tussenvoorziening is er op dit moment niet, de leerlingen krijgen niet de aandacht die zij nodig hebben en zullen eerder doorverwezen worden naar het speciaal basisonderwijs.
De stimulans om leerlingen naar zelfstandigheid te brengen, heeft te maken met de ontwikkeling van mensen. Het college gunt dat iedereen in de gemeente en wil daarin energie en geld stoppen.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel vaststellen verordening leerlingenvervoer gemeente Rijssen-Holten 2015 als bespreekstuk te behandelen in de raad.
7 Jaarrekening 2014, marap 2015 en begroting 2016 Soweco / voortgang herstructurering Soweco (opiniërend; Tijhof)
De VOORZITTER meldt dat “voortgang herstructurering” op een later tijdstip aan de orde komt en verzoekt de commissie vandaag alleen de financiële stukken van Soweco te bespreken.
De heer DE KOE zegt dat raadsbreed al een hele tijd met smart wordt gewacht op een herstructureringsplan van Soweco, zeker met het oog op de cijfers in het meerjarenprogramma 2016-2019. De begroting wordt keer op keer sluitend gemaakt met een langzaam maar zekere stijgende bijdrage van de aangesloten gemeenten. Spreker vraagt het college met klem Soweco te manen te komen met een plan dat zorgt voor een sluitende begroting op de langere termijn.
De heer WESSELS zegt dat hij grotendeels instemt met de woorden van de heer De Koe. Het geschetste beeld is zorgwekkend als het gaat om de doorkijk naar 2019. Dit beeld is in lijn met eerdere verwachtingen. Het CDA stemt in met de beslispunten uit het collegevoorstel. Een van deze beslispunten is in de gemeentebegroting 2016 rekening te houden met een bijdrage in het exploitatietekort van Soweco.
Het lijkt het CDA goed de herstructurering te bespreken in een besloten vergadering, gezien de consequenties voor medewerkers en de strategische belangen.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie zich aansluit bij de zorgen die zojuist zijn uitgesproken. Het aangescherpte beleid dat genoemd wordt voor het komende jaar lijkt mooi, maar gezien het resultaat maakt de ChristenUnie zich toch zorgen. De ChristenUnie wacht de uitwerking van de herstructureringsplannen af.
De heer NOORDAM zegt dat er een dramatisch stuk voorligt, dat voor Rijssen-Holten en de andere deelnemende gemeenten bar slecht is, waarin geen enkel perspectief zit richting vernieuwing en waarin geen enkel houvast te vinden is.
Soweco gaat ervan uit dat men tot 2019 niet in staat is ook maar één vierkante meter te verhuren. In 2016 daalt het aantal vierkante meters verhuur met 500. Een DGA die een dergelijk plan presenteert, zou direct moeten ‘wieberen’. De gemeenten moeten de komende jaren veel geld bijleggen vanwege het niet verhuren van ruimtes. In totaal gaat het om € 4 miljoen.
Het operationeel resultaat gaat naar nul euro. Wat opvalt op bladzijde 6, is dat met steeds minder werknemers, de ondersteuning per SW-medewerker met maar liefst 30% wordt verhoogd.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA zich aansluit bij de geuite zorgen en eveneens met smart wacht op het herstructureringsplan.
De heer RETERINK zegt dat met de stukken wordt gevraagd of de molensteen die om de nek van de gemeenten zit, in de toekomst twee keer zo zwaar mag zijn. Daar zit niemand op te wachten. Spreker sluit zich aan bij voorgaande sprekers.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang instemt met de punten die genoemd zijn in het collegevoorstel en zich aansluit bij de woorden van de andere fracties.
Wethouder TIJHOF zegt dat men over het zware dossier dat voorligt, niet slechts kan zeggen dat het een dramatisch stuk is, punt. De realiteit is dat Rijssen-Holten aandeelhouder is van deze onderneming. Het gaat om een doelgroep, waarover de regering heeft besloten dat de bijdrage in de subsidiëring sterk naar beneden gaat. Door dergelijk dalende inkomsten kan men geen bedrijfsplan maken en een rendabel bedrijf opzetten.
