Raad 2 februari 2017 (19:30)
- Datum:
- 02-02-2017
- Tijd:
- 19:30 - 21:40
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- G. Kreijkes
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- G.B. Aanstoot - Stam
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | G. Kreijkes |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma, dr. ir. A.S. Haase, dr. J. Noeverman, G. Kreijkes, J.W. Reterink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | J. Berkhoff, J. van Veldhuizen, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en N.J. Otten |
Gemeentebelang | J. Beunk, J. Kuiper-Ruitenberg en W.J.M. Muller |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD Lokaal | E.J.W. Deijk en R.A. de Koe |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, B.D. Tijhof |
Pers | 3 |
Publiek | 24 |
De voorzitter spreekt het ambtsgebed uit.
1 Opening
De VOORZITTER opent de raadsvergadering en heet de aanwezigen van harte welkom, in het bijzonder mevrouw Van de Plasse en de heer Fledderus; zij worden benoemd resp. als directeur en plaatsvervangend directeur van de Rekenkamer West Twente.
Burgemeester Hofland afwezig in verband met zijn vakantie. Ook de heer Noordam is afwezig; hij is herstellend na een ziekenhuisopname. Er gaat een beterschapskaart rond onder de raadsleden om te tekenen. De griffier is bij de heer Noordam op bezoek geweest. De heer Noordam laat allen hartelijk groeten en bedankt voor de attentie die hij heeft ontvangen.
Als gevraagd wordt om hoofdelijke stemming, dan begint deze bij nummer 22, de heer Bosma.
2 Spreekrecht burgers
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3 Vaststellen agenda
De heer RETERINK verzoekt een motie ‘vreemd aan de orde van de dag’ in te mogen dienen. De motie heeft betrekking op de skeelerbaan/schaatsbaan.
De VOORZITTER meldt dat de motie als punt 13 aan de agenda wordt toegevoegd.
De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld.
4 Vragenuur
Er zijn geen vragen ingediend.
5 Notulen en besluitenlijst van de raad van 22 december 2016
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stemt de raad in met de notulen en de besluitenlijst van 22 december 2016.
6 Actiepuntenlijst (er zijn geen actiepunten)
7 Ingekomen stukken – mededelingen
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorgestelde afdoeningen.
8 Raadsvoorstel benoeming directie Rekenkamer West Twente (presidium)
De VOORZITTER meldt dat mevrouw mr. M.C. van de Plasse en de heer dr. J. Fledderus een kennismakingsgesprek hebben gehad met het presidium. Naar aanleiding daarvan is het onderhavige voorstel geagendeerd.
De VOORZITTER stelt voor als leden van de commissie van stemopneming te benoemen: de heer Noeverman, tevens voorzitter van de commissie, mevrouw Riezebos en mevrouw Deijk.
(Korte schorsing voor het tellen van de stemmen.)
De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Noeverman voor de uitslag van de stemming.
De heer NOEVERMAN deelt mee:
- dat er 24 stemmen zijn uitgebracht op mevrouw mr.M.C.van de Plasse;
- dat er 24 stemmen zijn uitgebracht op de heer dr. J. Fledderus.
Daarmee zijn zij unaniem gekozen.
Na schriftelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
De VOORZITTER dankt de leden van de stemcommissie voor haar werkzaamheden.
Hij nodigt mevrouw Van de Plasse en de heer Fledderus uit naar voren te komen voor het afleggen van de belofte en leest de tekst hiervan voor.
“Ik verklaar dat ik, om tot directeur van de Rekenkamer West Twente benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof dat getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als directeur van de Rekenkamer West Twente naar eer en geweten zal vervullen.”
Mevrouw VAN DE PLASSE: Dat verklaar en beloof ik.
“Ik verklaar dat ik, om tot plaatsvervangend directeur van de Rekenkamer West Twente benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als plaatsvervangend directeur van de rekenkamer West Twente naar eer en geweten zal vervullen.”
De heer FLEDDERUS: Dat verklaar en beloof ik.
De VOORZITTER feliciteert mevrouw Van de Plasse en de heer Fledderus met hun benoeming tot directeur resp. plaatsvervangend directeur van de Rekenkamer West Twente en overhandigt beiden een boeket bloemen. (Applaus.)
9 Raadsvoorstel terugdraaien van bezuinigingen bij organisaties met scan “inzet organisaties voor decentralisatie en participatie" (Beens/Tijhof)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
10 Raadsvoorstel wijziging verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs (Tijhof)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
11 Raadsvoorstel vaststelling ontwerpbestemmingsplan "Wonen Dijkerhoek, Essensteeg - Dijkerhoekseweg" (Cornelissen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
12 Raadsvoorstel Businessplan Maatschappelijke Onderneming (MO) en begroting 2017 SOWECO (Tijhof)
De heer WESSELS vraagt vooraf als punt van orde de tweede vertrouwelijke bijlage die de raad heeft ontvangen bij dit raadsvoorstel, in de openbaarheid te bespreken, zodat het onderdeel kan uitmaken van de beraadslagingen.
De VOORZITTER licht toe dat er voor de raad twee vertrouwelijke adviezen, respectievelijk van 20 januari en van 27 januari ‑ zijn toegevoegd aan de agenda. De heer Wessels verzoekt nu om geheimhouding van het eerste advies en om openbaarmaking van het tweede advies.
Wethouder TIJHOF deelt mee dat het college daarmee geen moeite heeft.
De heer MULLER zegt dat het een behoorlijk juridische kwestie is en verzoekt de griffier een en ander toe te lichten, voordat de raad hierover een besluit neemt.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie instemt met openbaarmaking van het tweede vertrouwelijke stuk.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de raad hierover niet moet besluiten in deze vergadering, maar dat dit volgens de verordening gedaan moet worden in een besloten vergadering. Spreker stelt voor beide documenten openbaar te maken.
