Raad 22 december 2016
- Datum:
- 22-12-2016
- Tijd:
- 19:30 - 21:00
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- A.C. Hofland
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | A.C. Hofland |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma, dr. ir. A.S. Haase, dr. J. Noeverman, G. Kreijkes, J.W. Reterink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | J. Berkhoff, J. van Veldhuizen en mr. W.L. Riezebos-Tessemaker |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Beunk en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD Lokaal | F.W. Noordam, R.A. de Koe en E.J.W. Deijk |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof, A.C. van Eck |
Pers | 3 |
Publiek | 18 |
De VOORZITTER spreekt het ambtsgebed uit
1 Opening
De VOORZITTER opent de raadsvergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.
Hij laat weten dat de heer Otten verhinderd is en de heer Noeverman later komt.
Als gevraagd wordt om hoofdelijke stemming, dan begint deze bij nummer 21, de heer Reterink.
2 Spreekrecht burgers
De heer H.J.G. Brinks heeft zich gemeld voor het spreekrecht over agendapunt 16, maar vanwege de griep zal de heer Brinks hier geen gebruik van maken.
3 Vaststellen agenda
De VOORZITTER meldt dat er een motie vreemd aan de orde van de dag wordt ingediend door de fracties van het CDA en de ChristenUnie. Hij stelt voor deze motie te behandelen als agendapunt 17.
De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld.
4 Vragenuur
De VOORZITTER geeft aan dat de fractie van D66 twee onderwerpen had aangekondigd voor het vragenuur, maar beide onderwerpen zijn door de fractie teruggenomen. Een van de onderwerpen komt als mededeling aan de orde tijdens de commissie en over het andere onderwerp wil men eerst met de ambtelijke organisatie verder overleggen.
5 Notulen en besluitenlijst van de raad van 27 oktober 2016 en 11 november 2016
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stemt de raad in met de notulen en de besluitenlijst van 27 oktober 2016 en met de notulen en de besluitenlijst van 11 november 2016.
6 Actiepuntenlijst (er zijn geen actiepunten)
7 Ingekomen stukken – mededelingen
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorgestelde afdoeningen.
8 Raadsvoorstel vaststellen belastingvoorstellen 2017 (Beens)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
9 Raadsvoorstel Agenda van Twente (Hofland)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
10 Raadsvoorstel vaststellen 5e wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Rijssen-Holten 2010 (Hofland)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
11 Raadsvoorstel (her)benoeming leden Raad van Toezicht Stichting ROOS (Tijhof)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
12 Raadsvoorstel vaststellen bestemmingplan Bedrijventerrrein Rijssen, herontwikkeling Molendijk Noord (Cornelissen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
13 Raadsvoorstel voorbereidingskrediet Het Opbroek fase 2 (Cornelissen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
14 Raadsvoorstel vaststellen ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Enterstraat 124 (Cornelissen)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
15 Raadsvoorstel vaststellen rekenkamerrapport Ondernemend Rijssen-Holten! (Hofland)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
16 Raadsvoorstel tot voornemen afwijkende vaststelling ontwerp Wegenlegger (Aanstoot)
De heer NOORDAMmaakt een punt van orde en stelt voor het debat in drie termijnen te voeren, waarbij in de eerste termijn een principiële discussie wordt gevoerd of het Eikenpad wel op de wegenlegger thuishoort. Aan de hand van deze discussie dient VVD Lokaal wellicht een amendement in.
De VOORZITTER vraagt naar de mening van de overige raadsleden en concludeert dat de raadsleden hier geen bezwaar tegen hebben.
Eerste termijn
De heer NIJKAMP is van mening dat het er ook om gaat of het Eikenpad op de wegenlegger thuishoort. Deze vraag moet eerst beantwoord worden, voordat vervolgstappen ondernomen kunnen worden aldus spreker.
Hij heeft de leveringsakte gekregen die destijds is aangegaan tussen de Stichting Burgerweeshuis Deventer en de toenmalige perceeleigenaren. Spreker citeert: “koper of diens rechtverkrijgenden zullen ervoor zorgdragen dat deze beide paden op de legger der wegen van de gemeente Holten als openbare voetpaden geplaatst worden”. In feite lag de actie toen al bij de eigenaren c.q. toenmalige eigenaren volgens spreker. De doelstelling van de Stichting Burgerweeshuis is altijd geweest om dit pad publiekelijk toegankelijk te houden en deze ook op de wegenlegger, toen nog van de gemeente Holten, te krijgen. Hij vraagt aan de wethouder of hij op de hoogte is van deze leveringsvoorwaarden en hoe hij hier tegenaan kijkt.
