Raad 17 december 2015
- Datum:
- 17-12-2015
- Tijd:
- 19:30 - 22:45
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- A.C. Hofland
- Griffier:
- H.A.J. van de Vliert
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | A.C. Hofland |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma, dr. J. Noeverman, G. Kreijkes, ir. A.S. Haase, J.W. Reterink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | J. Berkhoff, J. van Veldhuizen, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en N.J. Otten |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Beunk en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD | F.W. Noordam en E.J.W. Deijk |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | H.A.J. van de Vliert |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof, A.C. van Eck |
Pers | 1 |
Publiek | 17 |
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom.
Als beginnummer voor eventuele hoofdelijke stemmingen wordt getrokken nummer 19, de heer F.W. Noordam.
Spreker deelt mee dat de raad vanavond al in vergadering bijeen is geweest en geeft het woord aan de plaatsvervangend voorzitter en tevens nestor van de raad, de heer G. Kreijkes, om hierover een mededeling te doen.
De heer G. KREIJKES zegt dat in juni 2016 de ambtstermijn van de burgemeester afloopt. De commissie die de aanbeveling voor herbenoeming heeft voorbereid heeft zich in de afgelopen maanden een oordeel gevormd over het functioneren van de burgemeester en heeft hierover een advies uitgebracht aan de raad. Dit heeft zojuist in een besloten vergadering plaatsgevonden. Daarbij is unaniem besloten om de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te bevelen de heer A.C. Hofland voor te dragen voor herbenoeming als burgemeester van de gemeente Rijssen-Holten.
De aanbeveling van de raad wordt nu, door tussenkomst van de Commissaris van de Koning in Overijssel, aan de minister gestuurd. De minister besluit over de voordracht tot herbenoeming. De herbenoeming zelf vindt plaats bij koninklijk besluit.
Spreker spreekt namens de raad de waardering uit over de wijze waarop de heer Hofland invulling geeft aan het ambt van burgemeester van de gemeente Rijssen-Holten.
Hij feliciteert de heer Hofland en overhandigt mevrouw Hofland bloemen, waarbij hij zijn waardering uitspreekt voor haar aanwezigheid.
Burgemeester HOFLAND geeft aan dat het voor het eerst in de geschiedenis van de gemeente Rijssen-Holten is dat een burgemeester voor herbenoeming wordt voorgedragen en dat het ook voor hem de eerste keer is dat hij wordt voorgedragen voor herbenoeming, in de 11 jaar dat hij nu burgemeester is. Hij vindt het dus wel iets bijzonders wat er gebeurt en vindt dat het niet alleen een formaliteit is, maar ook een gelegenheid om even bij stil te staan.
Hij bedankt de raad voor het uitgesproken vertrouwen en met veel plezier kijkt hij uit naar een nieuwe periode, waarin hij hoopt het ambt weer met veel toewijding te kunnen vervullen.
Spreker is dankbaar dat hij dit prachtige ambt de laatste jaren in Rijssen-Holten heeft mogen vervullen en dankt zijn echtgenote voor de grote steun hierin.
Hij is niet van plan zaken in de toekomst anders aan te pakken, wel verwacht hij dat de accenten soms anders worden gelegd. Hij wil de komende jaren een extra accent leggen op ontmoetingen met burgers. Hij zal doorgaan met de promotie van de gemeente, de aandacht voor het vrijwilligerswerk, de aandacht voor de economie waaronder recreatie en toerisme, de aandacht voor veiligheid en de aandacht voor het bewaken van de vrijheid. Als voorzitter wil hij, tezamen met de griffier, de raad begeleiden in de juiste besluitvorming.
Hij heeft er veel zin in en bidt tot God dat hem de kracht gegeven wordt om het ambt van burgemeester nog vele jaren in Rijssen-Holten te mogen uitvoeren.
2 Spreekrecht burgers
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3 Vaststellen agenda
De VOORZITTER geeft aan dat agendapunt 21 is toegevoegd na de vergadering van het presidium. Dit betreft de brief over opvang en huisvesting van vergunninghouders.
De heer NOORDAM interrumpeert en vraagt agendapunt 9 als bespreekstuk te behandelen.
De agenda wordt gewijzigd vastgesteld.
4 Vragenuur
De VOORZITTER deelt mee dat de fracties van de VVD en D66 vragen hebben voor het vragenuur.
De heer NOORDAM refereert aan een incident waarbij een jonge inwoner bijna geëlektrocuteerd werd door een lichtmast en stelt de volgende vragen:
- Heeft de wethouder inmiddels overleg gevoerd met Enexis?
- Zo ja, dan vraagt hij de wethouder de uitkomsten daarvan te delen met de raad.
- Heeft de wethouder voldoende garanties gekregen dat herhaling voorkomen wordt?
Wethouder AANSTOOT zegt dat er direct actie is ondernomen nadat bekend werd dat een inwoner een stroomstoot had gekregen. De spanning is door Enexis van de lichtmast gehaald.
Spreker heeft de jongen en zijn ouders bezocht en daarna heeft hij op vrijdag 7 december gesproken met Enexis. Helder werd dat er sprake was van een stapeling van problemen en fouten die heel weinig voorkomen. Daarbij heeft spreker aangegeven dat bewoners ervan uit moeten kunnen gaan dat objecten in de openbare ruimte veilig zijn. Er wordt nog verder onderzoek gedaan, maar Enexis heeft spreker verzekerd dat het netwerk van Rijssen-Holten veilig is.
De heer KLEIN VELDERMAN refereert aan de casus Borkent en geeft aan dat overal fouten worden gemaakt, maar dat de fout die in deze casus is gemaakt wel een hele ongelukkige is. Voor omwonenden is het nu de taak om de fout van de gemeente te herstellen. Dit omdat de gemeente nu in de gelegenheid wordt gesteld de aanvraag alsnog te beoordelen.
Voor de bewoners betekent dit dat ze een procedure moeten volgen en er ook voor moeten investeren. Het verschil tussen gelijk krijgen en gelijk hebben bedraagt zo’n € 10.000 en gaat gepaard met een hoop slapeloze nachten. D66 stelt het op prijs dat de gemeente de bewoners met raad en daad in deze zaak bijstaat en vraagt het college hierin zijn bijdrage te leveren.
Wethouder CORNELISSEN onderschrijft de woorden van de heer Klein Velderman dat het hier om een ongelukkige situatie gaat. Er is een fout gemaakt, waarbij er een vergunning van rechtswege is verleend. Het is daarbij niet alleen een ongelukkige situatie voor de bewoners in de omgeving maar ook voor de aanvrager zelf.
Op een vergunning van rechtswege kan bezwaar en beroep worden aangetekend. Nadat dit geconstateerd is zijn alle betrokkenen per brief door het college geïnformeerd en zijn ze uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek. Daarin is uitgelegd wat de situatie op dit moment betekent. Hij heeft begrepen dat de proforma bezwaarschriften binnen zijn, maar heeft nog niet gehoord of ook de definitieve versie binnen is. Het betekent dat er in een later stadium een totale herziening van de vergunning plaatsvindt.
De aanvrager is ook op de hoogte gebracht van de consequentie die de huidige situatie heeft. Als de vergunning namelijk verleend was op de reguliere wijze dan had aanvrager direct aan de gang kunnen gaan, maar nu is er sprake van een opschortende functie.
De heer KLEIN VELDERMAN lijkt het onwaarschijnlijk dat de aanvrager ongelukkig is met de huidige situatie. De aanvraag is immers van rechtswege toegekend. Hij heeft gevraagd of het college bereid is de bewoners met raad en daad bij te staan. Dat betekent niet dat bewoners slechts geïnformeerd worden over de ontstane situatie. Hij concludeert dat de procedure inmiddels is opgestart en dat de gemeente straks in staat is de beoordeling te maken. Hij vraagt het college de bewoners met raad en daad bij te staan, zoals dat ook gebeurt bij indieners die uiteindelijk een vergunning krijgen die is toegekend door het college en waarbij ze in het geval van een bezwaarprocedure ook met raad en daad worden bijgestaan.
De heer SCHEPPINK vraagt of het vaker is gebeurd dat een vergunning van rechtswege is verleend en wat het gemeentebestuur eraan heeft gedaan om dit in de toekomst te voorkomen.
Mevrouw DEIJK heeft vernomen dat deze ongelukkige situatie bij deze mensen al eerder is voorgekomen en vraagt of het college dit kan bevestigen.
De heer KAHRAMAN gaat in op de vraag van D66 of de gemeente de bezwaarmakers kan ondersteunen en merkt op dat zij bezwaar maken tegen een besluit dat de gemeente gaat nemen. Het lijkt hem dus dubbelop dat je mensen advies geeft die bezwaar maken tegen je eigen besluit.
Hij vraagt om een nadere toelichting hoe deze kwestie in elkaar zit.
De heer KLEIN VELDERMAN merkt op dat de gemeente nog geen besluit heeft genomen en dat er ook nog geen beoordeling heeft plaatsgevonden. Het kan voor of tegen zijn. Vooruitlopend op dat besluit vindt hij wel dat de gemeente hier een taak heeft om haar fout, ook richting omwonenden, te herstellen door hen met raad en daad bij te staan.
De heer KAHRAMAN interrumpeert en vraagt of de heer Klein Velderman het ermee eens is dat de gemeente wel een besluit heeft genomen van rechtswege. Hij neemt daarbij aan dat het bezwaar tegen dit besluit van de gemeente is ingediend.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er door de gemeente geen besluit is genomen. Er is ook geen afweging gemaakt. Als de heer Kahraman echter weet wat het besluit van de gemeente is dan hoort hij dat graag.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat burgers worden bijgestaan op het niveau dat gebruikelijk is. In de gesprekken die er zijn geweest is aangegeven, en daarvan waren de buurtbewoners ook op de hoogte, dat op het moment dat er ontwikkelingen op het perceel plaatsvinden gebruikgemaakt moet worden van een afwijkingsbevoegdheid. Zij weten ook wat deze afwijkingsbevoegdheden inhouden. Daar is de gemeente dus in tegemoet gekomen. Mocht het zo zijn dat de bezwaarschriftencommissie concludeert dat de vergunning onterecht is verleend en het college neemt dit over, dan moet de procedure volledig opnieuw. De vraag is of de initiatiefnemer hier gelukkig mee is.
Het komt niet vaak voor dat een vergunning van rechtswege wordt verleend. Als het voorkomt is het erg vervelend. In het systeem is het zo ingebouwd dat zaken geborgd zijn en dat er een melding komt. Aan de initiatiefnemers is de mogelijkheid geboden extra informatie aan te leveren, daarbij is een termijn van 4 weken gesteld.
De initiatiefnemer heeft daarbij verzocht om de termijn op te schorten. Dan gaat het om een termijn van 4 weken voor het inleveren van informatie en 2 weken om de gemeente de tijd te geven daarop een reactie te geven. In de brief waarin de gemeente dat bevestigd heeft is alleen de termijn van 4 weken genoemd. Na 5 weken heeft er een juridische controle plaatsgevonden en is dit geconstateerd.
Door deze casus wordt er nu veel zorgvuldiger mee omgegaan, waarbij er een dubbele check wordt uitgevoerd op uitgaande brieven.
Spreker weet niet of de initiatiefnemer in het verleden ook al eens geconfronteerd is met een vergunning van rechtswege. Hij zoekt dit uit.
5 Notulen en besluitenlijst van 13 november 2015
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de notulen en de besluitenlijst van 13 november 2015 vast.
6 Actiepuntenlijst
De heer SCHEPPINK merkt op dat er 2 punten op de actiepuntenlijst staan die er al heel lang op staan. Hij zegt dat beide punten terugkomen bij de commissiebehandeling en in raadsbesluiten en stelt voor ze van de actiepuntenlijst te halen.
De raad stemt hiermee in.
7 Ingekomen stukken - mededelingen
De VOORZITTER deelt mee dat mevrouw Geke Pluimers van de PvdA heeft aangegeven met ingang van 1 januari 2016 te stoppen als commissielid.
Spreker deelt vervolgens mee dat ook bij de VVD een wijziging is aangekondigd. De heer Henri Stegehuis beëindigt in de loop van januari zijn commissiewerkzaamheden. Als opvolger zal de heer Bart-Jan van den Berg in januari voor benoeming worden voorgedragen.
Spreker bedankt mevrouw Pluimers en de heer Stegehuis voor hun inbreng en inzet en wenst hen veel succes bij de verdere werkzaamheden.
De heer WESSELS refereert aan brief 6 over de omvorming van SOWECO en gaat ervan uit dat dit terugkomt in de bespreking over de toekomst van SOWECO.
Wethouder AANSTOOT gaat in op punt 40: bodemvervuiling Haarstraat Rijssen en zegt dat het college inmiddels heeft besloten de vervuiling nabij Haarstraat 138/140 te saneren. De werkzaamheden worden ingepast in het project reconstructie centrumring fase 1 waar nu aan gewerkt wordt.
De heer G. KREIJKES vraagt wat dit betekent voor de inmiddels genomen maatregelen.
