Commissie MDV 8 september 2014 (19.00 uur)
- Datum:
- 08-09-2014
- Tijd:
- 19:00 - 20:00
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- dr. E.G. Bosma
- Griffier:
- H.A.J. van de Vliert
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | dr. E.G. Bosma |
SGP | J.W. Reterink, dr. J. Noeverman en J.A. Baan |
CDA | Drs. I. Kahraman, G.D. ten Berge, F.J. Wessels en G. Smelt |
ChristenUnie | B.D. Tijhof, J. van Veldhuizen en G. Pas |
Gemeentebelang | J. Beunk, J. Kuiper-Ruitenberg, W.J.M. Muller en P. Kroeze |
PvdA | S. Kök, R.W. Meijerink en G. Pluimers-Kremer |
VVD | E.J.W. Deijk, F.W. Noordam en H.A.M. Stegehuis |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe en E. Heuver-Harbers |
D66 | Ir. H. Klein Velderman en J.B. Emmens |
Griffier | H.A.J. van de Vliert |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, |
Publiek | 17 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen van harte welkom.
Naar aanleiding van de vragen over stroomvoorziening in de raadzaal laat hij weten dat dit in de herfstvakantie 2014 wordt aangelegd.
2 Inventarisatie spreekrecht
De heer BUURMEIJER, voorzitter Stichting Kulturhus, heeft zich gemeld voor het spreekrecht over agendapunt 7: “Brief voorzitter Kulturhus over financiën Kulturhus”.
De heer WEVERS, bestuurder Stichting ROOS, heeft zich gemeld voor het spreekrecht over informatie stuk e: “Positie oude Holterenkschool”.
De heer WEVERS spreekt in over het voorstel tot sloop van het oude schoolgebouw op de Holterenk. Dit gebouw is in 2000 en 2003 uitgebreid met permanente lokalen die sober zijn uitgevoerd, afgestemd op de verwachting van vervangende nieuwbouw. Het was toen dus al duidelijk dat deze uitbreiding niet geheel zou worden afgeschreven. Ook is er in 2006 daarom gekozen voor een goedkopere vervanging van de dakbedekking.
Spreker wijst op de onderwijskundige noodzaak de vervangende nieuwbouw op korte termijn op te pakken: het huidige gebouw is niet alleen bouwtechnisch versleten, maar is ook gebouwd op basis van onderwijsinzichten uit de jaren ’60 / ‘70. Passend onderwijs, groepsdoorberekend werken en 21ste eeuwse kennis en kunde praktiseren vraagt om een goed ingerichte school en niet om kriskras geplaatste lokalen met vele meters gangruimte.
Spreker wijst op het feit dat de gemeente inmiddels bezig is de scholen meer duurzaam te maken, maar daarvoor moet de basis wel goed zijn. De Haarschool, het laatste HBS-gebouw, is slecht geïsoleerd, heeft een slecht binnenklimaat, heeft versleten installaties en kent een ineffectieve ruimteverdeling.
Spreker zegt dat de berekening van de afdeling financiën geen structurele besparing laat zien als na de vervangende nieuwbouw Haarschool de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage kan komen te vervallen. Ook is niet duidelijk of de verkoop van de vrijkomende gronden van het oude gebouw van de Holterenk al bijna ingeboekt kan worden of dat het verkoopproces zich nog in de startfase bevindt.
Spreker wijst op de vele beschikbare gronden op De Kol, waarbij het tempo van uitgifte/verkoop aan particulieren laag ligt en vraagt zich af in welke zekerheidsfase de mogelijke verkoop van de grond van de oude Holterenkschool zich bevindt. Uit de stukken begrijpt spreker dat er een afspraak ligt dat er vanaf 1-7-2014 in de planvorming rekening is gehouden met de mogelijkheid van gronduitgifte en de ene afdeling de andere nu een vergoeding moet betalen voor het niet beschikbaar stellen van de grond. De vraag is of bij de beschikbaarheid van de grond van de oude Holterenkschool er ook uitgifte gerealiseerd wordt.
