Raad 30 oktober 2014
- Datum:
- 30-10-2014
- Tijd:
- 19:30 - 22:30
- Zaal:
- Raadzaal
- Openbaarheid:
- Openbaar
- Voorzitter:
- A.C. Hofland
- Griffier:
- H.A.J. van de Vliert
Aanwezig | Naam |
---|---|
Voorzitter | A.C. Hofland |
SGP | A.J. Scheppink, G. Kreijkes, J.W. Reterink, R. Jansen, dr. J. Noeverman, drs. E.G. Bosma en ir. A.S. Haase |
CDA | Drs. I. Kahraman, F.J. Wessels, G.D. ten Berge, H. Kreijkes RA CISA en H.J. Nijkamp |
ChristenUnie | B.D. Tijhof, J. Berkhoff, J. van Veldhuizen en mr. W.L. Riezebos-Tessemaker |
Gemeentebelang | W.J.M. Muller, J. Beunk en J. Kuiper-Ruitenberg |
PvdA | J.J.A. ter Keurst en S. Kök |
VVD | F.W. Noordam en E.J.W. Deijk |
Lokaal Liberaal | R.A. de Koe |
D66 | Ir. H. Klein Velderman |
Griffier | H.A.J. van de Vliert |
Wethouders | A.J. Aanstoot, B. Beens, R.J. Cornelissen, A.C. Hofland, A.C. van Eck |
Pers | 2 |
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering met het ambtsgebed.
Spreker meldt dat wethouder Wolterink afwezig is in verband met ziekte.
Vandaag staat Twente, dus ook Rijssen-Holten, middenin de belangstelling in verband met de presentatie van het rapport van de Commissie van Wijzen “Technology based Twente”, dat naast vliegveld Twente gaat over veel zaken die in Twente gebeuren. Daarnaast is het college voorafgaand aan de raadsvergadering aanwezig geweest bij de presentatie van de DVD van het Rijssens Mannenkoor. Ook dat is een goede promotie van Rijssen-Holten en Twente.
2. Spreekrecht in de raad
De heer KIPPERS spreekt in, ook namens de families Dannenberg, Flim, Hoff en Baan, over agendapunt 15: vaststellen gebiedsvisie Stokmansveld. Deze directbetrokkenen waren onaangenaam verrast over de wijze waarop er met hun zienswijzen is omgegaan.
Gevraagd is te kijken naar argumenten op basis waarvan besloten kan worden niet mee te werken aan het principeverzoek dat betrekking heeft op ontwikkellocatie 2. Volgens spreker heeft deze analyse niet plaatsgevonden; er wordt verondersteld dat deze afweging heeft plaatsgevonden bij de beoordeling om mee te werken. Er is geen aantoonbare analyse waarbij op dezelfde manier met dezelfde inspanning is beoordeeld om gronden te vinden om niet mee te werken aan het verzoek.
In 2007 is ambtelijk aangegeven dat er stedenbouwkundig gezien gebouwd mag worden, onder voorwaarde van instemming door de raad en een bestemmingsplanwijziging. De conclusie van omwonenden is dat er enkel argumenten getoetst zijn om mee te werken aan het verzoek. Nu lijkt de gebiedsvisie die heeft plaatsgevonden heel zorgvuldig, maar bij gebrek aan goede argumentatie om niet mee te werken, is van een echt zorgvuldige en objectieve afweging geen sprake. De combinatie van een ambtelijke toezegging en een ambtelijke beoordeling van de zienswijzen, mogelijk door dezelfde ambtenaren, versterkt de twijfel bij de gesuggereerde onafhankelijke afweging.
Spreker gaat in op het verschil in benadering van ontwikkellocatie 2 en een vergelijkbare situatie bij de Nijlandstraat / Lugtigheidstraat. Ook hier geldt dat de argumentatie wordt opgebouwd nadat het besluit is genomen. In bestemmingsplannen en in planologie is het onderscheid niet te vinden en speelt de beoordeling van de stedenbouwkundige en de betrokken ambtenaren een belangrijke rol. Concreet: de ene keer wordt groen gezien als een groene long, de andere keer wordt groen weggezet als een gat in de bebouwing. De conclusie is dat de gebiedsvisie niet voorkomt dat er niet objectief wordt beoordeeld.
Spreker geeft aan dat door een van de commissieleden in de laatstgehouden commissievergadering werd geconcludeerd ‘wie zwijgt stemt toe’. In de betreffende vergadering heeft spreker echter niet ingesproken, omdat hij op zijn vraag aan de portefeuillehouder als antwoord kreeg dat het eenieder vrij stond in te spreken, maar dat de zienswijzen duidelijk waren. ‘Wie zwijgt stemt toe’ gaat in dit geval niet op. De omwonenden zijn het niet eens met de gang van zaken en vinden dat de zienswijzen te gemakkelijk van tafel worden geveegd.
De gebiedsvisie is aangepast. De omwonenden waren nog van mening dat de grond tussen de beide kavels van Stokmansveldweg 3 en Pelmolenweg 4 integraal bebouwd zou worden. Gelukkig wordt het plan hierop aangepast. Dit lijkt een mooi gebaar, maar in werkelijkheid moet het hoofdgebouw aan de voorgevel-rooilijn zeven meter uit de perceelsgrens staan en moet de afstand van de overige bebouwing, met uitzondering van vergunningsvrije bouwwerken, drie meter bredragen. De vraag is wat wordt verstaan onder ‘overige gebouwen’ en onder ‘vergunningsvrije bebouwing op 1 meter achter de voorgevel blijft altijd mogelijk’. Zo staat het ook in de gebiedsvisie. Nu vallen met ingang van 1 november 2014 garages wellicht ook onder vergunningsvrije bebouwing. De aanpassing van de gebiedsvisie op dit punt heeft als doel niet ongepast op de perceelgrens te bouwen of de beide andere kavels bebouwd te verbinden. Echter, met de kleine lettertjes kan er wel een garage op de perceelsgrens gebouwd worden en wordt Pelmolenweg 4 volledig ingebouwd. Deze aanpassing lijkt tegemoet te komen aan het verzoek van de indieners van de zienswijzen, maar blijkt slechts ‘cosmetisch’. De omwonenden verzoeken in de geest van afspraken in de gebiedsvisie op te nemen dat het hoofdgebouw op 7 meter en de overige bebouwing, inclusief vergunningvrij, op minimaal 3 meter afstand van de perceelgrens wordt geplaatst.
