Raad 24 juni 2016
- Datum:
- 24-06-2016
- Tijd:
- 10:00 - 17:00
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- A.C. Hofland
- Griffier:
- P Knopper
- Notulist:
- G.B. Aanstoot-Stam, E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | A.C. Hofland |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma, dr. J. Noeverman, G. Kreijkes, ir. A.S. Haase, J.W. Reterink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | J. Berkhoff, J. van Veldhuizen, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en N.J. Otten |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Beunk en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | R.W. Meijerink en S. Kök |
VVD Lokaal | F.W. Noordam, E.J.W. Deijk en R.A. de Koe |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | P Knopper |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof |
Gemeentesecretaris | A.C. van Eck |
De VOORZITTER spreekt het ambtsgebed uit.
1 Opening
De VOORZITTER opent de raadsvergadering en heet de aanwezigen van harte welkom.
Hoofdelijk stemming, mocht hiertoe overgegaan worden, begint bij nr. 24 de heer J. van Veldhuizen.
Spreker heet de leerlingen uit groep 8 van De Ronde Maat bijzonder welkom en legt uit hoe de gang van zaken in de raadsvergadering is.
Spreker wijst op de aangepaste geluidsinstallatie en zegt dat in het meerjarenperspectief geld is opgenomen om als eerste de apparatuur in de raadzaal te vervangen. Hij stelt voor het nieuwe systeem in de zomermaanden te laten aanleggen, zodat het in september operationeel is. Dit terwijl het bedrag pas volgend jaar in de begroting staat. Hij meldt dat de apparatuur alvast wordt aangeschaft en dat er later over gediscussieerd wordt of het begrote bedrag toereikend is voor alle wensen die er zijn. Zo niet, dan moet worden bepaald welke wensen wel en welke niet ingevoerd worden.
2 Spreekrecht burgers
Er hebben zich geen sprekers gemeld.
3 Vaststellen agenda
De agenda wordt (on)gewijzigd vastgesteld.
De VOORZITTER geeft aan dat aanvankelijk het vragenuur niet geagendeerd stond, maar dit had wel zo moeten zijn. De vragen die gesteld zouden worden, worden nu later gesteld, zodat er voor het vragenuur verder geen vragen zijn.
De heer KLEIN VELDERMAN licht dit toe en zegt dat D66, in overleg met de griffier, heeft besloten de vragen in de volgende commissie ABZM-vergadering te stellen.
4 Algemene beschouwingen
De VOORZITTER stelt voor dat de fracties het woord, gedurende ca. 5 minuten, vanachter het katheder voeren. Daarna zal een reactie door het college worden gegeven en volgt een ronde waarin er vragen kunnen worden gesteld.
De heer SCHEPPINK van de fractie van de SGP krijgt het woord.
“Voorzitter, in deze algemene beschouwingen zal het gaan over de jaren die voorliggen. Jaren waarvan wij nog niet weten wat die ons zullen brengen. 2017 is een belangwekkend jaar voor het protestantse volksdeel, omdat vijfhonderd jaar geleden de Reformatie plaatsvond. Voordat we vooruitblikken, kijken we vandaag dus eerst even terug. Kennis van de geschiedenis is onontbeerlijk om de actualiteit te kunnen begrijpen en om actuele maatschappelijke vraagstukken tot de juiste proporties terug te kunnen brengen.
We kennen een scheiding van kerk en staat maar niet een scheiding tussen geloof en politiek.
In het maatschappelijke en politieke debat heerst tegenwoordig een vrij algemene seculiere intolerantie ten opzichte van christelijke opvattingen en christelijke symbolen. Met een beroep op het gelijkheidsbeginsel en de scheiding van kerk en staat worden de meest ahistorische zaken beweerd. Zo zouden allerlei christelijke symbolen in strijd zijn met de scheiding van kerk en staat, omdat de kerk zich niet met de overheid mag bemoeien. De staat moet volgens velen neutraal zijn.
Deze redenering is echter volstrekt in strijd met de historische achtergrond van de scheiding van kerk en staat. Die scheiding is er juist om te voorkomen dat de staat zich op het terrein van de kerk begeeft en hangt ten nauwste samen met de waarborging van de vrijheid van godsdienst. Juist in de tijd van de Reformatie bleek hoe de overheid haar macht misbruikte om protestanten te vervolgen. Het waren de reformatoren Luther en Calvijn die er op wezen dat de kerk en de staat ieder een eigen invloedsfeer hadden. Beiden vonden het niet wenselijk dat de kerk of de staat zich al te nadrukkelijk op andermans terrein begaven.
Bovendien ontaardt een beroep op de scheiding van kerk en staat al snel in een soort seculiere gedachtenpolitie, die het verbiedt om christelijke waarden en normen te hanteren in het politieke en maatschappelijke debat. Daarbij wordt dan de denkfout gemaakt dat het scheiden van de instituten kerk en staat tevens een scheiding betekent van politieke en godsdienstige overtuigingen. Deze denkfout berust op de aanname dat godsdienstloosheid tegelijkertijd neutraliteit impliceert. Seculiere opvattingen zijn dan neutraal en religieus gefundeerde opvattingen worden vervolgens gediskwalificeerd als gekleurd en partijdig. Het lijkt de SGP-fractie volstrekt duidelijk dat wet- en regelgeving altijd gebaseerd zijn op opvattingen over wat goed en fout is. Moraal hangt altijd samen met normen en waarden en die kunnen uit de aard van de zaak niet neutraal zijn. Zelfs seculiere waarden en normen zijn niet neutraal.
Voorzitter, juist door de Reformatie is er in Europa steeds meer aandacht gekomen voor het individu, mensenrechten, rechten van minderheden en de democratisering van het openbare bestuur. Dat deze zaken tegenwoordig aan de Verlichting en niet aan de Reformatie worden toegeschreven, laat wel zien dat er weinig historisch besef is. Laat 2017 daarom vooral een jaar zijn waarin de rijke erfenis van de Reformatie centraal mag staan. Om dat proces te faciliteren willen wij als SGP-fractie graag alle fracties en aan de voorzitter van het college een exemplaar van het boek Voor religie en vrijheid van Bart Jan Spruyt aanbieden.
Voorzitter, de voorliggende kadernota 2017-2020 is in financieel opzicht een visitekaartje en een voorbeeld voor veel gemeenten. Zelfs zodanig dat we als SGP-fractie de jaarlijkse inflatiecorrectie op de ozb niet volledig willen doorbelasten.
Zo halverwege de raadsperiode moeten we constateren dat het college op stoom is gekomen op diverse onderwerpen. En met succes. De decentralisaties, een pilot leerlingenvervoer (uniek in Nederland), investeringen in het onderwijs, een vervolg op het succesvolle Deltaplan (namelijk Rijssen-Holten werkt), er worden weer woningen gebouwd, de centrumring in Rijssen is in uitvoering, en het centrum in Holten krijgt vorm.
Graag hoor ik van de collegeleden wat hun belangrijkste succes van de afgelopen twee jaar was. Maar ook wat volgens hen de komende kaderperiode de grootste uitdaging is in hun portefeuille.
Als SGP-fractie hebben we daar alvast over nagedacht. Graag geven we onze prioritering mee aan u als raad en college.
Samenwerking: Lokaal doen, wat lokaal kan. We kunnen het niet vaak genoeg herhalen. Ook in deze nota gaan we geld reserveren voor samenwerking. Hebben we niet onlangs moeten vaststellen dat in de vorige periode het financieel weinig heeft opgeleverd? Moet de focus niet meer richting provincie in plaats van regionaal?
Het participeren in Gemeenschappelijke regelingen heeft ons als gemeente weinig successen gebracht. Gaat onze deelname aan de nieuwste Gemeenschappelijke Regeling Twentebedrijf daar verandering in brengen? Voorlopig kost het vooral gemeenschapsgeld.
We zien dat het college veel inzet op een goede relatie met de provincie. Dat moet volgens ons nog beter. Dat de reeds gestarte opleiding Transport en Logistiek nog steeds moet wachten op de provinciale bijdrage, zegt dat alleen maar van wat over de provinciale bureaucratie? Graag een reactie.
Samenwerking moet Rijssen-Holten wat brengen. En daar bedoel ik niet de problemen van andere naburige gemeenten mee. Als SGP-fractie voelen wij daar geen verantwoordelijkheid voor. Graag een reactie van u als raadsfracties en college.
Onderwijs: we investeren veel in het lokale onderwijs. Niet alleen in nieuwbouw, maar ook in nieuwe opleidingen. Dat moet ook de komende periode onze aandacht blijven houden. Wel maken we ons enige zorgen over de bouwkundige staat van schoolgebouwen die nu rond de 40 jaar oud zijn. Is een afschrijvingstermijn van 60 jaar op een schoolgebouw wel reëel? Staat er niet in het beleidsakkoord dat we investeren in nieuwbouw als de bouwkundige noodzaak aanwezig is?
Samen zorgen: de overgang van taken van rijk naar gemeente en de inrichting van het lokale ondersteuningsstelsel zijn ontzettend snel gegaan en dat zonder ongelukken. Echter de cultuuromslag in denken, doen en handelen van overheid, hulpverlening en inwoners staat nog in de kinder-schoenen. Een nieuw beleid om vrijwilligers en mantelzorgers beter te ondersteunen is wat ons betreft prioriteit. Samenwerking en kennisdeling met kerken en maatschappelijke instellingen is onontbeerlijk bij het versterken van de sociale netwerken. Ook de eigen bijdrage behoeft onze aandacht. Hebben we voldoende oog voor die groep werkenden (vooral eenverdieners) die overal buiten vallen?
Ook de preventie rondom alcohol- en drugsgebruik is al jaren belangrijk voor de SGP-fractie, maar moet helaas nog steeds prioriteit krijgen.
Wanneer krijgen we in Rijssen-Holten de eerste alcoholvrije sportkantine? Is dat ook een prioriteit of uitdaging voor dit college?
Sport en cultuur: we zijn blij met het onderzoek naar de basale voorzieningen op het gebied van sport. Wat is een basale voorziening? Daar moet een antwoord op komen. Wel vinden we dat er een oplossing moet komen voor de Schaats- en Skeelervereniging. Een locatie De Koerbeld heeft onze voorkeur. Daarom steunen wij een kunstgrasveld voor Sportclub Rijssen alleen omdat er dan ruimte ontstaat voor een skeelerbaan.
Komen de subsidies op cultuur en sport wel bij iedereen terecht? Of past de huidige systematiek niet meer bij de huidige samenleving? Worden de doelstellingen wel bereikt? Wat is de rol van de huidige sportraad? Alleen een spreekbuis en doorgeefluik van het wensenlijstje van de diverse verenigingen?
Het project Maatschappelijk Verantwoord Verenigen is grotendeels mislukt, maar een subsidie op sport en cultuur moet toch een maatschappelijke opbrengst hebben? Daar zijn we het toch wel over eens? En het is toch niet meer dan normaal dat we met onze subsidiemiddelen een zo groot mogelijk bereik hebben? Daar is zeker geen extra geld voor nodig, maar volgens de SGP-fractie wel een ombuiging.
Ondernemen en werk: een goed ondernemersklimaat is voor Rijssen-Holten een vanzelfsprekendheid. De centrumfunctie, innovatie en het streven naar een verbreding van de werkgelegenheid is en blijft prioriteit. Goed dat er een toegankelijkheidsonderzoek voor lichamelijk en visueel gehandicapten komt. Wat de SGP betreft een prioriteit. Een nieuwe Agenda van Twente als motor voor de economie van Rijssen-Holten en de Regio? Wij zijn kritisch. Financiering via een opslag op de afvaltarieven van Twence zien wij in ieder geval niet als een optie.
De VOORZITTER merkt op dat de 5 minuten inmiddels zijn verstreken.
Voldoende en betaalbare huisvestingsmogelijkheden voor de lokale bevolking dat is de prioriteit. De implementatie van de Omgevingswet zal de nodige capaciteit vragen. We wensen de betrokken medewerkers veel succes.
Veiligheid: de brandveiligheid op De Borkeld is al jarenlang problematisch. Het begin is er. Maar is deze uitdaging aan het einde van deze periode omgezet in een succes?
Wijken: het onderhoudsniveau van de openbare ruimte gebeurt op het kwaliteitsniveau sober en veilig. Waarbij de toegangswegen tot de gemeente en wijken een hogere prioriteit hebben. Voor de SGP-fractie is dit echt de ondergrens. Kan het college dit uitgangspunt onderschrijven? Wij als SGP-fractie zijn voorstander om meer te investeren in het beheer van de openbare ruimte. Wij rekenen erop dat er bij de begrotingsbehandeling voorstellen komen als aan het afgesproken uitgangspunt niet voldaan kan worden. Kan het college ons dat toezeggen?
Duurzaamheid: onze SGP jongeren hebben de afgelopen periode aandacht gegeven aan het thema duurzaamheid. Dit heeft geresulteerd in een duurzaamheidsvisie, Lokaal wat Lokaal kan, met een aantal concrete adviezen voor de gemeente Rijssen-Holten. Ik wil er u een aantal niet onthouden.
Ze adviseren onder andere om duurzaamheidsonderwijs te implementeren in combinatie met techniekonderwijs op de basisscholen. Immers Jong geleerd is oud gedaan. Ook adviseren de SGP-jongeren om nieuwbouwwoningen standaard uit te rusten met een zo groot mogelijke CO2 reductie. Is dit voor de overige raadsfracties en college ook een prioriteit bij de uitgifte van bouwkavels?
Voorzitter, ik ga afsluiten. We wensen het college, de ambtelijke organisatie onze mede raads- en commissieleden van Rijssen-Holten Gods onmisbare zegen toe.
Natuurlijk danken we ook allen die hard gewerkt hebben aan de totstandkoming van deze kadernota en zeker ook de bodes die deze dag mede mogelijk maken.
Wij wensen de gemeente Rijssen-Holten voorspoed en bovenal Gods onmisbare zegen in de jaren die komen. Ik dank u voor uw aandacht.”
De heer KAHRAMAN van de fractie van het CDA krijgt het woord.
“Voorzitter, terwijl Nederland langzaam maar zeker uit de crisis trekt, zijn er veel mensen die dat nog niet direct merken. Regelmatig zien we berichten in de krant over faillissementen en banenverlies. Dat zorgt voor onzekerheid. De veranderingen in de zorg, pensioenen die onder druk staan en een groot vluchtelingenvraagstuk dragen bij aan die onzekerheid. Die onzekerheid is weer toegenomen door wat gisteren is gebeurd in Groot Brittannië. Deze zaken vragen om antwoorden.
Het CDA gelooft in de kracht van de samenleving en niet in een samenleving van ieder voor zich. Dat vraagt om een overheid die investeert in de samenleving: daar ligt voor ons (ook in Rijssen-Holten) de oplossing. Het college heeft in deze kadernota ook nadrukkelijk gekozen om te investeren in onze samenleving.
Zorg: het CDA heeft in december 2015 aandacht gevraagd voor de problematiek van de eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen. Helaas heeft dit niet geleid tot een wijziging van het beleid. Maar we zijn verheugd dat het college uit heeft gesproken maatwerk te leveren waar nodig. Ongewenste zorgmijding vanwege financiën, mag in onze ogen niet voorkomen. We willen daarbij vooral aandacht vragen voor de middeninkomens.
Voor 2017 hebben we hoge verwachtingen. Eindelijk gaan we de Wmo en Jeugdwet naar onze hand zetten. Voor ons staat voorop dat we gezinnen en families moeten ondersteunen, zij zijn het hart van onze samenleving. De overheid is een schild voor de zwakken, maar laten we vooral ontregelen. Geef sociaal ondernemerschap van burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven de ruimte. Als gemeente moeten we leren loslaten en daadkrachtig op onze handen zitten. Als Samen14 ons daarbij kan helpen, heeft het onze steun, maar laten we als Rijssen-Holten ook lef tonen en soms onze eigen koers varen. Twents uniform beleid mag geen leidmotief zijn als het gaat om de zorg voor onze inwoners!
Het CDA blijft aandacht vragen voor het drank- en drugsgebruik onder jongeren. Preventie, voorlichting en een verantwoordelijkheid bij de samenleving zijn daarbij kernwoorden die we blijvend terug willen zien in de gemeentelijke aanpak.
Naast verslavingsrisico’s, hebben drank en drugs ook een negatieve invloed op de gezondheid van burgers. Wat gezondheidsbeleid betreft zien we een aantal uitdagingen in onze gemeente. Als voorbeeld: de GGD constateerde dat het aantal mensen met overgewicht boven het landelijk gemiddelde ligt (Voorzitter, dan kijk ik meteen naar mijzelf hierbij), terwijl het aantal personen dat de beweegnorm haalt onder het gemiddelde is. Gezien de transformatie op het sociale domein, het gezondheidsbeleid dat wordt ontwikkeld en de roep om meer te bewegen, liggen daar aandachtspunten voor ons college.
Sport: voorzitter, sportverenigingen horen bij het cement van de samenleving. Daar horen goede voorzieningen bij. Het college heeft ook een tweetal onderzoeken hiervoor in de kadernota opgenomen. Het CDA is van mening dat kunstgrasvelden behoren tot de basisvoorzieningen van voetbalverenigingen. Wij hoeven daarvoor niet te wachten op de uitkomsten van het onderzoek op dit punt. De urgentie bij v.v. Holten is hiervoor te hoog. Daarom komen wij, samen met Gemeentebelang en Partij van de Arbeid, met een amendement voor het realiseren van een kunstgrasveld bij v.v. Holten. Daarnaast zijn wij mede-indiener van het amendement om het probleem van de skeelervereniging op te lossen, in combinatie met een kunstgrasveld voor Sportclub Rijssen.
Woningbouwprogramma:met instemming hebben we kennis genomen van het Woningbouwpro-gramma 2016-2025. De komende 10 jaar kunnen we in totaal 890 nieuwe woningen bouwen. Dit biedt ons kansen om zowel voor jongeren als ouderen in de behoefte naar een betaalbare woning te voorzien. Vanuit het CDA hebben we hier regelmatig aandacht voor gevraagd. Het doet ons deugd om te constateren dat de nieuwe woningbouwplanning aansluit bij de vraag van onze inwoners en ook ruimte geeft om aan de vraag te voldoen. De provincie heeft de gemeente Rijssen-Holten een pluim gegeven voor het onderzoek en de aangeleverde onderbouwing. Wij sluiten ons hier graag bij aan.
Vluchtelingen: de locatie voor de noodopvang van vluchtelingen binnen onze gemeente is bekend. Tijdens de informatieavond heb ik een groot aantal inwoners van onze gemeente mogen spreken. De bekende zorgen werden geuit: hoe zit het met onze veiligheid, welke gevolgen heeft de opvang op toerisme in Holten, mijn vakantiewoning kan ik niet meer verhuren, etc. Allemaal terechte vragen die wij als gemeente ook moeten adresseren. Naast deze noodopvang gaan wij als gemeente ook statushouders huisvesten in onze gemeente. Het is belangrijk dat er draagvlak is en blijft binnen een samenleving voor opvang van vluchtelingen. Draagvlak wordt gecreëerd door duidelijk te communiceren wat er gaat gebeuren en wat men kan verwachten. Daarnaast is het belangrijk dat onze nieuwe inwoners zo snel mogelijk beginnen met inburgeren. Dat betekent dat zij de Nederlandse taal moeten gaan leren en weten hoe de samenleving in elkaar zit. Als deze groep snel onderdeel uitmaakt van de samenleving in Rijssen-Holten zorgt dit voor het benodigde draagvlak.
Voorzitter, de komende tijd gaat er veel gebeuren in onze gemeente. Ik wil het college en onze ambtenaren bedanken voor hun inzet en wens u veel wijsheid toe bij uw werk.”
De heer BERKHOFF van de fractie van de ChristenUnie krijgt het woord.
Hij bedankt zijn ‘voorgangers’ dat ze zich niet aan de tijd gehouden hebben. Dit geeft hem meer rust en ruimte om zijn bijdrage te presenteren.
“Voorzitter, leden van de raad,
In de Bijbel staat een prachtige opdracht die ons duidelijk maakt wat we in deze wereld moeten doen, namelijk: wees eerlijk, rechtvaardig en trouw. En denk niet alleen aan jezelf, maar leef dichtbij God (Micha 6:8 BGT). Met deze opdracht probeert de fractie van de ChristenUnie een bijdrage te leveren aan de politiek van de gemeente Rijssen-Holten.
Dat we niet alleen aan onszelf moeten denken is heel concreet geworden door de verschrikkelijke strijd die rond Syrië plaatsvindt. Duizenden mensen zijn ontheemd en zoeken een veilige schuilplaats.
Ook in ons land hebben het afgelopen jaar tienduizenden veiligheid gezocht.
Onze fractie heeft hiervoor al in een vroegtijdig stadium aandacht gevraagd en uw college heeft een raadsbrede opdracht meegekregen, om de mogelijkheden te onderzoeken om ook in onze gemeente vluchtelingen op te vangen.
Als gevolg daarvan kunnen wij met ingang van oktober van dit jaar voor een jaar 250 nieuwe medebewoners van onze gemeente begroeten.
We zijn er trots op dat onze inwoners, in het bijzonder de buurtbewoners, zo overwegend positief hebben gereageerd. Natuurlijk zullen er hier en daar wat zorgen zijn, maar we hopen dat de mensen zich welkom zullen voelen en zich voor kunnen bereiden op een goede integratie in de Nederlandse samenleving.
Ter bespreking ligt vandaag voor de Kadernota 2017- 2020.
We kunnen niet anders dan constateren dat het een degelijk document is.
De behoedzame manier waarop onze gemeente met haar geld omgaat, het tijdig anticiperen op de crisis, die gelukkig voorbij is, én het zorgvuldig voorbereiden van nieuwe taken, is niet zonder resultaat gebleven.
Een financieel gezonde gemeente, waar het goed toeven is! Het structureel financieel perspectief blijft goed. Er is ook weer ruimte voor nieuw beleid.
Onze fractie is van mening dat een deel van dit positieve resultaat ook ten goede mag komen aan onze burgers en bedrijven en ondersteunen daarom ook van harte het amendement van de SGP om de inflatiecorrectie op de Onroerende Zaakbelasting maar ten dele toe te passen.
Inmiddels zijn we al weer over de helft van deze raadsperiode.
De uitgangspunten die in het coalitieakkoord zijn opgenomen lijken volledig te kunnen worden uitgevoerd.
Blij zijn we met de constructieve opstelling rondom de zondagsrust en -opening. Een rustdag in een 24/7 maatschappij is voor iedereen een weldaad.
Is alles positief? Helaas niet.
Het alcohol- en drugsgebruik blijkt in onze gemeente, vooral onder jongeren, nog steeds een gegeven.
De ChristenUnie heeft daarom gepleit voor een integrale aanpak, waarbij de ouders verantwoordelijk zijn voor hun kinderen, maar waarbij de overheid een faciliterende taak oppakt.
Het is belangrijk dat ouders gesteund worden in hun poging hun kinderen niet te vaak, te veel en te vroeg te laten drinken.
De maatschappelijke acceptatie voor alcohol, ook in onze gemeente, is een gegeven dat zorgen baart.
Wij komen dan ook met een motie, waarbij wij het college vragen om een onderzoek te doen om te komen tot een adequaat alcoholpreventiebeleid voor jongeren en stellen hiervoor ook middelen ter beschikking.
Over de door ons al vaker bepleite trendbreuk wat betreft het vroeger uitgaan en de sluitingstijden zullen we ons nu niet verder uitlaten.
Voorzitter,
Jeugd en jongeren hebben de steun van de hele samenleving nodig.