De heer NOORDAM vindt het bijzonder dat de heer Nijkamp dit aanhaalt, omdat de raad zich nu gaat verdiepen in een privaatrechtelijke situatie waar de raad niet over gaat. Hij vraagt zich af of de raad bereid is als een soort ‘Rijdende Rechter’ te gaan oordelen. Spreker is dit niet van plan en hij vindt dat de leveringsakte in deze niet relevant is.
De heer G. KREIJKES is van mening dat er, rondom het Eikenpad, sprake is van een principekwestie. In de commissie heeft spreker aangegeven dat hij er niets voor voelt om als scheidsrechter op te treden, wanneer de betrokkenen er met elkaar niet uitkomen.
Hij vraagt zich af wanneer een weg op een wegenlegger wordt gezet. Hier gaat het nl. over het eigendom van een ander. Daar gaat de gemeente niet over. Voor hem is dit een principieel punt dat zwaar weegt. Wat hem betreft wordt het Eikenpad uit het raadsvoorstel gehaald.
De heer BERKHOFF vraagt of de leveringsvoorwaarden bij de ambtelijke organisatie bekend zijn en zo ja, dan had hij ze bij de stukken verwacht. Hierover is in de commissievergadering ook niet gesproken. De ChristenUnie vindt dit wel van belang, omdat in de akte staat dat het pad openbaar moet blijven, waar de eigenaren voor getekend hebben. De fractie wil dit in de overwegingen meenemen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA er altijd vanuit is gegaan dat het Eikenpad een openbaar pad is. Dit moet ook openbaar blijven en de beste garantie daartoe is opnemen op de wegenlegger volgens spreker. Dit wordt ook zo verwoord in het raadsvoorstel.
De heer KLEIN VELDERMAN laat weten dat ook D66 verrast is dat nieuwe informatie boven water is gekomen. Hij concludeert dat de afspraak met de grondeigenaren is gemaakt dat getracht wordt het pad op de wegenlegger te krijgen en dat er sprake is van een openbaar pad. Nu, zo’n 30 jaar later kan dit worden gerealiseerd en spreker vindt dat dit nu ook moet gebeuren.
De heer MULLER gaat in op de definitie van wegenlegger: een wegenlegger geeft juridische duidelijkheid over de openbaarheid van de weg en de onderhoudsplichtigheid. Dat betekent dus dat elke openbare weg op de wegenlegger hoort en dat is ook van belang om de juridische duidelijkheid te geven. De tweede wens is om de eigenaren tegemoet te komen daar waar dat mogelijk is en waar hun belangen niet tegenstrijdig zijn. Uiteindelijk moeten zij de wandelaren over hun terrein maar dulden, aldus spreker. De fractie van Gemeentebelang vindt het prima dat 3 eigenaren het Eikenpad zelf onderhoud en dat bij één eigenaar de gemeente het onderhoud op zich neemt. Daarbij kan vastgesteld worden dat de vier eigenaren onderhoudsplichtig zijn, waarbij met één eigenaar de tijdelijke afspraak wordt gemaakt dat, zolang hij eigenaar is van het perceel, de gemeente het onderhoud pleegt. Daarmee hoeven er geen contracten te worden afgesloten of onderhandelingen te worden gevoerd. De raad kan dan het raadsvoorstel aannemen en daarna een individuele afspraak maken. Een andere optie is het amendement dat is aangekondigd. Als dat voor de regie de beste oplossing is, dan kan hij zich dat voorstellen.
De heer NOORDAM merkt, naar aanleiding van de leveringsakte, op dat de raad een stuk verantwoordelijkheid draagt, waarbij de raadsleden niet als privépersoon acteren en waarbij sprake is van een bestuurlijk geheel. De raad gaat zich nu uitspreken over een private aangelegenheid aldus spreker.
De heer NIJKAMP bevestigt dat de raadsleden een publieke taak hebben. Het gaat hem erom dat de toenmalige eigenaar, Stichting Burgerweeshuis, in de leveringsvoorwaarden heeft bedongen dat het een openbaar pad moest blijven en zo mogelijk vastgelegd zou worden op de wegenlegger. Wanneer dat niet zou kunnen en daar gaat de raad over, dan moet de zaak privaatrechtelijk verder worden opgepakt.
De heer NOORDAM zegt dat de raadsleden dit niet mogen.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt of aan te tonen is dat de openbaarheid van het pad recent ter discussie heeft gestaan, waardoor het nu op de wegenlegger moet komen.
De heer NOORDAM refereert aan uitspraken van de RvS en zegt dat de raad zich niet kan bemoeien met private juridische zaken. Hij refereert aan een uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de RvS, waarin staat dat degene die zich op de openbaarheid van de weg beroept deze aannemelijk moet maken. Dat ontbreekt hier volgens spreker. Het is nooit aannemelijk gemaakt.