Wethouder AANSTOOT zegt dat de vervuiling zich aftekent in de ventweg en in de groenstrook die nog aangepakt moeten worden.
Zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de afdoening van de ingekomen stukken overeenkomstig het voorstel vast.
8 Raadsvoorstel gunning aanbesteding accountantsdiensten periode 2016-2019 (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
Raadsbesluit bekrachtigen geheimhouding
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
Tegen het besluit heeft gestemd de heer Klein Velderman.
9 Raadsvoorstel belastingvoorstellen 2016 (Beens)
De VOORZITTER zegt dat de PvdA geacht wordt gestemd te hebben tegen de OZB-verordening.
De besluitvorming vindt plaats met inachtneming van de aangevulde tarievenlijst behorende bij de legesverordening.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel, waarbij de fractie van de PvdA geacht wordt gestemd te hebben tegen de OZB-verordening.
10 Raadsvoorstel ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Holten, speelboerderij Landuwerweg' niet verder in procedure brengen (Cornelissen)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
11 Raadsvoorstel ontwerpbestemmingsplan 'Buitengebied Holten, Beumersteeg 1 en Maneschijnsweg ongenummerd' niet verder in procedure brengen (Cornelissen)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
12 Raadsvoorstel aanpassen gemeenschappelijke regeling Stadsbank Oost Nederland (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
13 Raadsvoorstel Adviesraad Sociaal Domein (Tijhof/Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
14 Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan ten behoeve van het belevingspad en fietspad Holterenk (Cornelissen)
De VOORZITTER zegt dat dit punt als bespreekstuk is geagendeerd, omdat nog nadere informatie over het fietsparkeren moest worden verstrekt.
Mevrouw DEIJK is blij met de aandacht die het college eraan heeft besteed en zegt dat de VVD nu kan instemmen met het voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
15 Raadsvoorstel afvalinzameling 2017-2020 (Aanstoot)
De VOORZITTER zegt dat er 3 moties door het CDA zijn aangekondigd en 1 motie door de SGP, onder voorbehoud.
Het CDA dient de eerste motie in: Afvalinzameling 2017-2020, tarieven GFT- en PDM-container. De heer H. KREIJKES licht de motie toe en zegt dat het voorstel van het college dicht in de buurt van het voorstel van het CDA komt. Met name de eerste twee moties hebben betrekking op het verder terugdringen van de hoeveelheid restafval, zodat de gemeente in de buurt komt van het afgesproken maximum van 100 kg restafval. Het college gaat uit van circa 150 kg. Hij doelt hierbij op de moties inzake de gratis extra groen- en/of PMD-containers en de motie om tot een sluitend inzamelplan met de verenigingen, stichtingen, kerken en scholen te komen voor oud papier. Bij volledige scheiding van papier, groen en PMD kan de hoeveelheid restafval teruggebracht worden tot circa 70 kg. Ruim onder de doelstelling van 100 kg. Het CDA wil dat bereiken door optimale service te bieden aan de burgers. Het motto is: Maak het de burgers zo makkelijk mogelijk, dan gaan ze vanzelf beter scheiden. Uiteraard staat dit niet los van goede voorlichting aan de burgers.
Het CDA had de inzamelfrequentie voor restafval willen handhaven. Dit bleek financieel echter niet haalbaar. Om de burgers die het hardst getroffen worden enigszins tegemoet te komen wil het CDA een extra grijze container aanbieden aan burgers met jonge kinderen (luiers), die niet voldoende hebben aan 1 grijze container en burgers die een medische indicatie (o.a. incontinentiemateriaal) hebben. Niet iedereen is even mobiel of wil uit privacy overwegingen liever niet gezien worden bij een centrale luiercontainer.
Overwegende dat:
- er naar aanleiding van de discussie over extra containers in de commissievergadering grondgebied van 3 december 2015 onduidelijkheid bestond over de kosten van extra containers;
- het ege op woensdag 9 december een memo tarieven extra containers afvalinzameling 2017-2020 heeft uitgebracht;
- in dit memo reeds rekening gehouden is met de vrije keuze voor een 120L of 240L minicontainer en een gratis extra PMD container;
- voor een extra groencontainer volgens het voorstel van het college wel betaald moet worden, waarbij de legingskosten € 20 per jaar bedragen (bij 26 keer legen);
- het aantal verwachte keren aan leging (veel) minder zal zijn per jaar;
- betere afvalscheiding essentieel is om de doelstelling van 100 kg restafval per inwoner te realiseren. Van de huidige 200 kg restafval is maar liefst ruim 70 kg GFT en 33 kg PMD. Een extra groen en/of PMD container zou het halen van de doelstelling kunnen vergemakkelijken;
- door betere afvalscheiding de meerkosten van een extra groen container worden terugverdiend (besparing op de kosten te betalen aan o.a Twence: restafval t.o.v. GFT);
Besluit:
De tarieven voor extra PMD en groen minicontainer als volgt vast te stellen:
- de kosten voor een extra grote of kleine GFT en/of PMD container vast te stellen op € 0;
- het verstrekken van een extra GFT en/of PMD container bij thuisbezorging vast te stellen op eenmalig € 20;
- ruilen of verstrekken van een extra PMD en/of groen container (groot/klein) bij zelf afhalen vast te stellen op € 0
Het CDA dient een tweede motie in: Afvalinzameling 2017-2020; papierinzameling.
Overwegende dat:
- in de programmabegroting 2016 heeft de raad de doelstelling voor maximaal 100 kg restafval in 2020 vastgesteld;
- uit de restafvalanalyse blijkt dat momenteel 200 kg restafval per inwoner per jaar wordt ingezameld;
- met de door het college voorgestelde maatregelen ingeschat wordt dat het restafval wordt teruggebracht naar circa 150 kg;
- het restafval nu voor ruim 138 kg bestaat uit GFT, PMD en papier;
- middels het amendement op de gratis extra GFT container de hoeveelheid restafval verder teruggebracht zal worden;
- dit zeer waarschijnlijk niet voldoende is om de doelstelling van 100 kg restafval te bereiken;
- in het restafval nog 35 kg papier is opgenomen en een forse vermindering hiervan noodzakelijk is om de doelstelling van 100 kg restafval te halen;
- oud papier wordt ingezameld door diverse verenigingen, stichtingen, kerken en scholen;
- er geen dekkend inzamelplan is voor oud papier in de gemeente Rijssen-Holten en ook een (groot) deel van de inwoners mogelijk niet op de hoogte is van de huidige inzamelwijze in hun straat/wijk;
- een forse vermindering van de hoeveelheid papier in het restafval een kostenbesparing (o.a. kosten Twence) inhoudt en dus leidt tot een verlaging van de tarieven;
Verzoekt het college:
- in gesprek te gaan met de diverse verenigingen, stichtingen, kerken en scholen om te komen tot een dekkend inzamelplan voor de gemeente (eventueel met uitzondering van de buiten gebieden).
- indien nodig voor het mogelijk maken van het dekkende inzamelplan, tijdelijk (een deel van) eerder genoemde besparing hiervoor te gebruiken.
- in de jaarlijkse afvalwijzer van de gemeente de burgers op de hoogte te brengen van de inzamel mogelijkheden voor oud papier in hun straat/wijk.
- de raad te informeren over de voortgang van de gesprekken.
Het CDA dient een derde motie in: Afvalinzameling 2017-2020: 1 extra grijze container (luiers/medisch afvalmateriaal)
Overwegende dat:
- er naar aanleiding van de discussie over extra containers in de commissievergadering grondgebied van 3 december 2015 onduidelijkheid bestond over de kosten van extra containers;
- het college op woensdag 9 december 2015 een memo tarieven extra containers afvalinzameling 2017-2020 heeft uitgebracht;
- in deze memo een tarief voor 2017 is opgenomen van € 57,50 voor een extra grijze container;
- een deel van de inwoners heeft mogelijk niet genoeg hebben aan 1 grijze container per 4 weken. Bijzondere doelgroepen zijn huishoudens met (een) jong(e) kind(eren) tot en met 3 jaar door luiers of huishoudens om medische redenen (incontinentiemateriaal etc.);
- deze huishoudens dit afval kunnen inleveren bij 10 te plaatsen luiercontainers;
- de kosten van 13 keer legen per jaar van een extra grijze container zeer beperkt zijn doordat deze wordt opgehaald gelijktijdig met alle andere grijze containers;
- de totale kosten van extra grijze containers voor deze bijzondere doelgroepen naar schatting ruim onder de € 10.000 per jaar bedragen en derhalve een verwaarloosbare invloed hebben op de tarieven;
- de 10 centrale luiercontainers om persoonlijke (privacy, mobiliteit etc) redenen niet voor iedereen een oplossing zijn voor het ruimte gebrek in de grijze container;
Verzoekt het college in de verdere uitwerking van de inzamelsystematiek de voorgestelde tarieven als volgt aan te passen:
De tarieven voor 1 extra grijze container voor huishoudens met (een) kind(eren) t/m 3 jaar of op medische indicatie als volgt vast te stellen:
- de kosten voor een extra grote of kleine grijze container vast te stellen op € 0;
- het verstrekken van een extra grijze container bij thuisbezorging vast te stellen op eenmalig € 20;
- ruilen of verstrekken van een extra grijze container (groot/klein) bij zelf afhalen vast te stellen op € 0;
- deze container nadat (een cq de) kind(eren) de leeftijd van 4 jaar bereiken of bij beëindiging van de medische indicatie weer ingeleverd moet worden;
- behoudt men na deze termijn de extra grijze container dan wordt daarna het normale tarief (2017 € 57,50) voor een extra grijze container in rekening gebracht.
De heer OTTEN vraagt hoe het CDA de registratie ziet, wanneer gesteld wordt dat bepaalde mensen recht hebben op een extra grijze container. Spreker verwacht een grote administratieve druk op de organisatie.
De heer NOORDAM vraagt of het CDA een idee heeft van de kosten die met de motie teweeg-gebracht worden.
De heer KLEIN VELDERMAN refereert aan de woorden van de heer H. Kreijkes: “Maak het de burger zo makkelijk mogelijk” en zegt dat vergeten wordt het de gemeente zo makkelijk mogelijk te maken.
Hij gaat daarbij in op de complexiteit van de ‘luiermotie’.
De heer H. KREIJKES zegt dat er nu ook inwoners zijn die extra containers hebben die ze wellicht willen omruilen. Hiervoor worden dan een á twee belrondes gedaan en wordt de container al dan niet opgehaald. Het valt mee hoeveel tijd men daaraan kwijt is. Hij vraagt of de wethouder meer inzicht heeft in de kosten.
Debatronde
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang de doelstelling onderschrijft om de hoeveelheid restafval terug te brengen tot 100 kg in 2020. De fractie stemt daarom in met de beslispunten 1 en 2. In het voorstel staat onder aanpak en uitvoering dat de gedetailleerde uitwerking volgt. De fractie wil daarvoor aandachtspunten meegeven.
Gemeentebelang steunt de motie voor het beschikbaar stellen van meer groen- en PMD containers, om te voorkomen dat overbodig bij restafval wordt gestort. De fractie ondersteunt de motie voor het ophalen van het papier ook.
Gemeentebelang wil een aanvullend voorstel doen, als aandachtspunt bij de verdere uitwerking. Nu het onderwerp afval actueel is geworden komen er diverse signalen van bewoners die de 3e container lastig vinden (m.n. ouderen en klein behuisden). Is het een optie om ook ondergrondse containers te plaatsen voor restafval? Dan kunnen inwoners, die geen derde container willen, de grijze container inleveren en daarvoor de ondergrondse container gebruiken. Om misbruik te voorkomen kan dit gecombineerd worden met het gebruik van de milieupas. Dit zou dan de eerste kleinschalige, vrijwillige start zijn van omgekeerd inzamelen. Misschien is daarbij een combinatie van ‘luier’ en restafvalcontainer te maken.
Wat de ‘luiermotie’ betreft zegt spreker het een complexe invulling te vinden van een probleem dat zowel ambtelijk als organisatorisch meer problemen kan opleveren dan dat er problemen worden opgelost. Wat de aantallen betreft is er dan ook sprake van een enorm verschil.
De heer HAASE zegt dat de fractie van de SGP van mening is dat de onderliggende nota op dit moment de best mogelijke strategie is voor Rijssen-Holten wat betreft de reductie van de hoeveelheid restafval per inwoner per jaar. De SGP stemt hiermee dus in, ook met het beschikbaar stellen van de benodigde financiële middelen. In de commissie zijn er echter wel een paar opmerkingen gemaakt. Twee ervan wil spreker nogmaals benadrukken.
- Er wordt gestopt met het distribueren van recyclezakken. Wellicht zijn er inwoners die er de voorkeur aangeven PMD te scheiden met deze recyclezakken en deze dan zelf willen afvoeren. De SGP denkt dat de gemeente die mogelijkheid moet openlaten en spreker vraagt hierop de reactie van de wethouder.
