Gezamenlijke commissievergadering inzake de Jaarrekening, Bestuursrapportage en Kadernota (19:30 uur)
- Datum:
- 16-06-2015
- Tijd:
- 19:30 - 22:15
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- J.W. Reterink
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | J.W. Reterink |
SGP | A.J. Scheppink, dr. J. Noeverman en ir. A.S. Haase |
CDA | H.J. Nijkamp, G.D. ten Berge en F.J. Wessels |
ChristenUnie | J. Berkhoff, N.J. Otten en mr. W.L. Riezebos-Tessemaker |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Kuiper-Ruitenberg en J. Beunk |
PvdA | G. Pluimers-Kremer, S. Kök en R.W. Meijerink |
VVD | F.W. Noordam, E.J.W. Deijk en A.J. Kevelam |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe, E. Heuver-Harbers en D.J.K. van der Sanden |
D66 | ir. H. Klein Velderman en J. van Veen |
Griffier | |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof |
Pers | - |
Publiek | 58 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet iedereen welkom
2. Inventarisatie spreekrecht
De heer B. VAN DEN DIJK heeft zich, als voorzitter van de Schaats- en Skeelervereniging Rijssen, gemeld voor het spreekrecht over agendapunt 6: kadernota 2016-2019.
3. Vaststellen definitieve agenda
Wethouder AANSTOOT deelt mee dat het college in het kader van WT4 een volgende stap heeft gezet in de samenwerking met Wierden op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het college heeft vandaag ingestemd met het maken van een plan van aanpak en de verdere uitwerking daarvan. In deze samenwerking gaat het om één werkvoorraad en één werkgever.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Raadsvoorstel vaststellen van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2014 (Beens)
De heer JANSEN, voorzitter van het auditcomité, doet verslag van de bevindingen van de accountant tijdens de jaarlijkse controle. Het auditcomité is bijeen geweest op 10 juni 2015.
Nadat de jaarrekening in eerste instantie was aangeleverd, heeft de accountant diverse tekortkomingen geconstateerd. De accountant hield zich namelijk strikt aan de strengere regelgeving door het AFM en heeft de stukken ‘met de stofkam’ doorgenomen. Na aanpassing van de jaarrekening is er een goedkeurende verklaring afgegeven, voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid van de jaarstukken. Een enkele resterende tekortkoming, zoals in de accountantverklaring is te lezen, heeft betrekking op de voorziening voor de pensioenen voor de wethouders, waarbij in plaats van 31 december als peildatum voor de rente 1 januari was aangehouden. Hierop is een eenmalige correctie aangebracht van € 260.000.
Spreker noemt de belangrijkste bevindingen van de accountant:
- De accountant heeft uitvoerig gekeken naar de grondexploitaties en was zeer tevreden over de manier waarop Rijssen-Holten de waardering van de grondexploitaties heeft gedaan en over het volgen van de marktontwikkelingen. De accountant staat hier volledig achter.
- De decentralisaties zijn een landelijk zorgpunt. Rijssen-Holten was volgens de accountant echter zeer goed voorbereid en heeft een actieve inbreng in de voorbereiding op Twentse schaal. De accountant constateert wel diverse onzekerheden, met name op het achteraf kunnen aantonen van rechtmatig verstrekte PGB’s. Voor het komende jaar worden controleprotocollen opgesteld. Binnen de ambtelijke organisatie wordt daaraan veel zorg besteed. Duidelijk is dat 2015 op dat gebied een onzeker jaar is.
- Wat het effect van de vennootschapsbelastingplicht wordt, is nog niet duidelijk. Zeker is dat het een behoorlijke administratieve belasting gaat vormen voor de gemeente.
De vijfjaarlijkse termijn voor het contract met PWC loopt af. Er vindt een nieuwe aanbestedingsronde plaats, waarbij een aantal leden van het auditcomité, als vertegenwoordiging van de gemeenteraad, aanwezig zal zijn.
De heer MEIJERINK stelt een vraag over de bladzijden 112 en 140, waar o.a. staat: “Voor de cyclische vervanging drukriolering is een overschrijding zichtbaar van € 127.514. Bij de bijstelling op de primaire begroting 2014 middels de voorjaarsnota is nagelaten om hiervoor een krediet beschikbaar te stellen.” Spreker vraagt of dit inmiddels is opgelost en als dat niet het geval is, hoe dit wordt opgelost
De heer MULLER gaat in op de volgende punten:
- Beslispunt 6 van het raadsvoorstel. Het is uitstekend dat het voordelige saldo van € 900.000 wordt ingezet voor de begroting 2016/2019. De automatische koppeling daarin met het Deltaplan is voor Gemeentebelang een aspect van overleg.
- Het is prima dat er in de jaarrekening prestatie-indicatoren worden gebruikt. Deze moeten echter wel actueel zijn en ingevuld worden. Dit geldt voor meerdere programma’s.
- Op bladzijde 26, Sport, is vermeld dat € 129.000 is afgewaardeerd voor De Brekeld. Spreker vraagt het college of dit te maken heeft met de grondpositie en of dit punt nog wel thuishoort onder het hoofdstuk Sport.
- Bij de Drank- en horecawet staan meerkosten genoemd door interne uren. Gemeentebelang is in de veronderstelling dat de kosten voor het afgeven van meer vergunningen worden gedekt door de leges en wil graag weten wat hiermee aan de hand is.
- Op bladzijde 51, Werk en bijstand, staat dat de uitkeringsfraude van 40 naar 75 geconstateerde situaties is gegaan. Dit aantal stond in voorgaande jaren op ongeveer 30. Spreker vraagt of dit een structureel probleem is of dat de verhoging voortkomt uit intensievere controles.
Verder staat hier een extra storting vermeld in de voorziening ‘oninbaar’. Spreker vraagt of gedeeltes hiervan nog terugkomen. - Naar aanleiding van de beroepsprocedure rondom de administratieve problematiek bij Soweco vraagt spreker of het geld al is geboekt in 2014 of dat dit geparkeerd is als tegenvaller in 2015.
Wethouder BEENS gaat in op de vraag over bladzijde 112, het niet aangevraagde krediet. Dit bedrag is inmiddels bijgesteld. Hoe dit exact is gegaan, laat spreker via een NB weten.
(NB De daadwerkelijke kosten zijn binnen de riolering verantwoord en geactiveerd. Doordat de gemeenteraad de jaarrekening vaststelt, worden de uitgaven alsnog geautoriseerd. Een raming van een krediet is niet nodig.)
De werkgroep Prestatiesturing is volop aan het werk met prestatie-indicatoren. Bij volgende begrotingen worden deze ingevuld.
Wat betreft de vraag over de grondpositie De Brekeld, zegt spreker er voorstander van te zijn dit punt te plaatsen onder ‘Grond’.
Wethouder TIJHOF gaat in op het behaalde nadeel SOWECO, de zogenaamde SISA gelden. Deze gelden zijn geboekt in 2014. Op dit punt is er in 2015 geen tegenvaller.
Het aantal gevallen van fraude is opgelopen door de verhoging van het aantal bijstandsaanvragen en door de intensievere controle op fraude. In 2014 is er op dit gebied meer werk verricht.
Naar aanleiding van de vraag over oninbare posten zegt spreker dat volop wordt gewerkt aan het alsnog binnenkrijgen van gelden. Het zijn langdurige procedures. Hiervoor worden vooraf geen middelen ingeboekt.
Burgemeester HOFLAND zegt dat leges in beginsel kostendekkend zijn. De overschrijding bij de Drank- en horecawet heeft betrekking op extra voorlichtingen intensiever toezicht. Dat mag niet ondergebracht worden bij de leges, omdat het een algemene toezichtstaak is van het gemeentebestuur.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel ‘vaststellen van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2014’ als hamerstuk te behandelen in de raad.
5. Raadsvoorstel bestuursrapportage voorjaar 2015 (Beens)
Er worden geen vragen gesteld.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel bestuursrapportage voorjaar 2015 als hamerstuk te behandelen in de raad.
6. Raadsvoorstel Kadernota 2016-2019 (Beens)
De heer VAN DEN DIJK spreekt in namens de Schaats- en skeelervereniging Rijssen. De plannen en de urgentie voor een nieuwe schaats- en skeelerbaan in Rijssen zijn bij de gemeenteraad bekend. Een sportvereniging zonder adequate accommodatie en voorzieningen vergelijkt spreker met een fiets zonder wielen: er is een frame, maar de essentiële onderdelen ontbreken.
Het eerste plan van de vereniging was heel ambitieus en de vereniging weet dat dit plan niet meteen is realiseren.
Het tweede plan is een basis voor de vereniging waarmee zij vooruit zou kunnen. Dit plan gaat uit van een minimale voorziening om als vereniging op een goede manier sport uit te oefenen, met daarachter een groeimodel om te komen tot een meer ideale situatie. Het plan gaat uit van één locatie voor zowel een ijs- als een skeelerbaan, waarvoor ruimte aanwezig moet zijn.De aanleg van een skeelerbaan moet meteen ter hand genomen worden, zodat de vereniging in het voorjaar van 2016 op verantwoorde wijze haar sport kan beoefenen. De aanleg van de schaatsbaan kan eventueel later gedaan kunnen worden, afhankelijk van de situatie van de ijsbaan aan de Maatgravenweg. Spreker merkt op dat de schaatsbaan een verdienmodel is: in de winter snel de ijsbaan kunnen openen, betekent inkomsten voor de vereniging. Daardoor is zij sneller en beter in staat selfsupporting te zijn.
De sportraad heeft de vereniging de hoogste prioritering gegeven bij het college en de gemeenteraad. Spreker wijst op de recente brief hierover van de sportraad, waarin de prioritering wordt onderstreept.