De VOORZITTER merkt op dat het op dit moment gaat om het ingediende punt van orde.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal het voorstel van de heer Wessels volgt.
De heer NOEVERMAN zegt dat de SGP meegaat met het voorstel van de heer Wessels.
De GRIFFIER deelt mee dat artikel 25 van de Gemeentewet helder is als het gaat over het bekrachtigen van geheimhouding ten aanzien van stukken die door het college aan de raad zijn gezonden. De betreffende stukken zijn de afgelopen weken aan de raad gezonden. De raad moet in de eerstvolgende raadsvergadering de geheimhouding bekrachtigen dan wel opheffen. Dat kan gebeuren aan het begin of aan het eind van de discussie; daarover is geen nadere duiding aanwezig.
De VOORZITTER zegt dat D66 een wat genuanceerdere mening heeft over het ordevoorstel. De overige fracties zijn van mening dat het ordevoorstel aanvaard kan worden: het eerste stuk d.d. 20 januari 2017 blijft geheim en het tweede stuk d.d. 27 januari 2017 kan in openbaarheid worden besproken.
De heer NOEVERMAN zegt als punt van orde dat de raad daarover formeel moet stemmen.
De VOORZITTER stelt voor het besluit over de bekrachtiging aan het eind van de beraadslagingen te doen.
De heer NOEVERMAN zegt dat de raad dat besluit nu moet nemen, anders kan het tweede stuk geen onderdeel uitmaken van de beraadslagingen.
De VOORZITTER zegt dat de heer Noeverman gelijk heeft. Vervolgens vraagt hij of de raad instemt met het besluit over het ordevoorstel, zoals verwoord door de heer Wessels.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het ordevoorstel.
De VOORZITTER zegt dat het tweede advies daarmee onderdeel uitmaakt van de beraadslagingen.
Eerste termijn
De heer WESSELS zegt dat in de commissie MDV de vraag is besproken of het juridisch mogelijk is de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Soweco uit te breiden met een nieuwe Maatschappelijke Onderneming (MO). Het is goed dat nu over het hierover uitgebrachte advies gesproken kan worden. Met dit advies is het voor het CDA nog duidelijker geworden dat een MO binnen de GR onbespreekbaar is. Uit het advies blijkt dat uitbreiding van het takenpakket haaks staat op de regelingen die in de Wgr en in de GR staan. Daarmee is wat het CDA betreft de kous af; het opzetten van een MO binnen de GR is niet mogelijk.
De raad moet vanavond goed kijken naar het raadsvoorstel. Wellicht moet er een alternatief geformuleerd worden.
Spreker refereert aan een krantenartikel, waarin de wethouder onlangs aangaf dat er een overleg is geweest en dacht dat men er wel uit zou komen. Hij vraagt wat dit inhoudt en welk proces de wethouder hiervoor in gedachten heeft.
De heer BERKHOFF zegt dat iedereen blij zal zijn dat in de commissie doorgevraagd is om een juridische toets. Het gevoel dat sommigen hierover hadden, is bewaarheid. Het apart optuigen van een MO binnen de GR is juridisch niet mogelijk zonder aanpassing van de statuten van de GR. Spreker vraagt wat het college hiermee gaat doen.
Het is duidelijk dat de keuze van het overgrote deel van de raad, om niet mee te willen gaan in die MO en niet die risico’s te willen lopen, juridisch onderbouwd is.
De heer NOEVERMAN zegt dat het ontvangen juridisch advies een onderbouwing is van wat de SGP steeds gezegd heeft. De SGP was steeds van mening dat de MO een aparte entiteit, los van de gemeente, moet zijn en op termijn een zakelijke marktpartij voor de gemeente.
Rijssen-Holten maakt deel uit van het Participatiepact, evenals Soweco. Met het Participatiepact is al een behoorlijke verbreding ontstaan van allerlei producten en diensten buiten de Wsw. Nu de MO onder huidige GR niet mogelijk is, vraagt spreker zich af hoe het zit met die verbreding van diensten die Soweco aanbiedt en welke consequenties het heeft voor de uitvoering van het Participatiepact, zoals dat tot nu toe gelopen is. Spreker verzoekt de portefeuillehouder daarop in te gaan.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang absoluut geen behoefte had aan een MO of een variant daarop als de GR-Sociale werkplaats er niet zou zijn. Het enige doel is daarom duidelijk: afbouw van het personeel zo goed mogelijk laten verlopen, zowel financieel als sociaal.
Uit het juridisch advies en na oriëntatie op dit thema blijken ook andere opties dan een MO mogelijk te zijn. Wat hierbij het meeste voordeel oplevert voor Rijssen-Holten, heeft de voorkeur van Gemeentebelang. Zij wil graag dat het college nogmaals de mogelijkheden heroverweegt en daarover terug rapporteert. Daarbij moeten de nieuwe opties meegenomen worden in de zienswijze.
Daarnaast is Gemeentebelang nieuwsgierig wat er besproken is in het bestuur van vorige week en welke mogelijkheden er zijn.
De heer MEIJERINK herhaalt zijn woorden uit de commissie, dat altijd de doelgroep in de gaten gehouden moet worden voor wie Soweco dit allemaal doet.
Als het juridisch advies naast het collegevoorstel gelegd wordt, dan blijft er van het collegevoorstel niets over, behalve mogelijk punt 4 over de zienswijze die de gemeente wil indienen. Spreker vraagt wat er feitelijk besloten wordt met dit voorstel als er niets van overblijft en hoe het college met dit alles omgaat met de partners in de GR.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal nog steeds staat voor een zo snel mogelijke afbouw van de GR. Een MO binnen die GR zou daaraan niet bijdragen. Eerder heeft VVD Lokaal gezegd als er een MO komt, dat deze buiten de GR moet staan. Uit het juridisch advies kan opgemaakt orden dat de MO op dit moment noch binnen noch buiten de GR- en/of de WGR-regeling kan worden opgericht. Dit versterkt VVD Lokaal in haar standpunt hiervan af te zien. Spreker vraagt welke stappen het college wenst te zetten met het juridisch advies in de hand.
