Raad 21 september 2017
- Datum:
- 21-09-2017
- Tijd:
- 19:30 - 21:15
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- A.C. Hofland
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | A.C. Hofland |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma, dr. ir. A.S. Haase, dr. J. Noeverman, G. Kreijkes, J.W. Reterink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | J. Berkhoff, J. van Veldhuizen en mr. W.L. Riezebos-Tessemaker |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Kuiper-Ruitenberg en J. Beunk |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD Lokaal | F.W. Noordam, E.J.W. Deijk en R.A. de Koe |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof |
Gemeentesecretaris | A.C. van Eck |
Pers | 3 |
Publiek | 5 |
De VOORZITTER spreekt het ambtsgebed uit en daarna de volgende woorden.
“Gistermiddag, 20 september bereikte ons het verdrietige bericht dat Jan ten Barge is overleden. We wisten dat het de laatste tijd al minder ging met de gezondheid van Jan, maar als zo’n bericht je bereikt schrik je daar toch van. Jan heeft zich vanaf 1979 tot maart 2015 ingezet voor de gemeente, eerst in Holten en vanaf de herindeling in Rijssen-Holten.
Velen van u hebben hem gekend als bode bij de raads- en of commissievergaderingen en bij huwelijksvoltrekkingen. Jan is slechts 64 jaar geworden.
Wij wensen Theda de echtgenote van Jan, verdere familie en vrienden veel sterkte en kracht toe om dit verlies te kunnen dragen.”
1 Opening
De VOORZITTER opent de vergadering en heet de raadsleden, de mensen op de publieke tribune, de luisteraars via Radio 350 en ook de kijkers, die de raadsvergadering voor de eerste keer live kunnen volgen via internet, van harte welkom. Hij heet ook de heer Geerligs welkom, die tijdens deze vergadering beëdigd wordt als commissielid.
Er is een bericht van verhindering ontvangen van de heer Otten.
Als gevraagd wordt om hoofdelijke stemming, dan begint deze bij nr. 23, de heer Scheppink.
2 Inventarisatie spreekrecht
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3 Vaststellen agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Vragenuur
De VOORZITTER draagt het voorzitterschap over aan de heer G. Kreijkes.
De heer MULLER geeft aan dat de organisatie van de Diepe Hel Holterbergloop een ontheffing op de Zondagswet heeft gevraagd, om op zondag 29 oktober de activiteiten te mogen starten om 10.30 uur.
Het is daarbij volgens spreker mooi om te vernemen dat de aanvrager in contact is getreden met de kerkbesturen, om eventuele beletselen en oplossingen daarvoor door te spreken.
De fractie van Gemeentebelang kreeg het beeld dat 'men er samen uitkwam en dat de activiteiten om 10.30 uur zouden kunnen starten'.
De vergunning blijkt echter vanaf 11.30 uur te zijn verleend en spreker vraagt burgemeester Hofland zijn besluit aan de raad toe te lichten.
Burgemeester HOFLAND laat weten dat er in dit geval sprake is van 2 soorten vergunningen, namelijk de evenementenvergunning, die een verantwoordelijkheid is van het college van burgemeester en wethouders en de ontheffing van de Zondagswet, die een bevoegdheid van de burgemeester is.
De mening van de kerken is daarbij niet doorslaggevend, want het is en blijft een bevoegdheid van de burgemeester zegt spreker.
Het belang van de kerken, de zondagsrust, de organisatie, de omgeving en de wettelijke kaders moeten worden afgewogen.
Op 3 juli 2017 is er een aanvraag voor een evenementenvergunning binnengekomen, waarbij verzocht is om 10.00 uur te beginnen.
Op 5 juli 2017 heeft er een ambtelijk vooroverleg plaatsgevonden tussen de gemeente en de organisatie. Tijdens dit gesprek is kenbaar gemaakt dat er een voornemen was de vergunning-aanvraag te weigeren.
Op 7 juli 2017 is de organisatie per brief op de hoogte gesteld over het voornemen tot weigeren van de vergunning en op 10 juli 2017 heeft de organisatie haar zienswijze ingediend. Op 12 juli 2017 is deze mondeling toegelicht bij spreker.
Tijdens dit gesprek heeft de organisatie nogmaals aangegeven hoe zij het een en ander zien en heeft spreker aangeven dat, rekening houdend met alle belangen, de organisatie rekening moet houden met een vergunning, waarbij de begintijd op 11.30 uur zou worden vastgesteld.
Dit standpunt is op 9 augustus 2017 telefonisch nog eens herhaald.
Overigens is het spreker niet gebleken dat alle kerken in Holten instemden met de gevraagde tijd van 10.00 uur of 10.30 uur. Het besluit is vervolgens genomen om vanaf 11.30 uur toestemming te geven. Daarbij is aansluiting gezocht bij een andere evenementen in Holten, zoals het Keunefeest.
De heer MULLER bedankt burgemeester Hofland voor de toelichting.
De heer KLEIN VELDERMAN wijst op de gestelde schriftelijke vragen hierover en merkt op dat hij al een gedeelte van de antwoorden terugkrijgt op vragen die hij al schriftelijk heeft gesteld.
Hij vraagt waarom de heer Muller over dit onderwerp ook nog mondelinge vragen stelt.
De heer MULLER merkt op dat de vragen van de heer Klein Velderman gingen over de procedure die doorlopen is en mogelijk fouten die daarbij zijn gemaakt.