Een veilige samenleving waar jongeren op een gezonde manier kunnen groeien naar volwassenheid is daarvoor van essentieel belang.
We zijn dan ook blij dat de nieuwe Visienota Jeugd – en jongerenwerk breed werd gesteund in de raad.
We zien uit naar een constructieve uitwerking in samenspraak met de desbetreffende organisaties, zeker wat betreft preventie en het vroegtijdig herkennen van problemen.
Ook cultuur kan een positieve bijdrage leveren aan het welzijn van onze jongeren.
Actieve vormen van cultuur zijn mogelijk op het gebied van de bibliotheek, theater, ballet en muziek. Voor alle kinderen toegankelijk, maar niet alle ouders zullen er het belang van in zien.
De oproep voor de investering in cultuur op de basisschool kunnen wij van harte ondersteunen, dan kan ieder kind kennis maken met cultuur.
Een bijzonder positief voorbeeld van actief burgerschap is de manier waarop het leerlingenvervoer is opgezet door ouders in samenwerking met de gemeente.
Een ondernemende gemeente, met ondernemende ouders!
Ook de initiatieven van de Brekeldschool voor extra lokalen om te voorzien in speciaal onderwijs in de eigen omgeving verdient alle lof.
De drie transities lijken tot nu toe goed te zijn verlopen.
De overgang naar een volledige transformatie zal nog de nodige inspanning kosten, maar onze fractie heeft daar veel vertrouwen in.
Belangrijk hierbij is de inzet, inspraak en de adviezen van de Adviesraad Sociaal Domein.
De inzet van vrijwilligers kan niet genoeg gewaardeerd worden, evenals die van de talloze mantel-zorgers die actief zijn. Ondersteuning en waardering voor hen is van groot belang.
Echter het belang van de cliënt zal altijd voorop moeten blijven staan.
De betrokkenheid bij een ander, is in onze gemeente groot, ook van de kerken. Op diaconaal terrein kunnen kerk en gemeente veel voor elkaar betekenen.
De ChristenUnie is een groot voorstander van en verdere samenwerking tussen de kerken en onze overheid in het sociaal domein.
Basale sportvoorzieningen zijn in onze gemeente al ruim aanwezig, maar de wensen daarvoor zijn nog niet uitgeput. Onze fractie is blij met de aangekondigde onderzoeken naar de basale sportvoor-zieningen voor de buiten- en de binnensporten.
Een nieuwe multifunctionele sporthal, bij voorkeur gesitueerd op de Koerbeld, blijft hoog op ons lijstje staan. Onze fractie heeft altijd gepleit voor concentratie van zoveel mogelijk sporten en sportvoor-zieningen op de Koerbeld.
Het initiatief om te komen tot een kunstgrasveld bij Sportclub Rijssen gecombineerd met een oplossing voor de Schaats- en Skeelervereniging kunnen wij alleen maar toejuichen.
Voorzitter,
De werkeloosheid is gelukkig gedaald. De economische crisis, met de nasleep, lijkt ten einde.
Toch zijn er altijd mensen voor wie het moeilijk blijft een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen. Het project ‘Rijssen-Holten WERKT!’ is een prachtig initiatief om samen met het maatschappelijk midden-veld te komen tot een goed resultaat. De verwachtingen zijn hoog gespannen!
Iedereen moet mee kunnen doen in onze participatiemaatschappij. Daarom moet er blijvende aandacht zijn voor schulden en armoedeproblematiek. Wij waarderen het werk van de Voedselbank en ondersteunen dit van harte. Tegelijkertijd beseffen we dat het een soort noodverband is, waar niet permanent gebruik van gemaakt moet worden.
We constateren verder dat er voortvarend wordt gewerkt aan de Centrumring, de verduurzaming van gebouwen en materieel. Ook is er in onze gemeente veel aandacht voor een goede toeristische invulling. Rijssen-Holten lijkt toekomstbestendig, ook wat betreft de leegstand van winkels en alle investeringen die nu plaatsvinden. Maar we kunnen en mogen niet op onze lauweren rusten. Kortom er gebeurt veel in onze gemeente. De kaders die vandaag gesteld worden moeten uitgewerkt worden tot een sluitende begroting. Wij danken iedereen die meegewerkt heeft aan de totstandkoming van deze kadernota en we wensen de raad, de ambtenaren en het college toe dat de Bijbelse oproep om eerlijk, rechtvaardig en trouw te zijn en aan een ander te denken, daarbij een goede leidraad mag zijn en bovenal wensen wij u daarbij Gods zegen toe.”
De heer MULLER van de fractie van Gemeentebelang krijgt het woord.
“Voorzitter, dames, heren, jonge lui,
Soms zit het mee, soms zit het tegen. Dit jaar zit het mee. Maar altijd geldt; als het fundament goed is dan kun je wel tegen een stootje.
In het concept kadernota 2017 blijft het fundament stevig en de informatie uit de meicirculaire geeft ruimte voor aanvullend nieuw beleid.
Op enkele thema's wil ik ingaan (achteraf gezien krijg ik meer tijd dan ik voorbereid heb, dus al ik langzamer ga praten dan weet u dat ik van die ruimte ook gebruik ga maken).
Inwoners en Organisatie: de ambitie om goed te communiceren met inwoners wordt duidelijk in beeld gebracht door de burgervaderlijke poster. Geen bestuurlijk opgeheven vinger, maar een uitnodigende vinger van “Kom mee doen!”.
Toch is er nog een weg te gaan. Regelmatig passeren verhalen over miscommunicatie, boosheid en ergernissen in de contacten met de gemeentelijke organisatie. Zowel vanuit particulieren als ook vanuit bedrijven.
In de plannen om de dienstverlening te verbeteren ligt het accent op de digitale communicatie.
Een terecht aandachtspunt, maar ligt er ook een plan om door omdenken tot meedenken te komen, vooral in de één op één relatie?
Wij vertrouwen erop dat in 2017 inderdaad de waardering van de dienstverlening minimaal de 7 haalt, maar vooral ook dat bij een tegenvallend bericht het meedenken wel herkenbaar is voor de ontvanger.
Samenwerken: Twente en het Twentebedrijf zijn samenwerkingsverbanden met het doel daar samen en individueel beter van te worden. Win-win. Het werken met een basispakket en eventueel aanvullende modules spreekt ons aan. De gezamenlijke aanpak van decentralisaties bewijzen de kracht, nut en noodzaak van Twente.
Het investeringsprogramma “De Agenda van Twente”, hoe verder en tegen welke prijs?, zal zeker de najaarsagenda domineren.
Wij zullen niet bij voorbaat op de rem staan, maar alert manoeuvreren. Onze richting is niet Rexit.
Onderwijs: het basisonderwijs heeft na 2017 een goede uitgangspositie voor de komende decennia (misschien geen 6 decennia, maar wel de komende decennia). Vanwege diverse nieuwbouw en renovaties in de voorgaande jaren en de nu actuele bouwplannen de Haarschool, de Brekeld en de Regenboog.
Wij rekenen erop dat het terugdringen van de extreem hoge kosten leerlingenvervoer vanaf komend schooljaar succesvol gaat slagen.
Voor de toekomst houden wij onze zorgen omtrent leegstand van lokalen of locaties en verwachten daarover een beleidsnota.
Samen Zorgen: Gemeentebelang heeft veel waardering voor de manier waarop het opstarten van de nieuwe zorgtaken naar de gemeente is verlopen.
Het lijkt goed gegaan te zijn, het gevoel is goed. Toch ontbreekt nog de zekerheid over het feitelijke resultaat. Er is geen duidelijk antwoord op de vraag: zijn er inwoners geschaad en is er zorgmijding?
Niemand die inlevert is blij, maar belangrijk is te bewaken dat de Haagse bezuiniging geen slachtoffers maakt binnen onze gemeente. Van het college verwachten wij nog aanvullende informatie.
De gevolgen van de gerechtelijke uitspraken over gemeentelijke ondersteuning kunnen in eerste instantie met de financiële buffer “zachte landing” verrekend worden. Die buffer lijkt ons goed gevuld met één miljoen zevenhonderdduizend euro. Kan het college voor het definitief vaststellen van de begroting in november een indicatie geven van de wenselijke hoogte van die buffer?
Het bemiddelen en stimuleren van werk voor speciale doelgroepen heeft hoogste prioriteit. Het GGD rapport is duidelijk. “Werkzaam zijn is preventief en het beste middel voor gezond zijn en welzijns-beleving”.
Het vangnet tegen armoede wordt ook vastgehouden door particuliere organisaties, zoals de Voedselbank en dat waarderen wij zeer. De huisvestingsproblematiek van de voedselbank is echter in eerste instantie hun probleem en kan niet zonder meer op het bordje van de gemeente gelegd worden. Maar de gemeente kan en mag niet weg kijken. Welke taak en mogelijkheden ziet het college om aan een oplossing mee te werken?Gemeentebelang betwijfelt overigens zeer of verhuizing naar de Plus-locatie een bestendige oplossing is en vreest herhaling na een aantal jaren.
Hopelijk zijn er mogelijkheden om de uitvoering uit te stellen, zodat er meer tijd beschikbaar is voor een overgang.
Sport: kort en krachtig: Gemeentebelang pleit al jaren voor een hoger aandeel kunstgrasvelden. Een basale voorziening voor clubs, zoals blijkt ook uit landelijke gegevens. Samen met de collega's van het CDA en ook van de PvdA dienen wij daarvoor amendementen in om een oplossing te zoeken en ook de zoektocht naar een skeelerbaanlocatie wordt daarbij betrokken.
Grote Projecten: mooie projecten zijn afgerond, zoals de uitvoering van de binnenring Rijssen, de stationsomgeving Holten, parkeerplein Holterberg (in uitvoering), maar helaas zijn nog niet gelukt de realisatie van een volwaardige ontsluiting van de Kalfstermansweide, de Enkco-bocht en het doortrekken van het fietspad ten noorden van de spoorlijn.Wij dringen erop aan dat deze plannen en het brandveiligheidsprogramma van De Borkeld nu een keer tot afronding komen.
Buitengebied: de scan over de aanleg van grasbetonstenen bij buitenwegen, geeft duidelijk aan dat van de 150 kilometers buitenwegen er 10 kilometers zijn waarvan het zeer noodzakelijk is dat de bermen worden aangepast. Veiligheid en preventief in kosten. Samen met VVD Lokaal zal Gemeentebelang daar een amendement over indienen.
Veiligheid: Rijssen-Holten is een relatief veilige gemeente.In de kadernota staat dat woninginbraak, ondanks een forse afname in 2015, een prioriteit blijft. Vanwege de recente golf van auto-inbraken gaan wij ervan uit dat ook de auto-inbraken als prioriteit beoordeeld en behandeld zullen worden.
De andere thema’s zijn zeker niet ondergeschikt aan de onderwerpen die ik besproken heb, maar de tijdspanne had mij daar de ruimte niet voor gegeven. Waar ik wel heel nadrukkelijk mijn dank voor wil zeggen is het vele werk dat door de ambtelijke organisatie en het college gedaan is om dit stuk voor ons goed presenteerbaar en duidelijk aan te bieden. Mijn dank daarvoor.”
De VOORZITTER stelt voor de leerlingen van De Ronde Maat de kans te geven de zaal te verlaten. Hij wenst ze veel plezier en een goed weekend. Hij is benieuwd in welke fracties hij deze jongeren over een aantal jaren terugziet.
De heer NOORDAM van de fractie van VVD Lokaal krijgt het woord.
“Voorzitter, geachte collegeleden, leden van de raad, geachte aanwezigen.
Vorig jaar stond ik hier, scheen de zon en hield ik u voor: “Het is een zwarte dag”. Ik kan u melden dat ik vandaag met een heel ander gevoel hier sta: vrolijk, optimistisch en ik kijk ook met plezier naar het voorliggende jaar. Dat wil beslist niet zeggen dat alles koek en ei is in deze gemeente, integendeel, het feit dat de voedselbank inmiddels een meer dan gewaardeerde plaats heeft in onze samenleving zegt ook genoeg, door het CDA ook genoemd, het aantal mensen in de bijstand en de werkelozen is zorgwekkend hoog, blijvend hoog. Maar voorzitter, er is vertrouwen bij de fractie van VVD Lokaal dat we voldoende in staat zijn als gemeente om daar zorgvuldig mee om te gaan.
Vandaag kijken we naar de programma’s die door het college worden aangedragen voor het nieuwe jaar en de bijbehorende financiën. Zoals gebruikelijk worden die plannen aangevuld of doorkruist met de door de raad in al haar wijsheid aangedragen moties en amendementen.
Voorzitter, één amendement wil ik toch op voorhand wel even noemen, want wij zijn ontzettend blij dat de coalitie de heftige kritiek van de oppositie vorig jaar, om de OZB met maar liefst 7% te verhogen, zich ter harte heeft genomen en vandaag onder die druk in al haar wijsheid heeft besloten de inflatie- correctie slechts voor de helft toe te staan. Uiteraard hopen wij dat het bij deze ene uitglijder in 2015 blijft en dat we niet meer gaan afwijken van een jarenlange bestendige gedragslijn, ook in moeilijke tijden.
Voorzitter, als we het hebben over moeilijke tijden dan is dat geen eenvoudige onderwerp, meestal is dat zeer beladen, dat kan zijn privé, dat kan zijn zakelijk, dat kan zijn in de raad. Ook voor u als college speelt dit onderwerp, met als dieptepunt de doodsbedreigingen aan het adres van onze burgemeester. Voorzitter, ook voor ons als raadsleden was dat een schok en een gevoel van: daar blijf je van af van onze eerste burger.
Voorzitter en ik wil u, in elk geval namens de fractie van VVD Lokaal, maar ik kan denk ik wel spreken namens de raad, een presentje geven wat symboliseert hoe wij als raad en college ons staande moeiten houden in moeilijke tijden. Dat is een mini wandelstok, die stok geeft steun in onzekere tijden en je kunt het gebruiken als verdediging. Maar als je aan ons college komt, dan kom je ook aan de raad en de raad symboliseert dat, Rob die zal het even geven, door een heel klein wandelstokje dat u op de hoek van het bureau kunt zetten zo van: “Ik sta er niet alleen voor, die raad staat achter me of zelf voor me.” U hoeft niet uit te rekenen wat dat kost, dat heeft u vorig jaar wel gedaan, het kost ongeveer € 1,96 en een heleboel gemier aan de werkbank door mij.
Voorzitter, nog eens een onderwerp dat hier elke keer terugkomt en ik vind dat een groot probleem voor de 25 raadsleden, want er is iets aan de hand met ons college. Muziek daar hebben ze iets niet mee. Het is elk jaar gesodemieter met muziek hier. Moties en amendementen, elke kadernota weer. Is het niet het carillon dan het stadhuisorgel en is het niet het stadhuisorgel dan de muziekschool. We blijven over muziek bezig hier. Dat is een enorme verbazing voor ons. Wij komen vandaag met een motie over de luchtkwaliteit van onze muziekschool, maar ik hoop dat het dit jaar de laatste keer is dat we over muziek hier met moties en amendementen met het college bezig zijn, want anders gaan ze naar de muziekschool.
Voorzitter, ik wil het wel kort houden. Wij zijn positief gestemd over een groot deel van uw plannen 2017-2020 en zien graag de verdere invulling tegemoet.
Ik wil vanaf deze plaats in het bijzonder onze interim-griffier en de griffiemedewerkers, die ons in aanloop naar de kadernota hebben ondersteund, danken en ik verzoek u, voorzitter, ook onze dank over te brengen aan de organisatie voor het tot stand komen van de kadernota en het altijd klaar staan bij vragen. Ik dank u wel voor deze korte tijd.”
De heer MEIJERINK van de fractie van de PvdA krijgt het woord.
“Meneer de voorzitter, tussen 1914 en 1918 had Nederland gemiddeld genomen zo’n 6,5 miljoen inwoners. In het allereerste oorlogsjaar hebben wij toen, naar schatting, 1 miljoen vluchtelingen opgevangen. Na het eerste jaar zijn die weliswaar voor het grootste gedeelte weer terug gegaan maar toch bleven er toch ook nog ruim honderdduizend achter, die tot 1918 en sommigen de rest van hun leven, hier in Nederland hebben gewoond. Dat was destijds een enorme opgave, maar wij konden het aan, of om Angela Merkel te parafraseren: “Wir haben es damals geschafft”.
Nu, anno 2016, heeft Nederland 17 miljoen inwoners en volgens Europese afspraken zouden wij enkele tienduizenden vluchtelingen moeten opvangen. Wij vinden het “erg vreemd” dat er nu Haagse politici zijn, vooral ter rechterzijde, die roepen dat Nederland “dit niet aan kan”. Het zeven-kleuren-in-de-broek-doen voor Geert Wilders en zijn PVV doen kennelijk rare dingen met sommige mensen. De Joods-Christelijke-Humanistische traditie en “naastenliefde”, of zo u wilt Christelijke naastenliefde, gaan onlosmakelijk verbonden, hand-in-hand, samen. Voorzitter, het is toch van de zotte dat er mensen zijn die het één bijkans heilig verklaren en naar het andere feitelijk de middelvinger opsteken. Daarom zijn wij erg blij dat onze gemeente Rijssen-Holten de daad wel bij het woord voegt en vorig jaar al een groep vluchtelingen heeft opgevangen in sporthal “De Stroekeld” en die komend jaar een groep vluchtelingen wil opvangen bij “De Lindenberg”. Dit is een groot compliment waard richting de mensen van “De Lindenberg”, onze inwoners, de vrijwilligers die zich hebben ingezet en die zich weer gaan inzetten en richting deze gemeenteraad, die dit unaniem steunt, unaniem!
Voorzitter, ook zijn wij erg blij met het voornemen van het college om 100 extra woningen te gaan bouwen in de sociale sector. Woningen ten behoeve van statushouders, maar ook nadrukkelijk ten behoeve van onze eigen inwoners. Ook bij onze eigen inwoners is nadrukkelijk vraag naar dit type woningen. Het is goed om op deze manier aan je verplichtingen te voldoen en tevens te werken aan het behoud van draagvlak voor het vraagstuk van vluchtelingen en statushouders. Een compliment hiervoor! En daarmee zijn we gekomen bij de ontwerpkadernota 2017-2020, die voor ons op tafel ligt en waarvoor we hier vandaag bijeen zijn.
Voorzitter, om maar meteen met de deur in huis te vallen: we kunnen ons vinden in hetgeen is voorgesteld in deze ontwerpnota, we voelen niet de behoefte er iets uit te amenderen. Wel missen wij een aantal zaken in deze ontwerpnota, die wij er graag in willen amenderen middels het indienen, mede-indienen of steunen van amendementen/moties.
In de ontwerpkadernota 2016-2019 werd voetbalvereniging Blauw Wit door het college een kunstgras-veld toebedeeld. Kennelijk zag het college toen (en gesteund door de raad) kunstgras als een basale voorziening voor een, in dit geval, voetbalvereniging. Wat schetst onze verbazing toen wij vernamen dat het college een kunstgrasveldaanvraag van de voetbalverenigingen Holten en Sportclub Rijssen afwees, met als motivatie dat men eerst een onderzoek wil doen naar de basale voorzieningen en behoeften, Is het college ineens van mening veranderd of leidt ze misschien aan geheugenverlies? Dat kunstgras voor, met name, amateurvoetbalverenigingen (maar ook voor hockeyclubs), een basale voorziening is, staat voor ons als een paal boven water en bovendien geldt: gelijke monniken, gelijke kappen. Als voor Excelsior en Blauw Wit kunstgras een basale voorziening is, dan voor Holten en Sportclub Rijssen ook. De noodzaak en behoefte staan buiten kijf.
Voorzitter, zoals ik zoeven al zei zijn wij blij met de 100 extra woningen in de sociale sector ten behoeve van statushouders en ten behoeve van onze eigen inwoners. Realisering van dit plan zal echter betekenen dat de Voedselbank, Het Rode Kruis, de EHBO, de Spelotheek en het Repaircafé, dakloos zullen worden. Aangezien de Voedselbank in de huidige tijd feitelijk onmisbaar is geworden, plus het gegeven dat ze door deze bouwplannen noodgedwongen zullen moeten verhuizen, is een gemeentelijke bijdrage voor de verhuis- en verbouwingskosten onontkoombaar. Door goed overleg heeft de Voedselbank deze kosten al een heel eind naar beneden kunnen schroeven, maar het is niet meer dan billijk dat de gemeente de resterende kosten voor haar rekening gaat nemen.
Op 11 februari jl. voorzitter, heeft 3e jaars studente Iris Gosemeijer van de Saxion Hogeschool, haar onderzoek gepresenteerd waarin ze de minimaregelingen van de Twentse WT4 gemeenten (Rijssen-Holten, Hellendoorn, Wierden en Twenterand) met elkaar vergelijkt. Dit onderzoek vond plaats op verzoek van de PvdA-afdelingen uit deze gemeenten. Eén van haar conclusies was dat mensen recht hebben op een individuele inkomenstoeslag, als ze langdurig een laag inkomen hebben, mits dat inkomen niet uit regulier, betaald werk afkomstig is; dan heb je geen recht op zo’n toeslag, want, zo is de redenering, die reguliere baan geeft je uitzicht op verbetering van je inkomen. Aangezien echter regulier betaald werk met een laag inkomen, zo laag dat je gezien de laagte van dat bedrag wellicht in aanmerking zou kunnen komen voor zo’n toeslag, tegenwoordig steeds vaker geen uitzicht meer biedt op verbetering van dat inkomen, pleitte zij er daarom voor ook in deze gevallen over te gaan tot uitkering van zo’n toeslag, iets dat in de gemeente Twenterand reeds gebeurt, zoals zij had geconstateerd.
Graag willen wij dit pleidooi ondersteunen. We hebben zelfs overwogen om hiervoor een amendement in te dienen, maar we hebben hier, op dit moment althans, van af gezien omdat we (nog) geen zicht hebben op de grootte van de doelgroep en de hoeveelheid geld die daarmee gepaard gaat. We hebben op ons gemeentelijke mailadres kadernota@rijssen-holten.nl hierover vragen gesteld om dit te laten uitzoeken, maar daar hebben we tot dusver nog geen antwoorden op gekregen. We hebben daar echter wel begrip voor, omdat wij ook wel snappen dat daar niet zo meer even, een, twee, drie, antwoord op kan worden gegeven, maar wij willen het college wel oproepen eens goed over deze (volgens ons toch toenemende problematiek) na te denken en als het in Twenterand kan dan moet het hier toch ook kunnen?
Voorzitter, tot slot wil ik iedereen danken die heeft meegewerkt aan de totstandkoming van deze ontwerpkadernota; de heren van het college en de dames en heren ambtenaren en ik wil ons als raad vandaag veel succes wensen met de totstandkoming van de definitieve Kadernota 2017-2020 en tot slot het college met de vertaling van de definitieve kadernota naar de begroting voor 2017.
Nog één keer vrij naar Angela Merkel: “Sie werden das schaffen”.
Meneer de voorzitter, dank u wel!”
De heer KLEIN VELDERMAN van de fractie van D66 krijgt het woord.
“Voorzitter bedankt. Geachte collegeleden, raadsleden en ambtelijke organisatie,
Ik denk trouwens dat ik de 5 minuten makkelijk haal, maar dat weet je maar nooit.