Hij merkt op dat er geciteerd is uit een klein gedeelte van de leveringsakte, maar daarbij moet de rest ook worden gelezen. Er staat namelijk ook in dat als het niet noodzakelijk is het pad op de wegen-legger te zetten dit ook niet hoeft. Het pad bestaat al 80 jaar en in al die jaren zijn er nooit problemen geweest aldus spreker.
De vergadering wordt geschorst van 19.40 uur tot 19.50 uur.
Beantwoording eerste termijn
Wethouder AANSTOOT wil eerst een aantal zaken rechtzetten, omdat er verschillen zijn in de interpretatie. De SGP en de VVD hebben aangegeven dat het pad niet op de wegenlegger hoeft. Alleen wegen met verkeersdoeleinden moeten erop en een openbaar pad over een perceel dat eigendom is van een ander zou er niet op hoeven. Het is volgens spreker zo dat álle openbare paden in het buitengebied, met een verkeersdoel, op de wegenlegger gezet moeten worden in het kader van de Wegenwet. De wegenlegger geldt voor paden en wegen in het buitengebied en naar spoorem-placementen. Op de bestaande wegenlegger staan wel meer wegen waarvan de ondergrond particulier eigendom is, zoals de Enkweg. Hij wijst daarbij op de beantwoording van eerder gestelde vragen en refereert ook aan het pad tussen de Katoendijk en de Veendijk. Dit is eigendom van een particulier die expliciet gevraagd heeft het onderhoud zelf te mogen doen.
De heer G. KREIJKES zegt dat de gemeente toch niet gaat over het eigendom van een ander?
Wethouder AANSTOOT bevestigt dit, maar zegt dat de gemeente paden wel op de wegenlegger mag zetten, om bevoegd gezag te creëren en duidelijkheid over beheer en onderhoud.
De heer MULLER vraagt of een pad dan op de wegenlegger moet worden gezet, omdat de wethouder over mogen praat.
Wethouder AANSTOOT zegt dat als het om een openbaar pad gaat de gemeente verplicht is het op de wegenlegger te zetten.
Wat de leveringsakte betreft is het college op de hoogte van de kwalitatieve verplichtingen. Daarbij is het zo dat de eigenaren ervoor moeten zorgen dat de paden op de wegenlegger komen. Dit staat in de koopakte opgenomen. Deze verplichting geldt al jaren.
De kwalitatieve verplichtingen hebben echter geen rol gespeeld in de publiekrechtelijke zaak, waar het college nu mee bezig is.
De heer SCHEPPINK merkt op dat de raad bepaalt of een pad op de wegenlegger wordt gezet of niet.
De heer NIJKAMP zegt de leveringsvoorwaarden te hebben genoemd om aan te geven dat de toenmalige eigenaar beoogd heeft dit pad op de wegenlegger te krijgen. De raad gaat erover wat er op de wegenlegger komt, op basis van publiekrecht.
Wethouder AANSTOOT zegt dat meerdere paden (bijv. Dikkerspad en Scheperspad) inmiddels op de wegenlegger staan.
De kwalitatieve verplichtingen hebben wel een rol gespeeld bij het principebesluit rondom de Vrienden van het Eikenpad, die zich in de zomer van 2015 bij het college meldden. Voor die tijd waren deze verplichtingen niet bekend bij het college. Op basis van verjaring (het pad is meer dan 30 jaar openbaar) moet het pad nu op de wegenlegger worden gezet.
De heer NOEVERMAN komt binnen om 20.10 uur.
De heer NOORDAM is van mening dat de portefeuillehouder dit duidelijker moet stellen. Het betreft een juridisch vraagstuk dat zo niet in de wet staat.
Wethouder AANSTOOT is van mening dat wel aannemelijk is gemaakt dat de weg meer dan 30 jaar openbaar is geweest.
De heer NOORDAM zegt dat de discussie gaat om de toegankelijkheid van het pad en niet over de openbaarheid.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het pad al meer dan 30 jaar openbaar toegankelijk is. De eigenaren hebben er ook voor gezorgd dat het pad aan zijn functie kon blijven voldoen. Dit heeft niet ter discussie gestaan. Wanneer het pad op de wegenlegger wordt gezet, dan is er sprake van bevoegd gezag en ligt dit bij vervreemding vast.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt of er in de zomer van 2015 aanleiding was om dit pad ineens op de wegenlegger te zetten.
Tweede termijn
De heer G. KREIJKES vraagt zich af waarom er zo moeilijk wordt gedaan. Er is nooit een probleem geweest met het Eikenpad. Hij heeft wel eens gehoord dat als een weg 30 jaar lang niet als zodanig gefungeerd heeft deze van de wegenlegger kan worden afgevoerd. Hij heeft er echter nog nooit van gehoord dat de raad verplicht is een weg op de wegenlegger te plaatsen, waar nooit problemen mee zijn geweest.