Gemeentebelang vraagt zich vooral af waarom dit besluit tot stand is gekomen. Deze vraag heeft de burgemeester zojuist beantwoord.
De VOORZITTER draagt het voorzitterschap over aan burgemeester Hofland.
De heer KLEIN VELDERMAN krijgt de gelegenheid zijn vragen te stellen en zegt dat het gaat om de bouw van een overkapping en niet van een carport.
Spreker zegt dat hij inhoudelijk wilde spreken over een geval waarin de gemeente tegen beter weten in bij haar standpunt blijft, star regels toepast en daar waar een onafhankelijke commissie de gemeente in het ongelijk stelt, toch haar gelijk wil halen.
Hij had willen spreken over de bouw of vergunningaanvraag van een overkapping aan een woning Buitenplaats 29 in Rijssen. Die inhoudelijke discussie hoort echter niet thuis in deze raad.
Wat er wel thuishoort is een signaal, een kwestie paarse krokodil, oude bureaucratie, niet met elkaar de dialoog zoeken, niet op zoek gaan naar oplossingen en dat is in dit geval – waar inhoudelijk niet over wordt gesproken - zeker het geval. Zo’n escalatie had voorkomen kunnen worden, kosten hadden niet gemaakt hoeven te worden. Er zijn nl. oplossingen denkbaar waar beide partijen zich in kunnen vinden. De één een overkapping en de ander een vrijstaande woning die aan alle uitgangspunten voldoet.
Hij stelt de volgende vragen:
- Waarom heeft de gemeente niet de dialoog gevoerd met de vergunningaanvragers in dit specifieke geval?
- Welk beleid wordt er toegepast om escalatie in een vergunningentraject te voorkomen?
- Wat heeft deze procedure bij benadering gekost? Rondom de bezwarencommissie en het advies van een huisadvocaat. Deze beantwoording kan via een memo plaatsvinden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er sprake is van een normale procedure. Op het moment dat er geen vergunning wordt verleend, dan kan daar bezwaar tegen gemaakt worden. Dat is in dit geval ook gebeurd. Vervolgens deed de bezwaarschriftencommissie uitspraak. Daarvan heeft de organisatie aangegeven dat er sprake was van een verkeerde interpretatie. Het college wil dit zorgvuldig afwegen en heeft daarom een second opinion gevraagd. Daarin werd de beantwoording door de organisatie bevestigd. Het college heeft daarna formeel een besluit op dit bezwaar genomen.
Daarbij staat de mogelijkheid vrij om twee dingen te doen:
- of een gesprek voeren over de mogelijkheden
- of eventueel in beroep gaan bij de rechtbank.
Hierbij gaat het om een gebruikelijke procedure. De kosten heeft spreker niet paraat.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat wethouder Cornelissen geen antwoord heeft gegeven op zijn vraag waarom niet de dialoog is gevoerd met de vergunningaanvragers in dit specifieke geval?
Welk beleid wordt er toegepast om escalatie in het vergunningstraject te voorkomen? Het is een normale procedure, maar het is ook normaal escalatie te voorkomen volgens spreker.
De heer SCHEPPINK begrijpt de vragen en begrijpt ook dat de raad gaat over kaderstelling, begroting en budgetrecht. De gestelde vraag is een vraag naar de gangbare procedures en hoe deze zijn verlopen. Hij vraagt of de heer Klein Velderman de vragen ook ambtelijk heeft gesteld en zo ja, of hier een bevredigend antwoord op is gekomen.
Spreker vraagt zich af waarom deze vragen in het vragenuur behandeld moeten worden. Hij ziet dit namelijk als een technische vraag.
Hij vraagt zich af waarom de heer Klein Velderman de vragen niet kan stellen in de organisatie en of hij van mening is dat het zo belangrijk is dat ze gesteld moeten worden in het vragenuur.
De heer KAHRAMAN vraagt zich af waarom de heer Klein Velderman de vragen heeft gesteld en of hij het zonde vindt dat er geld is gespendeerd aan een externe advocaat. Of wil hij meegeven dat het goed is dat het college de case ook door een externe laat bekijken ter beoordeling.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt het vreemd te vinden dat aan hem wordt gevraagd waarom hij in het vragenuur vragen heeft gesteld.
Hij licht toe dat hij vraagt om de kosten van de advocaat, omdat hij zich afvraagt of het om een onafhankelijk advies gaat en of het antwoord al van te voren redelijk bekend was.
Spreker is van mening dat voorkomen moet worden dat de gemeente in dergelijke trajecten terecht komt en stelt voor aan de voorkant te proberen eruit te komen en niet willens en wetens op dergelijke procedures aan te sturen.
Wethouder CORNELISSEN benadrukt dat er getoetst wordt aan bestemmingsplannen die door de raad zelf zijn vastgesteld. Op het moment dat iemand het niet eens is met de gemeente en contact zoekt met de bezwaarschiftencommissie, dan ziet hij dat niet zozeer als escalatie. Het gaat daarbij gewoon om de regels die met elkaar zijn afgesproken.
Wat de dialoog betreft kan het zijn dat de gemeente en de initiatiefnemer verschillen van mening en men een uitspraak wil. Er staan daarbij twee wegen open: men kan beroep aantekenen bij de rechtbank of men kan in dialoog met de gemeente treden, over wat er eventueel wel mogelijk is.
Dit is een gebruikelijke procedure en spreker vindt het lastig dat de heer Klein Velderman spreekt over escalatie.