Ook dit jaar is het weer een bijzonder jaar voor D66. Ik begin er bijna elke keer mee, maar dit jaar viert D66 haar 50e verjaardag, ook mijn 50e verjaardag, maar D66 dus ook, als sociaal liberale partij en de partij die sinds 2014 onderdeel uitmaakt van deze gemeenteraad. De gemeenteraad van de gemeente Rijssen-Holten die bestaat uit de stad Rijssen, het dorp Holten en de kernen Beuseberg, Espelo, Dijkerhoek, Borkeld, Look, Holterbroek en Lichtenberg. Holtenaren en Rijssenaren die deel uitmaken van de gemeente Rijssen-Holten. De stad, het dorp en de kernen die elk hun eigen waarde en cultuur hebben. Dat moeten wij koesteren, tenminste wij koesteren dat wel. Belangrijk is hoe je communiceert en hoe communiceert de gemeente met haar inwoners? Gelukkig gaat dit steeds beter. Waar in het begin nog een beetje krampachtig werd gereageerd op plannen om meer de mensen in gesprek te gaan zie je dat de gemeente zich steeds verder open en kwetsbaar opstelt. Een mooi voorbeeld is de communicatie rondom de eerste fase van de nieuwe centrumring in onze stad Rijssen. Er is veel informatie over de plannen van de nieuwe centrumring te vinden, er is zelfs een Facebook-pagina. En bij de opening van de eerste fase is er zelfs een eigen krant uitgebracht. Mooi dat er meer betrokkenheid wordt gecreëerd en mooi dat de gemeente trots is op het eindresultaat.
Ook andere projecten verdienen deze aanpak, het is al even genoemd door Gemeentebelang, zo mag het stof worden afgeblazen van het project Heerlijk Holten, de laatste nieuwsbrief (ik heb het gisteren nog gecheckt) dateert van april 2015 en in het centrum van Holten zijn nog steeds bouwwerkzaam-heden gaande. Ik, maar ook inwoners van Holten, hebben geen idee wat er nu gebeurt en wanneer het nou eens een keer af is en ik denk dat ik namens het dorp Holten spreek als ik zeg dat we daar zo snel mogelijk van af willen. Voorzitter, het college zou het communicatietraject, dat voor de centrum-ring in Rijssen is toegepast, ook op het project Heerlijk Holten toe moeten passen. Dan weten we ook in Holten waar we aan toe zijn. Communicatie blijft dus voor de gemeente een aandachtspunt, vandaar dat we vandaag een motie indienen, waarin we aandacht vragen voor het inzichtelijk maken van informatie van nieuwe plannen. Dus niet alleen de cryptische melding, maar ook het plan zelf. Wat zou het mooi zijn als de inwoners van onze gemeente informatie kunnen raadplegen wanneer zij dat willen.
Voorzitter, de kadernota die voor ons ligt geeft aan dat er nog steeds ruimte is om te investeren in zaken die voor onze inwoners het leven prettiger maken. D66 vertrouwt op de eigen kracht van mensen en dient een motie in die de eigenwoning bezitters de mogelijkheid geeft langer in hun huis te blijven wonen. Gewoon door als gemeente garant te staan als het nodig is, als het huis aanpassingen nodig heeft, aanpassingen die het wonen in het eigen huis langer mogelijk maakt. Dat willen we toch allemaal. Daarnaast vinden we het ook belangrijk dat gasten en inwoners zonder obstakels de stad Rijssen en het dorp Holten kunnen bezoeken. In de kadernota staat dat de toegankelijkheid van stad Rijssen en dorp Holten voor lichamelijk en visueel gehandicapten wordt onderzocht, een mooi resultaat op initiatief van D66.
Voorzitter, mensen wonen met plezier in stad Rijssen, dorp Holten en alle buurtschappen. Kinderen gaan naar scholen die mede door de gemeente uit goede voorzieningen bestaan. Zo wordt bijvoorbeeld de Haarschool vernieuwd en krijgt de Brekeldschool een extra lokaal. Wij hebben beide ontwikkelingen gesteund.
Vandaag dient D66 een motie in om basisscholen nog een stapje extra te laten zetten, door het college op te roepen met de regeling cultuureducatie van de provincie mee te doen. Een plan dat in dorp Holten door alle basisscholen warm wordt onthaald.
Voorzitter en ik eindig al, tot slot bedankt D66 de ambtenaren voor alle ondersteuning in het afgelopen jaar en de inzet die heeft geleid tot de kadernota die voor ons ligt. Ook bedankt D66 het college voor haar waardering voor de ingediende plannen van D66. Maar liefst 3 van de 5 plannen zijn gehonoreerd en in het kader van onzinnige lijstjes: in deze kadernota staat D66 op de eerste plaats qua slagingspercentage, nogmaals dank voor de waardering.”
De VOORZITTER schorst de vergadering van 11.00 tot 11.15 uur
De VOORZITTER heropent de vergadering en bedankt voor de complimenten richting de ambtelijke organisatie, de griffie en het college over de totstandkoming van de kadernota en voor het feit dat deze op brede waardering op hoofdlijnen mag rekenen. Het is volgens spreker ook de bedoeling elkaar, als openbaar bestuur, hierbij op te zoeken. Hij bedankt met name de fractie van VVD Lokaal
die aandacht gevraagd heeft voor de moeilijke taak die mensen in het openbaar bestuur soms hebben. Ook bedankt spreker voor het symbool dat overhandigd is als ondersteuning (een gegeven paard mag je niet in de bek kijken, maar hij is wel erg klein).
Hij gaat in op de bijdrage van de SGP, die uiteenzette hoe het gegaan is bij de Reformatie en waar het openbaar bestuur staat en dat daarbij, in de 500 jaar, een hele weg is afgelegd en dat zaken nu veranderen, dat steeds weer om aanpassing van het openbaar bestuur vraagt. Duidelijk moet zijn dat de burgemeester, het college en de raad soms, in alle eenzaamheid voor vraagstukken staan en daar antwoord op moeten geven. In die veranderende samenleving moeten eenieder zijn weg vinden. Het is daarbij mooi om te zien en te merken dat daar in Rijssen-Holten vorderingen mee worden gemaakt. Hij heeft dit ook opgemerkt tijdens de algemene beschouwingen van de heer Klein Velderman, over communicatie en heeft er vertrouwen in dat we met elkaar de goede weg zijn ingeslagen.
Hij refereert aan de woorden van de heer Muller over de transformatie in de ambtelijke organisatie en zegt dat omdenken in de organisatie wordt gebracht, maar het zal niet zo zijn dat meedenken betekent dat dit ook wordt uitgevoerd. Dat is het verschil tussen de publieke taak die we met elkaar moeten uitvoeren en waarbij soms ook keuzes moeten worden gemaakt om hier anders tegenaan te kijken en anders te oordelen. In de communicatie wordt wel aansluiting gezocht bij de tijdsgeest en hoe daarmee wordt omgegaan.
Er is aan de collegeleden gevraagd aan te geven wat het succes en de uitdaging is geweest. Spreker wijst daarbij op het feit dat wij erin geslaagd zijn Rijssen-Holten een eigen positie te geven in de samenwerking in Twente en de uitdaging zit hem ook daarin hoe wij daarmee verder gaan. De Agenda van Twente is ook in de algemene beschouwingen genoemd en er zijn opmerkingen gemaakt over de focus bij de provincie. Hij denkt dat de houding van Rijssen-Holten niet is dat ze zich afkeert van Twente, integendeel, wij zien er een belangrijke meerwaarde in om zaken gerealiseerd te krijgen (GGD, Veiligheidsregio, arbeidsmarkt, recreatie en toerisme, acquisitie, etc.), maar wel vanuit een eigenzinnige houding. Rijssen-Holten stelt zich daarbij meer open naar de provincie, maar zijn ook actief in het platform Middelgrote Gemeenten, waarbij wij informatie bij andere gemeenten weghalen. Inspiratie door de omgeving en de goede dingen daaruit meenemen is een goede manier om hiermee bezig te zijn. De gemeente Rijssen-Holten blijft onderdeel van Twente, maar de discussies zullen met een open, kritische instelling met elkaar worden gevoerd.
Spreker gaat in op de vragen over de veiligheid en auto-inbraken en zegt er, samen met de politie, bezorgd over te zijn dat het aantal auto-inbraken toeneemt, met name in recreatieve gebieden. Hier wordt zeker onderzoek naar gedaan en in preventieve zin maatregelen getroffen.
Wethouder BEENS gaat in op de vragen van de SGP en zegt er blij mee te zijn dat wij uit de verzorgingsstaat zijn gekomen en de eerste stappen in de participatiemaatschappij hebben gezet, op een goede een waardige manier. Hij vindt dit wel een uitdaging, omdat er nog veel moet gebeuren. De gemeente bevindt zich nog volop in het transformatieproces.
Hij gaat in op de financiën van de gemeente en zegt dat de gemeente er financieel nog steeds goed voor staat. Het blijft een uitdaging dit ook de komende 2 jaar te realiseren.
Hij gaat verder in op de vraag van Gemeentebelang over de wenselijke hoogte van de buffer binnen de decentralisaties en zegt dit moeilijk in geld te kunnen uitdrukken. Hier is uitgebreid over gesproken in de werkgroep decentralisaties, met name v.w.b. de onzekere factoren. Hij is blij met het buffer dat er is en is voornemens dit ook voorlopig zo te houden.
Spreker gaat in op de woorden van de heer Noordam, dat er weinig muziek in zit en zegt het bijzonder te vinden dat dit wordt gezegd, omdat er pasgeleden in Het Parkgebouw geïnvesteerd is in het nieuwe akoestische systeem. Dit systeem versterkt de muziek die er volgens spreker echt wel in zit.
Hij refereert aan de motie over de Muziekschool en zegt dat het college de 2 scans hierover geaccordeerd heeft. Dit vindt spreker een positieve inzet, waar ook muziek in zit.
Wethouder CORNELISSEN gaat in op de vraag van de SGP over de successen en merkt daarbij op het vooral als ‘onze successen’ te zien. Hij refereert daarbij aan de bouwactiviteiten op de De Kol en ’t Opbroek, aan de nieuwe structuurvisie (niet alleen met plannen, maar ook met financiën) en aan glasvezel in het buitengebied.
Wat de uitdagingen betreft wijst spreker op de opvang van vluchtelingen, de huisvesting van inwoners en ook de herontwikkeling in de centra en in het buitengebied. Ook krijgt de gemeente te maken met een nieuwe Omgevingswet, die ook wel de 4e D wordt genoemd in het kader van de decentralisaties.
Wethouder TIJHOF refereert aan de punten waar hij een steentje aan heeft kunnen bijdragen en waar hij ook best trots op is. Hij gaat hierbij vooral in op de innovatiekracht die wij in de samenleving ervaren. Als voorbeelden noemt het de pilot leerlingenvervoer, de tussenvoorziening bij de Brekeldschool en ook het participatiepact. Dit zijn onderwerpen waar de gemeente uniek in is in Nederland. Hij ziet ernaar uit hier verder aan te werken.
De grootste uitdaging ziet spreker in de werkgelegenheid en in dat kader ook de uitvoering van het project Rijssen-Holten WERKT!
Spreker refereert aan de gestelde vragen en zegt dat de wachttijd betreffende OTNL te lang is. Het college heeft besloten dit voor te financieren. Het vertrouwen is er dat ook de provincie haar toezeggingen nakomt. Deze toezeggingen worden breed gedragen, zowel door de provincie als het ROC en de opleiding OTNL in Rijssen-Holten, maar ook de OTNL opleiding in oprichting Oldenzaal/ Enschede. Er wordt een gezamenlijke subsidieaanvraag voorbereid.
Spreker gaat in op de termijn voor onderwijshuisvesting. Hij refereert aan de commissiebehandeling van 9 maart 2015 en zegt dat in het stuk wat daar toe behandeld is alle argumenten staat waarom voor deze termijn is gekozen. Het belangrijkste is dat de scholen op dit moment geld krijgen en de gemeente niet. Het gaat om structureel € 1,1 miljoen per jaar. De gemeente blijft op een constructieve manier met het onderwijs in gesprek.
Hij zegt dat de vraag van de PvdA, die nog niet behandeld is, zo snel mogelijk zal worden beantwoord. Spreker biedt zijn excuses hiervoor aan.
Spreker refereert aan de vraag van Gemeentebelang over de leegstand in onderwijshuisvesting en zegt hier in commissieverband al een toezegging over te hebben gedaan.
Wethouder AANSTOOT antwoordt op de vraag van de SGP, op welke punten het college succes heeft behaald, dat hij trots is op het vaststellen van de Fietsvisie en de uitvoeringsplannen die daaronder hangen. Spreker noemt verder de verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen een succes Wat hem betreft zijn de volgende uitdagingen aan de orde. Het duurzamer maken van Rijssen-Holten. Het college legt in dat kader binnenkort de Duurzaamheidsvisie voor aan de raad. Een andere uitdaging is de afronding van het centrum van Holten, inclusief VSP-zaken, alsmede de goede communicatie van dit soort infra-projecten..
Door de SGP is gesproken over de ‘sober-en-veilig-discussie’. Het college houdt zich aan het coalitieakkoord, waarbij sober en veiligheid de doelstelling is. In de afgelopen jaren heeft de gemaakte schouw telkens uitgewezen dat sober en veilig gegarandeerd kan worden. In september 2016 is de volgende schouw. Het college komt terug bij de raad als de kwaliteit naar beneden is gegaan en als de gemeente door de grens van sober en veilig dreigt te zakken.
Tweede termijn
De heer MEIJERINK zegt dat het jammer is dat de vraag van de PvdA niet is beantwoord via het gemeentelijk mailadres over de kadernota. Spreker verzoekt de griffier na te gaan hoe dit kon gebeuren en dit in het presidium aan de orde te stellen.
De heer KAHRAMAN dankt de raadscollega’s die zijn kennis van de vaderlandse geschiedenis hebben opgefrist. Hij is blij dat D66 tot het inzicht is gekomen dat het college toetst of plannen passen in beleidsnota’s en dat het niet zo is dat plannen aangenomen worden op basis van een partijprogramma. Hij feliciteert D66 met de vele gehonoreerde scans.
De heer MULLER zegt dat hij met zijn woorden niet als insteek richting de ambtelijke organisatie had: ‘U vraagt en wij draaien’. Hij heeft namelijk ook gezegd dat bij tegenvallende informatie het belangrijk is dat het meedenken herkenbaar is en als zodanig beleefd wordt.
Met betrekking tot de vraag over infrastructurele maatregelen, heeft spreker gevraagd of er al meer bekend is over de Borkeld en over de noordelijke fietsweg. Spreker begrijpt dat het centrum van Holten nog tot de categorie van uitdagingen behoort.
De heer BERKHOFF complimenteert de heer Noordam met zijn positieve bijdrage deze keer. De heer Noordam maakte voorts, in het kader van de OZB, een opmerking naar de ChristenUnie toe en verbaasde zich erover dat de ChristenUnie ineens tot inkeer was gekomen. Spreker wijst erop dat het college vorig jaar een voorstel heeft gedaan de OZB met 7% te verhogen, maar dat de ChristenUnie daarop een amendement heeft ingediend om die verhoging te beperken tot 3,5%. De ChristenUnie heeft hierin dus een bestendige gedragslijn.
De heer NOORDAM zegt dat de heer Scheppink in zijn bijdrage de fracties heeft gevraagd om een reactie op de vraag hoe om te gaan met de omliggende gemeenten: wanneer is samenwerking gewenst en wanneer kun je zaken op eigen kracht uitvoeren? Het antwoord van de burgemeester sluit daar goed bij aan: laat je inspireren door je omgeving – je buren, Twente, de provincie, enzovoort – en pak daar het goede uit op. Het moet niet de insteek zijn dat de gemeente voortdurend op zoek moet zijn naar wat bij een ander beter gaat, maar heel goed moet kijken naar eigen kracht en eigen waarden.
Er is door het CDA al gesproken over overgewicht, maar ook op het gebied van alcoholgebruik moet er iets gebeuren. Als er echter over de vraag gesproken wordt wat wel en wat niet mag, is voor VVD Lokaal de basis of de inwoners van Rijssen-Holten gelukkig zijn. Dat is essentieel.
De veiligheid van de inwoners, die vandaag onderbelicht is gebleven, gaat VVD Lokaal zeer ter harte en zij vraagt zich af wat er belangrijker is: kunstgras of veiligheid, fietsverlichting en bermverharding. Voor VVD Lokaal is veiligheid heel veel waard, misschien meer dan een kunstgrasveld.
In het kader van sober en veilig, waarop wethouder Aanstoot heeft gereageerd, heeft VVD Lokaal deze week een keer om De Lindenberg gewandeld en gereden en geconstateerd dat er op dit gebied een achterstand is. Er zijn bijvoorbeeld lantaarnpalen volledig door groen omgroeid.
De heer SCHEPPINK zegt naar aanleiding van zijn vraag richting de overige fracties, dat het erom gaat dat de raad de kaders stelt, waarna het college zaken in begrotingen opneemt. Om die reden wil spreker graag weten wat de prioriteiten zijn. Hij vraagt of bijvoorbeeld bij de meerjarennota bepaalde projecten telkens overgeheveld worden of dat deze direct aangepakt gaan worden.
VVD Lokaal sprak wijze woorden en was complimenteus naar het college toe. De enige uitglijder die het college, of in feite de raad, heeft gemaakt, is de verhoging van de OZB. Als het hierbij blijft de komende jaren, is spreker tevreden en durft hij met deze resultaten de verkiezingen wel in te gaan.
Naar aanleiding van de reactie van VVD Lokaal vraagt spreker zich af hoe het geluk van de inwoners van Rijssen-Holten gemeten kan worden. Het is niet zo dat de raad dat bepaalt. In het vervolg hierop en op de vraag van VVD Lokaal wat belangrijker is, bijvoorbeeld kunstgras c.q. basale voorzieningen of gezondheid, vraagt spreker zich af of de politiek daarvoor verantwoordelijk is. De ChristenUnie had een goede bijdrage hierover, namelijk om de verantwoordelijkheid bij alcohol- en drugsgebruik weer terug te leggen bij de ouders en verzorgers van kinderen. Dat zou ook kunnen gelden voor sport. Spreker is blij met het onderzoek naar basale voorzieningen, maar vraagt zich in dit kader af of bijvoorbeeld kunstgras een basale voorziening is. Het zou namelijk ook zo kunnen zijn dat een sportvereniging zelf kunstgras moet aanleggen.
Het CDA pleit voor een kleinere overheid, iets wat ook past bij de SGP. Ook wat is gezegd over de eigen koers, kwam terug in wat door de portefeuillehouder werd gezegd: samenwerking is prima, maar de gemeente moet haar eigenheid behouden.
Wat betreft de opmerking van VVD Lokaal over buurgemeenten merkt spreker op dat er buurgemeenten zijn die er een puinhoop van maken, met name een financiële puinhoop. Nu Rijssen-Holten haar financiën goed voor elkaar heeft, voelt spreker geen verantwoordelijkheid om die gemeenten uit de brand te helpen.
De SGP sluit zich aan bij wat door het CDA is gezegd over het geloof in de kracht van de samenleving en ook bij wat is gezegd over aandacht voor de middeninkomens. Er is in de raad vaak oog voor de onderkant van de samenleving, maar wie daar net iets boven zit, kan soms nog door de ondergrens zakken. Dat is een lastig punt.
Wat betreft de zorg en de transformatie vindt de SGP de CER (Compensatieregeling Eigen Risico (CER) zeer belangrijk. Spreker benadrukt, kijkend naar de voorzieningen voor gehandicapten en het onderzoek daarnaar, dat hier aandacht voor is.
Gemeenbelang sprak over de Agenda van Twente en wilde alert manoeuvreren. Spreker vindt dat geen kader, maar een vorm van meewaaien met de wind. Hij wil graag van Gemeentebelang horen wat de kaders zijn: tot hoe ver gaat samenwerking en wordt er samengewerkt óm het samenwerken of, zoals de portefeuillehouder zegt, wil de raad hier kritisch, maar met de eigenheid van Rijssen-Holten, in zitten en samenwerking op de waarde schatten?
De ChristenUnie wil zich niet uitlaten over sluitingstijden. Wat de SGP betreft mag dat echter wel en zij stelt voor, mocht de ChristenUnie de komende periode op dit gebied komen met een voorstel, daarmee te helpen.
De PvdA benadrukte de eensgezindheid in de raad bij de opvang van vluchtelingen. Toch vraagt spreker zich af of de PvdA heeft willen zeggen dat Rijssen-Holten hierin niet genoeg doet.
De heer MEIJERINK benadrukt bij interruptie dat hij het tegendeel bedoelt.
De heer SCHEPPINK zegt dat het gaat om opvang van 250 personen voor één jaar. Het is mogelijk dat er partijen zijn die vinden dat die periode langer of korter mag zijn. De kaders daarover mogen wat spreker betreft in de raad gedeeld worden. Wat de SGP betreft, is de huidige opvang goed.
De VOORZITTER stelt voor dat de vragen die in de tweede termijn gesteld zijn, door het college in de
loop van het jaar bij de betreffende onderwerpen meegenomen worden.
5 Raadsvoorstel herziening diverse grondexploitaties (Cornelissen en Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
6 Raadsvoorstel vaststellen van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2015 (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
7 Raadsvoorstel Bestuursrapportage voorjaar 2016 (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
8 Raadsvoorstel vaststellen Kadernota 2017-2020 (Beens)
Behandeling amendementen met betrekking tot de Kadernota 2017-2020
Amendement 1 over voedselbank exploitatie
De fractie van de PvdA dient een amendement in. De heer MEIJERINK licht het amendement toe. De Voedselbank vult een belangrijk deel van het armoedebeleid in. De Voedselbank werkt geheel met vrijwilligers. Voedsel en kleding wordt alleen ingebracht door particuliere donateurs. Als de Voedselbank wegvalt, dan valt er een groot gat in het armoedebeleid. De PvdA vindt een gemeentelijke bijdrage in de exploitatie dan ook op zijn plaats.
Overwegende dat:
- de Voedselbank inmiddels een (helaas) niet meer weg te denken fenomeen in onze huidige samenleving is geworden;
- de Voedselbank een gecertificeerde groene voedselbank is met bijbehorende specifieke eisen op het terrein van voedselhygiëne en veiligheid;
- de vier grote vries- en koelcellen hogere energiekosten met zich meebrengen;
- de huidige subsidie (voor huur en energie) o.a. daardoor niet meer voldoende is om de exploitatie rond te krijgen.
Besluit:
- de subsidie met € 7.500,- structureel te verhogen;
- ten behoeve hiervan € 7.500,- structureel op te nemen in de begroting voor 2017;
- het financiële effect te dekken uit het structureel perspectief.
Vragenronde
De heer MULLER vraagt of het amendement losstaat van een eventuele verplaatsing van de Voedselbank en of het alleen de huidige exploitatie betreft. Als dat het geval is, wil spreker weten of de genoemde kosten niet bekend waren op het moment dat de investeringen gedaan werden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de ChristenUnie de Voedselbank ziet als een soort noodverband en het bijzonder waardeert dat de Voedselbank zulk goed werk doet.
Spreekster vraagt waar het bedrag van € 7.500 vandaan komt. Zij sluit zich aan bij de vragen van de heer Muller. Verder vraagt zij zich af hoe de raad het hierna volgende amendement van de PvdA in dit licht moet zien.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er een structurele bijdrage wordt gevraagd voor iets wat de raad eigenlijk niet wil. Hij vraagt of de heer Meijerink dit anders kan verwoorden en een tijdsperiode wil inbouwen, zodat de raad hierover over een bepaalde tijd opnieuw kan spreken.
Wethouder TIJHOF zegt dat aan de Voedselbank de afgelopen jaren een aantal keren incidenteel subsidie is toegekend, met als uitgangspunt dat de Voedselbank een private organisatie is, die zelf verantwoordelijk is voor de kosten. In het amendement gaat de PvdA in op de koel- en vriescellen, die hoge energielasten met zich meebrengen. Dat zijn kosten die de Voedselbank moet afdragen aan de gemeente. De huurlasten van de voormalige Willem Alexanderschool worden niet in rekening gebracht.