De komende maand wordt in overleg met de griffie een afspraak gepland, waarin het college met de commissie wil spreken over de herstructureringsplannen. Volgens spreker zijn er binnen het DB van Soweco ideeën en plannen die zorgen voor verbetering. Die kosten tijd en energie in een situatie die niet gemakkelijk is.
Wat betreft de verhuur van de gebouwen, zegt spreker alles wat op dit moment verhuurd kan worden, verhuurd is. Er is voorzichtig begroot, omdat huurders tussentijds kunnen vertrekken.
De tekorten die te zien waren in voorgaande meerjarenbegrotingen liepen op tot € 7,5 miljoen in 2019. Er is hard gewerkt aan een ombuiging, maar geen van de deelnemende gemeenten kan op dit moment het meerjarenperspectief omarmen en iedereen is ervan overtuigd dat er wat moet gebeuren. Daar blijft tegenover staan dat de gemeenten met elkaar de zorg hebben voor deze doelgroep. Het college blijft staan achter ‘lokaal doen wat lokaal gedaan kan worden’ en blijft dit binnen Soweco naar voren brengen. Met de begroting die voorligt moeten de gemeenten en Soweco aan de slag. Spreker zal dat doen vanuit zijn rol in het DB van Soweco. Daarnaast gaat hij graag de komende maand het gesprek aan met de commissie over de herstructurering.
Tweede termijn
De heer DE KOE zegt dat hij begrip heeft voor wat er is gezegd over de doelgroep en over het dramatisch bijstellen van de rijksbijdrage, maar dat de top van het bedrijf gewoon bestaat uit bestuurders die een bedrijf moeten runnen. Als die bestuurders het verhaal horen dat de wethouder zojuist gaf, dan is duidelijk waarom er nog geen herstructureringsplan is voorgelegd en kunnen zij achterover blijven leunen. Het is nu echter tijd dat de bestuurders, die capabel moeten zijn om een begroting te maken en te kunnen omgaan met het geld dat zij hebben, eens iets laten zien. Duidelijk is dat de begroting niet sluitend kan zijn, maar een meerjarenperspectief tonen, dat als molensteen is die twee keer zo zwaar wordt, is niet te vatten.
De heer NOORDAM zegt dat hij voor een groot stuk mee kan gaan met de woorden van de heer De Koe. De gemeenten zijn de aandeelhouders en die aandeelhouders moeten met de vuist op tafel durven slaan en uit hun roes ontwaken. Dit kan zo niet langer, al gaat het hier niet om een normaal bedrijf. Wellicht moet er een frisse wind door het bedrijf waaien; niet van onderop want de mensen op de werkvloer hebben het moeilijk genoeg.
Spreker vindt het vervelend dat hij niet over dezelfde informatie beschikt als de wethouder. Hij constateert dat er 7000m² niet is verhuurd, terwijl de wethouder zegt dat er meer verhuurd is en dat het wel meevalt.
Wethouder TIJHOF zegt dat het AB en het DB van Soweco inmiddels wel wakker zijn. Het is schrikken als men kijkt naar het aandeel dat het subsidieresultaat heeft op de bedrijfsvoering van Soweco. Dat is waar men mee te dealen heeft, ook de top van het bedrijf. Al zou er lokaal een volledig nieuwe onderneming worden gestart, dan nog zijn er dezelfde lasten en zijn er de komende jaren tekorten die nog veel hoger zijn. Het enige lichtpuntje, qua bedrijfsvoering, is dat alle gemeenten in de GR hebben aangegeven dat zij in het kader van de Participatiewet en in uitvoering van de opdrachten, willen kijken naar Soweco als preferente partner. Dat zou extra opdrachten moeten opleveren, waardoor het exploitatieresultaat verbetert. Dat gaat niet om grote bedragen. Men moet van deze sociale onderneming geen wonderen verwachten of dikke winstuitkeringen. Dit soort ondernemingen, hoe die ook georganiseerd worden, kosten geld.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie vooralsnog node instemt met de begroting 2016 in afwachting van de herstructureringsplannen, die te zijner tijd besproken worden in deze commissie.
De heer NOORDAM zegt dat in het collegevoorstel niet wordt gevraagd om instemming van de commissie. De VVD stemt niet in met de begroting.