De heer KLEIN VELDERMAN stelt zijn tweede vraag en zegt dat naar aanleiding van een tv-uitzending van zondag jl. met Lubach D66 is geattendeerd op iets dat speelt, ook in deze gemeente. In Nederland zijn volgens spreker dit jaar al 225.000 dieren verbrand. Gemiddeld zo’n 1000 dieren per dag. Bekend is dat bij stalbranden bijna alle dieren dood gaan. D66 vindt het daarom tijd voor maatregelen.
De meerderheid van de stallen is nog steeds zeer onveilig. Dit komt deels door maatregelen die niet door veehouders worden genomen en deels door regelgeving. In het bouwbesluit is een kip nl. niet beter beveiligd tegen brand dan een wc-rol in een opslagloods aldus spreker.
Daarbij speelt dat uit een steekproef van de provincie Noord-Brabant blijkt dat gemeenten falen op het toezicht van veehouderijen..
Spreker stelt de volgende vragen:
- Bent u het met ons eens dat elk dier dat door een brand overlijdt er één te veel is?
- Hoe vaak controleert de gemeente Rijssen-Holten veehouderijen?
- Vindt u dat een gesprek plaats moeten vinden tussen veehouderijen en de gemeente om het welzijn en de veiligheid van dieren te verbeteren?
- Is het college bereid aanvullende maatregelen te adviseren of op te leggen, om branden bij veehouders te voorkomen en de gevolgen van een brand voor de dieren in onze gemeente zo klein mogelijk te houden.
Burgemeester HOFLAND vindt dat de heer Klein Velderman het moeilijk maakt. Omdat de vragen vooraf niet bekend waren moet gezocht worden naar de diverse verantwoordelijkheden binnen het college. Rondom de brandweer is het sprekers portefeuille, de wet- en regelgeving rondom het bestemmingsplan raakt de portefeuille van wethouder Cornelissen en het vergunning- en handhavingstraject raakt de portefeuille van wethouder Aanstoot.
Wethouder AANSTOOT onderkent dat elk dier dat omkomt er één te veel is. Hier moet zorgvuldig mee worden omgegaan. Spreker denkt niet dat het nodig is individuele gesprekken met veehouderijen te voeren. Wellicht moet er in overleg getreden worden met de branches, zoals LTO. Daar zou dit onderwerp ter sprake moeten komen.
Er wordt gehandhaafd op de 10 grootste varkenshouderijen in deze gemeente. Daarnaast zijn er 10 andere bedrijven met andere dieren (zoals kalveren, konijnen en kippen) die door de omgevings-dienst, op basis van een risicomatrix, jaarlijks worden gecontroleerd. Daarbij worden ook alle installaties gecontroleerd.
De heer KLEIN VELDERMAN geeft aan dat er niet wordt overlegd met de bedrijven afzonderlijk, maar wel met LTO, dat dan LTO Rijssen-Holten zou moeten zijn. De wethouder zegt dat de RUD’s de bedrijven controleren en ook de installaties. Dit ontkent spreker. De RUD checkt of er certificaten zijn, maar controleert de installaties niet zelf. Het blijkt dat er nog veel mis is in de veehouderij.
Hij vraagt of de wethouder bereid is in gesprek te gaan met de bedrijven in de gemeente en niet met LTO, vraagt hoe vaak er gecontroleerd wordt en of dit nog verbeterd kan worden.
Wethouder AANTOOT zegt dat de bedrijven jaarlijks gecontroleerd worden. Hij bevestigt dat er daarbij gecontroleerd wordt of de installaties goed onderhouden zijn. Als daaruit blijkt dat bedrijven achter-blijven, dan komen ze hoger op de risicomatrix, worden ze extra gecontroleerd en worden ze frequenter bezocht door de omgevingsdienst.
5 Notulen en besluitenlijst van 13 juli 2017
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stemt de raad in met de notulen en de besluitenlijst van 13 juli 2017.
6 Actiepuntenlijst
Er staat één punt op de actiepuntenlijst: 2017-01 reactie college op twee ingekomen stukken raad 23 mei 2017.
De VOORZITTER stelt voor dit actiepunt te laten staan. Beide brieven komen nog in een latere fase terug. Het initiatief daartoe ligt bij het college.
7 Ingekomen stukken – mededelingen
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorgestelde afdoeningen.
8 Raadsvoorstel beschikbaar stellen krediet brandveiligheidsmaatregelen schoolgebouwen (Tijhof)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
9 Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan “Wonen Rijssen, woningbouw Willem de Zwijgerstraat – Welleweg” (Cornelissen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
10 Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan Wonen Holten, Lageweg en Eg (Cornelissen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
11 Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan ' Buitengebied Rijssen, groepsaccommodatie Enterveenweg 10' (Cornelissen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
12 Raadsvoorstel beleidskader huishoudelijke ondersteuning en Wmo-verordening (Beens)
Mevrouw KUIPER zegt dat Gemeentebelang akkoord gaat met het voorstel, mede omdat in de commissie een vangnetregeling voor de minima is toegezegd. Zij vraagt of deze vangnetregeling ook nog ter informatie of bespreking aangeboden wordt aan de commissie MDV.
De heer MEIJERINK geeft aan dat de PvdA tijdens de commissiebehandeling heeft aangegeven heel graag een inkomensafhankelijke bijdrage te willen. De wethouder gaf echter aan dat het grootste deel van de cliënten in het laagste tarief komen en daarmee een tariefdifferentiatie niet zinvol is. Die redenatie kan de PvdA volgen.