Naar aanleiding van de financiële onderbouwing merkt spreker op dat de nieuwe Haarschool geen 12 lokalen zal bevatten en het kleinere schoolgebouw zal bovendien maximaal effectief worden ingericht. Het grondperceel zou daardoor kleiner kunnen worden, waarbij het resterend perceel beschikbaar komt voor uitgifte. Deze opbrengst wordt niet in de berekening meegenomen.
Hij vindt dat de huidige Haarschool snel gereed moet worden gemaakt voor de grote uitdagingen van de 21e eeuw en vraagt met grote nadruk de besluitvorming te richten op het realiseren van vervangende nieuwbouw en de besluitvorming over sloop van het ene gebouw niet noodzakelijker-wijs te koppelen aan besluitvorming over de vervangende nieuwbouw van het andere gebouw.
De heer MULLER zegt dat hij de Holterenkschool heeft bezocht en wijst daarbij op de onveilige situatie mbt de luchtventilatie en de bouwkundige constructie. Hij vraagt of de heer Wevers zijn zorgen over de veiligheid deelt.
De heer WEVERS beaamt dat een aantal lokalen geen goede ventilatie heeft.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt of er over een jaartal of termijn is gesproken. Rond 2006 zijn er immers voorzieningen getroffen met een bepaalde tijdsduur.
De heer WEVERS zegt dat dit ook in 2000 en 2003 zo was en dat de uitbreiding destijds op een goedkope wijze is gebeurd waarbij het helder was dat er sprake zou zijn van een onvolledige afschrijvingstermijn. De planning wanneer alle HBC-gebouwen vervangen moeten zijn kent hij niet.
De heer STEGEHUIS vraagt waar Stichting ROOS rekening mee houdt en of er een rapport beschikbaar is over het binnenklimaat.
De heer WEVERS zegt dat er rond 2008 in alle scholen een onderzoek naar het binnenklimaat heeft plaatsgevonden. Dit rapport moet intern beschikbaar zijn.
De heer KAHRAMAN gaat in op de koppeling tussen de nieuwbouw Haarschool en de sloop Holterenkschool en vraagt naar een mogelijke tijdelijke huisvesting in de Holterenkschool.
De heer WEVERS zegt dat in het voorstel wordt ingegaan op de noodzaak om het gebouw aan de Holterenk te slopen. Hij vraagt de besluitvorming over de vervangende nieuwbouw niet te koppelen aan het al dan niet slopen van het gebouw op de Holterenk. De vervangende nieuwbouw voor de Haarschool is een actiepunt uit de vorige collegeperiode en is weer opgenomen in het huidige collegeprogramma. Hij vindt tijdelijke huisvesting in de Holterenkschool niet bezwaarlijk.
3 Vaststellen definitieve agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Verslag commissie MDV 16 juni 2014
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5 Mededelingen vanuit samenwerkingsverbanden en over strategische projecten
Er zijn geen mededelingen.
6 Modernisering dienstverleningsmodel Stadsbank Oost Nederland (o.v.v. dhr. De Koe en mw. Riezebos)
De heer DE KOE geeft aan dat het gaat om een gemeenschappelijke regeling van 22 gemeenten in Twente en de Achterhoek. Tijdens het overleg waar spreker en mw. Riezebos aanwezig waren, waren afgevaardigden van 10 gemeenten aanwezig. Vastgesteld is dat er vaker een beroep wordt gedaan op de Stadsbank Oost Nederland, waardoor de financiële positie onder druk komt te staan en een nieuw dienstverleningsmodel gevraagd wordt. Gesteld is dat de Stadsbank Oost Nederland zich slechts moet bezighouden met de kerntaken, namelijk mensen helpen die in de schuldhulp-verlening zitten, waarbij maatwerk geleverd moet worden. Het voorliggende model voorziet daarin.
De heer STEGEHUIS wijst op een zin in het rapport: “Er wordt gewerkt met verplicht af te nemen basisdiensten; primaire bancaire taken vallen hier in elk geval onder”. De zin “in ieder geval” maakt hem bezorgd en hij vraagt of er straks sprake zal zijn van een groot basispakket, dat bijna net zo groot als het huidige dienstverleningspakket van de Stadsbank.