De VOORZITTER vraagt of de heer Noordam met zijn woorden een in te dienen zienswijze voorstelt.
De heer NOORDAM zegt nogmaals dat hij alleen kijkt naar de vier beslispunten in het collegevoorstel. De VVD kan niet instemmen met een molensteen die twee keer zo zwaar wordt.
De VOORZITTER concludeert dat er vanuit de commissie op dit moment geen zienswijze wordt geformuleerd richting Soweco. De commissie wacht de herstructureringsplannen af.
8 Stand van zaken decentralisaties (ovv Gemeentebelang)
De VOORZITTER zegt dat het niet de bedoeling is de bijeenkomst van 31 augustus jl. over te doen. In die bijeenkomst zijn raads- en commissieleden geïnformeerd over de lokale stand van zaken. Op dat moment was er gelegenheid technische vragen te stellen. Als er nu nog technische vragen leven, dan kan de commissie die natuurlijk nog stellen aan de ambtelijke organisatie. Spreker verzoekt de commissieleden zich nu te beperken tot politieke vragen en het geven van een opinie.
Spreker geeft het woord aan de heer Muller van Gemeentebelang, die verzocht heeft om agendering van dit onderwerp.
De heer MULLER zegt dat de afgelopen maanden veel mediaberichten zijn verschenen over de ontwikkelingen en vooral over de problemen betreffende de zorgtaken die naar de gemeenten zijn gegaan. Raads- en commissieleden zijn op 31 augustus jl. geïnformeerd over de lokale stand van zaken. De agenda voor de vergadering van vanavond werd voor die datum vastgesteld. Om in het openbaar deze informatie te delen en eventuele vragen te bespreken, heeft Gemeentebelang verzocht het onderwerp te agenderen.
De ambtelijke presentatie was zeer uitgebreid en werd vakkundig toegelicht. De technische vragen werden beantwoord. Spreker spreekt daarvoor zijn waardering uit. Ook is er veel waardering voor de inzet en de betrokkenheid van het hele team bij deze enorme klus. De presentatie is toegevoegd aan de stukken voor de agenda van vanavond en is daarmee openbaar.
Gemeentebelang constateert dat er heel veel gebeurd is en tegelijkertijd dat er nog veel gebeuren moet. Zoals bij elke systeemverandering wordt ‘werkende de weg’ geleerd, soms gestruikeld en weer opgestaan en doorgegaan.
Gemeentebelang stelt nog de volgende vragen aan het college:
- Onder de noemer “uitdagingen” staat in de presentie een reeks knelpunten en problemen. Is er voor het oplossen van alle als uitdaging geformuleerde onderdelen een tijdsplan en een prioriteitstelling?
- De wachtlijst van de Raad voor de Kinderbescherming bestaat uit 110 kinderen. Dat lijkt onacceptabel groot. Kan het college alternatieve wegen bewandelen of de schade beperken?
- Er zijn blijkbaar in Nederland zorgaanbieders die jongeren niet kunnen helpen vanwege een budgetplafond. Daarover zijn mediaberichten verschenen. Speelt dit ook in Twente en in Rijssen-Holten?
- De staatssecretaris heeft met diverse partijen op 1 september jl. de “Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning” getekend met betrekking tot redelijke betaling van huishoudelijke hulp. Deze groep heeft het momenteel moeilijk. Zijn of worden de in deze code benoemde normen onderdeel van het beleid in Rijssen-Holten ?
- Er is een persbericht verschenen over de planning van herindicaties. Zijn daarmee de pgb-zorgen voor gebruikers en voor zorgverstrekkers voorlopig opgelost in Rijssen-Holten?
- De begroting 2015 is naar beneden bijgesteld, omdat er minder geld beschikbaar komt volgens de meicirculaire. Zijn daardoor ook de doelstellingen bijgesteld of moet het eerste jaar afgewacht worden wat er uiteindelijk aan het einde van de streep gebeurd is?
Wethouder BEENS dankt de heer Muller voor zijn positieve woorden. Tijdens de presentatie is er veel informatie over tafel gekomen en de avond voldeed aan de verwachtingen.
