Raad 22 september 2016 (19.30)
- Datum:
- 22-09-2016
- Tijd:
- 19:30 - 20:55
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- A.C. Hofland
- Griffier:
- drs. G.H. Veerman
- Notulist:
- E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | A.C. Hofland |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma, dr. J. Noeverman, G. Kreijkes, ir. A.S. Haase, J.W. Reterink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | J. Berkhoff, J. van Veldhuizen, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en N.J. Otten |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller en J. Beunk |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD Lokaal | F.W. Noordam, R.A. de Koe en E.J.W. Deijk |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | drs. G.H. Veerman |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof, A.C. van Eck |
Pers | 4 |
Publiek | 37 |
De VOORZITTER spreekt het ambtsgebed uit.
1 Opening
De VOORZITTER opent de raadsvergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.
Hoofdelijke stemming, mocht hiertoe overgegaan worden, begint bij nummer 8 de heer I. Kahraman.
Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Kuiper, die vanwege vakantie afwezig is.
Het is de eerste keer na het zomerreces dat de raad weer bij elkaar is en spreker vindt het fijn dat iedereen in goede gezondheid is teruggekeerd. Het is ook de eerste vergadering voor de nieuwe griffier, de heer Gert Veerman.
Hij merkt op dat de publieke tribune vol zit met studenten en legt kort de functie van de gemeenteraad uit.
Spreker heet ook de familie Knopper van harte welkom. Pim Knopper is de oud-griffier en van hem zal na afloop van de vergadering afscheid worden genomen.
Hij geeft nog aan dat hij chocolade heeft gekregen van Henk-Jan Beldman, de eigenaar van Tony’s Chocolonely. Hij is Holtenaar en had HOLTEN in chocoladeletters meegenomen, met het verzoek deze uit te delen tijdens de raadsvergadering. Spreker wijst erop dat Tony’s Chocolonely een goede prijs aan de cacaoboeren betaalt en ervoor zorgt dat deze boeren een goed perspectief hebben. Deze chocolade onderscheidt zich ook door de manier waarop het eruit ziet. Dat is een bewuste keuze. De evenaar wordt erin verbeeld en ook de landen in West-Afrika zijn erin te vinden. Omdat de wereld niet gelijk is en er sprake is van ongelijkheid in de wereld, zijn de chocoladetabletten van Tony’s Chocoloney heel moeilijk te breken in gelijke stukjes, met als achtergrond dat de mensen ook niet gelijk zijn.
Spreker geeft tenslotte aan dat het bezoek aan het Rijssens Museum van 23 september niet doorgaat en zegt dat dan eenieder van harte welkom is op de Habito.
2 Spreekrecht burgers
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3 Vaststellen agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4 Vragenuur
Er worden geen vragen gesteld.
5 Notulen en besluitenlijst van 24 juni 2016
Zonder hoofdelijke stemming stemt de raad in met de notulen en de besluitenlijst van 24 juni 2016.
6 Notulen en besluitenlijst van 14 juli 2016
Zonder hoofdelijke stemming stemt de raad in met de notulen en de besluitenlijst van 14 juli 2016.
7 Actiepuntenlijst
De VOORZITTER merkt op dat de actiepuntenlijst is bijgewerkt.
Alleen actiepunt 2016-06: organiseren brainstormsessie doelstellingen duurzaamheid blijft staan.
8 Ingekomen stukken – mededelingen
De heer MULLER gaat in op brief nummer 20: Schriftelijke vragen voortgang AH-Holten Gemeente-belang Rijssen-Holten. Deze brief staat in de categorie ‘Voor kennisgeving aannemen’, maar spreker verwacht nog wel een antwoord.
De VOORZITTER wijst op de termijn van 30 dagen, voor de beantwoording van schriftelijke vragen en zegt dat deze in de collegevergadering van 27 september a.s. worden besproken. Hij verwacht dat de vragen in week 39 worden beantwoord.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorgestelde afdoening.
9 Raadsvoorstel vaststellen Actieplan Mantelzorg 2017-2018 (Beens)
De fractie van Gemeentebelang heeft in de commissie MDV al gemeld dat ze waardering heeft voor
het actieplan op bijna alle aspecten. Gemeentebelang steunt daarom het raadsvoorstel. Betreffende speerpunt 5, de mantelzorgwaardering, heeft Gemeentebelang een motie voorbereid.
In combinatie met het overhevelen van de mantelzorgwaardering naar gemeenten is € 210.000 via het gemeentefonds beschikbaar gekomen. Gemeentebelang pleit ervoor om die € 210.000 ook als budget en merkbaar voor mantelzorgbeleid in te zetten. Het is een nadrukkelijk gebaar van sympathie en erkenning voor het werk dat verricht wordt. Over de wijze van besteding kan overleg gevoerd worden met de Adviesraad Sociaal Domein.
Spreker gaat in op de uitspraak die vaak in de raad wordt gedaan: “Uw voorstel is sympathiek, maar...... helaas er is geen budget voor”. Het eerste is aan het college om te beoordelen, maar het budget is nu in elk geval beschikbaar, aldus spreker.