Wat het tarief betreft is dat in Rijssen-Holten € 22,50, waar andere gemeenten een tarief van € 17,50 hanteren. In de commissie is aan de wethouder gevraagd een overzicht te maken van hoe het in Twente geregeld is, zodat vergelijking mogelijk is. De wethouder heeft daarbij aangegeven bereid te zijn dit te doen, maar dat dit tijd kost. De fractie wil wel dat dit overzicht er komt.
De wethouder heeft toegezegd dat er een vangnet komt voor die mensen die het tarief niet kunnen betalen. De PvdA wil dat het vangnet gemonitord wordt.
Een jaar na invoering pleit de PvdA voor een evaluatie. Wellicht dat dit ook een geschikt onderwerp is voor de rekenkamer om te onderzoeken.
Op dit moment kan de PvdA akkoord gaan met het voorstel.
Wethouder BEENS zegt toe dat de vangnetregeling in de commissie MDV wordt besproken. Deze regeling bestaat uit 3 componenten, namelijk bijzondere bijstand, hardheidsclausule Wmo en de mogelijkheid om in andere Wmo-voorzieningen de eigen bijdrage niet op te leggen.
Tijdens de commissiebehandeling kan spreker er meer toelichting op geven.
Het college is bereid het beleid met andere gemeenten te vergelijken, maar op dit moment blijkt dat Rijssen-Holten verder is qua ontwikkeling van dit product. In de andere gemeenten is men nog bezig met de aanbesteding, terwijl Rijssen-Holten dit al afrondt. We lopen dus voor. Als de andere gemeente zo ver zijn zal er zeker een vergelijk plaatsvinden.
Een evaluatie na een jaar/anderhalf jaar is volgens spreker verstandig, maar eerst moet er ervaring worden opgedaan.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
13 Raadsvoorstel aanpassen beleid bijzondere bijstand en minima (Tijhof)
Eerste termijn
De heer MULLER zegt de raad vanmiddag twee amendementen van Gemeentebelang heeft ontvangen. Spreker begrijpt dat het vervelend is om op een zo laat moment nog amendementen of moties te krijgen, want dat verstoort de voorbereiding.
Afgelopen maandag was de fractie van Gemeentebelang voor het eerst weer bijeen sinds de commissievergadering, waarbij er behoefte was om de kanttekeningen over het raadsvoorstel vorm te geven. Dan is het zoeken naar de methode: motie, amendement of een stemverklaring en wijziging van een verordening vraagt ambtelijke ondersteuning. Deze heeft de fractie ook gekregen, waarvoor zij hun dank uitspreken.
Gemeentebelang vindt het jammer dat de informatie aan de raad vertraagd is en de fractie de raad pas vandaag kon informeren. Dat spijt hun.
Spreker gaat in op de verordening bijdrageregelingen bijzondere bijstand en zegt dat het raadsvoorstel gaat over aanpassing van de bijdrageregelingen bijzondere bijstand.
Gemeentebelang betwijfelt of de aanpassing zal leiden tot extra uitstroom van uitkering naar werk.
Om het probleem van de armoedeval te beperken adviseert Gemeentebelang om in de toekomst ook het instrument van een overgangspremie van uitkering naar werk te onderzoeken. Maar dat is nu niet aan de orde.
Gemeentebelang vindt het wel verstandig om de bijzondere bijstandsregels aan te passen, omdat blijkt dat betreffende de duurzame gebruiksgoederen er een automatisme is ingeslopen.
Er wordt nu geld verstrekt zonder toetsing op noodzaak en zonder controle. Daardoor is oneigenlijk gebruik ontstaan en zelfs misbruik.
Complicerend is dat minimabeleid en bijzondere bijstand verweven zijn, maar de verordening die nu voorligt gaat over de bijdrageregeling bijzondere bijstand.
Gemeentebelang vindt dat bijzondere bijstand voor gebruiksgoederen verleend moet worden als het echt noodzakelijk is voor de primaire levensbehoefte. Dat vergt maatwerk. Er kan in de ene situatie € 1000 nodig zijn en in de andere situatie € 0.
Door opname van de regeling “€ 250 per 5 jaar” als bijzondere bijstand ontstaat de indruk dat bij een aanvraag verwezen wordt naar die regel. Als iemand echt hulp nodig heeft kunnen we het niet afdoen met verwijzing naar de € 250 eenmaal per 5 jaar aldus spreker.
De aanvraag en de noodzaak moeten dan als maatwerk behandeld worden en vraagt om duidelijkheid hoe omgegaan wordt met noodzakelijke ondersteuning aan gebruiksgoederen bij een aanvraag bijzondere bijstand. Is die € 250 daarbij relevant of volgt maatwerk?
Het voorstel is ook om over te gaan tot ambtshalve verstrekking van de bijdrage maatschappelijke participatie voor schoolgaande kinderen. Nu moeten alle ouders die daarvoor in aanmerking komen zelf die bijdrage aanvragen.
Het voornemen is om ongevraagd geld over te maken aan inwoners met een uitkering en schoolgaande kinderen. Die gegevens zijn bekend in het systeem. Vervolgens zal door een steekproef gecontroleerd worden of het geld ook besteed is aan schoolactiviteiten, aldus spreker.
Gemeentebelang vindt het geen goed idee om ongevraagd geld over te maken zonder afspraken over de besteding.