In de concept-kadernota stelt het college voor in 2016 aan de schaats- en skeelervereniging incidenteel € 100.000 ter beschikking te stellen. De vereniging heeft in de laatste versie van haar plan gevraagd om € 175.000. € 100.000 vindt de vereniging niet reëel.
Op dit moment is niet duidelijk wat de plannen van het college zijn over een locatie voor de vereniging en wanneer men eventueel begint met het realiseren van deze plannen. Daardoor is het voor de vereniging ondoenlijk concreet invulling te geven aan allerlei zaken, zoals een tijdspad en het financiële plaatje.
Spreker roept de raad namens de verenigingsleden op tot:
- Het beschikbaar stellen van voldoende financiële middelen om de plannen te realiseren.
- Het beschikbaar stellen van een locatie om een schaats- en skeelerbaan te realiseren.
- Het college oproepen voortgang te maken met de realisering van het hiervoor genoemde om in elk geval vanaf voorjaar 2016 een nieuwe skeelerbaan in gebruik te nemen.
In veel programma’s van politieke partijen staat dat het belangrijk is dat de jeugd meer beweegt en sport. Spreker hoopt dat de raad invulling geeft aan dit punt uit de programma’s door voldoende geld ter beschikking te stellen. Skeeleren ofwel inlineskaten is een populaire sport onder de jeugd en spreker vraagt de jeugd de kans te geven dit op een kwalitatief goed niveau te beoefenen.
In de Twentsche Courant Tubantia stond dat Rijssenaren van 60-plus te weinig doen aan beweging en sport en dat zij daardoor te kort zijn voor hun gewicht. Schaatsen en skeeleren zijn geschikte sporten om te komen tot meer beweging. Spreker vraagt de kans te geven hieraan invulling te geven. Schaatsen en skeeleren kan men beoefenen tot op zeer hoge leeftijd.
De heer NOEVERMAN zegt dat de heer Van den Dijk oproept voldoende financiële middelen en een locatie beschikbaar te stellen voor een schaats- en skeelerbaan, maar dat het lastig is aan te geven om hoeveel financiële middelen het gaat. Spreker vraagt dit toch iets nader te duiden en wil weten wat de vereniging zelf bijdraagt.
De heer VAN DEN DIJK verwijst naar het plan van mei 2015, waarin de vereniging aangeeft dat zij € 175.000 nodig heeft voor het realiseren van een skeelerbaan en voor ruimte om daar in de toekomst te kunnen schaatsen. Als basisvoorziening heeft de vereniging een stuk asfalt en eventueel kleedvoorzieningen nodig. In het plan staat dat de vereniging zelf € 25.000 voor haar rekening zal nemen.
De heer BERKHOFF vraagt of het klopt dat de vereniging bij beschikbaarstelling van € 100.000 dan dus € 50.000 tekort komt.
De heer VAN DEN DIJK zegt dat het plan rekening houdt met € 175.000 vanuit de gemeente en dat de vereniging dan aanvullend € 25.000 voor haar rekening neemt voor voorzieningen, zoals hekwerk en lichtmasten.
De heer KEVELAM verwijst naar de scan van het college, waarin staat dat vanaf 2016 € 8.300 per jaar beschikbaar moet zijn en incidenteel in 2016 € 345.000 voor het realiseren van een schaats- en skeelercombinatie. Dat is afgewezen, waarna als oplossing een bedrag van € 100.000 is genoemd. Daarbij staat dat dit bedrag incidenteel beschikbaar is om een oplossing te zoeken voor een skeelerbaan. Het bedrag van € 345.000 komt niet in de buurt van wat de heer Van den Dijk noemt. Spreker vraagt of er over het bedrag van € 100.000 met de vereniging is gecommuniceerd en wat men hiervoor krijgt.
De heer VAN DEN DIJK zegt dat de bedragen niet overeenkomen, omdat in de tweede versie het optimale plan behoorlijk is uitgekleed. De fracties hebben gevraagd naar het minimale bedrag dat nodig is. Voor het maken van een start, waarna de vereniging in de toekomst kan doorgroeien naar een ideale situatie, gaat de vereniging uit van € 175.000. Over de € 100.000 is niet gecommuniceerd met de vereniging. Spreker roept de raad dan ook op bij het college aan te geven dat met dat bedrag de plannen niet gerealiseerd kunnen worden. De vereniging weet niet wat zij krijgt voor de € 100.000 en op welke locatie. Het maakt namelijk nogal wat verschil of een vereniging zich kan aansluiten bij een bestaande sportlocatie, waar bijvoorbeeld al parkeergelegenheid is. Dat soort zaken zijn belangrijk voor de vereniging om een goed financieel plaatje te maken.
De heer KEVELAM vraagt of het college een oplossingsrichting heeft aangegeven of dat de € 100.000 zomaar vanuit het niets is voorgesteld.
De heer VAN DEN DIJK zegt dat er geen oplossingsrichting is aangegeven, maar aansluiten in Het Opbroek is een oplossingsrichting, waarover snel gesproken kan worden. Dat is een reële optie, er is ruimte en wellicht kan aangesloten worden bij tennisclub De Mors. Als dat echter niet concreet ingevuld wordt, kan de vereniging geen plannen maken.
De heer BERKHOFF vraagt of er contact is geweest met de ambtenaren en de wethouder in de achterliggende periode.
De heer VAN DEN DIJK zegt dat hij sinds februari 2015, toen bekend werd dat Lucky ging uitbreiden, één gesprek met de wethouder heeft gehad. In gesprekken met ambtenaren heeftde vereniging aangegeven dat het wel logisch zou zijn dat Het Opbroek in beeld komt.
De heer DE KOE vraagt of de € 175.000 is versleuteld in de Investeringsregeling Sport of dat deze regeling niet is gebruikt.
De heer VAN DEN DIJK zegt dat de vereniging daarover niets heeft gezegd in het plan. De ambtenaren gaven eigenlijk twee opties aan: er is inderdaad een Investeringsregeling Sport en er is een optie waarmee Tennisvereniging De Mors haar nieuwe locatie heeft gerealiseerd middels een stichting. Spreker laat zich graag informeren door het college over de mogelijkheden.
De VOORZITTER dankt de inspreker voor zijn inbreng en gaat over tot de behandeling van de kadernota. Spreker verzoekt de commissie in verband met de aanwezigen op de publieke tribune eerst in te gaan op het programma Sport en Cultuur.
De heer NOEVERMAN zegt dat voor de skeelerbaan wordt voorgesteld incidenteel € 100.000 te investeren in een privé-terrein. De SGP vindt dat het moet gaan om een slimme en duurzame investering, en niet in een privé-terrein. De SGP wil het college opdragen om te zoeken naar alternatieven.
Bij het zwembad wordt uitgegaan van nieuwbouw van het binnenbad. Het kan wat de SGP betreft niet zo zijn dat zonder een gedegen discussie in de commissie, bij de kadernotabehandeling besluiten worden genomen over de invulling van het zwembad.
Voor de dekking van het nieuwe zwembad wordt een verhoging van de tarieven voorgesteld in de komende jaren. Als de tarieven worden verhoogd, gaat het college uit van een hogere omzet. De SGP vraagt of dat een reële schatting is en of het college er rekening mee houdt dat de bezoekersaantallen gelijk blijven en zelfs zouden kunnen dalen. Het kan zelfs zo zijn dat bij een tariefsverlaging de uiteindelijke omzet van het zwembad hoger wordt. Spreker vraagt of de € 10.000 die ingeboekt wordt door een tariefsverhoging inderdaad op die manier te realiseren is.
In de scan staat dat handhaving van het stadhuisorgel niet is meegenomen. Hierover is eerder uitvoerig gediscussieerd in een commissievergadering. De SGP verschilt daarover van mening met het college. In lijn met een motie van juni 2013 moet er gekeken worden naar handhaving van het stadhuisorgel. De discussie nu afdoen door het buiten de kadernota te houden, is voor de SGP een brug te ver en in dit verband te snel.
Bij de kadernota zal de SGP terugkomen op de beiaard. Enige tijd geleden heeft de cultuuradviesraad hierover een uitvoerige notitie geschreven. De SGP wil zoeken naar een andere manier van bespeling dan de automatische manier.
De heer DE KOE zegt dat er problemen zijn op het gebied van de voorzieningen in de kern Holten vanwege mogelijke leegstand in het Kulturhus en ook komt er een groot winkelpand vrij. Het is spreker ter ore gekomen dat er mogelijk een wielermuseum in Holten komt. Daarover is niets terug te vinden in de stukken. Spreker wil graag weten wat de status daarvan is.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat zij vorige week aanwezig was bij een concert van het gemeente-orgel in de Brusselzaal. Ondanks het mooie weer en de examenuitslagen waren er 60 tot 70 personen aanwezig. Het was een prachtig concert en er was veel zorg besteed aan het programma. Helaas kon dat niet gezegd worden over de inrichting van de Brusselzaal. De stoelen waren opgesteld in een theateropstelling, maar de tafels waren opgeslagen naast het orgel en er was nauwelijks ruimte voor solisten en de celliste. Spreekster stelt de volgende vragen:
- Wat is er gebeurd met de inspraak door vijf personen op 8 december 2014 tijdens de vergadering van de commissie MDV? De scan geeft precies dezelfde argumenten aan. In die commissievergadering is een aantal van de genoemde argumenten deskundig weerlegt door een professional.
- In de krant stond dat er meerdere gegadigden zijn voor het orgel. Wie zijn dat?
- Hoe denkt het college het orgel als concertinstrument beter tot zijn recht te laten komen buiten het gemeentehuis of op welke manier danook?
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie vragen heeft bij de € 100.000 voor de skeelerbaan en met name de onderbouwing daarbij mist. Hij vraagt het college daarop in te gaan.
