Raad 26 juni 2015
- Datum:
- 26-06-2015
- Tijd:
- 10:00 - 18:45
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- A.C. Hofland
- Griffier:
- H.A.J. van de Vliert
- Notulist:
- G.B. Aanstoot-Stam, E.J.H. Linssen-Nijland
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | A.C. Hofland |
SGP | A.J. Scheppink, dr. E.G. Bosma, dr. J. Noeverman, G. Kreijkes, ir. A.S. Haase, J.W. Reterink en R. Jansen |
CDA | drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | J. Berkhoff, J. van Veldhuizen, mr. W.L. Riezebos-Tessemaker en N.J. Otten |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Beunk en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | J.J.A. ter Keurst en S. Kök |
VVD | F.W. Noordam en E.J.W. Deijk |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe |
D66 | ir. H. Klein Velderman |
Griffier | H.A.J. van de Vliert |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, B.D. Tijhof, A.C. van Eck |
Pers | 3 |
Publiek | 17 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering met het ambtsgebed en heet allen welkom bij deze raadsvergadering over de kadernota.
De vergadering wordt niet rechtstreeks uitgezonden door Radio 350, maar op 27 juni 2015 doet wethouder Beens tijdens de uitzending van Radio 350 verslag van de vergadering. Radio 350 is bezig met het oprichten van een politieke redactie. Het zou mooi zijn als er daarmee meer aandacht op de radio voor het raadswerk naar voren komt.
Als beginnummer voor hoofdelijke stemming wordt getrokken nr. 24, de heer Van Veldhuizen.
2. Spreekrecht burgers
Er hebben zich geen insprekers gemeld.
3. Vaststellen agenda
De heer BOSMA deelt mee dat hij zich onthoudt van deelname aan de beraadslagingen en de stemming over motie 5A, uitbreiding van de Brekeldschool.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Algemene beschouwingen
De VOORZITTER zegt dat er per fractie ongeveer vijf minuten spreektijd is. Daarna is er een korte schorsing, waarin het college zich beraadt op een reactie. Na de reactie van het college volgt er één termijn, waarin de fracties op elkaars beschouwingen kunnen reageren.
De heer SCHEPPINK van de fractie van de SGP krijgt het woord.
“Voorzitter, zoals u weet staan de letters SGP voor Slim, Gewicht en Profiel. De Staatkundig Gereformeerde Partij staat immers in een traditie van bijna honderd jaar van slim opereren en legt met haar inhoudelijke argumenten heel wat gewicht in de schaal en doet dat met een duidelijk profiel. Om steeds op dat niveau te kunnen acteren, is het echter wel van belang om twee zaken niet na te laten, namelijk dromen en herbronnen.
Voorzitter, waarvan dromen wij mannenbroeders bij de SGP dan? Ik zal een tipje van de sluier oplichten. In onze dromen over de nu al prachtige gemeente Rijssen-Holten doemt het beeld op van een nog fijnere gemeente. Een gemeente waarin ruimte is voor en rekening gehouden wordt met christelijke normen en waarden. Een gemeente die zich richt op haar kerntaken. Een gemeente waar burgers dingen zelf aanpakken. Een gemeente als vangnet voor kwetsbaren. Een gemeente die financieel gezond is. Een gemeente waar het goed werken en ondernemen is.
In september bespreken we de herziening van de strategische visie en zeker het terrein Economie en werk en de visie daarop zullen we dan zeker nog met elkaar bespreken. Ook de structuurvisie op het centrum van Rijssen is in ontwikkeling. Vooral de leegstand van winkels en de manier waarop we deze problematiek actief gaan aanpakken zullen we nauwlettend volgen. Een compact maar krachtig centrum moet het doel zijn en vooral geen droom blijven.
Voorzitter, vandaag behandelen we de kadernota 2016-2019, waarin de totale lasten voor de inwoners van Rijssen-Holten niet stijgen. Er is ruimte gemaakt om nieuwe ambities vorm te kunnen geven. Na jaren van bezuinigen kunnen we als een van de weinige gemeenten weer investeren. En dat moeten we vooral slim doen. Gelukkig heeft het college dat ook begrepen. Succesvolle projecten als het Deltaplan kunnen voortgezet worden, graag werken we deze plannen samen met het college verder uit.
Plannen om verder te investeren in onderwijs zijn in ontwikkeling. Eén goed voorbeeld daarvan zijn de plannen voor de bouw van twee lokalen voor een tussenvoorziening voor het speciaal onderwijs. Dat levert niet alleen financiële winst (minder vervoerskosten), maar ook maatschappelijke winst op. Kinderen die gewoon in hun eigen woonplaats samen met hun broertjes, zusjes en vriendjes naar school kunnen; voor sommige gezinnen in onze gemeente een droom.
Een investering in een levend carillon levert niet alleen mooie klanken op, maar is ook een plicht die we aanvaard hebben bij de overdracht in 1998. Daarom een motie van de SGP om dit unieke klokkenspel actief te laten bespelen.
Bij het stadhuisorgel moeten we het college er toe oproepen om dit erfgoed te behouden, ondanks een eerdere motie in 2013. Daarom stellen we de raad nu voor hier middelen voor vrij te maken, zodat de wethouder Cultuur nu eindelijk eens met een goed voorstel kan komen.
Wij vonden het minder slim van het college om de tarieven van het zwembad fors te verhogen. Dat mag wel wat minder, want tarieven verhogen betekent niet ook automatisch meer inkomsten. Daar komt bij dat zwemvaardigheid erg belangrijk is voor de veiligheid van vooral kinderen in wijken met veel waterpartijen. Immers oefening baart kunst, zwemmen moet dus betaalbaar blijven.
De motie om bij wegreconstructies iets meer te investeren, waardoor de openbare ruimte gelijk ingericht kan worden volgens het principe Duurzaam Veilig en waarbij het openbaar groen een renovatie kan krijgen, zullen we graag mede indienen. Duurzaam investeren is vaak ook slim investeren.
Dat geldt ook voor de middelen die gereserveerd staan om de problematiek rondom de Skeelervereniging op te lossen. Nogmaals investeren in een veredelde parkeerplaats op een privéterrein zien wij niet zitten. Dat is geen duurzame en ook geen slimme oplossing. Het is tijd om keuzes te maken.
Voorzitter, het is mijn stellige overtuiging dat niet alle dromen bedrog zijn. En dat zal vandaag blijken. We hebben er alle vertrouwen in dat op zijn minst een aantal van onze dromen vandaag realiteit wordt. Dat doen we door zelf moties in te dienen of door het steunen van goede moties, ingediend door andere raadsfracties. Is na vandaag dan het SGP-ideaal bereikt? U zult begrijpen dat dat niet het geval is.
De Bijbel houdt ons voor dat een stad, ook Rijssen, niet in één enige dag gebouwd wordt. Iedere keer proberen we stapsgewijs dichter bij ons ideaal te komen. En hoewel u ons vandaag hebt leren kennen als echte dagdromers, zijn we realistisch genoeg om niet te vervallen tot een naïef maakbaarheidsideaal. En dan komen we als vanzelf bij het tweede onmisbare element om Slim, Gewichtsvol en met Profiel politiek te bedrijven: herbronning.
Voorzitter, om te weten waar je naartoe gaat, moet je ook weten waar je vandaan komt. Ons vertrekpunt is helder: de Bijbel. De onuitputtelijke bron van het Woord van God inspireert en normeert ons iedere keer weer om politiek te bedrijven. Het heeft God behaagd Zijn wil aan mensen te openbaren. God wil dat mensen tot Zijn eer en tot welzijn van hun naasten leven. Niet alleen puur voor zichzelf, maar ieder heeft een verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn Schepper en ten opzichte van zijn medemensen. En hoewel er nu nog veel onvolkomen is op deze aarde en het ideaal of droombeeld wel nooit bereikt zal worden, weten we één ding zeker: Gods koninkrijk breekt zich al meer aan en zal als Christus wederkomt volkomen zijn. De realiteit behoedt ons voor al te naïeve idealen, dat we de werkelijkheid wel eens naar onze eigen hand kunnen zetten. Bovendien laat de realiteit van Gods koninkrijk ons de betrekkelijkheid zien van al het aardse.
Voorzitter, eens sprak de Heere Jezus Christus met de zussen Maria en Martha over het stellen van de juiste prioriteiten in het leven van een mens. De altijd nijvere en ijverige Martha diende haar Heere met haar huishoudelijke taken. Ik denk dat de bevolking van onze gemeente wel wat wegheeft van Martha: altijd in de weer en druk met van alles en nog wat. De verstilde Maria zat aan de voeten van de Heere en ontving van Hem geestelijk onderwijs. Het ergerde Martha dat Maria haar niet hielp en ze zei er dan ook wat van. De Heere Jezus antwoordde: ‘Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen; Maar één ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden.’ (Lukas 10: 41 en 42) Welk deel bedoelde de Heere Jezus? Bij een andere gelegenheid legde Hij zelf uit wat dat goede deel nu is: ‘Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.’ (Mattheüs 6: 33). Dat betekent dat Jezus niet het verzorgen verbiedt, maar stelt dat het veel belangrijker is om eerst het hemels koninkrijk en Gods gerechtigheid te zoeken. De rest ontvang je vanzelf.
Wij wensen de bevolking, het college, de ambtenaren en onze mede raads- en commissieleden van Rijssen-Holten nog veel dromen, maar bovenal Gods onmisbare zegen toe. Natuurlijk danken we ook allen die hard gewerkt hebben aan de totstandkoming van deze kadernota en zeker ook de bodes die deze dag mede mogelijk maken. Maar last but not least wil ik nog even de aandacht vestigen op de positie van de politie in onze gemeente. Hebben zij aan het einde van de termijn van deze kadernota nog een bureau in onze gemeente? Wij kunnen ons niet voorstellen dat dat niet zo is. Als SGP-fractie hebben we daar veel voor over. Ook daarin moeten we slim investeren.”
De heer KAHRAMAN van de fractie van het CDA krijgt het woord
“Voorzitter, de economische situatie in Nederland en de wereld blijft de politieke agenda bepalen. De afgelopen dagen is de situatie met Griekenland en de euro tot een dramatisch niveau gedaald. Griekenland is een voorbeeld van een overheid die de uitgaven niet in evenwicht heeft met haar inkomsten. Griekenland is een voorbeeld voor overheden van wat er gebeurt als je niet vroegtijdig anticipeert op financieel moeilijke tijden.
Wij kunnen ons gelukkig prijzen dat de gemeenteraad van Rijssen-Holten wel vroegtijdig heeft ingezien dat er maatregelen genomen moeten worden om de crisis door te komen. Doordat wij vroegtijdig hebben bijgestuurd, hebben wij de effecten van de crisis kunnen dempen voor onze inwoners en bedrijven. Waar de meeste gemeenten nog moeten bezuinigingen, is onze gemeente al weer bezig om op de juiste plekken te investeren. Deze investeringen zijn nodig om straks nog beter uit de crisis te komen. De crisis wordt het meest gevoeld door de mensen die zonder werk thuis zitten. Werkloosheid blijft het grootste zorgpunt voor onze gemeente in de ogen van het CDA. Het CDA heeft de afgelopen jaren het op orde krijgen en houden van de werkgelegenheid in onze gemeente als het belangrijkste aandachtspunt bestempeld. Wij zijn zeer te spreken over het feit dat het college de werkgelegenheid als eerste prioriteit heeft behouden door een tweede deltaplan in te stellen.
Vandaag is een dag om vooruit te kijken. Met de Kadernota 2016-2019 wordt de eerste stap voor het begrotingsjaar 2016 gezet. Als we naar het financiële plaatje kijken dan sluit de begroting ieder jaar ruim in de zwarte cijfers. Wij zijn als CDA zeer tevreden over deze kadernota. Deze is een prima vertaling van het coalitieakkoord en de wensen die geuit zijn in de begrotingsvergadering.
We tellen in Rijssen-Holten veel maatschappelijke verbanden die jongeren en volwassen veel goeds brengen. Denk aan onze kerkelijke gemeenten, het jeugd- en jongerenwerk en bijvoorbeeld de scouting. Allemaal gemeenschappen waar mensen goed met elkaar omgaan, waar jongeren aan hun talenten kunnen werken en waarvan het vrijwilligerswerk de drijvende kracht is. Wat een enorme maatschappelijke waarde.
Het erkennen van deze maatschappelijke waarde staat centraal in onze politiek. Het CDA vertegenwoordigt mensen die in elkaar en de samenleving geloven, die niet alleen leunen op de overheid, of overal marktwerking willen zien. Mensen, buurten, sportclubs, scholen, kerken, zorginstellingen, bedrijven: ze leveren allemaal een unieke bijdrage aan de samenleving. We willen al die mensen en organisaties het vertrouwen geven om te doen waar ze goed in zijn. Mensen en bedrijven weten vaak zelf heel goed hoe dingen geregeld moeten worden. In ons verkiezingsprogramma hebben we dan ook gesteld dat we tegen verdergaande professionalisering en bureaucratisering van zorg en hulpverlening zijn, waarmee eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief verstikt raken.
Als CDA komen we met de motie ‘maatschappelijke smeerolie’ bedoeld om mooie initiatieven vanuit de samenleving eenmalig een duwtje in de rug te geven. Projecten die bijdragen aan de sociale cohesie of het welzijn en welbevinden van burgers kunnen eenmalig op een bijdrage rekenen. Maatschappelijke projecten kunnen daarmee van de grond komen en aantonen dat ze zelfstandig bestaansrecht hebben. Jaarlijks willen we daarvoor € 10.000 beschikbaar stellen.
Een ander thema uit het sociale domein waar we aandacht voor blijven vragen is het onderwijs. Op het gebied van onderwijs, spraken we in november over de Bosschool en de Haarschool. Waar de Bosschool helaas de deuren moet sluiten, zijn we blij dat de Haarschool een nieuw onderkomen mag gaan bouwen. Daarmee zijn we er, wat het CDA betreft, dan ook niet. Onderwijs blijft een onderwerp waarin geïnvesteerd moet blijven worden. Het college heeft mogelijkheden daarvoor het afgelopen jaar ook voortvarend opgepakt, denk aan het Bouwgilde, de opleiding Transport & Logistiek en de Schildersschool. Blijvende aandacht is echter nodig om kansen op het gebied van ICT, zorg & welzijn en mechatronica werkelijkheid te laten worden.
Reeds eerder hebben we betoogd dat het belangrijk is dat het centrum Holten wordt afgerond. Essentieel hierbij is dat er een goede 2e ontsluiting komt van Kalfstermansweide. De beantwoording van onze vragen over de stand van zaken over de plannen voor de aanleg van de verbindingsweg tussen Kalfstermansweide en de Dorpsstraat waren teleurstellend. Wij verwachten dat het college zo spoedig mogelijk met een nieuw alternatief voorstel komt. Voor ons is hierbij het uitgangspunt dat voorkomen moet worden dat er een laad- en losplek aan de Dorpsstraat komt omdat dit ernstig afbreuk doet aan de kwaliteit van het centrumplan.
Een van onze doelstellingen is dat we het platteland vitaal willen houden. Sociale ontmoeting is hierbij belangrijk. Door de sluiting van de Bosschool dreigt een ontmoetingsplek voor de jeugd te vervallen en is men aangewezen op Het Trefpunt. Dit gebouw is aan vernieuwing toe. Wij komen daarom met een motie om hier € 100.000 voor te reserveren als bijdrage in de nieuwbouwplannen. Het Trefpunt moet het kloppend hart worden van de buurtschap Espelo voor jong en oud.
Het CDA heeft de sport altijd als een belangrijk bindmiddel in de samenleving gevonden. Daarnaast draagt sport ertoe bij dat mensen vitaal en gezond blijven. Ondanks de belangrijke rol die de sport inneemt hebben wij de afgelopen jaren ook op de sport moeten bezuinigen. De keuze die hierin gemaakt is, raakt een viertal verenigingen in onze gemeente onevenredig. Daarom zullen wij als CDA mede-indiener zijn van een motie die dit recht zet. Daarnaast hebben wij als CDA in de begrotingsvergadering het college verzocht om naar de problematiek van de velden bij Blauw Wit 66 te kijken. Wij zijn verheugd dat het college de aanleg van een kunstgrasveld heeft opgenomen in deze kadernota. Volgend jaar bestaat de vereniging 50 jaar. Met een kunstgrasveld kan deze vereniging mooie en gezonde volgende 50 jaren tegemoet gaan.
Voorzitter, het garanderen van de veiligheid van onze burgers is een belangrijk taak van onze gemeente. De signalen die we de afgelopen maanden hebben ontvangen, verontrusten ons. Een voorbeeld daarvan is dat in één op de vier PRIO-1 meldingen, situaties die mogelijk levensbedreigend zijn, de politie te laat arriveert. De streefnorm van de politie zelf is om in 85% van de meldingen binnen een kwartier aanwezig te zijn. Rijssen-Holten haalt deze streefnorm bij lange na niet; deze is namelijk 74,43% voor onze gemeente. Rijssen-Holten heeft op Tubbergen na de slechtste aanrijdtijden van de politie in Overijssel.
Daarnaast is de landelijke politieorganisatie voornemens om een politiebureau in cluster West Twente te sluiten. Dat wil zeggen dat het politiebureau in Rijssen óf Nijverdal moeten sluiten. In gesprekken die wij hebben gevoerd met agenten, wordt onze zorg daarin gedeeld. De agenten geven aan dat de sluiting van het bureau de dienstverlening aan de burger niet ten goede komt.
Daarom doet het CDA nogmaals een dringend beroep op de burgemeester om alles op alles te zetten om het politiebureau in Rijssen open te houden. Voorzitter, Het wordt tijd dat de overheid ophoudt met haar doorgeslagen efficiency denken. Op veiligheid van onze burger kan en mag er meer niet bezuinigd worden.
Voorzitter, Ik wil afsluiten met het college en ons ambtelijk apparaat te bedanken voor het werk wat zij hebben verzet en wens u veel succes met de uitvoering van uw werkzaamheden.”
De heer BERKHOFF van de fractie van de ChristenUnie krijgt het woord.
“Voorzitter, vandaag bespreken wij de eerste kadernota van de nieuwe coalitie. Een nota die uitvoering geeft aan het beleidsakkoord, dat ruim een jaar geleden gesloten is tussen de vier partijen.
Namens de fractie van de ChristenUnie mag ik u nu voor de eerste keer meegeven hoe wij tegen deze nota aankijken.
Toen wij in de nieuwe raadsperiode met ons werk begonnen, stond ons een zware opgave te wachten met onder andere de invoering van drie decentralisaties en het slechte economische klimaat in ons land. Terugkijkend kunnen wij concluderen dat er heel veel werk verzet is en dat wij over de invoering en uitvoering tevreden kunnen zijn. Toch moet hiervoor doorlopend aandacht blijven, omdat vooral in individuele gevallen er nog knelpunten kunnen ontstaan. Met elkaar moeten wij zorgen voor een goede verdere transformatie en daarbij is het van belang om zoveel mogelijk burgers, organisaties en kerken te betrekken.
Ook ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers blijft een belangrijk punt van aandacht.
Onze burgers zo spoedig mogelijk betrekken bij besluitvorming en bij uitvoering van genomen besluiten, blijft voor de komende periode een uitdaging. Goede communicatie is daarbij van groot belang. Dit vergt een grote inspanning van het college, de raad en van onze ambtenaren.
Er zijn allerlei signalen dat het economisch klimaat verbetert, maar de werkloosheid blijft onverminderd hoog en stille armoede komt nog steeds in veel gezinnen voor. Gelukkig laten de werkloosheidscijfers vooral de laatste maanden een duidelijke uitstroom zien bij het UWV. Met name de bouwsector trekt aan. Dit is goed nieuws voor veel gezinnen uit onze gemeente, die na een periode van werkloosheid weer perspectief hebben. Wij zien daarbij met veel belangstelling uit naar de uitwerking van het Participatiepact. Stimulering van de werkgelegenheid blijft een grote uitdaging. Een goede samenwerking tussen het bedrijfsleven en de gemeente is er gelukkig, maar blijft ook meer dan noodzakelijk.
Helaas blijft een goed minimabeleid van groot belang. Ook de precaire positie van veel ZZP-ers behoeft onze aandacht. Ook zien wij de gevallen van schuldsanering in onze gemeente alleen nog maar toenemen. Het blijft noodzakelijk om ook daar een vinger aan de pols te houden.
Voorzitter, de voor ons liggende kadernota laat een positief beeld zien van de financiële situatie van onze gemeente. Het financieel perspectief laat een ruim overschot zien en er is nu sinds jaren weer ruimte voor nieuw beleid. Dat nieuwe beleid, met name gericht op het terugdringen van de werkeloosheid en het versterken van de economie van onze gemeente, kan op onze steun rekenen. Er wordt weer geïnvesteerd in onze gemeente. Dit is goed voor burgers en bedrijven.
Onderwijs is een belangrijke bouwsteen in onze samenleving. Goed onderwijs is een garantie voor de toekomst. Er is in de vorige periode veel geïnvesteerd in nieuwe schoolgebouwen. En ook het komende jaar worden hier weer middelen voor vrijgemaakt. Wij zijn blij met de bouwplannen voor de nieuwe Haarschool, de uitbreiding van Reggesteyn en de speciale voorziening bij de Brekeldschool.
Het voortgezet onderwijs vormt de brug tussen onderwijs en bedrijfsleven. Een aantal nieuwe opleidingen zijn reeds met steun van de gemeente in onze gemeente gevestigd en ook het komende jaar zal verdere uitbreiding plaatsvinden. Zo wordt het onderwijsaanbod in onze gemeente steeds breder. Dit is een prima ontwikkeling die we graag verder uit willen bouwen, bijvoorbeeld met een opleiding op het gebied van Zorg. Initiatieven daarin willen wij graag ondersteunen.
Ook de sport heeft een belangrijke functie in onze maatschappij. Bewegen is goed voor jong en oud. Velen maken reeds gebruik van de vele voorzieningen in onze gemeente en vooral de zwembaden hebben een belangrijke functie. Wij zijn dan ook blij dat er ruimte gemaakt wordt in de begroting voor de bouw van een nieuw binnenbad in Rijssen. Nu ook nog een nieuwe sporthal en wij zijn helemaal tevreden.
De ChristenUnie is van mening dat sport voor iedereen beoefend moet kunnen worden en waar dat financieel niet mogelijk is, van uit de gemeente ondersteuning geboden moet worden.
Het langslepende probleem omtrent de huisvesting van de Skeeler- en schaatsvereniging Rijssen moet snel en duurzaam opgelost worden. Wij zijn dan ook blij dat er reeds een bedrag van € 100.000 beschikbaar is gesteld, maar zijn wel van mening dat er een nadere uitwerking moet komen van de beschikbare middelen en deze middelen bij voorkeur niet geïnvesteerd moeten worden in een privé-terrein. Hiervoor komende wij dan ook met een motie.
Er is de laatste al jaren al veel geïnvesteerd in de dorpskom Holten. Kalfstermansweide is bijna klaar en we mogen tevreden zijn over het resultaat Er is een mooie, ook voor toeristen aantrekkelijke kern ontstaan.
In Rijssen wordt nu de binnenring aangepakt en de plannen voor het centrum naderen hun voltooiing. Wij zijn blij met de manier van aanpak. Burgers en bedrijfsleven worden op alle mogelijke manieren betrokken bij -en hebben inspraak gehad op de planvorming.
Voorzitter, naast welvaart is ook welzijn van burgers van groot belang. Wij zijn geschrokken van de recente publicaties over het bovenmatige alcoholgebruik, met name onder jongeren. Wij wachten met spanning op de uitkomsten van het vorig jaar vastgestelde Alcohol preventie- en verbeterplan. Vooral voor de ouders is hierbij een belangrijke taak weggelegd. De gemeente en haar partners moeten alles in het werk stellen om te vroeg, te veel en te vaak drinken tegen te gaan.
Cultuur vervult een belangrijke functie en met cultureel erfgoed moet je behoedzaam omgaan. Wij zijn blij dat het beeld Vissers van mensen alsnog haar plaats in het gemeentehuis heeft gekregen en hopen ook dat ons mooie stadsorgel haar plaats kan behouden. Een motie daarover zullen wij mede ondertekenen en -indienen.
Ten slotte wil ik het college en de ambtenaren danken voor het vele werk dat zij verzet hebben bij de voorbereiding van deze kadernota. Maar bovenal komt de dank toe aan onze God en Vader, die ons iedere keer de kracht geeft om ons werk te doen en in wiens afhankelijkheid wij mogen leven. Vanuit zijn woord geeft hij ons ook van uit Jeremia 29 de boodschap mee: Zoek vrede voor de stad, waarin ik u in ballingschap heb gevoerd Bid ervoor tot de Heere, want in haar vrede zult u vrede hebben.”
De heer MULLER van de fractie van Gemeentebelang krijgt het woord.
“Voorzitter, het gaat om de beschouwingen op de kadernota 2016-2019, maar toch wil ik graag even een actueel onderwerp aan de orde stellen.
In de gisteren uitgekomen lijst, de Top 50 van beste Nederlandse gemeenten van Elsevier 2015, heeft Rijssen-Holten de 32e plaats behaald. Dus de 32e plaats, en het zij u vergeven, dat Blaricum en Bloemendaal hoger scoren dan Rijssen-Holten. Staan in de Top 50 is een topprestatie, maar uiteraard tegelijkertijd ook weer een ambitie voor 2016, die wij graag willen meegeven.
Voor periode 2016 -2019 ligt er een stabiele financiële basis. Er is enthousiasme over de investeringsmogelijkheden. Laten we wel in redelijkheid constateren dat drie aspecten incidenteel voor 2016 ingezet worden: € 2,2 miljoen uit een dekkingsreserve, € 900.000 uit overheveling 2014 en € 370.000 OZB gerelateerd aan de omslagrente rioleringsinvesteringen.
Ook blijft er nog altijd de zekerheid van de mogelijke onzekerheden.
De overheidsbijdragen blijven verrassend variabel en er woedt strijd in gemeenteland over de verdelingsmethodiek.
De financiële effecten van de drie decentralisaties zijn nog steeds niet volledig bekend. Wij sluiten niet uit dat beter zicht op de zorgvraag tot meer en dan ook terechte uitgaven gaat leiden.
De eerdere bezuinigingsbesluiten leiden tot extra weerstand. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst. Op papier zijn de besparingen ingeboekt, maar de praktijk is weerbarstiger, zoals blijkt uit de scans van de kadernota die wij hebben bestudeerd zoals deels aan de orde komt vandaag.
Onze mening over enkele van de vele praktische zaken.
Met betrekking tot samenwerking in de regio. Vanuit Hellendoorn en Wierden komen er signalen dat de WT-4 niet meer als strevenswaardig wordt beschouwd. Gemeentebelang kan er heel goed mee leven als de samenwerking beperkt blijft tot duidelijke win-winprojecten met één of meerdere buurgemeenten. Deelname aan het basispakket van Twente geeft voorlopig al drukte genoeg. En de voorbereidingen op de decentralisaties bewijzen in elk geval de kracht, nut en noodzaak van Twente.