- In de nota staat dat 15% van de huishoudens, voornamelijk bij hoogbouw, gebruikmaakt van een verzamelcontainer. Er wordt voor gekozen om bij deze adressen PMD-afval niet langer apart in te zamelen, mede om doelmatigheidsredenen. Dit vindt de SGP principieel onjuist. Iedereen in onze gemeente heeft namelijk de plicht om bij te dragen aan het beter scheiden van afval, om zo de hoeveelheid restafval terug te dringen. Dit vereist extra inspanningen. Daarom is het incorrect om een gedeelte van de bevolking van deze plicht te ontheffen. Naar de mening van de SGP zijn ook deze huishoudens prima in staat afval te scheiden met behulp van recyclezakken. Daarom stelt de fractie voor om die huishoudens, die geen container kunnen herbergen, recyclezakken te blijven verstrekken en in de nabije omgeving de benodigde PMD-verzamelcontainers te plaatsen. Op dit punt zou de fractie graag een toezegging van het college krijgen. Want dan pas stelt de gemeente iedereen in gelijke mate in staat om bij te dragen aan een beter milieu.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt blij te zijn met de bijdrage van de SGP en kan dit onderschrijven. PMD in recyclezakken is een prima oplossing. Als er voldoende brengpunten zouden zijn zouden mensen ook eerder geneigd zijn ze weg te brengen aldus spreker. Wellicht kan daarmee de grijze container zelfs vervallen.
De heer OTTEN zegt dat de fractie van de ChristenUnie de nota ondersteunt en daarmee ondersteunt de fractie de eerste 2 moties die door het CDA zijn ingediend. De derde motie over de extra container voor luiers/medisch afval steunt de fractie niet, omdat daarmee een te grote administratieve druk op de organisatie wordt voorzien.
Spreker steunt de woorden van de heer Haase en zegt de mogelijkheid voor een extra groencontainer voor hoogbouw onderzocht te willen hebben. Er is wellicht geen sprake van tuin- maar wel van groenafval.
De heer MEIJERINK laat weten dat de PvdA al in de commissievergadering heeft aangegeven dat de fractie blij is met het voorstel. De fractie is ook blij met de toezegging dat er na een jaar geëvalueerd wordt en stelt voor eerst het voorstel uit te voeren zoals dat voorligt, waarbij pas na de evaluatie wordt besloten hoe het een en ander wordt ingevuld. Met uitzondering van het voorstel van de heer Haase over de plastic afvalzakken voor de hoogbouw.
De fractie is tegen de motie van het CDA voor de extra grijze container en ook voorlopig tegen de motie voor een extra groene en PMD-container. Met de motie over de papierinzameling kan de fractie wel instemmen.
De heer MULLER interrumpeert en vraagt of er verwarring ontstaat wanneer bewoners de huidige recyclezakken blijven ontvangen. Bewoners kunnen denken dat ze ze weer aan straat kunnen zetten.
De heer MEIJERINK wijst erop dat er alleen over hoogbouw wordt gesproken, de overige bewoners krijgen immers een extra container. Hij refereert aan de woorden van de heer Haase.
De heer NOORDAM zegt dat de fractie van de VVD kan instemmen met de beslispunten 1 en 2. Ze staan ook achter de eerste twee moties van het CDA. De derde motie over een extra container voor luiers en medisch afval vindt de fractie arbitrair.
Wethouder AANSTOOT is er blij mee dat de raadsleden de nota onderschrijven. Spreker refereert aan de achterliggende doelstellingen van de nota: het verminderen van restafval tot 100 kg in 2020, waarbij 75% van het afval gescheiden wordt aangeleverd. Het principe dat erachter zit is het meer service bieden bij de gescheiden afvalstromen en minder bij de restafvalstroom. Hij wijst daarbij op de voordelen die vermeld staat in het rapport.
Hij begrijpt uit de moties dat de raad de GFT-voorzieningen verder wil uitbreiden.
Spreker gaat in op de eerste motie van het CDA (extra GFT-/PMD-container) die brede steun geniet. In het voorstel van het college is een extra groencontainer voorzien, die voor € 20 euro wordt aangeboden. De extra PMD container is gratis. Daarnaast kunnen de kleine GFT-containers kosteloos worden omgeruild voor een grote op de gemeentewerf. Als men dan nog te weinig capaciteit heeft kan een extra GFT-container voor € 20 worden aangeschaft of kan het groenafval naar het afvalbrengpunt worden gebracht.
De motie van het CDA stimuleert niet dat groenafval meer naar het afvalbrengdepot wordt gebracht.
Hij stelt voor, net als de fractie van de PvdA, eerst het effect van de grote groene GFT-containers en mogelijk een extra container tegen het tarief van € 20 af te wachten. Na de evaluatie kan dan bekeken wordt of dit voldoet. De evaluatie zal in 2018 plaatsvinden en het college hanteert daarbij het principe “De vervuiler betaalt”. Het college ontraadt deze motie.
De heer BERKHOFF interrumpeert en zegt dat als gesteld wordt dat de vervuiler betaalt hij of zij ook kan besluiten alle afval in de grijze container te gooien. Dan is de gemeente nog verder van huis.
Wethouder AANSTOOT beaamt dit, maar verwacht dat, doordat de grijze container slechts 1x per maand wordt geleegd, mensen afval dat er niet in thuishoort eruit halen. Hij verwacht dus niet dat mensen er groenafval in gooien.
De heer BERKHOFF vindt dit des te meer een reden om de tweede GFT-container gratis ter beschikking te stellen. De vrachtwagen rijdt er immers toch langs.
Wethouder AANSTOOT zegt dat elke container die geleegd wordt geld kost. Het college stelt voor dat inwoners de extra geproduceerde hoeveelheid GFT-afval wegbrengen naar het afvalbrengdepot.
De heer MULLER interrumpeert en zegt dat het gaat om de prioriteit en de inschatting. De prioriteit ligt volgens spreker bij de milieuaspecten en niet bij de vervuiler betaalt.
Wethouder AANSTOOT gaat in op de motie papierinzameling. In de motie staat dat er 35 kg papier bij het restafval zit, maar dit is op Twents niveau. In Rijssen-Holten gaat het om 21 kg. De verwachting is wel dat er minder ander afval in de grijze bak terecht komt.
Hij gaat in op de inzamelstructuur en zegt dat 75% à 80% op de huidige wijze wordt ingezameld. De inzamelstructuur via scholen, sportverenigingen e.d. werkt goed en heeft een positieve invloed op de participatie en de sociale cohesie. Het college wil graag in gesprek met genoemde instanties om de dekking van de papierinzameling te verbeteren. Deze motie neemt het college dus over.
De motie over een extra container voor luierafval geeft gezinnen hetzelfde inzamelvolume dan nu volgens spreker. De inzamelfrequentie verandert er namelijk niet door. Hiermee wordt hetzelfde volume geboden dan op dit moment, met een inzameling van eens per 2 weken. Dat betekent dat het scheidingsgedrag volgens spreker niet verbetert. Hij denkt dat het eerder verslechtert. Een extra container voor medisch afval kost veel extra tijd en administratie en de vraag is hoe dit gefinancierd kan worden. Moeten de extra kosten worden gedekt uit de budgetten voor Wmo-gelden of uit de afvalstoffenheffing? Het college ontraadt deze motie.
Wat de recyclezakken betreft geeft spreker aan dat er al een aantal jaren bij de hoogbouw PMD-zakken worden verstrekt. Hier wordt echter weinig gebruik van gemaakt. Spreker ziet bij hoogbouw weinig aanbod aan zakken die de gemeente inzamelt. Het college wil geen 2 inzamelsystemen hanteren (én bakken én plastic zakken en beide systemen inzamelen). De zakken kunnen ook gebracht worden naar de ondergrondse containers in de buurt of naar het afvalbrengdepot.
In het voorstel heeft het college aangegeven dat ze van de recyclezakken wil afstappen. Dit kost nl. jaarlijks zo’n € 50.000. Bewoners kunnen zelf zakken aanschaffen, maar het is eventueel ook mogelijk dat inwoners ze bij het gemeentehuis of op de gemeentewerf afhalen.
Tweede termijn
De heer NOORDAM vraagt een toelichting van wethouder Aanstoot op de gestelde 15% huishoudens in hoogbouw en vraagt welke conclusie hieruit moet worden getrokken.
Daarnaast geeft de wethouder aan dat de papierinzameling goed gaat, maar spreker is het hier niet mee eens. Hij vraagt om een toelichting.
De heer HAASE zegt zich te kunnen voorstellen dat er inwoners zijn die moeilijk een container kunnen plaatsen of deze niet willen. Hij vindt dat de gemeente de recyclezakken dan ter beschikking moet stellen. Hij snapt dat dit geld kost, maar de mogelijkheid zou ook geboden kunnen worden dat de zakken opgehaald worden, waarbij inwoners ze zelf bij het afvalbrengpunt deponeren. Hij kan zich ook vinden in de woorden van de wethouder dat mensen zelf zakken kunnen aanschaffen.
Wat de hoogbouw betreft wil spreker een motie indienen.
De SGP dient een motie in: Afvalinzameling 2017-2020; iedereen dient afval te scheiden. Overwegende dat:
- de nationale overheid de gemeentelijke overheid oplegt om de hoeveelheid restafval terug te brengen tot 100 kg per inwoner per jaar in 2020;
- aan burgers derhalve wordt verzocht om afval zo veel mogelijk te scheiden;
- de gemeente daarin faciliteert door een PMD-container te verstrekken aan alle huishoudens en door, verspreid over de gemeente, afvalbrengpunten te realiseren;
- de huishoudens in hoogbouw, in tegenstelling tot de rest van de bevolking, geen afval meer hoeven te scheiden;
- deze huishoudens middels PMD-recyclezakken prima in staat zijn om afval te scheiden;
Is van mening dat:
- het onjuist is om een gedeelte van de bevolking te ontheffen van de plicht om afval te scheiden;
- alle burgers in gelijke mate in de gelegenheid moeten zijn om bij te dragen aan een beter milieu door afval zoveel mogelijk te scheiden;
En verzoekt het college:
- om dat gedeelte van de bevolking dat geen PMD-container kan huisvesten, recyclezakken te verstrekken;
- bij hoogbouw de benodigde PMD-verzamelcontainers te realiseren.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt of de heer Haase wil opnemen dat ook voor inwoners die het handig vinden om afval in te zamelen via een recyclezak, in plaats van een container, zakken beschikbaar worden gesteld. Het gaat daarbij dan dus niet alleen om inwoners die in hoogbouw wonen.
De heer MULLER gaat in op het beschikbaar stellen van recyclezakken en stelt voor dit niet mee te nemen in de motie, maar de motie te beperken tot het realiseren van verzamelcontainers bij hoogbouw.
De heer HAASE stelt voor dat de heer Klein Velderman een aparte motie opstelt als hij de motie wil verbreden. Wat de vraag van de heer Muller betreft zegt spreker dat een container ook geld kost en hij vindt het reëel dat omwoners bij hoogbouw gratis recyclezakken verstrekt krijgen.
Tweede termijn
De heer DE KOE verwijst naar de kanttekening uitgesproken in de commissie, maar zegt achter het voorstel te staan. Hij is blij dat het college de motie van het CDA overneemt.
Op het moment dat er meer PMD- en GFT-afval wordt opgehaald in eenzelfde ronde dan levert dat een grotere besparing op. Dat zou dus pleiten voor de motie van het CDA, maar de portefeuillehouder geeft daarbij aan dat het legen van elke container geld kost. Hij vraagt om een toelichting.
De heer MULLER gaat in op de motie een extra container voor luiers/medisch afval en geeft aan dat er gemeenten zijn die de mogelijkheid bieden dat inwoners met een medische indicatie via het zorgloket een container kunnen aanvragen, of in onze situatie via ViaVie, zonder administratieve rompslomp. De motie van de SGP kan de fractie steunen.
De heer H. KREIJKES vindt het positief dat het college de motie over de papierinzameling overneemt. Wat de extra GFT-container betreft merkt spreker op dat bij de afvalbrengpunten mensen met aanhangers met groenafval komen. Hij denkt daarom dat een extra gratis groencontainer zeker nut heeft, omdat extra groenafval geld oplevert en er minder kosten gemaakt hoeven te worden omdat er groenafval bij het restafval in de grijze container zit.
Het CDA handhaaft de motie ‘extra container voor luiers/medisch afval’.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het college in de motie van het CDA wordt opgeroepen om met de verenigingen in gesprek te gaan om te kijken of de dekking die nu geboden wordt kan worden uitgebreid. Er wordt dan dus ook ingezameld, of er wordt een container geplaatst, in die straten waar dat nu niet gebeurt. Het college wil hier gevolg aan geven, met als uiteindelijk doel dat er minder papier bij het restafval wordt gegooid.
Spreker refereert aan de motie van de SGP m.b.t. het beschikbaar stellen van recyclezakken en zegt dat er wettelijk gezien bij hoogbouw niet gescheiden hoeft te worden ingezameld. Maar hij denkt wel dat dit een bijdrage kan leveren in de bronscheiding. Wat de duurzaamheid betreft vindt spreker dat hier wel serieus naar gekeken moet worden.