Het voormalige mantelzorgcompliment van € 200 is ontstaan door een initiatief van de heer Van der Vlies. Later is door een motie van de heer Van der Staaij nog € 11 miljoen voor 2016 structureel toegevoegd aan het gemeentefonds. Deze initiatieven hebben geleid tot de € 210.000 voor deze gemeente. De beschikbaarstelling is gepaard gegaan met de oproep vanuit de Tweede Kamer, dat gemeenteraden er alert op moeten zijn dat het geld ook op een goede manier voor dat doel wordt aangewend.
Het zal jammer en verrassend zijn als dit SGP-erfgoed in het gemeentehuis te Rijssen wordt afgebrokkeld, aldus spreker.
Spreker dient een motie in:
Constaterende dat:
- De rijksoverheid de taak van mantelzorgwaardering heeft overgedragen aan gemeenten en daarvoor middelen aan het gemeentefonds heeft toegevoegd voor mantelzorgondersteuning en -waardering.
- Voor Rijssen-Holten die toevoeging heeft geleid tot extra beschikbare middelen in het Wmo- budget van € 149.900 in 2015 en vanaf 2016 is € 210.010 structureel beschikbaar.
- Het college voorstelt om in het Actieplan Mantelzorg voor het totale mantelzorgbeleid circa €150.000 te besteden.
Overwegend dat:
- De beste waardering voor mantelzorgers is de daarvoor beschikbaar gestelde middelen ook daadwerkelijk in te zetten.
Verzoekt het college:
- Het structureel beschikbare bedrag van € 210.000 in te zetten voor mantelzorgondersteuning en -waardering.
- In overleg met de Adviesraad Sociaal Domein nadere voorstellen te ontwikkelen voor het resterende budget van €60.000.
Vragenronde
Mevrouw RIEZEBOS refereert aan de commissiebehandeling op 5 september jl.
De wethouder heeft daarin gezegd ruimhartig met aanvragen te zullen omgaan, die ook breder getrokken worden. Niet alleen de mantelzorger kan een aanvraag indienen, maar ook de mantelzorgontvanger, of de naasten. Spreekster zou het jammer vinden dat de discussie zich versmalt tot een centenkwestie en refereert aan de mooie woorden in het actieplan ‘vinden, versterken, verlichten, verbinden’, waarbij het vooral gaat om de visie.
De wethouder heeft ook gezegd dat het geld beschikbaar blijft en als dit onvoldoende blijkt komt hij zeker naar de raad toe.
De fractie van de ChristenUnie stemt in met het Actieplan Mantelzorg en steunt de motie niet.
In de motie wordt de wethouder bijvoorbeeld opgeroepen in overleg te gaan met de Adviesraad Sociaal Domein. Spreekster verwacht dat hij dit zeker zal doen, omdat hij weet dat hij door de raad op de vingers wordt getikt als hij dit niet doet.
De fractie van de ChristenUnie hoopt dat e.e.a. goed wordt uitgewerkt en dat er veel mantelzorgers worden bereikt, waarbij de woorden ‘vinden, helpen, versterken, verlichten en verbinden’ een rol kunnen spelen.
Zij wenst het college succes met de uitvoering.
De heer NOEVERMAN sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Riezebos. De SGP is blij met het voorliggende actieplan en wil het ook niet versmallen tot mantelzorgcompliment, omdat het ook om ondersteuning van mantelzorgers gaat. In de commissie is hier uitvoerig over gesproken en daarbij is ook aangegeven dat het mantelzorgcompliment juist op deze manier wordt vormgegeven, om contact te krijgen met mantelzorgers, om te kijken welke vragen daar leven en om op een goede manier ondersteuning te kunnen geven. Hij heeft niet het gevoel dat de financiën daarbij een knelpunt vormen en wijst op de toezegging door de portefeuillehouder dat de € 60.000 beschikbaar blijft. De SGP ziet daarom geen reden om het budget op te hogen en een bestemming voor de € 60.000 te zoeken. Daarbij is ook aangegeven dat het om een open einde regeling gaat, waarbij het wellicht ook bij
€ 150.000 niet ophoudt.
De SGP stemt in met het raadsvoorstel en steunt de motie niet.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA het actieplan steunt.
Wat de motie betreft zegt spreker dat hiermee uitgesproken wordt dat geld, dat de gemeente krijgt voor mantelzorg, ook voor dit doel moet worden gebruikt. Vanuit dat principe steunt de fractie deze motie.
De heer TEN BERGE laat weten dat mevrouw Riezebos en de heer Noeverman hebben verwoord zoals ook het CDA tegen het actieplan en de motie aankijkt.
Wat de bijdrage van de heer Meijerink betreft zegt spreker dat het CDA overtuigd is van de decentralisatie sociaal domein. De gemeenteraad bepaalt daarbij hoe het geld uit het gemeentefonds wordt besteed.