De heer G. KREIJKES zegt dat garages met ingang van 1 november 2015 wellicht vallen onder de vergunningvrije bebouwing. Dat geldt voor de hele gemeente. Spreker vraagt of de heer Kippers voor het betreffende gebied een aparte status wil hebben.
De heer KIPPERS zegt dat de gebiedsvisie wordt aangepast, waardoor bebouwing niet op de perceelgrens komt. Dit gebaar wordt direct gecompenseerd door de kleine lettertjes, waardoor er toch gebouwd kan worden. Spreker is van mening dat de vraag van de heer Kreijkes over een aparte status zeker zou moeten gelden voor deze locatie. Het is aan de raad hoe daarmee omgegaan wordt in de rest van de gemeente.
De heer BEUNK vraagt wat de afstand is van de huidige bebouwing tot de betreffende erfgrens.
De heer KIPPERS zegt dat de bebouwing het kantoor betreft. De erfgrens ligt op 2,5 tot 3 meter.
De VOORZITTER bedankt de heer Kippers voor zijn inbreng.
3. Vaststellen agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Vragenuur
De voorzitter draagt het voorzitterschap over aan de heer G. Kreijkes.
De VOORZITTER geeft het woord aan de heer Scheppink van de SGP.
De heer SCHEPPINK zegt dat uit onderzoeken naar voren komt dat Rijssen-Holten een veilige gemeente is met een goed woon- en leefklimaat. Rijssen-Holten hoort bij de beste gemeenten van Nederland. Er zijn echter ook zaken die wat minder goed gaan. Geconstateerd moet worden dat de gemeente als het gaat om uitgaansgeweld een bedenkelijke reputatie opbouwt. De afgelopen jaren zijn er ernstige incidenten geweest. Het laatste incident vond het afgelopen weekend plaats. Volgens diverse berichten zijn agenten in de nacht van 26 op 27 oktober jl. bedreigd en zelfs geslagen door uitgaanspubliek. Met assistentie van particuliere beveiligers is de groep van een parkeerterrein verwijderd. De SGP heeft respect voor het optreden van deze beveiligers, maar vindt dat het niet de bedoeling kan zijn dat ordehandhavers door hen ontzet moeten worden. De SGP is erg geschrokken van dit incident en stelt de volgende vragen:
- Zijn er agenten bedreigd en aangevallen?
- Was er voldoende politie beschikbaar die nacht?
- Waarom moesten er particuliere beveiligers ingezet worden om de politie te assisteren? En wat vindt het college daarvan? Kon de politie op tijd komen?
- Wat vindt het college ervan dat dienstverleners worden aangevallen? Wat gaat men doen om de daders op te sporen? Zijn er al arrestaties verricht?
- Is de plaatselijke politie wel op voldoende sterkte om dit soort wekelijkse evenementen te kunnen dragen?
- Een aantal jaren geleden is bij een soortgelijk incident zelfs een waarschuwingsschot gelost tijdens eenzelfde soort dreigende situatie. Wat gaat het college doen om dit soort incidenten in de toekomst te voorkomen?
De SGP is erg ongerust over de beschikbare politiecapaciteit in het weekend en vindt het niet acceptabel dat dienstverleners aangevallen worden. Daders moeten opgespoord en gestraft worden.
Burgemeester HOFLAND zegt dat de Drank- en horecawet onder de bevoegdheid van het gemeente-bestuur valt en dat het thema Veilig uitgaan meer centraal is gesteld. Veilig uitgaan betekent dat de horecaondernemers ruimte krijgen, maar ook verantwoordelijk zijn voor wat er in hun directe omgeving en binnen de muren van de horeca-instelling gebeurt, waarbij de benodigde beveiligingscapaciteit wordt ingezet. Die uitstraling moet van toepassing zijn voor de hele gemeente en spreker stelt vast dat dat in toenemende mate lukt, al moeten er nog wel enige slagen gemaakt worden.
Het afgelopen weekend was er een groep binnen bij het betreffende etablissement en veroorzaakte trammelant, zodanig dat de uitbater de verlichting heeft aangedaan en de muziek heeft uitgezet om duidelijk te maken dat de betreffende groep verwijderd moest worden. Dit is gebeurd door de eigen beveiligers, waarna de politie is geïnformeerd dat de sfeer onrustig was.
Deze werkwijze is afgesproken met de horecaondernemers.
De groep die via een zijdeur naar de parkeerplaats is gegaan, werd daar opgewacht door de politie voor verdere begeleiding. Omdat de sfeer op de parkeerplaats, eigendom van de uitbater, onrustig bleef, werd besloten dat de groep de parkeerplaats zou moeten verlaten. Op het moment dat een persoon van de groep hard op een auto sloeg op de parkeerplaats en deze mogelijk beschadigde, werd door de politie besloten deze persoon aan te houden. De sfeer werd daardoor grimmig en opgefokt en de rest van de groep keerde zich tegen de politie.
Binnen enkele minuten waren twaalf politieagenten ter plaatse. Dat was onder de gegeven omstandigheden ruim voldoende. Samen met de beveiligers is het gelukt de betreffende persoon aan te houden volgens spreker.
Dat laat onverlet dat helder moet zijn dat men in Rijssen-Holten en in de rest van Nederland met zijn handen afblijft van beveiligers, politie-, ambulance- en brandweermensen als zij bezig zijn met de uitoefening van hun vak. Spreker is blij dat er wat dat betreft iemand is aangehouden die echt iets heeft gedaan. De beelden die er van het incident zijn gemaakt zijn veiliggesteld. De politie bekijkt of er strafrechtelijk nog meer mensen aangepakt moeten worden.
Naar aanleiding van de vragen antwoordt spreker, dat er inderdaad een dreigende situatie is geweest en dat een van de agenten een klap heeft gekregen. Er was die nacht voldoende politie beschikbaar en snel ter plaatse. De beveiligers hebben alle medewerking verleend aan de politie zonder enige competentiestrijd.