In de motie wordt ook gevraagd om bij hoogbouw de benodigde PMD verzamelcontainers te plaatsen. Spreker zegt dat er begonnen wordt met het plaatsen van een 10-tal ondergrondse containers in de woonwijken, waarbij gekeken wordt of deze in de buurt van hoogbouw gerealiseerd kunnen worden. Als dit bij alle hoogbouw gerealiseerd moet worden dan is dit erg duur.
De heer HAASE interrumpeert en zegt dat in de motie niet gesproken wordt over ondergrondse verzamelcontainers. Dit kan ondergronds- en bovengronds zijn.
Wethouder AANSTOOT pleit voor bovengrondse containers. De recyclezakken kan de gemeente daarbij ter beschikking stellen. Deze kunnen opgehaald worden bij het gemeentehuis of de gemeentewerf en kunnen vervolgens weggebracht worden naar de kunststofcontainers op een milieueiland bij de hoogbouw of naar de ondergrondse containers elders in de woonwijk.
De heer HAASE interrumpeert en zegt dat in de motie staat dat recyclezakken bij hoogbouw gedistribueerd worden, omdat de inwoners daar geen PMD-container kunnen plaatsen.
Wethouder AANSTOOT zegt dat verstrekken ook kan betekenen dat de gemeente ze ter beschikking stelt. Het gaat nl. om 15% hoogbouw dat gemoeid gaat met duizenden euro’s aan kosten. Hier pleit hij niet voor.
De heer BEUNK interrumpeert en vraagt of plastic verplicht in de recyclezakken moet worden aangeleverd.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het plastic zakken moeten zijn die niet meteen scheuren maar wel onderdeel uitmaken van het PMD-afval. Hij benadrukt nog eens dat elke handeling die de gemeente verricht geld kost.
De VOORZITTER vraagt de heer Aanstoot voor elke motie aan te geven wat zijn advies is aan de raad en vraagt de wethouder aan te geven wat hij precies voorstelt in relatie tot de motie van de SGP. Dan kan de SGP afwegen of dit voldoende is om de motie al dan niet in stemming te brengen.
Wethouder AANSTOOT gaat in op de motie van de SGP en stelt voor minicontainers bij hoogbouw te plaatsen. De recyclezakken kan de gemeente ter beschikking stellen bij het gemeentehuis of op de werf.
Het college is voor de motie ‘papierinzameling’ en tegen de moties ‘extra container luiers/medisch afval’ en ‘tarieven extra GFT of PMD container’.
De heer NOORDAM vraagt om een schorsing.
Schorsing van 20.55 uur tot 21.00 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Aan de orde is de stemming over de moties. Spreker geeft gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring.
De heer HAASE zegt dat de SGP haar motie in stemming wil brengen. Het gaat om een principekwestie. Over de mogelijke onduidelijkheid over het eerste verzoek in de motie, zegt spreker dat het gaat om het actief sturen van recyclezakken aan huishoudens in de Hoge Wal.
De heer MULLER zegt dat voor Gemeentebelang op basis van de informatie en de toezegging van de wethouder, het verstrekken van vuilniszakken op een geselecteerd aantal adressen een stap te ver gaat. Gemeentebelang stemt tegen deze motie.
De VOORZITTER brengt de motie van het CDA in stemming, de motie over tarieven extra container GFT en/of PMD. De motie krijgt 23 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB, VVD, LL, D66) en 2 stemmen tegen (PvdA) en wordt aangenomen.
De VOORZITTER brengt de motie van het CDA in stemming, de motie over het ophalen van papier.
De motie wordt unaniem aangenomen.
De VOORZITTER brengt de motie van het CDA in stemming, de motie over een extra container voor doelgroepen. De motie krijgt 20 stemmen tegen (SGP, CU, GB, PvdA, VVD, LL, D66) en 5 stemmen voor (CDA) en wordt verworpen.
De VOORZITTER brengt de motie van de SGP in stemming, de motie ‘iedereen dient afval te scheiden’. De motie krijgt 22 stemmen voor (SGP, CDA, PvdA, VVD, LL, D66) en 3 stemmen tegen (GB) en wordt aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
16 Raadsvoorstel nota reserves en voorzieningen 2015 (Beens)
De heer JANSEN zegt dat de SGP in eerste instantie twee amendementen wilde indienen. Het amendement over het dr. Stokkersfonds dient hij echter niet in. Spreker komt hier later op terug.
De SGP dient een amendement in over de egalisatiereserve afval.
Overwegende dat:
- het voor een gemeente niet toegestaan is om structureel meer afvalstoffenheffing te begroten dan de kosten voor de afvalverwerking zijn;
- gezien het gemiddelde saldo van de egalisatiereserve en het regelmatig geld moeten teruggeven aan de inwoners het erop lijkt dat dit in onze gemeente aan de orde is;
- de bodem van de egalisatiereserve nu € 225.000 bedraagt en dat wordt voorgesteld om dit op te hogen naar € 250.000;
- het saldo van de reserve de afgelopen 5 jaar niet of nauwelijks onder de € 400.000 is geweest;
- een verhoging van zowel de bodem als het plafond tot gevolg zal hebben dat het gemiddelde saldo van deze egalisatiereserve gaat stijgen;
- een stijging van het gemiddelde saldo onwenselijk is, aangezien het hier een egalisatiereserve betreft en geen spaarfonds;
- het wenselijk is een administratieve lastenverlichting door te voeren door het verschil tussen bodem en plafond te vergroten, zodat er minder vaak geld terug hoeft te worden gegeven aan de burger;
- het college het verschil tussen bodem en plafond wil vergroten;
Besluit:
- De bodem van de egalisatiereserve afval vast te zetten op € 150.000;
- Het plafond op te hogen naar € 350.000.
De heer NOORDAM gaat in op de overweging: “het wenselijk is een administratieve lastenverlichting door te voeren door het verschil tussen bodem en plafond te vergroten, zodat er minder vaak geld terug hoeft te worden gegeven aan de burger” en vraagt de heer Jansen ten behoeve van de burgers hierop een toelichting te geven.
De heer JANSEN zegt dat voor de burger deze overweging vreemd kan klinken. Deze overweging heeft echter ook betrekking op de eerste twee overwegingen in het amendement: het is voor een gemeente niet toegestaan structureel meer afvalstoffenheffing te begroten dan de kosten van de afvalverwerking daadwerkelijk zijn. Als het verschil niet heel groot is, hoeft er geen geld teruggegeven te worden en zou gepleit kunnen worden voor een lagere afvalstoffenheffing. Daarvoor is niet gekozen.
De heer JANSEN gaat in op het dr. Beantwoording actiepunt 2015-02, Toelichting Dr. Stokkersfonds (pdf)fonds. Volgens de nota gaat het hier om een voorziening, omdat het geld is verkregen van een derde. Hierover staat in de nota, hoofdstuk 4, dat volgens het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten) rente bij voorzieningen toegevoegd zou mogen worden aan de reserves. Vervolgens staat er dat in de praktijk overeenkomstig het BBV wordt gehandeld, wat betekent dat aan voorzieningen in principe géén rente wordt toegevoegd. Na het verkrijgen van informatie hierover, dient de SGP haar aangekondigde amendement niet in. In het dr. Stokkersfonds zit meer dan € 400.000. Spreker vraagt hoe het college deze middelen denkt te besteden.
De heer BERKHOFF zegt in aanvulling op de woorden van de heer Jansen, dat het doel van het dr. Stokkersfonds bekend is. De SGP heeft gevraagd naar een verantwoording van dit fonds. Daarop is een opsomming verstrekt, die is verkregen uit de jaarrekening. De ChristenUnie pleit ervoor meer recht te doen aan dit fonds en twee keer per jaarverslag, zodat dit fonds meer bekendheid krijgt en er beter uit geput kan worden als zich mogelijkheden voordoen.
Wethouder BEENS zegt dat er ongeveer € 400.000 in het dr. Stokkersfonds zit. In jaren negentig van de vorige eeuw is door de raad besloten dat de gegenereerde rente van het fonds naar de algemene middelen toevloeit. Deze middelen worden daadwerkelijk aangewend voor stadsverfraaiing. Een echte specificatie is nooit gegeven.
Spreker zegt toe in de loop van 2016 met een notitie te komen om aan te geven hoe het dr. Stokkersfonds is ontstaan, wat de doelstellingen zijn, wat hierover door eerdere gemeenteraden is besloten en hoe er verder omgegaan kan worden met dit fonds. Deze notitie kan behandeld worden in de commissie.
De heer SCHEPPINK vraagt bij interruptie of de wethouder wil toezeggen dat hij daarbij historici betrekt.
Wethouder BEENS vraagt of de heer Scheppink doelt op de heer Slofstra. Als dat het geval is, dan wil spreker dat toezeggen.
De heer SCHEPPINK zegt dat er onduidelijkheid blijkt te zijn over het doel van het dr. Stokkersfonds. Hij vraagt of ook oud-wethouders of mensen van het Rijssens Museum hierover geconsulteerd kunnen worden. Het document uit 1931 wil spreker graag een keer zien.
Wethouder BEENS zegt toe dat hij zijn best doet om het document te laten zien. Of en wie er eventueel verder betrokken moet worden bij het verkrijgen van duidelijkheid over het doel van het fonds, kan spreker op dit moment niet zeggen.
Spreker ontraadt het amendement over de egalisatiereserve. Het collegevoorstel houdt in dat minder vaak geld teruggegeven wordt, maar als dat gebeurt wordt er in een keer een groter bedrag teruggegeven. Dat bespaart een groot aantal transactie- en uitvoeringskosten. Daarnaast houdt het amendement een lage ondergrens in: als er een jaar tegenvallers op dit gebied zijn, moet eerder de reserve aangesproken worden.
Tweede termijn
De heer JANSEN refereert aan wat de wethouder in de commissie heeft gezegd over een lagere ondergrens. Daarover heeft spreker niets in de stukken gelezen. Zelfs bij een ondergrens van € 225.000 was het saldo bijna € 400.000. Hij gaat er daarom van uit dat dit geen enkele spanning geeft.
De heer KAHRAMAN zegt dat het een keuze is om een egalisatiefonds te hanteren om schommelingen op te vangen dan wel dat de algemene reserve aangesproken wordt. Voor het CDA is het ‘broekzak-vestzak’. Zij steunt het amendement. Men moet wel beseffen dat er tegenvallers kunnen komen en dat dan de reserves aangesproken worden.
De heer NOORDAM zegt dat de VVD de woorden van de heer Kahraman ondersteunt. Spreker begrijpt wat dat betreft de beantwoording van de wethouder niet. Op enig moment kan het noodzakelijk zijn de reserve aan te spreken. Daarvoor is deze reserve bedoeld. De VVD vindt het een slechte zaak spaarpotjes aan te leggen.
De heer BERKHOFF zegt dat de gemeente geen spaarpotjes behoort te hebben. De redenering van de wethouder vindt de ChristenUnie daarom een beetje vreemd, ook gezien de ervaringen uit het verleden. De ChristenUnie steunt het amendement van de SGP.
De heer DE KOE zegt dat Lokaal Liberaal het amendement van de SGP ondersteunt.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang instemt met de motie. De afgelopen vijf jaar was er jaarlijks bijna € 200.000 overschot. Het risico is erg klein dat € 150.000 een gevaarlijk lage bodem is.
Wethouder BEENS zegt dat het college geen spaarpotjes aanlegt. Het college heeft het voorstel slechts voorgelegd om minder uitvoeringskosten te hebben. Spreker wijst op het risico dat de ondergrens die is genoemd in het amendement vrij laag is en dat op enig moment de reserve aangesproken moet worden. Spreker ontraadt het amendement.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement wordt unaniem aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het geamendeerde voorstel.
17 Raadsvoorstel vaststellen visiedocument "Cliëntondersteuning in Rijssen-Holten" (Beens)
CDA en D66 dienen een motie in: Visiedocument ‘cliëntondersteuning in Rijssen-Holten’. De heer WESSELS licht de motie toe. In de commissie is uitgebreid gesproken over cliëntondersteuning, waarbij een aantal kritische opmerkingen is gemaakt door het CDA. Na de commissievergadering is er ambtelijk nog een toelichting en verdieping gegeven. De motie wordt ingediend om het belang van cliëntondersteuning aan te geven.