Met betrekking tot onderwijs.Gemeentebelang deelt de grote betrokkenheid in deze gemeente met goed onderwijs in álle facetten en is extra blij met de aandacht voor, en daar komt ‘ie, de Haarschool. Veel waardering is er voor de ouders en het schoolbestuur, die samen de hele raad hebben geïnformeerd en blijkbaar hebben overtuigd van de noodzaak voor een gezonde en veilige leeromgeving. Wij zijn blij met de raadsbrede betrokkenheid hierbij.
Met betrekking tot Samen Zorgen. De Decentralisaties blijven de agenda domineren. Het is lastig om een volledig beeld te krijgen. Het effect van de kortingen op Huishoudelijke Hulp moet nog komen; dit moeten wij nog zien. Gemeentebelang rekent op een coulante benadering bij de grensgevallen.
Voor de tegemoetkoming verzekering Chronische Zieken en Gehandicapten is aanzienlijk meer geld beschikbaar dan besteed. Wij vertrouwen erop dat het college deze doelgroep in 2016 heeft bereikt en ondersteunt.
Wij hebben waardering voor de ambtelijke organisatie die ons bij de les houdt, goed informeert en blijft informeren.
De ondersteuning voor mantelzorgers en de vele vrijwilligers is van groot belang. Terecht is het voorstel gedaan om eerdere bezuinigingen hierop aan te passen.
Met betrekking tot Cultuur en Sportvisie. De sportieve ambities die tegelijkertijd aanwezig zijn met bezuinigingsoperaties leiden tot de bekende politieke spagaat. En ze zijn ook aan elkaar gekoppeld. Er mogen geen verenigingen ten onder gaan.
Voor Gemeentebelang houden kunstgrasvelden ook na 2016 de hoogste prioriteit vanwege de intensieve en gevarieerde gebruiksmogelijkheden.
Vorige week was de Pelmolen nadrukkelijk in beeld bij het RTL-programma Go Cycling. De Pelmolen als een symbool voor Rijssen. Dat is eens een keer wat anders. Alhoewel, net naar de folderdiscussie kijkend, zijn er veranderingen gaande.
De Pelmolen haar museale omgeving zijn ons dierbaar en het Twentse Reggegebied is een ontwikkelingskans voor Rijssen-Holten en zeker aanvullend aan de Sallandse heuvelrug.
Met betrekking tot Ondernemen en Werk. Deltaplan 2 betreft een hoog bedrag zonder concrete invulling. Die zwakte is ook de sterkte. Op zoek en werkend aan de economische ambities. Het vraagt vertrouwen om een dergelijk bedrag beschikbaar te stellen met zo'n beperkte onderbouwing. En dat geven wij. Niet vrijblijvend, wel met blijvende afstemming.
De investeringsimpuls voor de centrumfunctie Rijssen moet helpen de aantrekkelijkheid te verhogen. De sfeervolle aankleding van het Tusveldplein kan een inspiratie zijn voor het Europaplein. En dan uiteraard onder gezellige carillonklanken, die dit geheel dan ondersteunen.
Om het project Holten Dorpsstraat en Smidsbelt succesvol af te ronden is een betere toegang tot de Kalfstermansweide noodzakelijk. Nu de voorkeursoptie wegvalt, geldt: “als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan” en dan wel graag met vaart. Gemeentebelang blijft tegenstander van het laden en lossen en pick-up service aan de Dorpsstraat / Smidsbelt.
Betreffende de Brandveiligheid op de Borkeld is het meedenken en betrekken van de bewoners zeker nuttig, maar het traject moet zonder vertragingen tot afronding komen. De wensen voor een herkenbare en bereikbare politie en het bureau zijn u allen bekend.
Betreffende het Vitaal Platteland. De Bosschool was meer dan een leslocatie. Het was het kloppend hart, zoals gezegd is, van het onzichtbare lichaam het “Splo”. De transplantatie van dit hart naar 't Trefpunt ondersteunen wij van harte.
Met betrekking tot gemeentelijke heffingen. Gemeentebelang constateert tevreden dat de gemiddelde lokale lasten niet stijgen boven de inflatiefactor. Het college stelt voor om het voordeel van de lagere omslagrente op de rioleringskosten te neutraliseren met een OZB-stijging. Dit kunnen wij billijken vanwege de inzet van die middelen. Nog altijd zullen de gemiddelde gemeentelasten per huishouden circa € 100 per jaar onder het landelijk gemiddelde blijven.
Betreffende de hondenbelasting komen wij met een voorstel om deze niet hoger dan kostendekkend te begroten.
Een kader betreft hoofdlijnen. De uitwerkingen vragen nog veel overleg in dit gebouw en deze zaal.
Gemeentebelang wenst u allen en uiteraard het college veel succes bij de uitvoering en dankt de ambtelijke organisatie voor hun uitstekende bijdrage.”
De heer TER KEURST van de fractie van de PvdA krijgt het woord.
“Geachte voorzitter, een aantal weken geleden plofte dit krantje op mijn deurmat. Ik zal het ook rechts laten zien. Op het voorblad een vriendelijk lachende André Scheppink, stoer tussen de wanden van een steenoven staand, alsof hij wel eens voor hetere vuren had gestaan. En aangezien ik mij graag breed informeer, begon ik te lezen.
Al lezend bekroop mij het gevoel van een déjà vu, maar ik kon het niet goed plaatsen. Was ik nu een beknopte, oranje-blauw gekleurde versie van het coalitieprogramma aan het lezen? Of een dito versie van het collegeprogramma? Of las ik nu een oranje-blauw uittreksel van de Kadernota 2016 en verder? Immers, de onderwerpen kwamen mij zo bekend voor:
• Werk met werk maken;
• Werk en Economie / Deltaplan;
• Verduurzaming gebouwen;
• Uitbreiding Brekeldschool;
• Investeren in centrum Rijssen.
Om er maar een paar te noemen. Er zaten er zowaar een paar bij die de Partij van de Arbeid uit het hart zijn gegrepen.
Toch voelde ik mij wat ongemakkelijk bij het lezen van dit oranje-blauwe uittreksel van de Kadernota. Ik miste iets, maar ik kon nog niet duiden wat ik miste. Ach, wat zou het. Het zou me nog wel een keer te binnenschieten.
Terug naar de Kadernota, voorzitter. Een Kadernota met een nog beter perspectief dan vorig jaar november bij de begroting. Het structureel perspectief stijgt van € 686.000 naar € 826.000 in 2019 en het incidenteel perspectief stijgt van € 1.973.000 naar € 2.745.000 in 2019.
We hebben wel eens andere tijden gezien, tijden dat wij met moeite de begroting rond kregen op € 200.000 in de plus.
Hij lijkt dus weer goed te gaan en dus is de tijd van investeren aangebroken. En eerlijk is eerlijk, zo groot ben ik dan ook wel, er zitten aardig wat voorstellen in, waar zelfs de Partij van de Arbeid zich in kan vinden. Ik noem er enkele:
• Nieuwbouw Haarschool Holten, weliswaar met vertraging, maar toch;
• Uitvoering Duurzaamheidsvisie;
• Versterking Centrumfunctie Rijssen;
• Uitbreiding Reggesteyn;
• Kunstgras Blauw-Wit;
• Uitbreiding Brekeldschool;
• ServicePunt Vrijwilligerswerk;
• Wegreconstructies na rioolvervanging;
• Uitzenden van de vergaderingen.
Maar voorzitter, niet alles wat er blinkt is louter goud. Immers, bij een perspectief als hiervoor geschetst, was het vorig jaar volstrekt onnodig geweest om de Hondenbelasting als Algemeen heffingsmiddel te gaan gebruiken.
Bij het huidige perspectief is het niet langer noodzakelijk om de Jeugdledensubsidie aan te pakken.
We missen een plan van aanpak omtrent het Kulturhus dat in zwaar financieel weer begint te geraken.
En er was nog iets … . Ik weet het weer. Nu weet ik weer wat ik gemist heb in dat oranje-blauwe uittreksel van de SGP: de OZB. De SGP had verzuimd in haar oranje-blauwe variant van de Kadernota te vermelden wat er met de OZB zou gaan gebeuren. En het gaat nog wel om de meest spectaculaire handeling met betrekking tot de OZB ooit. Iets waarmee de SGP-fractie geschiedenis zal gaan schrijven. Een stijging van, jawel, 7%. Nooit eerder in de geschiedenis van Rijssen of Rijssen-Holten is dit gebeurd. Nooit eerder heeft de SGP zo’n verhoging toegestaan. Integendeel, huizenbezitters konden ervan op aan dat de SGP altijd de stijging van de OZB tot een minimum zou weten te beperken. Tot vandaag. Vandaag is de dag van de ommekeer.
Was het vorig jaar de hondenbezitter die een poot werd uit gedraaid, nu zijn huizenbezitters en eigenaren van panden de sigaar. Zij draaien op voor het ontstane structurele tekort op het rioolfonds door de lagere rentetoerekening. Of zij even jaarlijks € 370.000 willen bijpassen via de OZB. 0,7% inflatiecorrectie en 6,3% extra verhoging van de OZB.
En dan probeer ik mij voor de geest te halen hoe dit zou vallen bij bijvoorbeeld ‘good old’ Gerrit Steunenberg, ooit jarenlang raadslid voor de SGP. De man van de gevleugelde uitspraak: “Het slechtste voorstel ooit!”. Gerrit Steunenberg kennende zou hij woedend zijn, witheet. En dan is het opeens niet zo’n goed idee meer om in een steenoven te gaan staan.”
De heer NOORDAM van de fractie van de VVD krijgt het woord.
“Voorzitter, geachte collegeleden, leden van de raad, geachte aanwezigen. De zon schijnt buiten, we hebben eigenlijk een prachtige dag, we hadden ook in dit huis een prachtige dag kunnen hebben, maar dat pakt heel anders uit vandaag.
Voor ons ligt vandaag ter beoordeling de begroting van 2014 en stellen we de kaders vast voor de komende jaren. We sluiten 2014 definitief af en doen dat met een sluitende begroting die tot tevredenheid stemt. Daarvoor onze dank en onze waardering.
Ook kijken we naar de door het college aangedragen programma’s voor de komende jaren en de bijbehorende financiën. Voorzitter, die programma’s stemmen ons tevreden. Natuurlijk hebben we zo onze eigen ideeën en onze eigen wensen en die zullen we dan ook middels moties naar voren brengen. Maar, de financiële basis om de ambitie te betalen, is er één om te huilen. Zeg maar rustig, dat is er één om te janken.
Mocht u nou, lopende mijn toespraak, door emoties overmand worden, dan heb ik een presentje voor u. Dat is een zakdoek; dan kunt u uw tranen deppen, indien nodig.”
De VOORZITTER: U reikt nu zakdoeken uit aan het college met daarop “Kadernota 2016”. Ik stel vast dat dit de € 50 niet te boven gaat, dus wij kunnen dit aanvaarden.
De heer NOORDAM: “Voorzitter, dan geeft u zich niet volledig bloot wat er op de zakdoek staat, want u ziet daarop een gouden huisje geborduurd met daarboven donkere wolken.
In de veronderstelling dat u ook nu tranen kunt krijgen, heeft u een hulpmiddel bij de hand.
Donkere wolken boven de huizenbezitters en boven de bedrijven. Daar gaat vandaag de discussie om: u gaat bij een deel van de bevolking de lasten behoorlijk verzwaren en bij een ander deel geheel niet. Nee, nog gekker: een deel van onze inwoners gaat het deel betalen van de andere inwoners, omdat deze wat terug krijgen. Maar, dat snapt helemaal niemand. Je kunt je afvragen: is het dan een probleem dat niemand het snapt? Voorzitter, voor ons wel, want de OZB verhogen met maar liefst 7% voor die huizenbezitters en bedrijven, is beschamend. U wijkt daarmee af van een bestendige gedragslijn. Deze systematiek is er één van rechtsongelijkheid.
Ik ben benieuwd hoe de fracties omgaan met de discussies over het orgel en het carillon. Ja, want dat is ook om te huilen, hoor, maar u hebt gelukkig een zakdoek. Voorzitter, ik vraag mij af: weten we hier wel wat een motie inhoudt? In 2013 zijn er ook moties over het orgel en het carillon ingediend. Dat gaan wij vandaag weer doen, twee jaar later. Wij zijn hier nu toch, dus laten wij nog een keer beginnen.
Ja, die moties zijn ingetrokken in 2013. In getrokken? Ja, met de gedane toezeggingen van het college zijn er twee moties ingetrokken. Hoe kan het dan dat nu die twee moties weer ingediend worden? Ja, je zegt toe, je trekt het in, je doet het niet en dan dien je het weer in.
Je doet het niet? Hoe zit het nou? Is er te weinig gedaan met de gedane toezeggingen. Ik durf te stellen: ja, er is te weinig gebeurd. Dat betekent dat wij als VVD, en ik roep u allen op om datzelfde te doen, altijd zullen verzoeken om een motie in stemming te trekken, niks meer motie intrekken. Hebt u de zakdoek nog nodig?
Voorzitter ik wil het kort houden.
Wij zijn wel enthousiast over de plannen 2016-2019 en wij zien graag de verdere invulling hiervan tegemoet.
Vanaf deze plaats wil ik de griffier met zijn medewerkers bijzonder bedanken voor de ondersteuning in de aanloop naar de kadernota. Ik verzoek de voorzitter onze dank ook over te brengen aan de organisatie voor het tot stand komen van de kadernota en het altijd klaar staan van die organisatie bij het beantwoorden van vragen.”
De heer DE KOE van de fractie van Lokaal Liberaal krijgt het woord.
“Ik zal niet zo’n melodramatische verhaal vertellen als zojuist gebeurd is, maar regeren is en was wel vooruit zien. Na zware jaren van bezuinigingen ligt er nu een begroting voor ons die degelijk is en waar enige begrotingsruimte ligt. Lokaal Liberaal wil het college, ambtenaren en andere betrokkenen danken voor deze begroting, en wil met name het maatschappelijk middenveld danken voor het realiseren van de bezuinigingen van de afgelopen jaren.
Gelukkig kunnen we nu vooruitzien met enige ruimte in de begroting. Echter, er liggen ook grote uitdagingen voor ons. De zorg is gedecentraliseerd. De ambtenaren en de werkgroep decentralisaties houden de raad continu op de hoogte over de stand van zaken en zorgen ervoor dat wij weten hoe een en ander landt in de samenleving.
De scherven van de economische crisis zijn voor een deel opgeraapt, de restanten liggen nog voor ons. De werkloosheid in de gemeente Rijssen-Holten is hoger dan die in 2008 was. We scoren gemiddeld. En gemiddeld is voor Lokaal Liberaal, maar met name voor een ondernemende gemeente als Rijssen-Holten, niet voldoende. Wij zijn dan ook blij dat het college Deltaplan 2 oppakt, en al is de uitvoering ons nog niet geheel helder, wij willen wel het college daarin steunen.Regeren is vooruit zien, kansen creëren, kansen grijpen als ze voorbij komen.
Recreatie en toerisme is een belangrijke economische drager in deze gemeente. Dat zal de komende jaren alleen nog maar belangrijker worden. Kansen op dit vlak moeten worden gegrepen. Een wielermuseum, zoals nu in de scans stond, was op dit moment niet een heel realistische kans, maar het is wel een kans om Holten meer elan te geven dan het nu heeft. Wij verzoeken het college dan ook om kansen te creëren en kansen te grijpen die voorbij komen, niet alleen als het gaat over recreatie en toerisme, maar in het algemeen om de economie en de werkgelegenheid weer aan de praat te krijgen.
Er is ruimte vrijgemaakt voor het realiseren van de Haarschool, een onuitstelbare investering. Verder is er ruimte gevonden voor het realiseren van een kunstgrasveld bij Blauw Wit en heeft de skeelervereniging een van € 100.000 meegekregen. De skeelervereniging en de sportraad zullen nu verder in actie moeten komen, het budget complementeren en komen met een uitgewerkt plan om dit te realiseren. Als Lokaal Liberaal zijn we blij dat de begrotingsruimte die nu aanwezig is, voor een deel wordt ingezet voor sport en bewegen. Dat is goed voor jong en oud, maar ook goed voor het vestigingsklimaat van de gemeente Rijssen-Holten.
Wij zullen met deze begrotingsruimte nogmaals het verzoek doen de kleiduivenschietvereniging een eenmalige tegemoetkoming te doen, zodat wij op deze manier deze nare geschiedenis kunnen afsluiten.
Verder zijn wij mede-indiener van een amendement om te komen tot een ander verdeelmodel en de verlaging van de bezuinigingtaakstelling op sport. Op korte termijn moeten wij komen tot een eerlijker verdeling van de te realiseren bezuiniging op sport. Wij zouden dan ook erg blij zijn als dit amendement het zou halen.
Regeren is vooruit zien. Op korte termijn een bezuiniging realiseren is mooi, maar later een grotere rekening gepresenteerd krijgen is funest. Verduurzamen en efficiënt inzetten van je geld is van groot belang. Daarom is het van groot belang dat er bij wegreconstructies zoveel mogelijk toekomstgericht en duurzaam zaken worden opgepakt.
En, ja voorzitter, daar is hij toch weer: de hondenbelasting. Vandaag mede mogelijk gemaakt door Gemeentebelang. Voor Lokaal Liberaal is de hondenbelasting een doorn in het oog. Wij hebben in het verleden dan ook enkele keren hier wat aan te doen. Echter, echter zonder succes. Het voorliggende voorstel is minder verstrekkend, maar een stapje in de goede richting. En, zoals u van ons gewend bent, wij zijn meer voor het halve ei dan voor de lege dop.
Verder ligt er een voorstel van de SGP om de stijging van de zwembadtarieven enigszins te verlagen. Regeren is wel vooruitzien en wij zijn blij dat het college nu gaat reserveren voor het nieuw te realiseren zwembad in Rijssen-Holten, maar de voorzieningen die wij nu hebben, zijn niet zodanig dat wij het een zwemparadijs kunnen noemen. Wij hebben concurrerende tarieven en dat moeten wij zo houden. Het zwembad moet een laagdrempelige en toegankelijke voorziening zijn in deze gemeente.
Voorzitter, al met al een degelijke begroting, waar andere gemeenten jaloers op kunnen zijn. Het neemt niet weg dat de bezuinigingen die wij de afgelopen jaren hebben gerealiseerd, erg veel pijn hebben gedaan, met name bij het maatschappelijk middenveld. Het maatschappelijk middenveld, dat wij nu, maar met name in de toekomst heel hard nodig zullen hebben.
Ik sluit af. Regeren is vooruit zien, regeren is visie tonen, regeren is kansen creëren en kansen grijpen. Zeker als deze voorbij komen.”
De heer KLEIN VELDERMAN van de fractie van D66 krijgt het woord.
“Voorzitter hartelijk dank.D66 wil beginnen met het bedanken van alle medewerkers die hebben meegewerkt aan deze kadernota. De fractie van D66 kan zich heel goed voorstellen dat hier heel wat uren in gaan zitten.
Deze algemene beschouwing, voor de bespreking van de kadernota, is voor mij, alweer een uniek moment. In deze beschouwing neem ik u mee naar zaken die in de algemene beschouwing zijn opgenomen en waar D66 aandacht voor vraagt. Daarnaast kijk ik met u terug naar het afgelopen jaar, waarin D66 al flink wat heeft bereikt.
Allereerst de kadernota.
Sla je de kadernota opent, dan lees je al heel snel dat er meer geld beschikbaar is, vooral door een lagere rekenrente en de herijking van het Gemeentefonds. Dat is goed nieuws en een mogelijkheid om belastingen lekker laag te houden. Maar helaas niet in deze gemeente, en waarom? Niet alleen de gemeente houdt door een lagere rekenrente meer geld over, ook de mensen in Rijssen en Holten. Die mensen in Rijssen en Holten krijgen dat voordeel, omdat de rioolheffing naar beneden gaat. Wat staat er in het beleidsakkoord: “Uitgangspunt voor de komende periode is om geen lastenverzwaringen voor onze inwoners en bedrijven door te voeren, maar alleen de inflatiecorrectie toe te passen. Dit streven kan alleen doorkruist worden als er geen andere mogelijkheden zijn om noodzakelijke investeringen of onvoorziene tegenvallers te dekken.” Duidelijk, zou je zeggen. Nee, wat er eigenlijk staat, is dat in deze gemeente er altijd lastenverzwaringen gelijk de inflatiecorrectie worden toegepast; ook al zouden de lasten voor de mensen naar beneden kunnen gaan, deze gemeente kiest daar niet voor. De gemeente doet dat wel als er zware tegenvallers te verwerken zijn. Dan moeten de mensen in onze gemeente hiervoor bloeden. Dus als er meevallers zijn, dan gaan die naar de gemeente, zijn er tegenvallers, dan wentelt de gemeente deze af op de mensen in de gemeente.
D66 is daarnaast van mening dat een belastingverhoging geen maatregel is om een inflatiecorrectie door te voeren. De inflatie zit al in de stijging of daling van de zaak waar belasting over wordt geheven. D66 steunt de moties die de OZB ongewijzigd laten.
Onderwijshuisvesting. Mooi dat de nieuwbouw van de Haarschool nu eindelijk in de kadernota staat. Gek is wel dat vorig jaar een motie met exact dezelfde inhoud van PvdA, VVD en D66 het niet haalde. Er moest eerst een evaluatie worden gehouden van alle scholen en daarna zou de nieuwbouw van de Haarschool mogelijk in beeld komen, zo vertelde destijds Bert Tijhof. Die evaluatie heb ik niet gezien, is niet aan de raad aangeboden. Ik vraag me af of die er wel is geweest.
Dan de uitbreiding van de Brekeldschool. Een goed initiatief, waarmee leerlingen in Rijssen worden gehouden en niet meer met de taxi naar Zwolle hoeven om daar het onderwijs te genieten aan de Eliëzer- en Obadjaschool. Een mogelijke besparing van € 240.000 ligt in het verschiet. Helaas, zo mooi is het kennelijk niet. Pas in 2019 kan er € 4000 structureel bespaard worden. Wij vragen ons af of dat de investering van € 200.000 wel rechtvaardigt. D66 dient hierover een motie in. Ik heb van de heer Tijhof begrepen dat hij daar blij mee is, omdat dit de enige motie is in zijn portefeuille.
Sportaccommodaties dragen bij aan een positieve sportbeleving, zoals al eerder is gezegd door meerdere partijen, en kosten vaak veel geld. Het inrichten van zo’n accommodatie vraagt visie, waarbij met bestaande en nieuwe sporten rekening gehouden moet worden, al dan niet in verenigingsverband. D66 stelt voor een lange-termijnvisie sport te ontwikkelen en dient hiervoor een motie in.
Jeugdledensubsidie, breed besproken in de commissie. Er zijn veel insprekers geweest. Het is duidelijk dat vier verenigingen extra en onevenredig zwaar getroffen worden. Wij hebben hiervoor een motie ingediend. De motie is een beetje laat ingediend; gisteravond om kwart voor elf, maar goed, beter laat dan nooit. Ik hoop dat elke partij de motie heeft gelezen en er serieus mee aan de slag gaat.
Wij stellen voor de jeugdledensubsidie af te schaffen en de binnensportverenigingen de netto-huur te laten betalen, geïndexeerd vanaf 2009. Met de netto-huur bedoel ik de huur minus de bijzondere subsidie. Door deze maatregelen wordt de bezuinigingsdoelstelling gehaald.
Voor wat betreft het draagvlak zijn we positief. Afschaffing van de jeugdledensubsidie betekent dat een club 57 cent per jeugdlid per maand minder ontvangt; een korting waar in onze ogen goed mee te leven valt.
Zwembad. Vorig jaar heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar hoe de gemeente kan bezuinigen op zwembaden. Verrassend was de conclusie in het rapport: bouw een nieuw binnenbad in Rijssen, sluit het buitenbad en doe niets met het bad in Holten. Deze conclusies staan in de kadernota en er wordt al geld voor gereserveerd. Die reservering is een goede zaak, want er moet wel wat gebeuren. Wij vinden wel dat de gemeenteraad vooraf geconsulteerd moet worden. D66 vraagt het college met de raad in overleg te gaan, omdat er naast de financiële consequenties ook andere aspecten zijn die aandacht nodig hebben.
Wat heeft D66 het afgelopen jaar gedaan:
- Wij hebben aandacht gevraagd voor de manier van debatteren, over de manier van communiceren.
- Wij hebben aandacht geschonken aan het veilig maken van het centrum in Holten. Dat is gelukt.
- Wij hebben aandacht gevraagd voor hoe om te gaan met zondagsopening en keuzevrijheid voor activiteiten op zondag. Daar hebben wij deze keer geen motie voor ingediend, omdat wel duidelijk is dat alle christelijke politieke partijen daar een fundamentele opvatting op na houden.
- De Beukenlaan hebben wij gelukkig samen de SGP kunnen beschermen. Deze zal gaan verjongen.
Misschien heeft niemand het gemerkt, maar commissie- en raadsvergaderingen zijn beter voor buitenstaanders te volgen, omdat de voorzitter vooraf het onderwerp kort toelicht. Ook mogen er plaatjes worden getoond in commissievergadering. Het zijn kleine stapjes, maar wel stapjes vooruit.
Tot slot.
We zien dat er niet langer sprake is van de onvoorwaardelijke steun van coalitiepartijen voor de voorstellen van het college. Een goede zaak en een signaal dat er sprake is van dualisme. Geen achterkamerpolitiek. Alhoewel … . We zien ook dat zaken waar partijen zich jarenlang voor hebben ingezet, plotseling niet meer actueel zijn. Een voorbeeld hiervan is de discussie rond de hondenbelasting, waar Gemeentebelang zich uit het debat terugtrok en nu weer bakzeil haalt.
Ook zien we dat wethouders de plannen niet meer te vuur en te zwaard verdedigen. Dat is minder goed nieuws voor de voorstellen die zij voordragen, zoals de nota Jeugd- en jongerenwerk.
Ik sluit af. D66 blijft letten op de sociaal liberale aspecten van maatregelen die de gemeente instelt, met aandacht voor de eigen kracht van mensen en organisaties. Een grotere blik om ons heen, werk ook samen met gemeenten buiten Twente; daar liggen ook kansen. Wij willen een kleinere overheid. D66 wil meer initiatieven op het gebied van cultuur stimuleren. Het orgel mag van D66 in het gemeentehuis blijven. Aandacht voor cultuur blijft, met wethouder Beens is dat misschien een uitdaging, omdat hij voor de verkiezingen niet kon uitleggen wat met cultuur werd bedoeld. Maar goed, hij zal het inmiddels wel weten.
Ook willen we de natuur in onze gemeente in stand houden en zoeken we nog meer de combinatie tussen onderwijs en verenigingen. Kortom, genoeg te doen.”
De VOORZITTER schorst de vergadering van 11.05 tot 11.25 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Het college gaat nog niet in op aangekondigde moties, maar beperkt zich tot een reactie op de gemaakte opmerkingen en op de vragen.
Wethouder BEENS zegt in reactie op de woorden van de heer Ter Keurst van de PvdA, dat het plan van aanpak voor het Kulturhus Holten op 30 juni 2015 op de collegeagenda staat. De raad ontvangt daarna nadere informatie van het college.
De heer Klein Velderman van D66 sprak over belastingverhogingen. Spreker zegt dat er de afgelopen jaren juist lastenverminderingen te zien zijn geweest. Op de woorden van de heer Klein Velderman, dat dit geld opnieuw naar de gemeente gaat, wijst spreker erop dat het juist voor de gemeente besteed wordt.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat alle opmerkingen die betrekking hebben op zijn portefeuilles, terugkomen via de moties.