In de weekenduren is er altijd extra inzet van de politie om het uitgaanspubliek op een goede manier te begeleiden. Het aantal incidenten in Rijssen-Holten is gelukkig van die grootte dat het aantal politiemensen als voldoende kan worden beschouwd. In deze situatie waren binnen vijf minuten twaalf politiemensen ter plaatse. Niet altijd kan voor ieder incident op voorhand alles georganiseerd worden. In de gegeven situatie was het voldoende volgens spreker.
De heer SCHEPPINK zegt dat het incident zich voordeed in een openbare gelegenheid. Vervolgens werd ordehandhaving opgeroepen en ging het desondanks mis. In 2006 was er ook een incident, waarbij zelfs een waarschuwingsschot is gelost. Spreker heeft het idee dat dat ook in dit geval had kunnen gebeuren. Het kan dan ook niet afgedaan worden als ‘het was maar een incident’.
De SGP heeft het gevoel dat het een kwestie van wachten is tot het volgende ernstige incident zich aandient. Spreker vraagt of de burgemeester het vertrouwen heeft dat het echt maar een incident was.
De heer NOORDAM vraagt hoe groot de betreffende groep was.
De heer KAHRAMAN vraagt of dit een bovengemiddeld incident is voor zo’n horecagelegenheid.
Burgemeester HOFLAND zegt dat hetgeen zich heeft voorgedaan een meer dan bovengemiddeld incident was, dat door de politie afgehandeld kon worden. In die zin beschouwt spreker het dan ook als een incident.
Het bewijs dat de situatie een incident is geweest kan spreker niet geven. Als een groep wil vechten met de politie, waar dan ook, dan gebeurt dat. Deze groep bestond uit ongeveer 15 tot 20 personen. Met de beveiligers en de politie is dat goed afgehandeld en is er iemand aangehouden. In een dergelijke situatie moet altijd de afweging worden gemaakt op welke manier de zaak kan escaleren of hoe de zaak gede-escaleerd kan worden. Spreker is van mening dat de manier waarop dit incident is opgepakt aanvaardbaar is.
Het incident heeft zich voorgedaan op particulier terrein. In de afspraken die het gemeentebestuur heeft gemaakt met de horecaondernemers in het kader van Veilig uitgaan is duidelijk gemaakt dat er ook bij hen een verantwoordelijkheid ligt. Die verantwoordelijkheid heeft de betrokken ondernemer ruimschoots genomen. De beveiligers hebben daar op een goede manier invulling aan gegeven.
De voorzitter draagt het voorzitterschap over aan de burgemeester.
5. Notulen en besluitenlijst van 25 september 2014
Zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de notulen en de besluitenlijst vast.
6. Actiepuntenlijst
De VOORZITTER deelt mee dat het vastleggen van actiepunten besproken wordt in het presidium.
Zonder bespreking neemt de raad kennis van de actiepuntenlijst.
7. Ingekomen stukken – mededelingen
Wethouder CORNELISSEN deelt mee dat het bestemmingsplan Park & Ride en Park & Nature is vernietigd door de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State heeft opgedragen de uitspraak binnen 4 weken op Ruimtelijkeplannen.nl te verwerken. Dat zal het college uitvoeren. Door het vernietigen van het bestemmingsplan valt de gemeente terug op het bestemmingsplan Kern Holten 2010. Het college gaat nu inventariseren wat de mogelijkheden zijn na de vernietiging en informeert de raad daarover.
Zonder hoofdelijke stemming stelt de raad de afdoening van de ingekomen stukken overeenkomstig het voorstel vast.
8. Raadsvoorstel invulling rekenkamer West Twente (presidium)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
9. Raadsvoorstel zienswijze regio Veiligheidsstrategie en meerjarenbeleidsplan politie 2015-2018 Oost Nederland (Hofland)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
10. Raadsvoorstel vaststellen Wmo beleidsplan 2015-2016 (Beens)
De VOORZITTER verzoekt de raadsleden eventuele moties en amendementen in te dienen aan het eind van de eerste termijn.
Eerste termijn
De heer TEN BERGE kondigt een amendement aan namens CDA, ChristenUnie en SGP dat betrekking heeft op de keuzevrijheid.
De heer MULLER zegt dat zijn reactie tevens betrekking heeft op het beleidsplan Jeugdzorg.
Op weg naar de drie transities is veel werk verricht, zowel binnen de gemeente als in regioverband met Samen14. Ook de raad is nadrukkelijk betrokken in thema-avonden, externe bijeenkomsten en commissievergaderingen. Veel vragen zijn uitvoerig beantwoord en onzekerheden werden absoluut niet ontkend. De regelgeving is klaar. Voor 1 januari en deels in 2015 moeten nog onderdelen en deelplannen voor de uitvoering worden afgerond, zoals het communicatieplan, uitwerking eigen bijdrage, beleidsplan mantelzorgers en vrijwilligers, feitelijke invulling van evaluatie door cliënten, relatie professionele hulpverleners onderling en met de regisseurs, mogelijkheden en sturing bij de dagbesteding eventueel in combinatie met beschut werk, invulling van de onafhankelijke cliëntenondersteuning, sociale wijkteams, et cetera. Het zijn veel onderdelen die erg belangrijk zijn voor een succesvolle transitie aldus spreker.
Gemeentebelang heeft er vertrouwen in dat het werk dat nog gebeuren moet goed opgepakt wordt en tot afronding komt. De informatieavonden over het Pgb waren in elk geval een heel goede start.
2015 wordt het overgangsjaar en werkende weg moet geleerd en aangepast worden. Gemeentebelang heeft er vertrouwen in dat alle betrokken partijen dat leerproces ingaan met die ene doelstelling: goede kwaliteit van zorg. Spreker is blij met de raadsbrede insteek om alert te zijn in het voorkomen van incidentenpolitiek, uiteraard zonder beperkingen aan de controlerende taak van de raad.
Bij de verordeningen Wmo en Jeugdzorg miste Gemeentebelang de uitwerking van de evaluaties, de monitoring en de procedures over privacybewaking. Over de evaluaties heeft de wethouder inmiddels toezeggingen gedaan.