De heer NOORDAM zegt dat hij het volste vertrouwen heeft in het college. Bij de behandeling van de vorige kadernota heeft de voorzitter het agendapunt afgesloten met de woorden “het orgel blijft staan waar het staat”. Dat was voor de VVD duidelijk en hij gaat ervan uit dat het college zich daaraan houdt. Spreker hoort inmiddels voldoende signalen dat de raad het op die wijze uitgevoerd wil zien.
Spreker is nieuwsgierig naar de bedoeling van de woorden van de heer De Koe over een wielermuseum en waarom hij zijn vraag stelt tijdens de voorbespreking van de kadernota.
Gisteravond is in de vergadering van de commissie MDV al aangegeven dat de VVD met een motie komt over de jeugdledensubsidie. Spreker hoopt de handen daarvoor op elkaar te krijgen.
De heer KAHRAMAN vraagt in hoeverre de skeelervereniging gebruik kan maken van de Investeringsregeling Sport. Als de gemeente wil investeren in een privé-terrein, dan sluit spreker zich aan bij de woorden van de heer Noeverman en kiest ook het CDA voor een duurzame oplossing, zodat de skeelervereniging niet afhankelijk is van een derde bij het uitoefenen van de sport.
De heer MULLER zegt dat over het onderdeel Onderzoek capaciteit sporthallen, dat in de scan staat dat het onderzoek te duur is. Hij vraagt of het mogelijk is dit via een afstudeerstage te laten onderzoeken.
Als de tarieven voor het zwembad inderdaad gedurende zeven jaar vijf procent worden verhoogd, dan is dat cumulatief veertig procent. De tarieven zijn nu echter al hoger dan bij het nieuwe zwembad in Markelo. Het is daarom de vraag of er nog voldoende prijselasticiteit is.
Het wielermuseum waarop de heer De Koe doelt, staat gewoon op de scanlijst die niet is gehonoreerd.
De heer KEVELAM vraagt het college wat de € 100.000 voor de skeelerbaan inhoudt. Spreker leest niet in de stukken dat het gaat om een investering in een privé-terrein. De skeelervereniging wil niet langer de verantwoordelijkheid dragen om op het Lucky-terrein te blijven skeeleren na de uitbreiding. Vanavond is ook een bedrag genoemd van € 175.000, waaraan ook een plan ten grondslag ligt. Spreker weet niet precies wanneer dit plan is gelanceerd, maar vraagt waarom die optie niet in een scan is terechtgekomen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 net als de SGP eerst de discussie wil voeren in de commissie over nieuwbouw van het zwembad.
Spreker vraagt welke oplossing het college voor ogen heeft voor de skeelerbaan..
De VOORZITTER verzoekt het college eerst in te gaan op vragen over de skeelerbaan.
Eerste termijn van het college over de skeelerbaan
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college € 100.000 beschikbaar wil stellen voor een oplossing voor de skeelerbaan. Die oplossing kan zijn dat de huidige locatie aangepast wordt op het moment van uitbreiding van Lucky. Als dit niet mogelijk is en er moet een meer structurele oplossing gezocht worden, dan moet de vereniging met € 100.000, eventueel samen met de eenderde-regeling, een heel eind kunnen komen.
In eerste instantie ging het om een duidelijk hoger bedrag. Het gaat echter ook om grond waar een skeelerbaan gevestigd kan worden en bestemmingsplantechnisch moet er het een en ander geregeld worden. Het huidige bedrag geeft de skeelervereniging hiervoor enige ruimte.
De heer KEVELAM zegt dat voor een nieuwe locatie grond en een bestemmingsplanwijzijging nodig zijn. Spreker vraagt of het mogelijk is zo’n traject in gang te zetten met een aanvangsinvestering van € 100.000 incidenteel. Hij vraagt voorts als mocht blijken dat de plannen die in de loop van 2015 ontwikkeld worden een hogere investering vergen, of het college bereid is daarin verder te werken en geld beschikbaar te stellen in 2017.
De heer BERKHOFF vraagt of de wethouder zegt dat € 100.000 beschikbaar wordt gesteld en dat men daarnaast een beroep kan doen op de eenderde-regeling.
De heer NOEVERMAN zegt dat de scan wellicht onduidelijk is, maar dat de SGP wel een duidelijk standpunt heeft. Zijn fractie is er geen voorstander van om € 100.000 incidenteel te investeren in een incidentele oplossing en evenmin in een privé-terrein. Als er € 100.000 beschikbaar wordt gesteld, moet dat gedaan worden voor een structurele oplossing.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA de € 100.000 beschouwt als een startkapitaal, dat zij wil meegeven aan de skeelervereniging en dat beschikbaar wordt gesteld vanuit het Investeringsfonds Sport. Spreker denkt dat ook de skeelerverening bijvoorbeeld € 30.000 beschikbaar zou kunnen stellen en daarnaast nog € 30.000 kan lenen, met daarbij nog een keer € 30.000 uit het fonds. Dan ben je aardig op weg. Spreker vraagt of zijn berekening correct is.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het is niet zo dat de eenderde-regeling nog bovenop de € 100.000 komt. In deze ton zit ook een eventuele gemeentelijke bijdrage in de eenderde-regeling. Dit is wat het college voorstelt, maar het is aan de raad om de financiële kaders vast te stellen.
De heer KEVELAM vraagt bij interruptie of het een startkapitaal is om te beginnen met een structurele oplossing die uiteindelijk meer gaat kosten dan € 100.000,-..
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college voorstelt 1 ton bedrag beschikbaar te stellen voor een oplossing. Als de vereniging eigen middelen investeert dan kan een deel van deze ton worden gebruikt in de eenderderegeling. (1/3e eigen investering, 1/3e subsidie, 1/3e renteloze lening)
De VOORZITTER zegt dat dit onderdeel hiermee is afgehandeld. Op 26 juni 2015 komt het opnieuw aan de orde. Spreker schorst de vergadering voor een kort moment, zodat het aanwezige publiek gelegenheid heeft te vertrekken. Hij verzoekt vervolgens het college in te gaan op de overige openstaande punten.
Eerste termijn van het college
Orgel
Wethouder BEENS zegt dat er voor het orgel twee wegen bewandeld kunnen worden. Het college is de eerste weg ingeslagen en zegt dat het orgel niet terugkomt in de kadernota. Het college wil een passende oplossing zoeken om het orgel op een goede manier ergens in de gemeente in te zetten.
Het kan echter zo zijn dat een meerderheid van de raad zegt te gaan voor het orgel. Daarbij moet spreker financiën krijgen om het orgel tot zijn recht te laten komen, waarbij er weer veel concerten kunnen plaatsvinden. Daarbij moet er ook ruimte zijn, eventueel via particulier initiatief, om de zaal geschikt te maken.
De heer NOORDAM vraagt de wethouder of het college positief staat tegenover de motie van de SGP en dat het gebruik en het onderhoud van het orgel zijn gewaarborgd.
Wethouder BEENS zegt dat het college bij de voorbereiding van de kaderstelling heeft gezegd te gaan voor een passende oplossing voor het orgel. Een andere mogelijkheid is dat de meerderheid van de raad zich uitspreekt echt voor het orgel te willen gaan, het orgel op te knappen en voorzieningen te treffen dat zaal Brussel geschikt is voor vergaderingen maar ook goed bevochtigd wordt. Daarbij moeten er mogelijkheden komen om het orgel te bespelen op tijden dat er geen vergaderingen zijn. Daarvoor zijn middelen nodig en daarvoor is particulier initiatief nodig. Die mogelijkheden zijn er en moeten dan gezamenlijk opgepakt worden. Als daarvoor volgende week een raadsmeerderheid blijkt te zijn, dan gaat spreker als cultuurwethouder ook voor het orgel. Als dat volgende week niet het geval is, dan moet doorgepakt worden en moet er een geschikte locatie gevonden worden voor het orgel.
De heer NOORDAM zegt dat het onderhoud en het gebruik van het orgel gewaarborgd zijn. Dat was de strekking van de motie, die door het college is overgenomen. Nu zegt de wethouder dat hij dat belooft als de raad in meerderheid opstaat. Dat is echter al beloofd door het college. Spreker begrijpt het antwoord van de wethouder niet.
Wethouder BEENS zegt dat in december in de commissie is besproken wat er gedaan moet worden met het orgel. Vervolgens heeft het college gezegd dat mee te nemen in de kaderstelling. Het college heeft het besproken als een van de scans. Het college heeft gezegd niet te gaan voor het orgel. Als de raad er echter wel voor gaat en middelen ter beschikking stelt, zal het college er iets moois van maken.
De heer NOORDAM verzoekt om een schorsing.
Wethouder BEENS zegt dat hij een sfeer proeft waarmee hij niet gelukkig is. Hij wil graag eerst de betreffende notulen lezen.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 20.38 uur tot 20.42 uur.
De heer NOORDAM zegt dat er terecht op is gewezen dat de notulen eigenlijk eerst in zijn geheel gelezen moeten worden. Waar het spreker om gaat zijn de woorden: “het gaat erom dat de kosten afgedekt worden en dat er geen kosten meer drukken op de gemeentebegroting”. Dat was de slotopmerking. Aan de hand daarvan is de motie ingetrokken. De VVD komt hierop terug bij de kadernotavergadering.
Wethouder BEENS gaat in op de drie vragen van mevrouw Riezebos. In de commissievergadering van december is opgemerkt dat er met diverse mensen gesproken zou moeten worden: de mensen van de CAR (Cultuuradviesraad), de stadsorganist en leden van de werkgroep Muziek in de Brusselzaal. Wethouder Cornelissen heeft deze gesprekken gevoerd.
In de voorbereiding van de kadernota is een scan ingebracht door de ambtelijke organisatie, waarna het college de keuze heeft gemaakt hiermee niet verder te gaan.