Constateert dat:
- de staatssecretaris in de kwartaalbrief ‘uitvoering WMO 2015’ van 1 december jl. aandacht schenkt aan de aanbevelingen van cliëntenorganisaties rond cliëntondersteuning;
- uit breed onderzoek door ‘Aandacht voor Iedereen’ onder ruim 10.000 respondenten naar voren komt dat 57% van de mensen niet weet dat er gebruik gemaakt kan worden van onafhankelijke cliëntondersteuning;
- personen die gebruik hebben gemaakt van cliëntondersteuning hierover tevreden zijn;
- het college van Rijssen-Holten in het visiedocument ‘Clientondersteuning Rijssen-Holten’ een lokale inbedding van cliëntondersteuning nastreeft;
- het belang van de cliënt en het beperken van doorstroom naar maatwerkvoorzieningen in het visiestuk hierbij centraal staan;
Overweegt dat:
- er in het werkveld reeds diverse vormen van cliëntondersteuning aanwezig zijn;
- onafhankelijke cliëntondersteuning een wettelijke taak is;
- het visiestuk ‘Cliëntondersteuning Rijssen-Holten’ vooral de huidige praktijk beschrijft;
- ViaVie een centrale rol krijgt in onafhankelijke cliëntondersteuning;
- de onafhankelijkheid van cliëntondersteuning bij een door de gemeente gesubsidieerde organisatie in twijfel zou kunnen worden getrokken;
- er in het visiestuk niet wordt gesproken over de rol van cliëntondersteuning in het kader van de te maken transformatie;
- het van belang is om vooruit te kijken naar de veranderende rol van cliëntondersteuning in en na de transformatie
Roept het college op om:
- bestaande mogelijkheden tot cliëntondersteuning beter bij cliënten onder de aandacht te brengen;
- maatschappelijke partners op te roepen om mogelijkheden in vrijwillige cliëntondersteuning te benutten;
- in brede samenspraak met ViaVie en maatschappelijke partners zoals kerken, wijkverpleegkundigen en verenigingen de visie op cliëntondersteuning in brede zin ook na de transformatie door te ontwikkelen.
De heer DE KOE vraagt wat er door deze motie feitelijk verandert ten opzichte van het visiedocument.
De heer NOORDAM wijst op wat er in het raadsvoorstel staat onder punt 8, bij “Communicatie”: “Uw besluit wordt gedeeld met de betrokken organisaties: ViaVie, MEE IJsseloevers en MWnwT“. De motie roept op de communicatie breder te trekken. Spreker vraagt zich af of de motie op de muziek vooruit loopt.
De heer WESSELS zegt dat gebleken is dat 57% van de mensen niet weet dat cliëntondersteuning mogelijk is. In de commissie heeft de wethouder gezegd dat hij hierover meer wil communiceren. Dat is voor het CDA het beginpunt. De oproep aan het college in de motie richt zich in het eerste punt nadrukkelijk op het onder de aandacht brengen van ondersteuning bij de cliënt in gesprekken met regisseurs. Daarnaast is de oproep maatschappelijke partners bij de communicatie te betrekken en hen daarin een actieve rol te geven.
De wethouder heeft in de commissie gezegd ViaVie te zien als een soort paraplu, waaronder cliëntondersteuning wordt opgehangen, en dat cliëntondersteuning te maken heeft met de transitie. De laatste oproep in de motie gaat een stap verder door cliëntondersteuning in brede zin daarna nog door te ontwikkelen.
In deze vergadering wordt nog gesproken over communicatie. Het lijkt spreker daarbij een goed voorbeeld om cliëntondersteuning nog nadrukkelijker op de kaart te zetten, gezien het belang van het onderwerp en de onbekendheid ervan.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 de motie medeondertekend heeft, vooral vanwege het eerste aandachtstreepje. In de commissie is door D66 aangedrongen op een betere communicatie. Spreker is daarom blij dat dit nu bijna raadsbreed wordt gedeeld. Helaas heeft de wethouder zijn toezegging niet gestand gedaan en is in het voorstel de paragraaf Communicatie niet aangepast. Spreker verzoekt nogmaals in deze paragraaf heel goed de doelgroep en het doel van de communicatie te benoemen. Dat sluit goed aan bij de motie.
De heer MULLER zegt bij interruptie, dat het in de paragraaf Communicatie van voorliggend raadsvoorstel gaat over communicatie naar de directbetrokkenen met betrekking tot de besluitvorming van de raad. Het gaat nu niet om de communicatie die in het rapport aan de orde is. Spreker vraagt de heer Klein Velderman of in het nu voorliggende raadsvoorstel al aan de orde gesteld moet worden hoe de communicatie over de resultaten van de visie in de toekomst uitgevoerd moet worden.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij niet weet op welk rapport de heer Muller doelt en de vraag niet kan beantwoorden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de communicatie bij cliëntenondersteuning heel belangrijk is en dat de ChristenUnie daarvoor in de commissie heeft gepleit. Zij heeft ook gepleit eventuele andere mogelijkheden open te houden, zoals staat in het advies van de Wmo-Adviesraad. De wethouder heeft toegezegd dat er na een half jaar een evaluatie komt, waarbij wellicht nog zaken naar voren komen.
Bij het maken van een afspraak voor een keukentafelgesprek moeten mensen gewezen worden op de mogelijkheid van ondersteuning door bijvoorbeeld familie, maar ook door professionele cliëntondersteuning. Op dat moment moet hierover al gecommuniceerd worden. Dat hoeft niet alleen via advertenties of posters.
Spreekster is het eens met de motie. ViaVie is een gesubsidieerde stichting, waarbij de onafhankelijkheid enigszins in twijfel getrokken kan worden. Wat de ChristenUnie betreft mag ViaVie niet een soort poortwachter worden, die bepaalt of men al dan niet in aanmerking komt voor professionele ondersteuning van MEE of MWnwT.
De heer MULLER zegt dat met het raadsbesluit het visiedocument Cliëntondersteuning Rijssen-Holten wordt vastgesteld. Daarover moeten partijen geïnformeerd worden, die dit visiedocument straks moeten uitvoeren. Op dit moment hoeft wat spreker betreft nog niet breed gecommuniceerd te worden over dit document. Dat wordt de taak van diegenen die het visiedocument uitvoeren.
De heer DE KOE zegt dat cliëntenondersteuning hopelijk ook nu al zo goed mogelijk onder de aandacht gebracht wordt. Het bereik is kennelijk onvoldoende. De wethouder knoopt daar nu ViaVie aan om de communicatie daarover te verbeteren. Spreker verzoekt de wethouder hierop een toelichting te geven en dit te bevestigen.
Wethouder BEENS zegt dat de motie oproept tot drie onderdelen. Communicatie is een punt dat behoorlijk leeft bij zowel de raad als het college. Het voorliggende stuk ademt uit dat cliëntondersteuning veel meer onder de aandacht gebracht moet worden. Er is veel onbekendheid over zowel formele als informele cliëntondersteuning. Er moet dan ook nog behoorlijk wat energie gestopt worden in de communicatie. Die mensen die nu gebruikmaken van formele cliëntenondersteuning zijn daarover erg tevreden, maar de bekendheid moet breder getrokken worden.
De motie roept ook op de communicatie mee te nemen in de transformatie. Dat is voor spreker nog maar de vraag. Als de transformatie heel goed uitgevoerd wordt, dan is formele cliëntondersteuning wellicht niet eens meer nodig, omdat dit opgepakt wordt door iemand uit de eigen kring van een cliënt. Het is de bedoeling dat ViaVie bij een ondersteuningsvraag straks eerst vraagt of men iemand uit het eigen netwerk kan inzetten. Als dat niet mogelijk is of de problematiek is te groot, dan zet ViaVie andere, professionele partijen in.
Het college kan het eerste punt over communicatie van de motie overnemen. Het tweede punt van de motie zal aandacht van het college moeten krijgen, maar ook vooral van ViaVie. Wat in het derde punt van de motie wordt verzocht, namelijk de visie op cliëntondersteuning in brede zin ook na de transformatie door te ontwikkelen, wordt door het college meegenomen: alles wat in de transitie geregeld is, wordt sowieso meegenomen in de transformatie. Geprobeerd wordt mensen nog veel meer in eigen kracht te zetten.
Het college is al volop bezig met wat wordt gevraagd in de motie en daaraan uitvoering te geven. Of de motie wordt gehandhaafd, hoort spreker graag. De motie is wat hem betreft sympathiek, maar overbodig.
In de commissie is gesproken over de communicatie over mogelijkheden van formele en informele ondersteuning. Op de volgende wijze pakt de gemeente dit op:
- via de website van de gemeente;
- in de Noaberschapspagina in het Rijssens Nieuwsblad;
- in de uitnodiging voor het intakegesprek.
Spreker herhaalt zijn toezegging over een evaluatie over een half jaar, al betreft het dan een korte periode.
Er is gesproken over de onafhankelijkheid van een gesubsidieerde organisatie. Dit staat ook in de overwegingen van de motie. Spreker is het daarmee niet eens. Van een welzijnsorganisatie mag onafhankelijkheid verwacht worden. Getoetst wordt of dat inderdaad het geval is.
Spreker is het eens met de woorden van de heer Muller, dat partijen straks ook zelf actie moeten ondernemen voor wat betreft de communicatie.
Tweede termijn
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang uiteraard veel waarde hecht aan communicatie. Het gaat spreker in dit geval echter om de structuur van het raadsvoorstel. Daarover heeft hij in eerste termijn een opmerking gemaakt. In het presidium komt hij hierop terug.
Het visiedocument zelf is een goede basis. Gemeentebelang begrijpt de ambitie en de voordelen om hulpverlening te trechteren via ViaVie. In de commissie is duidelijk verwoord dat cliënten voor onbetaalde ondersteuning een beroep kunnen doen op andere organisaties. Wie liever niet aanklopt bij ViaVie heeft andere mogelijkheden voor ondersteuning.
In het hoofdstuk Specifiek per onderdeel wordt geen of nauwelijks aandacht besteed aan de maatschappelijke partners. Nu heeft de wethouder aangegeven hoe belangrijk zij daarin zijn. De motie van het CDA ziet Gemeentebelang daarom als een accentuering van een intentie die in basis aanwezig is. Om die reden steunt zij de motie, al is hooguit het een tekstuele aanvulling. De motie zou wat Gemeentebelang ook ingetrokken kunnen worden.
De heer WESSELS zegt na de beantwoording van de wethouder dat de gemeente een eind op de goede weg is en dat raad en college daarover al behoorlijk op één lijn zitten.
Naar aanleiding van het laatste punt in de motie zegt de wethouder dat op het moment dat de transformatie is afgerond, de zorg dichtbij de burger is georganiseerd door middel van bijvoorbeeld een wijkmakelaar en zou cliëntondersteuning niet meer nodig zijn. Volgens spreker is onafhankelijke cliëntondersteuning tot op heden echter een wettelijke taak. Hoe zich dat in de toekomst ontwikkelt, is niet bekend. Wat in het laatste punt heel belangrijk is, is dat het college gevraagd wordt een visie te ontwikkelen juist met de maatschappelijke partners. Op dit moment is cliëntondersteuning een verplichting, ook richting de transformatie, en het CDA hecht er veel waarde aan dat in samenspraak te doen met ViaVie en de maatschappelijke partners. De motie wordt gehandhaafd.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat volgens de wethouder professionele cliëntondersteuning niet meer nodig zal zijn, omdat mensen in hun eigen kracht gezet worden. Dat klinkt mooi en ideaal en zal gelden voor heel veel mensen. Er zijn echter altijd mensen die cliëntondersteuning nodig hebben, ook professionele cliëntondersteuning. Daarvoor vraagt spreekster aandacht.
Zij vraagt de wethouder een reactie te geven op wat zij heeft gezegd, dat Viavie een soort poortwachter is voor de professionele cliëntondersteuning.
De ChristenUnie kan de motie van het CDA ondersteunen, al vindt zij dat deze enigszins overbodig is.
De heer RETERINK zegt dat de motie wat de SGP betreft na de beantwoording van de wethouder overbodig is. Wel moet gewaakt worden voor enige spraakverwarring over het laatste verzoek in de motie. Uit de woorden van de heer Wessels in de tweede termijn lijkt het alsof hij enigszins op een ander spoor zit. Dit laatste verzoek kan wat de SGP betreft uit de motie gehaald worden; het is veel werk om met de vele maatschappelijke partners te spreken. Anderzijds zegt ook de wethouder dat het gaat om een sympathieke motie. De SGP kan zich daarachter scharen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA zich in de commissie al achter het visiedocument heeft geschaard. Naar aanleiding van de motie en de reactie van de wethouder zegt spreker dat cliëntondersteuning ook in de toekomst nodig zal blijken te zijn, zelfs in een ideale situatie. Voor het overige ziet spreker de motie als een ondersteuning van het beleid. De PvdA stemt hiermee in.
Wethouder BEENS herhaalt zijn woorden over de transformatie. Het zou heel mooi zijn als de transformatie zo’n succes is in Rijssen-Holten, dat cliëntondersteuning niet meer nodig zal zijn. Er blijven echter altijd mensen die officiële cliëntondersteuning nodig hebben. Dat blijft een wettelijke taak van de gemeente. Spreker zou het jammer vinden dat er heel veel gebruik van gemaakt wordt als de transformatie een paar jaar draait. Dat is echter een punt dat in de toekomst besproken moet worden.
Spreker heeft het gevoel dat de heer Wessels een visie op de transformatie mist. Aan die visie wordt momenteel hard gewerkt en wordt begin 2016 aan de raad voorgelegd. Cliëntondersteuning wil het college echter nu al goed geregeld hebben. Daarom wordt het aan de raad voorgelegd voor de transformatie.