Hij wenst zich te onthouden van de privaatrechtelijke omstandigheden van de burgers.
De heer NIJKAMP zegt dat het CDA het belangrijk vindt dat er sprake is van een goed netwerk van wandelpaden en dat het juridische kader voor de toekomst wordt geborgd. Zij maken er geen probleem van, maar er ligt een verzoek om het Eikenpad op de wegenlegger te plaatsen. Het CDA is van mening dat het Eikenpad op de wegenlegger moet. De raad moet hier eerst een uitspraak over doen. Het amendement zal hij in de volgende termijn indienen.
De heer BERKHOFF wijst op de commissiebehandeling en zegt dat de portefeuillehouder toen duidelijk heeft aangegeven waarom het Eikenpad op de wegenlegger moet, namelijk om te borgen dat het openbaar en goed onderhouden blijft.
De ChristenUnie stemt in met voorliggend voorstel.
Mevrouw RIEZEBOS legt een stemverklaring af, omdat de fractie van de ChristenUnie niet eenduidig is op dit punt. Zij is van mening dat het Eikenpad op de wegenlegger zou kunnen, maar dat hier in eerste instantie niet over gesproken moet worden. De Stichting Burgerweeshuis of haar rechtsopvolger zou de eigenaren aan kunnen spreken en zou een verzoek kunnen doen dit pad op de wegenlegger te plaatsen. Zij vindt dit de juiste gang van zaken en stemt tegen het opnemen van het Eikenpad op de wegenlegger.
De heer KLEIN VELDERMAN vindt het niet noodzakelijk dat het Eikenpad op de wegenlegger wordt gezet, hoewel hij wel van mening is dat zaken netjes geregeld moeten worden. Hier is 30 jaar geleden een start mee gemaakt en spreker bepleit dit nu af te ronden.
De heer NOORDAM interrumpeert en vraagt of de heer Klein Velderman ook van mening is dat als er 80 jaar lang geen discussie over de toegankelijkheid is geweest, het vreemd is dat dit nu ineens wel gebeurt.
De heer KLEIN VELDERMAN geeft aan naar de toekomst te kijken en zegt dat als het 80 jaar goed is gegaan dit niet betekent dat dit automatisch goed blijft gaan. Hij pleit ervoor vast te leggen wie de eigenaar is en wie het onderhoud doet. De enige eis hierbij is wel dat er richting de eigenaren geen sprake is van verzwaring van rechten. Er moet rekening worden gehouden met de situatie zoals deze nu is. Spreker verwijst hierbij naar het amendement van het CDA.
De heer MULLER vindt het, gelet op de discussie, zinvol vast te leggen hoe wordt omgegaan met openbare weggetjes. Hij begrijpt dat een groep bewoners hun zorgen hebben geuit. Met voorliggend voorstel kan duidelijkheid voor de toekomst worden gecreëerd en duidelijkheid over wie de regie heeft m.b.t. de toekomst van het Eikenpad.
De heer NOORDAM wil een amendement indienen. Hij vindt dat het nogal simpel gesteld wordt dat een weg openbaar is en verwacht dat er nogal wat werk op de gemeente afkomt, gelet op het feit dat er tientallen van dergelijke weggetjes zijn. Hij stelt voor de discussie te stoppen en het punt van de agenda af te voeren. Hij wijst op de APV en wenst de portefeuillehouder veel succes bij het aanpassen ervan op problemen die zich in de toekomst zouden kunnen voordoen.
Overwegende dat:
- De gemeente voornemens is wegnummer 7 het Eikenpad in Holten op de wegenlegger te plaatsen;
- Nut en noodzaak van dit voornemen onvoldoende duidelijk is gemaakt;
- Betrokken grondeigenaren zolang zij daar wonen conform het kettingbeding in de leveringsakte het Eikenpad bijhouden;
- Het op geen enkele wijze aannemelijk is gemaakt dat dit pad 30 jaar onafgebroken toegankelijk is geweest;
- Het een pad betreft waarover de afgelopen 80 jaar geen enkele discussie is geweest;
Besluit:
1. In het raadsvoorstel
“te besluiten tot:
Het voornemen uit te spreken de ontwerp Wegenlegger afwijkend vast te stellen door opneming in de Wegenlegger van het fietspad tussen Schoneveldsdijk en gemeentegrens met Wierden, het Molenpad en het Eltapad in Holten, alsmede ten aanzien van wegnummer 7 (Eikenpad) in Kolom Vll de omschrijving van de onderhoudsplicht aan te vullen met rechthebbende op het perceel kadastraal bekend Holten, sectie, nummer 1939.”
te wijzigen in:
“te besluiten tot:
Het voornemen uit te spreken de ontwerp Wegenlegger afwijkend vast te stellen door opneming in de Wegenlegger van het fietspad tussen Schoneveldsdijk en gemeentegrens met Wierden, het Molenpad en het Eltapad in Holten.”