De vraag naar de gegadigden beantwoordt spreker niet, omdat deze gegadigden in vertrouwen hebben laten weten dat als de gemeente afstand doet van het orgel, zij serieuze belangstellenden zijn.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt bij interruptie of het wel netjes is in de krant te zetten dát er gegadigden zijn.
Wethouder BEENS antwoordt dat een journalist heeft gevraagd hoe de gemeente omgaat met het orgel. Het college heeft gezegd daarop terug te komen bij de kaderstelling. Vervolgens werd gevraagd of er al gegadigden van buiten het gemeentehuis waren voor het orgel. Spreker heeft daarop met ja geantwoord. Als er inderdaad gezocht moet worden naar een geschikte locatie, dan zal spreker voorstellen samen met de stadsorganist en mensen van de CAR te bekijken wat de beste locatie is voor het stadhuisorgel. Zover is het nog niet.
Als afstand gedaan wordt van het orgel, dan gaat spreker op zoek naar een partij die serieus omgaat met het orgel, liefst zodanig dat er bijvoorbeeld huiskamerconcerten gegeven kunnen worden of dat het orgel in een kerk komt te staan waar het gebruikt wordt. Dat lijkt hem een passende oplossing voor het orgel.
Als een raadsmeerderheid zegt te gaan voor een stadhuisorgel, dan moet er een particulier initiatief komen om de Brusselzaal voor concerten aan te kleden als concertzaal. Er zouden wedstrijden gehouden kunnen worden of er kunnen andere mogelijkheden komen om er echt iets moois van te maken. Daarvoor moeten er mensen en financiële middelen zijn; als er bijvoorbeeld bodes aanwezig moeten zijn tijdens concerten, dan kost dit structureel geld. De raad vindt de wethouder aan zijn kant als er geld beschikbaar wordt gesteld.
De heer NOEVERMAN zegt bij interruptie dat de wethouder enthousiast is over het orgel en over het eventueel behoud ervan in het gemeentehuis, zij het onder strikte voorwaarden. Spreker doet de suggestie dat de wethouder hiervoor een amendement kan formuleren.
Carillon
Wethouder BEENS gaat in op vragen over het carillon. Het college heeft de scan bekeken en besloten daarin niet te investeren. Ook hiervoor geldt wat hij zojuist heeft gezegd over een raadsmeerderheid die een andere mening heeft. Het college vindt niet dat er veel geld in geïnvesteerd moet worden in het carillon, terwijl het maar een enkele keer bespeeld wordt. Als de raad er budget voor over heeft, inclusief particulier initiatief en mensen die geweldig enthousiast zijn om het op te pakken, dan wil het college daarin meegaan.
De heer KEVELAM begrijpt uit de woorden van de wethouder dat de scans over het orgel en het carillon niet gesteund worden door een meerderheid van het college, maar dat de wethouder er persoonlijk wel een warm voorstander van is.
Wethouder BEENS zegt dat het college over beide onderwerpen heeft gesproken en over beide onderwerpen heeft gezegd daar niet voor te gaan en deze niet mee te nemen in de kaderstelling. Als zich echter een raadsmeerderheid aftekent voor de onderwerpen, kan er gezamenlijk iets moois van gemaakt worden. Het college heeft het er niet voor over en adviseert het niet te doen. De raad beslist echter. Spreker wil duidelijkheid krijgen over hetzij de weg die het college voor ogen heeft hetzij de weg die de raad mogelijk wil inslaan. Na 26 juni 2015 moet niet opnieuw de discussie gevoerd worden over het carillon of het stadhuisorgel.
Zwembad en wielermuseum
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de verhoging van de zwembadtarieven is besproken in het college. Het gaat om een flinke investering en er is een methode gezocht om uiteindelijk te komen tot een spaarmodel. Het college heeft ervoor gekozen de tariefsverhoging daarvan onderdeel te laten uitmaken. De verhoging is gedaan op basis van prognoses, aannames en historische gegevens. Of het inderdaad op deze manier is te realiseren, zal de toekomst uitwijzen.
Spreker zegt naar aanleiding van de vraag van Lokaal Liberaal over het wielermuseum, dat deze scan niet is gehonoreerd.
Tweede termijn
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat zij heeft gevraagd wat er is gebeurd met de inspraak in de commissie van 8 december 2014. De wethouder zegt dat er een aantal gesprekken is gevoerd. Het klopt dat daarmee is voldaan aan de opdracht. Spreekster is echter benieuwd naar de uitkomsten van de gesprekken. Deze hebben blijkbaar geen invloed gehad op een bijstelling van bijvoorbeeld een offerte. De raad weet nog steeds niet hoeveel geld nodig is om het stadsorgel te behouden. De offerte was destijds nog hoog en bedoeld om de hele Brusselzaal aan te passen en niet alleen het orgel.
Spreekster zou het uitermate betreuren als het stadsorgel op welke manier dan ook in een kerk terechtkomt. Rijssen-Holten heeft talloze kerken, waar zondags ontzettend veel mensen kunnen luisteren naar een kerkorgel. Het kan niet zo zijn dat het stadsorgel terechtkomt bij een groep mensen, die volop in de gelegenheid is naar veel mooiere orgels te luisteren dan het stadsorgel. De waarde van het stadsorgel zit daarin dat het destijds gebouwd is voor het stadhuis.
Het is geweldig dat het particulier initiatief is genoemd door de wethouder. De werkgroep Concerten in de Brusselzaal heeft voor vijf jaar de concerten gewaarborgd en er hebben zich mensen gemeld om op andere momenten dan de donderdagavonden als vrijwilliger aanwezig te zijn. Dat is echter vakkundig de grond ingeboord. Spreekster vraagt zich af in hoeverre daarvoor nu dan wel draagvlak is. Voorts vraagt zij zich af of raadsleden in het kader van integriteit daaraan mogen meewerken als vrijwilliger.
De heer MULLER merkt bij interruptie op dat hij hieraan in dit verband de integriteit niet kan koppelen.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat zij orgelliefhebster is en om die reden haar vraag stelde.
De heer NOEVERMAN zegt dat de SGP heeft opgemerkt het vreemd te vinden dat in de kadernota een beslissing genomen lijkt te worden over het zwembad terwijl de discussie over eventuele vervanging, nieuwbouw of de vorm nog niet is gevoerd in de commissie. Spreker vraagt of de wethouder deze woorden deelt.
De heer BERKHOFF zegt dat de wethouder heeft opgemerkt dat als er voldoende geld voor het orgel beschikbaar gesteld wordt, hij zich ervoor inzet. Hij vraagt of de wethouder, als de raad besluit de scan van € 18.000 toch mee te nemen, dan voldoende middelen heeft om het plan tot uitvoering te brengen of dat er dan nog meer geld beschikbaar gesteld moet worden.
De heer MULLER herhaalt zijn vraag over het onderzoek naar capaciteit van de sporthallen: kan dit bijvoorbeeld via een stageproject voor veel minder dan € 10.000 gerealiseerd kan worden?
De heer KAHRAMAN zegt dat hij de bedenkingen van de SGP over het zwembad begrijpt. Het gaat echter om een miljoeneninvestering en er gaan jaren overheen voordat het geld bij elkaar is. Spreker is het eens met de SGP dat er nog geen besluit is genomen dát er een nieuw zwembad komt. Hij ziet het echter puur als een reservering in de begroting.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 zich volledig aansluit bij de woorden van de heer Kahraman.
De heer NOEVERMAN zegt dat hij zich eveneens volledig aansluit bij de woorden van de heer Kahraman. Hij heeft er geen moeite mee dat er al geld gereserveerd wordt, maar het gaat erom dat nu al impliciet dingen gezegd worden over het zwembad terwijl de discussie in de commissie nog niet is gevoerd.
De heer NOORDAM ondersteunt de woorden van de heer Noeverman.
Orgel
Wethouder BEENS zegt dat mevrouw Riezebos spreekt over de waarde van het orgel en hoe mooi het is. Het college heeft ervoor gekozen niet voor het orgel te gaan. Hij adviseert mevrouw Riezebos haar opmerkingen te maken richting haar collega-raadsleden en te proberen hen te overtuigen in de komende week. 26 juni 2015 moet het besluit genomen worden.
Een belangrijk punt in de gesprekken betrof zaal Brussel, die primair een vergaderzaal is. Voor het orgel moet deze zaal bevochtigd worden. In de gesprekken ging het o.a. over het klimaatbeheersysteem van het gemeentehuis, of dat geïntegreerd kan worden in dit systeem of dat gewerkt moet worden met losstaande apparatuur. De offerte van Van Dam gaat uit van een systeem dat geïntegreerd wordt in het geheel en is om die reden nogal hoog uitgevallen. In de € 18.000 is niet meegenomen dat er bodes of beveiliging aanwezig moeten zijn tijdens concerten. Er zal dus inderdaad meer dan de € 18.000 beschikbaar gesteld moeten worden. Spreker zal daarnaast aandacht vragen voor particulier initiatief om allerlei zaken op te pakken om de kosten te drukken.
De heer BERKHOFF zegt dat de wethouder de raad uitdaagt de weg die hij enthousiast heeft beschreven in te slaan bij de kaderstelling. Daartoe zal een motie ingediend moeten worden. Spreker vraagt de wethouder of hij kan inschatten welk financieel plaatje de raad daaraan moet hangen. Het moet niet zo zijn dat de raad na de kaderstelling opnieuw in een discussie verzandt die ook de wethouder niet wenst. Als de raad kiest voor behoud van het orgel, moet duidelijk zijn hoeveel geld beschikbaar gesteld moet worden, waarop de wethouder kan zeggen dat hij dat geweldig vindt en er enthousiast mee aan de slag gaat, afgezien van het particulier initiatief dat opgestart moet worden.