Mevrouw Riezebos sprak over de poortwachter en zei er moeite mee te hebben dat de organisatie van de cliëntondersteuning ondergebracht wordt bij ViaVie. De gemeente moet dit echter officieel ergens onderbrengen.
Mevrouw RIEZEBOS interrumpeert de wethouder en merkt op dat zij niet heeft gezegd dat zij moeite heeft met ViaVie. Dat ViaVie het eerste aanspreekpunt is en wijst op de mogelijkheid van professionele cliëntondersteuning is prima. Wel zou zij het jammer vinden als ViaVie uiteindelijk beslist of men gebruik mag maken van professionele cliëntondersteuning.
Wethouder BEENS zegt dat het college het zou betreuren als zo’n situatie zich zou voordoen. MEE IJsseloevers en MWnwT zijn door de gemeente gesubsidieerd en voor cliënten ligt daar dan ook ondersteuning op de plank. ViaVie zal daarover niet moeilijk doen als zij weet dat mensen professionele hulp nodig hebben. Dit wordt een onderdeel van de evaluatie en komt te zijner tijd terug.
Naar aanleiding van de woorden van de heer Reterink zegt spreker dat het college nog terugkomt op het hele proces rondom de transformatie.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
De VOORZITTER brengt de motie van het CDA in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
18 Raadsvoorstel herziening gemeenschappelijke regeling SOWECO (Tijhof)
De VOORZITTER deelt mee dat na de laatste commissievergadering er een bijeenkomst is geweest van het Algemeen Bestuur van SOWECO. Spreker geeft de wethouder gelegenheid de laatste stand van zaken door te geven.
Wethouder TIJHOF zegt dat in de commissievergadering van 7 december 2015 is gevraagd naar mogelijk extra taken voor SOWECO binnen de GR ‑ dit heeft betrekking op de artikelen 3 en 4 van de GR SOWECO – en of dergelijke taken binnen of buiten de GR vallen. Tijdens de commissievergadering heeft spreker gezegd dat tijdens de bestuurlijke conferentie van 29 oktober 2015 is besloten dat uitbreiding van taken binnen de GR niet meer kan. Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur op 10 december 2015 heeft spreker de vraag uit de commissievergadering voorgelegd. De conclusie zoals verwoord in het nu voorliggende raadsvoorstel onder “Kanttekeningen” – “Dergelijke aanvullende taken worden uitsluitend op verzoek en in opdracht van betreffende gemeenten opgepakt, maken geen onderdeel uit van het basistakenpakket van SOWECO” – werd daar onderstreept en opgenomen in het verslag van de AB-vergadering. Wijziging van de GR-tekst was echter niet meer mogelijk, omdat de besluitvorming hierover al te ver gevorderd was. Vorige week donderdag zijn de raden van Almelo en Wierden al akkoord gegaan met de tekst zoals ook hier voorligt. Intussen hebben ook de raden van Tubbergen, Hellendoorn en Twenterand besloten de GR ongewijzigd vast te stellen.
Eerste termijn
De heer WESSELS zegt dat het goed is dat nu vastgelegd is dat geen nieuwe taken worden ondergebracht in de GR met gewijzigde artikelen. Voor het CDA is dat afdoende. Zij stemt in met het voorstel.
De heer DE KOE steunt de woorden van de heer Wessels.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie in de commissie heeft aangegeven dat zij het raadsvoorstel ondersteunt. Spreker herhaalt die ondersteuning, zeker na de toelichting van de wethouder.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang het raadsvoorstel ziet als een technische aanpassing om juridische problemen in januari te voorkomen. De toekomstige ontwikkelingen worden binnenkort besproken naar aanleiding van de raadsbrief. Gemeentebelang ondersteunt het raadsvoorstel.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
19 Raadsvoorstel Rekenkamerrapport over externe communicatie (presidium)
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 de conclusies en de aanbevelingen in het rapport onderstreept. In de reactie van het college op het rapport, wordt verwezen naar het rapport Netwerkende co-creatieve gemeente. Spreker vraagt het college wanneer de raad dit rapport kan verwachten.
De heer MULLER zegt dat hij als lid van het presidium en ook namens Gemeentebelang de aanbevelingen van harte ondersteunt. Het is een goed rapport en Gemeentebelang wacht het rapport Netwerkende co-creatieve gemeente af.
De VOORZITTER zegt dat ernaar gestreefd wordt in het eerste kwartaal 2016 te spreken over het voorstel van het college.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
20 Raadsvoorstel begrotingswijzigingen december 2015 (Beens)
De heer BERKHOFF gaat in op de begrotingswijzigingen inzake het beschikbaar stellen van een krediet van € 85.000 voor het overdragen van grond en € 165.700 voor de aankoop transportleiding. Het stuk is te laat aangeboden voor de commissie om daar behandeld te worden. Via het presidium is toestemming gegeven het stuk direct te behandelen in de raad. Het stuk lezende blijkt dat dit al speelt vanaf 2009. In april 2015 is door het waterschap de handtekening gezet. Nu wordt het stuk overhaast in de raad gebracht. Spreker vraagt de wethouder hoe dit kon gebeuren en of de tijdslijnen tussen 2009 en 2015 niet erg lang zijn geweest.
De heer MULLER gaat in op de begrotingswijziging inzake het subsidiebedrag voor het Parkgebouw, realiseren akoestisch systeem. Gemeentebelang heeft de problemen die zij heeft met de bewandelde weg besproken in de commissie. Dit betekent niet dat zij negatief is over het doel zelf. Integendeel, Gemeentebelang is gecharmeerd over de relatie externe sponsorbijdragen versus het subsidieaandeel. Om die reden stemt Gemeentebelang daarmee in.
De heer HAASE gaat in op de begrotingswijziging inzake verduurzaming van gemeentelijke gebouwen. Er was in eerste instantie onduidelijkheid over de vraag waarvoor de € 25.000 nodig was. De SGP heeft de brief van de wethouder hierover gelezen en stemt in met deze begrotingswijziging. De wethouder heeft in de commissie opgemerkt, dat als eerder maatregelen uitgevoerd kunnen worden vanuit de huidige plannen, de raad daarover kan besluiten via een begrotingswijziging. De SGP ondersteunt dat van harte, omdat er wat haar betreft vaart gemaakt mag worden met de duurzaamheidsnota.
De heer BEUNK zegt dat Gemeentebelang zich aansluit bij de woorden van de heer Haase. Gemeentebelang stelt voor het ´laaghangend fruit´ nu te plukken, zoals led-verlichtingen en aanpassing van verlichting in de parkeergarage. Dat kan snel uitgevoerd worden en heeft niet direct een grote inbreuk op het budget.
In de commissie bleek er enige moeite te zijn met het uitvoeren van een heel breed onderzoek dat veel geld kost. Spreker stelt voor een splitsing te maken en nu geen onderzoek te doen naar zaken die over drie of vier jaar pas worden uitgevoerd. Een voorbeeld is de warmteterugwininstallatie. Als daarover nu een rapport wordt neergelegd, kan het bij de uitvoering al zijn achterhaald, omdat de techniek erg snel gaat. Het voorstel zelf is prima, maar het zou goed zijn dit gefaseerd uit te voeren.
Wethouder AANSTOOT zegt op de vraag van de heer Berkhoff dat in 2006 een bestuurlijke afspraak is gemaakt tussen het waterschap en de gemeente om het gemaal volgens de specificaties van het waterschap neer te zetten, betaald uit de exploitatie van Vletgaarsmaten. Vervolgens is toen de afspraak gemaakt dat beheer en toekomstige vervanging voor rekening van het waterschap zijn. Daarop is de afkoopsom gebaseerd. Waarom het allemaal zo lang moest duren, kan spreker niet zeggen. Hij komt daarop terug via een NB.
(NB: De vertraagde realisatie van het bedrijventerrein (gereed in het najaar 2009) maakte dat formalisering pas vanaf 2010 echt mogelijk was. Op dat moment is het college in gesprek gegaan over de afhandeling van de in 2006 gemaakte afspraken op hoofdlijnen. Het Waterschap gaf echter op dat moment aan dat zij eerst meer onderzoek wilden doen naar belastingtechnische voor- en nadelen. Dit met name met het oog op de vorm en inhoud van de op te stellen overeenkomsten. Vervolgens diende de kadastrale situatie van het gemaal gecorrigeerd te worden om de bereikbaarheid goed te waarborgen. Ten slotte maakten personele wisselingen bij beide organisaties dat het formaliseringsproces onvoldoende voortgang vond. Dit alles heeft geleid tot een vertraagde afhandeling van het dossier).
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
21 Brief opvang en huisvesting vergunninghouders
Raadsbesluit tot bekrachtigen geheimhouding
De VOORZITTER zegt dat een van de bijlagen bij de stukken vertrouwelijk is. De vraag die in eerste instantie voorligt, is of de raad de geheimhouding op dit stuk wil bekrachtigen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
Eerste termijn
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA zich kan vinden in de lijn van het college met betrekking tot opvang en huisvesting van vluchtelingen. Wel plaatst zijn fractie de volgende kanttekeningen.
Rijssen-Holten kiest ervoor haar taakstelling met betrekking tot het huisvesten van statushouders ‑ vluchtelingen die al een langere tijd in Nederland zijn en een verblijfsvergunning hebben ‑ voortvarend op te pakken. Daardoor komen er plekken vrij in asielzoekerscentra voor nieuwe vluchtelingen. Hiermee kan er vanuit de gemeente een steentje bijgedragen worden om de crisisnoodopvang – vijf dagen huisvesten van vluchtelingen in sporthallen ‑ terug te brengen naar alleen nog inzet bij uitzonderlijke gevallen.
Het CDA is het met het college eens dat vluchtelingen met een status zo snel mogelijk moeten worden opgenomen in de gemeente. Zij is geen voorstander van het bouwen van speciale wijken of gebouwen alleen maar voor statushouders. Het CDA is er warm voorstander van statushouders zo veel mogelijk verspreid over de gemeente en wijken te huisvesten. Hiermee wordt integratie van de nieuwe inwoners vergroot en wordt de acceptatie verbreed onder de bestaande inwoners. Vluchtelingen verspreid over wijken te huisvesten, betekent ook dat de 100 extra nieuw te bouwen woningen niet alleen bestemd zijn voor de nieuwkomers, maar ook voor huidige inwoners. Het CDA benadrukt dat het voor haar belangrijk is dat deze keuze niet leidt tot de situatie waarin andere inwoners van Rijssen-Holten de kans op een woning aanzienlijk zien verkleinen of nog langer moeten wachten.
Het gemeentebestuur heeft het standpunt ingenomen actief met het COA in gesprek te gaan om te kijken hoe de gemeente invulling kan geven aan noodopvang van vluchtelingen. Er zijn namelijk nog steeds veel mensen die instromen en geen plek hebben in de reguliere asielzoekerscentra. De raad heeft duidelijk aangegeven dat daarbij gekeken moet worden naar de aard en schaal die past bij deze gemeente. Het CDA had in de brief van het college daarom graag gezien dat het college in de een na laatste alinea, waarin aantallen van noodopvang worden genoemd, achter “100-250 volwassen” een punt had gezet. Nu staat er: “en/of meer”. Voor het CDA passen 100-250 volwassen bij de aard en schaal van Rijssen-Holten. Meer niet. Spreker vraagt of dit standpunt wordt gedeeld door het college.
Bij opvang van statushouders denkt men allereerst aan huisvesting, maar er zijn nog veel andere zaken om rekening mee te houden, zoals gezondheidszorg, arbeidsmarkt, scholing, taalonderwijs, religie, veiligheid, algehele integratie. Het CDA ziet graag de visie van het college tegemoet hoe de gemeente deze zaken invult.
Niemand heeft om deze situatie gevraagd, de vluchtelingen niet en ook niet de ontvangende landen en gemeenten, maar nu zij in deze situatie zitten, moet er een oplossing gevonden worden. Het CDA vindt de opvang van ontheemden een morele verantwoordelijkheid van iedereen. Het is belangrijk dat gezamenlijk degelijk beleid wordt gemaakt om op verantwoorde wijze deze vluchtelingen in de gemeente op te vangen, waarbij de aard en schaal van de gemeenschap en de gemeente niet uit het oog mag worden verloren.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij zich voor een deel kan vinden in de woorden van de heer Kahraman, zeker voor wat betreft het laatste gedeelte van zijn betoog.
Spreker gaat in op de brief en spreekt zijn waardering uit aan het college voor de wijze waarop de raad in de loop van het jaar is meegenomen in het proces naar opvang van asielzoekers of huisvesting van statushouders.
Het is goed dat duidelijk wordt waarover de brief precies gaat. In de vorige raadsvergadering heeft de raad unaniem toestemming verleend aan het college om onderzoek te doen naar noodopvang of crisis-noodopvang. In de voorliggende brief gaat het over statushouders. Voor statushouders die hier geplaatst worden, heeft de gemeente een wettelijke taak. Daarnaast wil de gemeente een extra inspanningsverplichting op zich nemen door het naar voren halen van huisvesting van statushouders. Het is de bedoeling dat deze mensen integreren en langer blijven. Dat is geen noodopvang. Er zitten ook kosten aan vast, met name maatschappelijke kosten. De raad heeft helder uitgesproken dat de gemeente geen permanente opvang wil. Daarover gaat het in dit geval ook niet. Het gaat over tijdelijke opvang.