De heer DE KOE zegt dat er op dit moment kleinere pakketten worden aangeboden. Men blijft wel in pakketten denken, waarbij bancaire zaken een kerntaak is.
Wethouder BEENS zegt dat er sprake is van een aantal standaard diensten. Een daarvan is het belangrijkst, namelijk de budget beheer rekeningen. Deze moeten van de Stadsbank worden afgenomen. De intake kan een gemeente zelf doen. Tot voor kort was de Stadsbank een stugge en starre organisatie, daar is verandering in gekomen. Er wordt van aanbodgericht naar vraaggericht gewerkt. Een aantal basisdiensten moet afgenomen worden aldus spreker.
De gemeente Rijssen-Holten doet al jaren zelf de intake, waarmee ze een uitzonderingspositie inneemt. Spreker denkt dat de samenwerking alleen maar positiever uitvalt.
Er hebben ook personele wijzigingen plaatsgevonden. Een aantal managers is vervangen en er is een nieuwe directeur aangetrokken, die al geïnventariseerd heeft waar de gemeente Rijssen-Holten behoefte aan heeft en gevraagd heeft of er punten ter verbetering van de dienstverlening zijn.
De heer MULLER vraagt of de klankbordgroepleden dit advies unaniem dragen en informeert naar de feitelijke risico’s. Hij refereert aan art. 7 van de aanbevelingen in de eindrapportage, waarin staat dat er een business case uitgewerkt wordt aan de hand waarvan een beter inzicht in de risico’s ontstaat en vraagt naar de resultaten.
De heer RETERINK vraagt of de risico’s in de nieuwe situatie even groot, groter of kleiner zijn en vraagt naar het verdeelmodel.
De heer TIJHOF vraagt of dhr. De Koe en mw. Riezebos, als vertegenwoordigers van de gemeente Rijssen-Holten, aanbevelingen willen doen waarover de gemeenteraad een besluit moet nemen.
De heer DE KOE zegt dat de klankbordgroep na het advies niet meer bij elkaar is geweest. Het is een gelegenheidsgroep. Hetgeen nu door spreker is verwoord is een goede weerspiegeling van wat er voor het advies door de klankbordgroep is neergelegd. Mw. Riezebos en hij zijn tevreden over de uitkomst. Op dit moment is er geen sprake van risico, maar er is sprake van een GR, waarmee de gemeente Rijssen-Holten ervaringen heeft. Om de commissie in informeren is het punt geagendeerd. De gemeenteraad is hierbij niet aan zet, omdat het gedelegeerd is aan het college. Het college heeft al besloten en het besluit is informatief aangeboden in de vergadering van 16 juni jl.
De vraag over het verdeelmodel is hem niet geheel duidelijk, maar hij vermoedt dat de vraag gaat over wie op welke manier financieel gaat bijdragen. Spreker zegt dat de gemeente straks producten en diensten afneemt, waarvoor een vergoeding moet worden betaald.
De VOORZITTER bevestigt dat dit onderwerp gedelegeerd is aan het college, maar omdat het gaat om een aanpassing van de GR komt de gemeenteraad wel in beeld.
De heer RETERINK zegt dat de vraag over het verdeelmodel betrekking heeft op de risico’s. Hij vraagt wie wat bijbetaalt in het geval dat er een tekort ontstaat.
Wethouder BEENS zegt dat de Stadsbank in een verandertraject zit. Spreker wordt zelf bijgepraat tijdens een vergadering van het AB eind oktober/begin november 2014. Hij stelt voor daarna in deze vergadering verslag te doen, zodat eventuele risico’s dan ook kenbaar gemaakt kunnen worden en een terugkoppeling over de business case kan plaatsvinden. Hij heeft op dit moment geen zicht op de risico’s.
Hij gaat in op het verdeelmodel en zegt dat gemeenten diensten afnemen, maar omdat er sprake is van een gemeenschappelijke regeling zullen de gemeenten met elkaar verantwoordelijk zijn. Hoe dit precies werkt weet hij niet, maar ook daar zal hij in de terugkoppeling in de commissie op terugkomen.