De heer NOORDAM geeft aan dat VVD Lokaal niet gelukkig is met de motie die voorligt. Spreker vindt dat deze de discussie vervuilt en dat mantelzorg ook uit jezelf moet komen, om daarmee een bijdrage in de samenleving te leveren. Hij wijst daarbij ook op de woorden van de heer Van den Berg tijdens de commissiebehandeling.
Wethouder BEENS bedankt mevrouw Riezebos voor de warme woorden en het feit dat de ChristenUnie ruimhartig achter het voorstel staat en achter de visie die het college daarop heeft.
Hij bevestigt de toezegging dat breder aangevraagd kan worden, maar wijst erop dat de mantelzorger zelf moet komen voor een aanvullend gesprek. Hij hoopt daarbij dat het budget ontoereikend is, om ruimhartig te kunnen uitdelen.
Wat de motie betreft zegt spreker dat de woorden over de SGP-collega’s hem wel aanspreken. Hij vindt de motie op zich ook erg sympathiek, maar eigenlijk gaat Gemeentebelang tegen haar eigen besluit in. Afgesproken is namelijk dat er één budget beschikbaar komt voor Wmo, jeugd, etc. Voorkomen moet worden dat hierbinnen geoormerkt geld wordt ondergebracht,
Spreker bevestigt dat het gaat om een open eind regeling (mantelzorgcompliment). Van te voren is niet bekend hoeveel mensen hier gebruik van maken. Mogelijk blijft hier geld van over, maar in het actieplan staan meerdere zaken die geld kosten. Hij heeft in de commissie al een evaluatie van de opbrengsten toegezegd eb adviseert het geld dat overblijft binnen het budget te houden en dit niet beschikbaar te houden voor alleen mangelzorg. Hij ontraadt de motie.
Tweede termijn
De heer MULLER refereert aan de woorden van de wethouder en zegt dat er een budget van
€ 150.000 is bepaald, op basis waarvan het beleidsstuk is geschreven. Deze € 150.000 werd in 2015 overgeheveld. In 2016 komt € 210.000 beschikbaar. In beide gevallen gaat het om hetzelfde beleid. Het spijt hem dat er in de beantwoording een relatie wordt gelegd tussen waardering van beleid en het praten over geld. Zowel in de commissie als tijdens deze vergadering heeft hij waardering uitgespro-ken over het beleid dat is geformuleerd. Gemeentebelang ondersteunt dit ook. De bedoeling is niet de aandacht van het beleid af te leiden door te praten over de € 60.000. Hierbij gaat het nog om een open discussieonderdeel. Het is volgens spreker ook de eerste keer dat dit in deze vergadering aan de orde komt voor 2017/2018. Als hier in 2010 als beleidsbudget mee gestart was, hadden er volgens hem nu andere afspraken gelegen. De open eind regeling geldt ook in een andere situatie. Zit het mee, dan gaat er geld terug naar het algemene budget en zit het tegen dan is er een reserve van ruim € 100.000. De keuze moet, volgens spreker, dus gemaakt worden of er beleid geschreven wordt op
€ 210.000 of op € 150.000.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 5 stemmen voor (PvdA, GB en D66) en 19 stemmen tegen (SGP, CU, CDA, VVD Lokaal) en is daarmee verworpen.
De VOORZITTER concludeert dat er wordt ingestemd met het Actieplan Mantelzorg 2017-2018,
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel, waarbij de heer Klein Velderman geacht wordt tegengestemd te hebben.
10 Raadsvoorstel vaststellen verordening Reclamebelasting Bedrijventerreinen Rijssen 2017 (Tijhof)
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat 2 ondernemersverenigingen het initiatief nemen om via reclamebelasting geld te innen, door een fonds op te richten waaruit beveiliging kan worden betaald. Er is onderzoek gedaan en als de raad instemt is Rijssen-Holten de vijfde gemeente, van de 390, die dit initiatief neemt. Hij vraagt zich af of het wel verstandig is hieraan mee te werken. Het beveiligen van bedrijventerreinen is volgens spreker iets voor en door ondernemers. Ondernemers hebben vaak een financieel belang als het gaat om het collectief beveiligen van bedrijventerreinen. De overheid heeft wat D66 betreft een andere taak en moet meer energie steken in andere zaken, als onderwijs en sociaal zwakkeren in de samenleving. Het is goed dat er wordt nagedacht over preventie, maar spreker vraagt zich wel af of de beveiliging van dit bedrijventerrein noodzakelijk is. Dit hangt van zaken af zoals ligging, type bedrijf, aanrijroute, verlichting, etc.
Uit de cijfers blijkt dat de bedrijven in Rijssen-Holten het goed voor elkaar hebben en dat er ook al veel aan preventie wordt gedaan. D66 vraagt zich af waarom het volledige programma aan camera’s en surveillance in een keer moet worden uitgerold en hoe het effect van een dergelijke maatregel wordt gemeten. De fractie kan zich voorstellen dat er eerst een collectieve opvolging wordt georgani-seerd door de ondernemers zelf en als het niet lukt of er is meer nodig, dan kan er altijd nog opgeschaald worden.