Het college is bereid mee te denken in de kosten voor de huur, zoals de huur van bijvoorbeeld de Kledingbank die voor subsidie in aanmerking komt. Op deze manier wordt de structurele component gesubsidieerd zonder dat dit betrekking heeft op specifieke kosten die kunnen fluctueren. Dit punt speelt echter alleen op het moment dat er sprake is van een verhuizing naar een ander pand.
Tweede termijn
De heer KAHRAMAN vraagt aan de PvdA, na de beantwoording van de wethouder, in hoeverre zij bereid is het amendement om te vormen en daarmee het college de ruimte te geven in gesprek te gaan en met de Voedselbank tot een oplossing te komen.
De heer NOORDAM zegt dat VVD Lokaal het voorstel van de heer Kahraman ondersteunt.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat ook de ChristenUnie van mening is dat gezamenlijk tot een oplossing gekomen moet worden. De Voedselbank heeft een heel waardevolle plek in de samenleving en wordt zeer gewaardeerd. De Voedselbank moet echter zelf de exploitatie rond kunnen krijgen. Spreekster roept de heer Meijerink op het amendement om te vormen, zodat het college ruimte krijgt.
De heer MULLER verzoekt de heer Meijerink zijn vragen te beantwoorden.
De heer RETERINK zegt dat ook de SGP zich aansluit bij de woorden van de heer Kahraman en mevrouw Riezebos.
De heer MEIJERINK zegt dat volgens hem de subsidieaanvraag geënt is op de nieuwe situatie. Voor meer informatie verwijst spreker hem naar de heer Te Wierik.
De heer MULLER zegt dat er investeringen zijn gedaan, die blijkbaar leiden tot hogere kosten. Hij vraagt of dat niet bekend was op het moment dat die investeringen gedaan werden.
De heer MEIJERINK zegt dat die kosten zijn gebaseerd op de nieuwe locatie en niet eerder bekend waren.
Op de vraag om het amendement aan te passen, zodat er een inspanningsverplichting komt voor de Voedselbank en het college om samen tot een oplossing te komen, zegt spreker dat het doel van de PvdA is de Voedselbank zodanig te kunnen laten functioneren, dat er een normale exploitatie gevoerd kan worden. Als daarvoor nodig overleg nodig is en het blijkt dat de Voedselbank met minder geld toe kan – of misschien ook met meer geld – dan is spreker bereid dat te doen. Als het gaat om een inspanningsverplichting om in die onderhandelingen tot een oplossing te komen, is spreker van mening dat die bij het college neergelegd moet worden.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er al gesprekken zijn geweest inmiddels en dat men niet tot een oplossing is gekomen. Spreker stelt voor aan het college kaders mee te geven met betrekking tot de onderhandelingsruimte.
De heer MEIJERINK zegt dat met het neerleggen van een inspanningsverplichting men gewoon tot een oplossing moet komen.
Wethouder TIJHOF zegt dat het college met de Voedselbank in overleg is, evenals met de andere huurders van de Willem Alexanderschool. Dat zijn constructieve overleggen, waarin toegewerkt wordt naar een oplossing. Het is niet zo dat die gesprekken nergens toe leiden, zoals de PvdA suggereert. Spreker zegt toe dat als die overleggen resulteren in een vraag om een bijdrage, het college terugkomt bij de raad.
De heer MEIJERINK zegt dat het college met het onderhandelingsresultaat terugkomt naar de raad. Als een steuntje in de rug voor het college, wil spreker het amendement handhaven om daarmee te zeggen dat gezamenlijk in overleg getreden moet worden en dat gezamenlijk tot een oplossing gekomen moet worden. Om de tekst aan te kunnen passen, verzoekt hij om een korte schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 12.00 – 12.05 uur
De VOORZITTER heropent de vergadering
De heer MEIJERINK zegt dat het besluit in het amendement als volgt is gewijzigd: besluit het college op te dragen in het overleg met de Voedselbank te komen tot een subsidiebedrag dat toereikend is voor een sluitende exploitatie.
Derde termijn
De heer KAHRAMAN zegt dat hij enigszins verbaasd is over het proces, omdat hij verwacht had de heer Meijerink met de overige fracties in gesprek zou gaan. Ook de uitkomst van de wijziging van het amendement bevalt het CDA niet, omdat de heer Meijerink bijna een blanco cheque uitschrijft.
De wethouder zegt dat het de intentie is er samen met de Voedselbank uit te komen. Dat is voor spreker een waardevolle toezegging. Het moet daarom niet zo zijn, dat de raad bij voorbaat de gaten in een begroting van een derde moeten repareren.
Mevrouw RIEZEBOS sluit zich voor een deel aan bij de woorden van de heer Kahraman. Daarnaast merkt zij op dat het college met voorliggend amendement medeverantwoordelijk wordt gemaakt voor de exploitatie van de Voedselbank. De Voedselbank is als private stichting in eerste instantie verantwoordelijk voor een sluitende exploitatie. Ondanks het maatschappelijk belang van de Voedselbank, ligt de verantwoordelijkheid voor een sluitende begroting in eerste instantie bij de Voedselbank. De ChristenUnie ondersteunt het amendement niet, zoals het nu voorligt.
De heer RETERINK zegt dat de SGP zich bij de vorige sprekers aansluit. Het besluit in het amendement gaat voor de SGP te ver. De toezegging van de wethouder is voldoende.
De heer BEUNK zegt dat het vreemd is, nu de Voedselbank zelf koelcellen heeft aangeschaft, dat men daarna komt met het verzoek om de exploitatie rond te krijgen. Gemeentebelang ging ervan uit dat het hierna volgende amendement hierbij betrokken zou worden. Dat blijkt niet het geval te zien. Zoals het amendement nu voorligt, sluit Gemeentebelang zich aan bij wat vorige sprekers hierover hebben gezegd.
De heer NOORDAM zegt dat VVD Lokaal niet erg gelukkig is met een openeinderegeling.
Wethouder TIJHOF merkt op dat de Voedselbank een maatschappelijke functie heeft, diverse bijdragen krijgt via sponsoring en dergelijke, veel tentakels in de samenleving heeft en ook zelf zorgt voor een bijdrage. Dan kan de PvdA niet verwachten dat de gemeente de volledige exploitatie sluitend moet maken. Wat het college betreft gaat dit amendement veel te ver. Spreker blijft bij zijn eerder gedane toezegging het ontraadt het amendement.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement krijgt twee stemmen voor (PvdA) en 23 stemmen tegen (SGP, CDA, ChristenUnie, Gemeentebelang, D66, VVD Lokaal) en wordt verworpen.
Amendement 2 over voedselbank verhuizing en verbouwing
De fractie van de PvdA dient een amendement in. De heer MEIJERINK licht het amendement toe.
Overwegende dat:
- de gemeente van plan is 100 extra woningen te bouwen ten behoeve van vergunninghouders en de eigen lokale bevolking;
- voor deze extra woningbouw o.a. de locatie van de voormalige Willem Alexanderschool in Rijssen in beeld is;
- in deze voormalige school de Voedselbank, Het Rode Kruis, de EHBO, de Spelotheek en het Repaircafé zijn gevestigd;
- de Voedselbank inmiddels (helaas) een niet meer weg te denken fenomeen in onze huidige samenleving is geworden, met wekelijks tussen de 250 en 275 cliënten en met ruim 100 vrijwilligers;
- de voormalige Plus supermarkt aan de Roelf Bosmastraat in Rijssen een goed alternatief is aangezien hier inmiddels ook de kledingbank is ondergebracht;
- Het Rode Kruis, de EHBO, de Spelotheek en het Repaircafé hier ook ondergebracht kunnen worden;
- er op deze manier één locatie is voor zowel cliënten, als vrijwilligers, als bestuur.
Besluit:
- ten behoeve van de verbouwing van, en de verhuizing naar, een nieuw pand (de voormalige Plusmarkt aan de Roelf Bosmastraat) € 100.000,- op te nemen in de begroting voor 2017;
- het financiële effect te dekken uit het incidenteel perspectief.
De heer MEIJERINK zegt dat het bedrag van € 100.000 tot stand gekomen is na overleg tussen de Voedselbank en de mensen die verbouwingen voor hun rekening willen nemen. De oorspronkelijke begroting bedroeg ca. € 175.000, al onderhandelend en door zelfwerkzaamheid is dit bedrag fors naar beneden gebracht. Dit bedrag heeft men schijnbaar ongeveer nodig om te kunnen verhuizen en om te kunnen blijven voortbestaan aldus spreker.
Vragenronde
De heer KAHRAMAN refereert aan de woorden ‘schijnbaar’ en ‘blijkbaar’ die de heer Meijerink uitsprak. Hij vindt dat het college de ruimte gegund moet worden om het gesprek aan te gaan en er samen uit te komen. Het college heeft ook al toegezegd dat zij een gesprek aangaan om tot een oplossing te komen. Hij vraagt de fractie van de PvdA het amendement om te vormen, waarbij het college wordt opgeroepen er samen uit te komen.
Mevrouw RIEZEBOS sluit zich aan bij de woorden van de heer Kahraman. Zij is benieuwd naar een reactie van het college op dit amendement.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat het ook om de volgorde gaat. Het is nog niet bekend of daar wordt gebouwd, de raad moet hier immers nog over beslissen en het is ook nog niet bekend of de locatie van de Plus de meest geschikte is. Hij stelt voor de besluiten af te wachten en het punt bij de planvorming mee te nemen. Mocht het nodig zijn de Voedselbank te ondersteunen, dan kan hier later nog op worden teruggekomen.
De heer RETERINK laat weten dat de SGP het ook prematuur vindt om nu al geld vast te gaan zetten en sluit zich aan bij de woorden van de heer Kahraman.
De heer BEUNK wijst op de woorden van de heer Muller tijdens de algemene beschouwingen. Hij is blij te horen dat de overige raadsleden hierachter staan.
Wethouder TIJHOF zegt dat de Voedselbank een huuroverkomst met de gemeente heeft, waarin is geregeld dat zij gedurende 2 jaar (en dat liep af in oktober 2015) gehuisvest kunnen worden in de voormalige Alexanderschool. In die periode is de Voedselbank aangeboden om het pand over te nemen voor een symbolisch bedrag. De Voedselbank heeft zelf de keuze gemaakt dit niet te doen, dit terwijl ze wel op de hoogte waren van het aflopende huurcontract. De overige huurders van het pand zijn de EHBO en het Rode Kruis.
Nu wordt er onderzoek gedaan naar woningbouw op deze locatie en de gemeente is in gesprek met de huidige huurders over herhuisvesting. Op dit moment is niet duidelijk waar de huurders vervangende ruimte kunnen krijgen en beoordeeld moet worden in hoeverre de gemeente, vanuit haar publieke taak, verantwoordelijk is voor de herhuisvesting of voor de financiering daarvan. Het is daarom prematuur nu budgetten te reserveren voor herhuisvesting van de huidige gebruikers. Wanneer nader overleg resulteert in een financiële bijdrage van de gemeente, komt het college bij de raad terug.
De heer MEIJERINK zegt dat de Voedselbank denkt € 100.000 nodig te hebben. Hij is bereid dit bedrag te schrappen als blijkt dat de gemeente en de Voedselbank er samen uitkomen.
Spreker wil de inspanningsverplichting handhaven, om zeker te stellen dat de Voedselbank blijft bestaan. Hij is van mening dat niet alles bij particulieren en vrijwilligers kan worden neergelegd. De PvdA is van mening dat de gemeente hierin ook een taak heeft en een bijdrage moet leveren.
De heer NOORDAM merkt op dat de heer Meijerink een statement maakt en dat de raad zich er wel degelijk van bewust is dat de Voedselbank een plaats in de samenleving inneemt. Hij vindt het onterecht te stellen dat dit niet zo zou zijn.
De heer MEIJERINK interrumpeert en zegt niet de indruk te willen wekken dat dit niet zo is en biedt zijn excuses aan.
De heer NOORDAM zegt dat er heel veel draagvlak voor de voedselbank is en wil deze zorg bij de heer Meijerink wegnemen. Hij spreekt het vertrouwen uit dat de wethouder in overleg is en dat hij ten allen tijde kan terugkomen bij deze raad.
Mevrouw RIEZEBOS sluit zich aan bij de woorden van de heer Noordam, die constateert dat er sprake is van wantrouwen bij de PvdA. De heer Meijerink heeft dit inmiddels ontkend, maar door het indienen van het amendement en ook van het vorige amendement wekt hij wel de indruk dat hij niet volledig vertrouwen heeft in de inspanningen die het college zou verrichten om de voedselbank te helpen bij hun exploitatie bij een verhuizing. Iedereen ziet de waarde van een voedselbank in en ze raadt de heer Meijerink aan het amendement in te trekken en wijst daarbij op de notulen en de toezeggingen. Hierdoor wordt ook niet het risico gelopen dat het wordt weggestemd. Spreekster vindt niet dat het college verantwoordelijk gemaakt moet worden voor de exploitatie, de verhuizing, etc. omdat dit toch in eerste instantie bij de private organisatie ligt.
De heer KLEIN VELDERMAN sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Riezebos. Hij refereert aan de woorden van wethouder Tijhof en zegt het wel een morele plicht te vinden dat hij zijn best doet, dat de Voedselbank de exploitatie rond krijgt en te zoeken naar een goede locatie. Hij verwacht dit ook van het college.
De heer MEIJERINK refereert aan de woorden van de heer Klein Velderman en vraagt zich af of de wethouder dezelfde mening is toegedaan. Hij beaamt dat de Voedselbank op dit moment nog niet acuut moet verhuizen. Hij is bereid het amendement in te trekken met de verplichting er samen uit te komen, zodat de Voedselbank het goede werk kan blijven voortzetten.
De VOORZITTER zegt dat de heer Meijerink het amendement heeft ingetrokken en dat het hem altijd vrij staat om een motie vreemd aan de orde van de dag in te dienen.
Amendement 3 over aanleg kunstgrasveld v.v. Holten
De fracties van het CDA, PvdA en Gemeentebelang dienen een amendement in. De heer KAHRAMAN licht het amendement toe. De VV Holten heeft ingesproken en de belangrijkste punten uit de inspraak zijn meegenomen in de overwegingen van het amendement.
Overwegende dat:
- in de sportnota "Rijssen-Holten beweegt" 2010-2014 is opgenomen dat 1 op de 3 natuurgrasvelden wordt omgezet in kunstgras;
- daarnaast in de Sportvisie 2015-2018 "Sporten is gezond voor lichaam en geest" is opgenomen dat per sport basale voorzieningen aanwezig dienen te zijn;
- uit informatie van de KNVB District Oost blijkt dat bijna 70% van de ruim 500 voetbalverenigingen in Oost de beschikking heeft over minimaal 1 kunstgrasveld;
- een kunstgrasveld per vereniging als een basale voorziening bestempeld kan worden;
- de sportraad zich heeft uitgesproken dat de aanleg van een kunstgrasveld bij v.v. Holten voor hen de hoogste prioriteit heeft;
- de accommodatie van v.v. Holten bij regenbuien onbespeelbaar wordt en hiermee de vereniging veel leden moet teleurstellen door afgelastingen;
- v.v. Holten deze velden ook wil inzetten voor maatschappelijke activiteiten zoals tijdens inspraak ook aangegeven voor activiteiten voor de asielzoekers die opgevangen gaan worden in Holten;
- v.v. Holten een na grootste vereniging is binnen onze gemeente.
Besluit:
- om de aanleg van een kunstgrasveld voor de v.v. Holten op te nemen in de begroting van 2017.
- de kapitaalslasten die voortvloeien vanuit deze investering ten laste te brengen van het structureel perspectief.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt of het klopt dat met de door de heer Kahraman genoemde argumenten er eigenlijk voor elke voetbalvereniging kunstgras gerealiseerd zou kunnen worden en waarom dan nu kunstgras specifiek voor VV Holten naar voren gehaald moet worden. Het college is verder bezig met het maken van een scan over basale sportvoorzieningen. Het is volgens spreker beter dit soort investeringen van € 300.000 tot € 350.000 te doen op een gestructureerde manier.
In het verleden is gesproken over een Deltaplan Sport. Dat plan is voorzover spreker weet in de ijskast gestopt. Spreker realiseert zich dat met het realiseren van genoemde kunstgrasveld, dit hoofdstuk definitief wordt afgesloten.
De heer NOORDAM zegt dat het amendement in het kort neerkomt op de problematiek bij de vereniging. Een vereniging die moeite heeft met haar bestaansrecht in verband met de genoemde problemen, is voor VVD Lokaal een belangrijk argument.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie positief staat ten opzichte van dit amendement gezien de grootte van de vereniging en de informatie van de inspreker.
In de overwegingen staat: “dat daarnaast in de Sportvisie 2015-2018 "Sporten is gezond voor lichaam en geest" is opgenomen dat per sport basale voorzieningen aanwezig dienen te zijn”. Spreker heeft begrepen dat het onderzoek dat nog uitgevoerd wordt, dit moet uitwijzen.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college eerst onderzoek wil doen en wil bepalen wat basale voorzieningen zijn. Het college heeft daarbij aangegeven daarvoor middelen te reserveren. De discussie hierover wil het college afwachten
Tweede termijn
De heer KAHRAMAN zegt dat hij niet blij is met de inhoud van het antwoord van het college, maar dat het college wel consistent is in zijn mening hierover.
Spreker wil ingaan op de vragen die door D66 zijn gesteld over de VV Holten.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij niet specifiek VV Holten heeft bedoeld, maar dat de aangehaalde argumenten in feite gelden voor iedere voetbalvereniging.
De heer KAHRAMAN zegt dat de conclusie van de heer Klein Velderman juist is. Kunstgras is ook in de ogen van het CDA een basale voorziening. De afgelopen jaren hebben maar twee verenigingen bij de gemeente aangeklopt om kunstgras. Dat waren BlauwWit en de VV Holten, waarbij ook VV Holten van mening was dat Blauw Wit hierin prioriteit moest krijgen. De verenigingen die nog geen kunstgras hebben, zullen zich zeker ook gaan melden.
Het netwerkplan Sport is enkele jaren geleden al ‘afgeschoten’ en zijn de verenigingen zelf gaan investeren in hun accommodaties. Het zou vreemd zijn daarop nu terug te komen.
De heer KLEIN VELDERMAN meldt dat D66 het amendement steunt.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement krijgt 7 stemmen tegen ( SGP) en 18 stemmen voor (CDA, Gemeentebelang, ChristenUnie, PvdA, D66 en VVD Lokaal) en wordt aangenomen.
Amendement 4 over aanleg kunstgrasveld Sportclub Rijssen in combinatie met schaats-/skeelerbaan
De fracties van Gemeentebelang en het CDA dienen een amendement in. De heer MULLER licht het amendement toe en spreekt de hoop uit dat de overwegingen volledig zijn.
Overwegende dat:
- In de sportnota "Rijssen-Holten beweegt" 2010-2014 is opgenomen dat 1 op de 3 natuurgrasvelden wordt omgezet in kunstgras;
- Door het gebruik van kunstgras het aantal bespeelbare uren van een veld toeneemt, waardoor er minder velden nodig zijn en er ruimte beschikbaar komt.
- Het wenselijk is om sportaccommodaties multifunctioneel in te zetten, dat aan de sportorganisaties mogelijkheden biedt hun opstallen beter te exploiteren. Dit vraagt wel een behoorlijke inspanning van sportverenigingen.
- Sportclub Rijssen heeft gemeld dat een kunstgrasveld nodig is om de sportieve ambities te kunnen realiseren en de jeugd goed op te leiden.
- De Schaats- en Skeelervereniging Rijssen dringend op zoek is naar een oplossing voor de ruimteproblemen voor skeeleractiviteiten.
- De Schaats- en Skeelervereniging Rijssen tot de conclusie is gekomen dat een oplossing gezocht kan worden in een samenwerking met een andere sportclub.
- Sportclub Rijssen aangeeft om in gesprek te willen gaan met andere clubs om, na realisatie van een kunstgrasveld, de extra capaciteit ook dienstbaar te laten zijn als probleemoplossing voor andere gebruikers.
- Deze beide wensen waarschijnlijk te koppelen zijn en daarmee in 2017 de capaciteitsproblemen van beide verenigingen opgelost kunnen worden.
- De samenwerking ook aanzienlijke voordelen oplevert voor de BTW-verrekening.
Besluit:
- Om de aanleg van een kunstgrasveld voor Sportclub Rijssen op te nemen in de begroting van 2017, onder voorwaarde dat ook een oplossing wordt gecreëerd voor het ruimteprobleem van de Schaats- en Skeelervereniging Rijssen.
- De kapitaalslasten die voortvloeien vanuit deze investering ten laste te brengen van het structureel perspectief.
Spreker geeft aan dat het amendement mede is ingediend door het CDA, de heer Kahraman.
Vragenronde
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA aanvankelijk ook van plan was een amendement in te dienen voor kunstgras voor de Sportclub Rijssen, niet gekoppeld aan de Skeelerbaan. Spreker merkte echter dat dit geen meerderheid zou krijgen en heeft daarom besloten dit niet te doen. Ook heeft de fractie dit amendement niet medeondertekend omdat hierbij nadrukkelijk de koppeling wordt gelegd tussen de aanleg van het kunstgras en een oplossing voor de Schaats- en Skeelervereniging. Hij begrijpt echter niet wat dit met elkaar te maken heeft en waarom dit aan elkaar gekoppeld is.
De heer NOORDAM laat weten dat VVD Lokaal de logica van deze combinatie wel inziet. Hij zegt dat er staat dat er ook een oplossing wordt gecreëerd voor het ruimteprobleem. Hij vraagt of hier ook ‘een prijskaartje’ aan hangt of moet het tweede gedeelte losgekoppeld zien?
De heer KLEIN VELDERMAN hij sluit zich aan bij de woorden van de heer Meijerink, want hij vraagt zich af of de clubs zo niet erg dicht bij elkaar worden gebracht. Hij vraagt hoe het zit met de resultaat-verplichting, ook als je kijkt naar de voorwaarden die worden gesteld. Wat gebeurt er als men er niet uit komt? Hij vraagt om een inkijk in de oplossingsrichtingen.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de ChristenUnie blij is met voorliggend amendement. De combinatie die wordt toegepast zorgt voor oplossing van 2 problemen. Ze steunen het amendement van harte.
Wethouder CORNELISSEN zegt dezelfde argumenten als bij het vorige amendement te willen gebruiken. Hier maakt hij echter nog een extra kanttekening en zegt dat voordat ja gezegd kan worden tegen dit amendement een totaaloverweging voor complex De Koerbelt moet worden gemaakt. Juist omdat voor De Koerbelt met meerdere partijen gesprekken worden gevoerd over de invulling van het complex, ook m.b.t. ruimtegebruik en dergelijke. Als de raad nu een voetbalveld ter beschikking stelt aan een nieuwe vereniging, dan heeft dat impact op de rest van de omgeving en in dat kader vindt het college een onderzoek zorgvuldig.
Tweede termijn
De heer NOEVERMAN denkt dat de PvdA ‘de vinger op de zere plek legt’. De SGP vindt dat het kunstgrasveld voor de Sportclub Rijssen gekoppeld zou moeten zijn aan een oplossing voor de skeelervereniging. De SGP is blij met de koppeling en vindt dit een harde voorwaarde en dat er dus een oplossing voor de skeelervereniging wordt gevonden. Het kunstgrasveld is daarbij een bijkomstigheid om die oplossing te creëren.