Wethouder TIJHOF zegt dat er terecht zorgen zijn geuit over de situatie op de arbeidsmarkt. Het aantal bijstandsuitkeringen is de afgelopen jaren licht gestegen, maar er zijn ook tekenen van herstel op de arbeidsmarkt. In de recent ontvangen Arbeidsmarktmonitor Twente staat dat Rijssen-Holten de sterkst dalende gemeente is in het aantal uitkeringen van het UWV. Het aantal uitkeringen tussen april 2014 en april 2015 is met 8.1% gedaald. Samen met de positieve reacties van de raad op de beleidsvoorstellen die er liggen, kan hard gewerkt worden aan het voortzetten van deze trend.
Een bijlage bij de scan over de Haarschool, betrof het Meerjareninvesteringsplan Onderwijs. Daarin staan de gegevens, die de heer Klein Velderman mist.
Wethouder AANSTOOT zegt dat er opnieuw wordt gewerkt aan de ontsluiting van Kalfstermansweide nu de prioritaire ontsluiting niet doorgaat. Het voorkomen van een laad- en losplek aan de Dorpsstraat is het college veel waard.
De BURGEMEESTER gaat in op de zorgen die zijn geuit over de aanrijtijden en het politieoptreden en –functioneren. Spreker voert gesprekken met de politie om in clusterverband tot een dienstverleningsconcept te komen, waarop men kan terugvallen en waaraan zaken getoetst kunnen worden. Het is de verwachting dat over de plannen van de politie in het najaar gesproken wordt met de raad. De raad krijgt dan meer helderheid over o.a. de functie en de taak van wijkagenten.
Tegelijkertijd worden er gesprekken gevoerd over de locatie van het politiebureau. Voor het cluster West Twente, waartoe Rijssen-Holten behoort, is uitgesproken dat er één politiebureau / opkomstlocatie moet zijn. Landelijk is toegezegd dat daarnaar onderzoek gedaan wordt. Op basis van criminaliteitscijfers, aanrijden en dergelijke meent het college dat Rijssen-Holten daarbij sterk in beeld gebracht moet worden. De burgemeesters van Rijssen-Holten en Hellendoorn hebben volgende week een gesprek met de korpschef Oost-Nederland, maar uiteindelijk beslist de landelijke korpschef. Het college zal niet schromen kansen te grijpen als die zich voordoen en duidelijk maken dat Rijssen-Holten de meest aangewezen gemeente is om de post te krijgen.
Het beeld Vissers van mensen wordt opgeknapt en is mogelijk gereed voor de raadsvergadering van 2 juli 2015. Spreker oppert dat mevrouw Riezebos de onthulling van het beeld doet.
Er is een ontwikkeling te zien van het Twente Bedrijf, waardoor WT4 vanzelf enigszins zal afschalen. Er zijn op ambtelijk gebied raakvlakken ontstaan in WT4-verband, dus de win-winprojecten leveren wel wat op. Momenteel worden er ook win-winprojecten ontwikkeld met Wierden.
Wat betreft burgerparticipatie zijn er in de raad verschillende opvattingen bij de vraag of burgers al aan de voorkant betrokken moeten worden bij bepaalde zaken. Spreker zegt dat het primaat bij de raad blijft liggen, maar dat daarnaast bepaalde zaken zou kunnen overgelaten aan de denkkracht vanuit de samenleving, die soms groter is dan verondersteld. De vraag die ontstaat is niet of de burger de overheid kan bijhouden, maar of de overheid de burger kan bijhouden, gezien de veranderingen die gaande zijn. Over dat onderwerp komt de raad nog te spreken, mogelijk naar aanleiding van het rekenkamerrapport over communicatie.
Het college kijkt zeker naar kansen die zich voordoen op economisch terrein of anderszins, die goed zijn voor de burger en voor de gemeente, en maakt daarbij zijn afwegingen.
Het beeld dat door de fracties werd geschetst, ook door de fractie van de VVD die een zakdoek overhandigde aan het college, is dat er een goede kadernota voorligt, zij het met kanttekeningen. Dat geeft de bestuurlijke rust en het vertrouwen in elkaar aan. Het college mag echter niet achteroverleunen, maar steeds nadenken over de vraag: doen wij de goede dingen en doen wij de dingen goed? Ook de raad zit er op die manier in en houdt het college scherp.
De organisatie heeft veel werk verricht. De raad weet dat men altijd met ideeën en voorstellen bij de ambtelijke organisatie kan aankloppen. Spreker brengt de dank over die de raad heeft uitgesproken.
De heer SCHEPPINK dankt de PvdA voor het uitstekend promoten van de SGP-krant en voor het aanhalen van partijprominenten jaren na dato. Daarnaast vindt hij het fantastisch dat de PvdA zich zorgen maakt over de OZB-stijging en zegt schertsend dat hij zich wat zorgen maakt over de socialistische kant in de raad: uit het collegevoorstel blijkt dat met name de lagere inkomens profiteren van deze systematiek en dat de rijken moeten betalen. Het is niet afgestemd dat de PvdA daarmee zou komen; het zou eerder een punt van de SGP kunnen zijn. De SGP denkt echter altijd mee in de raad, met de oppositie en de voorstellen die worden voorgelegd.
Aan de VVD vraagt spreker of het college, als de kadernota wordt aangenomen, de zakdoek kan gebruiken voor tranen van blijdschap. Het college krijgt dan veel ruimte om de plannen waar te maken.
De heer NOORDAM zegt dat de VVD kritisch is, maar vindt dat er een stuk voorligt dat veel goeds in zich heeft, voor burgers en samenleving. Of er tranen van blijdschap zijn, wordt later deze dag duidelijk.
Naar aanleiding van de locatie voor het politiebureau wijst spreker op de A1 met haar toenemende drukte en de nodige gevolgen. De aanrijtijd, vanuit een eventueel politiebureau in Rijssen-Holten, is een belangrijk gegeven als fundament onder de keuze voor het politiebureau.
Spreker gaat kort in op wat andere fracties hebben gezegd:
- Duurzaam is slim: daar kan de VVD heel goed mee leven.
- De positie van de ZZP-ers: de VVD is blij dat de ChristenUnie daarvoor aandacht heeft.
- Een nieuwe sporthal: dat is verrassend; de VVD is benieuwd waar deze vandaan komt.
- De visie van Gemeentebelang op het zoeken van win-winsituaties en op WT4: de VVD deelt deze visie en de reactie van de burgemeester daarop. Wellicht ontstaat er nog een keer een mooie gemeente West-Twente samen met Wierden-Enter.
De heer BERKHOFF is blij dat het beeld Vissers van mensen binnenkort geplaatst wordt. Het is een goed idee dat mevrouw Riezebos het beeld onthult.
De VVD geeft elk jaar een cadeau aan het college. Collega-raadsleden krijgen nooit iets, hooguit een zure opmerking. Spreker voelt zich achtergesteld. Een zakdoek kan iedereen wel gebruiken.
Met betrekking tot de verhoging van de OZB is verwezen naar een motie die de ChristenUnie in 2013 heeft ingediend. Daarin staat dat de ChristenUnie ernaar streeft de lasten voor de burgers zo min mogelijk te verhogen. De ChristenUnie komt hierop terug bij de behandeling van de moties.
Spreker is verrast door de SGP, die bij het maken van onderscheid tussen armen en rijken, plotseling kiest voor de armen en niet voor de rijken. Er ontstaat bij spreker verwarring over wat liberaal en socialistisch is. Dat loopt in de raad erg door elkaar.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA zich kan vinden in de uitgangspunten over het politiebureau. Sluiting van het politiebureau in Nijverdal of Rijssen is een slecht plan. Het baart zorgen dat de korpschef Oost-Nederland hier niet over gaat en dat men vanuit Den Haag bepaalt welk politiebureau open of dicht moet. Het CDA is blij met de opmerking van de burgemeester dat hij ervoor gaat het politiebureau te behouden voor Rijssen als gekozen moet worden tussen Rijssen en Nijverdal.
In een aantal algemene beschouwingen werd over de gemeentelijke lasten alleen gerefereerd aan de OZB. Spreker hoopt dat andere fracties de totále lasten bij elkaar optellen. Als zij kijken naar één post, kunnen zij bedrogen uitkomen.
De heer MULLER zegt bij interruptie dat hij heeft gezegd dat de gemeentelijke lasten nog altijd € 100 onder het landelijk gemiddelde zijn en blijven.
De heer DE KOE dankt de burgemeester voor zijn woorden over het grijpen van kansen. Spreker zegt dat Rijssen-Holten in het verleden altijd haar eigen kansen heeft gecreëerd. Hij verwacht dus een proactieve houding van het college in het creëren van meer werkgelegenheid.
De VOORZITTER zegt dat het college de opmerking van de heer De Koe heeft gehoord.
De heer Bouman, de landelijke korpschef van de politie, is degene die beslist over de locatie van het politiebureau. De raad kan ervan verzekerd zijn dat het college zich inzet voor een volwaardig politiebureau in Rijssen-Holten.
5. Raadsvoorstel vaststellen van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2014 (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
6. Raadsvoorstel bestuursrapportage voorjaar 2015 (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
7. Raadsvoorstel Kadernota 2016-2019 (Beens)
De VOORZITTER licht toe dat de indiener van een motie een korte toelichting geeft op de inhoud van het voorstel. Vervolgens is er ruimte voor het stellen van vragen, waarop de indiener kan ingaan. Hierna licht het college zijn standpunt over de motie toe, is er één ronde debat en de besluitvorming.
De heer WESSELS zegt dat een van de begrotingsvoorstellen betrekking heeft op scholengemeenschap Reggesteyn. Als werknemer van deze school neemt hij niet deel aan de beraadslagingen en onthoudt hij zich van stemming op dit punt.
Behandeling moties met betrekking tot de kadernota 2016-2019
De heer SCHEPPINK vraagt of de motie die het CDA voornemens is in te dienen over Het Trefpunt, thuishoort onder Toerisme en Vitaal Platteland. Nu staat het onder Cultuur en Sport.
De VOORZITTER zegt dat het bedrag waarover gesproken wordt in elk geval betrekking heeft op Toerisme en Vitaal Platteland.
Spreker vraagt of meerdere moties over hondenbelasting en jeugdledensubsidies tegelijkertijd ingediend kunnen worden. De stemming daarna vindt dan per motie plaats.
De heer TER KEURST zegt dat hij de heer Muller heeft gepolst over het ineen schuiven van moties over de hondenbelasting. De heer Muller was daartoe echter niet bereid.
De VOORZITTER constateert dat de moties over de hondenbelasting in elk geval afzonderlijk worden ingediend. Zodra de moties over de jeugdledensubsidie aan de orde zijn, wordt eventuele samenvoeging alsnog bekeken.
Motie 1 over het OZB-tarief
De fracties van PvdA en D66 dienen een motie in. De heer TER KEURST licht de motie toe.
Door de verandering in de rentetoerekening ontstaat per aansluiting een voordeel van € 26 bij de rioolheffing. Dit voordeel voor de burger levert begrotingstechnisch een nadeel op van € 370.000 structureel. Het college stelt voor dit nadeel te verhalen op huizenbezitters en eigenaren van gebouwen, concreet een lastenverzwaring van 7%, inclusief inflatiecorrectie. Volgens de PvdA behelst het collegevoorstel een onevenredige lastenverdeling over de hoofden van de burgers: een huurder gaat er € 26 op vooruit, eigenaren van woningen en gebouwen betalen de rekening. Na tijden van stevige bezuinigingen en jarenlange nullijn, komt dit onrechtvaardig over. Ook de systematiek is onrechtvaardig waar het eerlijk verdelen van lasten betreft, zeker in het licht van een overschot binnen een structureel perspectief van € 826.000.
Ten aanzien van de reactie van de SGP met betrekking tot het sociale geluid, zegt spreker dat het eigenwoningbezit in Rijssen-Holten ongeveer 64% bedraagt, ongeacht de politieke voorkeur. Veel woningeigenaren hebben, ondanks dat zij nauwelijks een modaal inkomen verdienen, een hypotheek. Zij hebben maandlasten die gelijk zijn te schakelen met die van de gemiddelde huurder. Toch worden deze mensen extra belast met dit voorstel. Spreker dient daarom de volgende motie in.
Overwegende dat:
- door een lagere renteberekening binnen het rioolfonds er op de rioolheffing voor de burger per aansluiting een voordeel van € 26,- ontstaat;
- er hierdoor minder inkomsten in de gemeentekas vloeien;
- volgens het voorstel van het college dit nadeel moet worden betaald door de eigenaren van woningen en gebouwen middels een verhoging van de OZB met 7% inclusief inflatiecorrectie;
- een stijging van het OZB-tarief met 7% exorbitant hoog is;
- een stijging van het OZB-tarief met 7% onomkeerbaar is (tenzij de raad op enig moment besluit het tarief inclusief de inflatiecorrectie van één of meerdere jaarschijven te verlagen ten koste van het structurele perspectief);
- hierdoor lasten onevenredig over inwoners worden verdeeld;
- deze onevenredige lastenverdeling ongewenst is;
Spreekt uit:
- de OZB uitsluitend met de inflatiecorrectie te willen verhogen;
En verzoekt het college:
- de gemiste inkomsten ad € 370.000,- te dekken uit het meerjarig structurele perspectief.
Vragenronde
De heer KAHRAMAN zegt dat de doelstelling in het coalitieakkoord was de gemeentelijke lokale lasten te laten groeien met de inflatiecorrectie. De heer Ter Keurst zegt dat veel mensen met een modaal inkomen, ongeacht de politieke kleur, een eigen huis hebben. Hij vraagt zich af waarnaar de heer Ter Keurst verwijst, tenzij deze mensen een huis hebben dat duurder is dan € 400.000.
De heer SCHEPPINK zegt dat er tot een WOZ-waarde van € 383.000 geen lastenstijgingen zijn. Spreker vraagt of de PvdA een compleet andere koers vaart dan zij in het verleden deed. Huurders gaan er gewoon op vooruit. Waardeert de PvdA niet de voorstellen van het college om juist daarmee rekening te houden? Een andere afweging voor de PvdA kan zijn: als er een gat van € 370.000 geschoten wordt in de meerjarennota, moet het college zijn ambities bijstellen en is er minder ruimte om in de gemeente te investeren.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat het niet gaat om de stijging van de OZB voor eigenaren van woningen met een WOZ-waarde tot € 385.000, maar om de vraag hoe het coalitieakkoord uitgelegd wordt. Nu er voordeeltjes zijn voor de inwoners, pakt het college die af.
De heer KAHRAMAN zegt bij interruptie dat Rijssen-Holten de op één na goedkoopste gemeente in Overijssel is qua gemeentelijke lasten en vraagt waar de heer Klein Velderman het over heeft als hij suggereert dat het college de burger iets afpakt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er een voordeel is voor de gemeente door een technische aanpassing van de rekenrente. De burger zou hiervan ook voordeel kunnen hebben, maar dat wordt nu middels de verhoging van de OZB teruggehaald met als argument dat de gemiddelde lasten niet stijgen. In het coalitieakkoord staat dat de lasten niet meer stijgen dan de inflatiecorrectie. Nu is er een kans de lasten op hetzelfde niveau te houden of zelfs te laten dalen, en dan gebeurt het niet. Die redenatie begrijpt spreker niet.
De heer MULLER zegt dat er volgens de heer Ter Keurst sprake is van onrecht, waarbij hij het accent legt op de gemiddelde burger. De verhoging voor een eigenaar van een woning van € 1 miljoen bedraagt € 100, te verminderen met € 26 door de tegemoetkoming in de rioolkosten. De vraag blijft of het voorstel van het college inderdaad erg onrechtvaardig is, wetende dat als nominaal het bedrag wordt vertaald in een percentage, er altijd een andere balans ontstaat.
De heer BERKHOFF zegt dat in het coalitieakkoord staat dat de lasten voor de burgers niet verhoogd worden. De overweging van het college is het maken van een evenwichtige verdeling en ruimte voor investeringen. Wat dat betreft wordt er uitvoering gegeven aan het coalitieakkoord. De lasten voor de burger worden niet verhoogd, maar blijven op hetzelfde niveau. Spreker vraagt zich verder af hoe het financiële gat dat ontstaat met de motie, ingevuld wordt.
De heer TER KEURST zegt dat de coalitie stelt dat de lasten niet meer mogen stijgen dan de inflatiecorrectie. Nu is er echter, na jarenlang bezuinigen en de nullijn aanhouden, de kans om iedereen geld terug te geven. Dan maakt de waarde van een huis niet uit. Of een woningbezitter € 5, € 15 of € 25 meer moet betalen, maakt spreker niet uit. Het gaat om het principe van een eerlijke verdeling van de lasten.
Wethouder BEENS zegt dat het college in de motie wordt verzocht de gemiste inkomsten van € 370.000 te dekken uit het meerjarig structureel perspectief. Spreker wijst erop dat de verschuiving tussen de rioolheffing en de OZB het mogelijk maakt dat de gemeente na jaren van bezuinigen ruimte heeft om te investeren en ambities waar te maken. De burgers krijgen er veel voor terug. Het financiële perspectief is goed, maar er zijn ook veel onzekerheden.
Gezegd werd dat een stijging van het OZB-tarief met 7% exorbitant hoog is. Voor een gemiddeld huis van € 250.000 betekent het € 17 op jaarbasis. Exorbitant is dus een relatief begrip. Het college ontraadt de motie.
De heer TER KEURST zegt dat het perspectief goed is: € 826.000 structureel in 2019. Als het college de OZB-verhoging achterwege laat, dan blijft nog € 456.000 structureel over, ondanks de risico’s. Vorig jaar bedroeg bij de begrotingsbehandeling het structureel perspectief € 17.000. Na de septembercirculaire bleek het te gaan om ruim € 400.000. Ook toen maande het college tot voorzichtigheid. Nu is het perspectief nog verder verbeterd en kunnen er leuke dingen gedaan worden. Zelfs door de OZB-verhoging niet door te laten gaan, heeft het college nog voldoende middelen voor een stevig perspectief in de komende jaren. Spreker wijst erop dat het nog niet lang geleden is, dat het perspectief slechts € 200.000 bedroeg.
De heer MULLER zegt dat de gemiddelde woningwaarde in Rijssen-Holten € 212.000 bedraagt en dat het gaat om een verhoging van 6,3% c.q. € 14. Deze woningbezitters krijgen € 26 terug. De belangrijkste doelgroep wordt dus zeker niet benadeeld. Voor het verschil tussen € 26 en € 12 worden goede dingen gedaan.
De heer DE KOE zegt dat hij niet begrijpt waarom de PvdA met deze motie komt. Eigenaren van goedkopere woningen gaan erop vooruit. Eigenaren van erg dure woningen en met waarschijnlijk een brede beurs, gaan iets extra betalen. Lokaal Liberaal heeft respect voor het voorstel van het college, waardoor de totale lasten voor de burger gelijk blijven. Een extra verlaging is niet realistisch. De gemeente heeft ambities en wil veel bereiken.
De heer NOORDAM zegt dat het grootste deel van de lastenverhoging moet worden opgebracht door het bedrijfsleven. Dit bedrijfsleven moet knokken om het hoofd boven water te houden. Er is in dit huis altijd een consistent en goed beleid gevoerd. Aan dat beleid wil de VVD vasthouden. Afvalstoffenheffing en rioolbelasting moeten kostendekkend zijn.
De heer DE KOE zegt bij interruptie dat dit beleid inhoudt dat de gemeentelijke lasten niet meer stijgen dan met de inflatiecorrectie. Dat is ook het geval met het voorstel dat het college heeft voorgelegd.
De heer NOORDAM zegt dat hij van de ChristenUnie wil horen waarom zij kiest voor een andere insteek. Twee jaar geleden is bij het indienen van de motie gezegd, dat de ChristenUnie ervoor stond dat er geen lastenverhoging, buiten de inflatiecorrectie, aan de orde kon zijn voor het bedrijfsleven en voor de inwoners. Spreker wil vasthouden aan die splitsing.
De heer KAHRAMAN zegt dat telkens gesproken wordt over de OZB-verhoging. Het CDA kijkt naar de totale lasten van de burger. De nu voorgestelde verhoging is wat het CDA betreft de normale verhoging door de inflatiecorrectie.
De heer BERKHOFF zegt tegen de heer Noordam dat de ChristenUnie bij het indienen van de motie in 2013 heeft gezegd dat lastenverhogingen zoveel mogelijk beperkt moesten worden.
De heer NOORDAM wijst erop dat in de motie staat “geen lastenverhogingen”.
De heer BERKHOFF zegt dat er in principe voor de burger geen lastenverhoging komt. Het totaal blijft binnen de perken.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt wat het betekent voor de bedrijven.
De heer BERKHOFF zegt dat bedrijven ook een deel van de rioolheffing terugkrijgen. Inderdaad zullen bedrijven soms te maken krijgen met een kleine verhoging. De ChristenUnie kijkt in haar afweging verder dan alleen naar de OZB.
De heer KLEIN VELDERMAN interrumpeert de heer Berkhoff en vraagt of het klopt dat de gemiddelde lastenverzwaring voor de burger niet stijgt met de inflatiecorrectie, maar dat dat wel het geval is voor bedrijven. Volgens spreker voldoet de ChristenUnie niet aan het coalitieakkoord.
De heer BERKHOFF zegt dat in het coalitieakkoord in dit verband alleen over burgers wordt gesproken. Spreker wijst op datgene wat het college allemaal doet voor het bedrijfsleven door het opstellen van een investeringsprogramma. Bedrijven zijn volgens hem enthousiast over het beleid van het college en zullen geen bezwaren hebben tegen een eventuele individuele verhoging van de OZB.
Spreker merkt op dat de VVD de afgelopen jaren tegen de begroting heeft gestemd en hij is blij dat de VVD achteraf erkent dat het college een goed en consistent beleid heeft gevoerd.
De heer MULLER vraagt bij interruptie of de heer Berkhoff weet dat in feite 2500 niet-woningen te maken krijgen met een gemiddelde verhoging van € 70, waarna er nog een belastingaftrek volgt van 25% en een lastenvermindering van € 26 in verband met de rioolheffing. Hij vraagt verder of de heer Berkhoff weet dat de Twentse gemeenten een hoger OZB-tarief hanteren voor bedrijven.
De heer BERKHOFF zegt dat hij niet op de hoogte was van de exacte bedragen, maar wel wist dat de verhogingen over het algemeen beperkt blijven. Dat bedrijven met fors hogere lasten geconfronteerd worden, is nu ontzenuwd. Het is hem bekend dat andere Twentse gemeenten een hoger OZB-tarief hanteren. Zij kijken met een jaloerse blik naar Rijssen-Holten en de lasten die hier geheven worden.
De heer SCHEPPINK zegt dat de PvdA weer haar oude geluid laat horen en geld wil teruggeven. De PvdA heeft echter ook ambities. Dat zou betekenen dat de gemeente over enkele jaren op zwart zaad zit. De SGP kiest voor de ambitie van het college en wil investeren in burgers, bedrijven, bedrijventerreinen, een nieuw zwembad en dergelijke. Daarvoor is geld nodig. Daarnaast houdt de SGP rekening met eventuele risico’s.
De heer TER KEURST zegt bij interruptie dat hij dat vorig jaar ook heeft gehoord. Toen was er eveneens geen ruimte en werden er veel risico’s voorspeld. Die voorspelling is niet uitgekomen. Spreker weet hoe de hazen lopen en voorspelt dat het volgend jaar allemaal reuze meegevallen blijkt te zijn en dat er dan weer een nieuwe verdeelronde is.
De heer KLEIN VELDERMAN verzoekt de coalitie goed te kijken naar haar eigen akkoord. Daarin staat dat de vaste lasten van inwoners en bedrijven niet meer dan met de inflatiecorrectie stijgen.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 5 stemmen voor (PvdA, VVD, D66) en 20 stemmen tegen (SGP, CDA, CU, GB, LL) en wordt verworpen.
Motie 2 over de hondenbelasting als doelbelasting
De fracties van PvdA en D66 dienen een motie in. De heer TER KEURST licht de motie toe.
Wettelijk gezien is hondenbelasting een algemeen dekkingsmiddel, maar is sinds de invoering ervan in de voormalige gemeente Rijssen en later in de gemeente Rijssen-Holten steeds een zogenaamde doelbelasting geweest: uitsluitend de gemaakte kosten worden verhaald op de hondenbezitters. Vorig jaar bleek dat de door de gemeente gemaakte kosten lager waren dan de opbrengsten. Dat had moeten betekenen dat de tarieven voor de hondenbelasting zouden dalen. College en coalitie waren een andere mening toegedaan en de hondenbezitter werd ten onrechte een poot uitgedraaid. Nu er een structureel perspectief is van ruim € 800.000 moet met het oog op een eerlijke verdeling van de lasten ook de hondenbezitter recht worden gedaan. De PvdA ziet graag dat de hondenbelasting in Rijssen-Holten met ingang van 2016 weer een doelbelasting wordt. Als dit een te zware term is, dan zijn de indieners bereid dit aan te passen door “doelbelasting” te wijzigen in “100% dekkende heffing”.
Overwegende dat:
- het tot de begrotingsbehandeling 2015 in Rijssen-Holten gebruikelijk was dat onze burgers in het kader van de hondenbelasting de werkelijke kosten betaalden;
- de hondenbelasting in onze gemeente sinds mensenheugenis als doelbelasting is ingezet;
- het op de door de meerderheid van de raad vastgestelde nieuwe wijze van sluitend maken van de begroting op déze wijze niet noodzakelijk was;
- de burger van de overheid mag verwachten dat zij de spelregels niet verandert wanneer daar geen aanleiding toe is gebleken;
- de burger van de overheid mag verwachten uitsluitend de reële kosten te moeten betalen;
- de meicirculaire voldoende perspectief biedt om het besluit van november 2014 inzake hondenbelasting terug te draaien;
Spreekt uit:
- de hondenbelasting met ingang van 2016 weer als een “doelbelasting” te willen inzetten;
En verzoekt het college:
- in de concept-begroting de gemiste inkomsten te dekken uit het meerjarig structurele perspectief.
Vragenronde
De heer MULLER vraagt, kijkend naar het beoogde eindresultaat, wat het verschil is met de hierna volgende motie. Over kostendekkendheid is in veel vergaderingen gediscussieerd. Spreker vraagt of het de heer Ter Keurst bekend is dat de hondenbelasting 100% dekkend als algemeen dekkingsmiddel uitgevoerd kan worden.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt de heer Muller, die vindt dat deze motie veel lijkt op zijn eigen motie, waarom hij zijn motie niet intrekt en instemt met de voorliggende motie. Verder is het bijzonder dat de heer Muller de discussie nu aandurft, waar hij die vorig jaar liet liggen.
Wethouder BEENS zegt dat de hondenbelasting volgens de Gemeentewet een algemeen dekkingsmiddel is en dat het college bij de begrotingsvergadering in 2014 heeft voorgesteld dat als zodanig te hanteren in Rijssen-Holten. 20 raadsleden hebben daarmee op dat moment ingestemd. Nu zijn er fracties die dit besluit zeven maanden later willen terugdraaien. Spreker raadt de motie af.