Wethouder TIJHOF verzoekt om een schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Schorsing van 20.10 tot 20.20 uur
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Wethouder TIJHOF rapporteert over het gesprek van de DB-leden van Soweco. Zes DB-leden hebben een informeel gesprek gehad en de visies in de verschillende raden en commissies met elkaar gedeeld voor zover daarover al duidelijkheid was. Op dat moment was de commissievergadering in Rijssen-Holten geweest. De inbreng van spreker tijdens het gesprek betrof de conceptbrief die in de commissie is besproken. De juridische onderbouwing is niet aan de orde geweest. In de conceptbrief is echter wel gemeld dat de MO niet onder de GR kan vallen. Het advies van Damsté onderbouwt dat standpunt.
Op de vraag over de inzet van Soweco in het Participatiepact, zegt spreker dat Soweco een onderneming is die zich inzet voor de SW-doelgroep. In Rijssen-Holten zijn er mensen die in deze SW-categorie vallen. De gemeente krijgt veel vragen van haar ondernemers om mensen uit die categorie te plaatsen. De inzet van Soweco, de kennis en de ervaring die zij hebben, en het onderdeel MultiPack Rijssen wordt daarin gebruikt, ook binnen het Particatiepact. Wat het college betreft is dat een prima invulling, die past binnen de opdracht en binnen de statuten van de huidige GR.
Gegeven het advies van Damsté in relatie tot datgene wat er in de commissie van 16 januari 2017 is besproken, stelt spreker de raad voor het voorliggende voorstel terug te geven aan het college. Het college zal vervolgens met een herziene zienswijze bij de raad terugkomen.
Het juridisch advies dat nu openbaar is, brengt spreker in in het vervolggesprek met het DB op 8 februari 2017.
De heer NOEVERMAN verzoekt om een schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Schorsing van 20.25 tot 20.55 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer NOEVERMAN zegt dat het college zojuist heeft voorgesteld om het raadsvoorstel in te trekken. Spreker vindt het echter belangrijk vanavond toch een besluit te nemen en een richting te geven voor een gewijzigde zienswijze. Om die reden dient spreker een amendement in, waardoor de besluitpunten worden vervangen en de zienswijze gewijzigd wordt.
De raad van de gemeente Rijssen-Holten, in vergadering bijeen op 2 februari 2017, gelezen het voorstel van het college om:
te besluiten tot:
1. kennis te nemen van het businessplan van de MO SOWECO, en als zienswijze van onze gemeente in te brengen dat de MO zo spoedig mogelijk, in ieder geval op korte termijn, worden verzelfstandigd door oprichting van een afzonderlijke rechtspersoon;
2. niet in te stemmen met de begroting 2017 van SOWECO, omdat de gemeente Rijssen-Holten geen financieel risico wil dragen voor de activiteiten van de MO;
3. vooruitlopend op een nader advies over de gevolgen van "nieuw beschut werken" in principe in te stemmen met het neerleggen van het formele werkgeverschap hiervoor bij de nieuw opgerichte BV van SOWECO, mits deze BV - eventueel als onderdeel van de nieuwe MO - volledig verzelfstandigd wordt;
4. de zienswijze op het businessplan en de begroting 2017 vast te stellen conform bijgevoegde brief, en het bestuur van SOWECO hierover te informeren;
te wijzigen in:
1. kennis te nemen van het businessplan van de MO SOWECO. Als zienswijze van onze gemeente inbrengen dat de GR SOWECO wettelijk geen goedkeuring kan geven aan de oprichting van de MO;
2. wij kunnen niet instemmen met de door u voorgestelde begroting 2017, omdat hierin de MO is opgenomen;
3. het bestuur van SOWECO hierover te informeren.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN verzoekt als punt van orde de vergadering te schorsen om het amendement goed door te nemen.
De VOORZITTER stelt voor eerst aan de fracties te vragen wat hun mening is over het voorstel van het college om het raadsvoorstel terug te geven.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang geen vragen heeft over het amendement. Spreker verzoekt eveneens om een korte schorsing om het amendement te bestuderen.
De VOORZITTER verzoekt de fracties het voorstel van het college daarin te betrekken.
De heer BERKHOFF vult aan dat het amendement mede ondertekend is door CDA, VVD Lokaal en ChristenUnie.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Schorsing van 21.00 tot 21.05 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij graag de reactie van het college hoort op het amendement.
De heer MULLER vraagt de indieners van het amendement of het absoluut zeker is dat er geen bijgevoegde brief wordt verstuurd als het amendement wordt aangenomen.
De heer NOEVERMAN zegt dat dat juist wél de consequentie is van de besluitvorming over het amendement. In het eerste beslispunt staat namelijk: “Als zienswijze van onze gemeente inbrengen dat de GR SOWECO wettelijk geen goedkeuring kan geven aan de oprichting van de MO”. Dat zal de inhoud zijn van een nieuwe, gewijzigde zienswijze. De zienswijze die nu als bijlage bij het voorstel was gevoegd, vervalt daarmee.
De VOORZITTER zegt dat het college het voorstel heeft gedaan om het raadsvoorstel terug te nemen. Hij vraagt of dat de instemming heeft van de raad.
De heer MULLER merkt op dat de heer Klein Velderman aan het college heeft gevraagd een reactie te geven op het amendement.
De VOORZITTER zegt dat hij zojuist doelde op het voorstel van het college, namelijk dat de raad het voorstel teruggeeft aan het college. De heer Noeverman heeft daarover gezegd dat niet te doen, waarna hij een amendement indiende.
De heer BERKHOFF zegt dat de indiening van het amendement inhoudt dat het raadsvoorstel overeind blijft.
De heer WESSELS zegt dat dat ook de mening van het CDA is.