2. In het raadsbesluit:
“4. het kadastrale perceel Holten, sectie A, nummer 1939, in kolom VII bij wegnummer 7” te schrappen
3. In de ontwerp Wegenlegger, wegnummer 7 (Eikenpad) te schrappen.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA van mening is dat het Eikenpad wel op de wegenlegger moet. Hij wijst daarbij op ervaringen uit het verleden (Scheperspad) en zegt dat ‘de puinhoop’ van destijds voorkomen had kunnen worden door plaatsing op de wegenlegger.
De heer G. KREIJKES is van mening dat er nu zeker niet van een ‘puinhoop’ gesproken hoeft te worden. Het gaat hierbij om een situatie die al jaren goed gaat en waar de belanghebbenden geen probleem hebben.
De heer MEIJERINK zegt dat de puinhoop destijds ontstond doordat zaken niet goed geregeld waren.
De heer G. KREIJKES bevestigt dit, maar vindt niet dat er nu gesproken hoeft te worden van een puinhoop.
De heer MEIJERINK verwacht dat er een verwarrende situatie wordt gecreëerd wanneer het Eikenpad niet op de wegenlegger wordt geplaatst. De fractie is het dus niet eens met voorliggend amendement.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt waarom VVD Lokaal het Eikenpad eruit haalt en waarom er niet gevraagd wordt om geen enkel pad meer op de wegenlegger te plaatsen.
De heer G. KREIJKES gaat in op de ingewikkelde woorden in het amendement van VVD Lokaal en concludeert dat het raadsvoorstel wordt gehanteerd, met uitzondering van het Eikenpad.
De heer SCHEPPINK vindt het amendement een dermate ingreep in het private domein en de private overeenkomst van grondeigenaren dat hij vraagt om hoofdelijke stemming.
De heer NOORDAM merkt op dat er geen vragen zijn gesteld en dat de gang van zaken rondom het Eikenpad op dit moment goed geregeld is, waardoor plaatsen op de wegenlegger niet nodig is. Spreker vindt ook dat de gemeente hiermee dwingend ingrijpt op het private gedeelte: er wordt een kavel gesplitst en er zijn gevolgen die we niet kunnen overzien. Spreker geeft aan zich aan de wet te willen houden.
Wethouder AANSTOOT zegt dat de Vrienden van het Eikenpad het college gewezen heeft op de kwalitatieve verplichtingen, waardoor alles is gaan lopen.
Mevrouw RIEZEBOS interrumpeert en vraagt naar de aanleiding om op dat moment een verzoek te doen het pad op de wegenlegger te zetten (31 jaar ná de leveringsakte).
Wethouder AANSTOOT heeft niet de indruk dat het onderhoud achterbleef of dat via bebording de openbare toegang werd belemmerd. Het voorstel wordt nu gedaan om het pad, na ruim 30 jaar, alsnog op de wegenlegger te zetten.
De heer NOORDAM vraagt waarom dit nu pas gebeurt en niet 50 jaar geleden.
Wethouder AANSTOOT zegt dat dat komt omdat het college onlangs pas gewezen is op de kwalitatieve verplichtingen. Ze heeft ook gekeken naar het netwerk van paden en wil ervoor zorgen dat dit, via het instrument wegenlegger, op publiekrechtelijke wijze voor de toekomst wordt geborgd. Het college ontraadt het amendement en is van mening dat wel voldoende is aangetoond dat het Eikenpad openbaar is geweest gedurende meer dan 30 jaar.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming.
Er wordt hoofdelijk gestemd: J.W. Reterink voor, mw. W. Riezebos voor, A.J. Scheppink voor, J. van Veldhuizen tegen, F.J. Wessels tegen, G.D. ten Berge tegen, J. Berkhoff tegen, J. Beunk tegen, E.G. Bosma voor, mw. E.J.W. Deijk voor, A.S. Haase voor,
R. Jansen voor, I. Kahraman tegen, H. Klein Velderman tegen, R.A. de Koe voor, S. Kök tegen, G. Kreijkes voor, H. Kreijkes tegen, mw. J. Kuiper tegen, R.W. Meijerink tegen, W.J.M. Muller tegen, H.J. Nijkamp tegen, J. Noeverman voor, F.W. Noordam voor.