Debatronde
De heer NOORDAM zegt dat Gemeentebelang zich een half jaar geleden nog keurig achter de tafel verborg, maar vandaag als een konijn uit de hoge hoed komt. Dat is kiezersbedrog. Gemeentebelang kiest nu wel voor de hondenbelasting, al dan niet kostendekkend. De VVD heeft de motie niet medeondertekend, maar steunt deze wel.
De heer TER KEURST merkt op dat de heer Muller gelijk heeft dat de hondenbelasting een algemeen dekkingsmiddel is. Zo staat het in de wet. In Rijssen en later in Rijssen-Holten is het altijd 100% kostendekkend geweest, tót vorig jaar. Spreker vraagt waarom Gemeentebelang vorig jaar de PvdA in de kou liet staan toen zij een amendement indiende: liep Gemeentebelang aan de leiband van de andere drie partijen, was zij haar doelen kwijt van voorheen, óf wil Gemeentebelang nu makkelijk scoren?
De heer BOSMA vraagt zich af of sommige fracties de hondenbelasting niet dúrven af te schaffen. Ook de heer Noordam zelf komt niet met een dergelijk voorstel. De SGP is niet voor deze motie; zij is het niet eens met een hondenbelasting als doelbelasting. De SGP steunt wel de volgende motie.
De heer MULLER zegt dat uiteindelijk het resultaat telt. Daarom beveelt hij de hierna volgende motie van harte aan. Om de burger serieus te nemen, moeten beide moties in stemming gebracht worden.
De heer TER KEURST vraagt bij interruptie wat er binnen Gemeentebelang is gebeurd sinds de begrotingsvergadering in november 2014.
De heer MULLER zegt dat bij de begrotingsbehandeling in 2014 is gezegd gezamenlijk te streven naar de uitvoering van de eerste ronde en gezamenlijk te starten met het traject. Op dit ogenblik ziet men dat er genuanceerd gedacht wordt over een aantal aspecten. Dat is goed; de dualiteit is en blijft zeker aanwezig.
De heer NOORDAM zegt tegen de heer Bosma dat, gelet op de komende ingezetenenbelasting en de eeuwige discussie die eindigt in een stemverhouding van 20 / 5, dat een voorstel over afschaffing van de hondenbelasting nu geen zin heeft.
De VOORZITTER vraagt of de heer Ter Keurst de motie wenst aan te passen.
De heer TER KEURST zegt dat de SGP de volgende motie zal steunen. Spreker is bereid tot aanpassing van de motie.
De heer KLEIN VELDERMAN verzoekt om een schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 12.30 tot 12.32 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer TER KEURST zegt dat in de motie twee keer het woord “doelbelasting” wordt vervangen door “100% kostendekkende heffing”.
Wethouder BEENS zegt dat er geen verschil is tussen “doelbelasting” en “100% kostendekkendheid”. Spreker raadt de oorspronkelijke en de gewijzigde motie af.
De heer MULLER zegt dat essentieel is dat in de motie van Gemeentebelang bij de overwegingen staat dat er wordt begroot op 100% kostendekkendheid. Dat betekent dat als bij de jaarrekening blijkt dat er een overschot of een tekort is, er geen administratie gedaan moet worden op het gebied van terugbetalingen, reserveringen, voorzieningen et cetera.
De heer BOSMA zegt dat de SGP geheel instemt met de bijdrage van de heer Muller.
De heer BERKHOFF zegt dat de ChristenUnie zich aansluit bij de woorden van de heer Muller.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de voorliggende motie niet zozeer ingaat op uitvoering van de hondenbelasting. Dat doet de motie van Gemeentebelang wel. Hij adviseert voor de voorliggende motie te stemmen en de motie van Gemeentebelang te laten vervallen.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 5 stemmen voor (PvdA, VVD, D66) en 20 stemmen tegen (SGP, CDA, CU, GB, LL) en wordt verworpen.
Motie 3 over Hondenbelasting kostendekkend
De fracties van Gemeentebelang en Lokaal Liberaal dienen een motie in. De heer MULLER licht de motie toe
Overwegende dat:
- de hondenbelasting wettelijk een algemeen dekkingsmiddel kan zijn;
- veel gemeenten als uitgangspunt voor het vaststellen van de tarieven voor de hondenbelasting kiezen voor 100% kostendekking. Dit
vanuit de visie dat de verbruiker of vervuiler betaalt; - hondenbezitters slechts een beperkt deel zijn van de totale bevolking;
- het beleid dat een specifieke belasting daadwerkelijk besteed wordt aan dat benoemde doel niet als onrechtvaardig wordt beleefd;
- het begrote saldo tussen de baten en de lasten van de hondenbelasting in 2015 circa € 15.000 bedraagt;
- het niet wenselijk is om vanwege de hondenbelasting extra administratieve procedures en werkzaamheden toe te voegen met reserveringen, verrekeningen etc.;
Verzoekt het college:
- in de begrotingsvoorstellen vanaf 2016 de tarieven voor hondenbelasting vast te stellen met het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid;
- het structurele nadeel ten laste te brengen van het structurele perspectief.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er politieke poppenkast ontstaat: er zijn twee moties met eenzelfde strekking, die op eenzelfde manier uitgevoerd kunnen worden. Toch vindt men het hier belangrijker niet te kijken naar de inhoud, maar naar het uiterlijk. Coalitie is belangrijk. Oppositie telt niet mee. Spreker verzoekt naar de inhoud te kijken en niet willens en wetens afspraken die van te voren gemaakt zijn, uit te voeren.
Spreker vraagt naar aanleiding van het eerste verzoek in de motie welke kosten bedoeld worden en of daartoe ook kosten voor Boa’s, hondentoiletten, administratieve kosten et cetera behoren?
De heer TER KEURST vraagt waarom Gemeentebelang niet bereid was beide moties in elkaar te schuiven.
De heer MULLER zegt dat de heer Klein Velderman constateert dat er een poppenkast aan de gang is. De heer Klein Velderman is echter zelf een van de spelers daarin.
In de financiële verslaglegging staat welke onderdelen behoren tot de kosten van hondenbelasting.
Spreker hecht waarde aan de formulering van de motie van Gemeentebelang over het vaststellen van de uitgangspunten in de begroting. Dat element en het feit dat het een algemeen dekkingsmiddel is, kunnen leiden tot dit resultaat. Daaraan knabbelen kan leuk zijn, maar levert minder op.
De heer TER KEURST zegt dat bij de vorige motie door menigeen werd gezegd, dat door de aanpassing er weinig tot geen verschil meer zat tussen beide moties.
De heer MULLER zegt dat het makkelijk had gekund. Het verzoek was gedaan. D66 heeft net de aanpassing van de formulering afgewezen.
Wethouder BEENS zegt dat als de raad de motie aanneemt, daarin het gevaar schuilt dat de hondenbelasting exorbitant stijgt, omdat er extra Boa’s per wijk ingezet moeten worden. Hij ontraadt de motie.
Debatronde
De heer BOSMA zegt dat er wel degelijk een verschil tussen de beide moties is, niet in de beslispunten, maar in de overwegingen. De motie van Gemeentebelang wordt door de SGP gesteund.
De heer KLEIN VELDERMAN roept op naar de inhoud te kijken. Als hij dat zelf ook doet, dan kan hij niet anders dan voor deze motie stemmen. Spreker zou daar blij mee zijn, omdat gezamenlijk dit punt kan worden gearresteerd.
De overweging die de wethouder noemde, is nog een extra stimulans om voor de motie te zijn. Meer inzet om de overlast terug te dringen, kost meer geld. De SGP is voor een schone gemeente.
De heer DE KOE zegt dat hij de overwegingen van D66 niet snapt. Het laatste aandachtspunt van de overwegingen zorgt ervoor dat het tarief van de hondenbelasting en de kosten van inning laag blijven. Bij de vorige motie zouden de omslagkosten en dus de hondenbelasting veel hoger zijn. Wat nu voorligt is het beste voorstel over de hondenbelasting sinds jaren.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij voor de motie stemt, al begrijpt hij niet waarom dit zo politiek gespeeld wordt.
De heer NOORDAM zegt dat de heer Muller vanmorgen veel mooie woorden heeft gesproken. Dat ging echter niet over het verkiezingsprogramma van Gemeentebelang en wat aan de kiezers is beloofd. Dat vindt spreker gênant. “Wij zijn en blijven tegen de hondenbelasting”, staat in het verkiezingsprogramma van Gemeentebelang.
Met de woorden van de heer Bosma, die het licht op groen zet, kan wethouder Beens op elke hoek van de straat een Boa neerzetten. Dat lijkt spreker geen goede zaak.
De heer MULLER zegt dat Gemeentebelang blij is met deze stap in dit traject. Dit is de eerste stap, die zeker functioneel is. Het doel van de motie is niet om te zorgen voor de goedkoopste hondenbelasting in Nederland. Het doel is dat, in redelijkheid, de belasting gerelateerd is aan de kosten. Dat wordt hiermee bereikt. Spreker gaat er niet van uit dat het college, ter wille van het feit dat er mogelijkheden zijn om een hogere belasting te heffen, meer kosten gaat maken.
De heer TER KEURST geeft de volgende stemverklaring. Menigeen gaf aan dat er geen tot weinig verschil zat tussen de beide moties. De motie van PvdA en D66 werd zojuist weggestemd. De kaarten lijken voor de rest van de dag geschud. De PvdA probeert geen ‘wij-zij-politiek` te bedrijven en steunt deze motie.
De heer KLEIN VELDERMAN sluit zich aan bij de woorden van de heer Ter Keurst. D66 kijkt naar de inhoud en stemt voor de motie.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 12.45 tot 13.30 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Motie 4 over sturings-en toezichtsinformatie
De fracties van de VVD, D66 en Gemeentebelang dienen een motie in over sturings- en toezichtsinformatie.
De heer NOORDAM licht de motie toe en wijst op het belang om te weten waar je als gemeente staat. Er is veel vergelijkingsmateriaal, maar bij Rijssen-Holten staan er ook veel vraagtekens. De motie moet worden gezien als een oproep hier wel aan mee te doen, zodat inzichtelijk wordt waar we als gemeente staan.
Overwegende dat:
- de gemeente in het belang van haar inwoners op velerlei terreinen beleidsdoelen nastreeft;
- het voor de gemeente en haar inwoners wenselijk is meer inzicht te krijgen in de realisatie van deze beleidsdoelen;
- het eveneens wenselijk is om naast sturingsinformatie ook toezichtsinformatie zo transparant mogelijk te ontsluiten;
- de raad met ingang van 2012 een bezuiniging heeft doorgevoerd op het deelnemen aan waarstaatjegemeente.nl, een platform van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten en de VNG;
- gelet op het voorgaande het wenselijk is deze bezuiniging te heroverwegen en te bezien wat er nog meer nodig is om relevante toezichts- en sturingsinformatie voor de gemeente en haar inwoners te ontsluiten;
Roept het college op:
- De raad in de conceptbegroting te informeren wat er nodig is om het verzamelen, ontsluiten en publiceren van relevante sturings- en toezicht informatie structureel in te bedden in de gemeentelijke organisatie;
- In de conceptbegroting een voorstel voor een budget op te nemen om deze inbedding te waarborgen.
Vragenronde
De heer TER KEURST vraagt naar de relatie tussen punt 1 en punt 2 en vraagt om een toelichting op het opnemen van een budget zonder te weten waarvoor precies.
De heer NOORDAM zegt dat moet worden aangegeven wat nodig is en wat de kosten zijn om de informatie te ontsluiten en in te bedden in de organisatie. Punt 2 is daarbij het gevolg van punt 1.
De heer TER KEURST zegt dat eerst punt 1 helder in beeld moet zijn voordat de financiële gevolgen duidelijk zijn.
De heer NOORDAM bevestigt dit en zegt dat dit punt daarom op 2 staat.
Wethouder BEENS zegt dat dit onderwerp in de werkgroep prestatiesturing is behandeld. Daar is dit voorstel naar voren gekomen. Hierdoor zal sprake zijn van betere sturing, betere indicaties en beter cijfermateriaal, ook voor het opstellen van bestuursrapportages en jaarrekeningen. Er moet wel meer tijd en energie in gestoken worden, ook qua formatie en wellicht moet er een systeem worden aangeschaft, dat eerder is wegbezuinigd. Als de motie wordt aangenomen wordt een voorstel voorbereid, ruim voor de begroting, inclusief de financiële consequenties. Hij adviseert positief over de motie.
Debatronde
Er worden verder geen vragen gesteld.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. Deze wordt unaniem aangenomen. .
Het voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer Kreijkes.
Motie 5 over de wijkavonden
De fracties van de VVD en PvdA dienen een motie in. De heer NOORDAM licht de motie toe.
Overwegende dat:
- de gemeente Rijssen-Holten voor haar inwoners in het kader van burgerparticipatie en korte lijnen, wijkavonden organiseert;
- deze wijkavonden bijdragen aan het uitwisselen van informatie, kennis en gevoelens van de gemeente in de relatie met haar inwoners;
- het steeds meer toepassen van digitaliseren de afstand tussen overheid en burger vergroot als het gaat om ontmoeten;
- de wens van het college is zorg te dragen voor een goede communicatie tussen burgers en overheid;
- de huidige vorm van 7 wijken voor de totale gemeente onvoldoende ruimte laat voor wijk specifieke zaken;
- de kleine kernen met hun eigen karakter en problematiek onvoldoende aandacht krijgen in het totaal nu het buitengebied is ingedeeld in Buitengebied Rijssen en Buitengebied Holten;
Verzoekt het college:
- over te gaan naar een meer op basis van bovengenoemde overwegingen toegesneden wijkmodel en te komen tot een indeling van kleinschaliger wijken waarbinnen inwoners meer wijk-specifiek een ontmoeting met de gemeente kunnen hebben.
Vragenronde
De heer SCHEPPINK zegt dat in de gezamenlijke commissievergadering door de wethouder is ingegaan op de invulling van de wijkavonden en spreker heeft het idee dat het college een nieuwe vorm aan het ontwikkelen is. Met deze motie wordt daarover ook een uitspraak door de raad gedaan.
De heer NOORDAM zegt dat de heer Scheppink gelijk heeft en dat dit onbewust parallel liep.
De heer VAN VELDHUIZEN wijst op de tekst dat er onvoldoende ruimte is voor wijkspecifieke zaken en vraagt waarop dit gebaseerd is. Hij heeft het idee dat alles aan de orde kan komen op wijkavonden.
De heer NOORDAM zegt dat deze signalen vooral uit het buitengebied Holten komen (Espelo, via Lokerbroek naar de Beuseberg en villapark Het Look). Hier gaat het om wijkspecifieke gebieden, waarbij mensen het gevoel hebben onvoldoende met de gemeente te kunnen communiceren.
Er wordt gestreefd naar een kleinschaliger aanpak waarin wijken elkaar beter herkennen. Dit geldt ook voor de kern Rijssen.
Burgemeester HOFLAND ontraadt deze motie. In de overwegingen staat dat de huidige vorm van 7 wijken onvoldoende ruimte laat voor wijkspecifieke zaken.
Er heeft een evaluatie van de wijkavonden plaatsgevonden, waarbij het aantal inwoners ten opzichte van de periode hiervoor is toegenomen. De bedoeling is het buitengebied te splitsen in 2 buitengebieden, waarbij spreker zich de vraag wel stelt tot hoever moet worden gegaan.
In de commissie heeft spreker al aangegeven dat het college hierover nadenkt en zich afvraagt waar het beter kan. Daarbij spelen ook interne discussies mee, waarbij gesproken wordt over sociale wijkteams in het kader van de decentralisaties en waarbij Openbare Werken ook steeds meer bezig is met wijkgericht werken. Hij vraagt zich af of de raad budgetten wil toekennen aan wijken zodat een wijk zelf kan bepalen waar ze iets gedaan wil hebben. Wellicht kunnen er zelfs wijkwethouders worden geïntroduceerd die verantwoordelijk zijn voor 1 of 2 wijken en die dan eens per 2 jaar een avond organiseren. Nu wordt iedere wijk eens per 4 jaar door het gehele college bezocht.
Hij hoopt in 2016/2017 met voorstellen te komen tot nadere invulling en ontraadt de motie.
De heer NOORDAM trekt de motie in en wacht de rapportage van het college af.
De VOORZITTER concludeert dat de motie is ingetrokken.
Het voorzitterschap wordt overgedragen aan burgemeester Hofland.
Motie 5A over uitbreiding Brekeldschool
De fracties van D66 en de PvdA dienen een motie in. De heer KLEIN VELDERMAN licht de motie toe.
Overwegende dat:
- voor de Brekeldschool een tussenvoorziening is gepland;
- deze tussenvoorziening is bedoeld om meer leerlingen in Rijssen te houden;
- er een tussenvoorziening voor 2 groepen van 15 leerlingen is gepland;
- er een koppeling wordt gelegd met leerlingenvervoer;
- de investering van 200.000 euro pas in 2019 een structurele besparing van 4.000 euro oplevert;
- er ongeveer 245.000 euro (2013) per jaar aan het vervoer van leerlingen naar de Eliëzer- en Obadjaschool in Zwolle wordt uitgegeven;
Spreekt uit:
- dat de investering van 200.000 euro niet leidt tot de doelstelling meer leerlingen in Rijssen te houden;
En verzoekt het college:
- in overleg met de Brekeldschool een plan te ontwikkelen waarmee aan de doelstelling om meer leerlingen in Rijssen te houden wordt voldaan.
Vragenronde
De heer RETERINK vraagt of de motie is geschreven uit het oogpunt van de leerlingen, wat het voor hun betekent, uit een financieel oogpunt of dat er andere redenen zijn. Hij geeft aan uit de scan te hebben vernomen dat het begint met een besparing van € 4.000 in 2019, met een mogelijke toename tot € 26.000. Spreker zegt dat er op verzoek van de gemeente eerder is gekeken naar het realiseren van speciaal onderwijs voor deze doelgroep, is blij met deze ontwikkeling en is benieuwd naar het antwoord van D66.
De heer BERKHOFF vraagt wat de bedoeling van de motie is. Er is als het ware sprake van een kosten-batenanalyse; er wordt € 200.000 geïnvesteerd in onderwijs maar dan moet er wel een bepaalde financiële opbrengst tegenover staan. Op dit moment is er een tussenvoorziening voor 2 groepen van 15 leerlingen gepland en spreker vraagt een toelichting op de zinsnede dat de investering van € 200.000 niet leidt tot de doelstelling meer leerlingen in Rijssen te houden. Dit lijkt tegenstrijdig.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat als het om onderwijs gaat er niet snel een financiële afweging wordt gemaakt. Hij refereert aan de teksten in de Kadernota en concludeert dat de besparing op het taxivervoer niet wordt toegerekend aan deze investering.
De heer RETERINK zegt dat de leerlingen nu naar Zwolle gaan en straks zullen er in het groeimodel leerlingen in Rijssen blijven die anders naar Zwolle zouden moeten.
De heer KLEIN VELDERMAN wijst op het aspect dat de gemeente alleen vergoedt als er geen redelijk ander alternatief voorhanden is. Als dit alternatief er wel is hoeven de kosten dus niet meer te worden gemaakt, dan is het raad dat ze niet worden ingeboekt.
De heer RETERINK vraagt welke groep bedoeld wordt die elders terecht zou kunnen. Een deel blijft namelijk in Zwolle omdat ze extra zorg nodig heeft. Een lichtere groep zou in Rijssen kunnen blijven.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat in dat geval de besparing in de begroting terug te vinden moet zijn.
De heer RETERINK denkt dat dit op termijn ook wel gebeurt.
De heer KLEIN VELDERMAN denkt dat er teveel onzekerheid bestaat of die kosten wel terugkomen. Het duur ook een aantal jaren voordat de gemeente iets van de kosten terugziet. Hij vindt het goed leerlingen in Rijssen te houden, maar het levert geen besparing op en dat snapt hij niet.
De heer RETERINK is ervan overtuigd dat er geld wordt bespaard, alleen dat gaat niet onmiddellijk. Daar is tijd voor nodig. Hij vindt dat daarbij ook gedacht moet worden aan het enorme voordeel dat leerlingen ondervinden.
De heer BERKHOFF vraagt of leerlingen volgens D66 verplicht in Rijssen moeten blijven.
De heer KLEIN VELDERMAN is voor keuzevrijheid. De gemeente is echter niet langer verplicht kosten te vergoeden als er een redelijk alternatief binnen de gemeentegrenzen aanwezig is.
De heer BERKHOFF concludeert dat er dus sprake is van alleen een financieel argument.
De heer DE KOE vraagt of de heer Klein Velderman kwetsbare leerlingen tijdens hun schoolcarrière wil weghalen uit Zwolle en gedwongen in Rijssen wil onderbrengen. Hij pleit voor een vertrouwde omgeving voor deze kwetsbare leerlingen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de doelstelling is kwetsbare leerlingen inderdaad in Rijssen te houden en als dat betekent dat een leerling eerder in Rijssen kan blijven dan ziet hij dat als winst.
Wethouder TIJHOF zegt dat de voorziening bij De Brekeldschool bedoeld is als tussenvoorziening. Er wordt geen school voor speciaal onderwijs bij De Brekeldschool gebouwd. In het verleden is geprobeerd een school voor speciaal onderwijs in Rijssen-Holten te krijgen, maar dit bleek niet haalbaar. In overleg is gekeken hoe, mede gelet op het Passend Onderwijs, meer leerlingen in onze gemeente kunnen worden ondergebracht. Uit dat overleg komt deze tussenvoorziening, waarbij leerlingen die in het verleden vielen onder het speciaal onderwijs langer in Rijssen kunnen blijven.
Op het moment dat kinderen meer zorg nodig hebben dan dat er in de tussenvoorziening kan worden geboden zullen ze naar Zwolle gaan. Het effect is dat meer kinderen in Rijssen kunnen blijven. Het effect op het leerlingenvervoer zal er ook zeker zijn.
Er is voor gekozen om hier in de begroting voorzichtig mee om te gaan en dit terugverdienmodel stapsgewijs op te nemen.
Wat het college betreft is de motie overbodig en wordt deze ontraden.
Debatronde
De heer MULLER wijst op de verantwoordelijkheid van het college om leerlingen onderwijs te bieden dat nodig is. Daarbij zullen ouders kiezen voor de makkelijkste weg. Gemeentebelang is tegen deze motie.
De heer NOORDAM vindt de motie van de heer Klein Velderman terecht, omdat het college conservatief begroot. Daar legt deze motie de vinger bij.
De heer TER KEURST zegt dat deze raad, in een gewijzigde samenstelling, de vinger heeft gelegd bij de enorme stijging van de hoge kosten van het leerlingenvervoer, waarbij de wethouder is opgeroepen te kijken naar andere mogelijkheden. Er ligt een goed voorstel voor een tussenoplossing maar we moeten eerlijk zijn dat het niet het verwachte rendement opbrengt t.a.v. het bestrijden van de kosten in het leerlingenvervoer, althans niet binnen de scope van deze kadernota. Een kind heeft recht op het beste onderwijs, waar dat dan ook is. Het college wordt opgeroepen met De Brekeldschool nogmaals in gesprek te gaan om te kijken waar een grotere slag kan worden geslagen. Daarom heeft hij de motie mede ondertekend.
De heer KLEIN VELDERMAN merkt op dat als er een investering wordt gedaan en er voorzichtig wordt omgegaan met de verwachtingen, het gevoel gecreëerd wordt dat er te vrijblijvend met een dergelijke investering wordt omgegaan. De tussenvoorziening moet wat hem betreft zo aantrekkelijk mogelijk worden gemaakt, zodat meer leerlingen in Rijssen willen blijven.
De heer BERKHOFF wijst op de taakstelling in de motie, omdat het college wordt verzocht in overleg met De Brekeldschool een plan te ontwikkelen waarmee aan de doelstelling meer leerlingen in Rijssen te houden wordt voldaan. De ChristenUnie is blij met de toezegging van de wethouder: er is overleg, er wordt opgestart en spreker stelt voor elkaar de ruimte te geven om daarmee bezig te zijn zonder dit met moties in een bepaald plan onder te brengen, waar het college dan weer op afgerekend wordt.
De ChristenUnie steunt de motie niet.
De heer RETERINK is blij met de tussenvoorziening die naar zijn mening wel een kans van slagen heeft. Wat er in de toekomst nog kan komen is niet bekend. Wellicht dat er anders tegenaan gekeken werd wanneer de besparingen op het leerlingenvervoer ruimer waren ingezet. Hij vindt dat de leerlingen deze unieke kans niet mag worden ontnomen.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 5 stemmen voor (PvdA, VVD en D66) en 20 stemmen tegen (SGP, CDA, CU, GB en LL) en wordt verworpen.
Motie 6 over Waterdrinkpunt in Rijssen en Holten
De fracties van de VVD, SGP, D66 en PvdA dienen een motie in. De heer NOORDAM licht de motie toe en refereert aan de woorden over aantrekkelijke centra in de algemene beschouwingen. Daarbij kan overwogen worden de bezoekers ook drinkwater aan te bieden.
Overwegende dat:
- de gemeente Rijssen-Holten voor haar inwoners en bezoekers geen drinkwater-tappunten heeft;
- zowel Rijssen als winkelstad en Holten als toeristische trekpleister grote waarde hechten aan de gastvrijheid en service voor deze bezoekers;
- het plaatsen van drinkwater-tappunten bijdraagt aan het inperken van plastic afval en het verminderen van CO2 uitstoot door de productie en het transport van flessen bronwater;
- het drinken van water in plaats van frisdrank het risico op het ontwikkelen van diabetes type 2 met zeven procent verkleint;
- de kern Holten jarenlang een drinkwater-tappunt op Smidsbelt heeft gehad voor haar inwoners en toeristen;
Verzoekt het college:
- over te gaan tot het plaatsen van een drinkwater-tappunt in het centrum van Rijssen en op de Smidsbelt in Holten;
- te onderzoeken of het voorgestelde drinkwater-tappunt op Smidsbelt gecombineerd kan worden met het terugplaatsen van de eerder verwijderde pomp;
- de kosten voor het aanbrengen en onderhouden van deze drinkwater-tappunten op te nemen in de conceptbegroting en deze ten laste te brengen van het incidenteel perspectief (aanleg/plaatsing) en het structureel perspectief (onderhoud en waterverbruik).
Vragenronde
De heer DE KOE vindt de overwegingen heel ver gaan en ambitieus voor 2 drinkwaterpunten. Hij vindt het wel een sympathiek voorstel, mist het financiële kader en vraagt een toelichting hierop.
De heer NOORDAM geeft aan de kosten niet exact in beeld te hebben.
Wethouder AANSTOOT is blij te horen dat (drink)water als onderdeel van de inrichting van de openbare ruimte wordt gezien. Hier is het college het ook mee eens. Hij geeft daarbij aan dat bij de plannen voor het Belevingspad ook watertappunten worden meegenomen. Hier zijn al eerder besluiten over genomen. In overleg met Vitens wordt de dorpspomp watervoerend gemaakt, als dit technisch mogelijk is tenminste. De watertappunten in Holten worden gedekt uit het krediet voor het Belevingspad.
Voor Rijssen wil het college ook watertappunten realiseren. Gedacht wordt aan de Hoge Wal, waarbij het watervoerend maken van de stadspomp wordt meegenomen in de reconstructie. De bedoeling is dat de stadspomp verplaatst wordt naar Tusveld. Hier is financiële dekking voor en bekeken wordt nog hoe de pomp watervoerend kan worden gemaakt.