Over de privacybewaking heeft Gemeentebelang enkele vragen gesteld. De zorg over dit thema heeft ook aandacht gekregen op de conferentie Living Lab in het Parkgebouw. Het wachten op de beantwoording van de vragen hoeft besluitvorming over de verordeningen niet te beïnvloeden.
Gemeentebelang heeft de indruk dat de voorbereidingen goed zijn. Ze heeft het vertrouwen dat bij de uitvoering de bewoners die hulp nodig hebben absoluut centraal staan en waardeert het vele werk en de inzet van de organisatie.
Het is ook de tijd om volledig vertrouwen te geven aan de professionals die vanaf 1 januari 2015 de klus moeten klaren, in het bijzonder aan de regisseurs en hun directe werkomgeving.
Voor Gemeentebelang rest slechts één vraag: gaat het college erin slagen om op 1 januari 2015 de organisatie klaar te hebben voor de daadwerkelijke uitvoering van de transitie?
De heer NOORDAM zegt in aansluiting op de woorden van de heer Muller, dat de VVD meegaat met de benadering van de twee beleidsplannen. Er moet zeker een evaluatiemoment zijn, omdat er een aantal kritische zaken op tafel ligt. De VVD wil graag nog iets meer een gevoel meekrijgen van het college bij de verankering van de lerende organisatie, omdat er een splinternieuwe taak op de gemeente afkomt. Daar moet de organisatie van leren. Praktisch betekent het dat de kwaliteitscirkel van Deming wordt toegepast.
De evaluatie van o.a. de regisseurspilot laat zien dat er aandachtspunten zijn. Die worden nog niet omgezet in acties en gebruikt om de planning bij te stellen. Het sluiten van die cyclus is echter juist een essentieel onderdeel voor een lerende organisatie. De VVD stelt voor dat te borgen in het beleid. Afhankelijk van de beantwoording van het college komt de VVD met een motie, omdat zij interne reflectie en opvolging graag opgenomen ziet.
De heer SCHEPPINK vraagt de heer Muller of het gevolgen heeft voor de besluitvorming als het antwoord van het college op zijn vraag ‘nee’ is.
De heer MULLER zegt dat er absoluut afstemming met de wethouder moet plaatsvinden als het antwoord ‘nee’ is. Als de raad akkoord gaat met iets waarvan niet duidelijk is wat de gevolgen zijn, ontstaat er een gezamenlijk probleem.
Wethouder BEENS dankt Gemeentebelang voor het vertrouwen. Het klopt dat de voorbereidingen nog niet zijn afgerond. Vandaag is bijvoorbeeld in het bestuurlijk overleg met de Twentse gemeenten gesproken over Veilig Thuis Twente, Pgb, OZJT en Menzis. Binnenkort ontvangt de raad daarover informatie.
Spreker is ervan overtuigd dat Rijssen-Holten de transitie op tijd haalt. Er moet nog wel veel werk verzet worden. Het college blijft de raad daarover informeren. Voor de transformatie geldt 2015 als een overgangsjaar.
De heer Noordam sprak over verankering, borging en evaluatie en het feit dat er een splinternieuw project voorligt. De regisseurs krijgen een cruciale rol in de decentralisatie. De pilot hierover is begin 2014 geëvalueerd. Het evaluatierapport is inmiddels gedateerd, maar de vermelde punten zijn opgepakt. In eerste instantie zouden de regisseurs elke week evalueren en een intervisie met elkaar hebben. In de praktijk is dat niet gelukt. Dat wordt nu opnieuw opgepakt, omdat zij ook zelf veel behoefte hebben aan een klankbord.
Na de afronding van de pilot is er een profielschets gemaakt van de functie en zijn er vijf regisseurs aangesteld. Het college vindt niet dat er nog in 2014 een evaluatie gedaan moet worden. De tijd dat met de regisseurs is gewerkt, is te kort. Wel zijn er wekelijks gesprekken met de regisseurs. In 2015 vinden er twee grote evaluaties plaats. Het voorbeeld van de heer Noordam, neemt spreker mee.
De VOORZITTER geeft de heer Ten Berge gelegenheid het amendement in te dienen.
Het CDA, de ChristenUnie en de SGP dienen een amendement in: beleidsplan Wmo 2015-2016.
De heer TEN BERGE licht het amendement toe en zegt dat de gemeente voor grote transities in het sociaal domein staat, die direct invloed hebben op kwetsbare inwoners en hun zorg en ondersteuning. Bij de invoering van deze transities wordt veel gesproken over de eigen kracht van inwoners en hoe zij met hun omgeving hun leven kunnen inrichten. Vanuit het perspectief van eigen kracht, rekening houdende met de diversiteit aan voorkeuren, culturen en geloofsovertuigingen in Rijssen-Holten, wordt het volgende amendement ingediend. In het voorliggende beleidsplan staat dat het college de keuzevrijheid van inwoners naast zich neer kan leggen. De fracties die het amendement indienen willen de keuzevrijheid van inwoners met zorgvragen borgen, maar hebben daarbij oog voor de valkuilen die zijn geschetst in de commissievergadering, zoals het shopgedrag van inwoners.
Overwegende dat:
- het belangrijk is duidelijk te communiceren over de keuzevrijheid van cliënten;
- in het beleidsplan wordt aangegeven dat er 100% keuzevrijheid is voor cliënten;
- de gemeente de keuze van een cliënt in sommige gevallen gemotiveerd naast zich kan neerleggen;
- het daarom wenselijk is de formulering over de keuzevrijheid te verduidelijken in het beleidsplan;
besluit:
1. In het beleidsplan Wmo op pagina 13 onder 5.2 de volzin “De gemeente Rijssen-Holten kiest er voor om cliënten hierin 100% keuzevrijheid te bieden” te vervangen door:
“Het college kiest voor 100%-keuzevrijheid voor de inwoner, binnen het aanbod aan gecontracteerde partijen. Wanneer een inwoner wil wisselen van aanbieder gaat dit in overleg met het college. Daarnaast kan de inwoner, ter versterking van de keuzevrijheid, gebruik maken van de mogelijkheden van een Pgb”;
2. Het concept-raadsbesluit te wijzigen in: “Het definitieve beleidsplan Wmo 2015-2016 ‘Klaar voor de nieuwe start’ gewijzigd vast te stellen”.