Spreker gaat in op het voorliggende initiatief en merkt op dat de ondernemersverenigingen een zeer beperkt bereik hebben. Ze vertegenwoordigen nl. maar 100 van de 400 bedrijven en na stemming bleek dat slechts 45 bedrijven voor het initiatief waren. Spreker betitelt het draagvlak als zwaar onvoldoende. In de stukken staat echter dat er geen wettelijke eisen gelden, maar dat het wel gewenst is dat er draagvlak is. Voor D66 is het helder dat er pas sprake is van draagvlak bij een percentage van meer dan 50%. Zo wordt er ook binnen de raad gewerkt. Spreker vraagt zich af of de raad een draagvlak van zo’n 10% voldoende vindt om een bedrijvenfonds op te richten en de financiering via een belastingmaatregel te organiseren. D66 mist de noodzaak en wil voorkomen dat ‘free riders’ mee gaan liften. Het lijkt erop dat de raad wil luisteren naar de hardste schreeuwers. Spreker vraagt zich daarbij af wie de ‘free riders’ zijn en merkt op dat de mening van 90% van de ondernemers op dit moment niet bekend is.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA een voorstander is van initiatieven die van onderaf komen. De fractie stelt wel vragen bij de financieringsvorm. Dit heeft ze ook gedaan voor de reclamebelasting voor de winkeliers in het centrum. Het CDA heeft inmiddels meer informatie gekregen en spreker vraagt in hoeverre deze constructie wettelijk is toegestaan. Hij refereert daarbij aan het feit dat de gemeente Hellendoorn problemen heeft gehad met de RvS, die niet akkoord is gegaan met de reclamebelasting.
Spreker merkt op dat voor de ondernemers in het centrum een percentage van de OZB is gehanteerd, terwijl op het bedrijventerrein sprake is van een staffel. Hij merkt daarbij op dat dit voor de kleine ondernemers, met een pand met een lage WOZ-waarde, 50% verhoging van de OZB zou betekenen. Hij vraagt hier een toelichting op.
De heer DE KOE geeft aan dat VVD Lokaal er blij mee is dat de gemeente deze taak wil oppakken. Veiligheid is immers een kerntaak van de overheid en dus ook de veiligheid van de openbare ruimte. De fractie snapt dat er specifiek is gekozen voor het bedrijventerrein, omdat de vraag is gekomen van de Kring Werkgevers Rijssen en Businessclub Bij de Tijd. Spreker vraagt zich af hoe de gemeente omgaat met de tegenstanders van dit beleid en waar zijn ze? Het is uitgebreid besproken, er is aandacht aan besteed in de (sociale) media en spreker vraagt zich af of het college het idee heeft dat het aantal tegenstanders groter is dan wordt ingeschat.
De heer BOSMA refereert aan de woorden van de heer Klein Velderman, dat 45 bedrijven voor het initiatief waren en vraagt hoeveel bedrijven er aanwezig waren.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en stelt voor de vergadering te schorsen omdat er een specifieke vraag wordt gesteld die hij, eventueel buiten de vergadering, kan toelichten.
De VOORZITTER zegt dat het debat in de vergadering dient plaats te vinden en dat de vergadering niet geschorst wordt om een toelichting te geven op een gestelde vraag.
De heer KLEIN VELDERMAN licht toe en refereert aan de informele draagvlakmeting veiligheidsfonds december 2015 t/m januari 2016. KWR: aantal leden 79, aantal gestemd 35, aantal voor veiligheidsfonds 35. Businessclub Bij de Tijd: aantal leden 25, aantal gestemd 10, aantal voor het veiligheidsfonds 9. Vandaar het getal 45.
Hij geeft aan dat het om een enquête onder de leden ging, waarbij het aantal stemmers is geteld en waarbij gekeken is naar het totale aantal bedrijven.
De heer BOSMA is van mening dat het niet werkt zoals de heer Klein Velderman aangeeft en dat hij beter geen hoofd van een stembureau kan worden.
De heer MULLER interrumpeert en merkt op dat de heer Klein Velderman een vraag probeert te beantwoorden, waarbij hij refereert aan de gegevens uit een ambtelijk verslag. Nu wordt echter de suggestie gewekt dat hij onvolledige of onjuiste informatie geeft. Hij vindt niet dat de heer Bosma kan zeggen dat de heer Klein Velderman geen hoofd van een stembureau kan zijn en dat de heer Bosma de heer Klein Velderman op een niet zuivere manier beoordeelt.
Spreker geeft nog aan dat het hierbij niet om een bijeenkomst ging, maar om een enquête.
De heer BOSMA concludeert dat veel bedrijven dus niet hebben deelgenomen aan de peiling. Bedrijven die niet deelnemen kunnen noch bij de voor- en noch bij de tegenstanders worden gerekend. Een kleine minderheid is dus tegen het voorstel en er is weinig zicht op hoe groot het draagvlak is onder de ondernemers. We weten echter dat de KWR en Businessclub Bij de Tijd voor zijn. Ook de SGP is warm voorstander van projecten die vanaf onderaf worden gestart, waarbij de overheid een faciliterende rol speelt. De fractie heeft echter moeite met het gekozen middel: de generieke belastingmaatregel. De SGP denkt echter dat er wel draagvlak is voor dit voorstel en is van mening dat (materiële) veiligheid een belangrijke, zo niet de belangrijkste, kerntaak van de overheid is.