De heer MEIJERINK zegt dat hij in eerste instantie het voorstel van het college wilde steunen en vindt het een beetje raar dat er nu een amendement ligt.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal het amendement mede ondertekend heeft en voor handhaving van het raadsvoorstel is.
Wethouder TIJHOF zegt dat het college zich kan vinden in de bewoordingen van het amendement.
Eerste termijn
De VOORZITTER zegt dat er tot nu toe alleen is gesproken over het voorstel door middel van punten van orde. Hij vraagt wie er verder nog het woord wenst te voeren.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA de inhoud van het stuk steunt, maar niet blij is met de gang van zaken. Het gaat om een heel kwetsbare doelgroep, waarmee heel zorgvuldig omgegaan moet worden.
De heer DE KOE zegt nogmaals duidelijk te willen maken, mede namens de overige indieners van het amendement, dat zij de doelgroep te allen tijde zullen beschermen. Het is spijtig dat de PvdA het amendement op deze manier toelicht.
De heer BERKHOFF zegt dat in de discussies altijd is uitgegaan van de doelgroep en dat het de zorg is van de raad en het college die doelgroep zo goed mogelijk te bedienen. Dat neemt niet weg dat de juridische gevolgen van de plannen goed in de gaten gehouden moeten worden. Dan is het beter ‘ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’. Daarom moet men zich binnen de GR goed bezinnen op waar men mee bezig is en dan de juiste weg kiezen. Dat is op de lange termijn het beste voor de doelgroep.
De heer NOEVERMAN zegt in reactie op de woorden van de heer Meijerink, dat het niet gaat om uittreden uit Soweco. Het gaat hier om een bestaande GR, die gewoon ophoudt te bestaan, omdat de taken die in die GR zitten vanwege wettelijke wijzigingen ophouden te bestaan. Over het feit dat Soweco een andere kant op wil, is de afgelopen jaren uitvoerig gesproken. De SGP heeft daarover gezegd dat het prima is als dat gebeurt voor de doelgroep, maar dat het wel moet gebeuren vanuit een zelfstandige onderneming. Dat lijkt nu ook juridisch ondersteund te worden. In die zin gebeurt er vanavond niets raars. Er wordt een zorgvuldig besluit genomen, dat op dit moment juridisch-bestuurlijk de enig juiste weg is.
Tweede termijn
De heer MEIJERINK zegt dat zijn kritiek is gericht op de procedurele gang van zaken van vanavond. Alles moet heel zorgvuldig gedaan worden en niet, bij een dergelijke gevoelig dossier, staande een vergadering via een amendement.
Inhoudelijk kan de PvdA dit amendement steunen.
De heer WESSELS zegt bij interruptie dat de heer Meijerink het verwijt doet dat het procedureel ‘houtje-touwjte’ is. De raad is hier bij elkaar om met de beschikbare informatie, die inmiddels openbaar is gemaakt, een zo goed mogelijk besluit te nemen. Dat is zojuist besloten en voorgelegd in een amendement. Als de organisatie niet goed op orde is, is dat het moment om te zeggen dat er geen rekening wordt gehouden met de betreffende kwetsbare doelgroep. Juist als de organisatie goed op orde is, kan goed gezorgd worden voor de mensen die binnen Soweco werkzaam zijn. Dat is wat er vanavond gebeurt.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement wordt unaniem aanvaard.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het geamendeerde voorstel.
13 Motie vreemd aan de orde van de dag: onderzoek locatie skeelerbaan in combinatie met een schaatsbaan
De fracties van SGP en VVD Lokaal dienen een motie vreemd aan de orde van de dag in. De heer RETERINK licht de motie toe. In de vergadering van de commissie MDV van 16 januari 2017 is vrijwel unaniem de voorkeur uitgesproken voor realisatie van een skeelerbaan in het Opbroek. De SGP heeft toen aangegeven dat die variant wat haar betreft buiten de kaders viel van het bij de kadernota 2017 aangenomen amendement. De SGP heeft tegelijkertijd tijdens deze commissievergadering gezegd dat zij bereid is de verplaatsing van de skeelerbaan naar het Opbroek te overwegen, mede gelet op de meerderheid die zich daarvoor in de vergadering aftekende. De SGP wil de discussie uit de commissie niet overdoen. Zij staat open voor verplaatsing van de skeelerbaan naar het Opbroek, maar zij is en blijft van mening dat deze keuze dan een nieuw besluitvormingstraject vraagt met een zorgvuldige afweging van de mogelijkheden. De Koerbelt blijft voor de SGP in eerste instantie de aangewezen plek om de skeelerbaan te realiseren. Zij wil daarom graag, voordat er een definitief besluit genomen wordt, dat de mogelijkheden op de Koerbelt onderzocht worden, specifiek de locatie van de hondenrenbaan. Dit nader onderzoek moet niet leiden tot afstel, uitstel of vertraging van het realiseren van een skeelerbaan, maar bijdragen aan een zorgvuldige afweging en besluitvorming.
Voor het eerst in jaren kon er de afgelopen week overal in het land dagenlang geschaatst worden op natuurijs, maar helaas niet op de ijsbaan in Rijssen. Dat was mogelijk wel gelukt als er een gecombineerde skeeler- en schaatsbaan was, zoals in Wierden. De SGP dient samen met VVD Lokaal de volgende motie in.