Het amendement is verworpen met 13 stemmen tegen en 11 stemmen voor.
De fracties van het CDA, de PvdA en D66 dienen een amendement in: amendement op raadsvoorstel tot voornemen afwijkende vaststelling ontwerp wegenlegger.
De heer NIJKAMP licht het amendement toe en zegt dat de aanleiding is dat in het raadsvoorstel het voornemen tot afwijkende vaststelling van de ontwerp wegenlegger wordt weergegeven, ten aanzien van wegnummer 7 Eikenpad om de onderhoudsplicht van dit pad bij de betreffende eigenaren van de percelen te leggen. Hierover is geen consensus bereikt met alle eigenaren. Ervaringen uit het verleden hebben geleerd dat dit kan leiden tot veel juridisch getouwtrek en dat het gewenst is om een toekomstbestendige oplossing te creëren. Doel is om middels dit amendement tot een betere oplossing te komen en het onderhoud bij de gemeente te leggen, waarbij wel de mogelijkheid wordt geboden om privaatrechtelijk met betrokken eigenaren een onderhoudsovereenkomst aan te gaan aldus spreker.
Overwegende dat:
- Het belangrijk is dat er een net van recreatieve wandelpaden is en dat deze op de wegenlegger worden vastgelegd;
- Ook naar de toekomst toe geborgd moet zijn dat het onderhoud wordt verricht en het Eikenpad als wandelpad in stand blijft, zonder het risico te lopen van juridische procedures;
- Met de betrokken eigenaren via privaatrechtelijke weg een onderhoudsovereenkomst kan worden gesloten zodat ook aan hun wens kan worden voldaan;
Besluit:
1. De tekst in de ontwerp-wegenlegger met betrekking tot Wegnummer 7 Eikenpad als volgt te wijzigen:
- in kolom VII (Onderhoudsplicht) de tekst:
“De eigenaren van de percelen kadastraal bekend gemeente Holten, sectie A, perceelnummers 1865, 1868, 1896 en 1939” vervangen door de tekst:
“De gemeente Rijssen-Holten”; - in kolom VIII (Omvang) de tekst:
“Het gehele onderhoud ieder perceel voor zover de weg op het perceel is gelegen” vervangen door de tekst:
“Het gehele onderhoud.” - in kolom XI op te nemen:
“Met eigenaren van de percelen waarover het Eikenpad loopt, indien zij dat wensen, de mogelijkheid te bieden een privaatrechtelijke onderhoudsovereenkomst aan te gaan.
2. Het ontwerpbesluit in die zin aan te passen, dat beslispunt 4 wordt doorgehaald.
Vragenronde
De heer NOORDAM vraagt of de heer Nijkamp de juridische gevolgen kent rondom de aansprakelijkheid als er iets gebeurt op het pad. De wet gaat er namelijk vanuit dat het onderhoud van een openbare weg bij de gemeente ligt.
De heer NIJKAMP zegt dat, doordat het pad op de wegenlegger staat, bepaald is dat het om een openbaar pad gaat. Het onderhoud ligt bij de gemeente en mogelijk bij de eigenaren die dat willen. De gemeente moet daar wel op toezien en is verzekerd voor eventuele ongevallen.
Wethouder AANSTOOT gaat in op de juridische gevolgen van het amendement. Het bevoegd gezag ligt bij gemeente, het onderhoud ligt ook bij de gemeente, maar kan gedelegeerd worden aan particulieren. In de privaatrechtelijke overeenkomst zullen dan wel waarborgen worden opgenomen ten aanzien van de toegankelijkheid en de aansprakelijkheid. De gemeente beschikt over voldoende juridische instrumenten om goed onderhoud door derden af te dwingen. In de huidige wegenlegger staan volgens spreker al een paar wegen die door derden worden onderhouden en daar is het niet anders dan in deze situatie, als het amendement wordt aangenomen.
Wat de inhoud van het amendement betreft zegt hij dat het college tot twee keer toe overleg heeft gevoerd met de eigenaren, waarbij ze de conclusie heeft getrokken dat er geen unaniem standpunt is ten aanzien van het neerleggen van het onderhoud bij de gemeente. Daarom is dit in het voorstel ook niet gewijzigd. Het college kan wel uit de voeten met voorliggend amendement.
De heer Noordam vraagt om een schorsing.
De vergadering wordt geschorst van 20.35 tot 20.40 uur.
De VOORZITTER begrijpt dat er geen stemverklaring hoeft te worden afgelegd over het amendement, maar wel bij de besluitvorming over het voorstel zelf.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement wordt unaniem aanvaard.