Van de uitkeringsgerechtigden die in aanmerking komen doet nu 60% jaarlijks een aanvraag. Het is niet bekend waarom de andere 40% geen aanvraag doet.
Gemeentebelang pleit voor een afspraak met de ouders over de besteding van het geld. Dat hoeft geen ingewikkeld formulier te zijn, want alle gegevens zijn al bekend. Een half A4-tje tekst met een vinkje en de handtekeningen is genoeg. Het belang van het kind is daarmee maximaal gediend aldus spreker en hij wil graag van de wethouder horen of er inderdaad sprake is van geld overmaken naar ouders.
De heer WESSELS geeft aan dat in de commissievergadering de bijdrageregeling uitvoerig is besproken. De fractie van het CDA heeft toen aangegeven dat ze achter het uitgangspunt staan dat het niet gaat om ‘een recht op’, maar dat gekeken wordt naar ‘wat er nodig is’. Ook het misbruik van een dergelijke regeling verdient een aanpak.
De fractie concludeerde echter ook dat het doel van de regeling is om ‘te zorgen voor een meer stimulerend effect bij de uitvoering van de Participatiewet’. De vragen die nog steeds leven binnen de CDA-fractie zijn:
- Is er onderzoek gedaan, bijvoorbeeld door te kijken naar andere gemeenten, hoeveel mensen daar naar werk zijn geleid door aanpassing van de bijdrageregeling?
- Hoeveel mensen gaan we in Rijssen-Holten het komend jaar naar werk leiden door de regeling aan te passen? Dan maken we aanpassing van de regeling namelijk controleerbaar.
De heer NOEVERMAN is van mening dat er van de regeling een stimulans moet uitgaan en geen belemmering. De behandeling in de commissievergadering heeft voor spreker niet veel duidelijkheid gegeven. Hij is daarom blij met het aanvullende memo dat is ontvangen. Spreker denkt niet dat deze regeling mensen aan het werk zal helpen.
In de commissie werd ook veel gesproken over misbruik van de regeling.
Uit de memo blijkt volgens spreker dat de regeling is bedoeld om drempels weg te nemen, dat is iets anders dan stimuleren dat mensen hierdoor aan het werk gaan. Hij vraagt om bevestiging van deze woorden door de portefeuillehouder, dat was hem tijdens en na de commissievergadering namelijk niet helemaal helder. Het gaat erom wat de strekking van de aanpassing is en wat het college hiermee wil bereiken.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat in de commissievergadering vooral aandacht is besteed aan misbruik en aan het feit dat de ambtelijke organisatie niet in staat is te controleren of geld dat wordt uitgegeven ook besteed wordt aan hetgeen waarom gevraagd wordt.
In de memo staat dat eens per 5 jaar wordt uitgekeerd, maar dat er voor fietsen en computers een uitzondering wordt gemaakt. Spreker vraagt zich af hoe dat dan gecontroleerd wordt. Volgens hem verandert er verder niets en kan er eens per jaar geld voor een fiets of computer worden gevraagd, er wordt immers toch niet gecontroleerd.
Hij vraagt hoe getoetst en gecontroleerd wordt waaraan gevraagd geld wordt uitgegeven.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA het de verkeerde maatregel op het verkeerde moment vindt. Het college spreekt in de stukken over de stimulans om vanuit de bijstand de arbeidsmarkt op te gaan en de belemmeringen daartoe. In de commissie is twee keer gevraagd of er sprake is van een voldoende match tussen de vraag naar werk en het aanbod. Als er nl. onvoldoende sprake is van een match dan zal beknibbeling op het minimabeleid (bijzondere bijstand en bijstand in zijn algemeenheid) niet gaan werken. Dan levert het niets op, alleen frustratie en onzekerheid bij de cliënten.
Op dit moment vindt de PvdA dat er maar één maatregel moet worden genomen, nl. een loonsverhoging. Dit wordt ook door de vakbonden gepropageerd, door de heer H. de Boer van de werkgevers, door de heer K. Knot van de Nederlandse Bank, door de linkse oppositie en zelfs door
M. Rutte én de Telegraaf. En wel aan de onderkant van het zgn. loongebouw.
Wij komen uit een grote economische crisis, met veel onzekerheid. Mensen hebben nu de behoefte aan zekerheid en dat kan nu ook weer. Dan is het opnieuw aanwakkeren van onzekerheid, door het beknibbelen op minimabeleid etc., ongewenst en onverstandig. De prikkel om vanuit de bijstand aan het werk te gaan, wordt positiever en beter gegeven door verhoging van de lonen aan de onderkant dan door te beknibbelen op het minimabeleid aldus spreker. Mocht men weigeren aan het werk te gaan of mocht er sprake zijn van misbruik, dan zijn er genoeg instrumenten in handen om dit stevig aan te pakken. Spreker pleit voor gebruik van deze instrumenten.
Hij roept de wethouder op het voorstel terug te nemen, anders zal de fractie tegenstemmen.
Wethouder TIJHOF gaat in op de naam van de verordening. De naam is: verordening bijdragenregeling bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten. Daarbij is sprake van verwarring. Deze benaming heeft namelijk niets van doen met de wettelijke bijzondere bijstand. Het is een oude benaming die al lang voor deze verordening geldt. Hij stelt voor de benaming te wijzigen in: verordening minimabeleid Rijssen-Holten 2017.
De heer NOEVERMAN interrumpeert en vraagt wie het amendement gaat indienen.