Daarnaast is het college voornemens een watertappunt te realiseren bij de ingang van de Grotestraat, vanaf de kant van Wierden. De kosten zijn nog niet gedekt, maar kunnen worden meegenomen in de financiële middelen voor de herinrichting en Structuurvisie Centrum Rijssen.
Spreker vindt de motie overbodig, omdat het college hiermee verder gaat als onderdeel van de planvorming.
Debatronde
De heer KREIJKES heeft een aandeelhoudersvergadering van Vitens bijgewoond. Naar aanleiding hiervan heeft hij contact gezocht met wethouder Aanstoot over de inrichting van het plein Tusveld. Vitens wil graag meedenken en bijdragen in de kosten. Spreker vindt het wel prettig om, ter ondersteuning van de plannen, over de motie te stemmen.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
Motie 7 over maatschappelijke smeerolie
De fractie van het CDA dient een motie in. De heer TEN BERGE licht de motie toe.
Met het oog op de transities in het sociaal domein en de roep om eigen kracht van inwoners, roept het CDA het college op om een budget als smeerolie voor de samenleving in het leven te roepen.
De smeerolie is bestemd als budget waarmee een relatief kleine bijdrage geleverd kan worden aan projecten en initiatieven die opborrelen uit de samenleving en een zetje in de rug nodig hebben.
De projecten en initiatieven dienen een bijdrage te leveren aan sociale cohesie, maatschappelijke ondersteuning, welzijn en welbevinden.
De smeerolie is een incidentele bijdrage van de gemeente. Projecten en initiatieven zullen – wanneer zij naar continuïteit streven – niet structureel op een subsidie uit het budget voor maatschappelijk smeerolie kunnen rekenen.
Overwegende dat:
- sociale cohesie, maatschappelijke ondersteuning, welzijn en welbevinden goed door inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen worden versterkt;
- initiatieven van onderop de samenleving verrijken en aansluiten op de behoeften van inwoners;
- de gemeente een bescheiden verbindende en faciliterende rol heeft;
En roept het college op om:
- maatschappelijke smeerolie te introduceren en hiervoor nadere beleidsregels te stellen, waarbij het volledige budget niet naar één project, initiatief of organisatie kan gaan;
- hiermee stimuleert het college initiatieven en projecten van inwoners, bedrijven en/of maatschappelijk organisaties eenmalig;
- de initiatieven dienen bij te dragen aan sociale cohesie, maatschappelijke ondersteuning, welzijn en/of welbevinden;
- jaarlijks wordt een budget à € 10.000 beschikbaar gesteld ten laste van het structureel perspectief.
Vragenronde
De heer NOORDAM vraagt hoe ver dit gaat en vraagt of hieronder ook Elsrock, de carnavalsvereniging, de sinterklaasviering, etc. vallen. Bijna alles kan onder sociale cohesie worden benoemd.
De heer TER KEURST informeert of het principe ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’ wordt gehanteerd, of het ook geldt voor nieuw te vormen buurtverenigingen en aan welke bedragen wordt gedacht.
De heer MULLER vraagt zich af waar de grenzen liggen, wat wordt verstaan onder nadere beleids-regels en of dit specifieker moet worden verwoord. Hij vraagt om een paar concrete voorbeelden ten aanzien van de grenzen.
De heer DE KOE zegt dat er gesproken wordt over een kleine bijdrage en vraagt zich af of de gemeente hiermee iets ondersteunt dat er anders ook wel was gekomen. Heeft dit een aanzuigende werking op activiteiten die toch wel worden ontplooid in wijken en buurten?
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de titel ‘maatschappelijke smeerolie’ suggereert dat er al wel iets gaande is, dat nog stroef loopt. Hij vraagt zich af hoeveel ‘smeerolie’ er precies nodig is en of er wellicht een regeling wordt opgetuigd die later uit de pas gaat lopen. € 10.000 is immers zo uitgegeven. Hij vraagt waar het stopt en wat het CDA precies wil bereiken.
De heer TEN BERGE pleit voor een breed kader, omdat vooraf niet bekend is wat er naar voren komt uit de samenleving. Hij vindt wel dat het college beleidsmaatregelen moet opstellen en moet bepalen hoe het verder kan worden ingekaderd, zodat het ook past bij de maatregelen die er al zijn, zoals buurtbudgetten en het subsidiebudget voor de culturele adviesraad. Het college moet daarbij ook bepalen wat de beste werkwijze is, zodat er voldoende budget is voor iedereen die hier een beroep op wil doen.
Met kleine bijdragen worden bedragen rond de € 500 bedoeld, dus dat betekent dat het budget niet zo snel zal opraken.
Buurtverenigingen kunnen eerder een beroep doen op de buurtbudgetten.
Als voorbeelden noemt hij het One Minute Festival en het opzetten van de wandelvierdaagse in Holten, waarvoor een kleine bijdrage van de gemeente werd gevraagd maar dat niet gegeven kon worden omdat het niet paste binnen de regelingen die er zijn. Dergelijk initiatieven kunnen hiermee incidenteel worden gesteund en spreker verwacht dat een budget van € 10.000 voldoende is.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college zich heeft afgevraagd welke portefeuillehouder hiermee belast is. Omdat het lijkt te gaan om een incidentele subsidie is spreker degene die hierover informatie kan geven.
Hij geeft aan dat het college geen beeld heeft bij de nadere beleidsregels en vraagt hoe het CDA dit ziet, of er toetsing moet plaatsvinden en of er een adviesorgaan in het leven geroepen moet worden. Hij vraagt zich af hoe zwaar de beleidsregels moeten worden.
De heer TER KEURST interrumpeert en zegt dat de motie wel doelt op een structureel budget.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het gaat om een structureel budget voor incidentele subsidies.
Debatronde
De heer KLEIN VELDERMAN refereert aan de woorden van de heer Ten Berge over bedragen van 300 tot 600 euro en concludeert dat er dan tussen de 16 tot 33 instellingen kunnen worden bediend, afhankelijk van de hoogte van het bedrag.
Wat de wandelvierdaagse betreft denkt spreker niet dat het budget hiervoor bedoeld is, omdat dit grote projecten zijn. Het gaat volgens spreker juist om de kleine initiatieven die met kleine bedragen van maximaal € 150 kunnen worden gesteund.
De heer MULLER vraagt naar het standpunt van het college op basis waarvan spreker wil reageren.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college nog vragen heeft. Op dit moment ontraadt hij de motie.
De heer MULLER vraagt de heer Ten Berge of hij kans ziet de vragen van het college te beantwoorden, zodat de nadere beleidsregels voor de begroting in november kunnen worden geformuleerd.
De heer DE KOE zegt dat er budget moet worden vrijgemaakt om dit sympathieke voorstel in te voeren, waarbij er beleid moet worden geformuleerd waaraan moet worden getoetst. Dit zal intern in de opstartfase extra belasting opleveren. Hij steunt de wethouder voor wat betreft de geformuleerde vragen.
De heer NOORDAM steunt de woorden van de heer De Koe. De VVD vindt het een sympathiek voorstel maar dit is vooralsnog ondefinieerbaar. De fractie steunt de motie daarom niet.
De heer SCHEPPINK is blij met de vragen van de VVD gesteld in de vragenronde, waarbij de SGP moeite heeft met de voorbeelden die daarbij zijn genoemd. De sinterklaasviering is geen nieuw initiatief volgens spreker, maar het college kan met deze motie wel ‘voor Sinterklaas spelen’.
De heer TER KEURST zegt dat het een sympathiek voorstel lijkt maar echte antwoorden op de vragen geeft de heer Ten Berge niet. Het college wordt namelijk gevraagd zaken uit te zoeken en beleidsregels te formuleren.
Hij stelt voor het college een onderzoeksopdracht te geven, zodat er voor de begrotingsvergadering een voorstel kan worden voorbereid waar dan ook een bedrag aan gehangen kan worden.
De VOORZITTER wijst erop dat er ook een initiatiefvoorstel kan worden voorbereid.
De heer TEN BERGE concludeert dat er veel vragen zijn en ook behoefte aan meer informatie.
Hij is van mening dat de overheid een bescheiden verbindende en faciliterende rol heeft. Daarom moet ervoor gewaakt wordt dat zaken niet op voorhand worden ‘dichtgeregeld’, waardoor initiatieven die de gemeente wel wil steunen buiten de boot vallen. Hij pleit voor bredere beleidsregels en ziet de toetsing als onderdeel binnen de ambtelijke organisatie waar nu ook subsidieaanvragen worden getoetst. Er hoeven geen aparte partijen of commissies met elkaar over te spreken. Hij stelt voor het simpel te houden. Het gaat erom dat eenmalige nieuwe initiatieven kunnen worden ondersteund. Daarvoor zijn wel nadere kaders nodig die door het college en de ambtelijke organisatie geformuleerd kunnen worden. Hij stelt voor wel alvast een budget beschikbaar te stellen zodat er ook actie genomen kan worden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat de ChristenUnie het een sympathieke motie vindt. Echte beleidsregels zijn er volgens haar niet maar er zijn wel kaders voorhanden. Het gaat om incidentele kleine subsidies, die eenmalige worden verleend. Zij is van mening dat er wel degelijk subsidie kan worden verleend aan de avondvierdaagse die jaren niet in Holten heeft plaatsgevonden. Duidelijke kaders zijn nodig maar uitgebreide beleidsregels volgens haar niet. De ChristenUnie steunt de motie.
De heer NOORDAM concludeert dat de ChristenUnie op voorhand € 10.000 per jaar weggeeft, waarbij het college vrij is in het uitgeven en waarop de raad verder geen invloed meer heeft.
Mevrouw RIEZEBOS ontkent dat er € 10.000 wordt weggegeven. Er wordt € 10.000 gereserveerd in de begroting, dat in kleine porties kan worden uitgedeeld. De aanvraag moet daarbij een aanjagende functie hebben, het moet incidenteel zijn en voldoen aan de criteria zoals genoemd in de motie. Er moeten dus goed onderbouwde aanvragen aan ten grondslag liggen volgens spreekster.
De heer TER KEURST wijst erop dat mevrouw Riezebos aangeeft dat er al geld is gereserveerd en dat het dus een uitgemaakte zaak is.
De heer MULLER vraagt om een schorsing voordat tot besluitvorming wordt overgegaan.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 14.35 tot 14.40 uur
De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Muller.
De heer MULLER begrijpt de vraagtekens over de nadere beleidsregels. In november moet de begroting worden vastgesteld en moet er dus duidelijkheid zijn over de beleidsregels op basis waarvan wordt besloten. Er kan volgens spreker nu wel geld gereserveerd worden, maar in november wil spreker van de wethouder horen of de beleidsregels haalbaar zijn.
De VOORZITTER interrumpeert en zegt dat er óf een stemverklaring moet worden afgelegd waarom voor- of tegen wordt gestemd óf er wordt voorgesteld nog een debatronde te houden. De wethouder heeft namelijk geen toezegging gedaan en het staat ook niet in de motie dat er voor november beleidsregels moeten zijn geformuleerd aldus spreker.
De heer MULLER legt een stemverklaring af en zegt dat Gemeentebelang akkoord gaat er vanuit gaande dat in november de beleidsregels voorhanden en acceptabel zijn.
De heer TER KEURST zegt dat er al een structureel budget gevraagd wordt terwijl nog niets duidelijk is. Hier is de PvdA op tegen.
De heer KLEIN VELDERMAN laat weten dat D66 tegenstemt omdat er nog onvoldoende duidelijkheid is.
De heer DE KOE zegt dat Lokaal Liberaal wel snapt waar dit voorstel vandaan komt en vindt het ook een sympathiek voorstel. De fractie heeft er vertrouwen in dat het college het op de juiste wijze zal behandelen en gaat akkoord.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 20 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB en LL) en 5 stemmen tegen (PvdA, VVD en D66) en wordt aanvaard.
De VOORZITTER stelt voor de moties over de jeugdledensubsidies afzonderlijk te behandelen, waarbij wel al mag worden verwezen naar andere op handen zijnde moties.
Motie 8 over jeugdledensubsidie, verlagen taakstelling sport (€ 43.000)
De fractie van de PvdA dient een motie in. De heer TER KEURST licht de motie toe. De PvdA is van mening dat kinderen moeten kunnen sporten. Sporten, met name door kinderen, voorkomt obesitas, bevordert de algehele gezondheid, is goed voor de sociale contacten en voorkomt uitsluiting en isolement. Dat de ene sport duurder is dan de andere is een gegeven. Dat overdekte accommodaties duurder zijn dan niet-overdekte is ook een gegeven. In het verleden heeft de gemeenteraad besloten alle kinderen de kans te geven te gaan sporten tegen acceptabele contributies. In dat licht bezien is het bestendig beleid dat er verschillen zijn in de subsidiebedragen die verenigingen voor jeugdleden ontvangen, op basis van het verschil in de beoefening van een binnen- of buitensport. Verenigingen die binnensport beoefenen huren dure accommodaties van de gemeente, ze hebben geen eigen kantine en hebben maar beperkt mogelijkheid om inkomsten te genereren. Het dekkingspercentage is ook vele malen hoger dan voor de buitensportaccommodaties. De dekkingsgraad van het zwembad is 53%, van de buitensport 24% en van de binnensport 41%. De PvdA is van mening dat het onredelijk en onbillijk is om een aanzienlijk deel van de taakstellende bezuiniging sport te verhalen op de binnensport. Daarom komt de PvdA met de volgende motie:
Overwegende dat:
- sinds jaar en dag het beoefenen van een binnensport duurder is dan het beoefenen van een buitensport;
- het huidige systeem van Jeugdledensubsidie een jarenlange weloverwogen beleidskeuze is geweest;
- kinderen tot 17 jaar altijd tegen aanvaardbare (lage) kosten moeten kunnen (blijven) sporten;
- het niet wenselijk is om verenigingen die overdekte sporten beoefenen te confronteren met enerzijds hogere huren en anderzijds een fors lagere subsidie;
- door het niet langer verplichtend invoeren van Maatschappelijk Verantwoord Verenigen de Jeugdledensubsidie niet langer voor dit doel hoeft te worden ingezet;
- de bezuiniging op Sport ook op een andere manier kan worden ingevuld;
Spreekt uit:
- de Jeugdledensubsidie zoals wij die nu kennen in stand te willen houden;
En verzoekt het college:
- in de conceptbegroting het tekort van € 43.000,- dat hierdoor ontstaat, te dekken uit het meerjarig structurele perspectief.
Vragenronde
De heer DE KOE zegt dat het een sympathiek voorstel lijkt, maar de PvdA wil de binnensport ontzien van de bezuinigingstaakstelling en de buitensport volledig belasten met de neergelegde bezuiniging. Dat vindt spreker ook oneerlijk.
De heer SCHEPPINK citeert uit de overwegingen “de bezuiniging op sport kan ook op een andere manier worden ingevuld” en vraagt waarom dit de strekking van de motie niet is.
De heer TER KEURST laat weten in de toelichting te hebben gezegd dat de dekkingsgraad onevenredig verdeeld is: zwembad 53%, binnensport 41% en slechts 24% voor buitensport. Nu wordt € 43.000 van de taakstellende bezuiniging gehaald binnen de subsidieverlening aan de binnensport, terwijl de buitensport eigenlijk nog een inhaalslag ten aanzien van de dekkingsgraad te maken heeft. De PvdA stelt voor de taakstellende bezuiniging met € 43.000 te verminderen en het restant op een andere manier in te vullen. Het maakt de PvdA niet uit op welke manier.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de raad een bezuinigingstaakstelling van € 100.000 op sport heeft opgelegd. Met de Sportraad is uitvoering gegeven aan deze opdracht. Het college is met een voorstel gekomen, waarbij de afweging m.b.t. de accommodatiesubsidie is toegelicht. Als de raad vindt dat het toch anders moet dan vindt spreker dat de raad zelf een gewijzigd voorstel moet indienen, waarbij de discussie door de raad zelf gevoerd moet worden.
De heer SCHEPPINK interrumpeert, corrigeert de woorden van wethouder Cornelissen en zegt dat het college geen voorstel heeft gedaan maar een besluit heeft genomen over de bezuiniging van € 100.000. Spreker concludeert dat er onvrede heerst over de invulling van deze bezuiniging. De wethouder ging daarbij niet in op de vraag waarom de moties er nu liggen. Er is sprake van een discrepantie tussen de uitvoering van de maatregelen, de voorstellen die het college heeft gedaan en de overwegingen die samen met de sportraad zijn gemaakt. Spreker wijst daarbij ook op de inspraak in de commissie dat het onredelijk is dat het niet alleen de jeugdledensubsidie maar ook accommodatiesubsidie is die wordt teruggedraaid. Hij vraagt een reactie van de wethouder op hoe tegen deze inspraak wordt aangekeken: is er wel sprake van ‘gelijke monniken, gelijk kappen?’
Wethouder CORNELISSEN is zich bewust van het feit dat het lastig en pijnlijk is de taakstelling te realiseren. Het gaat hem ook aan het hart als wethouder sport. De raad heeft een bezuinigingsopdracht neergelegd en het college heeft hier op zo’n goed mogelijke manier uitvoering aan willen geven, waarbij er sprake is van een discrepantie tussen binnen- en buitensport, maar ook tussen binnen- en binnensport. Er zijn meer binnensportverenigingen en er zijn 4 verenigingen die nog een accommodatiesubsidie krijgen. Dit is ook in de commissie naar voren gekomen. Het college staat achter het voorstel, als de taakstelling van € 100.000 moet worden uitgevoerd.
Het voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer Kreijkes.
Debatronde
De heer NOORDAM onderstreept de woorden van de heer Scheppink en memoreert de woorden van wethouder Cornelissen dat hij de worsteling van de raad begrijpt. Spreker vindt echter dat de motie van de PvdA niet ver genoeg gaat.
De heer SCHEPPINK geeft een stemverklaring. In het verleden is aan een aantal verenigingen en stichtingen een bezuinigingsaakstelling opgelegd. De meeste verenigingen hebben die al uitgevoerd. Bij de sport moet echter nog een bezuiniging worden doorgevoerd. Omdat de raad worstelt met het collegebesluit wordt voorgesteld een stuk bezuiniging terug te draaien. Spreker vindt dit een slecht signaal naar de verenigingen die al bezuinigd hebben. Ook is spreker van mening dat in het collegebesluit sprake is van een bepaalde onrechtvaardigheid t.o.v. de binnensport. Een groot gedeelte van de bezuiniging wordt neergelegd bij een klein aantal verenigingen. Daarom stemt de SGP in met de motie die het minst ver gaat.
De heer DE KOE snapt de woorden van de heer Noordam over de worsteling. Spreker wil de discussie niet voeren op basis van dekkingsgraad. Volgens hem moet sport voor jeugd tot 18 jaar laagdrempelig zijn. De contributie moet dus op een acceptabel niveau blijven.
De heer TER KEURST interrumpeert en geeft aan in het begin van zijn betoog te hebben gezegd dat kinderen moeten kunnen sporten, altijd en overal. In het laatste gedeelte is de dekkingsgraad pas naar voren gekomen.
De heer DE KOE vervolgt zijn betoog en geeft aan dat de Sportraad niet opnieuw moet worden opgezadeld met de taak een bezuiniging te realiseren.
De heer SCHEPPINK zegt dat het niet gaat om ‘opnieuw’.
De heer DE KOE zegt dat het gaat om het terugdraaien van een bezuiniging, waarbij de Sportraad wordt gevraagd de resterende bezuiniging opnieuw in te vullen. Dit vindt hij niet wenselijk.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de fractie van de ChristenUnie de worsteling ook heeft ervaren, vandaar de 4 moties. Hij geeft aan dat er al een aantal bezuinigingen is doorgevoerd en spreker vindt dat voorliggende motie net een stap te ver gaat. Er moet wel iets gebeuren, maar de fractie kan zich beter vinden in een andere motie.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de raad het erover eens is dat de sport voor de jeugd betaalbaar moet blijven, alleen helpt de jeugdledensubsidie zoals deze nu in elkaar steekt daar niet bij. Hij refereert daarbij aan de ingediende motie. Het gaat om € 0,57 per jeugdlid per maand. Het verschil tussen een jeugd- en een volwassen lid ligt rond de € 7/maand, dus zullen hierdoor niet veel meer jeugdleden lid worden. Hij vindt het een verkeerd signaal dat er gestopt wordt met de bezuiniging, terwijl alle andere verenigingen al veel bezuinigd hebben. Hij refereert aan de woorden van de fractie van de ChristenUnie en denkt dat er een alternatief mogelijk is.
De heer MULLER denkt dat er 2 belangrijke zaken spelen: er is sprake van een structureel probleem m.b.t. de financiering van de sport en de ongelijkheid en onduidelijkheid die hieruit voortkomt. Daar-naast is er sprake van een bezuiniging op de binnensporten. Gemeentebelang stelt voor een deel van de pijn weg te nemen, maar niet alle pijn. De motie van de PvdA vindt de fractie zeer sympathiek maar ook onredelijk. De fractie steunt deze motie niet.
Hij merkt op dat er nog wel ruimte is gelet op de exploitatiecijfers en de grote verschillen in de contributiebedragen die deze verenigingen rekenen, ook in verhouding tot verenigingen in het land.
De heer KAHRAMAN vindt dat de wethouder de vinger op de zere plek legt en de bal terecht bij de raad neerlegt. De raad heeft immers de bezuinigingstaakstelling opgelegd. Het CDA is van mening dat in het uitgewerkte voorstel door het college en de Sportraad een aantal verenigingen onevenredig wordt getroffen. Er moet voor deze 4 verenigingen een oplossing worden gevonden.
De raad heeft een taakstelling opgelegd en het zou vreemd zijn dat deze voor deze 4 verenigingen volledig wordt teruggetrokken. Het CDA zal een motie mede indienen, waarin de verengingen deels tegemoet gekomen wordt. Voorliggende motie ondersteunt het CDA niet.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 2 stemmen voor (PvdA) en 23 stemmen tegen (SGP, CDA, CU, GB, VVD, LL en D66) en wordt verworpen.
Motie 9 over verlagen taakstelling sport (€ 28.000)
De heer NOORDAM geeft aan dat hij deze motie, gelet op de eerder gevoerde discussie, intrekt.
De heer KAHRAMAN merkt op dat er 2 indieners zijn (ook PvdA) en vraagt zich af of de PvdA de motie ook intrekt. Het verbaast hem dat er moties worden (mede)ingediend die soms tegenstrijdig zijn aan elkaar.
De heer NOORDAM zegt dat hij het met de mede-indieners heeft afgestemd.
Het voorzitterschap wordt overgedragen aan burgemeester Hofland.
Motie 10 over verlagen taakstelling sport (€ 25.000)
De fracties van Gemeentebelang, CDA, Lokaal Liberaal en ChristenUnie dienen een motie in. De heer MULLER licht de motie toe en zegt dat de intentie van de motie in de discussie al aan de orde is geweest. Deze is bedoeld om de pijn te verlichten op de plek waar deze het meest wordt gevoeld.
Overwegende dat:
- de raad het stimuleren tot deelname aan sport van groot belang vindt, vooral voor de jeugd;
- het wenselijk is om de drempel tot georganiseerde sport laag te houden, speciaal voor jeugdigen t/m 17 jaar;
- de binnensportverenigingen veel jeugdleden hebben;
- van meerdere binnensportverenigingen de bestuurders de mogelijke gevolgen van de bezuinigingsopdracht en de historie van de subsidievaststelling hebben toegelicht
- gevreesd wordt dat grote beperking van de jeugd- en accommodatiesubsidie leidt tot drempelverhoging of tot beëindiging van deelname;
- het bestaande systeem van subsidieberekening voor de binnensporten tekortkomingen heeft en complex is;
- de binnensportverenigingen voor de gym- en zwemsport door de voorgestelde uitvoering van de lopende kortingstaakstelling extra worden getroffen;
- de binnensportverenigingen al geconfronteerd worden met lastenverhogingen als gevolg van stijgende huur-/ en accommodatiekosten;
- de huidige regeling jeugdsubsidie van € 6,85 per jaar, geen relevante oplossing of compensatie biedt voor de gevolgen van de bezuinigingsopdracht aan de binnensportverenigingen voor de gym- en zwemsport;
Verzoekt het college:
- in de conceptbegroting de bezuinigingstaakstelling MW3047A, € 100.000,- op sport aan te passen van € 100.000 naar € 75.000;
- het verschil te gebruiken om de gevolgen van de bezuinigingen voor de binnensporten van de gym- en zwemverenigingen, te voorkomen of te beperken;
- de aangepaste bezuiniging gefaseerd uit te voeren met afronding in 2019.
Vragenronde
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt wat de heer Muller vindt van het feit dat hiermee de bezuiniging wordt verminderd en dat dit geheel ten goede komt aan de binnensport. Als je de bezuinigingstaakstelling naar beneden brengt zou dit ook evenredig verdeeld moeten worden over de verenigingen vindt spreker.
De heer NOORDAM vindt het onbegrijpelijk dat de meerderheid van de raad deze motie steunt. Hij vindt dat het bedrag van € 75.000 ‘uit de lucht komt vallen’. Dit getal wordt op geen enkele manier onderbouwd volgens spreker. Het ergste vindt hij dat de commotie blijft bestaan. Er staat immers: “de gevolgen van de bezuinigen worden voorkomen of beperkt”. Er wordt dus niets opgelost. De ongelijkheid blijft volgens spreker in takt en hij vindt dat deze motie niet ver genoeg gaat om zaken op te lossen.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat bekend is hoe het college erin staat en refereert aan de vraag die punt 2 oproept, waarin gesteld wordt dat het verschil gebruikt wordt om de gevolgen van de bezuiniging voor de binnensport (gym- en zwemverenigingen) te voorkomen of te beperken. Hij neemt aan dat hiermee bedoeld wordt dat de indieners de € 25.000, die nu staat ingeboekt, ten goede willen laten komen aan de 4 verenigingen. Hij vraagt of bedoeld wordt dat dit in evenredigheid naar de hoogte van de bezuiniging gebeurt of dat het gaat om ¼ deel per vereniging.
Debatronde
De heer MULLER zegt dat het inderdaad de bedoeling is de € 25.000 voor die 4 verenigingen beschikbaar te stellen. Hij onderkent dat het niet de definitieve oplossing is maar wel een oplossing voor een probleem dat op dit moment actueel is.
Hij heeft onderzoek gedaan en het valt op dat van de 393 gemeenten er 300 worstelen hoe sportsubsidiebetalingen moeten plaatsvinden. Het valt daarbij op dat de meeste gemeenten 2 instrumenten gebruiken, nl. jeugdledensubsidie en subsidie op accommodatie-/huurprijzen. Daarin vinden veel varianten plaats. Ook voor deze 4 verenigingen is de taakstellende bezuiniging nog aan de orde, weliswaar in een andere verdeling.
De heer KLEIN VELDERMAN refereert aan de woorden van de heer Muller over de taakstellende bezuiniging die nog steeds bij de gym- en zwemverenigingen wordt neergelegd. Hierbij wordt volgens spreker vergeten dat er al € 20.000 bezuinigd is bij andere verenigingen en er nog een deel bezuinigd moet worden. Hij refereert aan de volgende motie die een gestructureerde bezuiniging met duidelijke kaders voorstelt.