Wethouder BEENS zegt dat het college blij is dat de indieners de vinger leggen bij dit punt. In de praktijk kunnen zich inderdaad valkuilen voordoen, zoals shopgedrag. Met de aanpassing, zoals weergegeven in het amendement, wordt de tekst verduidelijkt. Het college geeft daarom een positief advies over het amendement.
De VOORZITTER concludeert dat het amendement met algemene stemmen wordt aanvaard.
Tweede termijn
De heer NOORDAM zegt dat de VVD gelet op het antwoord van het college geen motie indient.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het gewijzigde voorstel.
11. Raadsvoorstel vaststellen Wmo verordening 2015 (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
12. Raadsvoorstel vaststellen beleidsplan jeugdzorg 2015-2016 (Wolterink)
Mevrouw RIEZEBOS kondigt een amendement aan met een gelijke strekking als het amendement dat bij punt 10 is aangenomen.
Wethouder BEENS zegt dat het advies van het college volkomen gelijk is bij dit agendapunt.
Mevrouw RIEZEBOS leest het amendement; beleidsplan Jeugdzorg 2015-2016 voor:
Overwegende dat:
- het belangrijk is duidelijk te communiceren over de keuzevrijheid van cliënten;
- in het beleidsplan wordt aangegeven dat er 100% keuzevrijheid is voor cliënten;
- de gemeente de keuze van een cliënt in sommige gevallen gemotiveerd naast zich kan neerleggen;
- het daarom wenselijk is de formulering over de keuzevrijheid te verduidelijken in het beleidsplan;
Besluit
1. In het beleidsplan Jeugdzorg op pagina 13 onder 2.4.1 de volzin “De gemeente Rijssen-Holten kiest er voor om cliënten hierin 100% keuzevrijheid te bieden” te vervangen door:
“Het college kiest voor 100%-keuzevrijheid voor de inwoner, binnen het aanbod aan gecontracteerde partijen. Wanneer een inwoner wil wisselen van aanbieder gaat dit in overleg met het college. Daarnaast kan de inwoner, ter versterking van de keuzevrijheid, gebruik maken van de mogelijkheden van een Pgb”
2. Het concept-raadsbesluit te wijzigen in: “Het beleidsplan jeugdzorg 2015-2016 gewijzigd vast te stellen”.
De VOORZITTER concludeert dat het amendement met algemene stemmen wordt aanvaard.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het gewijzigde voorstel.
13. Raadsvoorstel vaststellen verordening jeugdhulp 2015 (Wolterink)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
De VOORZITTER wijst erop dat hiermee vier belangrijke agendapunten met betrekking tot de decentralisaties zijn afgehandeld. Rijssen-Holten heeft belangrijke stappen gezet en heeft mede door de samenwerking in Twente op dit terrein haar zaken goed op orde. Ook volgend jaar zal er nog veel werk verzet moeten worden op dit terrein. Het gaat om een heel grote transitie en om een omslag in denken door de samenleving aldus spreker.
Mevrouw RIEZEBOS complimenteert de organisatie voor de manier waarop de raad steeds is meegenomen en is bijgepraat. In deze lerende organisatie moet men inderdaad van elkaar leren. De ChristenUnie heeft er veel vertrouwen in en hoopt dat het volgend jaar allemaal goed gaat en dat alles ten goede komt aan de burgers.
De VOORZITTER zegt dat de complimenten aan de organisatie worden overgebracht.
Mevrouw RIEZEBOS verlaat de vergadering om 20.15 uur.
14 Raadsvoorstel vaststellen uitgangspunten gewijzigde verordening Starterslening (Cornelissen)
Eerste termijn
Lokaal Liberaal dient een amendement in: leeftijdsgrens toekenning starterslening laten vervallen. De heer DE KOE licht het amendement toe en zegt dat in de verordening Starterslening een leeftijds-grens is opgenomen van 35 jaar. Dat betekent dat mensen ouder dan 35 jaar geen gebruik mogen maken van de starterslening. Zijn fractie wil de starterslening voor iedereen toegankelijk maken.
Overwegende dat:
- de starterslening mede tot doel heeft de doorstroming op de woningmarkt te verbeteren;
- het om deze reden is opgenomen in het Deltaplan van de Gemeente Rijssen-Holten;
- de starterslening nu wordt aangepast op de ontwikkelingen op de woningmarkt;
- de aanpassingen de starter op de koopwoningmarkt beter kunnen bedienen;
- de leeftijdsgrens van 35 jaar door veel gemeenten met een soortgelijke regeling niet is opgenomen;
- de leeftijdsgrens in het verleden nagenoeg niet tot vragen heeft geleid;
- starter op de woningmarkt de aankoop van een eerste woning gezien de marktomstandigheden van de afgelopen jaren mogelijk heeft uitgesteld;
- onder andere deze starter beperkte financieringsruimte krijgt van de traditionele financieringsbronnen;
- de (hoger opgeleide) inwoner gemiddeld later op de woningmarkt start.
Besluit:
1.Het concept-besluit aan te vullen met een vierde aandachtsstreepje:- het vervallen van de leeftijdsgrens van 35 jaar;
2.In de concept-verordening artikel 2 lid 2 onder a de zin: “Van verblijfsgerechtigde personen die maximaal 35 jaar zijn op het moment van het indienen van de aanvraag Starterslening. In geval er sprake is van twee aanvragers geldt hiervoor genoemde leeftijdseis voor beide aanvragers.”
Te vervangen door:
“Van in Nederland woonachtige en verblijfsgerechtigde personen, die op het moment van de aanvraag zelfstandig een huurwoning of wooneenheid bewonen dan wel inwonend zijn.”
De heer BERKHOFF vraagt welke noodzaak er is om de leeftijd te verhogen, gelet op het feit dat de heer De Koe stelt dat de leeftijdsgrens in het verleden nagenoeg niet tot vragen heeft geleid.