De heer NOEVERMAN zegt dat hij blij zou zijn als de wethouder daartoe de woorden opschrijft. De financiën hoeven nog niet aangegeven te worden; dat kan alsnog bij de begroting.
Wethouder BEENS zegt dat de griffier degene is die assisteert bij het opstellen van moties en dergelijke.
Spreker benadrukt nogmaals dat het college niet gaat voor het orgel. Als de raad er echter in ruime meerderheid voor kiest, dan wordt spreker eveneens weer enthousiast en dan zal het college er voor gaan. Spreker merkt op dat bekend is wat de kosten zijn om het orgel te repareren en dat er gereserveerd moet worden voor toekomstig onderhoud. Daarnaast moet de klimaatbeheersing aangepast worden en moet er een waterleiding aangelegd worden. Spreker vindt, als dit uitgevoerd wordt, dat het goed gedaan moet worden.
De heer BERKHOFF zegt dat hij hierover de komende dagen contact opneemt met de ambtenaren.
Mevrouw RIEZEBOS adviseert de stadsorganist hierbij te betrekken.
Zwembad en sporthallen
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de discussie over het zwembad in een later stadium terugkomt. Het college heeft gemeend bij de kaderstelling te komen met een reservering.
Op de vraag van de heer Muller over het onderzoek naar capaciteit van de sporthallen, zegt spreker dat hij het lastig vindt daarvoor stagiaires in te zetten. Hij houdt zich echter aanbevolen voor een goede gekwalificeerde stagiair, die een dergelijk onderzoek kan uitvoeren.
De VOORZITTER sluit het programma Cultuur en Sport af.
Kadernota (t/m blz.10)
De heer SCHEPPINK zegt dat het prettig is dat er een sluitende kadernota voorligt. In de kadernota is het college bij de meicirculaire niet uitgegaan van plus € 800.000 maar van de helft. Het blijkt nu dat dit € 640.000 is geworden. Spreker vraagt hoe de raad daarmee moet omgaan. Het financieel perspectief ziet er nu goed uit, maar de vraag is of dat volgend jaar ook het geval is. Er kunnen elk jaar grote
fluctuaties zijn.
De gemeente staat er redelijk goed voor. De schuld per inwoner is echter € 1.677 en Rijssen-Holten staat daarmee op plek 253 in Nederland. Kan de wethouder zeggen in welk perspectief met de huidige kadernota dat gezien moet worden. Er blijkt een ruimte te zijn van € 640.000. Spreker vindt dat de gemeente daarmee voorzichtig moet zijn en vraagt wat de mening van het college daarover is.
De heer MULLER zegt dat er voor € 370.000 rekening is gehouden met een OZB-verhoging van 6,3%, maar dat dit na analyse eigenlijk een verschuiving lijkt te zijn van het rioolvoordeel in verband met de rentewijziging. Aan het eind van de som betekent het echter pech voor een reeks middenstanders. Van de € 370.000 komt maar € 195.000 van de woningbezitters. Dat betekent dat het overige deel moet komen van anderen.
Huurwoningen zijn vrijgesteld van OZB, maar woningbouwverenigingen moeten wel OZB betalen. Spreker vraagt of bekend is dat de woningbouwverenigingen dat kunnen doorbelasten aan hun huurders. Uit een mail van een woningbouwvereniging blijkt dat men de maatregel niet goed heeft begrepen, want de gemiddelde woningwaarde van deze woningen zal zeker niet € 212.000 bedragen.
De heer NOORDAM sluit zich aan bij de woorden van de heer Muller en zegt dat het erop lijkt dat de bezitter van onroerend goed in de gemeente uiteindelijk de verlaging gaat betalen. Dat is volgens de VVD een vreemde situatie. Het gelijkheidsbeginsel wordt daarmee fors aangetast.
Wethouder BEENS zegt dat de heer Scheppink terecht opmerkte dat bij de opstelling van de kadernota uitgegaan is van een herverdeeleffect van € 800.000. Het college heeft daarop uit voorzichtigheid gezegd om met 50% daarvan, € 400.000, rekening te houden. Het college heeft een ambitieus plan aan de raad voorgelegd en veel zaken uit het coalitieakkoord zijn opgenomen. Rijssen-Holten is een van de weinige gemeenten in Twente die alweer begint met investeren, als de raad akkoord gaat. Via de scans heeft het college bekeken hoe de middelen hiervoor beschikbaar gesteld konden worden.
Spreker zegt dat het goed is geweest aan de voorzichtige kant te gaan zitten met de helft van € 800.000, want toen de definitieve doorrekening kwam, bleek het te gaan om € 640.000. Het college heeft daarop alle gegevens opnieuw bekeken: er is gekeken naar het accres, groot onderhoud en dergelijke. Doorgerekend betekent dit, structureel naar 2019, een plus van € 140.000. Eigenlijk zou dit bedrag eventueel extra ingezet kunnen worden. Die financiële ruimte kan het college meegeven aan de raad.
Er hangen echter nog enige donkere wolken boven de gemeente, waarvan niet duidelijk is hoe deze zich ontwikkelen, waaronder:
- Het accres: er moesten de laatste jaren flinke bedragen teruggeboekt worden. De afdeling Financiën adviseert nadrukkelijk daarmee ook voor dit jaar rekening te houden.
- De decentralisaties: het college gaat er nog steeds van uit dat de decentralisaties budgetneutraal verwerkt kunnen worden. De vraag is of dat lukt. Bekend is wat er binnenkomt, maar wat er uitgaat is onbekend. Eind augustus verwacht het college daarover meer cijfers te kunnen geven.
Als de raad dus vraagt of er nog extra investeringsmogelijkheden zijn, dan verwijst spreker naar de € 140.000, eventueel € 150.000.
Spreker weet niet precies wat de heer Scheppink bedoelt met zijn vraag over de schuld per inwoner en vraagt of de SGP geld wil inzetten om de schuld van de gemeente af te lossen. Het college heeft ervoor gekozen te gaan investeren. Die voorstellen liggen nu voor.
De heer Muller noemde het bedrag van € 370.000. Het gaat inderdaad om een verschuiving; de rioolbelasting wordt met € 26 teruggeboekt en vervolgens gaat de OZB met 7% omhoog. Daarin zit de inflatiecorrectie van 0,7%. Het college heeft zich gehouden aan het akkoord van de coalitiepartijen, namelijk de lasten, macro gezien, niet te verhogen met meer dan de inflatie. Er wordt inderdaad geld bij de bedrijven weggehaald; in de doorrekening is duidelijk om welke bedragen het gaat.
Bij de duurdere woningen is het omslagpunt bereikt bij € 383.000 en betaalt men meer.
Bedrijven gaan inderdaad meer betalen, maar krijgen er veel voor terug. Er wordt veel geïnvesteerd in werkgelegenheid en in leefbaarheid en het bedrijfsleven, waaronder winkeliers, profiteert ervan mee.
Als de raad het hiermee niet eens is, wordt er een heel belangrijker pijler onder de kaderstelling weggehaald en wordt het ambitieniveau naar beneden getrokken.
Tweede termijn
De heer MULLER zegt dat met de wijze waarop de raad de stukken gepresenteerd kreeg, het leek alsof er voor iedereen een kostenneutrale transitie zou zijn. Spreker constateert dat die gelijkheid er echter niet is, zoals in eerste instantie is gepresenteerd. Daaruit moeten later de consequenties getrokken worden.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA bij begrotingen en kaderstelling altijd kijkt naar de ambities. De wethouder zei al dat de gemeente veel doet voor haar inwoners en het bedrijfsleven. Er wordt veel geld geïnvesteerd in werkgelegenheid. Rijssen-Holten is een gemeente die niet wil stilstaan. Het CDA is een van de coalitiepartijen en heeft de ambitie uitgesproken de lasten voor de burgers gemiddeld niet meer te laten stijgen dan de inflatiecorrectie. De OZB gaat nu 7% omhoog, maar de burger betaalt uiteindelijk niet meer dan de inflatiecorrectie. Rijssen-Holten blijkt de een na goedkoopste gemeente te zijn om in te wonen qua gemeentelijke lasten. Spreker gaat ervan uit dat met deze verhoging deze positie niet wijzigt. Die ambitie moet de gemeente vasthouden, maar zij moet ook vooral investeren, zodat het een prettige gemeente is om in te blijven wonen.
De heer BERKHOFF spreekt zijn waardering uit voor de evenwichtige kadernota, die recht doet aan wat is afgesproken in het verleden: de lasten voor de burgers zo laag mogelijk houden. Inderdaad kan de vraag gesteld worden of dat op deze manier gedaan moet worden, maar het is een keuze die de ChristenUnie begrijpt. Daartegenover staat namelijk een fors bedrag aan investeringen, die de hele bevolking en het bedrijfsleven ten goede komt. Spreker sluit zich wat dat betreft aan bij de woorden van de wethouder over datgene wat er in het verleden al is gedaan voor de bedrijventerreinen. De ChristenUnie is blij met het gepresenteerde perspectief en kan zich daarin helemaal vinden.
De heer KEVELAM merkt op dat niet voor iedereen geldt dat de lasten niet hoger worden. Sinds jaar en dag is de afspraak dat afvalstoffenheffing en rioolrechten honderd procent kostendekkend moeten zijn en dat de verhoging van de OZB bestaat uit de inflatiecorrectie. Daarvan wordt nu fundamenteel afgeweken op grond van, zoals de heer Berkhoff zegt, het beleidsakkoord. Spreker, en waarschijnlijk de heer Berkhoff zelf ook, heeft het beleidsakkoord niet op die manier gelezen.
De heer BERKHOFF zegt dat het uitgangspunt in het beleidsakkoord was dat de lasten voor de burgers niet zouden stijgen. Daarin is verder geen onderscheid gemaakt. De coalitie houdt zich daar nog steeds aan. Dat gebeurde ook onder het vorige college. Spreker vindt dat iedereen daar trots op mag zijn, inclusief de VVD.