De heer DE KOE zegt dat Lokaal Liberaal denkt met dit voorstel de oneerlijke verdeling die er was op te lossen. Er moet volgens spreker nog wel bezuinigd worden. Deze taakstelling blijft ook liggen. Op deze manier wordt alleen het onredelijke eruit gehaald. De fractie ziet dat er sprake is van een systeemfout die niet wenselijk is. Op dit moment vindt spreker dit de beste oplossing, gelet op de benodigde snelheid.
De heer NOORDAM vraagt om een schorsing
De VOORZITTER schorst de vergadering van 15.10 tot 15.15 uur
De VOORZITTER heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Noordam.
De heer NOORDAM wil een stemverklaring afleggen en geeft eerst het woord aan de indiener van de motie.
De heer SCHEPPINK kan zich niet aan de indruk onttrekken dat er niet gesproken wordt over de Kadernota maar over een reparatie van een invulling van een bezuiniging. Het besluit is namelijk dat er € 25.000 aan het sportbudget wordt toegevoegd. De SGP heeft moeite met de invulling van de € 100.000 bezuiniging en vindt dat de sport wél € 100.000 moet bezuinigingen. Deze taakstelling is nl. nog niet uitgevoerd. Het gaat immers alleen nog maar om een collegebesluit.
De SGP kan deze motie steunen enkel en alleen omdat ze vindt dat de invulling van het collegebesluit niet rechtvaardig is geweest voor die 4 verenigingen, die te zwaar moeten boeten door de invulling op deze manier uit te voeren. De SGP vindt dat de raad moet zeggen dat de € 100.000 moet worden ingevuld, maar wel op een andere manier. Spreker vindt niet dat genoemde overwegingen mogen worden gebruikt om meer geld bij sport te doen.
De systematiek is erg onduidelijk, ook voor het college. Deze is duidelijk gemaakt door een inspreker in de commissievergadering. Hij sluit daarbij aan bij de motie vreemd aan de orde van de dag “herbeziening systematiek jeugdledensubsidie”. De SGP wil de € 25.000 gebruiken om de 4 binnensportverenigingen te compenseren, zoals de heer Muller dat heeft uitgelegd, totdat er een herbezinning is geweest op de systematiek van de jeugdledensubsidie.
De heer KLEIN VELDERMAN refereert aan de woorden van de heer Scheppink die zegt dat het het beste voorstel is tot nu toe, waarop € 25.000 worden ingeleverd maar waarbij hij niet het signaal wil afgeven dat de bezuiniging niet doorgaat. Spreker refereert aan de volgende motie, want daar wordt de bezuinigingstaakstelling wel bereikt.
De heer MULLER begrijpt de toelichting van de heer Scheppink en zegt dat het een correctie op een bestaand bezuinigingsplan is. De formulering van het verzoek is daarbij duidelijk en spreker stelt voor het voorstel in stemming te brengen.
De heer TER KEURST wil een stemverklaring afleggen en refereert daarbij aan het bankrekening-nummer onderaan de motie. Wellicht dat hierop giften kunnen worden gestort ter verzachting van de pijn van de binnensport.
In het belang van de binnensport stemt de PvdA in met de motie in de hoop dat er in, volgens de oproep van de heer Muller, in de toekomst een betere oplossing komt.
De heer NOORDAM sluit zich aan bij de stemverklaring van de heer Ter Keurst.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt met de motie te kunnen instemmen omdat het de pijn verzacht bij de binnensportverenigingen en heeft begrepen dat het een tijdelijke oplossing is.
Mevrouw DEIJK sluit zich aan bij de stemverklaring van de heer Noordam.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. Deze is unaniem aanvaard
Motie 10A over jeugdledensubsidie
De fracties van D66 en PvdA dienen een motie in. De heer KLEIN VELDERMAN licht de motie toe en geeft aan dat het praktischer was geweest dat deze als eerste was behandeld. Deze motie is op het laatst ingebracht met de kennis van een van de insprekers uit de commissie MDV, die spreker ervan overtuigd heeft dat dit juiste manier is.
Overwegende dat:
- de huidige subsidiesystematiek voor zwem- en poloclub De Mors en de 3 gymverenigingen het onbedoelde effect heeft gehad dat huurverhogingen in verband met de invulling van taakstellingen op sport sinds 2010 geheel of grotendeels gecompenseerd zijn door subsidieverhogingen;
- sportverenigingen een subsidie van € 0,57 per maand (€ 6,85 per jaar) per jeugdlid niet nodig hebben om aantrekkelijk te blijven voor de jeugd;
- dat het laatstelijk in de raadscommissie MDV besproken collegevoorstel geen recht doet aan historisch weloverwogen politieke keuzes om het gymmen en zwemmen in deze gemeente betaalbaar te houden;
Spreekt uit:
- dat de huidige subsidiesystematiek voor zwem- en poloclub De Mors en de 3 gymverenigingen beter afgeschaft kan worden;
- deze 4 verenigingen alsnog hun aandeel in de huurverhogingen sinds 2010 dienen te nemen;
- daarnaast de jeugdledensubsidie voor alle verenigingen vanuit oogpunt van deregulering en vermindering administratieve lastendruk bij verenigingen en gemeente beter afgeschaft kan worden;
- hiermee naar verwachting de taakstelling van € 43.000 op een goede alternatieve manier ingevuld kan worden;
En verzoekt het college:
- de bijzondere subsidiesystematiek voor deze 4 verenigingen af te schaffen;
- de netto huur 2010 voor deze 4 verenigingen te bepalen door de netto huur, die resulteert door de huurkosten 2009 minus de subsidie 2009, te indexeren met de huurverhogingen vanaf 2010 tot en met 2016 (verwachte opbrengst circa € 15.000);
- het huidige budget van € 28.000 voor jeugdledensubsidie in de gemeentelijke begroting naar € 0 te brengen en regels over jeugdledensubsidie te schrappen.
Vragenronde
De heer VAN VELDHUIZEN heeft moeite met de motie gelet op het tijdstip dat deze is binnen-gekomen (08.50 uur vanmorgen). Hij heeft zich onvoldoende in de motie kunnen verdiepen, ook wat betreft de bijlage die erbij zit. Hij kan hierover op dit moment dus geen uitspraak doen.
De VOORZITTER geeft aan dat een fractie een motie mag indienen wanneer ze wil. Geprobeerd is dit op een zo goed mogelijke manier te faciliteren en ondersteunen. Wat de volgorde betreft zegt spreker dat de meest verstrekkende motie als eerste behandeld wordt. Dit betrof het niet ombuigen van de € 43.000.
Wethouder CORNELISSEN refereert aan de tekst in het beleidsakkoord over jeugdledensubsidie en ontraadt de motie.
Debatronde
De heer SCHEPPINK vindt het de beste motie van D66 tot nu toe, waarbij de bezuiniging in stand gehouden wordt. Spreker vindt de tekst in het beleidsakkoord echter belangrijker.
De heer NOORDAM zegt dat het de fractie van de VVD niet is gelukt de motie te bespreken.
De heer KLEIN VELDERMAN onderkent dat de motie te laat is ingediend, waardoor niemand zich heeft kunnen voorbereiden. Wel kan worden nagedacht over het systeem erachter en hij vindt het jammer dat de tekst in het beleidsakkoord over de jeugdledensubsidie de motivatie is om de motie te verwerpen.
De heer KAHRAMAN stelt voor dat de fractie van D66 de motie aanhoudt en er later op terugkomt, zodat er over de inhoud kan worden gedebatteerd.
De heer KLEIN VELDERMAN houdt de motie aan.
De VOORZITTER concludeert dat de motie niet in behandeling wordt genomen. Er zal ook niet actief geagendeerd worden, dit moet een initiatief zijn van de raad of de fractie van D66.
Motie 11 over de kleiduivenschietvereniging
De fracties van Lokaal Liberaal en ChristenUnie dienen een motie in. De heer DE KOE licht de motie toe.
Overwegende dat:
- in 2005 op verzoek van de gemeente de schietbaan aan de Brekeldlaan verlaten zonder bezwaar te maken om de gemeente de mogelijkheid te bieden het veldenprobleem voor Excelsior ’31 op te lossen;
- vanaf 2005 niet meer in clubverband kunnen schieten op een eigen locatie binnen en in overleg met de gemeente constant aan het zoeken geweest naar een nieuwe geschikte locatie voor de schietbaan;
- na de jarenlange zoektocht is het gelukt om, met de volledige medewerking van de gemeente, in 2012 een nieuwe schietbaan aan de Leiding- hoek Kedingen te openen;
- om de toekomst van de schietbaan op de huidige locatie veilig te stellen de vereniging voornemens is om de grond waarop de schietbaan is gevestigd in eigendom te verwerven inclusief alle erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen en veilige zone. Met de eigenaar van de grond is hierover mondelinge overeenstemming bereikt;
- de Kleiduivenschietvereniging De Brekeld in de afgelopen jaren als forse investeringen heeft gedaan welke behoren tot de basale voorzieningen en hiervoor geen bijdrage is gevraagd aan de gemeente. De vereniging in de afgelopen 40 jaar nog nooit een geldelijke bijdrage van de gemeente heeft ontvangen;
- door deze kosten de bodem van de clubkas in zicht is gekomen;
- de Kleiduivenschietvereniging verwacht middels het uitgeven van obligaties en het werven van andere fondsen ongeveer 50% van de investeringen op eigen kracht te kunnen financieren;
Verzoekt het college:
- de locatie van de Kleiduivenschietvereniging voor de toekomst te borgen;
- een incidenteel bedrag ad. € 12.500,- in de begroting 2016 op te nemen ten behoeve van de locatieproblematiek en/of de realisatie van basale voorzieningen van Kleiduivenschietvereniging De Brekeld.
Vragenronde
De heer NOORDAM vindt het een begrijpelijke motie en wijst erop dat momenteel de rentestand erg laag is. De verwervingskosten van de grond en de hypotheek die daarvoor nodig is, is een relatief laag bedrag. Wellicht is dit bedrag zelfs lager dan de huur. Als 50% vanuit eigen middelen wordt gegenereerd dan kan 50% in depot worden gestort van waaruit de hypotheek wordt betaald. Hij vraagt een toelichting op het woord ‘borgen’.
De heer TER KEURST vraagt naar het acute probleem op dit moment.
De heer DE KOE doet met deze motie een moreel appèl, gezien de geschiedenis van deze vereniging. Hij is bereid het woord ‘borgen’ te schrappen als de VVD de motie daarmee kan steunen en de mede-indiener het hiermee eens is.
Wethouder CORNELISSEN geeft aan dat het deze vereniging siert dat ze de afgelopen 40 jaar onafhankelijk van de gemeente heeft geopereerd. Het is echter niet aan de gemeente om een bijdrage te verlenen in het verwerven van de grond, dat in eigendom van de vereniging komt volgens spreker. Ook de realisatie van basale voorzieningen komt, volgens het college, niet in aanmerking voor een bijdrage. Wanneer gekeken wordt naar de mogelijkheden binnen de investeringsregeling 1/3-regeling dan is als weigeringsgrond opgenomen dat niet met de aanschaf en/of realisatie is begonnen. Het college heeft besloten tot verstrekken van de investeringsregeling, tenzij het college hiervoor een vrijstelling heeft verleend. Volgens het college is de discussie in de raad uitvoerig gevoerd. De raad deelde daarbij in meerderheid het standpunt van het college. Het college heeft haar standpunt niet gewijzigd en ontraadt deze motie.
Debatronde
De heer NOORDAM zegt dat als Lokaal Liberaal bereid is punt 1 anders te formuleren dan kan de VVD de motie steunen.
De heer DE KOE zegt dat de ChristenUnie voorstelt het woord ‘borgen’ te vervangen door ‘zeker te stellen’.
De heer TER KEURST laat weten dat het moreel appèl een aantal jaren eerder had moeten plaatsvinden, ten tijde van de realisatie van de accommodatie en niet achteraf.
De heer MULLER zegt dat in de huidige fractie geen actuele kennis aanwezig is. Oud-raadsleden die spreker gesproken heeft herkennen het niet als morele verplichting naar de kleiduivenschietvereniging. Gemeentebelang steunt de motie niet.
De heer NOORDAM wijst erop dat het gaat over sport in het algemeen i.p.v. breedtesport.
De heer MULLER zegt dat er altijd gesproken wordt over breedtesport en over ambitie. Het is niet zo dat elke sport in aanmerking komt voor financiële middelen.
De heer NIJKAMP wijst erop dat de kleiduivenschietsport een olympische sport is.
De heer NOORDAM onderstreept de woorden van de heer Nijkamp.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 19 stemmen voor (SGP, CDA, CU, VVD en LL) en 6 stemmen tegen (PvdA, GB en D66) en wordt aanvaard. .
Motie 12 over dekking nieuwbouw zwembad/tarieven
De fracties van de SGP, Lokaal Liberaal, ChristenUnie en Gemeentebelang dienen een motie in. De heer NOEVERMAN licht de motie toe en zegt dat in de Kadernota een bedrag van € 10.000 per jaar is opgenomen als dekking voor vervangende nieuwbouw van het zwembad, door verhoging van de tarieven voor het zwembad. De SGP-fractie is er niet van overtuigd dat verhoging van de tarieven in de mate waarin dat in de Kadernota wordt voorgesteld ook daadwerkelijk tot hogere inkomsten leidt. Het zou zo kunnen zijn dat de totale inkomsten zelfs dalen als de tarieven sterk verhoogd worden. De SGP wil wel geld reserveren voor nieuwbouw van het zwembad. Tegelijkertijd wil de fractie het zwembad graag betaalbaar houden voor inwoners van Rijssen-Holten en mogelijk zelfs voor mensen van buiten de gemeente. De fractie stelt daarom per motie een kleinere verhoging van de tarieven voor. De SGP-fractie heeft in de commissie overigens ook opgemerkt het vreemd te vinden dat in de Kadernota een beslissing genomen lijkt te worden over het zwembad, terwijl de discussie over eventuele vervangende nieuwbouw nog niet is gevoerd in de commissie. De fractie is blij met de toezegging van de wethouder dat die discussie inderdaad nog gevoerd gaat worden.
Overwegende dat:
- zwembad De Koerbeld verouderd is en vervangende nieuwbouw wenselijk;
- ter dekking van nieuwbouw sparen door inkomsten verhogen zinvol is;
- een jaarlijkse tariefsverhoging van 5% gedurende 7 jaar een reel risico met zich meebrengt dat de inkomsten zullen dalen door minder abonnementen verkoop;
- omliggende plaatsen concurrerende tarieven hanteren;
Verzoekt het college:
- In de conceptbegroting uit te gaan van een tariefstijging van de abonnementstarieven van 2,5 % per jaar gedurende 7 opeenvolgende jaren.
Vragenronde
De heer TER KEURST merkt op dat de SGP hiermee een gat in de begroting slaat en vraagt hoe zij dit gaan dichten.
De heer NOORDAM vraagt naar de individuele kaartjes. In de scan en in de motie wordt gesproken over de abonnementen. Hoe wordt er daarbij gekeken naar de individuele kaartjes? In de inleiding wordt ook gesproken over bezoekers buiten de gemeente, waarbij er dan waarschijnlijk sprake is van meer individuele kaartjes. Spreker stelt de volgende vragen:
- Geldt de motie voor alle tarieven en zo niet, waarom niet?
- Wat was de achterliggende strategie van het college om op deze wijze een spaarpot op te bouwen?
- Wat is het doel van deze reserve?
- De dekking gaat van € 58.000 naar € 29.000, hoe wordt dit gedicht?
De heer NOEVERMAN realiseert zich goed dat er een gat in de begroting wordt geslagen met deze motie en vraagt zich af of met de tariefsverhogingen ook daadwerkelijk het verwachte geld wordt binnengehaald. Het is volgens spreker realistischer te verwachten dat als je meer inkomsten wilt krijgen door tariefsverhoging de tarieven niet al te zeer verhoogd moeten worden, ook gelet op de concurrerende tarieven in de omgeving. Daarom is de SGP van mening dat de tariefsverhoging lager zou moeten zijn. Dit gaat inderdaad ten koste van het structureel perspectief. De vragen over of de verhoging geldt voor alle tarieven en over de strategie speelt hij door naar het college.
De heer NOORDAM interrumpeert en vraagt wat de SGP beoogt met de motie qua verhoging van de tarieven.
De heer NOEVERMAN zegt dat in de motie gesproken wordt over de abonnementstarieven.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat ter dekking van de vervangende nieuwbouw van het binnenbad in Rijssen een gefaseerde tariefsverhoging is voorgesteld. In de afgelopen jaren zijn de tarieven enkele keren verhoogd. De gevolgen daarvan bleven beperkt en op basis van ervaringscijfers is bij berekening van de meeropbrengst rekening gehouden met de prijselasticiteit van de zwembad-tarieven. Zo is het college tot dit voorstel gekomen aldus spreker. Het college verwacht niet dat er sprake is van een groot risico. Als gekeken wordt naar de omliggende gemeenten dan wordt in Rijssen een prijs van € 3.00 voor een jeugdkaartje gehanteerd en in Markelo € 3,80. De prijs van de kaartjes voor volwassenen is iets hoger in Rijssen-Holten, nl. € 4.00 en in Markelo € 3,80. In Markelo wordt één prijs voor alle leeftijden gehanteerd, ook voor wat betreft de abonnementen. In Rijssen-Holten kost een jeugdabonnement € 40,65 i.p.v. € 58,33 in Markelo. Als de tarieven van Markelo gehanteerd worden dan is er sprake van een meeropbrengst. Het college heeft gemeend een spaarpot te moeten creëren. Vanwege het gat dat ontstaat in het structureel perspectief ontraadt het college deze motie.
De heer NOORDAM interrumpeert en zegt dat in de scan wordt gesproken over abonnementstarieven terwijl de wethouder ook dagkaartjes bedoelt. De motie heeft alleen betrekking op de abonnementen.
Hij vraagt naar het doel van de reserves.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het alleen om abonnementen gaat en dat het college geld wil reserveren voor de nieuwbouw van het zwembad. Hij heeft al toegezegd dat de hele discussie rondom de nieuwbouw van het zwembad nog terugkomt in de commissie.
Debatronde
De heer KAHRAMAN refereert aan de discussie in de commissie over de nieuwbouw van het zwembad en begrijpt dat het college een aanloop neemt om straks een zwembad te kunnen bouwen. Spreker ziet de verhoging van de tarieven als een van de maatregelen om geld te kunnen sparen om een nieuw zwembad te kunnen bouwen. Het CDA is het met de indieners van deze motie eens dat 5% wellicht aan de hoge kant is, vindt dat het een laagdrempelige voorziening moet zijn en dat een prijsverhoging van 2,5% voldoende is voor de komende jaren.
De heer NOORDAM zegt dat hij zich commercieel gezien wel kan aansluiten bij de woorden van de heer Kahraman. Het abonnement wordt goedkoper t.o.v. het dagkaartje en dit stijgt niet te veel. Hij denkt dat met de motie voldoende reserves worden gecreëerd.
De VOORZITTER geeft aan dat de prijs van de dagkaarten niet stijgt met deze motie.
De heer TER KEURST legt een stemverklaring af en zegt een vermindering van de tariefstijging te kunnen billijken. De PvdA hoopt dat de mensen de 2,5% tariefsverhoging kunnen betalen uit het voordeel vanuit het rioolfonds en in mindere mate vanuit de OZB.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. Deze wordt unaniem aanvaard.
Motie 12A over het zwembad
De fracties van D66 en PvdA dienen een motie in. De heer KLEIN VELDERMAN licht de motie toe en zegt dat hij deze motie indient, ondanks de toezegging. In de Kadernota staat dat De Koerbelt vernieuwd gaat worden. Daarbij is wel toegezegd dat er eerst overlegd wordt. Met deze motie wil hij vastleggen dat dat gebeurt en dat het thans niet om vernieuwing van De Koerbelt gaat, want dat besluit moet nog worden genomen.
Overwegende dat:
- op basis van een rapport van Synarchis door de raad geen afweging is gemaakt over het programma van eisen ten aanzien van de zwembaden binnen de gemeente;
- de kadernota al invulling geeft aan de plaats en vorm van de zwembaden;
- het reserveren van geld voor mogelijke aanpassingen een goede zaak is;
Spreekt uit:
- dat er met de raad over de uitgangspunten voor wat betreft de plaats, ontwerp zwembad en kosten overleg moet worden gevoerd;
En verzoekt het college:
- aan de hand van een startnotitie met de commissie MDV in overleg te treden over de uitgangspunten ten aanzien van de plaats, ontwerp en kosten, voordat tot concrete planvorming wordt overgegaan.
Vragenronde
De heer KAHRAMAN zegt dat dit punt ook in de commissievergadering is behandeld vraagt zich af wat anders is aan de motie dan al door het college is toegezegd.
De heer DE KOE is ervan overtuigd dat geen van de raadsleden miljoenen euro’s beschikbaar stelt voor de realisatie van een nieuw zwembad zonder dat er een concreet plan aan ten grondslag ligt.
De heer KLEIN VELDERMAN is blij met de gestelde vragen, zegt dat het inderdaad duidelijk is maar stelt voor dit door middel van deze motie te bekrachtigen.
Wethouder CORNELISSEN zegt een toezegging te hebben gedaan en dat de motie daarmee overbodig is.
Debatronde
De heer NOORDAM zegt dat de heer Klein Velderman gelijk heeft. Straks worden namelijk moties behandeld waarbij de heer Klein Velderman hetzelfde zou kunnen aangeven: “Het is toch allemaal al toegezegd?”. Dit zegt voldoende volgens spreker.
De heer TER KEURST geeft aan dat de heer Noeverman aangaf deze motie overbodig te vinden. Hij refereert aan de motie over de watertappunten van de VVD, waarbij er ook al voldoende toezeggingen waren gedaan. Nu ligt een soortgelijke motie voor, waarin gevraagd wordt om een bevestiging van een toezegging.
De heer BERKHOFF refereert aan de toezegging van de wethouder en zegt dat de raad nog nooit een beslissing heeft genomen zonder zorgvuldige planvorming en behandeling in de commissie. Spreker heeft er geen behoefte aan deze motie te ondersteunen.
De heer NOORDAM zegt dat er ook al toezeggingen zijn gedaan over het carillon en het stadhuis-orgel, maar hierover worden ook nog wel moties ingediend. Hij vraagt of spreker zich kan verplaatsen in het gedachtengoed van de heer Klein Velderman.
De heer BERKHOFF zegt dat hij zich op dit moment niet kan verplaatsen in het gedachtegoed van de heer Klein Velderman.
De heer KAHRAMAN begrijpt het niet. Hij refereert aan de toezegging die ook genotuleerd is. Hij stelt voor dat de heer Klein Velderman bepaalt of er juist genotuleerd is. Zo niet, dan kan hij dit bij de griffie aangeven. Het was de keuze van de indiener om de motie over de watertappunten in stemming te brengen. Over deze motie zijn al in een eerdere vergadering toezeggingen gedaan. Dan had de heer Klein Velderman de motie kunnen aankondigen door te zeggen dat hij geen genoegen neemt met de woorden van de wethouder.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt of het CDA achter deze motie staat, maar dat deze eerder aangekondigd had moeten worden.
De heer NOEVERMAN zegt bij de door hem ingediende motie als toelichting te hebben gegeven dat de SGP-fractie in de commissie heeft aangegeven dat het vreemd is dat in de Kadernota beslissingen worden genomen over de nieuwbouw van het zwembad, zonder dat daar in de commissie over gesproken is. Ook is nog niet duidelijk hoeveel geld er nodig is. Hij is blij met de woorden van de wethouder dat er met de reservering van geld nog geen beslissing wordt genomen over de invulling van de plannen. Onder die voorwaarden is de SGP bereid geld ter beschikking te stellen. De SGP vindt deze motie overbodig.
De heer KLEIN VELDERMAN gaat in op de woorden van de heer Noeverman en zegt met de motie de toezegging van de wethouder slechts concreet te willen maken.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 5 stemmen voor (PvdA, VVD en D66) en 20 stemmen tegen (SGP, CDA, CU, GB en LL) en wordt verworpen.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 16.00 – 16.15 uur.
De VOORZITTER draagt het voorzitterschap over aan de heer Kreijkes.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
Motie 12B over Lange Termijn Visie Sport
De fracties van D66 en PvdA dienen een motie in. De heer KLEIN VELDERMAN licht de motie toe en merkt daarbij op dat hij vreest dat er geen meerderheid voor de motie is.
De heer KAHRAMAN vraagt waarom de heer Klein Velderman deze motie dan indient.
De VOORZITTER zegt dat de overweging om een motie wel of niet in te dienen aan de indieners is.
De heer KLEIN VELDERMAN dient de motie in:
Overwegende dat:
- goede sportaccommodaties bijdragen aan een positieve sportbeleving;
- sportaccommodaties structureel beheerd, onderhouden en op termijn vervangen worden;
- bij de realisatie van sportaccommodaties rekening gehouden moet worden met de ontwikkeling
- van nieuwe sporten;
- hiervoor financiële middelen beschikbaar moeten zijn;
- de raad ten aanzien daarvan duidelijke prioriteiten kan stellen;
- het van belang is hiervoor een financiële planning te maken;
Spreekt uit:
- dat door het opstellen van een “lange termijn visie sport 2016-2026” duidelijk is welke investeringen er de komende jaren nodig zijn;
En verzoekt het college:
- een LTVS 2016-2026 op te stellen en deze voor de kaderstelling 2017 aan de raad aan te bieden.
Vragenronde
De heer MULLER vraagt in welke mate van professionaliteit het onderzoek uitgevoerd moet worden en hoeveel geld een dergelijk onderzoek kost.
De heer DE KOE merkt op dat een eerder opgestelde ambitieuze Lange Termijn Visie Sport voor Rijssen-Holten in 2010 ter zijde is geschoven door het ontbreken van de middelen. Hij vraagt zich daarom af waar nu die middelen vandaan moeten komen en wat de toegevoegde waarde is van een onderzoek, dat mogelijk veel geld kost.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt wat de toegevoegde waarde, behalve de financiële planning, is van een LTVS bovenop de Sportvisie.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat het € 10.000 à € 20.000 kost om een LTVS op papier te zetten.
Wat betreft de vraag over de toegevoegde waarde van het onderzoek, zegt spreker dat de Sportvisie die er al is, niet de accommodaties betreft, maar de sporten zelf.
De heer TEN BERGE vraagt de heer Klein Velderman waarom hij nu met dit onderwerp naar voren komt. Bij de behandeling van de Sportvisie in de commissie is hierover niet gesproken.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat vandaag de Kadernota wordt besproken en dat de indieners van de motie een LTVS belangrijk vinden. Daarmee kan de gemeente beter plannen, is op de hoogte van vervangingen en kan reserveren, in tegenstelling tot de huidige systematiek die gevolgd wordt bij bijvoorbeeld het zwembad en er eerst een rapport opgesteld moest worden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat enkele zaken in de motie een nieuw licht werpen op bijvoorbeeld de term ‘nieuwe sporten’. In de Strategische Visie en in de herijking daarvan is de mening van de raad al opgenomen over sportvoorzieningen.