De heer MEIJERINK zegt dat ze, hoewel de PvdA niet gelukkig is met de koppeling, het amendement wel steunt.
De heer NOORDAM vindt het jammer dat de heer Muller niet de gelegenheid is geboden in de tweede termijn te beantwoorden. Hij is het eens met de woorden van de SGP, maar zit nog met het financiële aspect en vraagt zich af wat er gebeurt wanneer dit boven het budget uitkomt.
De heer MULLER zegt het pragmatisch te vinden wanneer je ‘twee vliegen in een klap’ kunt slaan. De indieners beschouwen het kunstgrasveld niet als een verplicht onderdeel, maar een zeer wenselijk traject. Wat de woorden van wethouder Cornelissen betreft over het onderzoek naar De Koerbeld vindt spreker dat gebruikgemaakt moet worden van de gelegenheid, als deze ruimte maximaal wordt ingevuld, multifunctioneel en aan alle voorwaarden voldoet die in het verleden zijn genoemd m.b.t. gezamenlijk gebruik, etc.
Als ze er niet uitkomen dan komt het onderzoek op De Koerbeld dat de uiteindelijke oplossing moet gaan geven voor efficiënt gebruik van alle meters die vrijkomen. Daarbij heeft Gemeentebelang altijd het begrip basaal voor kunstgrasvelden gebruikt. Wat het prijskaartje betreft zegt spreker dat de
€ 100.000 staat en het bedrag van het kunstgrasveld daarbij genoemd is. Als het hier niet voor lukt moet dit opnieuw aan de raad worden voorgelegd.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming en zeg dat als het wordt aangenomen er € 350.000 wordt opgenomen met een structurele last van € 17.000. Het amendement wordt unaniem aangenomen.
Schorsing van 12.40 tot 13.30 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Amendement 5 over bermverharding buitengebied
De fracties van VVD Lokaal, Gemeentebelang en D66 dienen een amendement in. De heer NOORDAM licht het amendement toe. In 2005 is een begin gemaakt met de bermverhardingen in het buitengebied. Vandaag willen de indieners van de motie daaraan in het kader van de veiligheid een vervolg geven,
Overwegende dat:
- de conditie van een aantal bermen langs asfaltwegen in het buitengebied ernstig te wensen overlaat;
- de bermen vooral bij natte weersomstandigheden worden stuk gereden;
- dit tot gevaarlijke situaties leidt voor het verkeer;
- er klachten zijn van weggebruikers over gevaarlijk uitgereden bermen en schade aan voertuigen;
- de kosten voor onderhoud en reparaties aan wegen kunnen worden teruggebracht;
- er in 2005 een aanvang is gemaakt met bermverharding langs diverse asfaltwegen in het buitengebied;
- in de aan de raad aangeboden scan aangegeven is, dat aanleg grasbetonstenen buitengebied(1) scenario A, de meest noodzakelijke stukken ongeveer 10 km als minimum variant gezien moet worden;
Besluit:
- dat deze minimum variant zijnde scenario A opgenomen wordt in de begroting voor 2017;
- de kapitaalslasten die voortvloeien vanuit deze investering ten laste te brengen van het structureel perspectief.
Vragenronde
De heer G. KREIJKES merkt op dat een raad, die zijn geschiedenis kent, wat de SGP betreft de conclusie mag trekken dat dit voorstel heel sympathiek overkomt.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het college vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid aanvullende bermverharding niet aantoonbaar noodzakelijk vindt. Ook vanuit het oogpunt van beheer en onderhoud is het niet noodzakelijk de bermverhardingen uit te breiden. Op de meest-kwetsbare en gevaarlijke situaties is bermverharding gerealiseerd in 2005 en de daarop volgende jaren.
Er loopt een onderzoek naar verkeersveiligheid van de wegen in het buitengebied. Als er op basis van dat rapport aanbevelingen worden gedaan om door middel van grasbetonstenen de veiligheid op de wegen in het buitengebied te verbeteren, dan wordt dat nader beoordeeld. Als dit financiële gevolgen heeft, komt het college daarvoor terug bij de raad. Bij scenario A gaat het om een structurele lastenverzwaring van € 17.500 voor 10 kilometer aanleg van grasbetonstenen. Binnen het financiële kader is door het college, ten opzichte van andere wensen, aan deze investering geen prioriteit gegeven. Het college ontraadt daarom het amendement.
De heer MEIJERINK vraagt of de wethouder hiermee zegt dat het amendement niet nodig is.
De heer G. KREIJKES vraagt in aanvulling op de vraag van de heer Meijerink, of de grasbetonstenen in het verleden dan wel nodig waren.
De heer OTTEN zegt dat de ChristenUnie instemt met amendement.
Wethouder AANSTOOT zegt dat voorheen de grasbetonstenen zijn aangelegd om de verkeersonveilige plaatsen op te lossen. Het college is van mening dat dat voldoende is. Het college heeft dit in de totale financiële kaderstelling afgewogen.
De VOORZITTER brengt het amendement in stemming. Het amendement krijgt 23 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB, VVD Lokaal, D66) en 2 stemmen tegen (PvdA) en wordt aangenomen.
Spreker stelt voor de moties te behandelen en daarna het raadsvoorstel in stemming te brengen.
Motie 1 over maximaal de helft van het gehanteerde inflatiepercentage doorberekenen in de OZB-tarieven
De fracties van de SGP en de ChristenUnie dienen een motie in. De heer SCHEPPINK licht de motie toe.
Overwegende dat:
- ondanks een lastenverlichting de OZB-tarieven vorig jaar meer zijn gestegen dan de inflatiecorrectie;
- het financieel perspectief zich positiever ontwikkeld heeft dan verwacht;
- de ambities en wensen van de raad uitgevoerd kunnen worden;
- de reserves en de weerstandsratio een verlaging toelaten;
Verzoekt het college:
- de OZB-tarieven te corrigeren met de helft (0.65%) van het gehanteerde inflatiepercentage (van 1.3%) in deze kadernota.
Vragenronde
De heer NOORDAM zegt dat VVD Lokaal de motie van harte ondersteunt.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie de motie mede-ondertekend heeft. De eerdere uitglijder is vorig jaar al een stukje gecompenseerd. Dat gebeurt nu opnieuw. De burgers krijgen nu iets terug van het heel goede financiële perspectief van de gemeente..
De heer MEIJERINK zegt dat het in de gemeente Rijssen-Holten de gewoonte is het OZB-tarief te verhogen met het inflatiepercentage, tenzij er heel bijzondere omstandigheden zijn. Vorig jaar is daarin een fout gemaakt. Dan moet niet nu, om die fout te herstellen, een tweede fout gemaakt worden. Verder moet de raad zich houden aan de regel dat het OZB-percentage verhoogd wordt met het inflatiepercentage tenzij zich daar iets tegen verzet.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA zich kan vinden in de motie, ook omdat er ruimte is in de kadernota. De portefeuillehouder had niet de ambitie de goedkoopste gemeente te zijn, maar misschien kan de raad hiermee toch een duwtje in de goede richting geven.
De heer MULLER is van mening dat er in het verleden geen fout is gemaakt, maar dat is geanticipeerd op omstandigheden die toen aan de orde waren. Er is nu ruimte en het is prettig dat die toegepast wordt.
Wethouder BEENS zegt dat hij afstand neemt van opmerkingen over fouten die vorig jaar zijn gemaakt. De besluiten van vorig jaar zijn weloverwogen genomen.
De heer Berkhoff heeft in zijn algemene beschouwingen een 7% OZB-verhoging genoemd. Spreker zegt dat dit een halve waarheid is; er hingen meer financiële componenten aan.
Er zitten flink wat ambities in het voorliggende voorstel, er zijn diverse lopende onderzoeken en ook worden er nog onderzoeken gestart. Daarvoor moeten er middelen beschikbaar zijn. Het is daarom voorbarig nu al geld aan de burger terug te geven. Spreker wil daarop terugkomen bij de behandeling van de begroting.
De poging van de SGP om de lasten voor de burgers beperkt te houden, onderschrijft het college. Het is echter de vraag of dat gedaan moet worden door de inflatiecorrectie te corrigeren. De afgelopen jaren is telkens geld teruggegeven aan de burger en er is een grote kans dat dit ook volgend jaar gedaan kan worden. Spreker stelt naar aanleiding van de motie voor toch voor de afgesproken gedragslijn te blijven hanteren. Het college ontraadt de motie.
Debatronde
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP het eens is met de wethouder: geen structurele lastenverlichting geven als daarop over een paar jaar teruggekomen moet worden. De SGP dient deze motie in, omdat het op deze manier en op dit moment mogelijk is. Deze verlaging is geen tweede fout. Zoals spreker er nu tegenaan kijkt, zou het college bij de begroting best met een lastenverlichting kunnen komen. Hij handhaaft de motie
De heer BERKHOFF zegt dat vorig jaar een weloverwogen beslissing is genomen. Bij de begroting is gezegd dat het perspectief was verbeterd en dat de inflatiecorrectie gehalveerd werd. Nu is er financiële ruimte en het weerstandsvermogen blijft goed op peil. Spreker ziet dan ook niet in waarom er niet iets aan de burger teruggegeven kan worden.
De heer MEIJERINK zegt dat er ook vorig jaar bij de begroting voldoende perspectief was om niet meer te verhogen dan slechts met het inflatiepercentage. De PvdA heeft daartoe toen een poging gedaan, die helaas niet gesteund werd door de meerderheid van de raad. Het was in de ogen van de PvdA niet een goed besluit en dat moet niet beantwoord worden met een nieuwe fout. Spreker sluit zich aan bij de woorden van de portefeuillehouder, dat de raad zich moet houden aan de afgesproken lijn. De PvdA stemt tegen de motie.
De heer NOORDAM zegt dat de VVD vorig jaar heeft ingestemd met de plannen, juist omdat er veel geld terugvloeide naar bedrijven via het Deltaplan-2. Wat nu voorligt is prima voor de burgers.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 23 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB, VVD Lokaal, D66) en 2 stemmen tegen (PvdA) en wordt aangenomen.
De heer G. Kreijkes neemt het voorzitterschap over.
Motie 2 over digitale communicatie met de burger
De fractie van D66 dient een motie in. De heer KLEIN VELDERMAN licht de motie toe.
In de kadernota is op verzoek van D66 een onderdeel opgenomen, waardoor inwoners beter worden geϊnformeerd door aan te sluiten op MijnOverheid.nl. Hiermee ontvangen inwoners die zich hebben aangemeld berichten over gemeentelijke onderwerpen. De gemeente plaatst nu o.a. informatie over aanvragen en afgiftes van vergunningen zonder daaraan inhoudelijk/visueel informatie toe te voegen, terwijl directbetrokkenen vaak meer willen weten. D66 is van mening dat inwoners goed door de overheid geïnformeerd moeten worden; niet alleen via kernachtige omschrijvingen, maar ook door het digitaal beschikbaar stellen van aanvullende informatie. Deze informatie ís digitaal beschikbaar en kan tegen lage kosten ontsloten worden voor inwoners. Dit vraagt om een goede en actuele website. Daarnaast zal de communicatie met de inwoners door de ambtelijke organisatie een vanzelfsprekendheid moeten worden.
Constaterende dat:
- plannen via mijnoverheid.nl aan inwoners bekend wordt gemaakt;
- informatie over die plannen digitaal beschikbaar is;
Overwegende dat:
- goed geïnformeerde inwoners in een vroeg stadium kunnen meedenken over de plannen;
- digitaal beschikbare plannen sneller door inwoners worden geraadpleegd;
- door vroeg te informeren er meer draagvlak voor de plannen wordt gecreëerd;
- deze wijze van communiceren aansluit op de behoefte van informatievoorziening van de
inwoners;
Verzoekt het college:
- een inventarisatie door een externe communicatiedeskundige uit te laten voeren, deze inventarisatie houdt een onderzoek in, waar gekeken wordt naar de mogelijkheden informatie digitaal te ontsluiten en de impact op de organisatorische aspecten hiervan in kaart te brengen en hiervoor een incidentele bijdrage beschikbaar te stellen.
Spreker vult aan dat onder “verzoekt het college” de daar genoemde externe deskundige ook een interne deskundige zou kunnen zijn.
Vragenronde
De heer KAHRAMAN merkt op dat het goed is dat ook een interne deskundige de inventarisatie kan uitvoeren. In de kadernota is € 40.000 voor communicatie opgenomen. Spreker vraagt voorts wat de heer Klein Velderman wil realiseren. Mensen kunnen zich abonneren op mijnoverheid.nl, waardoor zij e-mails krijgen met linkjes naar ruimtelijke plannen.
De heer SCHEPPINK zegt dat hij de motie niet begrijpt na de lovende woorden van D66 bij de algemene beschouwingen. D66 merkte daarbij op dat het college op de goede weg was met de communicatie.
De heer NOORDAM zegt dat burgers goed geïnformeerd worden via mijnoverheid.nl, maar niet elke burger kan en wil op die manier informatie verkrijgen. In de commissie is gezegd dat men ook via de eigen website informatie moet kunnen inzien, desnoods via een link. Als dat de achterliggende gedachte is, kan spreker de motie steunen.
De heer MULLER vraagt of de heer Klein Velderman op de hoogte is van de pilot omtrent de nieuwe Omgevingswet en of die pilot nuttig en goed bruikbaar is om het verzoek in de motie in te vullen.
Burgemeester HOFLAND zegt dat het goed is dat D66 meedenkt in het optimaliseren van de informatievoorziening aan de inwoners. Het college onderschrijft de gedachte dat gekeken moet worden naar mogelijkheden om informatie digitaal te ontsluiten. Het rapport Duidt, waarover eerder in de raad is gesproken, gaat daarop verder in. Spreker wijst op de websites mijnoverheid.nl en overheid.nl en op het gebruik van Facebook en Twitter en zegt dat het een goede studie vergt om na te gaan welke informatie waar geplaatst wordt. De gemeente is daar momenteel mee bezig en bekijkt hoe de communicatie in een breder verband geoptimaliseerd kan worden. De behoefte aan informatievoorziening van burgers wordt daarbij onder de loep genomen: niet alleen voor mensen die digitaal zijn ontsloten, maar ook de papieren en de fysieke kant wordt aan de orde gesteld. Dat onderzoek is intern in voorbereiding. Het college schat op dit moment in daarbij geen behoefte te hebben aan externe ondersteuning. De motie vraagt eigenlijk om een beweging die al in gang is gezet en is in die zin overbodig.
Debatronde
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat ook de ambtelijke organisatie van mening was dat een interne expert het onderzoek kan uitvoeren. Op de vraag wat D66 wil realiseren met de motie, wijst spreker erop dat men nu wordt geïnformeerd via het Rijssens Nieuwsblad, waarin alle mededelingen, plannen en aanvragen zijn vermeld. Voorzover spreker weet, kan deze informatie ook via mijnoverheid.nl ontvangen worden. De plannen zelf zijn echter niet inzichtelijk en raadpleegbaar. Daarvoor moeten mensen contact opnemen met een ambtenaar en naar het gemeentehuis gaan. D66 ziet mogelijkheden om die informatievoorziening te verbeteren. Als de gemeente daarmee echter al bezig is en hetgeen door D66 in de motie wordt gevraagd daarbij meegenomen wordt, trekt spreker direct de motie in.
De heer Noordam wijst erop dat niet alle burgers digitaal zijn en op een andere manier geïnformeerd willen worden. De motie gaat daar niet over, maar het is wel een aandachtsgebied.
Spreker heeft de afgelopen tijd veel gehoord over de pilot voor de nieuwe Omgevingswet. Wat D66 betreft is dat een heel goede ontwikkeling, maar zij vindt dat informatieverstrekking vooral gedaan moet worden door één partij, de gemeente. De intentie van de motie is dat informatie raadpleegbaar gemaakt wordt en dat gezorgd wordt dat plannen, ook plannen die nog niet zijn goedgekeurd of in behandeling genomen, beschikbaar zijn.
De VOORZITTER wijst erop dat de burgemeester heeft gezegd dat het college hiermee al lang bezig is. De heer Klein Velderman heeft daarop gezegd dat hij in dat geval de motie intrekt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij zijn motie intrekt.
De burgemeester neemt het voorzitterschap over.
Motie 3 over maatschappelijke stage
Het CDA dient een motie in. De heer WESSELS licht de motie toe. Het blijkt dat organisaties positief zijn over de maatschappelijke stage: leerlingen hebben zich ontwikkeld, de organisaties hebben er baat bij gehad en sommige leerlingen blijven hangen bij een organisatie, ook na afloop van de stage. Met het oog op de toekomst wijst spreker op de kadernota, waarin staat dat vrijwilligers een belangrijke rol spelen, dat de gemeente daaraan aandacht schenkt en dat daarvoor beleid gemaakt wordt. Spreker vraagt naast deze punten aandacht voor de maatschappelijke stage. De vrijwilligers van nu zijn namelijk vaak de vrijwilligers van de toekomst. Het is belangrijk daar oog voor te hebben.
Constaterende dat:
- de wettelijk verplichte maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs per 2015 is afgeschaft;
- de algemene uitkering van het Gemeentefonds met 20 miljoen euro structureel is gekort vanwege het verdwijnen van de verplichte maatschappelijke stage;
- het geraamde budget van 67.000 euro voor maatschappelijke stages voor de gemeente Rijssen‑Holten uit de begroting is verdwenen;
Overwegende dat:
- de maatschappelijke stage tot doel heeft jongeren te laten ervaren dat iets over hebben voor een ander voldoening, waardering en eigenwaarde oplevert;
- sinds 2008 steeds meer jongeren en betrokken organisaties bekend zijn geworden met de maatschappelijke stage;
- maatschappelijke organisaties ruimte bieden en gebaat zijn bij betrokkenheid vanuit jongeren;
- de gemeente hierin een faciliterende rol heeft.
Verzoekt het college:
- het perspectief voor herinvoering van de maatschappelijke stage in de gemeente in Rijssen-Holten in kaart te brengen door in gesprek te gaan met scholen voor voortgezet onderwijs uit de gemeente Rijssen-Holten en (een afvaardiging van) organisaties uit het maatschappelijk middenveld;
- voor de begrotingsvergadering in november 2016 (begroting 2017) in kaart te brengen of en zo ja welke kosten met herinvoering gepaard gaan zodat de raad kan afwegen of ze bereid is hiervoor geld vrij te maken.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er een sympathieke motie voorligt, maar dat deze bijna niet uitvoerbaar is. Jongeren die hieraan meedoen, wonen in de gemeente en volgen in het algemeen hier het voortgezet onderwijs. De vraag is of jongeren die bijvoorbeeld elders naar het voortgezet onderwijs gaan, ook worden verplicht tot de maatschappelijke stage. De maatschappelijke stage is niet zomaar afgeschaft en kan eigenlijk alleen maar landelijk ingevoerd worden.
De heer NOORDAM zegt dat de motie zeker aandacht verdient. Hij vraagt de heer Wessels of hij bereid is de jongeren zelf in het onderzoek te betrekken.
Spreker merkt op dat ervaringen uit het verleden hebben geleerd dat een jongere die bijvoorbeeld één zaterdag in de drie maanden een volleybalwedstrijd floot, dus vrijwilligerswerk deed, werd vrijgesteld van deze vorm van maatschappelijke stage.
De heer RETERINK zegt dat er nog steeds maatschappelijke stages worden georganiseerd door de school waarvoor hij werkt. De school heeft goede contacten met verschillende maatschappelijke organisaties. Voor beide partijen is deze stage een winwinsituatie en de school is hiermee heel tevreden. De SGP ziet hierin geen rol weggelegd voor de gemeente.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat er een sympathieke motie voorligt, maar dat zij een vraagteken zet bij de laatste overweging. Daar staat dat de gemeente hierin een faciliterende rol heeft. Spreekster meende dat het idee achter de motie was, dat de gemeente die rol juist niet meer zou hebben. Zij vraagt in hoeverre de indieners van de motie dit zien als een “verplichting” van de gemeente.
Zij is benieuwd naar de reactie van het college op de motie. Daarnaast voelt zij mee met de woorden van de heer Reterink. Zij vraagt zich af of andere scholen en organisaties de maatschappelijke stage ook zelf kunnen organiseren.
De heer MULLER zegt dat het voor Gemeentebelang belangrijk is dat de scholen de meerwaarde van de maatschappelijke stage bevestigen en dat zij dat herkennen in de kwaliteit van hun opleiding. Als er dan drempels zijn of beren op de weg, worden die inzichtelijk gemaakt in het gevraagde onderzoek. Dat leidt er uiteindelijk toe bij de keuzes die later gemaakt worden, of er onoverkomelijke bezwaren zijn of dat de kansen en de mogelijkheden groter zijn dan de nadelen.
Wethouder TIJHOF zegt dat de motie sympathiek is. Hij merkt op dat het organiseren van de wettelijk verplichte maatschappelijke stage een rol was van de scholen. Na de afschaffing ervan hebben de scholen de vrijheid gekregen vrijwillig invulling te geven aan maatschappelijke stages. In Rijssen-Holten is een aantal scholen gestopt met de maatschappelijke stage en een aantal scholen is ermee doorgegaan.
Er is structureel € 20 miljoen ingehouden op het Gemeentefonds. Daarnaast is er € 55 miljoen gekort op de uitkeringen naar de scholen. In totaal is er € 75 miljoen minder te besteden aan maatschappelijke stages. Het verplichte karakter hiervan is verdwenen en niet veel scholen hebben de middelen hiermee door te gaan. In gesprekken met de scholen wil spreker het onderwerp wel benoemen, maar hij wil niet de valse verwachting wekken dat de gemeente dit gaat organiseren en de middelen hiervoor op tafel legt. Het college ontraadt dan ook deze motie.Reactie op de motie mbt maatschappelijke stage (pdf)
Debatronde
De heer WESSELS zegt dat het niet de bedoeling is dat de wethouder verwachtingen wekt bij de scholen. De wethouder zei dat een aantal scholen is doorgegaan met de maatschappelijke stage, ook nu de verplichting er niet meer is. Het CDA vindt het jammer dat daarnaast een aantal scholen hiermee is gestopt. Die scholen zijn wellicht gestopt, omdat er een bepaalde drempel is. Als de gemeente via een eenmalige financiële bijdrage die drempel kan wegnemen, kunnen die scholen het traject opnieuw ingaan en hun leerlingen aanmoedigen deel te nemen. Het CDA ziet daarvan op lange termijn de voordelen.
Eerder was € 67.000 beschikbaar, maar dit bedrag is nooit volledig uitgeput. Dat mag wat het CDA betreft dan ook niet het issue zijn. Het gaat om de vraag of doorgegaan moet worden met de maatschappelijke stage en of de gemeente daarin een rol moet spelen. Het CDA ziet hierin een stimulerende rol voor de gemeenteraad.
Op de woorden van de heer Klein Velderman, merkt spreker op dat de maatschappelijke stage niet langer een verplichting is en dat de gemeente niet gaat over leerlingen die elders naar school gaan. Met de scholen in de gemeente kunnen er goede afspraken gemaakt worden, waarbij zij de jongeren een programma voor maatschappelijke stage aanbieden. In gesprekken met de scholen zou aangegeven moeten worden dat er voor scholen, die de maatschappelijke stage weer willen invoeren, mogelijkheden zijn.
Spreker weet uit ervaring dat jongeren in eerste instantie niet zitten te springen om een maatschappelijke stage. Op het moment dat zij dit eenmaal doen, soms bij een heel onbekende organisatie, komen zij er toch achter dat het erg leuk is. Het is niet direct de bedoeling de wethouder op te dragen met de jongeren hierover in gesprek te gaan. De scholen gaan zelf in gesprek met de leerlingen en kunnen, als zij dit graag willen, dit opnemen in hun programma.