Het voorliggende plan kan wat de SGP betreft doorgaan, waarbij de fractie wel moeite blijft houden met de generieke belastingmaatregel. Wat dat betreft deelt spreker de mening van de heer Klein Velderman.
De heer BERKHOFF geeft aan begrepen te hebben dat er (positieve) enquêtes zijn gehouden bij de twee ondernemersverenigingen. Dat zegt volgens spreker nog niet zoveel over het draagvlak. Er is ook een bijeenkomst geweest, waar de 400 ondernemers voor uitgenodigd zijn en waar er 100 waren. Deze 100 ondernemers waren in meerderheid positief. Hij vraagt zich af wat de gemeente nog meer had moeten doen om meer draagvlak te krijgen en vindt dat geconcludeerd mag worden dat er sprake is van een behoorlijk draagvlak.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en refereert aan de woorden van de heer Berkhoff over ondernemers die zijn uitgenodigd voor de veiligheidsborrel. Het ging daarbij om een voorlichting en niet om een bijeenkomst waar ondernemers konden meepraten over de plannen die er waren.
De wethouder heeft daarbij aangegeven dat het e.e.a. in oktober zou ingaan en dat de stichting al is opgericht. Begin januari 2017 wordt doorgegaan met het plan. Hij vergat daarbij wel te vermelden dat de raad er nog een uitspraak over moet doen.
Spreker zou ook niet gekomen zijn als hij de uitnodiging had gelezen, omdat het besluit al vaststaat. Wellicht dat daarom maar 100 ondernemers aanwezig waren.
De heer BERKHOFF vindt het betoog van de heer Klein Velderman nogal zwak. De ChristenUnie kijkt hier namelijk wel positief tegenaan. De wethouder heeft in de commissievergadering aangegeven dat het niet alleen gaat om de ondernemers, maar dat de beveiliging een uitstraling heeft op het industrieterrein, dat wellicht een voordeel kan zijn - t.o.v. andere gemeenten - om nieuwe bedrijven aan te trekken. Volgens spreker interesseert dit D66 niet.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert en zegt dat D66 zich het belang van de ondernemer sterk aantrekt. Hij vraagt zich af waarom de heer Berkhoff denkt dat dit niet zo is.
De heer BERKHOFF zegt dat D66 niets gedaan heeft met de opmerkingen die in de commissie zijn gemaakt. De raad heeft veiligheid hoog in het vaandel staan, waarover meerdere malen gedis-cussieerd is. De ChristenUnie is een groot voorstander van het initiatief vanuit de ondernemers, om de veiligheid op de industrieterreinen te verbeteren. De ChristenUnie heeft daarbij ook wel enige moeite met de belastingmaatregel, maar wijst erop dat de gemeente faciliterend wil optreden en daarom is de fractie positief over het voorstel.
De heer MULLER laat weten dat Gemeentebelang het voorstel met de veiligheidsmaatregelen een goed initiatief vindt. De fractie is wel van mening dat er sprake moet zijn van een breed draagvlak. De meest logische vorm, als ondernemers collectief willen investeren in gebiedsverbeteringen en beveiliging, is het oprichten van een BedrijfsInvesteringsZone (BIZ). Deze nieuwe wet uit 2015 is daar specifiek voor bedoeld. In de BIZ-wet zijn ook draagvlakvoorwaarden gesteld. In dit voorstel wordt gekozen voor reclamebelasting als bron en als motivatie geld blijkbaar de regel één gemeente, één methode en de gebiedsgerichte toepasbaarheid. Een belangrijk verschil t.o.v. de BIZ is ook dat bij reclamebelasting draagvlakmeting niet wettelijk vereist is. Draagvlak is volgens spreker niet vereist, maar wel gewenst. De vraag is nu hoe groot het draagvlak is. Het voorstel raakt, aldus spreker, 412 ondernemers. De initiërende ondernemersverenigingen hebben samen 104 leden, dat is 26%. Daarvan hebben 45 leden deelgenomen aan de stemming, met de uitkomst 44 voor en 1 tegen. Concreet is daarmee aangetoond dat 44 ondernemers voor zijn en dat is een minderheid van de minderheid. Dat is 11% van het totaal. Gemeentebelang is van mening dat hiermee sprake is van onvoldoende draagvlak. De fractie pleit voor een goede draagvlakrapportage, voordat ze instemmen met het voorstel.
De heer DE KOE interrumpeert en zegt dat de heer Muller aangeeft dat er sprake is van onvoldoende draagvlak. Ondernemers hadden volgens spreker allang kunnen ingrijpen en brieven kunnen sturen aan de gemeente. Deze brieven zijn er niet geweest getuige het antwoord van het college over zijn vraag hierover.