De raad van de gemeente Rijssen-Holten, in vergadering bijeen op 2 februari 2017;
overwegende dat:
- het amendement d.d. 24 juni 2016 inzake de realisatie van een skeelerbaan op de Koerbelt niet uitvoerbaar bleek;
- hierdoor een nieuwe afweging plaats moet vinden;
- de skeelervereniging al gedurende langere tijd wacht op een oplossing voor het aanleggen van een skeelerbaan;
- de huidige ijsbaan aan de Molendijk in Rijssen alleen bij een zeer lange vorstperiode geopend kan worden;
- een nieuwe locatie met een gecombineerde schaats- en skeelerbaan logisch lijkt;
- een logische locatie als de windhondenrenbaan als mogelijkheid ook afgewogen moet worden bij het bepalen van een locatie voor de schaats- en skeelerbaan;
- Sportpark De Koerbelt synergievoordelen heeft boven de locatie Opbroek;
roept het college op:
- om op zo kort mogelijke termijn een QuickScan uit te voeren of de windhondenrenbaan op de Koerbelt naast de locatie op het Opbroek, een reële optie is voor een schaats- skeelerbaan;
- inzichtelijk te maken hoe de kosten van een schaats- skeelerbaan op de locatie van de windhondenrenbaan zich verhouden tot het Opbroek;
- uit te zoeken op welke termijn een gecombineerde schaats- en skeelerbaan eventueel gerealiseerd zou kunnen worden op de locatie van de windhondenrenbaan;
- uit te zoeken wat de consequenties zijn voor de gemeente als de huur van de windhondenrenbaan beëindigd wordt;
- zo snel als mogelijk de raad te informeren over bovenstaande en een advies uit te spreken welke locatie de voorkeur heeft van het college en de redenen waarom;
- deze motie zodanig uit te voeren dat er geen grote vertraging optreedt in de definitieve planvorming rondom een nieuwe schaats- en skeeleraccommodatie.
En gaat over tot de orde van de dag.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de opinie van de commissie duidelijk was: optie 2 was de meest geschikte optie. Dat deze optie niet de voorkeur had van de SGP is spijtig, maar het kan niet de reden zijn dat deze motie wordt ingediend. Spreker vraagt welk probleem met deze motie wordt opgelost.
De heer RETERINK zegt dat de motie is ingediend om een weloverwogen keuze te kunnen maken bij het vaststellen van de locatie voor een schaats- en skeelerbaan: of voor de Koerbelt of voor het Opbroek. De indieners zijn niet tegen de locatie in het Opbroek, maar willen in beeld krijgen of de beste optie wordt gekozen.
De heer BEUNK zegt dat in de motie onder “Roept het college op” staat: de motie zodanig uit te voeren dat er geen grote vertraging ontstaat. In zijn inleiding heeft de heer Reterink gezegd dat er geen vertraging mag ontstaan. Spreker vraagt of hij dit als gelijkwaardig mag beschouwen.
In de commissie heeft de wethouder toegezegd met een nieuw voorstel te komen over deze kwestie. Spreker vraagt of de indieners vrezen dat de locatie van de windhondenrenbaan daarbij door de wethouder niet meegenomen worden.
In de motie wordt verzocht uit te zoeken wat de consequenties zijn voor de gemeente als de huur van de windhondenrenbaan beëindigd wordt. Spreker vraagt de heer Reterink of dit betekent dat de windhondenrenbaan helemaal weg moet en dat er dan een gecombineerde baan moet komen.
De heer RETERINK zegt dat de skeelervereniging erg lang wacht op een oplossing. De SGP ziet het liefst geen vertraging ontstaan, maar het kan mogelijk enkele weken langer gaan duren als er meer informatie boven tafel moet komen.
Wellicht neemt de wethouder de locatie van de windhondenrenbaan mee. Er zouden misschien zelfs nog meer plekken kunnen komen. De indieners van de motie willen de Koerbelt graag in beeld houden en zeker weten dat de windhondenrenbaan in beeld komt. Of het inderdaad een mogelijkheid is, moet blijken uit het antwoord van het college.
Het is spreker niet bekend of er een langdurig contract is met de hondenrenvereniging en wat de opzegtermijn is. Dat moet uitgezocht worden. Om die reden is het opgenomen in de motie.
De heer TEN BERGE vraagt of het de bedoeling van de motie is dat er een huurbreuk komt met de windhondenrenvereniging en of de indieners waarde hechten aan de positie van de windhondenrenbaan.
De heer RETERINK zegt dat de indieners zeker waarde hechten aan de positie van de windhondenrenbaan. Als de gemeente hierin verplichtingen heeft, ook eventuele morele verplichtingen, dan moet zij die nakomen. Anderzijds zijn er wellicht mogelijkheden om daar wat te doen. Wat het voor de windhondenrenbaan betekent, is op dit moment niet helder. Spreker is daarom benieuwd wat er naar voren komt op de verzoeken in de motie. Deze optie zou zelfs kunnen afvallen. In de motie wordt alleen gevraagd zaken uit te zoeken om mee te nemen in de overwegingen.
Wethouder CORNELISSEN vindt het lastig dat deze motie voorligt, omdat het reglement van de raad niet toestaat dat betrokken partijen hierover een mening kunnen geven.
Wat spreker betreft moet bij een aantal overwegingen een kleine nuance aangebracht worden. Bij de overwegingen staat “hierdoor een nieuwe afweging plaats moet vinden”. Op 16 januari 2017 heeft het college een opinie gevraagd in de commissie MDV. De commissie heeft, met uitzondering van de SGP zich uitgesproken voor optie 2: kunstgras hoofdveld van Sportclub Rijssen / skeelerbaan locatie Opbroek.
De heer NOEVERMAN zegt bij interruptie dat hij getrickerd is door de woorden van de commissie. De wethouder zegt dat er geen nieuwe afweging hoeft plaats te vinden, omdat de commissie zich hierover heeft uitgesproken. Wat echter in de commissie voorlag, was de vraag welke voorkeur er eventueel voor een van de varianten was. Er is geen besluit genomen in de commissie. Wel is er een opinie gegeven, maar het is de vraag of dat voorlag op dat moment.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij erop wil wijzen dat op 16 januari 2017 de opinie is gevraagd van de commissie. Er is geen besluit genomen.
Een van de overwegingen luidt: “een nieuwe locatie met een gecombineerde schaats- en skeelerbaan logisch lijkt”. In een eerder stadium is er inderdaad een link gelegd met de schaats- en skeelerbaan. Dat is losgelaten in verband met de beschikbare middelen.