De heer KEVELAM zegt dat het fundamenteel afwijkt van de manier waarop het in verleden altijd is toegepast.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij met zijn opmerking over de schuld per inwoner wilde aangegeven dat de gemeente kan denken dat zij erg rijk is. Dat valt nogal mee. Er is een goede kadernota en er zijn middelen beschikbaar voor de ambities uit het beleidsakkoord, maar de gemeente moet niet populistisch gaan doen. Zij moet een betrouwbare overheid blijven en richting 2019 de lasten ongeveer op een gelijk niveau houden. Daarin moet een evenwichtige modus gevonden worden. Als er een keer geld overblijft, moet dat in de reserve gestopt worden. Duidelijk is geworden dat de gemeente door tijdig te bezuinigen en over voldoende reserves te beschikken, na een crisis snel middelen heeft om te investeren. Bezuinigen is moeilijk, maar goed begroten in góede tijden als er een overschot is, is ook moeilijk.
In het algemeen zegt spreker over de kadernota dat er teksten opgenomen zijn, die in de komende tijd zullen wijzigen. Dat betreft o.a. de strategische visie; het concept hiervan wordt in september behandeld en niet tegelijk met deze kadernota. Een ander voorbeeld is de visienota Jeugd en jongerenwerk. Deze visienota is echter nog niet gereed. Spreker ziet graag dat in de komende begroting de juiste teksten gehanteerd worden.
De heer KLEIN VELDERMAN verwijst naar de woorden van de heer Kahraman, die sprak over het hoge ambitieniveau, waarin de gemeente moet blijven investeren. Ook sprak de heer Kahraman over Rijssen‑Holten als de een na goedkoopste gemeente. Spreker vraagt de heer Kahraman, als blijkt dat door de voorgestelde OZB-verhoging Rijssen-Holten niet meer de een na goedkoopste is, of hij deze verhoging dan intrekt.
De heer MULLER zegt in reactie op de woorden van de heer Klein Velderman dat Rijssen-Holten de op drie na laagste OZB heeft in Overijssel. Voor Overijssel en Gelderland tezamen staat zij op de zesde plaats. Als de 6,3% verhoging doorgaat en geen van de andere gemeenten zou een verhoging doorvoeren, dan nog staat Rijssen-Holten op de achtste plaats.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij constateert dat het ambitieniveau waarover de heer Kahraman sprak, niet meer gehaald wordt.
De heer KAHRAMAN zegt dat de rioolheffing verlaagd wordt en dat de OZB verhoogd wordt. Samen is dat nog steeds een inflatiecorrectie. Andere gemeenten moeten zelf maar proberen minder dan de inflatiecorrectie toe te passen, maar het gaat spreker erom dat Rijssen-Holten de een na goedkoopste gemeente is om in te wonen en te ondernemen.
Wethouder BEENS zegt dat hij niet weet wat belangrijker is: heel positief in een bepaald staatje staan óf wonen, recreëren en werken in een gemeente die allerlei mooie dingen doet. De leefomgeving is belangrijker dan een bepaalde plek in een staatje.
Programma 2.1, Inwoners, Organisatie en Bestuur (blz. 12 t/m 15)
De heer NOORDAM verwijst naar de wijkavonden en vraagt of het college tevreden is over de opzet hiervan. Spreker heeft daarover signalen ontvangen van wijkavonden voor het buitengebied van Holten, dat een enorm groot gebied is.
De heer MULLER gaat in het onderdeel Onderzoeken regionale samenwerking en vraagt of het bedrag van € 50.000 nog relevant en noodzakelijk is, gezien de huidige ontwikkelingen in Twente.
Burgemeester HOFLAND zegt dat er een evaluatie is geweest van de wijkavonden, waaruit een redelijk positief beeld naar voren kwam. Het college is er nog niet uit hoe hiermee verder te gaan. Er was een cyclus om eens per vier jaar een wijkavond te houden. Daarmee wil het college daarmee wel weer een start maken, maar een middag fietsen door een wijk heeft weinig toegevoegde waarde en vraagt veel ambtelijke capaciteit. Dat komt te vervallen. Het college probeert nu vooral van burgers te vernemen welke onderwerpen hen bezighouden, zodat die onderwerpen centraal gesteld kunnen worden. Vorig jaar is er geld beschikbaar gesteld voor het maken van een plan om mensen te bereiken die nooit op een dergelijke avond komen. Dat plan is nog niet afgerond, maar het college begint alvast met de wijkavondencyclus. Spreker sluit niet uit dat er over anderhalf of twee jaar een heel andere opzet van de avonden komt of dat de inhoud van de avonden aangepast wordt.
In antwoord op de heer Muller geeft spreker aan dat regionale samenwerking noodzakelijk blijft. Of dat altijd in WT4-verband moet gebeuren of in bescheidener of juist in groter verband, is een vraag waarbij regelmatig stilgestaan wordt. Wethouder Aanstoot heeft aan het begin van de avond al meegedeeld dat er met Wierden op een bepaald gebied samengewerkt gaat worden. Het is niet een doel van het college dat persé de € 50.000 uitgegeven moet worden, maar steeds te kijken naar wat echt noodzakelijk is. Het is wel noodzakelijk voor 2016 een bedrag beschikbaar te hebben.
Programma 2.2, Jongeren en Onderwijs (blz. 16 t/m 21)
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat bij deelname aan de VVE (Voor- en vroegschoolse educatie) op blz. 17 staat dat gestreefd wordt naar honderd procent deelname. Op blz. 16 staat geen prestatienorm, maar worden er aantallen genoemd. Spreekster vraagt wat de gemeente doet om die honderd procent te bereiken.
De heer MULLER zegt dat naar aanleiding van de tijdelijke uitbreiding van Reggesteyn, in de scan staat dat de kosten worden geschat op € 530.000. Ook wordt hier gesproken over 50%. Als bedrag staat hier € 300.000, terwijl 50% € 265.000 zou moeten zijn.
Voorzover spreker bekend is, betekent meer leerlingen een hogere uitkering uit het Gemeentefonds. Spreker vraagt of dat klopt en of dat in relatie staat met de kosten die worden bijgedragen.
De heer NOORDAM vraagt naar aanleiding van de vooruitblik 2016-2019, praktijkgericht onderwijs en de uitbreiding Remo met Transport en Logistiek, of het college voor de toekomst meer ideeën heeft en bijvoorbeeld kijkt naar Toerisme en Horeca; deze onderdelen leveren veel arbeidsplaatsen op.
De heer SCHEPPINK zegt in aanvulling op de woorden van de heer Noordam, dat het college misschien ook eens kan kijken naar een wat lager niveau, een entreeopleiding van Niveau 1. Wellicht kan met de scholen en de samenwerkingsverbanden bekeken worden of een dergelijke opleiding is binnen te halen.
Wethouder TIJHOF zegt dat het streven bij VVE is honderd procent van de doelgroep te bereiken. De gemeente krijgt middelen van het Rijk om ongeveer 50 kinderen VVE te bieden. In de kadernota staat dat het aantal schommelt tussen 45 en 55, wat betekent dat bijna elk jaar honderd procent van het budget wordt benut. De landelijke norm is om 75% van de doelgroep te bereiken. Gesteld kan worden dat Rijssen-Holten de middelen redelijk effectief inzet, maar dat het wel goed is in de kadernota de norm op te nemen alsmede de werkelijke realisatie.
Mevrouw RIEZEBOS merkt op dat de gemeente honderd procent van het budget gebruikt, maar dat niet honderd procent van de doelgroep wordt bereikt.
Wethouder TIJHOF zegt dat er kinderen zijn waarvoor het nuttig en zinvol zou zijn als zij gebruik maken van VVE, maar dat het een vrijwillige keuze is van de ouders. Als kinderen om financiële redenen niet kunnen meedoen aan VVE, dan kan men zich melden bij de gemeente om te kijken naar een oplossing.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de bijdrage voor niet-schoolgaande kinderen uit minimagezinnen vrij laag is. Zij vraagt of het zinvol is de norm aan te passen, zodat financiële redenen geen belemmering zijn. De kosten van een peuterspeelzaal bedragen per maand € 39 voor wie meedoet aan VVE.
Wethouder TIJHOF zegt dat de groep minima de weg redelijk goed weet te vinden. Er zijn mensen die er bewust voor kiezen geen gebruik te maken van het peuterspeelzaalwerk en daardoor niet terechtkomen bij VVE. Als deze mensen bekend zijn, kan de gemeente hen helpen. De financiën zijn op dit moment geen belemmering.
Wat betreft de tijdelijke uitbreiding van Reggesteyn wijst spreker op de scans, waarin een kostenraming staat. De scan eronder geeft de structurele opbrengst weer wat betreft de stijging van het aantal leerlingen. Per saldo levert dit de gemeente geld op.
De VVD en de SGP zijn benieuwd naar ontwikkelingen op het gebied van breder onderwijs. Het is op dit moment echter niet zinvol deze concreet te noemen. Als er kansen zijn, probeert de gemeente verbreding te zoeken. De gemeente als overheid legt dat echter niet zelf op; er moeten wensen zijn vanuit het bedrijfsleven. De ondernemers investeren altijd mee in het onderwijs. Datzelfde geldt voor de entreeopleiding, al is het lastig dit met het bedrijfsleven op te pakken; het bedrijfsleven wil mensen die voldoende gekwalificeerd zijn. De entreeopleiding is vaak voor personen die uitgevallen zijn. Het is wel een onderwerp waarbij het college samen met het onderwijs nadenkt over een mogelijke invulling. Het is daarnaast de vraag of de gemeente alle onderwijsvormen heel dichtbij huis kan aanbieden.