In de vorige raadsvergadering heeft de raad zich duidelijk uitgesproken over aard en schaal. Spreker vindt het jammer dat daarover in de brief geen uitspraken zijn opgenomen. De brief zou zelfs zo gelezen kunnen worden, dat het gaat om een ondergrens van 250 personen voor noodopvang. Dat is niet de afspraak. Spreker had gehoopt dat het college duidelijke keuzes had gemaakt. Hij hoopt dat het college die keuzes vanavond wel maakt, ook in de beantwoordingen op vragen vanuit de raad. De vragen en de opmerkingen wil spreker gescheiden zien in twee delen: statushouders en noodopvang.
De extra inspanning betekent extra woningen en het versneld opnemen van statushouders. Spreker vraagt wat de prognose is en hoe hoog de inspanning is die het college wil doen. Verder kan het zo zijn dat de werkelijkheid hoger uitvalt dan de prognose. Hij vraagt of er dan een huisvestingsprobleem ontstaat, omdat er andere afspraken zijn gemaakt met de provincie, of dat de extra inspanningen teruggeschroefd worden.
Er zijn ruim 100 woningen extra nodig, volgens de brief. De SGP zegt daarover dat er eerst een akkoord moet zijn van de provincie: niet alleen bouwen voor statushouders, maar ook voor de eigen woningbehoefte. De SGP wil niet dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen huisvesting van eigen bewoners en nieuwkomers.
Wat betreft noodopvang op één locatie zegt de SGP dat hierin keuzes gemaakt moeten worden naar aard en schaal. Daarover moet duidelijkheid zijn, ook in raadsbrieven. De brief is niet duidelijk over aard en schaal. In de brief gaat het over 250 personen of meer. Spreker vraagt het college een duidelijk antwoord te geven op de vraag of 250 personen voor het college de ondergrens is.
Ook de duur van de opvang is niet duidelijk: drie tot zes maanden of langer dan een jaar. Ook daarin moeten keuzes worden gemaakt. Het gaat om tijdelijke opvang, die tijdelijk moet blijven. Spreker vraagt wat het college wil: van tijdelijk naar permanent, gaat het echt om tijdelijk? De SGP wil die keuze wel maken: maximaal één jaar en maximaal 250 personen.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang blij is met de brief, omdat deze antwoord geeft op diverse actuele vragen en inzicht geeft in de Twentse samenwerking. Er worden aantallen genoemd, zowel voor de benodigde woningen als voor noodopvang. Een aantal tot 250 personen acht Gemeentebelang redelijk en in relatie met de aard en schaal van de gemeente en het enorme probleem. Uiteraard speelt voor de noodopvang straks ook de locatie een rol Spreker vraagt het college hoe communicatie en afstemming met omwonenden vormgegeven wordt.
Spreker refereert aan de vorige raadsvergadering, waarin de wethouder meldde dat de gemeente samen met de corporaties optreedt om te voorkomen dat extra schaarste aan sociale-huurwoningen ontstaat. In deze brief wordt alleen melding gemaakt van uitwerking met betrokken stakeholders. Spreker vraagt het college op welke wijze de woningbouwcorporaties worden betrokken: worden zij leverancier van alle woningen?
De brief vermeldt dat toekomstige leegstandproblemen niet aan de orde zijn in deze gemeente. Het is uit eerdere discussies echter bekend dat corporaties zelf vrezen voor leegstand na 10 à 20 jaar. Spreker vraagt of er al inzicht is in wie wanneer welke risico's loopt als gevolg van extra woningbouw. Het blijkt dat het merendeel van de asielzoekers niet binnen vijf jaar aan werk komt en gebruik maakt van bijstand en minimavoorzieningen en veel begeleiding vraagt. Spreker vraagt of het college kans ziet voor de kadernotabehandeling inzicht te geven in de financiële gevolgen van het, overigens terechte, beleid dat hier uitgezet wordt.
De heer BERKHOFF complimenteert het college over de voortvarende wijze waarop uitvoerig is gegeven aan vragen die de ChristenUnie in het verleden heeft gesteld over opvang van vluchtelingen/asielzoekers en hoe dit opgepakt wordt.
Over de noodopvang bestaat nog een aantal onduidelijkheden: gaat het om 100 tot 250 personen of meer? Genoemd wordt een periode van drie tot zes maanden. De ChristenUnie wil zich nog niet vastleggen door nu al piketpaaltjes te zetten waaraan het college moet voldoen.. Zij is van mening dat het college de vrijheid moet krijgen om de zaken verder uit te werken om vervolgens met een afgewogen plan te komen, waarna de raad een beslissing kan nemen.
De heer SCHEPPINK vraagt de heer Berkhoff bij interruptie wat de ChristenUnie verstaat onder tijdelijkheid.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie het eventuele voorstel van het college afwacht. Zij zegt niet vooraf dat onder tijdelijkheid bijvoorbeeld drie of zes maanden moet worden verstaan. Tijdelijkheid kan misschien ook een jaar of een jaar en drie maanden zijn. Zij zegt nu ook nog niet dat het moet gaan om maximaal 250 personen en dat zij als er bijvoorbeeld 260 personen komen, dat zal afwijzen.
Naar aanleiding van de woorden van de heer Muller zegt spreker dat het nog te vroeg is in te gaan op details of vragen te stellen over communicatie en wat het de gemeente allemaal gaat kosten. Wat hem betreft werkt het college eerst de plannen uit. Het college komt daarbij zelf wel met een onderbouwing.
De heer MULLER zegt dat het verstandig is visie en inzicht te krijgen in de bedragen die een rol spelen en de risico’s die worden genomen.
De heer DE KOE zegt dat Lokaal Liberaal blij is dat het college deze brief naar de raad heeft gestuurd en dat het verder wordt opgepakt. Spreker heeft de volgende kritische kanttekeningen.
In het verleden is een keer besloten crisisopvang toe te staan voor een korte periode. Dat is een morele plicht. Wat nu voorligt, gaat een stuk verder. Het aantal statushouders dat de gemeente verplicht is op te nemen, zal zeker groeien. Er mag echter geen verdringing komen, wat betekent dat er extra gebouwd moet worden om te zorgen dat de eigen mensen die behoefte hebben aan sociale huurwoningen op een redelijke termijn gehuisvest kunnen worden. Zonder de mogelijkheid om extra te bouwen, ziet Lokaal Liberaal geen mogelijkheden voor de gemeente meer statushouders op te vangen dan zij nu al doet.
Over noodopvang wil Lokaal Liberaal enkele kaders meegeven. Als het gaat om “een jaar of langer” rijst de vraag hoe tijdelijk tijdelijk is. Voor Lokaal Liberaal houdt dit op bij een jaar, waarbij een jaar niet betekent: elk jaar weer een nieuw jaar.
“Het aantal personen concentreren op één locatie” en “aard en schaal” is moeilijk te beoordelen. Met een opvang van 250 personen mag het voor Lokaal Liberaal wel ophouden.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA erg blij is met de brief van het college, waarin de gemeente haar menselijkheid laat zien. Bij het huisvesten van mensen is draagvlak belangrijk. Ook is het belangrijk dat duidelijk is dat de eigen bevolking niet wordt vergeten. Hoe belangrijk draagvlak is, heeft men kunnen zien in Geldermalsen.
Wat betreft noodopvang gaat spreker ervan uit dat de gemeenten die samenwerken in de Regio Twente ieder een evenredig deel nemen. De hoeveelheid moet passen bij aard en schaal, maar spreker durft nog geen getal te noemen. Als elke gemeente netjes het aantal mensen opneemt dat passend is bij de omvang van die stad of dorp, dan komt men er binnen de Veiligheidsregio Twente wel uit.
De periode van opvang weet spreker niet. Het moet blijken of het gaat om een half jaar, een jaar, een jaar en drie maanden. De PvdA wil zich daarop op voorhand niet vastleggen. Wel onderstreept zij dat tijdelijk tijdelijk is en dat daaraan uiteindelijk een einde komt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 blij is met de informatie van het college, al vond zij de brief moeilijk leesbaar. Spreker onderschrijft veel van de woorden van vorige sprekers. Als statushouders opgevangen worden, dan moet dat niet ten koste gaan van de kansen voor de mensen in de gemeente. Om draagvlak voor opvang te creëren, vindt spreker het nodig daaraan veel aandacht te besteden.
Aan noodopvang wil spreker geen periode en aantallen hangen. D66 stelt voor, als de gemeente mensen opvangt, dat dat kleinschalig gebeurt. Er moeten geen grote centra georganiseerd worden voor opvang van 250 volwassenen. Spreker denkt ook niet dat er geschikte locaties zijn en wil het college aansporen op zoek te gaan naar kleinschalige opvang. 250 personen, misschien wat meer en misschien wat minder, verdeeld over meerdere locaties zou dan makkelijk kunnen. De opvang moet in Twente moet gezamenlijk gedaan worden. Gezorgd moet worden voor een goede locatie.
De heer SCHEPPINK vraagt de heer Klein Velderman bij interruptie of D66, als opvang verdeeld in groepjes niet mogelijk blijkt te zijn op kleinere locaties, dan tegen noodopvang op één locatie is.
De heer Klein Velderman zegt dat hij geen tijdelijkheid wil aangeven. Spreker vraagt hem of hij bedoelt dat de opvang dan ook permanent mag zijn.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat permanente opvang niet betekent dat mensen ook permanent blijven wonen. Permanente opvang betekent dat de gemeente een locatie heeft, waar de crisisopvang georganiseerd kan worden. Dat is in deze periode hard nodig, maar dat kan op den duur overbodig worden.
Op de vraag over grotere locaties, zegt spreker dat D66 het positief wil brengen, maar als het echt niet anders kan, moet opvang in grote locaties. Volgens spreker heeft het college voldoende mogelijkheden op zoek te gaan naar de wat kleinere locaties.
De heer NOORDAM zegt dat er vier partijen ontzettend blij zijn met de brief, maar dat de VVD erg ongerust is over de brief. Kijkend naar heel Nederland en naar het aantal vluchtelingen, wetende dat Rijssen-Holten 13.000 huishoudens heeft, is de vraag: wat is aard en schaal? Kijkend naar de toekomst voor statushouders, zegt het CDA: gespreid over de gemeente. Gespreid is inderdaad het beste voor iedereen. Blijft voor spreker de vraag wat aard en schaal is. 1 op 100, wat ook ergens uit de lucht komt vallen, vindt de VVD ook vallen onder aard en schaal. Dat is acceptabel en de inwoners snappen dat er maximaal 138 mensen gehuisvest kunnen worden. 138 is geen 250 en geen 100, maar gewoon het getal naar aard en schaal.
Rijssen-Holten kent 750 werklozen op dit moment en 248 mensen met een Wwb-uitkering. In de stukken staat echter dat met elkaar gezorgd moet worden voor een snelle instroom op de arbeidsmarkt. Dat is mooi en ook nodig, maar dat lukt niet. De VVD is daarom niet blij met de brief. Het is een heel bezorgde brief.
Zonder harde garanties vanuit de provincie moet de raad hierover nog niet spreken. De gemeente heeft namelijk problemen. Er zijn jongeren uit de gemeente vertrokken, omdat er voor hen onvoldoende huisvesting is. Na lang aandringen is er nu iets gerealiseerd in Holten op de Kol. Dat is niet voldoende. Mensen zitten in de wachtkamer, terwijl bekeken wordt hoe invulling gegeven kan worden aan de behoefte voor vluchtelingen op de lange termijn. Spreker deelt de mening van de SGP van harte: eerst bij de provincie kijken naar ruimte, omdat Rijssen-Holten zelf al problemen heeft. Spreker verzoekt de Scheppink van de SGP te zeggen: wij gaan vaststellen wat onze problemen op dit moment zijn, zodat daarmee een visie is op wat straks gedaan moet worden met vergunninghouders. Dan is het zuiver. In de commissie heeft de VVD als enige al gezegd, dat eigen inwoners niet de dupe kunnen worden van heel lange wachttijden, omdat de gemeente vergunninghouders moet huisvesten.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat veel fracties het prettig vonden om via de brief geïnformeerd te worden. Spreker biedt daarbij tegelijkertijd zijn excuses aan, omdat er verwarring is ontstaan door punt 4 in de brief. Bij punt 1 in de brief, onder stand van zaken, wordt duidelijk de aard en schaal naar voren gebracht als het gaat over noodopvang. Het college denkt momenteel aan maximaal 250 personen voor een periode van een jaar.