De heer MULLER gaat in op de gang van zaken bij de gemeente Woensdrecht, waar een vergelijk- bare discussie speelde. Toen is besloten een draagvlakmeting uit te voeren, waarbij de ondernemers zich konden melden met een formulier bij de notaris. Toen bleek dat 430 ondernemers, de helft, absoluut op dat moment tegen was. Hij hoopt van harte dat in deze gemeente de meerderheid voor is, maar is van mening dat de raad geïnformeerd moet zijn en pas kan beoordelen op basis van het reële draagvlak, als de raad dat belangrijk vindt. Als dit niet belangrijk wordt geacht dan kan er besloten worden zonder draagvlakmeting. Dit is echter niet de keuze van Gemeentebelang. De fractie vindt een extra belasting een stevige maatregel, vooral als deze ingesteld wordt op verzoek van collega-ondernemers. Daarom steunen ze het voorstel op dit moment niet.
De heer MEIJERINK zegt dat de gemeente Rijssen-Holten het principe reclamebelasting al wel kent. Op verzoek van de HABI is destijds een reclamebelasting ingevoerd bij bedrijven in het centrum, om daarmee een pot te vormen om gezamenlijke activiteiten te kunnen financieren. Nu ligt er een verzoek van de KWR en Businessclub Bij de Tijd om d.m.v. reclamebelasting beveiligingscamera’s te plaatsen op bedrijventerreinen. De PvdA is van mening dat het hierbij gaat om hetzelfde principe en is voorstander van deze manier van belastinginning, om zo de extra beveiligingsmaatregelen te kunnen toepassen en financieren.
Wethouder TIJHOF refereert aan de woorden van de heer Klein Velderman en wijst erop dat de gemeente het beveiligingssysteem niet gaat opzetten. Dit is een verantwoordelijkheid van de stichting die het veiligheidsfonds gaat beheren. Hier staat de gemeente buiten. De stichting vraagt slechts aan de gemeente de middelen, via de reclamebelasting, te beheren.
Spreker gaat in op de bijdrage van de heer Kahraman, over de gemeente Hellendoorn en zegt dat er hier sprake is van een verschil in de gebiedsgerichte aanpak. Er vonden activiteiten buiten het gebied plaats, die gefinancierd werden met geld van het ondernemersfonds. Dat is verboden. Daarnaast werd een ondernemer bevoordeeld binnen het gebied. Dit gebeurde ook buien de regels van het onder-nemersfonds. Er werden ook vaste kosten in rekening gebracht, die niet gespecificeerd werden, aldus spreker.
Binnen de gemeente Rijssen-Holten gaat het om een duidelijk afgebakend gebied, met een duidelijke doelstelling. Uit de achterliggende stukken blijkt hoe de middelen moeten worden opgebracht en welke zaken er gefinancierd worden. Daarmee verwacht spreker niet dat onze gemeente ook op de vingers wordt getikt.
Spreker bevestigt dat gekozen is voor een staffeling. Dat is niet de keuze van de gemeente, maar is aangereikt door de stichting. Het voorliggende voorstel is dit ook. Het is mogelijk zaken anders te verwoorden. Spreker is ook van mening dat er sprake is van een behoorlijke stijging van de OZB, maar wijst op de voordelen voor kleinere ondernemers op de verzekering.
De heer KAHRAMAN interrumpeert en geeft aan te begrijpen dat de staffeling geen voorstel is vanuit het ambtelijk apparaat. D.m.v. de reclamebelastingverordening bepaalt de gemeente hoe er belasting wordt geheven. Hij heeft er moeite mee dat gesteld wordt dat het voorstel rondom de staffeling is aangereikt door de ondernemers. De ondernemers in het centrum worden afgerekend op basis van een percentage. De kleine ondernemers gaan echter meer dan 100% meer belasting betalen dan daarvoor. De fractie is niet tegen camerabeveiliging, maar de basisveiligheid is geborgd en daar wordt ook al belasting voor betaald. Het gaat hier om specifieke beveiliging van bedrijven.
Hij stelt voor dat het college de bestaande reclamebelastingverordening hanteert en de belasting op basis van een procentuele aanslag berekent. De kleine ondernemers hebben het immers niet breed en zij gaan er ook het minst van profiteren.
Spreker vraagt om een schorsing.
Wethouder TIJHOF zegt dat er meerdere mogelijkheden gehanteerd kunnen worden. Een mogelijkheid is om het terug te leggen bij de initiatiefnemers met de vraag het voorstel aan te passen, eventueel na een evaluatie. De raad kan ook een amendement indienen.
De heer KAHRAMAN vraagt om een schorsing.
Schorsing van 20.20-20.35 uur
De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan wethouder Tijhof, voor de beantwoording van de overige vragen uit de eerste termijn.
Wethouder TIJHOF zegt dat alleen vanuit de raadzaal tegengeluiden zijn gehoord. Ook na de commissievergadering heeft hij geen reacties van ondernemers ontvangen, die tegen het voorstel zijn.