Wethouder TIJHOF gaat in op de vragen van Gemeentebelang, waarbij er ambtelijk en bestuurlijk contact is geweest over deze vragen. Daarbij kwam nl. verwarring naar boven. De regelingen gaan over minimabeleid en over zaken die de gemeente vaststelt. De vragen van de heer Muller van Gemeentebelang zijn makkelijk te beantwoorden. Op het moment dat iemand een beroep doet op bijzondere bijstand, dan worden de bijzondere omstandigheden altijd getoetst en deze kunnen altijd met maatwerk worden opgelost aldus spreker. Op het moment dat iemand onder de minima valt kun je een beroep doen op de regelingen die gelden voor de minima. Dat zijn algemene regelingen.
Bij noodzakelijke aanvragen voor bijzondere bijstand is er altijd sprake van maatwerk.
Spreker gaat in op de bijdragenregelingen en zegt dat hier ook sprake kan zijn van verwarring. Het is niet zo dat mensen ongevraagd en onbeperkt geld op de rekening krijgen, waar ze wat mee kunnen doen. Op het moment dat er een beschikking word afgegeven, dat gebeurt n.a.v een aanvraag voor de minima, wordt deze regeling in de beschikking meegenomen en daarin staan de voorwaarden waaronder geld wordt overgemaakt en hoe dat getoetst wordt. Ieder jaar wordt een aantal aanvragen getoetst en wordt gekeken of het geld op een goede manier kan worden verantwoord. Hij zegt dat de resultaten hiervan het niet noodzakelijk maken 100% te toetsen, zoals de heer Klein Velderman vraagt.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en zegt dat wethouder Tijhof aangeeft dat er voldoende wordt gecontroleerd. In de stukken staat echter ook dat er veel misbruik wordt gemaakt, dus het zou logisch zijn dat er meer gecontroleerd wordt.
Wethouder TIJHOF gaat in op de duurzame gebruiksgoederen en zegt dat geconstateerd is dat de regeling hierop aangepast moet worden. Dit loopt niet zo als het moet. In de commissie is ook aangegeven dat als er gesproken wordt over de participatieregelingen er sprake is van een andere manier van werken en toetsen. Daar zien we de afwijkingen niet, die bij de duurzame gebruiks-goederen wel aan de orde zijn.
Spreker gaat in op het doel van de regeling, nl. stimulering. Daar wil het college ook voor staan. Het is de bedoeling dat er maatwerk geleverd wordt en wordt ingespeeld op de vragen die er zijn. Het is ook de bedoeling dat meer mensen richting werk worden begeleid en dat belemmeringen worden weggenomen. De organisatie merkt dat de huidige regelingen echter belemmerend werken. Spreker wil maatwerk leveren en alle belemmeringen wegnemen.
Spreker refereert aan de woorden van de heer Meijerink en zegt dat de werkgevers over de lonen gaan. Dit is niet de rol van de gemeente. Een aantal zaken kan de gemeente bevorderen, waarop ook gestuurd kan worden. Er kan ook overleg gevoerd worden met lokale werkgevers om ze te stimuleren mensen in dienst te nemen. Van het gemeentebestuur mag verwacht worden dat ze alles op alles zet, ook in de contacten met de werkgevers, zaken warm te houden en te zorgen dat er voldoende banen gecreëerd worden of dat er werkplekken beschikbaar gesteld worden. De lonen is echter iets van de vakbonden, werkgeversorganisaties en werkgevers. Hier wil spreker zich niet mee bemoeien.
Tweede termijn
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de wethouder niet in staat is gebleken antwoorden te geven op zijn vragen. Dat merkt hij wel vaker.
Het is vreemd dat de gemeente blijkbaar niet in staat is aanvragen en geld dat uitgegeven wordt voor duurzame goederen, te controleren. Er wordt volgens de wethouder vaak genoeg gecontroleerd. Ook al wordt er vaak misbruik van gemaakt, toch ziet de wethouder geen aanleiding vaker te controleren of er iets anders aan te doen en verschuift hij de termijn van één naar vijf jaar. Daarnaast blijken computers en fietsen jaarlijks aangevraagd te kunnen worden. Spreker vraagt zich af hoe dat vervolgens gecontroleerd wordt. Hij heeft hierin geen vertrouwen en gaat niet akkoord met het voorstel.
Mevrouw RIEZEBOS reageert op de woorden van de heer Klein Velderman, over het gigantische misbruik van de regeling.
De heer KLEIN VELDERMAN verzoekt een interruptie te mogen plaatsen.
De VOORZITTER zegt dat mevrouw Riezebos nog geen verdere duiding heeft kunnen geven aan haar eerste zin en dat hij de interruptie niet toestaat.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de sterke benaming “gigantisch misbruik” door de heer Klein Velderman onrecht doet aan mensen die gebruikmaken van de minimaregeling. Zij vindt het echt een belediging van de minima in de gemeente. Voorts is zij niet gecharmeerd van de opmerking van de heer Klein Velderman, dat de wethouder niet in staat is goede antwoorden te geven op gestelde vragen.
Wat spreekster betreft heeft de wethouder een goed voorstel gedaan om de naam van de verordening te wijziggen. Zij stelt voor tijdens een schorsing hiertoe een amendement op te stellen.