Een volgende overweging luidt: “een logische locatie als de windhondenrenbaan als mogelijkheid ook afgewogen moet worden bij het bepalen van een locatie voor de schaats- en skeelerbaan”. Of deze locatie inderdaad logisch is, is een lastige vraag, los van de technische geschiktheid. Deze locatie is gedurende lange tijd in gebruik door verenigingen, die een huurovereenkomst hebben met de gemeente, er is geïnvesteerd in deze locatie en er is recht van opstal.
“Sportpark De Koerbelt synergievoordelen heeft boven de locatie Opbroek”: het is moeilijk dat op voorhand te stellen. Spreker is benieuwd welke voordelen dat zijn.
Het college wordt opgeroepen op zo kort mogelijk termijn met een quick scan te komen. Een essentiële vraag voor spreker daarbij is, wat de indieners van de motie als kaders zien. Hij vraagt of dat de kaders zijn die het college eerder heeft meegekregen bij het zoeken naar een geschikte locatie voor de skeelerbaan, namelijk dat het binnen de huidige financiële kaders opgelost moet worden.
De heer NOEVERMAN zegt bij interruptie dat de wethouder meerdere keren verwijst naar de commissievergadering. In die commissie is echter vastgesteld dat de kaders uit het amendement losgelaten zijn op het moment dat gekozen wordt voor een andere variant dan variant 1. In die zin zijn de kaders al losgelaten en is dat niet aan de orde. Hij vraagt of de portefeuillehouder dat met hem eens is.
Wethouder CORNELSSEN vraagt of gedoeld wordt op de financiële kaders die in de commissie zijn aangegeven en die zijn opgerekt tot maximaal € 10.000 in verband met de bestemmingsplanprocedure, en verder of er een oplossing gevonden moet worden voor de windhondenrenvereniging en REO. Spreker zegt dat dit terugkomt in alle vragen die gesteld worden. Het is van belang dat als de motie in stemming komt en het college ermee aan het werk gaat, er geen discussie meer moet zijn over de uitleg van de motie.
Er is gezegd dat er zo min mogelijk vertraging mag optreden. Dan is het van belang te weten welke kaders meegegeven worden en welk probleem opgelost moet worden.
Eerste termijn
De heer RETERINK zegt dat de woorden van de wethouder hem verbazen. Er is een amendement unaniem aangenomen dat niet als zodanig is uitgevoerd. Bij deze motie legt de wethouder echter bijna een verplichting op.
Naar aanleiding van wat er is gezegd door de wethouder over de kaders, zegt spreker dat er geen amendement maar een motie is ingediend. Dat is gedaan om helderheid over een aantal zaken te krijgen. Het kan zelfs betekenen dat er onvoldoende financiële middelen zijn, maar dan is het aan de raad daarover te beslissen. Het college kan met een of meer voorstellen komen, waaruit de raad een keuze maakt.
De wethouder is de motie punt voor punt langsgelopen. Dat lijkt erop alsof hij de motie liever niet ter tafel ziet liggen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 de motie erg kort door de bocht vindt. Het college is nog bezig om de opinie van de commissie MDV uit te werken. Als de motie de steun van de raad krijgt, betekent het dat de opinie van de commissie wordt overruled. D66 denkt dat dat de intentie van de SGP is. Naar de skeelervereniging, de Sportraad en de windhondenrenvereniging lijkt het wat D66 betreft een ongewenst signaal van een onbetrouwbare overheid. Het zou beter zijn als de initiatiefnemers van de motie de kwestie agenderen in de commissie en betrokken partijen tijd en gelegenheid geven te reageren. Op basis van een discussie die dan plaatsvindt, kan het college alsnog de opdracht krijgen ook deze optie uit te zoeken. Vooralsnog is D66 tegen deze motie.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie in de commissie heeft aangegeven dat zij voorlopig bij variant 2 uitkwam. Spreker heeft daarbij de varianten langsgelopen en op basis van de plus- en minpunten is hij toen voorlopig uitgekomen op variant 2. Daarnaast heeft spreker in de commissie gezegd de nota Sportvoorzieningen af te wachten.
Er ligt een sympathieke motie voor. Spreker wil erop wijzen dat vertraging voorkomen moet worden. De skeelervereniging zit al lang te wachten op een oplossing. De quick scan zou daarom erg ‘quick’ moeten zijn om snel informatie te krijgen. Hoe meer informatie de raad heeft, hoe beter er met elkaar een definitief besluit genomen kan worden.
Spreker is benieuwd naar de opzegtermijn van de huurovereenkomst met de windhondenrenvereniging. Als dat gaat om een aantal jaren, is het de vraag of het zinvol is daarover nog lang te praten.
De heer DE KOE zegt dat VVD Lokaal in de commissie uiteindelijk uit vier voorliggende opties optie 2 gekozen heeft als meest haalbare optie. VVD Lokaal heeft toen ook gevraagd aan de portefeuillehouder of er mogelijkheden zijn en er gekeken is naar de windhondenrenbaan. Daarop kwam een heel kort antwoord. Dat is ook de reden dat VVD Lokaal nu zegt dat daar nog een keer goed naar gekeken moet worden. Dat betekent: alles afwegen, alle informatie meenemen en kijken naar huurcontracten en verplichtingen jegens alle partijen.
In de motie staat vooralsnog niets over financiën. Het gaat VVD Lokaal dan ook om het onderzoeken van de locatie. Het centraliseren van sportvoorzieningen moet wat VVD Lokaal betreft zo lang dat mogelijk is op de Koerbelt.
De heer TEN BERGE zegt dat de motie de volgende woorden bij hem oproepen: traineren, regentesk.