Hij refereert aan de voorgestelde BIZ-regeling. Dit is een methodiek waar een draagvlakmeting aan ten grondslag ligt. De gemeente Rijssen-Holten heeft echter goede ervaringen met een ondernemers-fonds en het college wil dat hier toepassen.
Tweede termijn
De heer KAHRAMAN zegt om een schorsing te hebben gevraagd omdat het CDA van mening is dat het berekenen met een staffel negatief uitvalt voor de kleinere ondernemingen. Hij begrijpt dat het lastig is vanavond doorrekeningen uit te voeren. Het CDA is niet tegen het principe van camera-toezicht en vraagt het college terug te komen met een drietal scenario’s, waarin meer gekeken wordt naar het verschil tussen kleine en grote ondernemers.
De heer MEIJERINK interrumpeert en vraagt of het CDA voor reclamebelasting is.
De heer KAHRAMAN bevestigt dat het CDA voor reclamebelasting is. De fractie had liever gezien dat de ondernemers zelf middelen zouden genereren om het initiatief te financieren. Dat is helaas niet gelukt, ook niet in het centrum. Ze vinden goed cameratoezicht van voldoende belang om in te kunnen stemmen met het voorstel.
De VOORZITTER vertaalt de oproep van het CDA als een voorstel van orde om op dit moment de beraadslagingen te staken en het college op te roepen 2 of 3 scenario’s uit te werken en opnieuw aan de raad voor te leggen.
Spreker vraagt wie er voor of tegen dit ordevoorstel is.
De heer KLEIN VELDERMAN geeft aan voor het ordevoorstel te zijn, maar wil het college voorstellen het draagvlak onder de ondernemers te peilen.
De VOORZITTER beschouwt dit als een ander ordevoorstel. Hier kan praktisch of formeel mee omgegaan worden. Als er formeel mee omgegaan moet worden, dan moet er geschorst worden en een motie vreemd aan de orde van de dag worden ingediend. Er kan ook gepeild worden welke fracties voor een draagvlakonderzoek zijn.
De heer BOSMA laat weten dat de SGP zich kan vinden in het ordevoorstel van de heer Kahraman. De fractie hecht daarbij aan zuivere beraadslagingen en besluitvorming en vindt het beter wanneer er meerdere opties worden voorgelegd waarover besloten kan worden.
De heer BERKHOFF deelt mee dat de ChristenUnie voor het ordevoorstel is.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang voor het ordevoorstel is en refereert met name aan de woorden van de heer Klein Velderman.
De heer MEIJERINK geeft aan dat de PvdA geen bezwaren heeft tegen het ordevoorstel.
De heer DE KOE had liever gezien dat er vandaag een beslissing was gevallen, waarbij het college met mogelijke financieringsvormen op pad was gestuurd. De meerderheid is voor het ordevoorstel en VVD Lokaal kan hier ook mee leven, aldus spreker.
De VOORZITTER concludeert dat de beraadslagingen op dit moment staken..
Wat het draagvlakonderzoek betreft zijn D66 en Gemeentebelang voor en de overige fracties tegen, waardoor dit voorstel wordt verworpen.
11 Raadsvoorstel vaststellen Afvalstoffenverordening 2016 (Aanstoot)
De fractie van het CDA dient een amendement in: aanpassen artikel 7 Afvalstoffenverordening 2016. De heer H. KREIJKES licht het amendement toe en refereert daarbij aan de raads- en commissie-vergaderingen van december 2015, waarin uitgebreid is gesproken over het afvalbeleid en over de plannen voor de aanpassing van de inzamelingsfrequentie van restafval, groenafval en plastic. De fractie van het CDA diende drie moties in bij dit onderwerp. De meeste aandacht in de commissie- en raadsvergadering ging uit naar de omruiling van de kleine naar de grote groencontainer, in combinatie met de verstrekking van een gratis extra groencontainer met ingang van 2017. Deze omruiling is een groot succes; ongeveer één op de vijf kleine groencontainers is inmiddels omgeruild. Volgend jaar zal ook de extra gratis groencontainer meespelen. Dit alles moet ervoor zorgen dat veel minder groen-afval bij het restafval terecht komt. Dat de burger helpt bij het makkelijker scheiden van het afval lijkt te werken. Dit maakt dat dienstverlening aan de burger belangrijk is. De belangrijkste dienstverlening bij de afvalinzameling is de frequentie. Deze inzamelfrequentie is altijd een raadsbevoegdheid geweest in Rijssen-Holten. In de voorliggende verordening en het besluit is dit een collegebesluit geworden. Het CDA vindt de inzamelfrequentie een essentieel onderdeel van de dienstverlening en vindt ook dat voor aanpassingen hieromtrent er eerst een discussie over dient plaats te vinden in de raad en dat geen collegebesluit dient te zijn. Het amendement hierover luidt als volgt:
Overwegende dat:
- de frequentie van de inzameling van restafval, GFT en PMD in de huidige Afvalstoffenverordening is opgenomen en door de gemeenteraad is vastgesteld;
- in de voorliggende concept Afvalstoffenverordening 2016 het vaststellen van de frequentie van inzameling in artikel 7 lid 1 is gemandateerd aan het college van burgemeester en wethouders;
- de frequentie van het bij of nabij elk perceel inzamelen van restafval, GFT en PMD de basis vormt voor de uitvoering van de afvalinzameling en daarmee de dienstverlening aan onze inwoners;
- het daarom wenselijk is deze basis door de raad te laten vaststellen en in de verordening op te nemen;
- de afzonderlijke inzameling van resterende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen en de uitvoering daarvan door het college van burgemeester en wethouders in het Uitvoeringsbesluit kan worden ingevuld;
Besluit dat:
- in de Afvalstoffenverordening 2016 artikel 7 wordt vervangen en als volgt wordt ingevuld:
Artikel 7. Afvalscheiding
- De inzameldienst zamelt restafval ten minste eenmaal per 4 weken nabij elk perceel in.