De heer MEIJERINK zegt in reactie op de woorden van de wethouder, dat het hier gaat over ‘belemmeringen die mensen belemmeren’ om vanuit de bijstand aan het werk te gaan. Wat de PvdA betreft zitten die belemmeringen niet zozeer in de bijzondere bijstand, maar, historisch gezien, in het verschil tussen de uitkering en het loon dat men kan verdienen. De PvdA opteert voor een verhoging van loon in plaats van een verlaging van allerlei voorzieningen, waar alle partijen aan meegewerkt hebben en het goed voor elkaar wilden hebben. Voor de PvdA is het een brug te ver daaraan nu te gaan morrelen.
De heer NOEVERMAN is blij met de beantwoording van de portefeuillehouder. Voor spreker is het duidelijk dat het stuk niet gaat over misbruik, gigantisch misbruik en andere gehanteerde termen. Wel is geconstateerd dat de regeling niet op alle punten werkt, zoals de raad heeft bedoeld. Het is de bedoeling dát te repareren. “Misbruik” is daarom niet aan de orde. Datzelfde geldt voor het stimulerend effect. Ook dat moet niet groter gemaakt worden dan het is. Als inderdaad gestimuleerd moet worden dat mensen aan het werk gaan, dan is een veel breder palet nodig, al moeten de belemmeringen die nu in de regeling zitten, weggenomen worden.
De SGP heeft het voorstel op deze manier begrepen en stemt voor de regeling en de aanpassing daarop.
De heer MULLER zegt dat de wethouder een naamswijziging van de verordening voorstelt. Het is volgens spreker relevant of het begrip “bijzondere bijstand” wel of niet van toepassing is. Spreker kan op dit moment niet overzien of alleen met de aanpassing van de titel, alle verstrekkingen voor het minimabeleid volledig zijn. Daar heeft zijn fractie niet op beoordeeld en getoetst. In de verordening staat bijvoorbeeld de hardheidsclausule en het is de vraag of die ook een plek moet hebben in een regeling voor minima. Spreker vraagt de wethouder daarop in te gaan.
Over de ambtshalve verstrekking zegt de wethouder dat in de beschikking de afspraken en de wederzijdse verplichtingen goed zijn vastgelegd. Spreker vraagt of alle beschikkingen, die gekoppeld zijn aan het verstrekken van de middelen, individueel zijn, of dat een beschikking anders is voor iemand met kinderen dan voor iemand zonder kinderen en of dat duidelijk en onbetwistbaar is.
De heer WESSELS zegt over de wijze van ‘aanvliegen’ van de heer Klein Velderman, dat er enerzijds vragen worden gesteld en wordt opgeroepen tot het aangaan van de dialoog en het zoeken naar een oplossing, maar anderzijds gaat het om controle, handhaving en het volgen van processen. Volgens spreker lijkt dit op een vlieger en een beetje van ‘zo de wind waait, waait mijn mening’.
De wethouder heeft duidelijk gemaakt dat het in dit document gaat om het leveren van maatwerk voor inwoners die in aanmerking komen voor de bijdrageregeling. Het CDA concludeert daaruit dat er hiermee geen mensen naar werk zullen worden geleid. Het gaat om het meer leveren van maatwerk. Daarover zijn ambtelijk opmerkingen gemaakt, wat omgezet wordt naar nieuw beleid. Het CDA wil met het voorliggende voorstel ervoor waken dat de regeling zodanig wordt aangepast, dat inwoners die te goeder trouw handelen, de dupe worden van het mogelijk misbruik door anderen. De raad heeft in 2015 de regeling aangepast en de vergoeding van enkele gebruiksgoederen naar boven bijgesteld. Het CDA vindt dat de raad er moet zijn voor de minima. Wellicht kan de wethouder de toezegging doen dat hij, als de bijdrageregeling opnieuw is vastgesteld, een monitoring uitvoert en de raad daarover informeert, evenals over de resultaten van de nieuw vastgestelde verordening. De raad kan op die manier de vinger aan de pols houden. Als dat gebeurt, stemt het CDA in met de verordening die voorligt.
De heer NOORDAM vraagt of het wel of niet de bedoeling is dat er amendementen ingediend worden. Hij merkt op dat de commissievergadering overgedaan lijkt te worden, zeker wat betreft het gebruik en de controle. VVD Lokaal blijft bij wat in de commissie is gezegd en pakt de handschoen op om het voorstel van de portefeuillehouder over te nemen en er een ander ‘etiket’ op te plakken.
VVD Lokaal stemt in met het voorstel.
De VOORZITTER verzoekt de wethouder de vragen te beantwoorden. Daarna zal hij de vergadering schorsen om eventueel amendementen op te stellen.
Wethouder TIJHOF zegt in reactie op de woorden van de heer Meijerink dat er inderdaad een kloof is tussen lonen en uitkeringen. Op het moment dat de armoedeval een rol gaat spelen, wordt getracht daarin op een effectieve manier een vorm te vinden, zonder afbreuk te doen aan het beleid. Over het effect daarvan en de mate waarop dat doorgevoerd wordt, kan men van mening verschillen.
Ook in de bijstand is soms de hardheidsclausule nodig en deze is om die reden opgenomen in de verordening.
Beschikkingen zijn individueel en worden niet voor bijvoorbeeld een groep in een keer afgegeven.
Spreker zegt toe dat het college blijft monitoren. Hij wijst op een tool op Kennispunt Twente, waar men de arbeidsmarktmonitor kan zien, waar uitkeringen, Participatiewet en WW in aantallen per gemeente vanaf 2010 worden bijgehouden.