De rode lijn in de vragen van de heer Muller is of de gemeente in control is. Beseft moet worden dat 2015 een overgangsjaar is, waarin er erg veel op de gemeente afkomt en waarin er veel verandert, ook binnen de afdeling. De gemeente is bijna in control. Er zijn nog veel aandachtspunten, waar de gemeente volop mee bezig is. Een intern aandachtspunt is het optimaliseren van de werkprocessen. Dat heeft prioriteit. Een extern aandachtspunt dat prioriteit heeft, zijn de herindicaties Wmo. Deze en volgende week worden er met alle betrokkenen afspraken gemaakt, waarna de gesprekken starten. Geprobeerd wordt in november alle herindicaties Wmo afgerond te krijgen. Alle informatie daarover gaat vervolgens naar de SVB, die actie moet ondernemen. Voor de pgb-houders blijft het nog wel even spannend hoe het er definitief zal uitzien.
Spreker kan nog niet zeggen of de benoemde normen onderdeel worden van het beleid van Rijssen-Holten. Het college heeft hierover nog niet gesproken. De ondertekening van de code was de aftrap. Nu komt alles naar de diverse gemeenten toe. Het ziet er positief uit, omdat de gemeente en de zorgaanbieder transparant met elkaar omgaan en elkaar veel informatie geven. Dat geeft wederzijds vertrouwen.
Op vraag 6 antwoordt spreker dat men enerzijds kan kijken naar de begroting en de budgetten, maar dat de komende periode ook gebruikt wordt om een omslag tot stand te brengen bij de burger. De budgetten zijn inderdaad naar beneden bijgesteld, maar hopelijk worden de doelstelling gehaald door de verandering in zorgverlening en in het denken van de burger. Dat heeft niet zozeer te maken met de transitie, maar met de transformatie. De gemeente zit nog volop in die transformatie en heeft 2016 en 2017 daarvoor nog nodig.
De heer MULLER zegt met betrekking tot optimalisatie van de werkprocessen, dat een aantal daaraan gerelateerde uitdagingen is genoemd. Spreker vraagt of daarover een planning bekend is, of het te maken heeft met het huidige aantal fte’s of dit nog in ontwikkeling is.
Wethouder BEENS zegt dat het volop de aandacht heeft, maar dat hij geen termijnen kent. Binnen de afdeling is veel veranderd en ook er komen voor de afdeling steeds nieuwe opdrachten binnen. Alles is zo in beweging dat daarover nog geen uitspraak gedaan kan worden.
Wethouder TIJHOF gaat in op vraag 2 over de wachtlijst. Er zijn in het land enkele aanbestedingen geweest, waarbij budgetplafonds zijn aangegeven. In Twente is die systematiek niet gebruikt en kent men het probleem van de wachtlijst niet. De wachtlijst in Overijssel bestaat uit 110 kindzaken; dat zijn zaken die in de zogenaamde inplanfase zitten. De Raad voor de Kinderbescherming geeft een prioriteit aan deze zaken. In Twente gaat het om 56 kindzaken in 35 gezinnen. In Rijssen-Holten zijn er drie kindzaken in twee gezinnen. Spreker meldt dat er een afspraak gepland wordt met de Raad voor de Kinderbescherming om te spreken over de problematiek en te kijken of er stappen gezet kunnen worden om verbeteringen te bewerkstelligen in de gemeentelijke processen of in de processen bij de Raad voor de Kinderbescherming.
Tweede termijn
De heer NOORDAM zegt dat de woorden van wethouder Tijhof getuigen van een heldere strategische visie. De gemeente kijkt ook vooral naar zelfredzaamheid van de burger. Daar liggen kansen, die nog veel te weinig zijn uitgenut.
9 Actiepuntenlijst commissie MDV 7 september 2015
Actiepunt 23 over de inzet middelen minimabeleid is beantwoord. De andere punten blijven staan.
10 Rondvraag
De heer NOORDAM zegt naar aanleiding van informatief stuk a, Bestuursvoorstel Kulturhus vanaf 2016, dat er in de Liezenboerderij in 2005 of 2006 flink is geïnvesteerd in de verbouwing. Nu wordt er opnieuw € 160.000 geïnvesteerd voor het huisvesten van de jeugd. Spreker vraagt wat de kapitaalvernietiging is geweest.