Terugkoppeling AB Stadsbank Oost-Nederland (pdf)
De heer TEN BERGE zegt dat de gemeenschappelijke regeling op dit moment niet wordt aangepast en merkt op dat het een eerste stap naar een vervolgprocedure is.
De VOORZITTER bevestigt dat als de gemeenschappelijke regeling wordt aangepast de raad wel aan zet is.
7 Brief voorzitter Kulturhus over financiën Kulturhus (o.v.v. het CDA)
De heer BUURMEIJER gaat in op het ontstaan van het Kulturhus, waarbij destijds is besloten dat het voormalige gemeentehuis een publieke functie moest krijgen voor de bevolking van Holten. Het concept Kulturhus kwam in beeld en de gemeente heeft daarbij, samen met een aantal Holtense instellingen, overleg gevoerd over de invulling van deze functie. De Stichting Kulturhus is opgericht om het geheel bij elkaar te brengen. De gemeente heeft daarbij aangegeven dat de drie locaties: Smidsbelt, Tuinstraat en Oudheidkamer, onder één paraplu moesten komen en er is daarbij een fors budget beschikbaar gesteld om de locaties Smidsbelt en Tuinstraat her in te richten. Spreker spreekt daarbij zijn lof uit voor de gemeente, die dit alles mogelijk heeft gemaakt.
De stichting kreeg het beheer over de drie locaties die eigendom zijn van de gemeente en worden verhuurd aan de stichting. De stichting verhuurt daarbij delen aan diverse participanten. Tot voor kort gaven diverse instellingen en organisaties invulling aan het Kulturhus, waardoor de stichting haar inhoudelijke doelstelling ook kan waarmaken. Een aantal keren per jaar worden gezamenlijke activiteiten met participanten ontwikkeld, er is een programma van films en theatervoorstellingen en gesteld kan worden dat de bevolking de weg naar het Kulturhus heeft gevonden.
De stichting heeft de eerste jaren binnen de door de gemeente gestelde financiële kaders goed kunnen functioneren, voornamelijk doordat de beschikbare verhuurbare ruimtes (structurele verhuur) bijna volledig bezet waren. In 2014 en 2015 kan het Kulturhus het hoofd nog boven water houden.
Daarna dreigt een financieel debacle. De stichting krijgt te maken met bezuinigingen en er dreigt een substantieel probleem in de exploitatie van de verhuur, doordat huurovereenkomsten aflopen per 31 december 2015, waarbij er in 2015 over nieuwe huurcontracten onderhandeld moet worden. Inmiddels hebben al twee huurders opgezegd, dit heeft ca. € 30.000 in de exploitatie tot gevolg en enkele huurders hebben al aangekondigd de huur te zullen opzeggen, dat een negatief resultaat van ca.
€ 65.000 geeft. Dit kan nog negatiever worden, omdat alle non profit organisaties met bezuinigen te maken hebben, waarbij de in het verleden vastgestelde huurtarieven voor deze instellingen niet langer haalbaar zijn. Hierdoor stappen potentiële huurders ook niet in. Op dit moment heeft de stichting nog geen nieuwe gegadigden voor de vrijkomende ruimten weten te vinden.
Spreker zegt dat de stichting deze gecumuleerde effecten van het wegvallen van huurcontracten zelf niet kan opvangen, met als uiterste consequentie dat de stichting eind 2015 de deuren zou moeten sluiten, waarmee het Kulturhus-concept in Holten in duigen valt.
Het lijkt spreker verstandig om gezamenlijk met de gemeente de huisvestingsproblematiek in een bredere benadering te onderzoeken en op basis daarvan een nieuwe exploitatieopzet te maken. De stichting heeft daarbij in overweging gegeven de opzegtermijn van het bestaande huurcontract met tenminste een half jaar te verlengen. Spreker verwacht dat een ingrijpende beweging van de zijde van de gemeente in nauwe samenwerking met de stichting noodzakelijk is om voor de geschetste problematiek een oplossing te vinden.
De heer NOORDAM herinnert zich de avond nog waarin uitvoerig van gedachten werd gewisseld over intentieverklaringen met de HHV en de Waerdenborch. Spreker vraagt hoe het inmiddels gaat met gemaakte afspraken en hoe vaak De Waerdenborch de grote zaal gebruikt.