De VOORZITTER brengt het raadsvoorstel in stemming, maar geeft eerst het woord aan de heer
G. Kreijkes voor het afleggen van een stemverklaring namens de SGP.
De heer G. KREIJKES zegt dat de SGP kan instemmen met het voorstel, met uitzondering van het feit dat het Eikenpad op de wegenlegger komt.
De VOORZITTER geeft aan dat het tegenstemmen is verwoord en vastgelegd in de notulen bij de stemming over het amendement. Er ligt nu een geamendeerd raadsvoorstel voor waar de raad ja of nee tegen moet zeggen.
De heer G. KREIJKES laat weten dat de SGP instemt met het geamendeerde raadsvoorstel en geacht wordt tegen opname van het Eikenpad op de wegenlegger te zijn.
De heren NOORDAM, namens de fractie van Lokaal Liberaal en mevrouw RIEZEBOS sluiten zich aan bij de stemverklaring van de heer G. Kreijkes.
De raad besluit overeenkomstig het voorstel, waarbij de fracties van de SGP, VVD Lokaal en mw. Riezebos worden geacht tegen de opname van het Eikenpad op de Wegenlegger te hebben gestemd.
17. Motie vreemd aan de orde van de dag
De fracties van het CDA en de ChristenUnie dienen een motie in: kwaliteitszorg Wmo en Jeugd.
De heer WESSELS licht de motie toe en zegt een inwoner gesproken te hebben over de zorg die de gemeente heeft georganiseerd middels de Wmo en de Jeugdwet. De vraag kwam daarbij aan de orde hoe het toezicht op de kwaliteit van de zorg is georganiseerd. Spreker moest het antwoord schuldig blijven en heeft daar intern navraag naar gedaan. Toen bleek dat er op dat gebied nog wel iets kan worden verbeterd. Er is zorg ingekocht, dat heeft over het algemeen tot een goed resultaat geleid voor cliënten, maar nu wil men ook organiseren dat hier toezicht op is, zodat de kwaliteit van zorg geborgd wordt.
Constaterende dat:
- Rijssen-Holten de decentralisaties in 2015 lokaal en in Twents verband heeft vormgegeven
- De inkoop van maatwerkvoorzieningen Wmo en Jeugd gezamenlijk is uitgevoerd
- Gemeentes verantwoordelijk zijn voor toezicht op de kwaliteit van de geleverde zorg en de deskundigheid van beroepskrachten in het kader van de Wmo
- Gemeentes medeverantwoordelijk zijn voor toezicht op de kwaliteit van de geleverde zorg en deskundigheid van beroepskrachten in het kader van de Jeugdwet
Overwegende dat:
- Kwaliteitstoezicht op de geleverde (en de te leveren) zorg aan cliënten een belangrijk onderdeel is om zo de kwaliteit van zorg voor cliënten te borgen
- Kwaliteitstoezicht op de geleverde zorg (zorg in natura) op dit moment onvoldoende geborgd is, zowel lokaal als binnen Samen14 verband
Verzoekt het college:
- Zo spoedig mogelijk, desgewenst in Samen14 verband, het kwaliteitstoezicht op orde te brengen om zo kwaliteit van zorg voor cliënten te borgen.
Vragenronde
De heer MULLER vraagt of het feit dat het kwaliteitstoezicht onvoldoende geborgd is als een overweging of een constatering moet worden gezien.
Spreker refereert aan de Wmo-verordening artikel 14, waarin staat dat het college toezicht houdt door periodiek overleg met de aanbieders te voeren en jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. Zo nodig wordt een controle ter plaatse uitgevoerd. Hij vraagt of deze informatie onvoldoende is en de uitvoering tekort schiet.
Hij zegt dat het VNG in het sociaal domein een aparte werkgroep Kwaliteit en Toezicht heeft ingesteld. In 2017 adviseert en ondersteunt deze werkgroep op dit thema en zal de gemeenten daar ook over benaderen. De gemeente Hellendoorn is onder andere in deze werkgroep vertegenwoordigd. Spreker vraagt of de heer Wessels hiervan op de hoogte is en of de situatie zo nijpend is dat deze rapportage niet kan worden afgewacht.
De heer NOORDAM vindt dat de motie aansluit op de controlerende rol van de raad en verwijst naar de woorden ‘zo spoedig mogelijk’ die impliceren dat het niet dringend is. Hij vraagt de heer Wessels hier een toelichting op te geven.
De heer WESSELS geeft aan er regelmatig over het Sociaal Domein in de fractie wordt gesproken en de kennis hierover wordt gedeeld. In de verordening is vastgesteld dat er kwaliteitstoezicht georgani-seerd wordt. De decentralisaties zijn begin 2015 ingegaan. In Samen 14 verband is het kwaliteits-toezicht op dit moment onvoldoende en daar wil de CDA-fractie een eind aan maken.