Hij vraagt of de heer De Koe kan aangeven wat het effect is van deze wijziging op het gebruik van de lening en refereert aan de overweging dat de hoger opgeleide inwoner gemiddeld later op de woningmarkt start. Spreker merkt op dat deze inwoner waarschijnlijk ook met een hoger salaris start. De vraag is of de lening hiervoor moet worden opgerekt of dat de gemeente zich moet beperken tot de jongere starter met een lager inkomen.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er tijdens de commissiebehandeling ook is stilgestaan bij de leeftijdsgrens en toen is gezegd dat de leeftijdsgrens op 35 is gesteld, gelet op het perspectief qua inkomensgroei in relatie tot het terugbetalen. Hij zegt dat er op dit moment beperkte middelen zijn omdat de landelijke middelen zijn weggevallen. Daarnaast is er al sprake van een flinke uitbreiding van de verordening, omdat de nieuwbouwwoningen zijn toegevoegd, de eisen qua economische en sociale binding zijn vervallen en er is sprake van verhoging van de verwervingskosten.
Dit voorstel zou er volgens spreker daarom toe kunnen leiden dat voor de doelgroep die de gemeente voor ogen had “nee” moet worden verkocht. Wellicht dat wel naar dit aspect bij een nieuwe evaluatie kan worden gekeken, als er ook meer duidelijk is welke effecten deze maatregelen hebben gehad en hoe ook de financiering vanuit het rijk en de provincie is geregeld.
Tweede termijn
De heer DE KOE denkt dat het effect van het laten vervallen van de leeftijdsgrens van 35 jaar beperkt is, maar het is lastig het werkelijke effect te beoordelen.
Als de gemeente wil dat hoog opgeleide burgers binnen de gemeentegrenzen blijven dan is het verstandig de leeftijdsgrens op te rekken. Een hoger opgeleide burger studeert ergens achterin de twintig af en begint daarna te denken aan het kopen of huren van een woning. Door de crisis op de woningmarkt kan deze burger besluiten te wachten met het kopen van een woning en als hij dan begin 30 is blijkt hij geen recht meer te hebben op de starterslening. Wat het salaris betreft moet een groot deel van de hoog opgeleide burgers door de crisis beneden hun niveau werken, maar dat betekent niet dat het inkomen van burgers, die 35 jaar of ouder zijn, in de toekomst niet meer toeneemt.
De heer BERKHOFF merkt op dat de heer De Koe de starterslening alleen toespitst op hoog opgeleide burgers, terwijl deze bedoeld is voor burgers met een smalle beurs, die met de starterslening toch een goede koopwoning kunnen kopen. De hoogopgeleiden hebben genoeg kans gehad om geld te sparen.
De heer DE KOE zegt dat deze burgers wellicht een sociale huurwoning bezetten, terwijl anderen daar meer voor in aanmerking komen.
De heer KLEIN VELDERMAN zegt dat de starterslening naar zijn mening is bedoeld voor jonge mensen die bijvoorbeeld na studie of vanuit een huursituatie geholpen worden om een huis te kunnen kopen. De leeftijdsgrens van 35 jaar is gekozen ervan uitgaande dat er nog 30 jaar hypotheek kan worden betaald tot de pensioenleeftijd van 65 jaar. Gelet op het feit dat men nu pas met 67 jaar met pensioen kan, zou de leeftijd opgerekt kunnen worden naar 37 jaar. Deze leeftijd zou kunnen meegroeien zodra de pensioenleeftijd verder wordt opgerekt.
De heer BEUNK vraagt, wanneer er geen leeftijdsgrens wordt gesteld, of een 50 of 60 jarige ook nog in aanmerking kan komen voor een starterslening. Deze lening was immers ooit bedoeld voor startende jonge mensen.
De heer HAASE zegt dat de SGP het amendement van Lokaal Liberaal steunt omdat kopers die ouder zijn dan 35 jaar ook kunnen bijdragen aan het doel van de starterslening, namelijk het bevorderen van doorstroming op de woningmarkt. Die personen hoeven niet per definitie hoger opgeleid te zijn. De verordening die nu voorligt geeft geen aanleiding tot het aanpassen van de leeftijdsgrens aldus spreker. Maar dit kun je ook omdraaien en de leeftijdsgrens wel aanpassen: baat het niet, dan schaadt het niet. De toegang naar de woningmarkt moet niet alleen vergroot worden voor jongeren.
Hij gaat in op het financiële risico dat de gemeente loopt en zegt dat in de verordening is opgenomen dat deze wordt verstrekt onder de Nationale hypotheekgarantie, dus is het de vraag of er wel een risico is. Een van de overwegingen in het raadsvoorstel is om deze verordening maximaal te verruimen om zodoende optimaal gebruik te kunnen maken van provinciale middelen.
Dit zijn de redenen voor de SGP om het amendement te steunen.
De heer NOORDAM zegt dat wethouder Cornelissen sprak van een nieuwe evaluatie als moment waarop hij over het oprekken van de leeftijd wil nadenken en er helderheid komt over de risico’s die er zijn. Hij vindt dat de woorden van de heer Haase hierbij verhelderend werken en stelt voor dat de heer De Koe dit moment van evaluatie afwacht.
De heer H. KREIJKES zegt dat het CDA het amendement niet steunt. Starters van 35 jaar en ouder hebben een hoger salaris. Banken eisen dat er voor de pensioengerechtigde leeftijd een gedeelte van de lening is afgelost. Dat betekent dat als het salaris toch niet verhoogd is, terwijl dit wel werd verwacht, er sprake is van een tophypotheek. Het CDA wil de burgers hiertegen beschermen en staat daarom niet achter deze regeling.
De heer BERKHOFF vraagt hoeveel aanvragen uit het budget nog bekostigd kunnen worden.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er jaarlijks wordt geëvalueerd. Dit is ook recent nog gebeurd, waarbij er met banken, bemiddelaars en makelaars is gesproken. De pot is nog niet leeg, maar hij weet niet hoeveel geld er exact beschikbaar is. Hij zou dit kunnen uitzoeken maar vraagt zich af of dat op dit moment van belang is.
De heer BERKHOFF vraagt of de banken en bemiddelaars tijdens dit overleg hebben aangegeven dat de leeftijdsgrens van 35 jaar een struikelblok is.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat in de evaluatie een aantal punten naar voren is gekomen. De SVN, die de administratie van de leningen verzorgt, was erbij aanwezig en gaf aan dat men blij is met de verruiming en met name voor wat betreft de nieuwbouw, zodat uiteindelijk het aantal beschikbare woningen toeneemt.