Naar aanleiding van informatief stuk d, Eindevaluatie pilot jongerenwerker Abgar, vraagt hij wat het leermoment in dit soort zaken is geweest voor het college.
Wethouder BEENS zegt dat hij de vraag over de Liezenboerderij via een NB beantwoordt.
Beantwoording actiepunt bvs Kulturhus 2016 (pdf)
Wethouder TIJHOF zegt dat het college een conclusie heeft verbonden aan de evaluatie pilot jongerenwerker Abgar, maar dat de nota Jeugd- en jongerenwerk deze evaluatie heeft gekruist. Een leerpunt is in elk geval dat planningen niet altijd lopen zoals je verwacht. Het jeugd- en jongerenwerk, ook voor de betrokken jongeren van Abgar, wordt in het najaar meegenomen in de uitwerking van de nota. De leermomenten en de conclusies die het college daaraan verbindt, zal de commissie terugvinden.
De heer POLMAN vraagt naar aanleiding van informatief stuk i, Mandatering beslissing op subsidieaanvraag, waarom ervoor is gekozen dat toe te wijzen aan een teamleider en dit niet te koppelen aan de verantwoordelijk wethouder.
Wethouder BEENS zegt dat de vraag wordt beantwoord via een NB.
Beantwoording actiepunt mandatering beslissen subsidieaanvragen (pdf)
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat in informatief stuk f, verslag BOLEA, staat dat de heer Wevers vraagt om aandacht voor De Salto. Deze school zit onder de opheffingsnorm. Het is de enige openbare school in de kern Rijssen. D66 vindt het belangrijk dat deze school behouden blijft. Spreker vraagt wat de plannen van het college zijn om deze school zo aantrekkelijk te maken dat er weer genoeg leerlingen naartoe gaan.
Wethouder TIJHOF antwoordt dat de heer Wevers van de stichting ROOS dit in de betreffende BOLEA-vergadering aan de orde heeft gesteld. De stichting ROOS is de overkoepelende organisatie waar ook Obs De Salto onder valt en is verantwoordelijk voor het beleid. Het is aan ouders zelf te bepalen naar welke school zij hun kinderen sturen.
De heer KLEIN VELDERMAN verzoekt informatief stuk f te agenderen voor de volgende commissievergadering.
Mevrouw HEUVER gaat in op informatief stuk c, Advies besturenfusie CSG Reggesteyn en CSG Noordik. Het argument voor de fusie is de positie van het christelijk onderwijs in de regio te verstevigen. Spreekster vraagt of dit de werkelijke reden is, nu de laatste tijd veel grote scholengemeenschappen juist worden ontmanteld en teruggaan naar meer gespecialiseerd voortgezet onderwijs.
De heer NOORDAM interrumpeert mevrouw Heuver en zegt dat zij een ernstige aantijging uit.
Wethouder TIJHOF zegt dat de besturen van het Noordik en Reggesteyn in gesprek zijn over een bestuurlijke fusie. Het college zit in diverse verbanden regelmatig met Reggesteyn aan tafel. Uit niets blijkt iets anders dan nu in de stukken staat.
De heer VAN VELDHUIZEN vraagt naar aanleiding van het vluchtelingenprobleem of het college heeft gesproken over opvang en of er wellicht een soort draaiboek is opgesteld. Voorts vraagt hij hoe het college omgaat met een eventuele vraag van het COA om plekken voor vluchtelingen. Daaraan gekoppeld vraagt hij of het college een actieve houding heeft en zichzelf met mogelijkheden meldt bij het COA.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college het onderwerp heeft besproken. Er is geen draaiboek. Het COA heeft geen concreet verzoek gedaan en het college heeft zichzelf op dit moment niet actief gemeld voor mogelijkheden. Als er een verzoek van het COA komt, dan staat het college daar niet negatief tegenover.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij interruptie wat de wethouder bedoelt met “niet negatief”.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college een verzoek van het COA op een positieve manier en welwillend zal benaderen.
11 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.20 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie MDV van Rijssen-Holten op 27 oktober 2015.