De heer Noordam noemde een voorbeeld van vrijwilligerswerk. Dit soort zaken vindt spreker echter een stuk uitvoering, dat hij zo laag mogelijk wil neerleggen. De school moet zelf afspraken maken over het aantal uren van de maatschappelijke stage en zelf de controle hierop doen. Het belangrijkste is dat jongeren dit gaan doen en er tijd in investeren.
Op de woorden van mevrouw Riezebos zegt spreker dat als er drempels zijn, waardoor de maatschappelijke stage niet langer kan bestaan voor de scholen, hij die graag wil wegnemen door hen eenmalig op weg te helpen. Misschien zit daaraan een kleine financiële bijdrage vast, maar dat wordt duidelijk als de wethouder dit heeft aangestipt in zijn gesprekken met de scholen. Daarna moet de gemeente zich terugtrekken. De maatschappelijke organisaties moeten dit verder als hun rol oppakken. De rol voor de gemeente ziet spreker alleen bij het aanjagen van de maatschappelijke stage en het wegnemen van drempels. Als er barrières naar voren komen in de gesprekken met de scholen, dan kan de raad daarover verder spreken bij de begrotingsbehandeling.
De heer NOORDAM zegt dat VVD Lokaal niet tegen een onderzoek en het in kaart brengen van de status van de maatschappelijke stage in Rijssen-Holten kan zijn. Dat kost enige energie en tijd van de portefeuillehouder. In die zin wil VVD Lokaal de motie steunen. Als er vervolgens een discussiedocument in de raad komt, kan hiernaar wat dieper gekeken worden.
De heer MEIJERINK zegt dat de heer Noordam de spijker op zijn kop slaat. Ook de PvdA kan de motie in die zin steunen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de maatschappelijke stage een taak van de school is. Als er kleine financiële drempels zijn, denkt spreker dat een school die ook zelf wel kan oplossen. D66 meent dat de motie daarvoor niet nodig is
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de scholen vanuit het verleden weten hoe zij moeten omgaan met de maatschappelijke stage. Zij vraagt zich daarom af of zij, eenmalig, een aanjaagfunctie van de gemeente nodig hebben. De wethouder heeft gezegd geen valse verwachtingen te willen wekken, maar dat hij het onderwerp aan wil kaarten in zijn overleg met de scholen. Spreekster vraagt of deze toezegging van de wethouder voor de indieners van de motie voldoende is
De heer WESSELS zegt dat de wethouder het onderwerp graag wil meenemen in zijn overleg en in kaart wil brengen of er behoefte is aan maatschappelijke stages. Als er vervolgens een verzoek komt om ondersteuning, ziet het CDA dat graag terug. Spreker trekt de motie in.
Motie 4: onderzoek naar integrale aanpak om de maatschappelijke acceptatie van alcoholgebruik tegen te gaan
De fracties van de ChristenUnie, SGP en D66 dienen een motie in. Mevrouw RIEZEBOS leest de motie voor.
Overwegende dat:
- de jongeren in Twente meer alcohol gebruiken dan het landelijk gemiddelde;
- de alcoholconsumptie van de jongeren in Rijssen-Holten nog boven het Twents gemiddelde ligt;
- overmatig alcoholgebruik (in tegenstelling tot drugsgebruik) onderdeel van de lokale cultuur is en als gevolg daarvan maatschappelijk geaccepteerd en een hardnekkig gegeven is;
- te vroeg, te vaak en te veel alcoholgebruik grote risico’s met zich meebrengt;
- alles op alles gezet moet worden om gezondheidsrisico’s en verslaving in de toekomst te voorkomen;
- de gemeente al jaren aan alcoholpreventie doet zonder zichtbaar effect;
- het rapport alcohol en drugs laat zien dat de acceptatie van met name alcohol onder ouders extreem is;
- het huidige beleid daarop weinig succesvol is;
Is van mening dat:
- het college een onderzoek moet doen om te komen tot een adequaat alcoholpreventiebeleid voor jongeren;
- dit onderzoek met name in moet houden hoe de maatschappelijke acceptatie van alcoholgebruik teruggedrongen kan worden en hoe de bestaande maatregelen zo effectief en integraal mogelijk ingezet kunnen worden;
- dit onderzoek de vraag moet beantwoorden welke effectieve ouderinterventies gedaan kunnen worden;
- dit onderzoek met een plan van aanpak en de financiële consequenties zo spoedig mogelijk aan de raad aangeboden moet worden;
- de kosten van het onderzoek, ca. € 40.000,- incidenteel, opgenomen moeten worden in de begroting voor 2017.
Vragenronde
De heer NOORDAM zegt dat er soms generaties overheen gaan om een cultuuromslag tot stand te brengen. Een voorbeeld is het roken, dat vroeger in het bijzijn van kinderen vanzelfsprekend was, terwijl nu de meeste ouders hun kinderen daarvan vrijwaren en vinden dat dit ‘not done’ is.
De vraag van spreker aan de indieners van de motie is of de gemeente alles in kaart moet brengen, of dat het de landelijke overheid moet zijn, die van bovenaf, langjarig, hiermee bezig moet gaan om een cultuuromslag tot stand te brengen. Dat er iets moet gebeuren, onderschrijft spreker. Rijssen-Holten is op dit gebied een lastige gemeente. Zij staat bovenaan de lijst qua alcoholgebruik en overgewicht. Als mensen echter gelukkig zijn, heeft spreker voor sommige zaken toch wat meer begrip.
Bij de overwegingen staat dat de gemeente al jarenlang aan alcoholpreventie doet zonder zichtbaar effect. Spreker vraagt welke effect de indieners van de motie willen bereiken.
De heer MULLER concludeert dat de doelstelling van de motie zich richt op de jeugd van Rijssen-Holten. Om die doelgroep een stimulans te geven om gezond te zijn en te blijven, ondersteunt Gemeentebelang dat. Op deze manier komt het niet betuttelend over.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 de motie ondersteunt, met name omdat deze zich richt op de verantwoordelijkheid van ouders. Spreker wijst op verhalen over schuurtjes en garages, die in het weekend worden omgebouwd tot cafeetjes, waar jongeren wat geld inleggen en ongelimiteerd kunnen drinken. Daar wordt niet gecontroleerd op leeftijd of hoeveel de jongere drinkt. Dat is de verantwoordelijkheid van de bezoekers, maar zeker ook van de ouders. Die boodschap, dat dit maatschappelijk niet meer geaccepteerd kan worden, moet overgebracht worden. Om die reden heeft D66 de motie medeondertekend.
De heer BOSMA zegt dat de SGP de motie mede-indient. Er moet een trendbreuk plaatsvinden, waarbij zeker de landelijke overheid het voortouw moet nemen. Er zijn vandaag allerlei cijfers over tafel gegaan en er is alle reden toe zelf de hand aan de ploeg te slaan en gewoon te beginnen in Rijssen-Holten om werk te maken van meer verantwoordelijkheid van de ouders voor het drinkgedrag van hun kinderen. Het is duidelijk dat de overheid, ook de gemeentelijke overheid, iets moet doen aan dit maatschappelijk probleem. Het gaat om de toekomst van de jeugd.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA de motie steunt. Het is een maatschappelijk probleem, dat nu een keer goed aangepakt moet worden.
Wethouder TIJHOF zegt dat het college het eens is met de indieners van de motie, dat ingezet moet worden op het voorkomen van gezondheidsrisico’s en preventie van alcohol. Het is daarom van belang dat het onderzoek wordt uitgevoerd. Het college neemt de motie graag over.
De VOORZITTER wijst op overweging dat overmatig alcoholgebruik (in tegenstelling tot drugsgebruik) onderdeel van de lokale cultuur is. Spreker herkent vanuit zijn verantwoordelijkheid niet dat drugsgebruik geen onderdeel is van de lokale cultuur. Het lijkt erop dat de indieners van de motie daarvan wegkijken, terwijl ook die problematiek volop aanwezig is in de gemeente.
Debatronde
Mevrouw RIEZEBOS onderkent dat er een grote drugsproblematiek in de gemeente is. Alcohol is echter een onderdeel van de lokale cultuur en maatschappelijk geaccepteerd. Met drugsgebruik van jongeren hebben ouders meer moeite dan met alcoholgebruik.
De landelijke overheid heeft haar verantwoordelijkheid genomen met de wet NIX, waardoor aan jongeren vanaf achttien jaar geen alcohol en sigaretten verkocht mogen worden. Niet alles is echter te regelen via wetgeving. Daarvoor heeft men zijn omgeving nodig. De uitspraak “It takes a village to raise a family” geeft aan dat ouders niet alles alleen kunnen.
Er zijn al allerlei maatregelen ingezet. Het onderzoek moet zich erop richten dat die maatregelen zo effectief mogelijk gebruikt worden. Ook moet nagegaan worden waarom maatregelen mogelijk niet effectief zijn. Dat is de strekking van de motie.
De VOORZITTER stelt vast dat het college de motie wil uitvoeren.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de motie in feite overbodig is geworden, maar gezien de brede steun vanuit de raad, wil spreekster de motie graag in stemming brengen.
Tweede termijn
De heer NOORDAM zegt dat Rijssen-Holten een gezonde en gelukkige gemeente is. De discussie van zojuist beluisterend, lijkt Rijssen-Holten echter een emmertjes-munten-volgooiende-zuip-gemeente te zijn, waar het één grote bende is. Het stoort spreker dat de keten voortdurend in diskrediet gebracht worden. De keten in het buitengebied hebben ook een sociale functie, er is naoberschap, samenhorigheid en de jeugd ontmoet en kent elkaar. Het zijn altijd de excessen, die de keten in een kwaad daglicht stellen. De functies van de keten moet men als plattelandsgemeente echter niet ontkennen. Keten zijn in de buurtschappen onderdeel van de samenleving.
Er moet niet een discussie ontstaan dat er een grote rampspoed is in het dorp en dat er alleen gezopen wordt. Zo komt het nu over en in die zin heeft spreker moeite met de motie. De landelijke overheid heeft succes met de campagne tegen het roken. Rijssen-Holten kan het alcoholprobleem dan ook niet in haar eentje oplossen, maar moet breder kijken.
De heer MEIJERINK zegt dat de motie voor de PvdA draait om de excessen die ontstaan door alcoholgebruik door jongeren. De PvdA steunt de motie.
De heer KLEIN VELDERMAN gaat in op de woorden van de heer Noordam, die een negatief gevoel heeft bij de motie en bang is dat de keten worden aangepakt. Dat is absoluut niet de strekking van de motie. Spreker ziet de keten als een nuttige voorziening, maar het moeten geen cafés worden zonder controle. Ook bij een keet moet er toezicht zijn van ouders. Er zijn ook keurige keten, waar geen alcohol wordt geschonken en waar rekening gehouden wordt met de leeftijd.
De heer MULLER zegt dat het niet gaat om de keten, maar om de excessen.
De heer BOSMA zegt dat het gemiddelde alcoholgebruik al jarenlang te hoog is. Spreker vindt het dan te gemakkelijk als gezegd wordt dat het niet zo’n groot maatschappelijk probleem is en dat het probleem niet groter gemaakt moet worden dan het is. Als het probleem echter gebagatelliseerd wordt, wordt het effect van alcoholgebruik op jeugdigen onderschat. Het lijkt spreker wenselijk dat de lokale overheid de verantwoordelijkheid in de opvoedingssituatie meer bij de ouders legt en dat de gemeente daarin stuurt en faciliteert om te voorkomen dat er nog meer excessen plaatsvinden. Er is nauwelijks een argument denkbaar om de motie niet uit te voeren. Spreker roept op in te stemmen met de motie, die erg urgent is.
De heer BEUNK stelt op persoonlijke titel voor dat de lokale overheid na de raadsvergadering het drankje laat staan. Spreker zal daarin het voortouw nemen.
Wethouder TIJHOF zegt dat het college de motie wil uitvoeren.
De VOORZITTER geeft mevrouw Riezebos gelegenheid voor een kleine aanvulling, voorafgaand aan de stemming over de motie.
Mevrouw RIEZEBOS zegt in reactie op de woorden van de heer Noordam, dat het niet de bedoeling is de excessen van de keten naar voren brengen. Het gaat erom dat de samenleving de schouders onder het probleem zet om het alcoholgebruik terug te dringen.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
Mevrouw Riezebos verlaat de vergadering om 14.35 uur.
Motie 5 over gebruikmaken van de subsidieregeling cultuureducatie
De fractie van D66 dient een motie in. De heer KLEIN VELDERMAN licht de motie toe. Rijssen-Holten heeft een heel eigen cultuur op het gebied van hard werken en aanpakken. Hier geldt: geen gezeur, gewoon doen. D66 vraagt aandacht voor kunst en cultuur om de volgende redenen:
- Kunst en Cultuur verrijken mensen.
- Kunst en Cultuur geven mensen een brede(re) blik.
- Kunst en Cultuur stimuleren de creativiteit van mensen.
- Kunst en Cultuur stimuleren de flexibiliteit van mensen.
Mensen worden completer, breder georiënteerd, breder inzetbaar en weerbaar, als zij vroeg in aanraking komen met kunst en cultuur. In een snel veranderende maatschappij zijn creatieve mensen nodig om oplossingen te vinden voor nieuwe vraagstukken en situaties. Om er later plezier van te hebben, moeten kinderen vroeg in aanraking komen met kunst en cultuur. In Rijssen-Holten kent men gelukkig een breed (cultureel) verenigingsleven. Of een kind in aanraking komt met kunst en cultuur hangt in sterke mate af van de gezinssituatie. Hierin blijken nog grote slagen te kunnen worden gemaakt, omdat niet elk gezin de mogelijkheid of interesse heeft kinderen in aanraking met culturele activiteiten te laten komen. Activiteiten met muziek, toneel, beeldende kunst of erfgoed gaan grotendeels aan hen voorbij. Het zou daarom mooi zijn als alle jeugd uit de gemeente in ieder geval via de basisscholen kennis kan nemen van verschillende vormen van cultuur. Gelukkig stimuleert de provincie Overijssel mooie initiatieven die er op dat gebied al zijn via een subsidieregeling voor cultuureducatie. Deze regeling liep van 2013-2016 en onlangs is besloten voor de periode van 2017-2020 deze regeling voort te zetten. De regeling is gebaseerd op cofinanciering; aan de gemeente wordt ook een bijdrage gevraagd. D66 roept de gemeente op gebruik te maken van deze regeling en ook de basisscholen te stimuleren hiervan gebruik te maken. D66 heeft de basisscholen benaderd en geconstateerd dat er een breed draagvlak voor is.
Constaterende dat:
- Rijssen-Holten de enige gemeente in Overijssel is die niet meedoet met de stimuleringsregeling cultuureducatie 2013-2016;
- er vanuit de CAR en het basisonderwijs de behoefte is om met deze regeling mee te doen;
- het niet deelnemen aan deze regeling in 2012 een onbedoeld neveneffect is geweest van de bezuinigingen van de middelen combinatiefunctionaris onderwijs-cultuur;
Overwegende dat:
- kunst en cultuur mensen verrijkt;
- kunst en cultuur mensen een brede(re) blik geeft;
- kunst en cultuur bij mensen de creativiteit stimuleert en de flexibiliteit om zich aan te kunnen passen;
- kinderen in onze gemeente meer met kunst en cultuur in aanraking kunnen komen;
Verzoekt het college:
- gebruik te maken van de subsidieregeling Cultuureducatie en hiervoor de benodigde middelen (incidenteel 15.000 euro) beschikbaar te stellen.
Vragenronde
De heer MULLER zegt dat de motie vraagt “hiervoor de benodigde middelen (incidenteel 15.000 euro) beschikbaar te stellen” en vraag of daarmee wordt voldaan aan de norm die de provincie stelt met betrekking tot de cofinanciering.
De heer NOORDAM zegt dat de motie VVD Lokaal raakt. Een aantal fractievoorzitters heeft vanmorgen blijk gegeven van de geschiedenis om van daaruit te kijken naar de huidige samenleving. In die zin is de motie passend en goed.
De heer OTTEN zegt dat de ChristenUnie voor deze investering is, zodat alle kinderen op de basisschool kennis kunnen maken met cultuur. De ChristenUnie ondersteunt de motie van harte.
De heer KAHRAMAN merkt op dat er incidenteel € 15.000 wordt gevraagd. Hij vraagt of dit zo geïnterpreteerd kan worden dat de scholen deze functie zelf structureel borgen binnen de eigen begroting.
Wethouder BEENS zegt dat in 2010-2012 Rijssen-Holten heeft deelgenomen aan de regeling ‘cofinanciering middelen onderwijs-cultuur’. De raad heeft vervolgens zelf besloten daarvan af te zien in verband met bezuinigingen op alle portefeuilles. Daarom vindt het college het nu niet fair dit als ingevulde scan weer aan te bieden in deze kaderstelling. De raad kan echter zelf opnieuw de toon zetten.
Debatronde
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de regeling nog afgesloten moet worden met de gemeenten. De bijdrage is geschat op € 15.000 incidenteel. Het hangt van de provincie af of de middelen incidenteel voor drie jaar zijn en dat de scholen het daarna zelf kunnen oppakken. Het kleine extra bedrag dat hiermee beschikbaar wordt gesteld voor de scholen, helpt hen over de streep om mee te doen.
De heer KAHRAMAN zegt bij interruptie dat de motie uitgaat van € 15.000. Spreker vindt het prima dat de heer Klein Velderman het beschouwt als een duwtje in de rug om kunst en cultuur opnieuw in te voeren op de scholen. Hij vraagt of de intentie is dat het daarna de taak is van de scholen zelf.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat niet bekend is wat de provincie over drie jaar besluit. Als deze cofinanciering dan nog bestaat, kan opnieuw een afweging gemaakt worden. Daarbij kan de vraag gesteld worden wat het die drie jaar heeft gebracht.
De heer KAHRAMAN vraagt of de heer Klein Velderman vindt dat het een taak van de gemeente is om dit te financieren of dat hij vindt dat het gaat om een aanjaagfunctie waarna de gemeente zich terugtrekt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat het gaat om het aanjagen, waardoor de scholen het uiteindelijk met eigen middelen en in eigen beheer oppakken.
De heer MULLER zegt dat in de brief van de Cultuur Adviesraad staat dat het bij de provincie gaat om een koppeling van incidentele bijdragen in de begroting van € 15.000 voor vier jaar. Daarover moet duidelijkheid zijn, want anders komt men niet in aanmerking voor een provinciale bijdrage.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA deze sympathieke motie steunt.
Wethouder BEENS zegt dat de regeling voor vier jaar geldt. Als de gemeente die toezegging doet voor vier jaar, is er een cofinanciering vanuit de provincie. De bijdrage van de provincie is ongeveer € 3 per leerling. Het gaat niet om een aanjaagfunctie.
De BURGEMEESTER concludeert dat de motie beoogt vier jaar lang incidenteel € 15.000 beschikbaar stellen.
De heer MULLER merkt op dat de conclusie van de voorzitter klopt, maar dat dat gaat om het maximale bedrag.
De BURGEMEESTER zegt dat er vier keer € 15.000 incidenteel geraamd moet worden in het begrotingsperspectief. Dat behelst deze motie.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
Motie 6 over binnenklimaat en toilet muziekschool
De fracties van VVD Lokaal en de ChristenUnie dienen een motie in. De heer NOORDAM licht de motie toe. De motie wordt ingediend naar aanleiding van de problemen die de heer Sanderman van de Muziekschool naar voren heeft gebracht in de commissie van 13 juni jl.
Overwegende dat:
- de gemeente verhuurder is van het gebouw waar de muziekschool in gehuisvest is;
- het binnenklimaat vanaf het begin in het gebouw te wensen overlaat;
- het van de verhuurder verwacht mag worden dat het verhuurde geschikt is voor het doel waarvoor het verhuurd wordt;
- zowel vanuit de arbeidsomstandighedenwet als wel de omgevingscondities voor de gebruikte instrumenten gezien, het huidige binnenklimaat schade kan toebrengen aan medewerkers en instrumenten;
- er in het gebouw geen toilet aanwezig is, wat betekent grote afstand voor medewerkers en leerlingen naar een toiletvoorziening;
Spreekt uit dat:
- de muziekschool een goed klimaat dient te hebben voor de gezondheid van de aanwezigen en de conditie van de instrumenten;
- de aanwezigheid van een toilet meer dan gewenst is als het gaat om de aanwezigen;
- de aanwezigheid van een toilet de veiligheid binnen het totale gebouw en de effectiviteit van het lesgeven ten goede komt;
Roept het college op:
- het klimaat binnen de muziekschool zodanig uit te voeren dat er voor aanwezigen en instrumenten een veilig en goed klimaat ontstaat;
- de kosten voor aanpassing en de kosten voor het gebruik passend binnen het structureel en incidenteel perspectief 100% voor rekening van de gemeente te nemen;
- binnen de muziekschool een toilet aan te brengen en conform het voorstel van de muziekschool 50% van de kosten hiervoor van rekening gemeente te nemen.
Vragenronde
De heer NOEVERMAN zegt dat VVD Lokaal in de commissievergadering heeft gevraagd wat er in het huurcontract is afgesproken. In de beantwoording van het college staat hierover dat het gebouw verhuurd is aan de muziekschool met het gegeven dat de muziekschool op dat moment precies wist om welke ruimte het ging. De afspraak is daarbij gemaakt dat de huurder zelf de onderzoeksplicht had om te constateren of het gebouw geschikt was. Het is voor de SGP helder dat niet de verhuurder verantwoordelijk is voor het binnenklimaat, maar de huurder zelf. Spreker vraagt zich af waarom de indieners van de motie de gemeente dan toch willen laten betalen voor de aanpassingen.
De SGP heeft er geen moeite mee de muziekschool tegemoet te komen door de helft van de kosten te betalen voor de toiletvoorziening. Als het echter gaat om aanpassing van de installatie voor het binnenklimaat, wijst spreker op de derde overweging in de motie: “het van de verhuurder verwacht mag worden dat het verhuurde geschikt is voor het doel waarvoor het verhuurd wordt”. Volgens de SGP was volstrekt helder wat er verhuurd werd. Er zijn geen veranderende omstandigheden ten opzichte van het gebouw zoals het destijds is verhuurd. De SGP ziet geen reden als verhuurder de kosten hiervoor te dragen.
De heer BERKHOFF zegt bij interruptie dat de raad een brief heeft ontvangen van de muziekschool, waarin is gesteld dat hetgeen in de scans stond, omgekeerd moest zijn; de muziekschool wilde de helft betalen van een toiletvoorziening en de gemeente moest de aanpassing van de klimaatinstallatie voor haar rekening nemen.
De heer NOEVERMAN zegt dat het sympathiek van de gemeente is dat zij de helft van de toiletvoorziening wil betalen. De muziekschool vraagt inderdaad om het om te draaien. Spreker ziet daartoe geen reden, maar als het budgettair-neutraal kan, dan maakt het voor hem niet uit of de muziekschool het geld besteedt aan de toiletvoorziening of aan aanpassing van het binnenklimaat.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie vindt dat er een gedeelde verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente als verhuurder om te zorgen voor goede klimaatomstandigheden in dat gebouw. Het om de instrumenten, maar ook om de gezondheid van leerlingen. De ChristenUnie heeft de motie van harte medeondertekend en roept de overige fracties op de motie te ondersteunen.