Indien de raad wenst, wil spreker een evaluatie houden over één of anderhalf jaar.
De schorsing kan gebruikt worden om de aanpassing van de verordening te verwoorden in een amendement.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Schorsing van 20.35-20.50 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Mevrouw RIEZEBOS van de fractie van de ChristenUnie dient een amendement in: Naamswijziging verordening.
De raad van de gemeente Rijssen-Holten, in vergadering bijeen op 21 september 2017;
overwegende dat:
- de tenaamstelling van de verordening te veel verwarring oplevert;
besluit:
- de naam van de “Verordening Bijdrageregelingen bijzondere bijstand gemeente Rijssen-Holten 2017” te wijzigen in: “Verordening Bijdrageregelingen minimabeleid gemeente Rijssen-Holten 2017” en de verordening dienovereenkomstig aan te passen.
Vragenronde
De heer MEIJERINK zegt dat de naam van de verordening wat de PvdA betreft gewijzigd kan worden.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement wordt unaniem aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het geamendeerde voorstel. De fracties van D66 en PvdA worden geacht tegengestemd te hebben.
14 Raadsvoorstel zienswijze begrotingswijziging Regio Twente (presidium)
De heer SCHEPPINK zegt dat het goed is dat er op de begroting 2018 voor de Regio Twente een zienswijze wordt ingediend. De zienswijze heeft in de eerste plaats betrekking op het proces en in de tweede plaats op het overhevelen van middelen vanuit de oude Agenda van Twente naar de begroting Regio Twente. Als de raad instemt met de conceptbegroting 2018 van de Regio Twente moet er één euro per inwoner voor toeristische marketing en promotie Twente ter beschikking worden gesteld bij de begrotingsvergadering.
De SGP kan zich goed voorstellen dat gezamenlijk gewerkt wordt aan dit thema. Wel heeft de fractie moeite met het proces. De begrotingswijziging staat geagendeerd voor de DB-vergadering van de Regio Twente. Het verbaast de SGP dat daarbij geen rekening wordt gehouden met zienswijzen. Wat dat betreft vindt spreker dat het signaal afgegeven mag worden naar de Regio Twente, dat er zorgvuldig omgegaan moet worden met de gemeenteraden. Het lijkt erop dat gemeenteraden weinig tijd krijgen om stukken te lezen en zienswijzen in te dienen.
Het is wat de SGP betreft goed dat er een bijdrage is van één euro per inwoner. Anderzijds is de vraag waarop dit bedrag is gebaseerd en wat de gemeente ervoor terugkrijgt. Wellicht had die ene euro ook uit de begroting van de Regio Twente gehaald kunnen worden, gezien het bedrag voor overhead van € 16,28 per inwoner. Wellicht kan in de raad of in de commissie een keer gesproken worden over hoe efficiënt de Regio Twente is.
De heer DE KOE zegt dat het doel van de bijdrage goed is, maar dat de wijze waarop dat gevraagd wordt niet netjes is. Er wordt één euro uit de Agenda van Twente gehaald, er wordt een apart voorstel gemaakt dat in de Regio Twente wordt gestopt en dat wordt vervolgens voorgelegd aan de gemeenteraden. Het gaat hier echter om recreatie en toerisme, wat een belangrijk onderwerp is voor Rijssen-Holten. Het is jammer dat hierbij geen uitgebreide onderbouwing gegeven wordt.
Wethouder BEENS zegt dat hij de gevoelens van de SGP deelt over het proces. De raad moet iets besluiten, terwijl dat al op de agenda van het AB staat. Er zou gewacht moeten worden met de besluitvorming totdat iedere gemeente de mogelijkheid heeft gehad een zienswijze in te leveren. De sluitingstijd om zienswijzen in te dienen, was 20 september 2017. Rijssen-Holten heeft aangegeven dat zij een dag later met een zienswijze komt. Daarmee had het AB rekening moeten houden. Spreker neemt mee naar het AB-overleg van volgende week dat de raad van Rijssen-Holten moeite heeft met deze procesgang en zich niet serieus genomen voelt.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de middelen voor recreatie en toerisme breder ingezet worden, met name voor marketing van de Twentse samenwerking. Over de voortgang en wat er precies gedaan wordt op dit gebied van recreatie en toerisme, stelt spreker voor een keer met de commissie van gedachten te wisselen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel.
15 Raadsvoorstel benoeming van de heer J.H.E. Geerligs als commissielid namens de fractie van VVD Lokaal (presidium)
De VOORZITTER stelt voor dat de commissie van stemopneming bestaat uit: de heren H. Kreijkes, Noeverman en Kök. Spreker schorst de vergadering.
Schorsing van 21.00-21.10 uur.
De heer H. KREIJKES deelt mee dat er 23 stemmen voor de heer Geerligs zijn uitgebracht en 1 blanco stem.
De VOORZITTER nodigt de heer Geerligs uit naar voren te komen voor het afleggen van de belofte en leest de tekst hiervan voor. Hij verzoekt de aanwezigen hiertoe te gaan staan.
“Ik verklaar dat ik, om tot lid van de raadscommissies benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raadscommissies naar eer en geweten zal vervullen.”
De heer GEERLIGS: Dat verklaar en beloof ik.
De VOORZITTER feliciteert de heer Geerligs en overhandigt hem een boeket bloemen (applaus).
16 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering.
De voorzitter spreekt het ambtsgebed uit.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 10 november 2017.