16 januari 2017 is hierover uitgebreid gesproken in de commissie. Daaraan voorafgaand heeft het college duidelijk een aantal scenario’s meegegeven, die besproken zijn met de verenigingen. De verenigingen hebben hun steun uitgesproken voor scenario 2. Tijdens de commissievergadering is een vraag gesteld over de windhondenrenbaan. Het antwoord daarop luidde dat dat is meegewogen, maar dat er even niets mee gedaan kan worden, omdat er een huurovereenkomst ligt. Spreker vraagt zich af, nu er vanavond fracties zijn die daarover vragen stellen, hoe goed zij destijds voorbereid waren op de commissievergadering.
De heer DE KOE zegt bij interruptie dat de portefeuillehouder het woord “meewegen” niet heeft gezegd.
De heer TEN BERGE zegt dat er nu een quick scan gemaakt moet worden. Dat mag echter geen tijd kosten. Wat voor hem echter het belangrijkste is, is dat de verenigingen vanavond buitenspel zijn gezet. Er is de afgelopen dagen contact geweest met de verenigingen. Zij zitten hier absoluut niet op te wachten. Zij hebben een duidelijke voorkeur, zoals bleek tijdens de commissievergadering. Nu krijgt de windhondenrenvereniging als betrouwbare huurder dit vanavond plotseling op haar dak. De vraag is waar deze vereniging naartoe moet; zijn daarover ideeën? Spreker vindt het regentesk dat de raad vanavond iets moet vinden van de motie zonder dat partijen hierin een stem hebben.
Hij vindt het jammer dat de ChristenUnie en VVD Lokaal met wat bedenkingen en halfslachtig zeggen dat zij er tijdens de commissievergadering nog niet helemaal uit waren. In de commissie ging het volgens spreker echt anders.
De heer BEUNK zegt dat Gemeentebelang blij was met de vier opties, die in de commissie voorlagen. Daaruit is een fatsoenlijke keuze gemaakt en ook Gemeentebelang heeft haar opinie gegeven. Wat er vanavond lijkt te gebeuren, is dat er een probleem wordt opgelost en dat er een ander probleem wordt gecreëerd.
De financiële kaders zijn duidelijk aangegeven in de commissievergadering. Dat is niet het geval in voorliggende motie.
In de commissie heeft de wethouder gezegd dat hij met een nieuw, uitgewerkt voorstel komt aan de hand van de opinies. Gemeentebelang wil de wethouder daartoe de gelegenheid geven en wacht dat voorstel af.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA blij was met de gang van zaken en dat er een meerderheid was die een voorkeur uitsprak voor optie 2. De commissie was goed op de hoogte van het feit dat deze optie iets buiten het kader ging van het amendement van 24 juni 2016. De SGP was in de commissie duidelijk tegen optie 2. De PvdA ziet deze motie dan ook in het licht van die tegenstem.
De heer NOEVERMAN zegt bij interruptie dat hij nooit heeft gezegd tegen optie 2 te zijn. Spreker heeft in de commissie gezegd dat het gaat om een zorgvuldige afweging en dat het gaat om het amendement. Alle andere varianten, zo is op dat moment gezegd door de SGP, vallen buiten dat amendement en vragen om afzonderlijke besluitvorming. Spreker vraagt waarop de heer Meijerink het baseert dat de SGP zich uitgesproken zou hebben tegen optie 2 tijdens de commissievergadering.
De heer MEIJERINK zegt dat de SGP in zijn beleving reserves had tegen optie 2 en er niet zodanig mee akkoord ging als de andere fracties. In dat licht, kijkend naar de motie, ziet spreker het als een vertraging.
Wat de PvdA betreft hoeft de motie niet aangenomen te worden. Zij blijft bij de locatie Opbroek voor de skeelerbaan.
De heer VAN VELDHUIZEN reageert op de woorden van de heer Ten Berge, die zei dat de ChristenUnie een definitieve keuze had gemaakt. Spreker zegt nogmaals dat de ChristenUnie in de commissie voorlopig uitkwam op variant 2.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij interruptie of de ChristenUnie kan uitleggen wat precies haar opinie was: was zij wel of niet voor? Zoals spreker heeft begrepen, zijn de verenigingen teruggegaan met de opinie van de ChristenUnie: wij geven als opinie optie 2, waarmee het college aan de slag kan gaan.
De heer VAN VELDHUIZEN herhaalt dat de ChristenUnie een voorlopige keuze heeft gemaakt. Die woorden onderschrijft spreker nog steeds.
De heer BOSMA zegt bij interruptie dat hij tijdens de betreffende commissievergadering voorzitter was. In die vergadering is er geen besluit genomen en er lag geen besluitvormend stuk voor. Er werd om een opinie gevraagd.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat in het conceptverslag van de commissievergadering staat: “De voorzitter concludeert dat de SGP niet in is voor optie 2. De overige fracties stemmen daarmee in. Het college komt te zijner tijd terug met een voorstel.”
De heer Reterink sprak over het amendement en het feit dat het voorstel van het college buiten de financiële kaders ligt. Het college heeft echter aangegeven dat het amendement op die manier niet uitgevoerd kon worden. Vervolgens heeft het college vier opties voorgelegd.
De heer RETERINK zegt bij interruptie dat het college het amendement wel binnen de kaders had kunnen uitvoeren als voor optie 1 was gekozen. Dat is niet gebeurd.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij de opmerking van de heer Reterink begrijpt, maar dat dan de twee verenigingen nodig zijn om voor die optie te gaan. Dat was echter niet het geval.
Spreker heeft willen aangeven dat in de overwegingen een aantal zaken wordt aangehaald, waarbij vraagtekens gezet kunnen worden. Vervolgens komt het vooral aan op de beslispunten. Daar moeten de juiste kaders genoemd worden om te voorkomen dat het in de uitvoering tot discussies leidt. Spreker wil daarom graag een verscherping: welke kaders geven de indieners van de motie mee, willen zij onderzocht hebben wat de extra kosten zijn van een ijsbaan, is de locatie windhondenrenbaan geschikt? Als dat de bedoeling van de motie is, dan is dat geen probleem. Hij wil echter ook weten of hij moet onderzoeken of er een oplossing moet komen voor de windhondenrenbaan, die in dat geval verplaatst moet worden. Daarover moet duidelijkheid zijn, zodat het college met een goed verslag en een goed voorstel bij de raad terugkomt.