De noodopvang komt voort uit het recent ondertekende bestuursakkoord. Daarbij zijn de veiligheidsregio’s opgeroepen om ieder 500 plaatsen voor noodopvang te realiseren en is iedere provincie opgeroepen daar 2500 plaatsen aan bij te dragen. 2500 gedeeld door twee en daarbij het Twentse deel bekijkend, dan is het een totaalopgave van 1750. Omgerekend naar Twentse schaal, rekening houdend met omliggende gemeenten waar azc’s zijn gerealiseerd, is een aantal van 250 personen een goede, evenwichtige bijdrage, passend binnen de aard en schaal, zoals is besproken in de raad op 24 september.
De heer Kahraman gaf aan dat statushouders niet alleen in gebouwen komen. Dat is ook de insteek van het college. Deze statushouders wil het college versneld opnemen: dus geen extra statushouders, maar versneld opnemen. Dat betekent dat de gemeente een deel van de taakstelling, die nog niet exact bekend is, versneld wil huisvesten. Het college wil dat realiseren door extra woningen te bouwen. Spreker is van mening dat bij het bouwen van die extra woningen, het geen woningen moeten zijn die exclusief bestemd zijn voor statushouders.
Gesproken is over de vraag hoe de stakeholders meegenomen worden. Het college heeft hierin met name gesproken met de corporaties. Zij zijn meegenomen in dit proces. Garanties dat ook andere partijen woningen op de markt willen brengen, durft spreker nog niet te geven. Dat is nog te prematuur, maar het idee is: 100 woningen extra voor statushouders.
Op de vraag wat dit concreet betekent voor de eigen woningmarkt, zegt spreker dat in de conceptwoonafspraken – de verwachting is dat deze in januari getekend worden – o.a. staat dat de provincie de statushouders als een specifieke doelgroep ziet, die niet in de reguliere woonafspraken zijn opgenomen. Onder voorwaarden is de provincie bereid extra woningen toe te staan. Dat wordt lastig als een gemeente al te veel capaciteit en te veel sociale huurwoningen op de markt heeft, maar het college verwacht gezien de situatie en de spanning die er is op de woningmarkt in Rijssen-Holten, dat met de provincie wel die stap gemaakt kan worden. Het college verwacht ook dat dit op deze manier ondertekend wordt.
Bij de provincie heeft het college aangegeven dat als er extra woningen gebouwd kunnen worden voor statushouders, Rijssen-Holten niet in de situatie wil geraken dat zij alleen maar statushouders kan huisvesten in die woningen. Gevraagd is: bied ons ruimte om samen met de corporaties te kijken naar het maken van een mix. Het college wil niet een situatie krijgen waarbij er bijvoorbeeld een blok van zes woningen wordt gebouwd voor alleen maar statushouders. Op die manier biedt het de mogelijkheid voor de gemeente dat er extra woningen gebouwd kunnen worden, juist omdat de gemeente zorg heeft voor de reguliere bevolking. Voorkomen moet worden dat de reguliere bevolking hieronder moet lijden. Spreker begrijpt de vraag van de heer Noordam, of niet gekeken moet worden naar de eigen mensen. Het probleem is echter dat enerzijds vanuit Den Haag gezegd wordt dat een gemeente statushouders niet prioritair hoeven te behandelen als het gaat om huisvesting, maar dat zij anderzijds een lijst krijgt met het aantal mensen dat zij moet huisvesten en als die gemeente dat niet doet, krijgt zij een boete. Spreker probeert daarin reëel te zijn en kiest de aangegeven lijn als het gaat om het huisvesten van statushouders.
Er is een intentie om die extra mensen op te vangen. Als de taakstelling echter veel harder gaat en de provincie geeft geen toestemming om een tandje bij te schakelen, dan komt het college terug bij de raad.
Het college heeft zeker aandacht voor de communicatie. Dat is de reden dat het college de raad via de brief informeert over de kant die de gemeente op wil gaan. Juist het vervolgtraject wil het college doen met betrokken partners.
Het college heeft zorgen over de financiële risico’s. Er worden vanuit het Rijk arrangementen georganiseerd, die een financiële bijdrage kunnen leveren. Voor reguliere statushouders krijgt de gemeente € 1000. Dat wordt uiteindelijk opgehoogd naar € 2340. Het is een proces, waarbij gemeenten telkens een klein beetje worden ingehaald door de feitelijke situatie.
Eigen bevolking niet vergeten, is opgemerkt. Volgens spreker blijkt uit zijn woorden juist het pleidooi om de eigen bevolking niet te vergeten.
Spreker merkt dat een aantal mensen ongerust is door het lezen van de brief. Het is echter een realiteit die men onder ogen moet zien. Het college kan niet alle zorgen wegnemen, maar probeert dit op een zo goed mogelijke manier in te vullen. Daarbij zijn de provincie en het Rijk nodig, maar ook alle inwoners van Rijssen-Holten. Spreker heeft daarin veel vertrouwen, kijkend naar de veerkracht die werd getoond bij de crisisnoodopvang, maar zegt nogmaals dat het een grote opgave is en een punt van zorg blijft.
Tweede termijn
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de wethouder niet is ingegaan op zijn opmerking uit de eerste termijn, dat de gemeente op zoek moet gaan naar locaties waar enkele tientallen mensen opgevangen worden in plaats van locaties voor 100 tot 200 volwassenen.
De heer MULLER vraagt of het college voor de kadernotabehandeling inzicht kan geven in de verwachte financiële gevolgen van dit beleid.
De heer NOORDAM zegt dat een doorrekening op de lange termijn zinvol is. De wethouder sprak over 1750 personen op Twentse schaal. Twente heeft 620.000 inwoners. Dat betekent dat Rijssen-Holten ongeveer 6% uitmaakt van het aantal inwoners in Twente. Als dat gedeeld wordt op 1750, dan komt het uit net boven 100 en niet op 250. De wethouder gaf aan dat in Twentse schaal ook gelet op azc bij de andere gemeenten. Spreker vraagt of de wethouder daarover een duidelijker beeld kan geven.
De heer BERKHOFF zegt, beluisterend de discussie, dat hij de vragen en problemen wel begrijpt, maar als de heer Noordam begint over het maken van een rekensom over hoeveel mensen er precies opgenomen moeten worden…
De heer NOORDAM interrumpeert de heer Berkhoff en vraagt hem wat hij vindt wat precies de aard en schaal is die hoort bij de gemeente Rijssen-Holten.
De heer BERKHOFF zegt dat voorop moet staan dat de gemeente de verplichting heeft vluchtelingen op te nemen. Spreker is het eens met de heer Kahraman dat bekeken moet worden wat de gemeente kan doen. De ChristenUnie wil geen piketpaaltjes zetten: zo en zo veel en als er tien mensen meer komen, dan kan dat niet. Spreker blijft bij dat standpunt. De discussie over de vraag hoeveel mensen er in Twente opgenomen moeten worden en dat er een bepaalde rekensom gemaakt wordt, is wat hem betreft niet aan de orde. Het gaat hier over mensen. De gemeente moet doen wat zij kan doen, wel in redelijkheid en naar schaal en aard. Kan opvang niet op tien verschillende plekken voor 50 personen, dan moeten er misschien twee plekken komen voor 125 personen of één plek voor 200 personen. Als dat past, dan is de ChristenUnie daar voor.
De heer SCHEPPINK zegt dat de uitleg van de wethouder veel onduidelijkheid heeft weggenomen.
Spreker vindt dat de raad duidelijke kaders mee mag geven aan het college. Het college kan ervan op aan dat op het moment dat er voorstellen komen, de raad die kan accorderen. Spreker vindt het slap van de ChristenUnie om geen aard en schaal te willen benoemen. De SGP en andere partijen zijn heel duidelijk geweest. Zo hoort het: de raad stelt kaders. Het college zit op dezelfde lijn en het is goed dat te constateren. Op die manier kan verder gewerkt worden. Het is fijn dat de raad op deze manier geïnformeerd wordt. Spreker hoopt dat dat in de toekomst ook gebeurt over de voortgang. Het is een goed idee geweest de brief vanavond te behandelen.
De heer KÖK zegt dat hij de wethouder dankt voor zijn heldere uitleg. Het college zegt zorgvuldig om te gaan bij de indeling en de opvang. Het college is daarmee op de goede weg. Spreker ondersteunt het college daarin.
De heer KAHRAMAN zegt dat hij het eens is met de SGP, dat de raad kaders kan meegeven, waardoor het college weet dat het de steun van de raad heeft als er voorstellen voorgelegd worden. Spreker is blij met de woorden van de wethouder, dat hij weet wat bij de aard en schaal van Rijssen‑Holten past.
Reagerend op de woorden van de heer Noordam, zegt spreker dat hij zich eveneens zorgen maakt over de arbeidsmarkt. De werkloosheid blijft hoog. Er is echter een situatie waarvoor de vluchteling niet heeft gekozen en waarvoor ook de raad niet heeft gekozen. Het is beiden overkomen. Inderdaad gaat het wat kosten. De mensen moeten gehuisvest worden en er moet gezorgd worden voor werkgelegenheid. Er zijn straks meer mensen die werk zoeken in Nederland. Uit persoonlijke ervaring zegt spreker dat deze mensen heel dankbaar zullen zijn, omdat zij zijn geholpen in een moeilijke situatie. Spreker is blij dat het college de raad blijft informeren en daardoor draagvlak creëert binnen de gemeenschap om wat te kunnen doen voor deze vluchtelingen.
De heer NOORDAM interrumpeert de heer Kahraman en zeg dat beiden het in wezen met elkaar eens zijn. Spreker heeft het in zijn woorden wat zwaarder aangezet. Hij heeft naar aanleiding van de brief gezegd dat deze heel veel zorgen betekent voor de 750 mensen in deze gemeente die werkloos zijn, omdat er veel mensen bij komen die op diezelfde krappe arbeidsmarkt een plek moeten zien te vinden. Dat wil spreker gezegd hebben en hij wil daarvoor niet zijn ogen sluiten. Er is krapte en dat betekent voor iedereen grote zorgen, niet alleen voor de vluchtelingen maar ook voor de eigen werklozen.
De heer DE KOE zegt dat de opmerking die naar aanleiding van de discussie naar voren komt en die misschien meegenomen kan worden in de uitwerking, is dat er niet een overschot gecreëerd moet worden aan sociale huurwoningen op de lange termijn. Woningbouwverenigingen hebben de afgelopen jaren moeilijk gedaan over het realiseren van dit soort woningen, omdat er op de middellange en lange termijn geen behoefte zou zijn aan deze woningen. Door extra te bouwen, wordt het probleem van vandaag opgelost, maar er moet rekening mee gehouden worden dat er andere tijden komen.
De heer BERKHOFF interrumpeert de heer De Koe en vraagt of hij daarvoor een oplossing weet.
De heer DE KOE zegt dat hij zijn woorden heeft gericht aan het college en dat hij niet zelf hiervoor een oplossing heeft.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij naar aanleiding van de vraag van D66 over mogelijk kleinere locaties voor noodopvang reëel wil zijn. Te zien is in de discussie dat noodopvanglocaties telkens kleiner worden. Het aantal van 250 zit op die grens. Als er andere mogelijkheden zijn, dan wil het college die zeker bekijken. Spreker wil echter geen valse verwachtingen wekken bij de raad.
De heer Muller vroeg om een financiële doorvertaling. Het is volgens spreker lastig die te geven voor de kaderstelling; een toezegging kan hij niet doen. Veel zaken zullen maatwerk betreffen en de consequenties zijn afhankelijk van de situatie ter plaatse. Het college probeert de raad daarbij zo goed mogelijk mee te nemen.
Op de woorden van de heer Noordam zegt spreker dat hij een lijst kan verstrekken van alle azc’s. Spreker wil absoluut niet de discussie voeren over tien mensen meer of tien mensen minder, maar vindt dat Rijssen-Holten als vierde Twentse gemeente een evenwichtige bijdrage moet leveren naar aard en schaal.
De heer De Koe sprak over een mogelijk overschot van sociale huurwoningen op de lange termijn. Dat is een punt dat meegenomen is in het gesprek met woningbouwcorporaties. Uit de brief blijkt dat als over vijf jaar mensen weg moeten uit de woningen, het college wel mogelijkheden ziet gezien de krapte op de woningmarkt. Het is voor het college in elk geval een punt van aandacht.
De VOORZITTER zegt dat het de bedoeling was van deze discussie om een gevoel te krijgen van de raad en om kaders mee te geven, waarmee het college verder kan gaan. Spreker trekt de conclusie dat de discussie aan dat doel een belangrijke bijdrage heeft geleverd.
De raad heeft de toezegging gekregen van het college dat bij dit moeilijke onderwerp de communicatie met de raad open en transparant gevoerd wordt en dat de raad veelvuldig geïnformeerd wordt. Ongetwijfeld zal vaker stilgestaan worden bij dit vraagstuk en er zullen nog wel wat hobbels genomen moeten worden. Spreker vindt het een waardige afsluiting van het jaar om deze discussie op deze manier met elkaar te kunnen voeren.
22 Sluiting
De VOORZITTER sluit deze laatste raadsvergadering van 2015 om 22.45 uur.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 28 januari 2016.