Tweede termijn
De heer MULLER verwijst naar de scan betreffende de tijdelijke uitbreiding van Reggesteyn. De investering bedroeg € 531.000. 50% daarvan is niet € 300.000.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat voor uitbreiding van de Brekeldschool voor de tussenvoorziening Passend Onderwijs incidenteel € 200.000 als uitgave wordt ingeboekt. Volgens D66 gaat dit structureel tussen de € 200.000 en € 250.000 opleveren. Spreker vraagt waarom dit niet in de kadernota staat.
Mevrouw RIEZEBOS geeft de wethouder wat de VVE betreft met nadruk mee contact te houden met de consultatiebureaus. Het is in Nederland niet verplicht met kinderen naar een consultatiebureau te gaan, maar zij vindt het een goede weg om potentiële VVE-klanten boven water te krijgen.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij blij is dat het college oog heeft voor de entreeopleiding en dat het college daarmee actief aan de slag is.
Wethouder TIJHOF zegt dat hij het antwoord op de vraag van de heer Muller betreffende de tijdelijke uitbreiding van Reggesteyn, op dit moment schuldig moet blijven. Waarschijnlijk gaat het om een investering, waarvan vooraf niet exact aangegeven kan worden waar het op uitkomt.
Op de vraag over de tussenvoorziening Passend Onderwijs zegt spreker dat de opbrengsten in de scan staan: € 4.000 structureel. Dat is een laag bedrag, dat voorzichtig is geraamd, ervan uitgaande dat er minder mensen gebruik maken van leerlingenvervoer. Het college hoopt dat dit een begin is dat zich verder ontwikkelt, waardoor er meer opbrengsten komen.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt of dat te maken heeft met het feit dat niet alle leerlingen hiernaartoe zullen komen. In 2013 is er € 248.000 uitgegeven aan leerlingenvervoer, speciaal voor die twee groepen.
Wethouder TIJHOF zegt dat men kinderen niet zomaar uit een onderwijsinstelling kan weghalen en ergens anders kan plaatsen. Het is een ingroeimodel; het begint bij de laagste groepen en wordt langzamerhand opgebouwd.
De heer KEVELAM zegt dat er nogal een verschil zit tussen de € 4.000 lagere raming van het college en de € 248.000 prognose volgens D66..
Wethouder TIJHOF zegt dat in de scan te zien is dat de raming oploopt van € 4.000 naar € 26.000 structureel.
Programma 2.3, Samen zorgen (blz. 22 t/m 25)
Er worden geen vragen gesteld.
Programma 2.5, Ondernemen en werk (blz. 29 t/m 36)
De heer NOORDAM merkt op dat de voortdurende afname van het aantal arbeidsplaatsen in Rijssen-Holten sinds 2009 zorgelijk is, ondanks de inspanningen via het Deltaplan. Daarnaast merkt spreker op dat het bizar is dat de term “zzp-er” niet voorkomt in de kadernota. Een enorm grote groep in Rijssen-Holten is, soms noodgedwongen, zzp-er. Spreker vindt dat dit ook arbeidsplaatsen zijn. Hij wijst op het getal van min 2,93 groei ten opzichte van vorig jaar en vraagt of de uitkomst veel positiever zou zijn als de zzp-er daarin verwerkt wordt.
De heer KAHRAMAN zegt bij interruptie dat hij de zzp-er ziet als een ondernemer.
De heer NOORDAM zegt dat hij dat eveneens zo ziet, maar dat het wel een arbeidsplaats is. Veel zzp-ers zijn noodgedwongen vanuit het reguliere bedrijfsleven aan de slag gegaan. Als zij worden meegeteld als arbeidsplaatsen, valt de min 2,93 dan positiever uit?
De heer KAHRAMAN merkt op dat het aantal ondernemers dat in Rijssen-Holten actief is, is toegenomen met 2,4%. Spreker benadrukt dat hij een zzp-er echt ziet als een ondernemer en niet als arbeidsplaats.
De heer NOORDAM zegt dat hij graag wil waarnemen dat de afname van 1200 arbeidsplaatsen in deze gemeente is ingevuld door 400 zzp-ers, waardoor het verlies veel minder is. Spreker vraagt nogmaals waarom in de kadernota in het geheel niet gesproken wordt over de zzp-ers.
De heer MULLER zegt dat de raad bij het eerste Deltaplan nadrukkelijk is meegenomen op alle wegen die bewandeld werden. Bij het voorstel voor het tweede Deltaplan is de vraag wat daarvoor allemaal wordt gedaan en hoe de raad daar zicht op krijgt: is het een optelsom van incidentele initiatieven en waarom loopt het drie jaar en niet twee jaar of vier jaar? Het is goed dat er initiatieven ondersteund worden, maar spreker mist de onderbouwing om het voorstel te omarmen.
De heer HAASE zegt dat de SGP warm voorstander is van een sterke centrumfunctie en dat hij blij is dat er momenteel wordt gewerkt aan de nieuwe structuurvisie voor het centrum van Rijssen. Op blz. 32 wordt een aantal maatregelen genoemd. Voorzover de SGP het kan beoordelen, zijn dat vooral passieve maatregelen. De SGP vindt dat het tijd wordt om actief te anticiperen op leegstand, waarmee de gemeente wordt geconfronteerd. De SGP vraagt daarvoor aandacht bij de vergadering op 26 juni 2015.
Mevrouw PLUIMERS zegt dat op blz. 31 bij de bereikbaarheidsindicatoren minimabeleid en bijzondere bijstand een behoorlijke toename is te zien van 2012 tot 2014 van respectievelijk 10% en 8%. Zij vraagt of de oorzaak is dat de armoede in de gemeente is toegenomen of dat mensen heel goed de weg weten naar bijzondere bijstand door goede voorlichting.
Burgemeester HOFLAND zegt naar aanleiding van de woorden van de heer Noordam, dat hij ervan uitgaat dat het genoemde getal inclusief de zzp-ers is; zzp-ers zijn namelijk ook arbeidsplaatsen.
De digitalisering en de automatisering gaan steeds verder en er is een toename in leegstand van winkels, zodat het aantal arbeidsplaatsen flink onder druk staat.
De gemeente heeft te maken gehad met de sluiting van de OAD, wat een forse impact heeft gehad. Te zien is dat het aantal werklozen is toegenomen. De gemeente heeft echter een sterk bedrijfsleven met tal van initiatieven. Te merken is dat er weer geïnvesteerd wordt, maar nog niet bij alle bedrijven gaat het alweer wat beter. Dat is ook het beeld dat te zien is in Twente. De werkgelegenheid wordt vanuit Twente en de Twente Board gemonitord. De inzet is van Rijssen-Holten is om daar steeds goed in mee te schakelen. Als Rijssen-Holten een bedrijf kan binnenhalen, laat zij dat niet na. Zij heeft echter ook oog voor een situatie dat bij een groot bedrijf dat zich bijvoorbeeld in Almelo vestigt, ook mensen uit Rijssen-Holten kunnen solliciteren.
Het college heeft in dit programma niet gekozen een lange beschouwing te geven en heeft er niet voor gekozen het woord “zzp-er” op te nemen. De raad kan ervan verzekerd zijn dat het college met twee portefeuillehouders voor economische zaken daar bovenop zit.
Voor het Deltaplan wordt gevraagd de financiële middelen beschikbaar te stellen, zodat het college daarmee aan de slag kan gaan. Een overzicht van zaken die het college gaat doen, is er nog niet. Er is wel overleg met ondernemersverenigingen en met andere partners. Fracties die suggesties hebben, kunnen deze bij de kaderstelling of op een ander moment bij het college aangeven. Het is de bedoeling bij de begroting of zo snel mogelijk daarna te komen met voorstellen. De raad moet weten wat het college levert voor het geld dat beschikbaar wordt gesteld.
Met betrekking tot de structuurvisie meldt spreker dat er momenteel een rapport bij het college ligt, waarover nu één keer is gesproken. Over de structuurvisie komt het college nog met een voorstel naar de raad toe, waarin aandacht is voor leegstand. Uit dit voorstel zal blijken dat het college daar redelijk positief in zit.
Wethouder TIJHOF zegt naar aanleiding van de vraag over bijzondere bijstand, dat de genoemde cijfers over de werkloosheid betrekking hebben op de periode tot eind 2014. Er is een grote crisis geweest en voorzichtig komen er signalen dat de economie weer aantrekt. Onlangs is het bericht ontvangen dat de uitstroom bij het UWV in Rijssen-Holten tot de hoogste behoort in Overijssel. Met name de bouwsector trekt flink aan. Dat is positief voor mensen die geen werk hebben en die nu vanuit het UWV weer aan het werk gaan. Het is ook positief voor de langere termijn voor de gemeente met betrekking tot mensen met een bijstandsuitkering.
Op dit moment zijn alleen nog negatieve effecten te zien in de eigen kaartenbak van mensen met een bijstandsuitkering. Dat aantal stijgt nog steeds. Nog steeds stromen er mensen vanuit het UWV naar de bijstand. Dat tekent hoe diep de crisis is geweest.
Het klopt dat mensen de weg weten. Juist omdat de crisis zo diep was, weet men dat het goed is om zich te melden bij de gemeente om gebruik te kunnen maken van de voorzieningen.
Spreker hoopt dat het positieve effect dat nu is te zien bij het UWV en dat voorzichtig is te proeven bij het bedrijfsleven, doorzet en ook dat de weg naar herstel volop doorzet. Het college hoopt dat ook via het Deltaplan instrumenten gevonden worden om de economie aan te jagen en samen voor werkgelegenheid te zorgen.
Tweede termijn
De heer SCHEPPINK wijst op de vraag van de VVD over de teruggang in arbeidsplaatsen en vraagt wat men van de VVD bij de kaderstelling op 26 juni 2015 kan verwachten: gaat de VVD bijvoorbeeld kaders meegeven aan het college?