De heer BEUNK vraagt bij interruptie of te beluisteren valt dat de wethouder niet met de motie uit de voeten kan.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij wil aangegeven dat de kaders die meegegeven worden, belangrijk zijn: gaat het ook om verplaatsing van de windhondenrenbaan als voor deze optie wordt gekozen of is dat niet het geval? In die situatie heeft het college te maken met een financieel vraagstuk en met de kaders, maar moet er ook bestemmingsplantechnisch een zoektocht komen naar een nieuwe locatie. Spreker wil de motie niet ondermijnen of zaken daaruit niet uitvoeren, maar hij wil helderheid krijgen.
Tweede termijn
De heer RETERINK zegt dat bij de vierde bullet staat: “uit te zoeken wat de consequenties zijn voor de gemeente als de huur van de windhondenrenbaan beëindigd wordt”. Die consequenties zouden kunnen zijn dat er een nieuwe baan aangelegd moet worden, dat de huur niet opgezegd kan worden of dat dat wellicht vier jaar duurt. Dat zijn zaken die de indieners van de motie willen weten. Het kan ook zijn dat de gemeente zich moreel verplicht voelt een nieuwe windhondenrenbaan aan te leggen.
De heer TEN BERGE zegt dat in het nog vast te stellen verslag van de commissie MDV van 16 januari 2017 staat dat de ChristenUnie van mening is dat de gemeente € 10.000 voor haar rekening moet nemen. Wat spreker betreft is daarmee duidelijk wat toen het standpunt van de ChristenUnie was en het is daarom bijzonder dat er op dit moment een draai wordt gemaakt. Wat nog meer bijzonder is, is dat alle vragen die nu worden aangevoerd, onderzocht moeten worden. Het gaat om een vereniging die een huurovereenkomst heeft met de gemeente en altijd keurig haar huur betaalt. De wethouder heeft in de commissie duidelijk gemaakt dat daarnaar is gekeken en dat hij daartoe geen mogelijkheden ziet. Vragen daarover hadden voor de commissievergadering gesteld moeten worden.
Spreker vraagt zich af waarom het hele proces nu weer vertraagd moet worden. Het is jammer voor de schaats- en skeelervereniging, die opnieuw in een impasse komt te zitten, terwijl zij al drie jaar wacht op de gemeente.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat zijn vraag over de opzegtermijn nog niet is beantwoord.
De heer KLEIN VELDERMAN onderschrijft de woorden van de heer Ten Berge ten zeerste. Het is schokkend om te zien wat hier gebeurt. Verenigingen worden volledig buitenspel gezet door een actie van de SGP. Dat ChristenUnie en VVD Lokaal hierbij aanhaken, heeft wellicht te maken met de nieuwe coalitie in 2018.
De heer DE KOE vraagt bij interruptie hoe D66 tot de conclusie komt dat de verenigingen bij het opstellen van de motie buitenspel zijn gezet.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de verenigingen niet zijn geconsulteerd bij het opstellen van de motie.
De heer DE KOE vraagt bij interruptie waaruit de heer Klein Velderman dat concludeert.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij telefonisch contact heeft gehad met de verenigingen. Zij hebben niets gehoord en zijn niet geconsulteerd. De raad als volksvertegenwoordiging kan dit soort voorstellen niet doen als niet vooraf een goede afweging is gemaakt. Dit is veel te kort door de bocht.
De heer DE KOE zegt dat het CDA heel grote woorden gebruikt, zoals: regentesk. Volgens spreker ligt er een goede motie voor.
De woorden van de heer Klein Velderman kan spreker weerleggen; er is uitgebreid gesproken met de betrokken partij.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt bij interruptie dat er mogelijk tussen twaalf uur vanmiddag en nu overleg is geweest. Dat was na het opstellen van de motie.
De heer MEIJERINK refereert aan de problemen met de kleiduivenschietvereniging. De toenmalige wethouder heeft toen, gechargeerd, in arren moede zijn eigen achtertuin aangeboden. Een dergelijke situatie moet wat spreker betreft niet opnieuw ontstaan. Wat hem betreft, werkt het college optie 2 uit. Deze motie is wat de PvdA betreft niet nodig.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij de heer Meijerink moet teleurstellen en dat hij dit probleem niet in zijn achtertuin gaat oplossen in de toekomst.
De heer MEIJERINK zegt bij interruptie dat hij dat de wethouder ook niet aanraadt.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er een huurcontract is van een jaar, jaarlijks opzegbaar met een opzegtermijn van drie maanden. Het tijdvak loopt van 1 augustus tot 31 juli. Ook is er recht van opstal.
Spreker geeft de heer Reterink gelijk, waar hij zei dat alle antwoorden gegeven kunnen worden als reactie op de vierder bullet. In de laatste bullet staat echter: “deze motie zodanig uit te voeren dat er geen grote vertraging optreedt … . “. Als het college alles moet onderzoeken, meenemen en wegen, dan wordt dat een haast onmogelijk punt, omdat er dan gekeken moet worden naar nieuwe situaties.
Spreker roept op heldere kaders mee te geven, anders wordt het onderzoeken erg lastig gemaakt.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt aangenomen met 13 stemmen voor en 11 stemmen tegen. Voor de motie hebben gestemd de fracties van SGP, ChristenUnie en VVD Lokaal. Tegen de motie hebben gestemd de fracties van CDA, Gemeentebelang, D66 en PvdA.
14 Sluiting
De VOORZITTER dankt allen hartelijk voor deze bijzondere vergadering. Hij sluit de vergadering om 21.45 uur.
De voorzitter spreekt het ambtsgebed uit.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 6 maart 2017.