De heer BUURMEIJER kan het niet precies kwantificeren maar geeft aan dat de samenwerking met de Waerdenborch veel meer inhoudt dan toen verwacht. De grote zaal wordt vaak voor allerlei typen bijeenkomsten gebruikt, waarbij er sprake is van een hele nauwe samenwerking.
Mevrouw HEUVER refereert aan de “brandbrief” van de heer Buurmeijer en prijst het feit dat hij vroeg-tijdig aan de bel trekt. Zij vraagt of de huurders die hebben opgezegd en de huurders die dit gaan doen wel tevreden zijn over de locatie en of het dus alleen gaat om de marktconforme huurprijs.
De heer BUURMEIJER zegt dat één huurder gevraagd heeft om een andere ruimte en om huurver-laging. De overige opzeggingen hebben alleen te maken met de hoge huurprijs.
De heer KAHRAMAN zegt dat ook hij waardering heeft voor de vroegtijdige waarschuwing door de heer Buurmeijer dat de exploitatie na 2015 niet meer sluitend gemaakt kan worden.
Spreker vraagt wat het bestuur, c.q. de directeur van het Kulturhus aan deze situatie gaan doen om ervoor te zorgen dat het dreigende exploitatietekort wordt weggenomen. Hij gaat in op het feit dat het Ondernemershus een ruimte zoekt en ziet dit voor het Kulturhus als een gemiste kans.
De heer BUURMEIJER refereert aan de exploitatieopzet die in goed overleg tussen de stichting en de gemeente is opgesteld, met bijbehorende huurprijzen. Nu blijkt dat deze huurprijs voor verschillende instellingen te hoog is, omdat ze ook zelf te maken krijgen met financiële problemen.
Hij gaat in op het Ondernemershus en zegt gesprekken gevoerd te hebben met mensen die een ruimte zochten voor zelfstandige ZZP’ers. Daarbij zijn ruimtes bekeken en gaf men aan de ruimte in de Tuinstraat, die nu nog aan de kinderopvang verhuurd wordt, interessant te vinden. Hierna is een artikel in de krant verschenen waarop de Rabobank zich gemeld heeft. Inmiddels is duidelijk dat het Ondernemershus niet in het Kulturhus zit en met € 150.000 steun van de gemeente het pand van de Rabobank gaat betrekken, waardoor het Kulturhus met de problemen achterblijft. Eventueel was er ook nog een andere ruimte beschikbaar geweest voor het Ondernemershus.
De heer KAHRAMAN vraagt of de huurinkomsten de enige component is waarmee de exploitatie op orde kan worden gebracht of dat er nog sprake is van andere inkomsten.
De heer BUURMEIJER zegt dat andere inkomsten gegenereerd worden uit incidentele verhuur van zalen. Dit brengt nu iets meer dan € 50.000 op jaarbasis op en deze inkomsten stijgen nog steeds. Hij verwijst ook naar het jaarverslag, waarin de opbrengsten en uitgaven duidelijk staan aangegeven.
Spreker geeft aan dat enige risico gelopen wordt in de exploitatie rondom het film- en theaterprogramma, waarbij het theaterprogramma dit jaar bijna quitte draait.
Hij gaat in op de opgelegde bezuinigingen van de gemeente. De eerste € 10.000 kan worden opgevangen in de begroting maar overige bezuinigingen niet meer.
De heer TIJHOF refereert aan de begroting in relatie tot de bezuinigingen en vraagt hoe het staat met de verplichte samenwerking met andere culturele instellingen.
De heer BUURMEIJER zegt dat er overlegd is met de 4 culturele instellingen. Vastgesteld is dat een samenwerking met de maatschap Muziekschool geen optie is. Nu is de stichting in overleg met het Parkgebouw, waarbij de theaterprogramma’s altijd al op elkaar worden afgestemd. Spreker verwacht niet dat hier enige efficiencyverbetering te behalen is.
De heer VAN VELDHUIZEN concludeert dat de heer Buurmeijer in zijn brief oplossingen aandraagt, die hij vervolgens bij de gemeente neerlegt. Hij vraagt of de heer Buurmeijer zelf nog iets kan doen om de situatie te verbeteren.