In de onlangs in de commissie behandelde nieuwe Sportvisie is juist geen financiële vertaling opgenomen vanwege de dynamiek in het taakveld Sport. Daarnaast kunnen er prioriteiten ontstaan die niet voorzien waren. Voorbeelden daarvan zijn TC de Mors en de hockeyclub. Dat maakt het opstellen van een LTVS lastig. De gemeente probeert altijd wel een financiële planning te maken, waarbij zij te maken heeft met gemeentelijke accommodaties en accommodaties van derden.
Spreker had de discussie over een LTVS liever gevoerd bij de behandeling van de Sportvisie. Een LTVS heeft wat hem betreft geen link met bijvoorbeeld een LTVV. Bij het LTVV is een heel andere insteek gekozen in verband met de opbrengsten van Veeneslagen en Plaagslagen. Het college ontraadt de motie.
Debatronde
De heer NOORDAM vraagt zich af wat er mis is met de motie. Bij de algemene beschouwingen sprak de ChristenUnie over vervanging van een sporthal. Het is wat spreker goed als bekend is wat op lange termijn op dit gebied de eventuele investeringen zijn; zo zou het goed zijn wat de komende jaren de investeringskosten zijn voor zwembad Twenhaarsveld.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de wethouder sprak over incidenten, zoals kunstgras voor de hockeyclub en een tennisbaan voor TC De Mors. Met een LTVS worden dergelijke incidenten voorkomen, omdat daarin goed nagegaan wordt wat de behoeften en de ontwikkelingen zijn en wanneer voorzieningen nodig zijn. Als er financiën nodig zijn, kan het college bij de raad aankloppen. Incidenten en klein onderhoud of vervanging blijven er, maar ook daarmee kan rekening gehouden worden.
De heer MULLER zegt dat in de commissie is gesproken over een onderzoek naar de capaciteit van sporthallen. Gemeentebelang vindt dat een nuttig en functioneel thema en opperde een onderzoek eventueel te laten uitvoeren middels een studieopdracht. Datzelfde geldt voor voorliggende motie, omdat voor Gemeentebelang een verkenning naar de toekomst met betrekking tot de accommodaties van belang is in verband met keuzes die gemaakt moeten worden. Daarover een keer goed met elkaar te spreken, na te denken en te rapporteren heeft grote voordelen, al is het de vraag of daarvoor een duur rapport opgesteld moet worden.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat ChristenUnie ervan uitgaat dat de accommodaties in beeld zijn en dat het onderhoudsschema bekend is. Naar aanleiding van de algemene beschouwingen van de ChristenUnie, waarin is gesproken over een nieuwe sporthal, zegt zij dat ook de ChristenUnie, evenals de SGP, af en toe houdt van dromen en dat niet alle dromen bedrog zijn.
De heer KAHRAMAN merkt op dat een motie die niet in meerderheid is ondertekend, het gevaar loopt niet aangenomen te worden. Hoe eerder de inhoud van een motie bekend is, hoe eerder andere fracties daarover kunnen nadenken en eventueel daarin kunnen meegaan.
De heer TER KEURST zegt dat de Sportvisie opiniërend in de commissie is besproken en nog geen gelopen race is. Wat in het voordeel van de motie kan spreken, is dat er niet langer ad hoc beslissingen genomen hoeven te worden, zoals nu het geval is voor de Kleiduivenschietvereniging en de Schaats- en skeelervereniging.
De heer NOEVERMAN zegt dat de SGP erg blij is met Sportvisie, juist omdat de SGP bij de behandeling daarvan ook aandacht heeft gevraagd voor ongeorganiseerd sporten. Dat heeft een plek gekregen in de Sportvisie. De SGP vindt het jammer dat in de motie alleen is gekeken naar de sportaccommodaties.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat in de motie wordt gesproken over sportaccommodaties, maar niet dat die alleen voor verenigingen beschikbaar gesteld worden. Ook ongeorganiseerde groepen kunnen hiervan gebruik maken.
Spreker verzoekt om een schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 16.34 tot 16.36 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat hij het verzoek in de motie wil aanpassen en daarbij het woord “verkenning” opneemt: een verkenning naar de mogelijkheden om een LTVS op te stellen en deze voor de kaderstelling 2017 aan de raad aan te bieden. Dat voorkomt dat er nu al geld wordt uitgegeven voor een rapport.
De VOORZITTER zegt dat het verzoek in de motie daarmee luidt: “een verkenning naar het opstellen van een LTVS 2016-2026 op te stellen en deze voor de kaderstelling 2017 aan de raad aan te bieden”.
De VOORZITTER brengt de (gewijzigde) motie in stemming. De motie krijgt 12 stemmen voor (CU, GB, PvdA, VVD, D66) en 13 stemmen tegen (SGP, CDA, LL) en wordt verworpen.
Motie 13 over handhaven stadhuisorgel
De fracties van SGP en ChristenUnie dienen een motie in. De heer RETERINK licht de motie toe.
Na het indienen van een motie op 28 juni 2013 over het stadhuisorgel, is er bij de SGP een mineurgevoel achtergebleven. De SGP wil dat gevoel graag ombuigen. In de volgende motie wordt concreet aangegeven wat wenselijk geacht wordt met betrekking tot het stadhuisorgel.
Overwegende dat:
- de Cultuur Advies Raad aangeeft dat het om cultureel erfgoed gaat waar men zuinig op moet zijn;
- het stadhuisorgel een geschenk aan de gemeente is geweest om er concerten op te laten geven voor de bevolking;
- er onder de bevolking draagvlak is voor behoud van het stadhuisorgel in, bij voorkeur, het gemeentehuis;
- de Werkgroep Muziek in de Brusselzaal (particulier initiatief) voor de komende 4 jaar sponsors heeft voor het organiseren van de concerten;
- deze concerten in een behoefte voorzien, gelet op de bezoekersaantallen;
- onze raad er aan hecht dat het stadhuisorgel voor het geven van concerten behouden blijft op de huidige locatie;
Verzoekt het college:
- het stadhuisorgel op de huidige locatie te handhaven;
- en hiervoor in de concept-begroting incidenteel € 18.000,- en structureel € 2.100,- op te nemen.
Vragenronde
De heer BEUNK vraagt wie het orgel aan de gemeente heeft geschonken.
Wethouder BEENS zegt dat er in de tijd van de bouw van het vorige gemeentehuis in Rijssen een verplichte 1%-regeling bestond, die ten behoeve moest komen van cultuur. De burgemeester en de gemeenteraad hebben toen besloten hiervoor een stadhuisorgel aan te schaffen.
De gemeenteraad is toe aan duidelijkheid en aan het nemen van een goede beslissing over het stadhuisorgel. Dat betekent dat de gemeente óf afstand neemt van het orgel óf het orgel behoudt. Het college heeft zijn beslissing genomen en wil afstand nemen van het orgel en kijken naar een gepaste locatie, waar er op een goede manier gebruik van gemaakt wordt.
Als de motie wordt aangenomen en het stadhuisorgel wordt gehandhaafd, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:
- het orgel moet goed opgekapt worden, waarvoor geld beschikbaar gesteld moet worden;
- er moet structureel geld beschikbaar gesteld worden voor jaarlijks onderhoud;
- het orgel moet goed geëxploiteerd worden.
De motie voorziet niet in het derde punt. Er wordt gesteld dat de Werkgroep Muziek in de Brusselzaal het orgel exploiteert, maar volgens spreker moet er zowel door de gemeente als van particulier initiatief geld gereserveerd worden. Dat mist hij in de motie en hij roept op, als de motie gehandhaafd blijft, € 5.000 structureel beschikbaar te stellen. Dan wordt er een goede beslissing genomen en wordt het een succes. Doet de raad dat niet, dan adviseert hij niet voor de motie te stemmen.
Debatronde
De heer NOORDAM vraagt de heer Reterink of hij de motie intrekt als het college deze overneemt. Ook vraagt hij of de heer Reterink het bedrag in de motie wil aanpassen van € 2100 naar € 5000.
De VOORZITTER merkt op dat de wethouder de motie zojuist heeft ontraden en dat het vreemd zou zijn als het college de motie overneemt.
De heer TER KEURST zegt dat de wethouder eerder een vlammend betoog heeft gehouden om het orgel te behouden, maar dat het collége afstand wilde doen van het orgel. Nu zegt dat wethouder dat het orgel kan worden behouden onder de voorwaarde dat er meer structureel gemeenschapsgeld beschikbaar wordt gesteld.
De VOORZITTER zegt dat dat niet wegneemt dat de wethouder de motie heeft ontraden.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt de wethouder of hij bedoelt dat het bedrag van € 2100 verhoogd moet worden naar € 5000 of dat er € 5000 extra moet komen voor de exploitatie.
Tegen de heer Ter Keurst zegt spreekster dat de wethouder in de commissie heeft gezegd dat er een goede keuze gemaakt moet worden: afstand doen van het orgel of het behouden. Die vraag ligt voor.
De heer BEUNK zegt dat het een goede keuze is als het collegevoorstel wordt gevolgd.
De heer RETERINK zegt dat de motie wordt aangepast: het structurele bedrag van € 2100 wordt opgehoogd naar € 5000. Daarbij maken de indieners de kanttekening dat de organisatie van de concerten bij de werkgroep blijft liggen.
Wethouder BEENS zegt dat het college afstand wil nemen van het orgel en een passende oplossing wil zoeken buiten het gemeentehuis. Nu is er een motie ingediend, waarover spreker een advies heeft gegeven. Er moet voldaan worden aan drie voorwaarden:
- het orgel moet gerepareerd worden: daaraan voldoet de motie;
- er moet structureel geld zijn voor het onderhoud: dat is het bedrag van € 2100;
- er moet een bedrag van € 5000 beschikbaar gesteld worden voor exploitatie: de € 5000 is een extra bedrag naast de € 2100.
Mevrouw RIEZEBOS vraagt wat er moet gebeuren voor die € 5000 voor de exploitatie. De concerten worden namelijk al georganiseerd door het particulier initiatief.
Wethouder BEENS zegt dat er meerdere concerten gegeven moeten worden en dat per concertavond een bode aanwezig moet zijn. De exploitatie moet samen met het particulier initiatief opgepakt worden, waarbij het particulier initiatief het voortouw neemt. Er moet geld van de gemeente beschikbaar gesteld worden om de concerten structureel uit te laten voeren.
De heer RETERINK vraagt of andere activiteiten die in de gemeente worden gehouden, ook worden verhaald op de gemeente, zoals een Ronde van Overijssel.
Wethouder BEENS zegt dat voor activiteiten, zoals de heer Reterink noemt, geld is opgenomen in de begroting. Waar het nu om gaat, is dat de raad zelf heel enthousiast moet zijn om door te gaan met het stadhuisorgel. Als dat niet het geval is, moet de raad de beslissing durven nemen om afstand te nemen van het orgel.
De heer RETERINK zegt dat hij blijft bij de aanpassing van de motie met het bedrag van € 5000.
De VOORZITTER vraagt of de motie wordt gehandhaafd. Dat betreft de gewijzigde motie, waarin het college wordt verzocht het stadhuisorgel op de huidige locatie te handhaven en hiervoor in de concept-begroting incidenteel € 18.000 en structureel € 5000 op te nemen.
De heer RETERINK zegt dat hij geen goede reden kan bedenken om de motie niét te handhaven.
De VOORZITTER brengt de (gewijzigde) motie in stemming. De motie krijgt 20 stemmen voor (SGP, CDA, CU, VVD, D66, LL) en 5 stemmen tegen (GB, PvdA) en wordt aangenomen.
Motie 14 over de Beiaard
De fracties van SGP en ChristenUnie dienen een motie in. De heer RETERINK licht de motie toe en merkt op dat de inspraak tijdens de gezamenlijke commissievergadering voor de indieners een aansporing was om de volgende motie in te dienen.
Overwegende dat:
- de beiaard een gift aan de gemeenschap is geweest;
- regelmatige bespelingen door een beiaardier nodig zijn om de beiaard in goede conditie te houden;
- een bespeling om de week hierin kan voorzien;
- de stichting Vrienden van de Beiaard zelf middelen kan verwerven door middel van sponsoring;
- een beiaardier de beiaardcultuur kan versterken;
- een beiaardier educatieve activiteiten rondom de beiaard kan organiseren;
- de kern Rijssen een relatief stil centrum heeft waar beiaard bespelingen uitstekend tot hun recht komen;
Verzoekt het college:
- in de conceptbegroting structureel € 5.000,- op te nemen ten behoeve van de benoeming van een beiaardier;
- in overleg te treden met de Stichting Vrienden van het Rijssens Carillon om de mogelijkheden tot benoeming van een beiaardier uit te werken;
- de raad over de uitkomst van dit overleg te informeren voor de behandeling van de begroting 2016.
Vragenronde
De heer DE KOE zegt dat er een sympathieke motie voorligt en dat een beiaard o.a. goed is voor recreatie en toerisme. Spreker wijst erop dat niet de benóeming van een beiaardier € 5000 zal kosten, maar dat de € 5000 bedoeld is als vergoeding voor de beiaardier.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt bij welke gelegenheden de beiaardier het carillon bespeelt en of dat ook gedaan wordt op zondagen.
De heer TER KEURST vraagt waarom niet een voorstel wordt ingediend voor de organisatie van meer evenementen in het centrum – tijdig gepubliceerd ‑ als gesteld wordt dat het stil is in het centrum.
De heer RETERINK zegt dat € 5000 inderdaad bedoeld is als vergoeding voor de beiaardier.
Kennende de bevolking van Rijssen lijkt het spreker geen wijs besluit de beiaard te laten bespelen op zondag. Bij evenementen kan de beiaard bespeeld worden om iets betekenen voor het centrum. Daar is wat spreker betreft een link te leggen.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt aan welke evenementen de heer Reterink denkt.
De heer RETERINK zegt dat de beiaard in elk geval op de zaterdagen bespeeld kan worden. De beiaardier is vrij in het spelen van liederen bij evenementen of gelegenheden.
Wethouder BEENS zegt dat per 1 januari 2015 afscheid is genomen van de beiaardier en dat het een vreemde situatie is hem opnieuw te benoemen. Voor het voeren van een consistent beleid ontraadt het college de motie.
De heer MULLER vraagt of de wethouder bedoelt dat iemand die ontslagen is voor altijd ontslagen moet blijven.
Wethouder BEENS zegt dat hij het spanningsveld bedoelt als iemand wordt ontslagen om daarop na zes maanden terug te komen. Als de raad echter de bezuiniging wil terugdraaien, dan adviseert hij aan te sluiten bij de Stichting Vrienden van het Rijssens Carillon, alles daar onder te brengen en elke euro die de stichting uitgeeft voor het carillon en bespelen ervan, als gemeente te verdubbelen tot een maximum van € 5000.
De heer RETERINK zegt dat de indieners van de motie prima kunnen leven met het voorstel van de wethouder. Het is verstandig de motie daarop aan te passen.
Wethouder BEENS vult aan dat het particulier initiatief dan daadwerkelijk het initiatief moet nemen voor alles rondom het carillon.
De GRIFFIER zegt dat het voorstel van de wethouder exact verwoord kan worden in de motie. Een andere mogelijkheid is de motie in te trekken en het college te verzoeken het voorstel van de wethouder uit te werken in de concept-begroting die de raad in november beoordeelt.
De heer RETERINK zegt dat de indieners daarmee instemmen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 uit een gesprek met de beiaardier heeft begrepen dat het carillon in conditie blijft als het bespeeld blijft worden. Spreker blijft wat moeite houden met de oplossing die de wethouder voorstelt en wil zich daarop nog even beraden.
De VOORZITTER stelt voor, naar aanleiding van wat de wethouder toezegt, punt 1 uit de motie te verwijderen. Dan kan de motie aangenomen worden en komt het college er bij de begroting op terug.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat het college een toezegging heeft gedaan en dat hij zich afvraagt waarom de motie nog gehandhaafd moet worden.
De heer TER KEURST zegt dat het carillon, dat al 40 jaar in de toren hangt en bij het centrum van Rijssen hoort, wat de PvdA betreft bespeeld mag blijven worden onder de voorwaarden die de wethouder noemt.
De heer NOORDAM merkt op dat er voor de tweede keer een motie over het carillon is ingediend. Aan het eind van de behandeling worden er opnieuw allerlei afspraken gemaakt. Spreker sluit zich aan bij de woorden van de heer Ter Keurst. Het geluid van het carillon hoort bij Rijssen. De motie die voorligt heeft dat als fundament in zich. Er moeten wat spreker betreft geen gekunstelde constructies toegevoegd worden aan deze duidelijke motie. Spreker roept de heer Reterink op de motie, gelet op de geschiedenis, te handhaven.
De heer RETERINK verzoekt om een schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 17.08 tot 17.14 uur.
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer RETERINK zegt dat het eerste punt in de motie als volgt is aangepast:
- De inzet van de middelen van de Stichting Vrienden van het Rijssens Carillon te verdubbelen met een maximum van € 5000 per jaar ten behoeve van de bespeling van het carillon.
De heer KLEIN VELDERMAN geeft als stemverklaring dat hij tegen de motie stemt, omdat er niet over de gewijzigde tekst gedebatteerd kan worden.
De VOORZITTER brengt de (gewijzigde) motie in stemming. De motie krijgt 24 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB, PvdA, VVD, LL) en 1 stem tegen (D66) en wordt aangenomen.
Motie 15 over de bijdrage nieuwbouw gemeenschapscentrum Het Trefpunt
De fracties van CDA en Gemeentebelang dienen een motie in. De heer NIJKAMP licht de motie toe.
De buurtschap Espelo is een hechte, actieve gemeenschap, waarbij Het Trefpunt de centrale plek is waar Espeloërs elkaar ontmoeten. Veel verenigingen en organisaties maken er gebruik van als vergader- en cursusruimte. Door de sluiting van de Bosschool wordt de druk op Het Trefpunt groter. Het is belangrijk dat de Espelose schooljeugd elkaar kan blijven ontmoeten. Het gebouw is echter gedateerd en niet meer voor alle functies geschikt. Een werkgroep is bezig met plannen om nieuwbouw te realiseren. Door hiervoor een gemeentelijke bijdrage te reserveren, willen de indieners van de motie een signaal afgeven dat zij hier positief tegenover staan en deze initiatieven ondersteunen. Spreker merkt met nadruk op dat het hierbij gaat om een reservering en dat het geld pas beschikbaar wordt gesteld na goedkeuring van de plannen met een deugdelijke financiële onderbouwing.
Overwegende dat:
- de gemeente in het kader van een toekomstbestendig en vitaal platteland grote waarde hecht aan goed functionerende buurtschappen waarbij sprake is van sociale samenhang;
- Het Trefpunt in Espelo een plaats van ontmoeting is voor alle inwoners van deze buurtschap en hierin een centrale functie heeft;
- de aanstaande sluiting van de Bosschool als een ernstig gemis in de gemeenschap wordt ervaren en dat met name voor de jeugd er behoefte is om in deze leegte te voorzien, Het Trefpunt kan hierin een belangrijke rol van betekenis zijn;
- gelet op de bouwkundige situatie van het gebouw en de gebruiksmogelijkheden er plannen worden uitgewerkt, door de samenwerkende verenigingen in de buurtschap, om Het Trefpunt te vervangen door nieuwbouw;
- op basis van de huidige nieuwbouwplannen de totale kosten op € 400.000 worden geraamd en dit bedrag alleen maar met grote inzet van de gemeenschap, zelfwerkzaamheid en financiële inbreng van derden gedekt kan worden;
- er subsidiemogelijkheden zijn bij andere overheden en fondsen maar dat in het kader van co-financiering een gemeentelijke bijdrage dringend gewenst is en een enorme steun in de rug zal zijn om de plannen te realiseren;
- onder voorwaarde van goedkeuring van de plannen en de financiële onderbouwing van kosten en dekking een gemeentelijke bijdrage te verlenen voor de nieuwbouw van Het Trefpunt van 25% van de totale investeringskosten met een maximum van € 100.000;
Roept het college op:
- ten behoeve van nieuwbouw van Het Trefpunt in Espelo een bedrag van € 100.000 te reserveren in de concept – begroting 2016 ten laste van het incidenteel perspectief.
Vragenronde
De heer TER KEURST zegt dat hij het vreemd vindt dat er een bedrag van € 400.000 wordt genoemd op basis van een plan dat nog niet bekend is en nog niet beoordeeld kan worden.
Nu de Bosschool vrijkomt, zou dat een beter alternatief kunnen zijn, waarmee het gebouw meteen weer een invulling krijgt. Verder vraagt hij of ook gekeken wordt naar een minikulturhus voor Espelo in samenwerking met de provincie.
De heer DE KOE vraagt om een nadere uitleg van de gevraagde € 100.000.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt wie de plannen te zijner tijd beoordeelt.
De heer NIJKAMP zegt dat ook het CDA de plannen niet kent. De plannen zijn in een pril stadium. Een globale kostenraming gaat uit van € 400.000. Er bestaat nu geen regeling voor dit soort accommodaties. De indieners willen aan de voorkant duidelijk maken dat zij positief tegenover het initiatief staan en er geld voor over hebben mits er goede plannen voorgelegd worden. Nu vandaag de kadernota voorligt voor de totstandkoming van de begroting 2016 en volgende jaren, kunnen de financiën hiervoor worden gereserveerd.
Gezien de parkeermogelijkheden en dergelijke is Het Trefpunt een aanzienlijk betere locatie dan de Bosschool.
Er kan ook wat spreker zelf betreft gedacht worden aan een minikulturhus. Dat moet echter te zijner tijd blijken uit de plannen. Er zijn mogelijkheden voor cofinanciering vanuit de provincie en misschien zelfs vanuit Brussel. Het gaat om vitaal platteland en behoud van de buurtschap. Een eerste raming van de plannen bedraagt € 400.000. 25% daarvan is een acceptabel percentage als plafond en nadrukkelijk bedoeld als cofinanciering. De uiteindelijke plannen moeten door de gemeente beoordeeld worden en door de raad goedgekeurd worden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college inzage in de plannen wil hebben voordat er middelen beschikbaar gesteld worden. Er zijn gesprekken gevoerd met de initiatiefnemers, maar het college kent het plan en de bijbehorende bedragen nog niet. Er wordt gekeken naar ontwikkeling op de locatie. De initiatiefnemers hebben laten weten dat de Bosschool geen optie is. Omdat het plan nog te vaag is, ontraadt het college de motie.
Debatronde
De heer MULLER zegt dat de gemeenschap Espelo bijzonder actief is en dat het een stimulans is als de raad nu dit signaal afgeeft. Het is een extra reden met de motie in te stemmen voor de vervolgstappen die gezet worden bij het verkrijgen van Europese of provinciale subsidie.
De heer NOORDAM zegt dat het voorliggende voorstel sympathiek is, maar enigszins uit de lucht komt vallen. De VVD kan akkoord gaan met een reservering, maar dat is afhankelijk van de vorm van de plannen. Spreker vraagt waarom op voorhand € 100.000 vastgelegd moet worden.
De heer TER KEURST zegt dat het CDA proactief bezig wil zijn, maar niet kan aangeven hoe dat allemaal moet. Wel wil het CDA alvast middelen reserveren. Voor spreker is dat te prematuur. De PvdA volgt het college.
De heer DE KOE zegt dat Lokaal Liberaal Het Trefpunt ziet als een mogelijke oplossing door het wegvallen van de Bosschool. Het is echter prematuur, nu er nog niets op papier staat, € 100.000 te reserveren. Anderzijds vindt spreker dat de raad zijn goede wil moet tonen als gewerkt wordt aan cofinanciering. Lokaal Liberaal stemt in met de motie onder de voorwaarde dat de raad een uitgewerkt plan krijgt en daarna beslist over wat er gedaan wordt.
Mevrouw RIEZEBOS zegt dat er een sympathiek plan voorligt, dat goed kan bijdragen aan het vitaal platteland. Nu de Bosschool verdwijnt, mist de gemeenschap Espelo een samenbindend onderdeel. De ChristenUnie staat positief tegenover het plan, waarvoor € 400.000 wordt geraamd, en vindt het prima 25% tot een maximum van € 100.000 daarvoor te reserveren in de begroting. Wel moet er eerst een goed plan op tafel komen, voordat de raad er een definitieve klap op geeft.
De heer NIJKAMP zegt dat de feitelijke toekenning van de middelen plaatsvindt op basis van de toetsing van de ingediende plannen. De raad kan echter vandaag een signaal afgeven, waarmee het college aan de slag gaat. De indieners van de motie willen graag dat er vaart komt in de plannen en vooraf duidelijkheid geven. De plannen omvatten een bedrag van € 400.000 en het is realistisch uit te gaan van een reservering van € 100.000.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 22 stemmen voor (SGP, CDA, GB, CU, VVD, LL) en 3 stemmen tegen (PvdA, D66) en wordt aangenomen.
Motie 16 over het zoeken van een oplossing voor de skeelerbaan
De fracties van ChristenUnie en Gemeentebelang dienen een motie in. De heer VAN VELDHUIZEN licht de motie toe.
Overwegende dat:
- de schaats- en skeelervereniging een aanvraag heeft ingediend voor een nieuwe accommodatie;
- op dit moment het gebruik van de parkeerplaats bij Lucky als skeelerbaan komt te vervallen;
- het gebruik van deze skeelerbaan geen optie meer is i.v.m. het garanderen van de veiligheid;
Is van mening dat:
- er inzicht nodig is en een uitwerking moet komen van het beschikbaar gestelde bedrag van € 100.000,- voor de vereniging;
- samen met de vereniging gezocht moet worden naar een geschikte oplossing;
- deze nieuwe locatie, bij voorkeur geen privéterrein mag zijn, of er moet sprake zijn van erfpacht;
Roept het college op:
- om in de conceptbegroting 2016 een duurzame oplossing op te nemen inclusief een goede financiële onderbouwing.
Vragenronde
De heer NOORDAM vraagt een toelichting op de zin: ”Is van mening dat er inzicht nodig is en een uitwerking moet komen van het beschikbaar gestelde bedrag van € 100.000,- voor de vereniging”.
De heer TER KEURST vraagt waarom de indieners van de motie niet kiezen voor een oplossing à la TC De Mors of voor de eenderde-regeling en waarom zij niet vragen om uitvoering van voorheen het mini-netwerkplan sport in Het Opbroek.
De heer NOEVERMAN vraagt of de indieners met de zin “Roept het college op: om in de concept-begroting 2016 een duurzame oplossing op te nemen inclusief een goede financiële onderbouwing” beogen dat er meer ruimte komt dan de € 100.000 die nu gereserveerd wordt in de kadernota.
De heer DE KOE zegt dat de skeelervereniging € 100.000 krijgt, waarmee zij aan de slag kan gaan. Het is aan de skeelervereniging en de sportraad dat verder uit te werken.
Spreker geeft de indieners in overweging het derde punt in de motie bij “Is van mening dat” te wijzigen in: deze nieuwe locatie geen privéterrein mag zijn, of er moet sprake zijn van erfpacht.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt in antwoord op de vragen van de heren Noordam en Noeverman dat er € 100.000 beschikbaar is gesteld. Dat is het bedrag, niet meer en niet minder.
De PvdA opperde een oplossing zoals bij TC De Mors. Spreker vindt dat dat niet aan de raad is. Het college moet samen met de vereniging komen met een goede oplossing. Daarbij kunnen diverse regelingen die hiervoor zijn betrokken worden.
Een privéterrein heeft niet de voorkeur van de ChristenUnie. Zij roept het college op te zoeken naar een duurzame oplossing.