De heer NOORDAM zegt dat de wethouder in de eerste termijn suggereert dat er naar de leeftijd zal worden gekeken in de nieuwe evaluatie. Spreker vraagt of de portefeuillehouder bereid is er in de nieuwe evaluatie naar te kijken en wijst erop dat hij in de tweede termijn zegt dat het eigenlijk geen zaak is om te bespreken.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat de heer Berkhoff vroeg of er aandacht voor de leeftijdsgrens gevraagd is bij de evaluatie, dat is niet het geval. Spreker heeft aangegeven in de beantwoording op het amendement dat dit meegenomen wordt in een toekomstige evaluatie.
De heer H. KREIJKES zegt dat wethouder Cornelissen heeft aangegeven dat het budget voor dit jaar nog niet gebruikt is. Hij heeft in de stukken gelezen dat het rijk in 2015 terugtreedt en dat de bijdrage van de gemeente dus zal stijgen en vraagt of het nog beschikbare budget daaraan besteed moet worden.
Wethouder CORNELISSEN weet dit niet.
De VOORZITTER vraagt of de heer De Koe het amendement handhaaft, wijzigt of intrekt.
De heer DE KOE vraagt om een schorsing.
De VOORZITTER schorst de vergadering van 20.40 tot 20.45 uur.
De VOORZITER heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer De Koe.
De heer BEENS verlaat de vergadering om 20.45 uur.
De heer DE KOE zegt het amendement te wijzigen, zodat in de conceptverordening onder artikel 2 lid 2 de tekst wordt vervangen door: “Van verblijfsgerechtigde personen die minimaal 30 jaar jonger zijn dan de op dat moment voor hen geldende wettelijke AOW-leeftijd op het moment van het indienen van de aanvraag Starterslening. In geval er sprake is van twee aanvragers geldt de hiervoor genoemde leeftijdseis voor beide aanvragers”.
Hierbij wordt de Starterslening gekoppeld aan de wettelijke AOW-leeftijd, die op dit moment op 67 ligt, waarbij de verwachting is dat deze langzaam opgeschroefd wordt. De Startersregeling zal dan langzaam meegroeien
De VOORZITTER verduidelijkt dat als iemand op dit moment 35 jaar is en een aanvraag doet, zijn beoogde AOW-leeftijd 67 jaar is. Als de AOW-leeftijd op enig moment wordt verhoogd naar 68 jaar, dan is de bovengrens van de starterslening vanaf dat moment dus 38 jaar.
Wethouder CORNELISSEN zegt geen problemen te hebben met het gewijzigde amendement.
De VOORZITTER concludeert dat het gewijzigde amendement unaniem wordt aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het gewijzigde voorstel.
15 Raadsvoorstel vaststellen gebiedsvisie Stokmansveld (Cornelissen)
De heer G. KREIJKES kondigt een amendement aan. Ten aanzien van ontwikkellocatie 2 zegt hij dat het inspreker gaat om de afstand van 3 meter tot de rooilijn. Dit geldt voor alle bestemmingsplannen. Met ingang van 1 november 2014 verandert de wet en gaat het om een afstand van 1 meter, dit geldt dan ook voor alle bestemmingsplannen. De SGP hecht hier aan.
De heer BEUNK vraagt of het bouwblok direct aan de erfgrens grenst.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat er hier niet zozeer gepraat kan worden van een bouwblok zoals bij 9 en 9a op de bestemmingsplankaart. Hier is namelijk sprake van een breder kader, een bouwrand, met mogelijkheden. Dat betekent dat er meer ruimte is om te schuiven met de locatie waarop gebouwd kan worden.
De SGP dient een amendement in: gebiedsvisie Stokmansveld. De heer KREIJKES licht het amendement toe en zegt dat het op verzoek van de raad zelf is dat er een gebiedsvisie is opgesteld, naar aanleiding van een bouwaanvraag. De discussie beperkt zich op dit moment tot ontwikkellocatie 2 (heren Kippers en Dannenberg) en ontwikkellocatie 12 (heren Harbers en Haase). Voor wat betreft ontwikkellocatie 2 is in de commissievergadering gezegd dat de raad ruimhartig wil omgaan met de wijzigingen die hebben plaatsgevonden en acht de commissie hetgeen nu voorligt acceptabel.
Dezelfde ruimhartigheid wil de SGP ook betrachten bij ontwikkellocatie 12, waarbij er meer wordt toegestaan dan nu in de gebiedsvisie wordt aangegeven. Daarvoor dient ze het volgende amendement in.
Overwegende dat:
- op ontwikkellocatie 12 ruimte wordt geboden voor realisering van drie extra woningen;
- de raad niet uitsluit dat op deze locatie als stedenbouwkundige verbetering wellicht meer woningen zouden kunnen worden toegestaan;
- het wenselijk is op dit moment de gebiedsvisie vast te stellen met de daarin opgenomen ruimte;
- het eveneens wenselijk is om bij een toekomstig verzoek tot bestemmingsplanwijziging op deze specifieke locatie op basis van het dan geldende inbreidingsbeleid de mogelijkheden getalsmatig niet op voorhand te beperken tot drie woningen;
Besluit:
1. In het concept-besluit wijziging nr. 2 aan te vullen zodat deze komt te luiden: “2. De locatie Stokmansveldweg 9/9a als toekomstige ontwikkellocatie 12 op te nemen op basis van de uitgangspunten compact erf op ruimte groene voet met de in hoofdstuk 5 van de inspraakreactienota onder ontwikkellocatie 12 beschreven randvoorwaarden.
Waarbij wordt aangetekend dat bij een toekomstig verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan binnen de kaders van het dan geldende inbreidingsbeleid de ruimtelijke invulling op voorhand niet beperkt hoeft te worden tot de drie woningen die nu op deze locatie zijn aangegeven. Het uiteindelijk aantal toegestane woningen op deze locatie wordt door de raad vastgelegd bij de vaststelling van een bestemmingsplan.