De heer BUURMEIJER denkt het niet en wijst daarbij op de krappe begroting. Er is sprake van enige reserve, maar deze reserves zijn nodig om zaken in het gebouw te kunnen vervangen.
De heer NOORDAM begrijpt dat de belangrijkste inkomsten voor het Kulturhus de verhuur van m2 is en vraagt wat er uit het overleg met de gemeente is gekomen om hieraan iets te doen.
De heer BUURMEIJER zegt dat het college de geschetste problemen erkent. Besloten is breed te kijken naar alles wat er aan accommodaties is. Hij gaat hierbij in op de hoge kosten van het gebouw aan de Tuinstraat. De stichting kan zelf erg weinig doen en zegt dat de nadruk ligt op het aantrekken van huurders, waarbij een kostendekkende huurprijs het probleem is.
De VOORZITTER bedankt de heer Buurmeijer voor zijn inbreng.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA geschrokken is van de gestuurde brief. Ze begrijpt dat het een moeilijke tijd is, maar vindt niet dat de stichting zich hierbij neer moet leggen en wijst op de kansen die ook voorbij komen. Hij vindt dat de stichting en het bestuur verantwoordelijk zijn voor een sluitende exploitatie en dat het college, in samenwerking met het stichtingsbestuur, moet kijken hoe het exploitatietekort kan worden opgelost.
De heren VAN VELDHUIZEN, KLEIN VELDERMAN en mw. HEUVER zijn benieuwd naar de reactie van het college.
De heer BEUNK vraagt of het bestuur uit is op een scheiding tussen de 3 locaties.
De heer STEGEHUIS zegt de positie waarin het Kulturhus zich bevindt te snappen, merkt op dat de situatie langzaam aan wel verbetert en vraagt of er een actieplan is waardoor van deze verbetering geprofiteerd kan worden. Hij merkt op dat de Oudheidkamer per 01-01-2016 uittreedt. Wellicht dat de locaties op een commerciële basis kunnen worden verhuurd.
De VVD is verontrust over het feit dat er sprake is van een niet marktconforme huurprijs, vraagt zich af of dit alleen voor het Kulturhus geldt of ook voor andere cultuurinstellingen in de gemeente en of hiermee flexibel kan worden omgegaan indien er sprake is van slechte tijden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college ook geschrokken is van de brief. Ze heeft op 19 juni en 28 augustus een gesprek met het stichtingsbestuur gehad. Hierbij zijn de problemen in kaart gebracht en is de brief besproken. Het college vindt dat er gekeken moet worden naar de totale exploitatie in relatie tot het totale concept. Hier kan spreker verder nog niets over zeggen. Hij wil ook niet vooruitlopen op de nog te voeren discussie, maar alle opties zullen zeker bekeken worden en worden verwoord in een actieplan.
Hij heeft de indruk niet dat het bestuur uit is op een scheiding tussen de 3 locaties, maar er is al wel eerder gesproken over ontvlechting van de Oudheidkamer en over de evt. daarbij te realiseren bezuiniging. Deze bezuiniging blijkt echter te klein en de ontvlechting is daarmee uitgesteld, totdat de discussie rondom het sluitend maken van de begroting met het stichtingsbestuur is gevoerd. Op dit moment heeft afstoten van een van de 3 locaties namelijk gevolgen voor de totale exploitatie, ook v.w.b. de budgetsubsidie die daarvoor beschikbaar is gesteld.
Spreker gaat in op de vraag over de al dan niet marktconforme huurprijzen elders in de gemeente en zegt dat bij het Parkgebouw sprake is van een andere situatie, omdat daar meer incidenteel wordt verhuurd en men daar geen vaste huurders kent.
De VOORZITTER concludeert dat het college het gevoel van urgentie deelt, in gesprek is en dat de commissie binnenkort ongetwijfeld meer over deze materie zal vernemen.
De heer MEIJERINK stelt voor dat het college zaken gemeentebreed in kaart brengt en aangeeft welke oplossingsrichting ze zelf ziet.