De heer MULLER zegt dat de raad € 100.000 beschikbaar stelt en dat de eerste “derde” van de een-derde regeling daarvan geen onderdeel uitmaakt.
Het is wat de indieners betreft niet zo dat het college zich helemaal terugtrekt van de aanvraag, maar betrokken blijft bij het zoeken naar een oplossing.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat naar aanleiding van de eerste bullet, “er inzicht nodig is en een uitwerking moet komen van het beschikbaar gestelde bedrag van € 100.000,- voor de vereniging”, dat de heer Van Veldhuizen in feite zegt dat het gaat om € 100.000 en dat het daarbij blijft. Spreker koppelt dat aan de tweede bullet, “samen met de vereniging gezocht moet worden naar een geschikte oplossing”, en benadrukt dat het college in gesprek wil blijven en wil meekijken met de vereniging, maar dat het in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de vereniging is.
De heer De Koe sprak over de derde bullet, “bij voorkeur geen privé-terrein mag zijn, of er moet sprake zijn van erfpacht”. Toen eerder de motie over de kleiduivenschietvereniging werd behandeld, riep de heer De Koe echter juist op te investeren in privéterreinen.
De heer DE KOE zegt dat hij de wethouder zal begrijpen dat hij niet nog een keer in zo’n spagaat gebracht wil worden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat het college dat ook voor zichzelf wil voorkomen. Het college ontraadt de motie.
Debatronde
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat de indieners van de motie graag tot een geschikte oplossing willen komen. Het Lucky-terrein is geen geschikt terrein.
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA zich kan vinden in de motie, inclusief de zinsnede “bij voorkeur geen privéterrein”. Als er een goed voorstel is voor een skeelerbaan op een privéterrein, kan dat voorgelegd worden aan de raad.
De gemeente stelt € 100.000 beschikbaar. De vereniging moet zelf op zoek naar verdere financiering.
De heer NOORDAM zegt dat de VVD waarde hecht aan een goede schaats- en skeelergelegenheid voor Rijssen en in die zin achter de motie staat. Spreker wil dat koppelen aan de opmerking van de heer Muller, dat het niet zo moet zijn dat de gemeente zich helemaal terugtrekt en de vereniging opzadelt met veel zorgen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat dit een kaderstellende vergadering is en dat hij in dit geval de kaders mist. Hij vraagt of de zin “om in de concept-begroting 2016 een duurzame oplossing op te nemen inclusief een goede financiële onderbouwing” betekent dat het eventueel meer mag kosten.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat het gaat om € 100.000, niet meer en niet minder.
De heer MULLER benadrukt dat de gemeente betrokken moet blijven bij het zoeken naar een oplossing voor de vereniging en dat niet los te laten. Zoals het in de motie staat, kan het blijven staan.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 23 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB, VVD, LL) en 2 stemmen tegen (PvdA) en wordt aangenomen.
Motie 17 over wegreconstructies na rioolvervanging
De fracties van VVD, SGP en Lokaal Liberaal dienen een motie in. De heer NOORDAM licht de motie toe.
Overwegende dat:
- wegen die veelal 50 jaar oud zijn, niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd (duurzaam veilig, parkeernormen);
- op het moment dat deze wegen volledig op de schop gaan vanwege rioolvervanging er zich een goede gelegenheid voordoet om deze wegen te reconstrueren;
- bij het voorgestelde scenario de weggedeelten die in aanmerking komen voor een reconstructie worden geherstraat volgens het Duurzaam Veilig principe, zonder rekening te houden met gewijzigde parkeernormen, verduurzaming van de openbare verlichting en renovatie van het openbaar groen;
- het wenselijk is om een weg na rioolvervanging in zijn geheel te laten voldoen aan de eisen van deze tijd;
Verzoekt het college:
- bij de wegreconstructies na rioolvervanging de wegen in te richten volgens de eisen van deze tijd (Duurzaam Veilig, actuele parkeernorm, verduurzaming van de openbare verlichting onder andere door toepassing van LED en renovatie van het openbaar groen, zie scan IW2015‑01a);
- in de conceptbegroting de benodigde 4 x € 50.000 (2016 t/m 2019) ten laste te brengen van het incidenteel perspectief.
Vragenronde
Wethouder AANSTOOT zegt dat enige jaren geleden structureel een bedrag voor wegreconstructies na rioolvervanging werd opgenomen. Na enkele jaren van bezuinigingen hierop, wil het college dit budget weer in enige vorm terugbrengen. Het college kiest hierbij voor de variant dat bij wegreconstructies de inrichting plaatsvindt op basis van Duurzaam Veilig voor een bedrag van € 150.000 per jaar. De optie in de motie betekent dat er ook iets gedaan kan worden aan parkeernormen, aan herstel van openbaar groen en verduurzamen van openbare verlichting. Als de motie wordt aangenomen, dan voert het college de opdracht uit.
Debatronde
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat het college een weloverwogen besluit heeft genomen. Nu er een motie wordt ingediend, zegt de wethouder dat de motie, als de raad deze aanneemt, wordt uitgevoerd. Spreker had verwacht dat de wethouder de keuze van het college te vuur en te zwaard zou verdedigen.
De heer HAASE zegt dat de uitvoering van de variant van wegreconstructies na rioolvervanging voor de SGP een voorbeeld is van slim investeren. Door gebruik te maken van het moment wordt met geringe meerkosten een slag gemaakt op het gebied van duurzaamheid, zowel voor wat betreft energieverbruik als het creëren van een groene omgeving en het inrichten van een wegprofiel volgens het principe Duurzaam Veilig. De meerkosten worden terugverdiend door reductie in energieverbruik. Voor de SGP reden de motie mede in te dienen.
De heer TER KEURST zegt dat het college achter zijn eigen gemaakte keuze staat bij dit onderwerp. De PvdA staat achter het college.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 23 stemmen voor (SGP, CDA, CU, GB, VVD, D66 ) en 2 stemmen tegen ( PvdA) en wordt aangenomen.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 17.50 uur tot 17.55 uur.
De VOORZITTER (dhr. Kreijkes) draagt het voorzitterschap over aan de heer Bosma en verlaat de vergadering.
Motie 18 over veiligheid kruispunten buitengebied
De fractie van de VVD dient een motie in. De heer NOORDAM licht de motie toe.
Spreker woont zelf in het buitengebied, waar bewoners hem aanspreken op problemen bij bepaalde kruispunten.
Overwegende dat:
- er de afgelopen jaren veel is gedaan om de wegen in onze gemeente Duurzaam Veilig in te richten;
- op diverse wegen in het buitengebied de maximumsnelheid is teruggebracht naar 60 km/uur en door de aanleg van grasbetonstenen de wegranden veiliger zijn geworden;
- deze maatregelen op de doorgaande stukken effect sorteren, maar weinig effect hebben op het veiliger maken van kruispunten;
- in het buitengebied van onze gemeente een aantal kruispunten van wegen onoverzichtelijk zijn en niet door middel van een waarschuwingsbord worden bestempeld als gevaarlijke kruising;
- het wenselijk is de veiligheid van deze gevaarlijke kruispunten waar mogelijk te verbeteren;
Verzoekt het college:
- voor de kaderstelling in juni 2016 in beeld te brengen of en hoe de veiligheid van de gevaarlijke kruisingen in het buitengebied van onze gemeente kan worden verhoogd en de commissie Grondgebied hierover te informeren;
- de benodigde middelen voor dit onderzoek op te nemen in de concept-begroting 2016 ten laste van het incidenteel perspectief.
Vragenronde
De heer TER KEURST zegt dat in het verleden in de raad aandacht is gevraagd voor wegen in het buitengebied. Daarop is geanticipeerd door het aanleggen van plateaus en drempels. Na de aanleg, met name in het gedeelte Espelo-Dijkerhoek, vond men deze te hoog. De vraag is wanneer de gemeente het goed doet. De Wegenverkeerswet vraagt van de gemiddelde weggebruiker te anticiperen op het verkeer en de weg waarop men zich bevindt. Als men dat doet, is de motie overbodig.
Mevrouw KUIPER vraagt of de heer Noordam zich heeft gerealiseerd of de situatie van de kruispunten kan worden meegenomen in de wegenschouw.
De heer KLEIN VELDERMAN vraagt enkele voorbeelden te geven van onveilige situaties.
De heer NIJKAMP vraagt om hoeveel kruisingen het gaat. Zelf kent spreker hooguit twee of drie situaties. Verder vraagt hij of de heer Noordam een indicatie kan geven van de onderzoekskosten.
De heer NOORDAM zegt dat hij geen indicatie kan geven van de onderzoekskosten. Als het gaat om de veiligheid van de burgers, wil spreker die kosten niet betrekken in deze discussie.
Er gebeuren in het buitengebied veel ongelukken. Het risico bij kruispunten in het buitengebied is anders dan bij kruispunten in een dorp. Dat kan te maken hebben met de zogenaamde ‘polderblindheid’.
Een voorbeeld van een gevaarlijk kruispunt is het einde van de Langstraat. Deze straat eindigt op een gevaarlijk, niet haaks kruispunt, waar een tranformatorhuis staat.
De wegenschouw kent spreker niet. De motie roept op de plekken in beeld te brengen en de commissie te informeren. Daarna kunnen eventueel op z’n minst waarschuwingsborden geplaatst worden.
Wethouder AANSTOOT zegt dat het buitengebied de laatste jaren verkeersveiliger is gemaakt en inmiddels is ingericht volgens de eisen van Duurzaam Veilig: een snelheid van maximaal 60km/h, aanpassing van kruisingen en aanleg van plateaus, fietssuggestiestroken e.d. Toch blijkt nog vaak dat de weggebruiker een te hoge snelheid heeft en zichzelf en anderen daardoor in gevaar brengt. Recent zijn er nog enkele ongevallen geweest op kruisingen. Het college heeft kruisingen waar ongevallen gebeuren redelijk goed in beeld. Als er door het ontstaan van ongevallen iets schort aan de infrastructuur, dan wordt dat besproken in de Verkeersoverleggroep. Dat leidt in veel gevallen tot aanpassing van bebording et cetera. Die lijn wil het college blijven hanteren.
Op 30 juni 2015 is er een wijkavond voor het buitengebied van Rijssen. Ook het punt van de gevaarlijke kruisingen wordt besproken en er zal gevraagd worden of men gevaarlijke situaties ervaart die het college niet kent.
Het college ontraadt de motie. De huidige werkwijze is zorgvuldig genoeg om de verkeersveiligheid te garanderen. Er is geen noodzaak voor een verkeerskundig onderzoek.
Debatronde
De heer NOORDAM zegt dat er recent een ongeval is geweest op het kruispunt Doorlopendedijk/Dorperdijk. In het verleden hebben zich daar vaker ernstige situaties voorgedaan. Het kruispunt is volgens spreker nooit besproken in de Verkeersoverleggroep. Men wordt er zelfs niet gewaarschuwd voor het naderen van een gevaarlijke kruising. Voor dat soort zaken wordt door middel van de motie aandacht gevraagd. Dat kan middels een goede scan, waarna de commissie van de bevindingen op de hoogte gebracht wordt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er discrepantie is tussen de woorden van het college en van de heer Noordam. Het college is op de hoogte van de ongevallen, weet waar de gevaarlijke kruispunten zijn en heeft Duurzaam Veilig ingevoerd. Als er dan toch ongelukken plaatsvinden, moet het college proactief zijn en de kans aangrijpen als er iets te verbeteren valt. Het college kan volgens hem instemmen met de motie.
Wethouder AANSTOOT zegt dat de kruisingen, de ongevallen en de aard van de ongevallen goed in beeld zijn. Er is nauw contact met de politie. Zaken worden in de Verkeersoverleggroep besproken. Dat leidt in sommige gevallen tot aanpassing van bebording of infrastructuur.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie krijgt 5 stemmen voor (VVD, PvdA, D66) en 19 stemmen tegen (SGP, CDA, CU en LL) en wordt verworpen.
De VOORZITTER meldt dat er nu een doorrekening wordt gemaakt naar aanleiding van de aangenomen moties. Na de presentatie daarvan, kan deze doorrekening onderdeel uitmaken van de besluitvorming over de kadernota. Spreker stelt om die reden voor eerst de overige agendapunten af te handelen.
8. Voorbereiding regioraadsvergadering van 1 juli 2015
De heer MULLER vraagt of de vertegenwoordigers van Rijssen-Holten in de regioraad kunnen aangeven welke items zij van groot belang vinden. Gebruikelijk is dat voorafgaand aan een regioraadsvergadering een ambtelijke bijlage wordt verstrekt aan de raad. Die bijlage mist spreker bij de stukken.
De heer KAHRAMAN zegt als vertegenwoordiger van de gemeente Rijssen-Holten in de regioraad, dat het op 1 juli met name gaat om financieel-technische stukken: de jaarrekening, de bestuursrapportage en de programmabegroting worden vastgesteld.
De heer WESSELS zegt dat bij agendapunt 4, de bestuursrapportage 2015, bij het vijfde beslispunt staat dat aan de regioraad wordt gevraagd een standpunt in te nemen ten aanzien van het door de bestuurscommissie niet overgenomen bezuinigingsvoorstel. Daarbij worden twee opties genoemd. Spreker vraagt wat de mening is van de wethouder, de andere vertegenwoordiger van Rijssen-Holten.
De heer BEENS zegt dat bij de bespreking in het college van de agenda van de regioraad wel een uitwerking en een ambtelijk advies aan de stukken was toegevoegd en dat het hem verbaast dat de raad niet van deze stukken op de hoogte is. Spreker zegt toe hierop terug te komen.
Wat betreft de jaarrekening is de vorige keer door Rijssen-Holten in de regioraad de opmerking gemaakt dat de afhandeling richting de veertien gemeenten niet correct werd uitgevoerd. Daar heeft men van geleerd. Het geld dat is overgebleven, gaat nu volgens afspraak terug naar de gemeenten.
De heer MULLER zegt dat er blijkbaar wel een ambtelijk advies is opgesteld en dat hij het prettig zou vinden daarvan kennis te nemen. Eventueel kunnen fracties dan alsnog rechtstreeks contact opnemen van de vertegenwoordigers van Rijssen-Holten.
De heer BEENS zegt toe dat de raad a.s. maandag 29 juni het ambtelijk advies krijgt en dat daarbij het antwoord op de vraag van de heer Wessels met betrekking tot agendapunt 4 meegenomen wordt.
8a. Motie vreemd aan de orde van de dag: Verlichting parallelweg N350
De fractie van de PvdA dient een motie vreemd aan de orde van de dag in. De heer KÖK licht de motie toe.
Overwegende dat:
- er op de parallelweg N350 Rijssen-Holten in het verleden twee dodelijke ongevallen hebben plaatsgevonden;
- er op deze weg nog regelmatig ongevallen plaatsvinden;
- deze parallelweg met name in de periode november tot en met maart erg donker is;
- deze parallelweg ook in bovenstaande periode door schoolgaande kinderen frequent wordt gebruikt;
Draagt het college op:
- voor de vaststelling van de begroting 2016 in overleg te treden met het college van Gedeputeerde Staten en te onderzoeken of het haalbaar is om langs de parallelweg N350 een systeem van actieve LED-verlichting aan te leggen met als doel de verkeersveiligheid voor fietsers te vergroten;
- de gemeenteraad via de raadscommissie te informeren over de uitkomsten van dit overleg.
Het doel van dit plan is om een actief verlichte parallelweg tussen Rijssen en Holten te realiseren. Insteek is om te zorgen voor een hogere verkeersveiligheid voor fietsers. Met het oog op het milieu zou gekozen moeten worden voor een systeem van lantarenpalen met actieve LED-verlichting.
De reden van deze motie is dat dagelijks al in de vroege uren door inwoners van de gemeente Rijssen-Holten gebruik gemaakt wordt gemaakt van de weg, die parallel loopt aan de N350. Onder deze inwoners vallen onder andere de 200 leerlingen die, meestal per fiets, naar scholengemeenschap De Waerdenborch van Rijssen naar Holten en naar Reggesteyn of Pius X College van Holten naar Rijssen gaan.
De lessen van deze kinderen starten vaak al om 08:10 en zij moeten dus ruim een half uur van te voren per fiets vanuit Rijssen of Holten vertrokken zijn. Daarnaast maakt ook de beroepsbevolking gebruik van deze weg. Het feit dat inwoners al vroeg de weg op moeten en er geen verlichting aanwezig is op de parallelweg tussen Rijssen en Holten, zorgt voor gevaarlijke situaties. Dit is vooral in de wintermaanden het geval.
Op de parallelweg tussen Rijssen en Holten vinden jaarlijks vele ongelukken en bijna-ongelukken plaats. In het verleden zijn er zelfs twee doden gevallen. Naast deze twee dodelijke ongevallen en ongevallen met schade, zijn er ook veel ongevallen waarvan geen melding gemaakt wordt, omdat de schade beperkt tot vrijwel nihil is. Maar voor alle ongevallen geldt het spreekwoord: ‘Voorkomen is beter dan genezen.’
De huidige situatie is dat er slechts twee lantaarnpalen staan met een onderlinge afstand van zes kilometer. Dit is volstrekt onvoldoende waardoor met name in de wintermaanden het in de ochtend rond schooltijd te donker is en voor onnodig gevaarlijke situaties zorgt. Dit geldt ook voor sporters (hardlopers of wandelaars), die ‘s avonds van de parallelweg gebruik maken.
Ter vergelijking wijst spreker op de Enterstraat richting scholengemeenschap Reggesteyn, deze weg is rijkelijk voorzien van verlichting. Wel moet opgemerkt worden dat de Enterstraat binnen de bebouwde kom valt, dit in tegenstelling tot de parallelweg N350
Als toekomstbeeld schetst spreker dat wanneer in samenwerking met GS kan worden gekomen tot actieve LED-verlichting langs de parallelweg, het in de toekomst veel aangenamer zal zijn om de parallelweg tussen Rijssen en Holten te gebruiken. Een hogere veiligheid en daarnaast zullen door het toepassen van actieve LED-verlichting en de toename van het gebruik van de E-bike mogelijk meer burgers worden uitgenodigd om ook in de wintermaanden de parallelweg te gebruiken.
De heer BEUNK zegt dat hij ervan uitgaat dat hetgeen staat bij “Draagt het college op” ook geldt voor de verkeersveiligheid van wandelaars en overige weggebruikers.
Het betreft een provinciale weg. Spreker vraagt of de PvdA van mening is dat de gemeente in financiële zin moet bijdragen, indien dat uit het overleg voortkomt.
De heer NOORDAM zegt dat er meerdere routes zijn zonder behoorlijke verlichting, zoals Markelo-Holten en Bathmen-Holten, waarvan veel schooljeugd gebruik maakt om naar De Waerdenborch te gaan. Hij vraagt of deze routes meegenomen kunnen worden in gesprekken over de veiligheid.
De heer KÖK zegt dat de motie betrekking heeft op fietsers, schoolgaande jeugd, wandelaars en hardlopers.
In deze motie gaat het om inwoners van Rijssen-Holten. Er moet eerst gekeken worden naar de parallelweg N350 tussen Rijssen en Holten. Het is aan het college ook andere routes mee te nemen.
De PvdA is van mening dat er geen gemeentelijke bijdrage komt voor de verlichting van deze parallelweg.
Wethouder AANSTOOT zegt dat verkeersveiligheid hoog in vaandel van de gemeente staat en dat een goede verlichting daarbij hoort. In deze motie gaat het om een provinciale weg, waarover het college niet kan beslissen of daar verlichting aangebracht moet worden. De route Markelo-Holten betreft ook een provinciale weg. Rijssen-Holten is wel zelf wegbeheerder van de route Bathmen-Holten, voor zover deze zich binnen de gemeentegrens bevindt. Spreker zegt toe dit onderwerp binnenkort mee te nemen in het overleg met de gedeputeerde om te kijken binnen welke kaders verlichting eventueel aangebracht kan worden. Het college neemt de motie over.
Debatronde
De heer HAASE stelt voor te gaan stemmen over te motie.
De heer BERKHOFF vraagt of de PvdA genoegen neemt met de woorden van de wethouder dat het college de motie overneemt of dat zij een stemming wenst.
De heer KÖK verzoekt de motie in stemming te brengen.
De VOORZITTER brengt de motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
8b. Motie vreemd aan de orde van de dag: Herbezinning systematiek jeugdledensubsidie
De fracties van VVD en PvdA dienen een motie vreemd aan de orde van de dag in. De heer NOORDAM licht de motie toe. De systematiek van de jeugdledensubsidie blijkt erg ingewikkeld te zijn. De motie roept het college op tot een herbezinning op deze systematiek.
Overwegende dat:
- de huidige jeugdledensubsidie onvoldoende transparant is en voortdurend gekoppeld wordt aan kosten van binnen- en buitensporten;
- de systematiek van de huidige jeugdledensubsidie voor het bedrijven van sport voor verenigingen totaal verschillend kan uitpakken;
- de verkregen subsidie door verenigingen naar eigen inzicht ingezet kan worden;
- deelname aan het verenigingsleven van groot belang is voor opgroeiende kinderen;
- opgroeiende kinderen de keuze moeten kunnen maken om deel te nemen aan sport en/of cultuur;
- het de individuele vrijheid is van ieder kind om met een eigen budget keuzes te maken;
Verzoekt het college:
- een discussienotitie op te stellen, waarin de positieve en negatieve effecten worden beschreven van een eigen budget voor iedere jeugdige woonachtig in de gemeente Rijssen-Holten ten behoeve van deelname aan sport en/of cultuur.
- Deze discussienotitie uiterlijk in januari 2016 aan te bieden aan de commissie MDV teneinde een discussie te faciliteren over een mogelijke wijziging van de systematiek vanaf 2017.
Vragenronde
De heer DE KOE zegt dat ook hij van mening is dat er mogelijk een probleem is met de systematiek van de jeugdledensubsidie. Lokaal Liberaal stemt niet in met de oplossingsrichting die in de motie wordt aangegeven, dat iedereen een rugzakje meekrijgt. Als de motie op dat punt wordt aangepast, waarbij het college wordt verzocht de systematiek voor jeugdledensubsidie in den brede te onderzoeken, dan gaat Lokaal Liberaal mee met de motie.
De heer VAN VELDHUIZEN zegt dat er een sympathiek voorstel voorligt. Evenals Lokaal Liberaal heeft de ChristenUnie moeite met het verstrekken van een eigen budget. Als de motie op dat punt aangepast wordt, stemt de ChristenUnie met de motie.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt D66 moeite heeft met de motie, omdat hierin al een eind in een oplossingsrichting wordt gestuurd. Het is echter helder dat er een discussie gevoerd moet worden over het systeem van de jeugdledensubsidie. Wat spreker betreft kan vandaag de afspraak gemaakt worden dat er een herbezinning plaatsvindt en dat de systematiek nog ter discussie staat.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat hij moeite heeft met de motie in verband met zaken die in de overwegingen worden genoemd, zoals “dat de huidige jeugdledensubsidie onvoldoende transparant is”. Wat hem betreft is de regeling heel transparant.
De regeling van de jeugdledensubsidie kan verschillend uitpakken voor verenigingen. Dat onderwerp is vandaag al aan de orde geweest en de raad heeft besloten daarin een wijziging door te voeren.
In de motie wordt een bepaalde oplossingsrichting gekozen, waarbij het gaat om een klein bedrag. De huidige systematiek is zo dat verenigingen een bepaald bedrag per jeugdlid krijgen. Op het moment dat men een eigen budget krijgt, kan men, als men lid wil zijn van twee verenigingen, daarmee gaan shoppen. Spreker staat niet onwelwillende tegenover het idee van het voeren van een brede discussie. Anderzijds ligt er een duidelijk beleidsakkoord.
Debatronde
De heer KAHRAMAN zegt dat het CDA van mening is dat het goed is de discussie te voeren over de systematiek van de jeugdledensubsidie. Het gaat te ver daartoe nu al een richting aan te geven.
De heer SCHEPPINK zegt dat de SGP al langer de wens heeft om een keer goed te kijken naar de gehele subsidieproblematiek en de discussie daarover breed te voeren. Daarbij kan de besteding van subsidiegelden betrokken worden.
Spreker oppert een aanpassing van de motie, zodat er vanuit een discussienota een brede discussie gevoerd kan worden, waarbij voor elk kind in de gemeente de subsidie op cultuur, op sport enzovoort meegenomen wordt.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat D66 zich aansluit bij de woorden van de heer Scheppink.
De heer NOORDAM zegt dat de wethouder al enige gevolgen schetste van de motie als deze wordt aangenomen. Daarbij loopt de wethouder vooruit op de nota, waarin dit soort zaken naar voren moeten komen. Spreker vraagt om een schorsing om de motie aan te passen.
De VOORZITTER stelt voor in de oproep “o.a.” toe te voegen na het woord ‘waarin’.
De heer NOORDAM zegt dat de motie met die wijziging in stemming gebracht kan worden.
De VOORZITTER brengt de (gewijzigde) motie in stemming. De motie wordt unaniem aangenomen.
7. Raadsvoorstel Kadernota 2016-2019 (Beens) (besluitvorming)
De heer BEENS geeft een toelichting op de doorrekening:
|
STRUCTUREEL |
|
|
INCIDENTEEL |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
Oud |
1.681 |
1.302 |
993 |
826 |
3.934 |
2.067 |
2.118 |
2.745 |
Mutatie |
-46 |
-58 |
-69 |
-80 |
-227 |
-335 |
-454 |
-584 |
Nieuw |
1.635 |
1.244 |
924 |
746 |
3.707 |
1.732 |
1.664 |
2.161 |
- Structureel gaat het om een overschot van € 826.000 dat teruggaat naar € 746.000 in 2019;
- Incidenteel gaat het om een overschot van € 2.745.000 dat teruggaat naar € 2.161.000 in 2019.
Zowel structureel als incidenteel blijft de gemeente in de zwarte cijfers. Mochten er tegenvallers zijn in de komende periode, dan kan de gemeente deze goed opvangen.
De VOORZITTER geeft gelegenheid voor het afleggen van stemverklaringen.
De heer NOORDAM zegt dat de fractie van de VVD voor het raadsvoorstel stemt. Er staan veel goede zaken in de kadernota en er vloeit veel geld terug naar de burger en het bedrijfsleven. De fractie van de VVD is tegen de verhoging van de OZB en de wijze waarop dat in de kadernota is ingebracht.
De heer TER KEURST zegt dat de uitkomst van deze vergadering bij voorbaat grotendeels vaststond. Door de coalitiepartijen zijn verschillende stokpaardjes bereden en hun verzoeken zijn ingewilligd. Dat mocht wat kosten: structureel bijna € 80.000, incidenteel bijna € 600.000. Alleen het kleine stukje, alle burgers hetzelfde voordeel geven, is niet ingewilligd. Toch zitten er in deze kadernota voldoende pluspunten en voldoende investeringen, waarin de fractie van de PvdA zich kan vinden.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat er veel goede dingen in de kadernota staan. De fractie van D66 stemt voor de kadernota, al is zij het niet eens met enige zaken.
De heer SCHEPPINK en de heer BERKHOFF spreken hun waardering uit voor het feit dat de oppositiepartijen instemmen met de kadernota.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel met inachtneming van de door de raad aangenomen en door het college overgenomen moties.
9.Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 24 september 2015.