De heer G. KREIJKES geeft aan dat dit amendement is medeondertekend door de ChristenUnie en het CDA.
Wethouder CORNELISSEN zegt dat gezien de wens die naar voren is gekomen in de commissie om de gebiedsvisie ongewijzigd vast te stellen en in het amendement wordt aangegeven dat de definitieve aantallen bij een bestemmingsplanprocedure worden afgewogen, hij dit een praktisch voorstel vindt en het amendement kan steunen.
Tweede termijn
De heer NIJKAMP onderschrijft de woorden van de heer Kreijkes dat de raad gevraagd heeft om een gebiedsvisie. Dit heeft geleid tot veel inspraakreacties die naar zijn mening goed zijn behandeld en die ook tot verbeteringen hebben geleid. Met dit amendement worden er nog meer verbeterpunten doorgevoerd. Het CDA vindt het bestemmingsplan leidend en daarin moeten de definitieve aantallen worden vastgelegd. Daar doet ze ook geen uitspraak over. Spreker benadrukt het feit dat het om de ruimtelijke kwaliteit gaat.
De heer BERKHOFF zegt dat de raad tevreden kan zijn met de gebiedsvisie die voorligt.
Met het voorliggende amendement wordt op voorhand het aantal woningen niet beperkt maar wordt aan de hand van een stedenbouwkundige invulling een goed plan ontwikkeld met een aantal woningen. De hoeveelheid woningen wordt dan in het bestemmingsplan vastgelegd.
Hij vraagt het college bij een eventuele bestemmingsplanwijziging bij ontwikkellocatie 2 goed te kijken wat binnen de grenzen mogelijk is, met een schuur al dan niet op de erfscheiding.
De VOORZITTER brengt het gewijzigde amendement in stemming en concludeert dat het met algemene stemmen wordt aanvaard.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het gewijzigde voorstel.
16 Raadsvoorstel vaststellen begrotingswijziging (Beens)
Zonder bespreking en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
17 Raadsvoorstel vaststellen notitie vergaderorde (presidium)
De heer MULLER wijst op de tekst onder punt 2 in het voorstel, om in de raadsvergadering de woordvoerders bij de bespreekstukken vanaf het spreekgestoelte te laten spreken en zegt dat het lijkt alsof hierover besloten moet worden, terwijl er andere interne afspraken zijn gemaakt.
De VOORZITTER zegt dat hierover in het presidium is gesproken. Er is besloten dat er eerst geëxperimenteerd wordt met het spreekgestoelte. Dit wordt dan geëvalueerd. Wat er in deze notitie nog over staat is bij deze weg-geamendeerd, daar neemt de raad vanavond geen besluit over.
De heer TER KEURST zegt dat in de kanttekening van het raadsvoorstel staat dat de deelnemers uiteindelijk zelf bepalen op welke wijze zij deelnemen aan de vergadering.
De VOORZITTER bevestigt dit en zegt dat het gebruik van het spreekgestoelte nu slechts een experiment is dat wordt geëvalueerd.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
18 Raadsvoorstel instellen werkgroep decentralisaties
De heer NOEVERMAN zegt dat het hierbij gaat om een lastig en omvang dossier. Daarom is de SGP blij dat er een werkgroep wordt ingesteld. Er zijn echter nog wel enkele opmerkingen die ze wil maken.
Er wordt een vergelijking gemaakt met het auditcomité en met de werkgroep prestatiesturing. Dit zijn volgens de SGP weer andere werkgroepen dan de werkgroep decentralisaties. Daar wil ze op wijzen, omdat het om een politiek gevoelig thema gaat. Spreker maakt een opmerking over de omschreven taak en citeert: “De werkgroep heeft tot taak namens de raad de invoering en uitvoering van de decentralisaties te volgen”. Daar heeft hij niet veel problemen mee, met de kanttekening dat de werkgroep dit niet doet vanuit de controlerende rol die een raadslid heeft. Daar zou namelijk verwarring over kunnen ontstaan.
Wat de SGP betreft kan het volgen meer in een informatieve, lerende rol gebeuren en niet in de controlerende rol als raadslid. Voor De SGP is de werkgroep een platform om informatie met elkaar uit te wisselen, als leden van de werkgroep met het college en onderling. Adviezen aan de raad vertaalt ze als adviezen door de commissie MDV en ze vindt dat het een werkgroep moet zijn en niet een commissie van advies van de raad, zoals andere vaste commissies van advies hebben. Als een raadslid als lid van de werkgroep opereert dan is het niet de bedoeling dat informatie die hij krijgt vanuit de werkgroep de informatie vervangt die aan de raad moet worden voorgelegd. Onder die randvoorwaarden kan de SGP instemmen met de werkgroep.
De heer TEN BERGE onderschrijft de woorden van de heer Noeverman, maar vindt het jammer dat de SGP bij de eerste informele bijeenkomst niet aanwezig was. Daarbij is juist over dit soort zaken gesproken. Hij vindt de kanttekeningen terecht en vindt dat de leden elkaar hierop alert moeten houden.
De heer NOEVERMAN hoopt voor het laatst in de raad aangesproken te zijn op zaken die in de raadswerkgroep hebben plaatsgevonden.
De heer NOORDAM gaat in op het feit dat er geen sprake moet zijn van een controlerende rol en vindt dat punt 2 verwijderd moet worden.
De heer MULLER is blij met de aanvullingen en kanttekeningen door de SGP.
De VOORZITTER zegt dat de intentie helder is en wijst op de tekst in de inleiding, waarin staat dat de commissie geen bevoegdheden heeft. De werkgroep mag gevraagd en ongevraagd adviseren aan de raad, door tussenkomst van de commissie MDV, over de decentralisaties. Volgens het reglement gaat de commissie zelf over het aanwijzen van een voorzitter. De intentie is volgens spreker helder dat de controleren rol van de raad niet uitgehold wordt. De raadsleden mogen daarbij tijdens openbare commissie- en raadsvergaderingen vragen stellen en opmerkingen maken, zonder dat daarbij verwezen hoeft te worden naar de bespreking in de werkgroep.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel.
19 Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.10 uur met het ambtsgebed.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de Raad van Rijssen-Holten op 18 december 2014.