Wethouder CORNELISSEN heeft hier moeite mee en stelt voor slechts naar de situatie van het Parkgebouw en het Kulturhus te kijken. Hij zou ook niet weten welke situaties vergelijkbaar zijn.
8 Actiepuntenlijst
De VOORZITTER concludeert dat alle actiepunten zijn afgerond, op actiepunt 14-01: ‘onderwijsprogramma 2014 agenderen’ na.
De heer TIJHOF zegt dat de ChristenUnie informatief stuk e. positie oude Holterenkschool in het kader van het onderwijshuisvestingsprogramma wil bespreken in de vergadering van 6 oktober a.s..
De VOORZITTER laat weten dat het college binnenkort een toelichting zal verzorgen op de systematiek van onderwijshuisvesting.
De heer TIJHOF geeft aan dat de ChristenUnie van mening is dat voorkomen moet worden dat er zaken gebeuren die niet meer teruggedraaid kunnen worden, zonder dat hier goed over gesproken is.
Wethouder WOLTERINK zegt toe dat de Holterenkschool niet gesloopt wordt voor de begrotings-vergadering.
9 Rondvraag
De heer STEGEHUIS zegt dat de VVD informatief stuk a. evaluatie regisseurspilot wil agenderen voor de vergadering van 6 oktober a.s. De reden is dat ze vindt dat er sprake is van een smalle basis van casussen en een aantal acties mis. De risico’s zijn daarbij wel geïnventariseerd maar niet doorgezet.
De heer MULLER merkt op dat Oldenzaal € 1,4 miljoen besteedt aan externe inhuur voor de voorbereiding van de transities. Hij vraagt hoeveel de gemeente Rijssen-Holten hiervoor inhuurt.
Wethouder BEENS laat weten dat de gemeente Rijssen-Holten gebruikmaakt van de ondersteuning door een communicatiebureau. Dit kost ca. € 25.000. Daarnaast wordt iemand ingehuurd die de reguliere werkzaamheden verricht wanneer er aan de transities wordt gewerkt en incidenteel wordt iemand ingehuurd voor een werkgroep. Hij zegt dat er maximaal € 100.000 wordt uitgegeven.
Mevrouw HEUVER geeft aan dat Lokaal Liberaal vraagtekens zet bij de evaluatie van de regisseurspilot (informatief stuk a). Uit interviews blijkt dat betrokken partijen nog niet zijn toegerust op hun taak. Ze vraagt wanneer de commissie wordt bijgepraat over jeugdzorg en de decentralisaties.
De VOORZITTER zegt dat dit op 29 september gebeurt.
De heer WESSELS gaat in op een onderzoek naar de gezondheid in de gemeente Rijssen-Holten door Dagblad Tubantia en het rapportcijfer 4,2 dat gescoord is. Hij vraagt of het college hiervan op de hoogte is, of ze de zorg deelt en wat ze met deze gegevens gaat doen.
Wethouder BEENS zegt dat het college geschrokken is door het lage rapportcijfer. Het lijkt echter dat hierbij een klein onderdeel breed uitgelicht is. Hij komt hier nog op terug.
NB.: De beantwoording is als bijlage 1 toegevoegd aan het verslag.
Bijlage 1: Beantwoording vragen gezondheidssituatie burgers Rijssen-Holten (pdf)
De heer TEN BERGE gaat ook in op informatief stuk a. evaluatie regisseurspilot en zegt dat er sprake is van veel open eindes. Hij refereert hierbij ook aan de raadsinformatiebrief ten aanzien van inkoop maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg en zegt dat er te weinig over wordt gecommuniceerd met de raad en de raadscommissies.
Spreker vraagt de portefeuillehouder bij de sessie op 29 september a.s. niet alleen stil te staan bij de inhoudelijk thema’s maar ook te kijken naar de focuslijst die vanuit VWS is aangegeven. Hij vraagt in te gaan op hoe het staat met de toegang tot zorg en hoe het staat met de communicatie. Spreker is nieuwsgierig hoe de gemeente Rijssen-Holten omgaat met her indicering van mensen die de indicatie in het kader van de AWBZ verliezen.
10 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.10 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie MDV van Rijssen-Holten op 6 oktober 2014.