De heer NOORDAM zegt dat het fundament onder de vraagstelling was waarom de zzp-er er in de kadernota niet is uitgelicht. Zzp-ers maken wat de VVD betreft wel degelijk onderdeel uit van de werkgelegenheid in de gemeente.
De heer SCHEPPINK vraagt of de VVD hiervoor extra aandacht vraagt.
De heer NOORDAM zegt dat nog gedaan kan worden tot volgende week vrijdag. Dat hoeft niet alleen vanavond gedaan worden.
Programma 2.6, Wonen, recreëren en veiligheid(blz. 37 t/m 45)
De heer NOORDAM zegt dat in de kadernota niets is opgenomen over de burgerwacht. Met name in de kern Rijssen heeft de burgerwacht veel aandacht gehad. Volgens spreker moet daarover in de kaders voor de komende jaren iets gezegd worden.
De heer MULLER zegt dat de scan Vitaal platteland niet is overgenomen door het college. De burgemeester heef zojuist gevraagd ideeën en opties, die nuttig en gunstig zijn, door te geven. Spreker beveelt daarom dit onderwerp graag aan voor de eerstkomende actie in het kader van het Deltaplan vanwege de goede omschrijving dat hier sprake kan zijn van win-win voor het platteland en voor allen die daar werken.
Burgemeester HOFLAND zegt dat over de burgerwacht niets in de kadernota is opgenomen, omdat het college dit ziet als een particulier initiatief en omdat het college het daar wil laten. Het college heeft veel waardering voor het werk van de burgerwacht, voor de afstemming die plaatsvindt met de politie en voor het feit dat men zich actief opstelt en verantwoordelijkheid neemt in de eigen leefomgeving.
Toen er een grote golf aan inbraken was, was er veel politie-inzet. Vervolgens is daar de burgerwacht ontstaan. Het college vindt het heel goed dat dit gebeurt, maar beschouwt het echt als particulier initiatief. In het begin heeft de gemeente de burgerwacht enigszins ondersteund en heeft men gebruik gemaakt van de netwerken van de gemeente om de burgerwacht goed te laten landen. Volgens spreker is er een goede verhouding met de burgerwacht en functioneert deze uitstekend. Spreker vindt het zelfs een ‘exportproduct’ van Rijssen-Holten, dat elders in Nederland opgezet kan worden.
De heer NOORDAM zegt dat het antwoord van de burgemeester getuigt van visie. Daarover had heel goed een stukje opgenomen kunnen worden in de kadernota, zodat de burger weet hoe de gemeente de burgerwacht beschouwt.
De heer DE KOE vraagt of het college kan uitleggen waarom de komst van een wielermuseum naar Holten niet is opgepakt en niet als voorstel aan de raad is voorgelegd.
Wethouder CORNELISSEN antwoordt dat het college een afweging heeft gemaakt en de raad heeft de uitkomst van deze afweging van het college kunnen zien.
Programma 2.7, Wijken(blz. 46 t/m 49)
De heer HAASE zegt dat de SGP duurzaamheid toejuicht, maar het lastig vindt uit de scan te halen hoe invulling wordt gegeven aan deze duurzaamheidsvisie. Het is nogal vaag, zeker gezien de bedragen die daarvoor gereserveerd worden. De SGP zou graag op hoofdlijnen inzicht krijgen in de maatregelen die op dat gebied worden genomen. Het kan echter ook zijn dat de maatregelen die worden genoemd onder “Inzet duurzame middelen” de uitwerking zijn van de duurzaamheidsvisie.
In het programma Wegreconstructie na rioolvervanging is gekozen voor de middelste van de drie varianten. Spreker vraagt of het wellicht verstandiger is te kiezen voor de meest dure ofwel de meest duurzame variant. Daarbij wordt de straatverlichting vervangen door led-verlichting. Dat sluit naadloos aan bij de duurzaamheidsvisie. De meerkosten die gemaakt worden, worden deels terugverdiend op de lagere energiekosten. Bovendien kan het groen gerenoveerd worden, wat past in het plan om Rijssen-Holten goed op de kaart te zetten wat betreft infrastructuur.
De heer NOORDAM zegt dat er ambitie spreekt uit de woorden van de heer Haase. De VVD vindt het de keuze rondom de wegreconstructies bij rioolvervanging enigszins struisvogelpolitiek om die kans voorbij te laten gaan. Dit is het moment om het op te pakken. De VVD meldt zich bij de kaderstelling zeker voor dit onderwerp.
Spreker gaat in op de zinsnede :”Geluidsoverlast door verkeer is afgenomen doordat alternatieve energiebronnen (bijvoorbeeld elektriciteit) steeds meer gebruikt worden”. Er rijden volgens spreker nog niet zoveel elektrische auto’s in de gemeente dat de geluidsoverlast is afgenomen.
Wat betreft de “Smidsbelt nagenoeg parkeervrij” zegt spreker dat hem signalen bereiken van de Holtense bevolking dat dit zo mag zijn, maar dat er dan wel strenger gehandhaafd moet worden.
De heer NIJKAMP gaat in op het VSP fase 2, blz. 49, met name betreffende de verbindingsweg Dorpsstraat – Kalfstermansweide. Hierover staat: “Afhankelijk van te volgen procedures en grondverwerving kan mogelijk de uitvoering in 2016 starten”. Het CDA ziet dit als sluitstuk van het centrumplan Holten. Het is van belang dat die ontsluiting goed wordt geregeld. Zoals het nu in de kadernota staat, interpreteert spreker het positief en dat het binnen de kaders die destijds gegeven zijn gerealiseerd wordt. Spreker verzoekt het college de raad, en dat kan via de commissie Grondgebied, te informeren over de stand van zaken.
Wethouder AANSTOOT zegt dat de duurzaamheidsvisie, bestaande uit een visiedocument en een uitvoeringsdocument, na de zomer in het college wordt behandeld. Het college wil hiervoor budget reserveren van twee keer € 100.000 en twee keer € 75.000 in de planperiode. Als de provincie met regelingen komt, zal Rijssen-Holten daarop anticiperen en de duurzaamheidsmaatregelen inderdaad realiseren.
Het college is bezig met het verduurzamen van de gemeentelijke panden en wil daarvoor middelen beschikbaar stellen. Ook in prestatieovereenkomsten met de woningbouwcorporaties wil het college verduurzaming van woningen meenemen. Dat gaat allemaal niet erg snel, maar eventueel heeft de gemeente de mogelijkheid daarin wat dwingender op te treden. Van jaar tot jaar wordt bekeken in welke mate de gemeente daaraan kan bijdragen.
Het college heeft bij wegreconstructies gekozen voor de middelste variant, ervan uitgaande dat na rioolrenovatie de weg duurzaam veilig ingericht kan worden. Wat daar niet onder valt, is het aanpassen van de openbare verlichting, groenstructuren en de parkeernorm. Deze elementen zitten wel in de variant van € 200.000.De tekst waar de heer Noordam naar verwijst over geluidsoverlast, betreft de situatie die de gemeente in 2030 bereikt wil hebben. Zodra de strategische visie geactualiseerd wordt, wordt deze tekst hierop aangepast. Er zal echter inderdaad, als er meer elektrische auto’s komen, minder geluidsoverlast zijn.
Wat betreft het parkeervrij maken van Smidsbelt zegt spreker dat er mensen bekeurd werden, die nietsvermoedend hun auto parkeerden ‘omdat er al andere auto’s stonden’. Daarna zijn er borden geplaatst: “Alleen parkeren in de vakken”. Nu wordt gemonitord en gehandhaafd op wisselende momenten, ook in de weekenden, om te kijken of hiermee Smidsbelt parkeervrij gehouden kan worden. Lukt dat niet, dan moet de gemeente terugvallen op fysieke maatregelen.
Het CDA sprak over VSP fase 2. De gemeente is bezig met het verwerven van gronden, ook voor de nulplus-variant, en is in onderhandeling met de Enkco om nog een paar panden te verwerven om de bocht voor het station aan te passen en de situatie aldaar verder te kunnen afhandelen.
Over de vraag betreffende de verbindingsweg van Kalfstermansweide richting Dorpsstraat informeert spreker de raad vóór de vergadering van de commissie Grondgebied op 18 juni 2015. Een concept-brief ligt gereed en spreker zegt toe de raad voor donderdag te informeren.
NB.: De wethouder heeft de raad op 17 juni 2015 geïnformeerd via een notitie. Deze is als bjilage (pdf) aan het verslag toegevoegd.
De heer KEVELAM komt terug op de wegreconstructie na aanpassing van de riolering. De wethouder zegt dat het college daarvoor niet heeft gekozen. Spreker vraagt welke argumenten voor het college daarbij van belang waren. Eventueel komt de VVD daarover met een motie bij de kaderstellende vergadering.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het college bij wegreconstructies heeft gekozen voor “duurzaam veilig”, gelet op het totaalplaatje van de kaderstelling. Er zijn zeker argumenten aan te voeren om de openbare verlichting aan te passen.
De heer KEVELAM onderschrijft dat, maar spreker is juist benieuwd naar de argumenten van het college om dat niét voor te stellen.
Wethouder AANSTOOT zegt dat hierop destijds is bezuinigd. Het punt is nu weer ingebracht en het college heeft gemeend dit op € 150.000 te zetten.
Paragraaf Risicotabel en weerstandsvermogen (blz. 50 t/m 56)
Er worden geen vragen gesteld.
De VOORZITTER concludeert dat de commissie adviseert het raadsvoorstel Kadernota 2016-2019 als bespreekstuk te behandelen in de raad.
7. Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 22.15 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Commissie ABZM van Rijssen-Holten op 7 september 2015.