De heer KAHRAMAN zegt dat de heer Noeverman enkele terechte vragen stelde over de huurder-/verhuurderrelatie. Het college heeft nu een gebaar gemaakt. Spreker vraagt zich af waarom de indieners van de motie dat gebaar willen omdraaien.
De heer MULLER zegt dat hij in de motie bedragen voor de oplossingen mist. Gemeentebelang vindt dat er geen verplichting voor de gemeente ligt. Er is al een bedrag in de scans opgenomen. Als binnen dat totale bedrag een oplossing te vinden is, is dat prima. Over het bedrag heengaan, is voor Gemeentebelang niet vanzelfsprekend.
Wethouder BEENS zegt dat duidelijk in het huurcontract staat dat het niet noodzakelijk is dat de gemeente voorzieningen treft met betrekking tot de luchtvochtigheid in de muziekschool. Het college wil echter uit coulance, gelet op de maatschappelijke verantwoordelijkheid, de muziekschool tegemoet komen met een bijdrage van 50%.
Het college is van mening dat een toiletvoorziening in het gebouw noodzakelijk is voor het doelmatig functioneren van het gebouw en om insluiping in het Parkgebouw te voorkomen. Deze investering is verantwoord met het oog op een eventueel in de toekomst ander gebruik van het gebouw. Op basis van het huurcontract houdt het college vast de scans geaccordeerd en ontraadt de motie.
Debatronde
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA vertrouwen heeft in het antwoord van de wethouder en wat hij namens het college heeft opschreven in de ontwerp-kadernota. De PvdA stemt tegen de motie.
De heer NOORDAM zegt dat de gemeente een gebouw heeft gerealiseerd in samenspraak met de muziekschool, maar dat het gebouw vervolgens niet voldoet aan de Arbo-wet.
De heer KAHRAMAN interrumpeert en zegt dat de raad niet verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden van een derde, die een gebouw huurt van de gemeente. De werkgever is daarvoor verantwoordelijk en niet de verhuurder. Die verantwoordelijkheid wil spreker als raadslid niet op zich nemen.
De heer NOORDAM zegt dat er gezamenlijk iets is gebouwd, dat gebruikt wordt door mensen die er een instrument willen bespelen. Het gebouw moet voldoen aan vochtigheideisen die men daar normaal zou mogen verwachten. In dit geval voldoet de klimaatbeheersing niet aan de minimale eisen die de Arbo-wet hieraan stelt.
De heer NOEVERMAN zegt bij interruptie dat de gemeente verantwoordelijk is voor huisvesting van scholen. Ook daarbij geldt dat de scholen verantwoordelijk zijn voor het binnenklimaat. Spreker vraagt wat er in de situatie van de muziekschool anders is. Er wordt inderdaad iets verhuurd, maar de kernvraag blijft wie er verantwoordelijk is voor het binnenklimaat. Daarover verschilt hij blijkbaar van mening met de heer Noordam.
De heer NOORDAM zegt dat er een groot probleem zou zijn als deze discussie gevoerd werd over een school en de ouders kwamen erachter dat het klimaat niet voldoet aan de gezondheidseisen van kinderen. Nu het gaat om een muziekschool, denkt men daar gemakkelijk over.
Toen het gebouw voor de muziekschool gereed was, is al geconstateerd dat bij vorst het klimaat onder de verantwoorde grens kwam. Er is toen direct over gecommuniceerd dat er iets niet in orde bleek te zijn. Dan kan er wel een contract zijn, maar het klimaat was vanaf de aanvang al niet in orde.
De heer Muller vroeg of het bedrag conform de scan is. Spreker gaat ervan uit dat het past binnen het kader dat het college aanreikt. Het DWA-rapport geeft namelijk openingen voor een oplossing, die precies past binnen de bedragen die het college beschikbaar stelt. Spreker wijst erop dat hij niet vraagt om extra geld. Dat staat al in de scan en in de kadernota. Het gaat erom of het op die wijze gehonoreerd wordt.
De heer NOEVERMAN zegt bij interruptie dat hij in verwarring raakt. Met de motie wordt beoogd eventueel geld beschikbaar te stellen, volgens het voorstel van het college. Omdat hierop geen amendement is ingediend om dat te wijzigen, is iedereen het hiermee eens. Spreker vraagt of de enige vraag blijkbaar nog is waarvoor het geld precies beschikbaar wordt gesteld en hoe het wordt gelabeld.
De heer NOORDAM zegt dat de bedragen zijn vermeld in de scan. In de kadernota staan de bedragen die gehonoreerd worden. Daarbij is een verdeelsleutel opgenomen. De motie heeft betrekking op het feit dat de verdeelsleutel teruggebracht wordt naar 100% gemeente. Dat past binnen het bedrag als het losgelaten wordt op het DWA-rapport. Ook de toiletvoorziening zou gehonoreerd kunnen worden op dezelfde wijze, zoals staat in de scan.
De heer MULLER vraagt bij interruptie of de wens van de heer Noordam vervuld wordt voor € 20.000 plus € 15.000 incidenteel, inclusief € 4.400 structureel. Als dat het geval is en als die bedragen worden opgenomen en overeenkomen met de scan die al geaccordeerd is, heeft Gemeentebelang veel minder moeite met de motie.
De heer NOORDAM zegt dat Gemeentebelang en de indieners van de motie de oplossing anders aanvliegen. Wat de heer Muller zegt, is echter de essentie.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang akkoord kan gaan met de motie als het in de scans genoemde bedrag het maximumbedrag is dat besteed wordt. Als het niet als zodanig wordt vermeld, dan is dat voor Gemeentebelang niet acceptabel.
Wethouder BEENS zegt dat de gemeente uit coulance € 20.500 beschikbaar stelt voor aanpassing van de klimaatinstallatie; de gemeente is daartoe als verhuurder niet verplicht volgens het verhuurcontract. Het is aan de muziekschool dit bedrag al dan niet aan te vullen. Ook structureel wil het college de muziekschool tegemoetkomen met € 4.400 in verband met de verhoging van de energiekosten. Voorts wil het college € 15.000 beschikbaar stellen voor een toiletvoorziening.
Tezamen is dit het maximale bedrag, volgens het voorstel van het college.
De VOORZITTER concludeert dat de vraag is in hoeverre de motie past binnen het financieel perspectief dat het college vandaag op tafel legt. Daarover blijkt nog onduidelijkheid te bestaan.
Spreker geeft gelegenheid voor een derde termijn.
Derde termijn
De heer NOORDAM zegt dat met name het DWA-rapport de visie van VVD Lokaal heeft verbreed. In de commissievergadering is gesproken over een bedrag tot € 50.000. De dag daarop verscheen het DWA-rapport; toen ging het om bedragen van € 20.000, € 29.000 en € 49.000, waarbij een oplossing werd genoemd met zonnepanelen. Die discussie is nu teruggebracht naar een voorstel, waarmee ook de muziekschool kan instemmen. Dat betekent een aanpassing voor € 20.000, volgens het DWA-rapport. Dat past binnen het financieel en structureel perspectief. Daarmee is het probleem opgelost.
De VOORZITTER zegt dat het oorspronkelijke collegevoorstel is € 15.000 beschikbaar te stellen voor een toiletvoorziening en € 20.500 voor de luchtproblematiek. Daaraan wil het college nog een structurele component toevoegen van € 4.400. Het lijkt er volgens spreker op dat het pleidooi van de indieners van de motie in lijn ligt met dit collegevoorstel.
De heer KAHRAMAN zegt dat de motie aangepast kan worden als deze inderdaad binnen de uitgangspunten blijft, die staan in de kadernota.
De heer NOORDAM wijst erop dat in de motie al staat “passend binnen”.
De heer BERKHOFF zegt dat de Muziekschool de vrijheid wil hebben het totale bedrag op een andere manier te besteden dan in de scans staat: de toiletvoorziening zou geheel betaald worden en de installatie voor de luchtvochtigheid voor de helft. De muziekschool ziet dat liever omgedraaid. Spreker stelt voor de gelabelde bedragen los te laten en uit te gaan van een totaalbedrag.
De heer KAHRAMAN stelt voor de motie aan te passen: onder “Roept het college op” kunnen de tweede en derde bullet verwijderd worden, achter de eerste bullet moet dan staan “binnen de huidige financiële kaders”. Met die aanpassing zou het CDA de motie kunnen ondersteunen.
De heer BERKHOFF verzoekt om een korte schorsing.
De VOORZITTER merkt op dat het DWA-rapport nog niet kon worden bestudeerd. Hij wijst nogmaals op het collegevoorstel om de beide bedragen beschikbaar te stellen. Als de indieners van de motie daarbinnen de oplossing kunnen vinden, is de vraag of er een raadsuitspraak nodig is.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 15.10 tot 15.40 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer NOORDAM zegt dat nu de juiste snaar is gevonden: “De kosten voor klimaat en toilet passend binnen de vastgestelde kaders, groot € 36.000 door de Muziekschool vrij te besteden, om beide knelpunten te realiseren”.
De VOORZITTER merkt op dat dit bedrag een optelsom is van alle door het college genoemde bedragen.
Wethouder BEENS zegt dat VVD Lokaal alles wil optellen, maar dat dat alleen mogelijk is met de incidentele bedragen. Het structurele bedrag valt buiten de investeringen.
De heer NOORDAM zegt dat hij daarmee instemt.
De VOORZITTER zegt dat de motie is gewijzigd met de opmerking dat daarmee de incidentele componenten (€ 35.500) worden bedoeld.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 23 stemmen voor en 1 stem tegen (D66) en wordt aangenomen.
Motie 7 over onderzoek blijverslening
De fracties van D66 en VVD Lokaal dienen een motie in. De heer KLEIN VELDERMAN licht de motie toe. Om langer zelfstandig wonen voor meer mensen mogelijk te maken, is een omslag nodig in het denken en doen van burgers, gemeenten, corporaties, zorgaanbieders, zorgkantoren en ondernemers. Dat staat in de Kamerbrief Transitieagenda Langer zelfstandig wonen van 4 juni 2014. De minister voor Wonen en Rijksdienst en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport komen daarom met een transitieagenda. Een van de onderdelen daarin is de instelling van het Aanjaagteam Langer zelfstandig wonen om het proces in het land verder te brengen. In het rapport dat door het aanjaagteam is uitgebracht staan aanbevelingen waarvoor de indieners van de motie aandacht vragen met betrekking tot de blijverslening voor eigenwoningbezitters. De burger wordt gevraagd om niet alleen te willen anticiperen op langer thuis blijven wonen, maar het ook te kú́nnen. Dat vergt organisatievermogen en geld. De druk op de mantelzorgers neemt toe om zaken te regelen en woningaanpassingen zijn vaak duur. Bijna tweederde van de woningen is een eigen huis, maar lang niet iedereen kan een verbouwing zomaar betalen. Het aanjaagteam heeft daarom de blijverslening bedacht, samen met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Het is eén van de concrete gereedschappen waar voorzitter Norder trots op is: “Als je 85 bent, geeft een bank je vaak geen lening. En je geld zit in je huis. De blijverslening biedt dan een oplossing: de gemeente staat garant. Die krijgt de verbouwingskosten later terug uit de verkoop van je huis.” Het is de tegenhanger van de starterslening, ook uitgevoerd door het SVn. Ondertussen heeft het aanjaagteam er bij banken op aangedrongen zulke leningen te gaan verstrekken.
Constaterende dat:
- de gemiddelde leeftijd van inwoners van de gemeente Rijssen-Holten stijgende is;
- het Aanjaagteam Langer zelfstandig wonen recent een rapport heeft uitgebracht;
Overwegende dat:
- inwoners niet alleen door bezuinigingen gedwongen worden om langer thuis te blijven wonen, maar ook steeds vaker de wens hebben om langer zelfstandig te blijven wonen;
- dit echter woningaanpassingen vergt die over het algemeen duur zijn;
- inwoners op hoge leeftijd veelal geen lening van een bank meer kunnen krijgen, ondanks het feit dat hun woning meestal (bijna) vrij van hypotheek is;
- inwoners met een zogenoemde ‘blijverslening’ hun huis zelf levensloopbestendig kunnen maken, en dit mogelijk tot minder kosten voor woningaanpassingen (op basis van de Wmo) voor de gemeente leidt;
Verzoekt het college:
- kennis te nemen van het bovengenoemde rapport en, naar voorbeeld van de starterslening, te onderzoeken of een ‘blijverslening’ een uitkomst kan bieden bij het ondersteunen van inwoners om hun woning zelf levensloopbestendig te maken.
Vragenronde
De heer SCHEPPINK vraagt of de indieners van de motie zeggen dat zij eigenlijk een blijverslening willen instellen ook al staat in de motie dat het college wordt opgeroepen kennis te nemen van het rapport. Volgens spreker hebben de indieners al een standpunt ingenomen voor de blijverslening en zien zij liever dat het op die manier wordt verwoord.
De heer MULLER zegt dat het college wordt opgeroepen kennis te nemen van een rapport. Hij vraagt of de indieners van de motie daarmee veronderstellen dat de informatie uit dit rapport onbekend is in dit gemeentehuis.
Voorts vraagt spreker of het bekend is dat de blijverslening op dit moment als een hype bij veel gemeenten op de agenda staat. Daarbij is het opvallend dat er grote verschillen zijn in de verordening, met name in het financiële deel. Hij vraagt of de indieners een idee hebben van het financiële totaalplaatje of dat dat volgt vanuit het rapport.
De heer NOORDAM zegt dat de heer Scheppink een wens in de toekomst suggereert die niet in de motie staat. De heer Muller doet daar nog een schepje bovenop. Er wordt in de motie gevraagd het rapport goed te bekijken en het ter harte te nemen om vandaar uit te kijken of dit past binnen de gemeente Rijssen-Holten. Meer staat er niet.
Wethouder BEENS zegt dat er een sympathieke motie voorligt. Het klopt dat mensen proberen steeds langer zelfstandig te blijven wonen en daartoe maatregelen willen nemen. Begeleiding en sturing is daarbij noodzakelijk. Het college is daarom al begonnen dit in beeld te brengen. Samenvattend ondersteunt het college de motie en is bereid te onderzoeken of de blijverslening ook echt een blijverslening zou moeten worden voor Rijssen-Holten. Het college komt er te zijner tijd op terug, omdat er een bepaald bedrag aan gehangen moet worden. Zover is het op dit moment nog niet.
Tweede termijn
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de woorden van de wethouder precies aangeven wat de bedoeling is. De motie beoogt dat het college het rapport ter hand neemt, onderzoek doet en terugkomt met een regeling, waarover de raad te zijner tijd kan beslissen. De zojuist aan hem gestelde vragen zijn daarmee beantwoord. Spreker verzoekt de motie in stemming te brengen.
De heer MEIJERINK zegt dat de motie draait om het verzoek aan het college. De wethouder zei dat het college er al mee bezig is. De PvdA vindt het prima dat dit gebeurt en steunt de motie.
De heer SCHEPPINK zegt dat volgens de wethouder de motie eigenlijk al in uitvoering is, dat er al kennis genomen wordt van rapport en dat er al over de blijverslening wordt nagedacht. De motie is overbodig.
De heer NOORDAM vraagt bij interruptie of de heer Scheppink de vraag, die hij ook al heeft gesteld aan de heer Klein Velderman, stelt aan de portefeuillehouder.
De heer SCHEPPINK zegt dat de wethouder al heeft gezegd dat het college, na het onderzoek, bij de raad terugkomt met nadere adviezen. De vraag in hoeverre dit financieel impact heeft, hoeft niet beantwoord te worden, want de wethouder heeft gezegd dat de motie al in uitvoering is. De gemeente ligt volgens spreker mooi op schema.
De heer KAHRAMAN zegt dat de wethouder de motie overneemt en heeft gezegd dat er al een start is gemaakt. Dat zou voldoende moeten zijn. Het is aan de indieners de motie in stemming te brengen.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de wethouder “in beeld brengen” heeft gezegd. Daar is de wethouder mee bezig. Dat is voor de ChristenUnie voldoende en zij laat het aan de indieners over de motie al dan niet in stemming te brengen.
De heer MULLER zegt tegen de heer Noordam dat hij een vraag heeft gesteld aan de heer Klein Velderman, die door de wethouder is beantwoord. De wethouder heeft namelijk al kennis genomen van het rapport. Een beeld over de benodigde bedragen is nog niet gegeven, wetende dat er gemeenten zijn die hiervoor twee tot drie miljoen euro vrijmaken. Dat komt echter later aan de orde.
Gemeentebelang is akkoord met wat er staat in de motie.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
Motie 8 over herinrichting Europaplein zonder bovengrondse parkeerplaatsen
De fracties van de SGP en Gemeentebelang dienen een motie in. De heer JANSEN licht de motie toe. Naast het feit dat er weinig reuring is op en rondom het plein, is er lekkage in de parkeerkelder. De SGP is blij dat het college daarom heeft besloten tot herinrichting. Bij de herinrichting wordt echter rekening gehouden met een aantal parkeerplaatsen bovengronds. Dat lijkt geen goed idee, zeker omdat het plein gesitueerd is boven een grote parkeergarage.
Constaterende dat:
- er bij de geplande herinrichting van het Europaplein rekening is gehouden met een tiental bovengrondse parkeerplaatsen;
Overwegende dat:
- onder het Europaplein reeds een grote parkeergarage is gesitueerd;
- tijdens openingstijden van deze parkeergarage een deel van de beschikbare parkeerplaatsen onbezet blijft;
- de parkeergarage een uitgang heeft op de plek waar nu parkeerplaatsen gepland zijn;
- er een speelterrein is gepland op het nieuwe Europaplein en dit naar verwachting een flinke aantrekkingskracht heeft op kinderen;
- het niet wenselijk is dat er meer gemotoriseerd verkeer rondom het Europaplein komt;
- een autovrij Europaplein de verkeersveiligheid bevordert;
- de veiligheid van kinderen (en ouders) ons een groot goed is;
Verzoekt het college:
- het Europaplein zonder bovengrondse parkeerplaatsen in te richten.
Vragenronde
De heer NOORDAM zegt dat er een zinvolle motie voorligt, waar VVD Lokaal volledig achter staat. De architect heeft destijds een bepaalde gedachte gehad bij het plein, waarop geen auto’s geparkeerd moesten staan.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie de motie van harte ondersteunt. Het is overdone dat als er parkeergelegenheid in de buurt is, nog tien parkeerplaatsen te situeren op het Europaplein.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt het college waarom er parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden op het Europaplein.
De heer MEIJERINK zegt dat zijn illustere voorganger, de heer De la Haye geweldig blij zou zijn met de motie. Hij heeft altijd strijd gevoerd tegen blik op het Europaplein. In zijn voetsporen is de PvdA het van harte eens met de motie.
Wethouder AANSTOOT zegt dat toevoeging van de parkeerfunctie niet zozeer te maken heeft met een verkeerskundige noodzaak, maar ligt in het vergroten van de ruimtelijke en economische potentie van het plein. De toevoeging van een parkeerfunctie zorgt voor bezoek en bedrijvigheid op het Europaplein en wordt om die reden ook genoemd in de structuurvisie en gesteund door de ondernemers. De parkeerfunctie wordt gezien als een aanjager voor de omliggende detailhandel en diensten en draagt bij aan een beter vestigingsklimaat ter plaatse van ondernemers. Daarnaast ontstaat er beweging, traffic van, naar en op het plein, wat in elk geval op de potentiële panden langs de Rozengaarde en wellicht op de Elsenerstraat een positieve uitwerking krijgt.
Het plein wordt ingericht voor spelen, groen en ontmoeten. De toegang van de auto’s naar het Europaplein verloopt vanaf de Elsenerstraat. Er komt een duidelijk scheiding tussen spelen en verkeer.
Het college ontraadt de motie.
De heer JANSEN zegt dat de wethouder spreekt van een beter vestigingsklimaat. Spreker denkt dat er echter weinig winkels zijn in de omgeving met een dergelijk grote parkeergarage in de nabijheid. De tien parkeerplaatsen voegen daaraan niet veel toe.
Het college stelt voor dat er een interactieve speelvoorziening, met een ren-functie voor kinderen, moet komen als trekker. Volgens spreker is de gemeente niet gediend met meer traffic op het plein.
Debatronde
De heer KAHRAMAN zegt dat de vermenging van een speelplein met een verkeersfunctie de doorslag geeft voor het CDA om te zeggen de motie te ondersteunen. Het plein moet ingericht worden als verblijfsplein zonder gemotoriseerd verkeer.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er een belevingsplein komt, waar kinderen spelen. Daar horen geen auto’s thuis. De tien parkeerplaatsen zorgen niet voor veel meer traffic dan er nu is. D66 steunt de motie.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie bij haar standpunt blijft en ondersteunt de motie.
De heer BEUNK zegt dat Gemeentebelang zich aansluit bij de woorden van vorige sprekers, met name bij de woorden van de heer Berkhoff in de vragenronde. Gemeentebelang ziet niet de noodzaak van tien parkeerplaatsen om verkeer over het plein te krijgen, juist omdat het een verblijfsplaats is. Zij ziet het dan eerder als een belemmering dan een promotie ván.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
Motie 9 over bermverharding buitengebied
De fractie van VVD Lokaal dient een motie in. De heer NOORDAM licht de motie toe. Nadat vanmorgen het amendement over bermverharding in het buitengebied is aangenomen, wordt in deze motie aan het college gevraagd te komen met een inspanning om de veiligheid in het buitengebied af te ronden, zoals ooit door oud-wethouder Ligtenberg is bedoeld. De Broekweg is voor de helft uitgevoerd en daarna was misschien het geld op. Er hebben zich al gevaarlijke situaties voorgedaan en er is schade ontstaan aan auto’s.
Overwegende dat:
- de conditie van een aantal bermen langs asfaltwegen in het buitengebied ernstig te wensen overlaat;
- de bermen vooral bij natte weersomstandigheden worden stuk gereden;
- dit tot gevaarlijke situaties leidt voor het verkeer;
- er klachten zijn van weggebruikers over gevaarlijk uitgereden bermen en schade aan voertuigen;
- er in 2005 een aanvang is gemaakt met bermverharding langs diverse asfaltwegen in het buitengebied;
Spreekt uit dat:
- de uitgevoerde bermverharding langs bepaalde gedeelten heeft geleid tot een verbetering van de verkeersveiligheid en vermindering van bermschade;
- er sinds 2005 geen vervolg is gegeven aan het verder verbeteren van de verkeersveiligheid op andere gedeelten van de asfaltwegen in het buitengebied;
- het aanbrengen van bermverharding leidt tot verbeterde verkeersveiligheid en er ontstaat minder schade aan voertuigen en het voorkomt klachten;
Roept het college op:
- de raad een voorstel te doen tot financiering teneinde de asfaltwegen in het buitengebied de komende jaren te voorzien van bermverharding;
- te onderzoeken of subsidiefondsen beschikbaar zijn die voor financiering aangewend kunnen worden.
Vragenronde
De heer NIJKAMP zegt dat er vandaag een amendement is aangenomen om een extra bedrag hiervoor geld vrij te maken. In de scans zit een A-, B-, C-oplossing van € 17.500, € 35.000 en € 55.000. De scans blijven staan voor de komende jaren. Spreker vraagt wat de heer Noordam met zijn motie beoogt: moet er concreet geld vrijgemaakt worden of moeten de scans geparkeerd blijven voor de komende jaren?
De heer BEUNK zegt dat VVD Lokaal aangeeft “teneinde de asfaltwegen in het buitengebied de komende jaren te voorzien van bermverharding”. Gemeentebelang gaat ervan uit dat hiermee bedoeld wordt: de verharde wegen.