In de motie wordt bewust gesproken over ‘zo spoedig mogelijk’. Het inkopen van zorg is gezamenlijk uitgevoerd door de 14 Twentse gemeenten. De motie roept het college op om het kwaliteitstoezicht ook gezamenlijk te gaan organiseren. Hij kan zich voorstellen dat dit enige tijd duurt, gelet op het feit dat dit overleg kost. Mocht uit het overleg naar voren komen dat de overige Twentse gemeenten niet bereid zijn mee te werken, dan wil hij dat de wethouder de mogelijkheid krijgt dit individueel te regelen. Hij heeft hier bewust geen termijn aan verbonden.
De heer MULLER interrumpeert en ontkent de woorden van de heer Wessels over de verordening. In de verordening staan zaken beschreven zoals spreker die zojuist verwoord heeft.
Wat de VNG werkgroep betreft zegt hij dat er al aan kwaliteitstoezicht gewerkt wordt, hoewel hij de motie zeker wil ondersteunen. Hij hoopt dat deze werkgroep hier binnenkort deskundig over rapporteert en vraagt of de indieners van de motie hierop kunnen wachten.
De heer WESSELS zegt hier niet op te willen wachten. In 2015 is de inkoop gezamenlijk met de 14 gemeenten gedaan en tot op heden, hoewel het wel in de verordening staat, is het nog niet in praktijk gebracht. Vandaar dat de motie wordt ingediend.
De heer MULLER begrijpt van de heer Wessels dat hetgeen in de verordening staat verwoord niet wordt toegepast, dus de uitvoering van het cliëntonderzoek en het gesprek met de aanbieders en waar nodig gesprekken op locatie.
Hij vraagt of het cliëntonderzoek 2015 kan worden beschouwd als uitvoering conform de wet.
Wethouder BEENS zegt dat er op dit moment gesprekken met de 14 gemeenten worden gevoerd door OZJT, om de kwaliteit van de zorg te toetsen en te bepalen. Het is de bedoelingen dat deze onderzoeken resulteren in een voorstel dat in het voorjaar van 2017 binnen de bestuurscommissie OZJT aan de orde komt. Dan is het ook de bedoeling dat de 14 gemeenten de zaken rondom kwaliteit goed op papier hebben staan en tot uitvoering overgaan, om de kwaliteitszorg actief op te pakken.
Spreker is van mening dat er hiermee al voldaan wordt aan de wens in de motie.
Er wordt op dit moment wel getoetst, maar passief. Als er signalen binnenkomen dan wordt hier tegenop getreden. Wat de heer Wessels aangeeft gaat een stap verder, en dat is in voorbereiding.
Tweede termijn
De heer WESSELS wijst erop dat in de motie ook een oproep wordt gedaan de kwaliteitszorg lokaal op te pakken, wanneer dit in Samen 14-verband niet lukt. Hij vindt het ook een politiek signaal dat de signalen die wij krijgen ook worden opgepikt en bij het college worden neergelegd om tot actie over te gaan.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en vraagt of de heer Wessels signalen van mensen kent, die aangeven dat de zorg onvoldoende is of niet voldoet.
De heer WESSELS zegt dat het in heel veel gevallen goed gaat, maar hij is van mening dat er toezicht moet worden gehouden op het moment dat zorg wordt geleverd.
De heer MULLER zegt dat in de verordening staat opgenomen wanneer er toezicht plaatsvindt. Hij begrijpt uit de woorden van de wethouder dat de kwaliteitszorg die op dit moment wordt uitgevoerd voldoet. Het gaat dus om toezicht, dus zeker blijven stellen dat de zorg die aangeboden wordt onder controle blijft.
Hij zegt dat dit voornamelijk gaat om zorg in natura, maar dat in onze gemeente ook veel inwoners een PGB hebben. Spreker vraagt hoe hierbij het toezicht is geregeld, omdat dit ook een verantwoor-delijkheid van de gemeente is en of dit meegenomen moet worden in het programma.
Mevrouw RIEZEBOS gaat in op de kwaliteitszorg en wijst erop dat het ook van belang is dat er bevoegde medewerkers aan het werk zijn.
Wethouder BEENS zegt dat ook de PGB’s worden meegenomen in het voorstel, ook gelet op de fraude die daarbij plaatsvindt.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. Deze wordt aanvaard met de fractie van D66 tegen.
De heer DE KOE vraagt om een schorsing, omdat de besluiten van vandaag naar zijn mening door de realiteit worden ingehaald.
De vergadering wordt geschorst van 20.55 tot 21.00 uur.
De VOORZITTER heropent en sluit de vergadering.
17 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.02 uur.
De VOORZITTER spreekt het ambtsgebed uit.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 2 februari 2017.