- De inzameldienst zamelt groente-, fruit- en tuinafval ten minste eenmaal per 2 weken nabij elk perceel in.
- In afwijking van het tweede lid, wordt groente-, fruit- en tuinafval bij hoogbouw locaties niet afzonderlijk ingezameld.
- De inzameldienst zamelt verpakkingen van plastic, metaal en drankpakken (PMD) ten minste eenmaal per 4 weken nabij elk perceel in.
- Burgemeester en wethouders stellen regels over de resterende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld, en over de locaties van deze inzameling.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt waar het CDA bang voor is en of zij het idee heeft dat het college niet bij machte is een goede frequentie af te stemmen. Hij vraagt of dat de reden is dat het amendement is ingediend of dat de reden is dat het CDA aan de knoppen wil blijven draaien.
De heer BEUNK vraagt of hij de conclusie kan trekken dat de raad zich nu bezighoudt met een uitvoeringstaak, zoals het nu voorligt.
De heer H. KREIJKES zegt dat hij niet bang is dat er iets verkeerd gaat bij het college. Het is echter altijd zo geweest dat de raad gaat over dit soort essentiële zaken op het gebied van dienstverlening aan de burger. De inzamelfrequentie lag altijd bij de raad. Er is geen enkele reden dat aan te passen. Dienstverlening aan de burger is belangrijk, zoals ook communicatie dat is. De discussie daarover dient in de raad plaats te vinden, voordat dergelijke zaken worden aangepast.
Wat betreft de uitvoeringstaak wijst spreker op het VNG-conceptbesluit, waar als eerste optie is genoemd dit onderwerp te behandelen in de raad en het niet bij het college neer te leggen. Om die reden kiest spreker voor optie A: het is een essentieel punt, waarvan de besluitvorming bij de raad blijft. De discussie hierover moet gevoerd worden in de raad en niet door het college.
Debatronde
De heer OTTEN zegt dat de ChristenUnie het amendement steunt, gezien de discussie in de raadsvergadering van december 2015, omdat het gaat om een zinvolle aanpassing.
De heer HAASE zegt dat de wethouder tekst en uitleg heeft gegeven. Na grondige bestudering van het amendement zal ook de SGP instemmen met zowel de afvalstoffenverordening als het amendement.
De heer NOORDAM zegt dat VVD Lokaal instemt met zowel de afvalstoffenverordening als de toelichting op amendement met betrekking tot het doorzetten van een consistent beleid.
De heer BEUNK zegt dat VVD Lokaal een mooie uitspraak doet over het voortzetten van het beleid. Ook Gemeentebelang houdt daarvan. Anderzijds is de fractie van mening dat de raad taakstellend en niet uitvoeringstellend is. Mede gezien de uitleg en de vraag voor Gemeentebelang, of het een erg zwaar punt is, zegt spreker dat Gemeentebelang geen wezenlijk verschil ziet. Desalniettemin stemt zij in met de afvalstoffenverordening. Als het amendement hetzelfde beoogt, dan is dat prima.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 voor de afvalstoffenverordening stemt, maar het amendement overbodig vindt. Het college is volledig in staat een juiste frequentie te bepalen. D66 heeft daar, in tegenstelling tot andere partijen, volledig vertrouwen in.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA voor de afvalstoffenverordening is, maar moeite heeft met het amendement. Volgens de PvdA zou het college hier goed mee kunnen omgaan. Bovendien heeft de raad, als het college uit de bocht vliegt, voldoende middelen om het college tot de orde te roepen en te dwingen met een ander voorstel te komen. De PvdA vindt het amendement niet nodig.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het voorstel dat voorligt is besproken en bediscussieerd in de commissie. De raad kan van hem verwachten dat hij nog steeds achter de afvalstoffenverordening staat. Het bepalen van de frequentie ziet het college als een uitvoeringskwestie en is om die reden opgenomen in het uitvoeringsbesluit. Spreker raadt het amendement af.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement krijgt 21 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB en VVD Lokaal) en 3 stemmen tegen (PvdA en D66) en wordt aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het geamendeerde voorstel.
12 Raadsvoorstel begrotingswijziging (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
13 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 20.55 uur.
De VOORZITTER spreekt het ambtsgebed uit.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 27 oktober 2016.