Gemeentebelang heeft vanmorgen het amendement mede-ingediend, waarbij zij ervan uitging dat de gemeente ‘sober en veilig’ al hanteert en dat dit een extra plus is. Als het de bedoeling is van de motie alle wegen in kaart te brengen om te kijken naar de haalbaarheid, dan wil Gemeentebelang daar nog een keer over nadenken. Om daaraan al direct financiën ten grondslag te leggen, lijkt voorbarig.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het college van oordeel is dat uitbreiding van het programma voor aanleg bermverharding uit verkeersveiligheidsoverwegingen niet direct aantoonbaar noodzakelijk is. Ook uit oogpunt van beheer en onderhoud is het niet noodzakelijk de stroken uit te breiden. Op de meest kwetsbare en gevaarlijke situaties zijn stroken gerealiseerd binnen het uitvoeringsprogramma in 2005 en daaropvolgende jaren. Momenteel loopt er een onderzoek naar de verkeersveiligheid van de wegen in het buitengebied. Als er op basis van dat rapport aanbevelingen worden gedaan om door middel van grasbetonstenen de veiligheid van de wegen in het buitengebied te verbeteren, dan wordt dit nader beoordeeld. Als dit financiële gevolgen heeft, komt het college daarmee terug bij de raad. Het college ontraadt daarom de motie.
Debatronde
de heer NOORDAM zegt dat het antwoord geen recht doet aan de problematiek van het buitengebied van de afgelopen tijd. Spreker nodigt de wethouder uit zelf een keer de situatie waar te nemen en te luisteren naar klachten van de inwoners in het buitengebied. De schade is afgelopen winter heel ernstig geweest.
Spreker nodigt de heer Beunk uit het verslag uit 2005 te lezen. Daarin staat dat het gaat over asfaltwegen.
De indieners van de motie willen dat het college de raad dit jaar, of eventueel volgend jaar, een plan aanbiedt om het hele buitengebied te voorzien van grasbetonstenen voor veilige bermen. Het mag een plan zijn met een uitloop van vijf of zes jaar. Daarna moet het plaatsen van grasbetonstenen in het buitengebied gerealiseerd zijn.
De heer BERKHOFF vraagt bij interruptie of het uitgangspunt van VVD Lokaal is dat alles voorzien moet zijn van grasbeton.
De heer NOORDAM zegt dat dat niet nuttig zou zijn bij een weg waarop niemand mag rijden of iets dergelijks. Spreker gaat ervan uit dat alle begaanbare wegen – alle asfaltwegen, volgens het voorstel van destijds ‑ hiervan worden voorzien.
De heer G. KREIJKES zegt dat volgens de wethouder de noodzaak met het oog op de verkeersveiligheid niet is aangetoond. De motivatie van destijds was dat aanleg van grasbetonstenen gebeurde om te voorkomen dat schade wordt geleden aan de wegen. Mogelijk is vooral het zware landbouwverkeer daaraan debet.
Er loopt blijkbaar al een onderzoek. Dat sluit volgens spreker naadloos aan bij de voorliggende motie. Het voorzien van grasbetonstenen langs alle asfaltwegen in het buitengebied moet in kaart gebracht worden. Het college moet daarmee terugkomen bij de raad. Als ook in beeld gebracht wordt wat het gaat kosten, kan de raad daarover spreken. Voor spreker is dat de strekking van de motie. Om die reden ondersteunt de SGP de motie.
De heer NIJKAMP zegt dat hij de motie zo leest, dat het college wordt opgeroepen in de meerjarenbegroting middelen vrij te maken. Het antwoord van de heer Noordam, dat het de bedoeling is het hele buitengebied op termijn te voorzien van grasbetonstenen, kan spreker begrijpen, maar hij wil daaraan geen geld koppelen. Wel kan er gekeken worden naar subsidiemogelijkheden et cetera. Waar spreker problemen mee heeft, is de financiering.
De heer BERKHOFF zegt dat ook de ChristenUnie aanhikt tegen de zinsnede “een voorstel te doen tot financiering … “. Door nu de financiering te regelen, wordt het al definitief. Met de woorden van de heer G. Kreijkes kan de ChristenUnie wel leven: het college moet komen met een goed voorstel voor wat er de komende tijd allemaal moet gebeuren, wat dat kost en op welke termijn alles gerealiseerd moet worden als de raad inderdaad vindt dat dit moet gebeuren. Hij stelt de heer Noordam voor de betreffende zin iets te wijzigen in de strekking van de woorden van de heer G. Kreijkes.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij het voorstel van de heer G. Kreijkes sympathiek vindt. De heer Noordam zou er goed aan doen dat over te nemen. In dat geval heeft de motie de steun van D66.
De heer BEUNK sluit zich aan bij de woorden van de heer Klein Velderman.
De heer MEIJERINK zegt dat de PvdA voorstander is van een stip op de horizon in het kader van veilige bermen in het buitengebied.
Spreker heeft het gevoel dat de heer G. Kreijkes een goed voorstel heeft gedaan: breng alles goed in kaart en kom te zijner tijd met voorstellen naar de raad.
Wethouder AANSTOOT zegt dat de aanleg van grasbetonstenen destijds is gestart als een onderhoudbeheermaatregel om bermschade te herstellen en te voorkomen. Het lopende verkeersonderzoek richt zich met name op de verkeersveiligheid en is niet zozeer een beheermaatregel. Voorts is er het voorstel alle verharde wegen in het buitengebied te voorzien van grasbetonstenen, met uitzondering van enkele wegen die nagenoeg niet gebruikt worden en waar de veiligheid optimaal is.
Als gevraagd wordt in kaart te brengen of alle wegen kunnen worden voorzien van grasbetonstenen, dan is dat volgens spreker een kwestie van extrapoleren van de scans. Dat kan vrij snel gedaan worden en ook kan inzichtelijk gemaakt worden wat het gaat kosten.
Tweede termijn
De heer NOORDAM zegt dat de motie wordt aangepast. Bij de eerste bullet onder “Roept het college op” kunnen de woorden “tot financiering” weggelaten worden.
De VOORZITTER zegt dat de heer Noordam de volgende aanpassing voorstelt. Onder “Roept het college op” luidt nu de eerste zin: de raad een voorstel te doen teneinde de asfaltwegen in het buitengebied de komende jaren te voorzien van bermverharding.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 16.15 tot 16.25 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer NOORDAM zegt dat de motie nogmaals is gewijzigd onder “Roept het college op”:
- de raad een voorstel te doen daar waar mogelijk de verharde wegen in het buitengebied te voorzien van bermverharding;
- de benodigde kosten hiervoor in beeld te brengen;
- te onderzoeken welke subsidiefondsen beschikbaar zijn die voor financiering aangewend kunnen worden.
Derde termijn
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt wordt wat precies wordt bedoeld met “daar waar nodig”. Daarover kan veel discussie ontstaan. Volgens spreker was het de bedoeling dat het gaat om alle wegen, met uitzondering daar waar het niet kan.
De heer NOORDAM zegt dat hier volgens de zojuist verwoorde wijziging staat: “daar waar mogelijk”.
Wethouder AANSTOOT zegt dat hij blij is dat “tot financiering” uit de motie is gehaald. Dit zou namelijk een gigantische claim gelegd hebben op de toekomst.
Naar aanleiding van de oproep in de motie aan het college om onderzoek te doen daar waar mogelijk grasbetonstenen inzake veiligheid en beheerkosten langs de verharde wegen in het buitengebied te leggen, zegt spreker dat dit onderzoek gedaan kan worden. Daarvoor vraagt hij onderzoeksgeld, want dat vergt een degelijke operatie. Hij stelt voor daarvoor bij de begroting met een voorstel te komen, waarover de raad een besluit kan nemen en het onderzoek in 2017 onderzoek wordt.
De heer G. KREIJKES zegt dat de raad in dat geval ook graag de onderzoeksopdracht wil zien. Het college komt hierop in elk geval terug bij de behandeling van de begroting.
De VOORZITTER vraagt of de tekst moet zijn “daar waar mogelijk onderzoek te doen”.
De heer NOORDAM zegt dat dat niet juist is. De motie is als volgt gewijzigd:
- de raad een voorstel te doen daar waar mogelijk de verharde wegen in het buitengebied te voorzien van bermverharding.
De VOORZITTER zegt dat de wethouder aangeeft dat hij een onderzoek wil doen om alles in beeld te brengen en daaraan ook de kosten wil koppelen. Omdat de voorliggende motie kennelijk verder gaat dan wat de wethouder wil, moet de motie in stemming worden gebracht.
De heer NIJKAMP zegt dat voor het CDA “een voorstel” gelezen moet worden als “een onderzoek”. Als dat niet de bedoeling is, gaat het CDA niet akkoord met de aangepaste motie. Het CDA wil nadrukkelijk een onderzoeksopdracht zien. Het gaat om nogal een groot bedrag als alle verharde wegen voorzien moeten worden van bermverharding. “Een voorstel” gaat verder dan “een onderzoek”
De heer MEIJERINK zegt dat bij interruptie dat “dat daar waar mogelijk” iets inhoudt van onderzoek. Daar waar mogelijk houdt ook in daar waar niet mogelijk.
De heer NIJKAMP zegt dat er bomen langs een weg staan, waar geen bermverharding aangebracht kan worden om wortelschade te voorkomen. Dat wordt bedoeld met “daar waar mogelijk”.
De heer MEIJERINK zegt dat daar onderzoek voor nodig is en daarin zit de koppeling.
De VOORZITTER zegt dat het een goed gebruik is, dat de indiener van de motie de duiding van de motie aangeeft. De heer Noordam heeft gezegd dat het geen onderzoek is, maar een voorstel.
De heer NOORDAM zegt dat hij begrijpt dat de wethouder zegt dat hij met de motie kan leven, maar dat hij daarvoor onderzoek moet doen, waarvoor hij geld vraagt.
De heer HAASE verzoekt om een schorsing om duidelijkheid te verkrijgen.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 16.30 tot 16.35 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering. Het buitengebied is groot en het is daarom goed dat er passende aandacht voor is.
De heer NOORDAM zegt dat de motie onder “Roept het college op” als volgt is gewijzigd:
- een onderzoek te doen naar daar waar mogelijk de verharde wegen in het buitengebied te voorzien van bermverharding;
- de benodigde kosten hiervoor in beeld te brengen;
- te onderzoeken welke subsidiefondsen beschikbaar zijn, die voor financiering aangewend kunnen worden.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het college kan leven met het uitvoeren van dit onderzoek. Het college komt bij de begrotingsbehandeling met een kredietvoorstel voor uitvoering van het onderzoek. Spreker stelt voor dat onderzoek uit te voeren in 2017. De raad kan vervolgens beslissen in welke fasering uitvoering moet plaatsvinden.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
Motie 10 over scan dynamisch verlichten fietsroutes buitengebied
De fracties van VVD Lokaal en ChristenUnie dienen een motie in. De heer NOORDAM licht de motie toe.
Langs de N350 wordt momenteel led-verlichting geplaatst. De indieners van de motie willen nu ook kijken naar andere plekken in de gemeente, waar dynamische verlichting van fietsroutes wenselijk is.
Overwegende dat:
- de diverse scholen in de gemeente Rijssen-Holten veel schoolgaande kinderen hebben vanuit de buurtschappen en de omliggende plaatsen en er daardoor meerdere fietsroutes zijn;
- dat er op deze fietsroutes met name in het buitengebied een goede verlichting te wensen overlaat;
- diverse kruispunten niet of nauwelijks verlicht zijn, wat in de wintermaanden tot onoverzichtelijke en gevaarlijke situaties leidt.
Spreekt uit dat:
- de schoolgaande jeugd zich op veilige en voldoende verlichte wegen moet kunnen verplaatsen;
Roept het college op:
- een voorstel uit te werken om de fietsroutes te onderwerpen aan een scan waarin onoverzichtelijke en onveilige situaties in kaart gebracht worden;
- de raad op basis van deze scan een voorstel te doen tot financiering teneinde het niveau van de fietsroutes op een sober maar veilig niveau van verlichting te brengen.
De heer NOORDAM vult aan dat bij “schoolgaande jeugd” in de motie ook moet staan: ouders, docenten en andere weggebruikers.
Vragenronde
De heer HAASE zegt dat de SGP er voorstander van is dat het beheer van de openbare ruimte minimaal op het niveau sober en veilig is. In dat opzicht ligt er een sympathieke motie voor.
Spreker vraagt of datgene wat is vermeld onder “Roep het college op” niet het beleid is wat hier in huis wordt gevoerd. Het kan ook zijn, zoals een beetje tussen de regels door te lezen is, dat hieruit opgemaakt kan worden dat sober en veilig volgens de indieners van de motie onvoldoende is. Er wordt namelijk ook al een beetje voorgesorteerd op te nemen maatregelen, zoals dynamische verlichting van fietsroutes, al komt dat in de motie verder niet terug.
De wethouder heeft al een aantal keren gezegd dat er momenteel een onderzoek loopt naar de verkeersveiligheid in het buitengebied. Het lijkt spreker vanzelfsprekend dat fietsroutes daarvan onderdeel uitmaken.
De heer BEUNK zegt in het verlengde van de woorden van de heer Haase, dat Gemeentebelang benieuwd is of de wethouder de uitkomst van het onderzoek al kent en of daarin de opdracht is meegegeven te kijken naar de verlichting.
De heer NIJKAMP zegt dat er veel fietsroutes in de gemeente zijn, ook grensoverschrijdende fietsroutes. Spreker vraagt hoe het college hierin aankijkt tegen samenwerking met buurgemeenten.
Er is al net al gesproken over het lopende onderzoek rondom de verkeersveiligheid in het buitengebied, met name met betrekking tot de kruispunten. Volgens spreker ligt hier een belangrijke relatie.
Naar aanleiding van het tweede punt onder “Roept het college op”, waar het gaat over de financiering, speelt hier hetzelfde aspect als bij de vorige motie.
De heer MEIJERINK zegt dat hij zich aansluit bij de woorden van de heer Nijkamp. Eerst moet een en ander goed in kaart worden gebracht, daarna moet bekeken worden wat er moet gebeuren en wat dat eventueel gaat kosten. Als dat het geval is, kan de motie op de warme steun van de PvdA rekenen.
De heer BERKHOFF zegt dat de motie erop is gericht eerst de scan te doen om in beeld te brengen wat er nodig is. Vanuit die intentie heeft de ChristenUnie de motie mede-ondertekend.
Vorig jaar, terwijl toen ook het beleid sober en veilig gold, is raadsbreed een motie aangenomen voor de aanleg van verlichting tussen Rijssen en Holten. Op dat moment zijn er geen vragen gesteld of de gemeente wel voldeed aan sober en veilig. Iedereen was overtuigd van de noodzaak dat daar verlichting moest komen. De intentie van de indieners van deze motie is ook andere plaatsen in beeld te brengen, waar veel jeugd fietst. Misschien is daar het aanbrengen van verlichting ook noodzakelijk. In de commissie kan op dat moment besproken worden of er iets moet gebeuren.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij de motie zo interpreteert dat fietsroutes, waar heel veel jeugd fietst, bekeken moeten worden vanuit het beeld vanuit de fietser en niet vanuit het algemene beeld van de weggebruiker. Daarbij moet ook gekeken worden naar de onoverzichtelijke situaties. Geprobeerd moet worden daar maatregelen te nemen.
Wethouder AANSTOOT zegt dat de gemeente voldoet aan sober en veilig, ook in het buitengebied, ook al staat er af en toe misschien een lichtmast in het groen. Als mensen aangeven waar dat het geval is, lost de gemeente dat direct op.
In het lopende onderzoek zijn niet specifiek de fietsroutes opgenomen. Wel zitten daarin de verkeersongevallencijfers, ook als er fietsers betrokken zijn bij ongevallen.
In het verleden is terughoudend omgegaan met het plaatsen van verlichting in het buitengebied. Enkele jaren geleden is een besluit genomen om in het kader van het project “Bewust verlichten” minder verlichting in het buitengebied aan te brengen. Verlichting van kruispunten, wegafslagen, T-splitsingen en dergelijke is behouden in het kader van de verkeersveiligheid. Ook zijn er extra lichtmasten geplaatst op sommige plekken die als onveilig werden beschouwd.
Het college is van mening dat er niet op grote schaal sprake is van onveilige situaties. In incidentele gevallen is in het verleden bij terechte klachten al overgegaan tot het verlichten van gevaarlijke kruispunten. Het college onderschrijft niet de noodzaak tot het doen van een onderzoek. Mocht een onderzoek plaatsvinden, dan moet rekening gehouden worden met een kostenpost van € 10.000.
Debatronde
De heer NOORDAM merkt op dat er op de weg van Bathmen naar Holten, op het punt waar de Doorlopendedijk wordt doorsneden, één zielig peertje staat. Daar fietsen dagelijks tientallen kinderen langs. Op een regenachtige dag is het er onveilig voor de kinderen en ook voor de kruisende automobilisten. Het college onderschrijft de motie niet en zegt dat het overal veilig is. Spreker houdt echter zijn hart vast. Er is nog een aantal van dit soort plekken in het buitengebied en hij nodigt iedereen uit daar eens te gaan kijken. In de motie wordt gevraagd te letten op de veiligheid van de kinderen. Achter de motie ligt dezelfde intentie als bij de bermverhardingen. In de komende jaren moet ervoor gezorgd worden dat de situaties in beeld gebracht en opgelost worden. Iedereen moet ervan overtuigd zijn dat er alles aan is gedaan om veilige schoolroutes te creëren.
Misschien is het inderdaad zo dat bestaand beleid wordt bevestigd. Spreker heeft begrepen dat de gemeente voldoet aan sober en veilig. Er kunnen echter lange discussies ontstaan over de vraag of dat inderdaad het geval.
De heer Nijkamp gaf aan dat er diverse grensoverschrijdende fietsroutes zijn. Wat spreker betreft kan de gemeente daarover in gesprek kunnen gaan. Het gaat om een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
De financiering kan wat spreker betreft op eenzelfde basis geregeld worden als bij de bermverharding.
De heer BERKHOFF zegt dat de wethouder een opmerking maakte over de ongevallenstatistiek om te bekijken of ergens wel of niet maatregelen nodig zijn. Volgens spreker wordt op deze manier de put gedempt als het kalf verdronken is. De gemeente moet zorgen ongevallen voor te zijn.
Spreker stelt voor onder “Roept het college op” de tweede bullet weg te halen en het college op te roepen bij de begrotingsbehandeling te komen met een voorstel voor € 10.000 voor het doen van een onderzoek naar de fietsroutes en de onveilige situaties in beeld te brengen. De indieners van de motie willen zichzelf niet achteraf, als er toch iets zou gebeuren, het verwijt maken dat alles nog net voldeed aan sober en veilig, maar dat zij er toch iets meer aan hadden moeten doen.
De heer BEUNK zegt dat het gaat om verkeersveiligheid, om sober en veilig en om subjectieve veiligheid. Nu in het buitengebied toch al wordt gekeken naar bermverhardingen, zou dit onderzoek naar fietsroutes in hetzelfde onderzoek meegenomen kunnen worden.
De heer KLEIN VELDERMAN onderschrijft die woorden van de heer Beunk. Het gaat vooral om de veiligheid en er moet niet alleen gekeken worden naar plekken waar al ongevallen hebben plaatsgevonden. Het is verstandig nu te onderzoeken waar eventueel aanpassingen nodig zijn, zodat dat te zijner tijd aan de raad wordt voorgelegd en vervolgens te komen tot een plan van aanpak en een besluit.
De heer NIJKAMP zegt dat als de strekking van de motie inhoudt het doen van onderzoek, het CDA zich daarin kan vinden. Mogelijk kan het gekoppeld worden aan onderzoeken die al uitgevoerd gaan worden.
De heer HAASE zegt dat een koppeling met andere onderzoeken een heel goed plan is. Het is wel redelijk duidelijk waar de meeste knelpunten zitten. Wellicht kan men pragmatisch en efficiënt te werk gaan in het onderzoek. Het zou goed zijn deze discussie, die al vaak is gevoerd in de commissie, een keer te beëindigen. Als de motie wordt aangepast op het doen van onderzoek, eventueel gekoppeld aan een ander onderzoek, dan gaat de SGP daarin mee.
De heer MEIJERINK zegt dat de heer Nijkamp de spijker op zijn kop slaat. De PvdA sluit zich daarbij aan.
Wethouder AANSTOOT zegt dat de fietsroutes niet zijn opgenomen in het lopende onderzoek. Wel wordt in het kader van de verkeersveiligheid gekeken naar situaties, zoals in het voorbeeld dat de heer Noordam gaf van een kruispunt waar slechts één peertje brandt. Een koppeling met een ander onderzoek lijkt simpel. Waar mogelijk, zal dat gedaan worden, maar wellicht is er een heel andere expertise nodig.
Spreker herhaalt zijn woorden, dat in het huidige onderzoek de verkeersongevallencijfers meegenomen worden. Niet meer en niet minder.
De heer HAASE vraagt of er een groot onderzoek nodig is om te kijken waar veel fietsverkeer is. Als bekend is waar fietsroutes lopen, is immers ook bekend waar de kruispunten zijn in donkere gebieden.
Wethouder AANSTOOT zegt dat redelijk goed bekend is waar de fietsroutes zijn. In de commissie is ook gezegd dat bekend is waar in de fietsroutes een open structuur is. Er zal nog een keer goed gekeken moeten worden waar dat wel en waar dat niet het geval is. Daarnaast moet bekeken worden wat het kostenplaatje is.
De heer BERKHOFF zegt bij interruptie dat de wethouder onduidelijk is in zijn reactie en zegt dat de gemeente best iets wil doen, maar dat het allemaal moeilijk is. Spreker vindt dat de motie in stemming gebracht moet worden, waarbij het tweede aandachtspuntje weggelaten wordt en waarbij aangedrongen moet worden op het maken van een goede scan. Als de wethouder een kostenplaatje geeft van het onderzoek, kan de raad daarover beslissen. Zoals het nu is gezegd door de wethouder, blijft het allemaal te vrijblijvend.
De VOORZITTER vraagt of VVD Lokaal instemt met het schrappen van de tweede bullet in de motie onder “Verzoekt het college”.
De heer NOORDAM vraagt om een schorsing.
De voorzitter schorst de vergadering van 16.53 tot 16.55 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer NOORDAM zegt dat de motie als volgt wordt gewijzigd onder “Verzoekt het college”: het tweede aandachtspuntje verdwijnt volledig. Wat overblijft is: roept het college op een voorstel uit te werken om de fietsroutes te onderwerpen aan een scan, waarin onoverzichtelijke en onveilige situaties in kaart gebracht worden.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
Wethouder BEENS zegt dat de meicirculaire een voordelig structureel positief resultaat had van € 101.000,--. Met de laatste twee moties heeft de raad ongeveer € 100.000 structureel uitgegeven en incidenteel ongeveer € 500.000.
De VOORZITTER zegt dat de moties en amendementen zijn besproken en behandeld. Wat voorligt is de vraag of de raad instemt met de kadernota.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel met inachtneming van de aangenomen moties en amendementen.
9 Sluiting
De VOORZITTER zegt dat er nog gelegenheid is voor de raad om iets te drinken. Sommigen hebben al laten weten wát zij gaan drinken.
Gezamenlijk weet de raad zich verantwoordelijk voor de inwoners van Rijssen-Holten om de goede keuzes te maken. Er ligt een resultaat voor in een meerjarenperspectief, waarover vanmorgen waarderende woorden zijn gesproken. Hier en daar heeft de raad een correctie aangebracht, maar de toekomst kan op een verstandige manier tegemoet gegaan worden.
Spreker sluit de vergadering om 17.00 uur.
De VOORZITTER spreekt het ambtsgebed uit.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 22 september 2016.