Schriftelijke vragen (art 33) Raad
Als onderdeel van hun taak om het college te controleren, kunnen raadsleden schriftelijke vragen stellen aan het college. Dit recht is vastgelegd in artikel 33 van het Reglement van Orde van de raad, vandaar dat ook wel over art. 33-vragen wordt gesproken. De vragen worden binnen 30 dagen door het college beantwoord. Meestal schriftelijk en in sommige gevallen mondeling in een vergadering.
Hieronder vindt u een overzicht van de schriftelijke vragen en de bijbehorende beantwoording.